Datum van inontvangstneming : 08/12/2014



Vergelijkbare documenten
Datum van inontvangstneming : 26/03/2015

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 10/11/2014

Datum van inontvangstneming : 29/10/2013

Datum van inontvangstneming : 22/04/2013

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014

Kennisgevingsdocument voor grensoverschrijdende afvaloverbrenging 1. Exporteur - Kennisgever Registratienr.: 3. Kennisgeving nr.

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Vertaling C-230/14-1. Zaak C-230/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstneming : 14/10/2014

Datum van inontvangstneming : 31/01/2014

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Date de réception : 24/02/2012

Datum van inontvangstneming : 17/03/2016

Datum van inontvangstneming : 04/02/2013

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 13/03/2018

Geconsolideerde TEKST

Datum van inontvangstneming : 23/05/2018

Datum van inontvangstneming : 13/10/2017

Datum van inontvangstneming : 26/06/2014

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Publicatieblad van de Europese Unie L 188/7

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstneming : 29/01/2019

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

(Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EEG) Nr. 259/93 VAN DE RAAD

Datum van inontvangstneming : 08/03/2016

Handleiding EVOA Transportmeldingen. Verordening (EG) 1013/2006

7. Internationaal transporteren, melden en registeren van afvalstoffen

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Handreiking Transportmeldingen EVOA

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012

Datum van inontvangstneming : 09/02/2015

Datum van inontvangstneming : 26/10/2015

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

De EVOA op hoofdlijnen'

Datum van inontvangstneming : 25/02/2016

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 03/10/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Date de réception : 14/10/2011

Datum van inontvangstneming : 23/02/2015

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Transport van afval. 2. Groene-lijstafvalstoffen: geen kennisgeving, wel contract

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 22/02/2016

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Datum van inontvangstneming : 20/05/2013

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

Datum van inontvangstneming : 03/02/2015

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 28/01/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstne ming : 05/04/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 26/05/2017

nr. blz. datum M1 Verordening (EG) nr. 1379/2007 van de Commissie van 26 november L

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013

Datum van inontvangstneming : 27/01/2014

Transcriptie:

Datum van inontvangstneming : 08/12/2014

Vertaling C-487/14-1 Zaak C-487/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 november 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 22 oktober 2014 Verzoekende partij: SC Total Waste Recycling SRL Verwerende partij: Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség (OMISSIS) In de bestuursrechtelijke zaak van SC Total Waste Recycling SRL, (OMISSIS) Jilava (Roemenië) (OMISSIS), verzoekster, tegen de Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség (hoofdinspectie voor milieu- en natuurbescherming), (OMISSIS) Boedapest (OMISSIS), verweerster, betreffende de bescherming van het milieu, wijst de Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (hoofdstedelijke administratieve/arbeidsrechtbank van Boedapest) de hiernavolgende beslissing. Beslissing Deze rechtbank verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 2, punt 35, sub d, en artikel 17, lid 1, van verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad. De volgende vragen worden aan het Hof van Justitie van de Europese Unie voorgelegd: NL

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 22. 10. 2014 ZAAK C-487/14 1. Moet de overbrenging van afvalstoffen die feitelijk niet met de kennisgeving overeenstemt als bedoeld in artikel 2, punt 35, sub d, van verordening (EG) nr. 1013/2006, aldus worden uitgelegd dat het daarbij gaat om de in de bijlagen I A en I B bij die verordening genoemde vervoerswijze (over de weg, per trein, over zee, per vliegtuig, over binnenwateren)? 2. Heeft de omstandigheid dat de autoriteiten niet op de hoogte worden gesteld van in artikel 17, lid 1, van verordening (EG) nr. 1013/2006 bedoelde wezenlijke wijzigingen in de bijzonderheden en/of voorwaarden betreffende een transport waarvoor al toestemming is verleend, tot gevolg dat de overbrenging van afvalstoffen kan worden aangemerkt als een overbrenging die feitelijk niet met de kennisgeving overeenstemt in de zin van artikel 2, punt 35, sub d, van die verordening, zodat sprake is van een illegale overbrenging? 3. Is in de zin artikel 17, lid 1, van verordening (EG) nr. 1013/2006 sprake van wezenlijke wijzigingen in de bijzonderheden en/of voorwaarden betreffende een transport waarvoor al toestemming is verleend, als de overgebrachte afvalstoffen het opgegeven land van doorvoer via een andere grensovergang binnenkomen dan die welke in de toestemming of kennisgeving vermeld staat? 4. Zo sprake is van illegale overbrenging van afvalstoffen wanneer de overgebrachte afvalstoffen het land van doorvoer op een andere plaats binnenkomen dan die welke vermeld staat in de toestemming of kennisgeving, mag het dan als redelijk worden beschouwd dat op grond daarvan een boete wordt opgelegd die even hoog is als de boete voor degene die niet voldoet aan de verplichting om toestemming te verkrijgen en een voorafgaande schriftelijke kennisgeving te doen? [nationale procesrechtelijke aspecten] 2 Motivering De rechtbank verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie om uitlegging van artikel 2, punt 35, sub d, en artikel 17, lid 1, van verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 (hierna: verordening ), gelezen in samenhang met de bijlagen I A en I B bij die verordening. Feiten Op 21 oktober 2013 werd een vrachtwagen met Roemeens kenteken die afvalstoffen van de oranje lijst overbracht, onderworpen aan een grenscontrole bij het binnenrijden van Hongarije. Het transport was vergezeld van het vervoersdocument van bijlage I B bij de verordening, het kennisgevingsdocument van bijlage I A bij de verordening en de door de bevoegde autoriteiten afgegeven toestemmingen. Hoewel in de toestemmingen en het kennisgevingsdocument van bijlage I A bij de verordening de grensovergang bij Ártánd vermeld stond als

TOTAL WASTE RECYCLING plaats van binnenkomst in Hongarije, is het transport Hongarije binnengekomen via de grensovergang bij Nagylak. Volgens de vervoerder was de chauffeur als gevolg van een communicatiestoornis naar Hongarije gereden via de grensovergang bij Nagylak, die dichter bij zijn woonplaats ligt. Bij besluit (OMISSIS) van 4 februari 2014 heeft verweerster aan verzoekster een afvalbeheerboete van 8 380 000 HUF opgelegd omdat zij de in dit verband op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen. Naast de boete moest verzoekster ook 256 500 HUF proceskosten betalen. In het besluit stond dat de overgebrachte afvalstoffen Hongarije niet via de in de toestemmingen opgegeven grensovergang binnenkwamen en dat verzoekster de bevoegde autoriteiten niet op de hoogte had gesteld van de wijziging van de route waarvoor toestemming was verkregen, zodat sprake is van een illegale overbrenging in de zin van artikel 2, punt 35, sub d, van de verordening. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalbeheerboete is verweerster uitgegaan van 1 miljoen HUF, het bedrag dat geldt voor illegale grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen, en heeft zij dat bedrag vermenigvuldigd met de hoeveelheid overgebrachte afvalstoffen (8,380 ton). Conclusies van partijen Verzoekster vordert nietigverklaring van verweersters besluit waarbij haar een afvalbeheerboete, vermeerderd met de proceskosten, is opgelegd, alsmede dat verweerster wordt gelast haar zaak opnieuw te behandelen. Volgens haar is er geen sprake van een illegale overbrenging van afvalstoffen in de zin van artikel 2, punt 35, sub d, van de verordening omdat de vervoerswijze als bedoeld in de verordening (over de weg), ongewijzigd is gebleven en alleen de route van het transport is gewijzigd. Daarbij moet ook in aanmerking worden genomen dat de voorgenomen vervoerswijze in punt 13 van bijlage II wordt genoemd, en de geplande doorgangsplaatsen en route in punt 14 van die bijlage. Verweerster concludeert tot afwijzing van de vordering en stelt dat verzoekster overeenkomstig artikel 17, lid 1, van de verordening de bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte had moeten stellen van de wijziging van de route van de overbrenging. Naar haar mening kan verzoekster zich niet op bijlage II bij de verordening beroepen en tracht verzoekster haar betoog ten onrechte te baseren op de aan bijlage I A gehechte lijst van afkortingen en codes, hoewel deze afkortingen en codes in het onderhavige geval niet als uitgangspunt kunnen dienen. Toepasselijke bepalingen Artikel 2, punt 35, sub d, van de verordening luidt als volgt: 35),illegale overbrenging : een overbrenging van afvalstoffen: 3

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 22. 10. 2014 ZAAK C-487/14 d) [die] feitelijk niet met de kennisgeving of de vervoersdocumenten overeenstemt. Artikel 17, lid 1, van de verordening luidt: Wijzigingen in het transport na de toestemming In het geval van wezenlijke wijzigingen in de bijzonderheden en/of voorwaarden betreffende een transport waarvoor al toestemming is verleend, zoals wijzigingen wat betreft de geplande hoeveelheid, de route, de trajecten, de datum van verzending of de vervoerder, stelt de kennisgever de betrokken bevoegde autoriteiten en de ontvanger daarvan onverwijld, en indien mogelijk voordat de overbrenging aanvangt, op de hoogte. Artikel 3, lid 1, sub b, van de verordening bepaalt: 1. Overbrengingen van de volgende afvalstoffen vallen onder de procedure van voorafgaande schriftelijke kennisgeving en toestemming, als vastgelegd in deze titel: b) indien bestemd voor nuttige toepassing: i) de afvalstoffen van bijlage IV, inclusief inter alia de afvalstoffen die worden genoemd in de bijlagen II en VIII bij het Verdrag van Bazel; Bijlage II, deel 1, punten 13 en 14, bij de verordening luiden als volgt: Informatie en documentatie betreffende de kennisgeving Deel 1 Informatie op te nemen in het kennisgevingsformulier of een bijlage daarbij: 13. Voorgenomen vervoerswijze. 14. Geplande doorgangsplaatsen (plaats van binnenkomst en van vertrek in elk betrokken land, met inbegrip van de douanekantoren van binnenkomst in en/of uitgang uit en/of uitvoer uit de Gemeenschap) en geplande route (route tussen plaatsen van binnenkomst en van vertrek), met inbegrip van mogelijke alternatieven, ook in geval van onvoorziene omstandigheden. 4

TOTAL WASTE RECYCLING Artikel 19, lid 1, van a hulladékról szóló 2012. évi CLXXXV. törvény (wet CLXXXV van 2012 op afval; hierna: afvalwet ) luidt als volgt: Op het grondgebied van Hongarije kunnen afvalstoffen worden binnengebracht mits voldaan wordt aan het bepaalde in verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad en het regeringsdecreet betreffende de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen. Artikel 86, lid 1, van de afvalwet luidt: De milieubeschermingsautoriteit legt overeenkomstig het bepaalde in het regeringsdecreet tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent afvalbeheerboetes een afvalbeheerboete op aan natuurlijke of rechtspersonen, eenmanszaken of lichamen zonder rechtspersoonlijkheid die: a) handelen in strijd met het bepaalde in de voorschriften, rechtstreeks toepasselijke handelingen van de Europese Unie of genomen besluiten op het gebied van afvalbeheer; b) een activiteit van afvalbeheer waarvoor toestemming, goedkeuring, registratie of kennisgeving is vereist, verrichten zonder die toestemming, goedkeuring of registratie te hebben verkregen of kennisgeving te hebben gedaan, of de activiteit op een andere manier verrichten dan daarin is aangegeven; c) de milieubeschermingsautoriteit niet of niet voldoende op de hoogte stellen van de productie of het ontstaan van bijproducten, of afvalstoffen gebruiken, in de handel brengen of opslaan als producten of bijproducten. Artikel 1, lid 1, van a hulladékgazdálkodási bírság mértékéről, valamint kiszabásának és megállapításának módjáról szóló 271/2001. (XII. 21.) Kormányrendelet (regeringsdecreet 271/2001 van 21 december 2001 betreffende de hoogte en de wijze van vaststelling en oplegging van afvalbeheerboetes; hierna: regeringsdecreet 271/2001 ) luidt: Onverminderd het bepaalde in artikel 2, leden 4 tot en met 8, en artikel 3, lid 4, is de hoogte van de boete het bedrag dat wordt verkregen door de in dit decreet vastgestelde basisbedragen te vermenigvuldigen met de factoren waarmee de basisbedragen worden aangepast, zoals in de bijlage is aangegeven. Artikel 1, lid 3, sub g, van regeringsdecreet 271/2001 bepaalt: Het basisbedrag van de afvalbeheerboete (hierna:,basisbedrag ) bedraagt maximaal: 5

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 22. 10. 2014 ZAAK C-487/14 g) 1 miljoen HUF voor illegale grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen. Artikel 3, leden 1 en 4, van regeringsdecreet 271/2001 luidt: 1) Bij de vaststelling van de hoogte van de boete moet eerst worden nagegaan van welk basisbedrag uitgegaan dient te worden. 4) Bij illegale grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen (invoer, uitvoer of doorvoer over het nationale grondgebied) is de hoogte van de te betalen boete het bedrag dat wordt verkregen door het in artikel 1, lid 3, sub f of g, vastgestelde basisbedrag te vermenigvuldigen met de hoeveelheid van de afvalstoffen. Indien de hoeveelheid afvalstoffen niet precies kan worden vastgesteld, wordt bij de berekening uitgegaan van het in tonnen uitgedrukte gemiddelde van een reeks geschatte waarden. Uit te leggen bepalingen Artikel 2, punt 35, sub d, van de verordening luidt als volgt: 35),illegale overbrenging : een overbrenging van afvalstoffen: d) [die] feitelijk niet met de kennisgeving of de vervoersdocumenten overeenstemt. Artikel 17, lid 1, van de verordening luidt: Wijzigingen in het transport na de toestemming In het geval van wezenlijke wijzigingen in de bijzonderheden en/of voorwaarden betreffende een transport waarvoor al toestemming is verleend, zoals wijzigingen wat betreft de geplande hoeveelheid, de route, de trajecten, de datum van verzending of de vervoerder, stelt de kennisgever de betrokken bevoegde autoriteiten en de ontvanger daarvan onverwijld, en indien mogelijk voordat de overbrenging aanvangt, op de hoogte. De in het dictum geformuleerde vragen worden aan het Hof van Justitie van de Europese Unie voorgelegd omdat uit de bewoordingen van de verordening niet kan worden opgemaakt of in de situatie waarin een overbrenging van afvalstoffen vergezeld gaat van de benodigde toestemmingen, kennisgeving en vervoersdocumenten, maar het transport het land van doorvoer binnenkomt via een andere plaats dan die welke vermeld staat in de toestemming of kennisgeving, sprake is van een wijziging van de vervoerswijze en een niet met de kennisgeving overeenstemmende overbrenging van afvalstoffen, zodat het een illegale 6

TOTAL WASTE RECYCLING overbrenging in de zin van artikel 2, punt 35, sub d, van de verordening betreft, mede gelet op het feit dat de kennisgever volgens artikel 17, lid 1, van de verordening de autoriteiten onverwijld op de hoogte moet stellen van wezenlijke wijzigingen in de bijzonderheden betreffende een transport (waaronder ook de route en de trajecten). In het onderhavige geval stak het afvalstoffentransport de grens van het land van doorvoer over op een andere plaats dan die welke vermeld stond in de toestemming en het kennisgevingsdocument (namelijk bij Nagylak en niet bij Ártánd), maar heeft verzoekster de autoriteiten niet op de hoogte gesteld van die wijziging. Daarom gaat het volgens de autoriteiten om een illegale overbrenging van afvalstoffen, nu de overbrenging niet overeenstemt met de kennisgeving. Voorts wijzen de autoriteiten erop dat zij daardoor niet in de gelegenheid waren gesteld om de route van de afvalstoffen te volgen. Volgens de rechtbank moet worden nagegaan of er bij een afvalstoffentransport dat het land van doorvoer binnenkomt via een andere grensovergang dan die welke in de toestemming of kennisgeving wordt genoemd, sprake is van illegale overbrenging van afvalstoffen in de zin van artikel 2, punt 35, sub d, van de verordening. Indien als illegale overbrenging van afvalstoffen is aan te merken het afvalstoffentransport dat de grens van het als doorvoerland opgegeven land op een andere plaats oversteekt dan de in de toestemming en het kennisgevingsdocument vermelde plaats, dan moet tevens worden nagegaan of het redelijk is dat de daarvoor opgelegde afvalbeheerboete even hoog is als de boete die wordt opgelegd voor illegale grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen. [nationale procesrechtelijke aspecten] Boedapest, 22 oktober 2014 [ondertekeningen] 7