Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding voor koelkasten, vlakke inbouw 7082 168-01 KIU 3506



Vergelijkbare documenten
Gebruiksaanwijzing voor tafelmodel en stakoelkasten KTP14.../KT/K 1606

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskist GTL 109

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Bedrijfskoelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKv 311

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen CMes

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Bedrijfskoelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKv 711

Gebruiksaanwijzing. Pagina 10. Koelkist Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Bedrijfskoelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKDv

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskist GT Downloaded from

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen CMes

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen CMes

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen TGS 1012

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKv 503

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Diepvrieskast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GGv 1010

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskist Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GTL 1012

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Diepvrieskast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen

Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding voor integreerbare onderbouwdiepvrieskasten

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Diepvrieskast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GG 40_GG 52

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Bedrijfskoelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKDv

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKDv 4211

Gebruiksaanwijzing voor tafelmodel koelkasten

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskist Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GTL 711

Gebruiksaanwijzing. Diepvrieskist GT

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Koelkast met explosieveilige binnenkuip Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen

Inbouwhandleiding. voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina CN/CBNes

Montagehandleiding Koel- en vriesapparaten, tafelmodel, met decorlijsten

Koelkast 160L. Gebruiksaanwijzing Koelkast:

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Wijnbewaarkast WKEes 210

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Diepvrieskist

Inbouwhandleiding. voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina ECN

Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding voor onderbouw-koelkast met decorlijsten KU 3106

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Bedrijfskoelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKv 711

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen

voor koel- en vriesapparaten, montage met ingelaten vlaktes mit Dekorrahmen


Gebruiksaanwijzing. Pagina 14. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKv

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GKv 1012

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKv

Uw gebruiksaanwijzing. LIEBHERR K 3150

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskist Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GTL

Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding Koelkast met uittrekbare glazen plateaus

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FK_FKv

Montagehandleiding Koelkast, integreerbaar, Sleepdeur

UKS140-8RVA+ Onderbouw koelkast Gebruiksaanwijzing

Gebruiksaanwijzing voor inbouwkoelkasten. Downloaded from EK/IK/IKS..1/ C SuperCool max. C SuperCool max.

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKv

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKDv 4513

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FK_FKv

Downloaded from

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskast G 210

Gebruiksanwijzing en inbouwhandleidung Koelkast met uittrekbare glazen plateaus

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Wijnbewaarkast GWUes 1208

Gebruiksaanwijzing voor inbouwkoelkasten

Gebrauchsanleitung Seite 2 Gewerbe-Kühlschrank Operating instructions Page 6 Commercial refrigerator Gebruiksaanwijzing Pagina 10

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskast G 1008

Gebruiksaanwijzing. Diepvrieskast GS 301

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Koel-vriescombinatie ICTS

Gebruiksaanwijzing.

Gebruiksaanwijzing voor NoFrost-diepvrieskast met elektronische besturing GN

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Koel-vriescombinatie ICTS 611

ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Diepvrieskast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GGU

Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen. Aanwijzing m.b.t. afdanken. Toepassingen van het apparaat. Beschrijving van het apparaat

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Koel-vriescombinatie ICTS

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKDv 4503

Gebruiksaanwijzing Pagina 22. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen FKUv

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Wijnbewaarkast

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Wijnklimaatkast WT 711

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Diepvrieskist GT 1012

Gebrauchsanweisung für Tisch- und Standkühlschränke. Operating instructions for table-height and upright refrigerators

Inbouwhandleiding Pagina 26. Wijnklimaatkast EWTgb/gw 1683 / 2383 / 3583

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Bedrijfskoelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GKPv / BKPv 511

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Wijnbewaarkast WK 611

Downloaded from Montagehandleiding. Koel-vriescombinatie, integreerbaar, Sleepdeur IC..S...

Inbouwhandleiding Pagina 22. Wijnklimaatkast EWTdf 1653 / 2353 / 3553

ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT VERVANGEN VAN HET LAMPJE OF DE LED

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Koelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen BKv

Inbouwhandleiding. voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina ECBN 62

Uw gebruiksaanwijzing. LIEBHERR CUPESF 2721

Gebrauchsanweisung. Operating instructions. Gebruiksaanwijzing. Mode d'emploi. Istruzione d'uso. Instrucciones de manejo. Manual de utilização

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Bedrijfskoelkast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GKv

Gebrauchsanleitung Weinklimaschrank Seite Operating Instructions Wine storage refrigerator Page 14-25

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Bedrijfskoelkast GKPv / BKPv 110

Gebruiks- en montagehandleiding

Montagehandleiding. Side-by-Side-combinatie SBS

ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT VERVANGEN VAN HET LAMPJE OF DE LED

Gebruiksaanwijzing Pagina 10. Diepvrieskast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen G

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Wijnbewaarkast WKEes 1112

BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Diepvrieskast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GGU 1112

Gebruiksaanwijzing voor koelkasten, integreerbaar KIV SN/EN 506

Inbouwhandleiding Pagina 22. Wijnklimaatkast EWTdf 1653 / 2353 / 3553

C40. Compressor Cooler Instruction Manual 4. Kompressor-Kühlbox Bedienungsanleitung 11. Glacière à compression Notice d emploi 18

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Gebruiksaanwijzing voor inbouwkoelkasten

Gebrauchsanleitung Seite 2 Gewerbe-Kühlschrank Operating instructions Page 6 Commercial refrigerator Gebruiksaanwijzing Pagina 10

THERMO-ELEKTRISCHE WIJNKLIMAATKAST & KOELKAST. Model: DX-68 COMBO (Mini Bar) Gebruiksaanwijzing

Gebruiksaanwijzing Pagina 18. Koel-vriescombinatie ICTS

Gebruiksaanwijzing Pagina 14. Diepvrieskast Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen GG 40_GG 52

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding voor koelkasten, vlakke inbouw 7082 168-01 KIU 3506

Het apparaat in vogelvlucht Stand van temperatuurregelaar 1 In/Uitschakeling en temperatuurregelaar 0 = apparaat uitgeschakeld 1 = warm 7 = koud Wij adviseren de middelste stand. Indelingsvoorbeeld voor levensmiddelen 1 Boter, smeerbare kaas 2 Eieren 3 Flessen en conservenblikken 4 In het vriesvak*: diepvriesproducten, ijs, ijsblokjes 5 Conservenblikken 6 Zuivelproducten, bakproducten 7 Koudste zone: vlees, vis, worst, kant-en-klare gerechten 8 Groente, sla, fruit Overzicht van apparaat en uitrusting 4 2 1 Vriesvak* voor diepvriesproducten Boter- en kaasvak 5 5 Eierrekje* Binnenverlichting, In/Uitschakeling en temperatuurregelaar 7 6 8 8 3 Verplaatsbare* draagplateaus Dooiwaterafvoer Typeplaatje Opbergvak voor hoge flessen en drank Fruit-/groenteladen 26 * afhankelijk van model en uitvoering

Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de modernste koeltechniek die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een optimale bedrijfszekerheid garandeert. De uitvoering van uw apparaat laat u dagelijks van het hoogste bedieningsgemak profiteren. Met dit apparaat, gefabriceerd d.m.v. milieuvriendelijke procédés met gebruikmaking van recyclebare materialen, leveren u en wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu. Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, leest u a.u.b. de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem indien nodig aan de volgende eigenaar door. Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk. Inhoud Gebruiksaanwijzing Pag. Het apparaat in vogelvlucht... 26 Algemene bepalingen... 27 Tips voor energiebesparing... 27 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen... 28 - Aansluiten... 28 Ingebruikneming... 29 - Apparaat in- en uitschakelen, temperatuur instellen... 29 Koelen... 29 Interieur... 29 - Indeling aanpassen... 29 - Binnenverlichting... 29 Vriesvak... 30 - Invriezen van verse levensmiddelen... 30 - Aanwijzingen voor het bewaren... 30 - IJsblokjes maken... 30 Ontdooien, reinigen... 30 Storingen - Problemen?... 31 - Technische dienst en typeplaatje... 31 Inbouwhandleiding - Draairichting deur veranderen... 31-33 Draairichting vriesvakdeur veranderen... 31-33 - Decorplaat monteren... 32-33 Opvulstroken voor vervangingsapparaten... 32-33 - Inbouwinstructies en maten... 32-33 - Bevestiging in de keukenkast... 32-33 Algemene bepalingen - Het apparaat is voor het koelen en vriezen* van levensmiddelen bestemd. Het is voor huishoudelijk gebruik ontworpen. - Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder en een maximale omgevingstemperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het type-plaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt: Klimaat- ontworpen voor klasse omgevingstemperaturen van SN +10 C tot +32 C N +16 C tot +32 C ST +18 C tot +38 C T +18 C tot +43 C - Het koelmiddelcircuit is op lekkages gecontroleerd. - Het apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen evenals de EG-richtlijnen 73/23/EEG en 89/336/EEG. Tips voor energiebesparing W Let op vrije be- en ontluchtingsopeningen. W Bescherm het apparaat tegen de zon, daar door hoge omgevingstemperaturen het energieverbruik onnodig oploopt. W Open de deur van het apparaat bij voorkeur slechts kort. W Zet de levensmiddelen soort bij soort (zie het indelingsvoorbeeld). Hierdoor gebruikt u de verschillende temperatuurzones die door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan optimaal. De aangegeven houdbaarheid niet overschrijden. W Alle levensmiddelen goed verpakt of afgedekt bewaren; rijpvorming wordt zo voorkomen. W Warme gerechten eerst tot kamertemperatuur laten afkoelen voordat ze in het apparaat worden gezet. W Laat ingevroren levensmiddelen in de koelruimte ontdooien. De vrijkomende koude wordt voor het koelen gebruikt. W Ontdooi het vriesvak* bij een dikkere laag rijp. Hierdoor wordt de koudeovergang verbeterd en blijft het energieverbruik laag. * afhankelijk van model en uitvoering 27

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Aanwijzing m.b.t. afdanken De verpakking is van recyclebare materialen gefabriceerd. - Golfkarton/karton - Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen - Folies van polyetheen - Spanbanden van polypropeen Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen - verstikkingsgevaar door folies! Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt. Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden afgevoerd. Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten. Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd. Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten. Technische veiligheid W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen, het apparaat alleen verpakt transporteren en met twee personen neerzetten. W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. W Het koelmiddelcircuit niet beschadigen. Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden. W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontstekingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren. W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aansluiten - bij de leverancier reclameren. W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en aansluiten. W In geval van een storing het apparaat van het net loskoppelen: stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan de aansluitkabel trekken) of zekering laten aanspringen resp. eruit draaien. W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer. Veiligheid bij gebruik W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen zouden door elektrische componenten kunnen ontbranden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool. W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed afgesloten en staande bewaren. W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ontstekingsbronnen gebruiken. W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken (bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsapparatuur, ijsmakers enz.). W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen. Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen. W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het eruit nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door de lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbranding". W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken. Inbouw- en ventilatie-aanwijzing W Vermijd de inbouw direct in het zonlicht, naast een fornuis, radiator en dergelijke. De ventilatieopeningen mogen niet afgedekt worden. Altijd op een goede be- en ontluchting letten! W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas-luchtmengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. W Het koel-/vriesapparaat enkel in stabiele meubelstukken inbouwen. W Neem de aanwijzingen uit de appendix van de inbouwhandleiding in acht. Aansluiten Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linker binnenkant, naast de groenteladen. W Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaardestopcontact aansluiten. W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn. W Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel - gevaar voor oververhitting. W Bij het loshalen van het netsnoer van de achterzijde van het apparaat de kabelhouder verwijderen, om rammelen te voorkomen! 28 * afhankelijk van model en uitvoering

Ingebruikneming Het verdient aanbeveling, het apparaat voor ingebruikneming te reinigen, meer hierover in de paragraaf "Reinigen". Schakel het apparaat met het vriesvak ongeveer 2 uur voordat u de eerste levensmiddelen erin plaatst in. Apparaat in- en uitschakelen, temperatuur instellen W Draai de temperatuurregelaar 1 rechtsom van "0" op "4". - De binnenverlichting brandt, de koeling begint, het apparaat is ingeschakeld. W In de stand "0" is het apparaat uitgeschakeld; de binnenverlichting is uit. W De standen van de pijl betekenen: Stand "1" = kleinste koelcapaciteit, hoogste temperatuur Stand "7" = grootste koelcapaciteit, laagste temperatuur W Wij adviseren de middelste stand. Bij apparaten met een vriesvak geldt: W Worden diepvriesproducten bewaard en moeten de lage vaktemperaturen gewaarborgd zijn, dan verdient een instelling tussen "4" en "7" de aanbeveling. Houd er a.u.b. rekening mee dat de temperaturen in de koelruimte beïnvloed worden door het aantal malen dat de apparaatdeur geopend wordt, de inhoud van het apparaat en de temperatuur van de plaats waar het apparaat staat. Afhankelijk van de gewenste temperatuur moet de regelaar worden bijgesteld. Koelen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan verschillende temperatuurzones, die voor het bewaren van de verschillende levensmiddelen gunstig zijn. - Direct boven de groenteladen en tegen de achterwand is het het koudste - gunstig voor bijv. worst- en vleeswaren. - In het bovenste voorste bereik en in de deur is het het warmste - gunstig voor bijv. smeerbare boter en kaas. Bewaar daarom de levensmiddelen volgens het "indelingsvoorbeeld", afb. A. Tips voor het koelen W Plaats levensmiddelen zodanig dat de lucht goed kan circuleren, dus niet te dicht bij elkaar. W Bewaar ze altijd in gesloten verpakkingen; bewaar producten met een hoog percentage alcohol alleen goed afgesloten en staande. W Als verpakkingsmateriaal zijn recyclebare kunststof, metalen, aluminium, glazen verpakkingen en vershoudfolie geschikt. W Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. tomaten niet met kiwi's of kool bewaren. Interieur Indeling* aanpassen W Het conservenblikkenvak* kunt u verplaatsen en alle opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar, afb. C1/2: schuif het opbergvak omhoog en neem het er naar voren uit. W Door het verschuiven van de flessen- en conservenhouder kunt u flessen beveiligen tegen omvallen bij het openen en sluiten van de deur. Bij een uitvoering als in afb. C1 neem de houder altijd bij het fixeerdeeltje van kunststof. - Voor het reinigen kan de houder worden weggenomen: Bij een uitvoering - als in afb. C1: de onderste rand van de houder naar voren trekken en losmaken; - als in afb. C2: de voorste rand van de houder omhoog schuiven en losmaken. W De draagplateaus* (roosters of glasplaten) kunt u afhankelijk van de hoogte van de producten verplaatsen. Draagplateaus er volgens afb. D1-3 uitnemen. - Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de achterwand vast kunnen vriezen. - De glasplaten* zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken. W Hebt u ruimte voor grote flessen nodig, dan kunt u - een half* plateau eruithalen. C2 D1 Binnenverlichting Wanneer de binnenverlichting niet brandt, kan de gloeilamp defect zijn. Type gloeilamp: max. 15 W, de stroomsoort en spanning moeten met de gegevens op het typeplaatje overeenstemmen, fitting: E 14. Vervangen van de gloeilamp: Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. - De gloeilamp bereikt u via de achterkant van de afdekkap. Draai het lampje eruit en vervang het door een nieuw exemplaar. C1 D2 D3 3 2 1 * afhankelijk van model en uitvoering 29

Vriesvak* Vriesvak* (* indien aanwezig, afhankelijk van model, afb. A) In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur van -18 C en lager (vanaf de middelste temperatuurinstelling) diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen verscheidene maanden bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse levensmiddelen invriezen. Opmerking: De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur, kan schommelen. Dit heeft echter bij een gevuld vak weinig invloed op de ingevroren levensmiddelen. De kerntemperatuur van de ingevroren levensmiddelen bedraagt hierbij dan het gemiddelde van deze schommelingen. Invriezen van verse levensmiddelen Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door ingevroren worden. Voedingswaarde, vitamines, uiterlijk en smaak van de levensmiddelen blijven dan het beste bewaard. Daarom doet u er goed aan bij het invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen als volgt te werk te gaan: W Ca. 4 uur voor het erin leggen - de temperatuurregelaar op de middelste tot koudste stand instellen (ca. 6). Reeds opgeslagen diepvriesproducten krijgen een koudereserve. W Vervolgens de verse levensmiddelen erin leggen. Er kan max. 2 kg/24 uur worden ingevroren. De verse levensmiddelen zo goed mogelijk verdeeld op de bodem van het vak leggen en niet met reeds opgeslagen diepvriesproducten in contact brengen; ontdooien wordt hierdoor vermeden. W Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe in te vriezen levensmiddelen bevroren. Zet de temperatuurregelaar in de normale stand terug. Het normale koelproces wordt weer hersteld. Aanwijzingen voor het bewaren W Diepvriesproducten (reeds ingevroren producten) kunnen onmiddellijk in het koude vak worden gelegd. W Eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur niet opnieuw invriezen, maar tot een gerecht verwerken. W Als richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende levensmiddelen in het vriesvak geldt: Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden Wild, konijn, kalfsvlees 4 tot 8 maanden Worst, ham 2 tot 4 maanden Kant-en-klare gerechten 2 tot 4 maanden Groente en fruit 6 tot 12 maanden Kaas, brood, bakproducten 2 tot 6 maanden Van gistdeeg gebakken gebak 1 tot 5 maanden Consumptie-ijs 2 tot 3 maanden Of de bovenste of de onderste waarde geldig is, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen, de voorbewerking voor het invriezen en de kwaliteitseisen van de individuele huishouding. Voor wat vettere levensmiddelen gelden steeds de onderste waarden; vetten worden snel ranzig. IJsblokjes maken W IJsblokjeshouder met water vullen. W IJsblokjeshouder in het apparaat zetten en laten bevriezen. W De ijsblokjes komen los uit de houder door deze te buigen, of wanneer de ijsblokjeshouder korte tijd onder stromend water wordt gehouden. Ontdooien, reinigen De koelruimte Koelkasten ontdooien automatisch. Het dooiwater wordt in de verdampingsbak verzameld en automatisch verdampt. Let u erop dat het dooiwater vrij door de afvoeropening in de bodem van de kast kan weglopen. Afvoeropening eventueel doorprikken Het vriesvak* moet regelmatig met de hand worden ontdooid. Dikkere lagen ijs en rijp verhogen het energieverbruik! W Een dunne laag rijp kan vaak met een kunststof schraper worden weggeschraapt. W Een dikkere laag rijp of ijs moet ontdooid worden, bij voorkeur bij een leeg apparaat. Anders de ingevroren levensmiddelen in krantenpapier wikkelen en op een koele plaats bewaren, totdat het ijs ontdooid is. W Zet de temperatuurregelaar op de stand "0" of trek de stekker uit het stopcontact. W Laat de deur open staan, zet evt. een bak met warm, niet kokend water in het vak. Voor het ontdooien en verwijderen van ijs geen elektrische verwarmings- of stoomreinigingsapparatuur, ontdooisprays, open vlammen of metalen voorwerpen gebruiken. Gevaar voor verwonding en beschadiging! W Neem het dooiwater met een spons of een doek op, maak het vak vervolgens schoon en wrijf het droog. Reinigen W Voor het reinigen altijd het apparaat uitschakelen. Stekker uit het stopcontact trekken of de voorgeschakelde zekeringen eruit schroeven resp. laten aanspringen. W Binnenruimte en delen van het interieur met lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel met de hand reinigen. Niet met stoomreinigingsapparatuur werken - gevaar voor verwonding en beschadiging! W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een phneutrale allesreiniger. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten. W Bij apparaten in rvs-uitvoering* een normaal rvs-schoonmaakmiddel gebruiken. - Behandel het apparaat na de reiniging met een rvs-onderhoudsmiddel (gelijkmatig in de slijprichting) om het de beste bescherming te geven. Donkere plaatsen op de rvs-oppervlakte en een intensievere kleur kort na de reinigingsbeurt zijn normaal. - Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcentreerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakproducten of chemische oplosmiddelen die zand, chloride of zuur bevatten: die beschadigen de oppervlakte en kunnen corrosie veroorzaken. - Het typeplaatje op de binnenkant van het apparaat niet beschadigen of verwijderen - het is belangrijk voor de technische dienst. W De boterdoos* kunt u in de vaatwasmachine plaatsen. De plateaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met de hand reinigen: ze zijn niet vaatwasmachinebestendig. W Als u het bovenste deurvak (boter- en kaasvak) wilt verwijderen, dan het vak altijd samen met het deksel* verwijderen! Daarna een zijstuk van het vak voorzichtig naar buiten duwen totdat de dekselpen vrij komt en het deksel zijwaarts weggehaald kan worden; daarbij op eventuele lagerbussen* letten. 30 * afhankelijk van model en uitvoering

Ontdooien, reinigen W Trek de beschermfolie van de sierlijsten. W Reinig de afvoeropening in de achterwand boven de rechter groentelade regelmatig. Gebruik indien nodig een spits hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje. W Let erop dat er geen schoonmaakwater in de afvoergoot, ventilatieroosters en elektrische onderdelen dringt. W Sluit het apparaat nadat het ontdooien en reinigen voltooid is weer aan en schakel het in. W Moet het apparaat langere tijd uitgeschakeld blijven, maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact of zet de temperatuurregelaar op "0". Reinig het zoals beschreven en laat de deur van het apparaat openstaan, om geurvorming te voorkomen. Storingen - Problemen? Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat bedrijfszekerheid en een lange levensduur gegarandeerd zijn. Doet zich desondanks een storing voor controleer dan of deze tot een bedieningsfout te herleiden is. In dat geval moet u namelijk ook gedurende de garantieperiode de kosten die ontstaan vergoeden. De volgende storingen kunt u door controle van de mogelijke oorzaken zelf verhelpen: Apparaat werkt niet: - Is het apparaat correct ingeschakeld? - Zit de stekker goed in het stopcontact? - Is de zekering voor het stopcontact in orde? Binnenverlichting brandt niet: - Is het apparaat ingeschakeld? - De gloeilamp is defect. Volgens paragraaf "Binnenverlichting" de lamp vervangen. Geluiden zijn te hard: - Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet de flessen en verpakkingen van elkaar af. - Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) veroorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit stroomt. Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt. Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder als het aggregaat wordt ingeschakeld. De temperatuur is niet voldoende laag: - Sluit de apparaatdeur goed? - Is er voldoende be- en ontluchting? Ventilatierooster eventueel vrijmaken. - Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Algemene bepalingen") - Werd het apparaat te vaak of te lang geopend? - Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf weer wordt bereikt. Storingen - Problemen? Technische dienst en typeplaatje Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken vaststellen en de storing niet zelf verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde technische dienst (zie bijgevoegd overzicht) en geef de volgende gegevens op het typeplaatje door: de typeaanduiding 1, het servicenummer 2, het apparaatnummer 3. Hierdoor wordt een snelle en efficiënte service mogelijk. Het typeplaatje vindt u op de linker binnenkant van het apparaat. Inbouwhandleiding Inbouwen in het keukenblok Elektrische aansluiting controleren Uw kast moet worden aangesloten op een randgeaarde wandkontaktdoos (wisselspanning). Overtuigt u zich ervan, dat de netspanning overeenstemt met de gegevens op het plaatje met type-aanduiding enz., aan de binnenzijde van de kast, links naast de groentelade. Inbouw De kast is geschiktvoorgeintegreerde onderbouw. Kast niet naast kachel, C.V. of andere warmtebron inbouwen. - De be- en ontluchting vindt via de plint van het apparaaplaats. Let op: - In het ombouwmeubel mogen zich geen openingen bevinden. Sluit de nis met een meubelachterwand af of laat zijwand en werkblad op de keukenmuur aansluiten (slechts een kleine opening voor kabel- en stekkerdoorvoer aanbrengen). Lekstroming wordt hierdoor voorkomen; belangrijk voor de vereiste koeling van het aggregaat en een onberispelijke werking van het apparaat! Al naar geland de klimaatklasse van uw apparaat mogen bepaalde ruimtetemperaturen niet overschreden worden ofbeneden een bepaalde waarde blijven. De klimaatklasse die van toepassing is op uw apparaat, kunt u van het typeplaatje aflezen. Klimaatklasse SN S ST T Ruimtetemperatuur +10 C tot +32 C +16 C tot +32 C +18 C tot +38 C +18 C tot +43 C Inbouwmaat controleren. - Inbouwhoogte, sokkelhoogte en -diepte zijn variabel. Inbouwhoogte bij 8 mm bij 870 mm Sokkelhoogte/Ventilatiespleet: 100 tot 170 mm (bij apparaten met klimaatklasse ST + T ten minste 1 mm) variable door hoogte van meubelfrontplaat 150 tot 2 mm variable door stelpoten en hoogte van meubel-frontplaat De sokkeldiepte is van 22 tot 77 mm instelbaar. * afhankelijk van model en uitvoering 31

Inbouwinstructies en maten Draairichting deur veranderen Afb. A/A1: Indien nodig kunt u de draairichting veranderen, zie anders de rest van deze handleiding, vanaf inbouwaanwijzingen en afb. B. W Afb. A1: Wip het afdekdeel 1 er met de hand en 2 met behulp van een normale schroevendraaier naar voren af. W Detailafb. A2: Draai de bevestigingsschroeven 3 in de behuizing boven en onder alleen los. - Schuif de deur naar buiten en til hem eruit. W Zet de bevestigingsschroeven 3 naar de andere kant over, draai ze handvast. - Stopjes 5 met het lemmet van een mes eruit wippen en de vrijgekomen bevestigingsgaten ermee afsluiten. W Afb. A2: Draai de schroeven voor de bevestiging van de deur 4 eruit en verzet de scharnieren diagonaal. Let op, scharnieren niet dichtklappen - Gevaar voor verwonding! W Sluit met de stopjes 6 de vrijgekomen bevestigingsgaten af. W Hang de deur in de voorgemonteerde schroeven 3 en draai de schroeven vast. W Zet de afdekdelen 1 en 2 elk aan de andere kant er weer op. Vriesvak (afb. A3) Dopjes 7 met behulp van een dun mesje verwijderen. Slotplaat 8 losschroeven. Schroeven 9 in de scharnieren losdraaien; deurtje 180 draaien en aan de linkerzijde weer monteren. Dopjes bl met een mesje verwijderen en links weer monteren. Slotplaat op de vrijgekomen plaats rechts weer monteren. Met dopjes 7 de vrijgekomen gaten rechts weer dichtmaken. Bevestiging en montage W Afb. B: Het apparaat via de stelpoten horizontaal en verticaal richten. Hiervoor een steeksleutel met breedte 30 of een schroevendraaier maat 2 gebruiken. - Bij 8 mm inbouwhoogte: alleen indien nodig uitrichten via stelpoten. - Bij 870 mm inbouwhoogte: de stelpoten ca. 50 mm naar buiten draaien. W Leg het netsnoer zodanig dat de stroom na het inbouwen eenvoudig kan worden aangesloten. W Plaats het apparaat vóór het inbouwen op de glijrails bo en schuif het in de nis. De in- en uitbouw wordt hierdoor vergemakkelijkt. W Afb. B1/2: Schuif het apparaat in de nis, totdat de voorkanten van de scharnieren in één lijn met de zijwand van het keukenkastje staan. Houd bij keukenkastjes met deuraanslagdelen (noppen, afdichtlippen enz.) rekening met de opbouwmaat! Laat de scharnieren met de opbouwmaat naar voren staan. Schuif het apparaat aan de scharnierkant tegen de wand van het keukenkastje aan. W Afb. B3: Apparaat boven met schroeven bp aan het aanrechtblad vastschroeven. W Alle bevestigingselementen zijn bij het apparaat gevoegd. Diepte van de plint instellen W Afb. D: Schroeven bq door ca. 10 x te draaien tegen de klok in losdraaien. W Afb. E: Het ventilatierooster br aan beide kanten vastpakken, naar voren trekken en uitrichten conform de meubels die er naast staan, resp. bij doorlopende plint het ventilatierooster laten aansluiten op de plintbekleding. - Doorlopende plinten voor de ventilatie conform afbeelding E uitsnijden en monteren: a) Plinthoogte 60 +1 mm bij 8 mm inbouwhoogte b) Plinthoogte 110 +1 mm bij 870 mm inbouwhoogte Nooit ventilatiegaten afdekken! W Via schroeven bq plint van het apparaat vastmaken; schroeven met de wijzers van klok mee draaien totdat u een bepaalde weerstand voelt, afb. D. Keukendeur monteren W Abb. F1: Controleer de voorinstelling van 8 mm (afstand tussen de deur van het apparaat en de onderkant van de strip bs). W Afb. F: Schuif de montagehulpmiddelen bt tot aan de hoogte van de keukendeur omhoog. Onderste aanslagkant van het montagehulpmiddel = bovenkant van de te monteren keukendeur. W Hang de strip bs op de keukendeur: - Schroef hiervoor de borgmoeren bu eraf. - Afb. G: Hang de strip met de montagehulpmiddelen op de binnenkant van de keukendeur en centreer hem. (Op de meubeldeur een korte middellijn aftekenen. Pijlpunt van de verbindingsstrip gelijk zetten met de middellijn. De afstanden tot de buitenrand moeten links en rechts gelijk zijn.) W Schroef strip bs gecentreerd vast: - Afb. G: bij deuren van spaanplaat met minimaal 6 schroeven, - bij deuren met panelen met 4 schroeven aan de rand. - Trek de montagehulpmiddelen bt naar boven eruit en schuif ze gedraaid in de ernaast gelegen opnameopeningen. W Afb. H: Hang de keukendeur op de deur van het apparaat/ de stelschroeven cl. Draai de borgmoeren bu losjes op de stelschroeven. Sluit de deur. W Afb. H: Breng de keukendeur in de horizontale en verticale richting in één lijn met de voorkanten van de aangrenzende keukenkastjes: zijdelingse verstelling X door verschuiven, hoogteverstelling Y en zijdelingse hoek m.b.v. de stelschroeven cl - met een normale schroevendraaier. W Afb. J1: Controleer de afstand van de deur t.o.v. de aangrenzende keukendeuren. - Borgmoeren bu met een ringsleutel cm licht vastdraaien. W Afb. J: De kleppen van de voorgemonteerde bevestigingshoek cn naar beneden zetten. - Schroef de deur van het apparaat door de bevestigingshoeken cn aan het keukendeurtje vast: - Boor vervolgens de bevestigingsgaten voor (evt. met een kraspen markeren) en schroef de deur vast. W Lijn de keukendeur in de diepte Z uit: - Afb. H1: boven: Draai de kruiskopschroeven cp los. - Afb. J: onder: De schroeven ct van de voorgemonteerde bevestigingshoek loshalen en de deur verschuiven. - Afb. J1: Stel tussen de keukendeur en de ombouwkast een luchtspleet van ca. 2 mm in. Houd de noppen en afdichtlippen vrij - belangrijk voor een correcte werking! W Controleer de uitlijning van de deur, corrigeer indien nodig. Draai alle schroeven vast. - Afb. J2: Draai de borgmoeren bu met de ringsleutel cm vast, houd hierbij de stelschroeven cl met een normale schroevendraaier tegen. W Afb. K: Zet de bovenste afdekking cq erop en druk hem vast. De kleppen van de bevestigingshoek weer naar boven klappen De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden. 32 * afhankelijk van model en uitvoering

4 15 1 2 3 A2 D 19 E SW 30 16 600 a) 60 +1 b) 110 +1 17 6 A1 3 2 6 5 7 8 9 10 19 17 18 17 18 A3 180 570 25 19 24 H1 100 600 597 550 0 8-870 168 818-868 21 13 818 100*-170 868 150-2 von 22-77 *ST, T: min.1 19 8-870 168-218 min.40 716-646 8 100-170 * 870 150-2 50 SW30 14 14 23 28 22 * afhankelijk van model en uitvoering 33