Windpark Nieuwe Waterweg



Vergelijkbare documenten
Dijkversterking Hellevoetsluis

27 juli 2010 / rapportnummer

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid)

Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam

Windpark Wieringermeer

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Havenkwartier Zeewolde

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Hendriks te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde

Anna's Hoeve RWZI, gemeente Hilversum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Zeewolde. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 30 mei 2017 / projectnummer: 3089

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Holland Casino Utrecht

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid)

Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport

Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht

Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo

Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windpark Delfzijl Zuid

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde

Bedrijventerrein Larserknoop te Lelystad

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Varkensbedrijf Broekkantsestraat 7-9, Beek en Donk

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Windpark Wieringermeer

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

Vleeskuikenhouderij Haambergweg 11 te Beringe, gemeente Peel en Maas

Herinrichting Neherkade Den Haag

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

CCS Maasvlakte (ROAD-project)

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Structuurvisie Noord-Holland

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Motorcrossterrein Arnhem

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze

Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek

City Theater, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windpark Spinder Tilburg

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal

Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal

Stadion Heracles, Almelo

Omgevingsvisie provincie Groningen

Structuurvisie Windenergie gemeente Emmen

Windpark Oostpolder Eemshaven

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland

Windmolenlocatie Oude Maas, gemeente Binnenmaas

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin

Uitbreiding agrarisch bedrijf Winschoterweg Groningen

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Waterkeringen Perkpolder

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

Windturbines Amsterdam-Noord

Uitbreiding kuikenmesterij Haan VOF in Nieuw Weerdinge, gemeente Emmen

Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Windmolenplan Lage Weide

Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Dynamisch Beekdal de Aa Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Uitbreiding golfbaan De Scherpenbergh te Lieren

Bestemmingsplan buitengebied, gemeente Harlingen

Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen

Natuurontwikkeling Dannemeer, Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windturbines A15 Nijmegen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Windpark Krammer, Zeeland

Pluimveehouderij Annahof BV te Rouveen, gemeente Staphorst

Grote Markt Oostzijde, Groningen

Stedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad

Pilot Stabilisatie Cavernes Twente

Windturbines A15 Nijmegen

Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde

Bestemmingsplannen Dordtse Kil IV en A16-N3

Golfbaan Cromvoirt. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 24 maart 2010 I rapportnummer

Windturbinepark Spui, gemeente Korendijk

Transcriptie:

Windpark Nieuwe Waterweg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 april 2014 / rapportnummer 2649 60

1. Oordeel over het MER De Wolff-Nederland-Windenergie (WNW), Wind&co en FMT BV willen een windpark met maximaal tien turbines aan de noordoever van de Nieuwe Waterweg nabij de Maeslantkering in Hoek van Holland realiseren. Voor de besluitvorming over de omgevingsvergunning (Wabo) is een milieueffectrapport (MER) opgesteld. De gemeente Rotterdam is bevoegd gezag. Het voornemen is goed beschreven en achtergronden zijn helder onderbouwd. De locatiekeuze is goed gemotiveerd vanuit zowel provinciaal en regionaal beleid. Uit het MER komt naar voren dat de alternatieven met name verschillen in de energieopbrengst en de effecten op de leefomgeving door geluid en slagschaduw. Een deel van de informatie uit de bijlagen is niet opgenomen in de hoofdtekst. Zo blijkt uit het MER dat bij alternatief 2 aanzienlijk meer woningen binnen de lagere geluidcontouren liggen (onder de wettelijke norm, 37 47 db) dan bij alternatief 1. 1 Gecumuleerd (met andere geluidbronnen) is er nauwelijks onderscheid in de toename van de geluidbelasting bij woningen tussen de beide alternatieven (maximaal ca 3 db). De effectenvergelijking per gegenereerde kwh laat overigens zien dat alternatief 2 aanzienlijk beter scoort dan alternatief 1 dankzij een veel hogere energieproductie. Twee onderdelen waren in het MER nog onduidelijk: de effecten van de alternatieven op beschermde trekvogels. Het is onduidelijk of deze effecten om extra maatregelen vragen om meer slachtoffers onder trekvogels te voorkomen. de binnenwaarden van laagfrequent geluid waardoor het niet mogelijk is te beoordelen of er sprake van hinder is en of de alternatieven hierop onderscheidend zijn. Het bevoegd gezag heeft hierover op 25 maart 2014 een nadere toelichting met aanvullende informatie gestuurd. 2 De Commissie 3 is van oordeel dat in het MER en de nadere toelichting de essentiële informatie voor besluitvorming in het MER aanwezig is. In hoofdstuk 2 gaat de Commissie hier nader op in. De toelichting met antwoorden op de vragen van de Commissie over zowel de trekvogels als de berekeningen voor laagfrequent geluid hebben niet ter inzage gelegen. De Commissie adviseert deze alsnog bij het besluit over de omgevingsvergunning te betrekken en bij de ter inzage legging van dit besluit te presenteren. 1 943 t.o.v. 75 woningen voor maatregelen en 203 respectievelijk 61 woningen na alle voorzieningen 2 Memo ter aanvulling MER windpark Nieuwe Waterweg (trekvogels en keine mantelmeeuw). Arcadis, 19 maart 2014. & Aanvullend memo akoestisch onderzoek MER windpark Nieuwe Waterweg, Pondera Con-sult, 24 maart 2014. 3 Voor de samenstelling van de werkgroep van de Commissie m.e.r., haar werkwijze en verdere projectgegevens, zie bijlage 1 bij dit advies. Projectgegevens en bijbehorende stukken, voor zover digitaal beschikbaar, zijn ook te vinden via commissiemer.nl onder Advisering of door in het zoekvak het projectnummer in te geven. -1-

2. Toelichting op het oordeel 2.1 Beschermde trekvogels MER In het MER is het te verwachten aantal aanvaringsslachtoffers onder vogels ten gevolge van seizoenstrek niet beschreven. Dit klemt omdat het gemiddeld aantal te verwachten aanvaringslachtoffers onder trekvogels 4 per turbine in deze regio mogelijk hoger is dan elders in Nederland. Langs de kust van Zuidwest Nederland (inclusief dit gebied) vindt in het najaar namelijk stuwtrek 5 plaats. Daarnaast zijn ook de gevolgen van het plan voor de foerageertrek (dagelijkse trek) van (Kleine Mantel)meeuwen in het Havengebied niet beschreven. Van deze soort broedt ca. 28% van de Nederlandse populatie in het studiegebied. Voor de alternatieven zullen de effecten op trekvogels en koloniebroedvogels in het Deltagebied niet onderscheidend zijn. Deze informatie is wel noodzakelijk om te bepalen of het windpark afbreuk kan doen aan de gunstige staat van instandhouding 6 van de verschillende soorten en/of te beoordelen of mitigerende maatregelen mogelijk/nodig zijn om het aantal aanvaringslachtoffers te beperken. Nadere toelichting De te verwachten aanvaringsslachtoffers van vogels tijdens de seizoenstrek, de trekvogels, en de kleine mantelmeeuw als broedvogels zijn wel in de nadere toelichting beschreven. Hieruit blijkt dat de aantallen aanvaringen van zowel de trekvogels als de kleine mantelmeeuw met windturbines zo laag zijn dat dit geen effect heeft op de populaties van de verschillende trekvogels en de broedkolonies van de kleine mantelmeeuw in het Rotterdamse havengebied. Het aantal potentiële slachtoffers ligt ruim onder de 1% van de totale natuurlijke sterfte. 2.2 Berekening laagfrequent geluid MER In het MER zijn onjuiste berekeningen gemaakt voor de verwachte hinder door laagfrequent geluid. De conclusies die in de eerste instantie in het MER staan kunnen daarom onjuist zijn. Naar aanleiding van vragen van de commissie hierover zijn door het bevoegd gezag gecorrigeerde berekeningen aangeleverd. In deze gecorrigeerde berekeningen zijn voor beide alternatieven de laagfrequente geluidniveaus bij de buitengevels van woningen berekend. De gecorrigeerde berekeningen geven geen inzicht in de uiteindelijke binnenwaarden laagfrequent geluid (de NSG- en DCMR curve gaan uit van geluidbelasting binnen in de woning). De berekeningen geven geen duidelijkheid over de vraag of de geluidwerende werking van de gevels voldoende zal zijn om hinder binnenshuis tegen te gaan. 4 Alle inheemse vogelsoorten op het grondgebied van de EU zijn beschermd ingevolge de Vogelrichtlijn, waarvan het soortenspoor in Nederland grotendeels geïmplementeerd is in de Flora- en faunawet. 5 Bij stuwtrek gaat het om zones met sterke trekverdichting langs de kust en enkele kilometer landinwaarts. In het najaar speelt dit vooral in de kuststreek van Zuid-Holland en Zeeland. Zie o.a. Vogeltrek in Nederland. 2002. LWVT/Sovon en de Windmolenrisicokaart. 6 Rekening houdend met het 1%-criterium van natuurlijke sterfte. -2-

Nadere toelichting De berekende binnenwaarden zijn in de nadere toelichting beschreven. Deze waarden zijn vervolgens getoetst aan alle bestaande toetswaarden: de NSG-referentiecurve (gebaseerd op waarneembaarheid van laagfrequent geluid), de DCMR LF toetscurve (gebaseerd op hinderlijkheid van laagfrequent geluid) en de Vercammen-curve (eveneens gebaseerd op hinderlijkheid). Uit de berekeningen in de toelichting blijkt dat de hindercurves bij geen van de woningen zal worden overschreden. Hinder in de woning door laagfrequent geluid als gevolg van de plaatsing van windturbines kan voor beide alternatieven daarmee met zekerheid worden uitgesloten. -3-

BIJLAGE 1: Projectgegevens toetsing MER Initiatiefnemer: De Wolff-Nederland-Windenergie (WNM), Wind&co en FMT BV Bevoegd gezag: De deelgemeente Hoek van Holland namens de gemeente Rotterdam. DCMR Milieudienst Rotterdam coördinerend namens de gemeente Rotterdam Besluit: vaststellen van de omgevingsvergunning (Wabo) Categorie Besluit m.e.r.: D22.2 Activiteit: De aanleg van een windpark van max. 10 turbines met elk een vermogen van circa 3 MW. Procedurele gegevens: aankondiging start procedure in huis-aan-huis bladen in de (deel) gemeenten Hoek van Holland, Maassluis en Westland van: 21 maart 2012 ter inzage legging van de informatie over het voornemen: 23 maart tot en met 3 mei 2012 adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r.: 20 maart 2012 advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht: 22 mei 2012 aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.: 29 januari 2014 toetsingsadvies uitgebracht: 2 april 2014 Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen bestaande uit enkele deskundigen, een voorzitter en een werkgroepsecretaris. Bij dit project bestaat de werkgroep uit: ir. B. Barten (werkgroepsecretaris) ir. P. van der Boom dhr. drs. ing. J. Bout (voorzitter) ing. C.P. Slijpen ing. R.L. Vogel drs. G. de Zoeten Werkwijze Commissie bij toetsing: Tijdens de toetsing gaat de Commissie na of het MER voldoende juiste informatie bevat om het milieubelang volwaardig mee te kunnen wegen in het besluit. De Commissie gaat bij het toetsen uit van de wettelijke eisen voor de inhoud van een MER, zoals aangegeven in artikel 7.7 dan wel 7.23 van de Wet milieubeheer, en van eventuele documenten over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. Indien informatie ontbreekt, onvolledig of onjuist is, beoordeelt de Commissie of zij dit een essentiële tekortkoming vindt. Daarvan is sprake als aanvullende informatie in de ogen van de Commissie kan leiden tot andere afwegingen. In die gevallen adviseert de Commissie de ontbrekende informatie alsnog beschikbaar te stellen, vóór het besluit wordt genomen. Opmerkingen over niet-essentiële tekortkomingen in het MER worden in het toetsingsadvies opgenomen voor zover ze kunnen worden verwerkt tot duidelijke aanbevelingen voor het bevoegde gezag. De Commissie richt zich in het advies dus

op hoofdzaken die van belang zijn voor de besluitvorming en gaat niet in op onjuistheden of onvolkomenheden van ondergeschikt belang. Zie voor meer informatie over de werkwijze van de Commissie www.commissiemer.nl op de pagina Commissie m.e.r. Betrokken documenten: De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advies: Milieueffectrapport Windpark Nieuwe Waterweg (inclusief bijlagen), Pondera Consult, 16 januari 2014 Rapport aanvullend onderzoek vleermuizen en buizerd, Windpark Nieuwe Waterweg, Arcadis, 4 februari 2014 Memo ter aanvulling MER windpark Nieuwe Waterweg (trekvogels en keine mantelmeeuw). Arcadis, 19 maart 2014. Aanvullend memo akoestisch onderzoek MER windpark Nieuwe Waterweg, Pondera Consult, 24 maart 2014. De Commissie heeft geen zienswijzen of adviezen via bevoegd gezag ontvangen.

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Windpark Nieuwe Waterweg ISBN: 978-90-421-3931-2