Eindexamen maatschappijleer vwo 2001-II



Vergelijkbare documenten
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni uur

Eindexamen maatschappijleer vwo 2001-II

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Correctievoorschrift VWO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 2

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 28 mei uur

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bronnenboekje.

Homohuwelijk haalt de eindstreep

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I

maatschappijwetenschappen (pilot)

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen maatschappijleer

maatschappijwetenschappen havo 2016-I

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 maandag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Opgave 3 De burger als rechter

Examen VWO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2006

Opdracht Geschiedenis Algemene beschouwing

Gewetensbezwaarde ambtenaren

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Proeftoets E2 havo

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen II

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo

maatschappijwetenschappen vwo 2016-I

maatschappijwetenschappen (pilot) Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

PTA MAVO Docenten: Felix van de Gein (sectievoorzitter) en Nol Voskens

maatschappijwetenschappen havo 2019-I

Scholing als splijtzwam in de politiek

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Correctievoorschrift VMBO-KB 2006

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Gekozen burgemeester in één klap invoeren

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2014-I

Examen VWO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 donderdag 12 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 12 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijleer

26 januari Onderzoek: Vluchtelingen en demonstraties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 donderdag 26 mei Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 woensdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort

Examen HAVO maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 woensdag mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Bij deze opgave horen de teksten 6 en 7 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje.

Bijlage VMBO-GL en TL

Politiek en politici in het nieuws in vijf landelijke dagbladen Samenvatting

Examen HAVO tijdvak 1 woensdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Verdieping: Positie van het slachtoffer

Belevingsonderzoek Arbeidsmigranten

maatschappijwetenschappen pilot havo 2017-I

Langdurige werkloosheid in Nederland

PvdA en D66 overstag voor harde asielwet

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Bijlage VMBO-GL en TL

Hoe beleven leerlingen de rechtsstaat? Workshop: rechtsstaat in de les; leerlingen activeren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Examen HAVO maatschappijwetenschappen. tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bronnenboekje.

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

maatschappijwetenschappen havo 2016-I

Examen VWO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

PTA maatschappijkunde KBL Bohemen cohort

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Instructie: Landenspel light

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Proeftoets E2 vwo4 2016

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Transcriptie:

Opgave 1 Multiculturele samenleving: witte en zwarte scholen tekst 1 Vlucht naar witte school afremmen Arnhem begint brede discussie Door onze verslaggeefster ARNHEM Er moet voorkomen worden dat ouders hun kinderen naar een basisschool buiten de wijk sturen, omdat ze vinden dat op de school in de buurt te veel migranten zitten. Dat vindt de gemeente Arnhem, die hierover een brede discussie begint. 1 Ze vindt dat de school een afspiegeling van de wijk hoort te zijn en dat is zeker niet overal zo. Op de St. Anna school in St. Marten bijvoorbeeld is 78 procent allochtoon en op de Jan Ligthart-school 63 procent, terwijl in deze wijk het aantal migranten rond de procent schommelt. Tweederde van de ouders in St. Marten stuurt de kinderen naar een school buiten de wijk. Tien jaar geleden was dat de helft van de ouders. De gemeente betreurt deze stijging. Uit onderzoek blijkt dat allochtone leerlingen beter presteren op 2 gemengde scholen dan allochtone leerlingen op zwarte scholen. Dat wil niet zeggen dat zwarte scholen per definitie slecht zijn, aldus de gemeente. Arnhem noemt het liever multi-etnische scholen. Uit onderzoek van de rijksinspectie is gebleken dat er goede, maar ook slechte multi-etnische scholen zijn. Ze vraagt zich af hoe het beeld doorbroken kan worden dat slimme kinderen dommer worden op een zwarte school. ( ). bron: De Gelderlander van 23 september 1999 Opgave 2 Maatschappelijke positie van minderheden tekst 2 Grootschalig onderzoek toont dat de driedeling in de maatschappij blijft bestaan Etnische minderheden zijn er de afgelopen jaren nauwelijks in geslaagd hun sociaal-economische positie te verbeteren. De driedeling in de maatschappij blijft, zo blijkt uit een grootschalig onderzoek. bron: NRC Handelsblad van 29 maart 1999 www. - 1 -

figuur 1 Percentage geregistreerde werklozen figuur 2 binnen de beroepsbevolking, in 1994 en 1998 0 '94 40 0 28 18 Turken '98 32 Marokkanen 19 Surinamers 21 13 Antillianen 6 4 autochtonen Percentage personen met als eerste opleiding HAVO of VWO, in 1994 en 1998 0 48 46 '94 42 40 '98 0 14 Turken 14 1 Marokkanen 23 2 Surinamers 29 Antillianen autochtonen figuur 3 Percentage personen dat opleiding zonder diploma verlaat, in 1994 en 1998 0 '94 40 '98 24 27 23 22 14 11 11 6 6 0 Turken Marokkanen Surinamers Antillianen autochtonen bron: NRC Handelsblad van 29 maart 1999 www. - 2 -

Opgave 3 Politieke besluitvorming over de gezondheidszorg tekst 3 Groningse bestuursvoorzitter wil voorrang voor vermogenden 1 2 Met zijn nieuwjaarstoespraak gooide drs. J. Hamel, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Academisch Ziekenhuis Groningen, een knuppel in het hoenderhok van de gezondheidszorg. Door ervoor te pleiten de strikte scheiding tussen collectieve en commerciële gezondheidszorg los te laten wist hij zich verzekerd van landelijke aandacht. Hamel verklaarde in zijn toespraak dat het aantal ouderen met een goed pensioen de komende tien tot vijftien jaar sterk zal toenemen. Ze zullen hun rechten opeisen en bijvoorbeeld niet accepteren dat ze bepaalde vormen van behandeling of verzorging niet thuis kunnen krijgen en opgenomen worden als dat niet echt nodig is. Of drie maanden moeten wachten op een heupoperatie, terwijl dat in principe morgen kan. Ze zullen aangeven er best voor te willen betalen, als het dan maar wel morgen gebeurt. ( ) De Groningse bestuursvoorzitter realiseert zich dat zoiets niet zonder discussies kan, maar zei die niet 3 40 4 0 theoretisch te willen gaan voeren. Het is noodzakelijk dat wij zelf concepten ontwikkelen aan de hand waarvan de buitenwereld kan toetsen of dit al dan niet acceptabel is. En de politiek kan daar een oordeel over vellen, sprak hij in zijn nieuwjaarsrede (van 1999). De politiek heeft daar echter niet op gewacht. Een felle reactie kwam van de partij waar ook Hamel lid van is: de PvdA. Onmaatschappelijk, onoorbaar, onacceptabel en immoreel, noemde Tweede-Kamerlid Oudkerk de plannen van zijn partijgenoot. Ook minister Borst, de Nederlandse Patiënten/Consumentenfederatie, Zorgverzekeraars Nederland en het Koninklijk Nederlands Medisch Genootschap hebben zich tegen de Groningse plannen uitgesproken. Een partij die wel iets in de plannen ziet is de VVD, die bij monde van Tweede- Kamerlid Van Blerck verklaarde dat een dergelijke ontwikkeling niet tegen te houden is. (...) bron: website van het Academisch Ziekenhuis Leiden van 8 september 1999 tekst 4 Persbericht Uit een persbericht van de Nederlandse Patiënten/Consumenten Federatie (NP/CF) van 11 januari 1999: Deze keer gaat het over voorrangszorg voor rijke patiënten, vorig jaar rond deze tijd waren het de werkenden die bevoordeeld moesten worden. De Nederlandse Patiënten/ Consumenten Federatie (NP/CF) is van mening dat voorrangszorg voor welke groep van mensen in onze samenleving dan ook pure discriminatie is en daarom in strijd met onze wetgeving en met de tot nu toe in de gezondheidszorg geldende fatsoensnormen. Als reactie op de problemen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van werkenden komt het kabinet in augustus 1999 met een voorstel van voorrangszorg. Zie tekst. tekst Het kabinet gaat ziekenhuizen aansporen om werkenden met klachten vlotter te behandelen. Zij mogen voortaan speciale voorzieningen treffen om patiënten die op het werk ziek zijn geworden sneller beter te maken. De opbrengsten van snelle hulp mogen ze in eigen zak steken. Maar deze voorrangsregeling mag niet ten koste gaan 1 van reguliere gezondheidszorg. Dit heeft de ministerraad afgelopen vrijdag besloten op voorstel van D66-minister Borst van Volksgezondheid en VVDstaatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken. Met dit compromis hopen de bewindslieden ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid terug te dringen. bron: de Volkskrant van augustus 1999 www. - 3 -

De meeste Tweede-Kamerfracties zijn echter niet allemaal even gelukkig met het kabinetsvoorstel. Zie tekst 6. tekst 6 De officiële woordvoerders volksgezondheid van de PvdA en D66 maakten maandag korte metten met het plan van minister Borst van Volksgezondheid en staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken. Ook de oppositie had er geen goed woord voor over. Het leidt tot voorrangszorg voor werknemers, tot tweedeling in de maatschappij en maakt een eind aan de solidariteit in de zorg, luidde de klacht. Alleen de VVD kon zich in het plan vinden. bron: de Volkskrant van 4 september 1999 tekst 7 Bijna 9% van de Nederlandse bevolking is faliekant tegen het voortrekken van patiënten met een baan, terwijl 27% het wel zou kunnen billijken. Dat blijkt uit een enquête die het dagblad De Telegraaf heeft laten uitvoeren door het marktonderzoeksbureau R&M in Maastricht. bron: De Telegraaf van 9 september 1999 Opgave 4 Criminaliteit en rechtsstaat tekst 8 Soms kan het Openbaar Ministerie beter de publiciteit zoeken 1 Meindert Tjoelker vond in september 1997 de dood bij een vechtpartij in Leeuwarden. De mishandeling ontketende een nationaal protest tegen zinloos geweld. Hoofdofficier van justitie Brouwer: De beeldvorming van het publiek rond de zaak strookt niet met de werkelijkheid, met de gegevens die het Openbaar Ministerie op basis van onderzoek heeft verkregen. Ik heb me afgevraagd: heb ik iets verkeerd gedaan, dat er zó weinig begrip is geweest voor de koers van het Openbaar Ministerie? Brouwer moest als hoofdofficier naar zijn zeggen waken over de integriteit van het justitieel onderzoek. Toen kwam de eerste grote zitting. 2 Brouwer: Twee weken van tevoren voelde ik het onbegrip al aankomen. Ik heb getwijfeld of we niet toch journalisten moesten benaderen. Maar hoe dichter je bij de zitting zit, hoe nadrukkelijker je kiest voor de rechtszaal als platform. Meteen nadat de officier van justitie zijn eis uitsprak tegen de eerste verdachten, knalde het. Het publiek snapte niet dat er maar drie jaar gevangenisstraf werd geëist, men wilde hoge straffen. Tien, twaalf jaar. De rechtbank legde een straf op van tweeënhalf jaar, lager dan geëist. De verwarring was totaal. Zelfs (oud) minister van Justitie Sorgdrager plaatste vraagtekens. bron: de Volkskrant van 14 mei 1999 www. - 4 -

tekst 9 Hoge Raad: straf in zaak Tjoelker blijft gehandhaafd 1 De Hoge Raad heeft het verzoek van een van de hoofdverdachten in de Meindert Tjoelker-zaak verworpen. Dit betekent dat de veroordeling door het gerechtshof in Leeuwarden van de 26-jarige M. ten C. tot een gevangenisstraf van tweeënhalfjaar wegens zware mishandeling gehandhaafd blijft. Leeuwarder Ten C. was tegen dit vonnis in beroep gegaan, omdat het Openbaar Ministerie de aanklacht tegen hem en een andere hoofdverdachte, de 28-jarige P. de W. uit Stiens, in hoger beroep verzwaarde. Het OM legde beiden voor het hof het medeplegen van doodslag en zware mishandeling, de dood van 2 Tjoelker tot gevolg hebbend, ten laste. Voor de rechtbank was de aanklacht nog openlijke geweldpleging, omdat niet kon worden bewezen wie van de vier verdachten de fatale schop had toegebracht. Daarvoor werden Ten C. en De W. veroordeeld tot twee jaar celstraf, waarvan acht maanden voorwaardelijk. De advocaat van Ten C. vond dat het hof de verzwaring van de aanklacht niet had mogen toelaten. De Hoge Raad is het niet met hem eens. Gerechtshoven mogen toestaan dat justitie de tenlastelegging tegen een verdachte in hoger beroep verzwaart, zo luidt de uitspraak van de Hoge Raad. bron: de Volkskrant van 3 november 1999 grafiek 1 Omvang van de geweldscriminaliteit ( 00) op basis van politiestatistieken, 190 199 70 60 0 40 0 190 19 1960 196 1970 197 1980 198 1990 199 grafiek 2 Omvang van de geweldscriminaliteit ( 00) op basis van slachtofferenquêtes, 1980 199 10 00 800 600 400 0 0 190 19 1960 196 1970 197 1980 198 1990 199 bron: Wittebrood K. en M. Junger, Trends in geweldscriminaliteit: Een vergelijking tussen politiestatistieken en slachtofferenquêtes, in: Tijdschrift voor Criminologie, nr. 3, jaargang 41, 1999 www. - -

Opgave Politieke besluitvorming: onderwijspolitiek tekst In 1999 barstte in Nederland de discussie los over de invoering van de Tweede Fase havo/vwo. Een belangrijke rol daarin speelde de scholierendemonstratie van 6 december 1999. Scholieren veranderen binnenstad in chaos Nooit eerder kwamen zoveel scholieren tegelijk op de been. Ruim 000 1-, 16- en 17-jarigen protesteerden gisteren in Den Haag tegen het studiehuis. Ze vinden het nieuwe vakkenpakket voor de bovenbouw van havo en vwo te zwaar.,,ik hoop dat het allemaal niet te lang gaat duren, ik moet nog huiswerk maken, zegt 1 een scholier die in een grote colonne jongeren door de stationshal richting Malieveld struint. Gewapend met spandoeken ( Karin is dit ook niet om te janken? en Rot op! Met je Tweede Fase ), strijkers, rotjes, heel veel eieren en een enkele baksteen. bron: Trouw van 7 december 1999 tekst 11 Kamer steunt Adelmund bij ingreep lesprogramma s Twee weken later besloten staatssecretaris Adelmund en de Tweede Kamer de eisen van de scholieren in te willigen. Scholen zouden zelf mogen beslissen of ze ANW (Algemene Natuurwetenschappen) nog aan zouden bieden op de havo, en ze mochten ook de derde vreemde taal op het vwo en de tweede vreemde taal op de havo schrappen. De scholen en onderwijsvakbonden protesteerden fel 1 tegen deze ingreep, wat bij de leden van de Tweede Kamer op onbegrip stuitte. (...) De onderwijsvakbonden AOb en CNV hebben aangekondigd dat zij binnen twee weken met een alternatief komen om de werkdruk in de hoogste klassen van havo en vwo te verlichten. Volgens de bonden heeft Adelmund voor chaos gezorgd op de scholen. bron: naar de Volkskrant van 23 december 1999 tekst 12 Ondanks deze houding van de Tweede Kamer besloot staatssecretaris Adelmund om toch naar de kritiek van de onderwijsvakbonden en scholen te luisteren. Ze nodigde de onderwijsvakbonden uit voor overleg en stelde zich open voor andere oplossingen. Op 1 januari 00 draaide de staatssecretaris haar eerdere maatregelen na overleg met vakbonden en scholen terug. De Tweede Kamer steunde die beslissing. ontleend aan: Trouw van 28 december 1999 en 16 januari 00 www. - 6 -

tekst 13 De Tweede Fase is natuurlijk niet de eerste onderwijsvernieuwing in de Nederlandse geschiedenis, wat ook blijkt uit een bespreking van een boek over onderwijspolitiek in de Volkskrant van 12 februari 1999. Splijtzwam onderwijs 1 Het voortgezet onderwijs is deze eeuw een aaneenschakeling geweest van hervormingen en vernieuwingen, met als voorlopig sluitstuk de niet onomstreden invoering van het studiehuis. Wat blijft er, nu de individualisering in de samenleving voortschrijdt, over van het klassieke sociaaldemocratische erfgoed? Aan het maatschappelijk debat over het onderwijs hebben socialisten, in het parlement en in het onderwijsveld al die jaren volop meegedaan. En daarom is het een goede gedachte geweest van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid, het negentiende jaarboek voor het democratisch socialisme geheel te wijten aan een kritische analyse van dertig jaar sociaal-democratische onderwijspolitiek. Het jaarboek gaat niet gebukt onder snorkende lofzangen op wat socialistische bewindslieden allemaal hebben bereikt, maar 2 3 40 4 kijkt koel en zakelijk hoe het ervoor staat met het socialistische erfgoed op onderwijsgebied. Per slot van rekening heeft onderwijs in de Nederlandse sociaaldemocratie sinds de oprichting van de SDAP altijd een centrale plaats toebedeeld gekregen. Jarenlang is het sociaaldemocratische onderwijsbeleid beheerst geweest door het structuurdenken. Dat denken wordt vaarwel gezegd. Wat zich in een school zelf afspeelt staat nu in het debat centraal. VVD-leider Frits Bolkestein schreef zaterdag in zijn column in de Volkskrant dat in het onderwijs ideologische ballast moet worden geruimd. We moeten ervan af onze hoop te vestigen op een constructieve onderwijspolitiek waarbij de overheid een centrale rol speelt, vindt hij. De vrijheid van scholen om aan de uniformering te ontkomen moet worden verruimd. bron: de Volkskrant van 12 februari 1999 www. - 7 -

Opgave 1 Multiculturele samenleving: witte en zwarte scholen Gebruik tekst 1 uit het bronnenboekje voor het beantwoorden van de vragen 1 tot en met. De komst van etnische groepen in onze samenleving heeft tot verschillende sociale en politieke vraagstukken geleid. Eén van deze vraagstukken speelt een rol in de discussie over het ontstaan van witte en zwarte scholen. 4p 1 A Welk vraagstuk met betrekking tot de multi-etnische samenleving speelt een rol in deze discussie? B Hoe heet het overheidsbeleid om dit vraagstuk aan te pakken? Naast onderwijs is dit beleid vooral gericht op het terrein van arbeid. C Geef twee voorbeelden van dit beleid op het terrein van arbeid. Het gemeentebestuur van Arnhem wil dat de school een afspiegeling is van de wijk. Het gemeentebestuur kan niet zelf opleggen dat leerlingen over de scholen worden verspreid. 2p 2 Leg uit waarom een dergelijk verplicht spreidingsbeleid in Nederland niet mogelijk is. Uit onderzoek blijkt dat allochtone leerlingen op gemengde scholen beter presteren dan op zwarte scholen (regel 16 19). Het gemeentebestuur van Arnhem wil dan ook graag gemengde scholen. 4p 3 Bij welk samenlevingsmodel past een gemengde school? Noem twee modellen en leg uit waarom bij deze twee modellen een gemengde school past. De inspectie vraagt zich af hoe het beeld doorbroken kan worden dat slimme kinderen dommer worden op een zwarte school (regel 26 29). 4p 4 Leg uit hoe deze negatieve beeldvorming kan ontstaan met behulp van de begrippen A sociale categorisatie en B socialisatie. 3p Leg uit met behulp van het begrip self-fulfilling prophecy dat het negatieve beeld van zwarte scholen in regel 26 29 moeilijk is te doorbreken. Opgave 2 Maatschappelijke positie van minderheden Gebruik bij deze opgave tekst 2 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. In tekst 2 wordt verwezen naar een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. De onderzoekers constateren dat de driedeling in de maatschappij blijft bestaan. In de figuren 1 tot en met 3 komen de volgende groepen voor: Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen en autochtonen. 3p 6 A Als je kijkt naar de figuren 1 tot en met 3, welke groep(en) bevindt/bevinden zich dan vooral in de hoogste laag, welke in de middelste laag en welke in de onderste laag van de maatschappij? B Licht je antwoord van A toe met behulp van twee gegevens uit de figuren 1 tot en met 3. Uit de figuren 1 tot en met 3 kan worden afgelezen dat er verschillen zijn in mogelijkheden op de arbeidsmarkt tussen Marokkanen enerzijds en Surinamers anderzijds. 4p 7 Leg uit welke factoren van migratie dit verschil op de arbeidsmarkt kunnen verklaren. Ga uit van een factor die te maken heeft met de migratie van Marokkanen en van een factor die betrekking heeft op de migratie van Surinamers. www. - 8 -

De genoemde driedeling verwijst naar sociale ongelijkheid in de samenleving. Er zijn verschillende verklaringen voor deze sociale ongelijkheid waarbij meer of minder gewicht aan verschillende factoren wordt toegekend. Enerzijds zijn er verklaringen die zich baseren op de theorie van Marx, anderzijds zijn er verklaringen die uitgaan van de theorie van Weber. 2p 8 Leg uit hoe vanuit de theorie van Weber de geconstateerde driedeling in onze samenleving kan worden verklaard. Over de toekomstige positie van diverse allochtone groepen wordt in wetenschappelijke kring verschillend gedacht. Sommige wetenschappers verwachten dat de nieuwe generatie allochtonen flink zal stijgen op de maatschappelijke ladder, terwijl anderen benadrukken dat de nieuwe generatie allochtonen onder aan de maatschappelijke ladder zal blijven. 2p 9 Geef voor beide verwachtingen een argument. In figuur 3 is af te lezen dat het percentage allochtonen dat de school zonder diploma verlaat relatief groot is. Verklaringen daarvoor hebben te maken met positieverwerving en positietoewijzing van allochtonen. 2p Geef een voorbeeld van positieverwerving en een voorbeeld van positietoewijzing die kunnen verklaren waarom een relatief groot aantal allochtonen de school verlaat zonder diploma. De laatste jaren zien we een toename van het aantal islamitische instellingen en organisaties. Het aantal basisscholen op islamitische grondslag is de laatste decennia duidelijk gegroeid. Onlangs is ministeriële toestemming verleend voor de stichting van een islamitische school voor voortgezet onderwijs. Ook leeft de wens in islamitische kringen om een eigen omroepvereniging op te richten. 2p 11 Leg uit op grond van welke overweging islamitische kringen de behoefte hebben om eigen instellingen en organisaties op te richten. Maak gebruik van het begrip culturele positie. Opgave 3 Politieke besluitvorming over de gezondheidszorg Gebruik voor de vragen van deze opgave de teksten 3 tot en met 7 uit het bronnenboekje. De wachtlijsten in de gezondheidszorg vormen een groot probleem voor de politiek. Vanuit maatschappelijke organisaties, burgers, deskundigen en de media komen allerlei plannen om de wachtlijsten terug te brengen, maar het blijft voor zowel de regering als voor de fracties in de Tweede Kamer een complex probleem. In 1999 ontstond een levendige discussie naar aanleiding van een voorstel van J. Hamel, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Academisch Ziekenhuis Groningen. Zie tekst 3 en 4. De nieuwjaarstoespraak van de heer Hamel leidde tot een discussie over wat de kerntaken van de overheid zijn. 2p 12 Leg uit welke kerntaak van de overheid in de toespraak van Hamel ter discussie wordt gesteld. J. Hamel kreeg met zijn voorstel veel kritiek van partijgenoten van de PvdA, onder andere van het Kamerlid Oudkerk, zie tekst 3, regel 34 40. 2p 13 Met welke sociaal-democratische uitgangspunten staat het standpunt van Hamel over commerciële gezondheidszorg op gespannen voet? Noem er twee. www. - 9 -

Volgens sommige critici valt de oplossing van de heer Hamel te rekenen tot het pragmatisme. 2p 14 Leg uit dat men de oplossing van de heer Hamel kan rekenen tot het pragmatisme. Ga uit van twee kenmerken van het pragmatisme. De politieke besluitvorming over de gezondheidszorg kun je beschrijven volgens de benadering van het systeemmodel. In dit model zijn verschillende fasen te onderscheiden. 2p 1 In welke fase kun je de nieuwjaarstoespraak van de heer Hamel plaatsen? Licht je antwoord toe. De omgeving van het politieke systeem is van invloed op de politieke besluitvorming. 2p 16 Noem twee omgevingsfactoren die van invloed zijn op de huidige politieke discussies over de gezondheidszorg. Zie tekst 3. 2p 17 Beredeneer of het voorstel van de heer Hamel wel of niet op de politieke agenda is gekomen. Maak gebruik van het begrip poortwachters. Zie tekst 4. De Nederlandse Patiënten/Consumenten Federatie (NP/CF) kun je beschouwen als een pressiegroep. 2p 18 A Over welke machtsbronnen kunnen pressiegroepen beschikken? Noem er twee. B Geef twee voorbeelden hoe pressiegroepen de politiek beïnvloeden. Zie de teksten tot en met 7 over voorrangszorg voor werknemers. Op 9 september 1999 gaven de fracties van PvdA en D66 hun verzet op tegen het kabinetsplan om werknemers speciale gezondheidszorg te bieden. De VVD had al eerder met het plan ingestemd. Er ontstond in september 1999 een Kamermeerderheid voor een vorm van voorrangszorg voor werknemers. Daarentegen dacht een substantieel deel van de burgers volgens een enquête zie tekst 7 anders over voorrangszorg. 4p 19 Leg naar aanleiding van deze situatie uit wat het verschil is tussen representatie en representativiteit. 2p Is in de discussie over voorrangszorg voor werknemers de verhouding tussen kabinet en parlement volgens jou meer dualistisch of meer monistisch? Licht je antwoord toe. Opgave 4 Criminaliteit en rechtsstaat De teksten 8 en 9 en de grafieken 1 en 2 uit het bronnenboekje gaan over deze opgave. In de Volkskrant van 3 november 1999 is melding gemaakt van de laatste stappen in de zaak-meindert Tjoelker. Meindert Tjoelker kwam in 1997 om bij een uit de hand gelopen ruzie in het centrum van Leeuwarden. Hij behoorde tot de categorie slachtoffers van wat we zinloos geweld zijn gaan noemen. In een eerste zitting eiste het Openbaar Ministerie 3 jaar, terwijl uiteindelijk de rechtbank de verdachten veroordeelde tot een straf van tweeënhalfjaar. Zoals uit tekst 8 blijkt, leidde dit vonnis tot grote verontwaardiging bij het publiek. Het publiek had er geen begrip voor dat er maar drie jaar gevangenisstraf werd geëist. Men wilde hoge straffen. Tien, twaalf jaar (tekst 8, regel 26 29). 3p 21 A Leg met gegevens van tekst 9 uit waarom het Openbaar Ministerie geen hogere straf kon eisen. B Welk beginsel van de rechtsstaat kun je hierin herkennen? www. - -

Het publiek reageerde verontwaardigd over het aantal jaren gevangenisstraf dat werd geëist. 3p 22 Ben je het eens of oneens met de publieke verontwaardiging over de hoogte van de geëiste straffen? Geef drie argumenten die je standpunt ondersteunen. Ga in je antwoord uit van de functies van straffen. De toenmalige minister van Justitie, Sorgdrager, plaatste vraagtekens bij de hoogte van de straf die door de rechtbank werd opgelegd (regel 33 34 in tekst 8). 1p 23 Kan de minister van Justitie de hoogte van de opgelegde straf veranderen? Licht je antwoord toe. 4p 24 Welke taken of rollen van het Openbaar Ministerie herken je in de teksten? Noem er twee en vermeld per taak of rol een citaat. In een rechtszaak heeft de verdachte verschillende rechten. 2p 2 A Welk recht van de verdachten herken je in deze zaak? B Welk recht heeft een verdachte nog meer in een rechtszaak? De taken en rechten van de verschillende actoren in een rechtszaak zijn wettelijk vastgelegd. 2p 26 Noem een reden waarom dat van belang is. De Volkskrant besteedde een artikel aan het arrest van de Hoge Raad (zie tekst 9). 2p 27 Leg uit waarom een arrest van de Hoge Raad een belangrijke rol speelt in de Nederlandse rechtspraak. In de jaren 1997 tot en met 1999 stonden de kranten vol met berichten over zinloos geweld. Er leek sprake te zijn van een toenemende agressiviteit onder het uitgaanspubliek in de Nederlandse steden. In het Tijdschrift voor Criminologie (nummer 3, jaargang 41, 1999) hebben de onderzoeksters Karin Wittebrood en Marianne Junger de cijfers over de geweldscriminaliteit nog eens op een rij gezet. Zij trekken in het artikel conclusies over de omvang van geweldscriminaliteit op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze cijfers staan weergegeven in grafieken 1 en 2. Vergelijk de gegevens van grafieken 1 en 2. 2p 28 Welke verschillen in de omvang van de geweldscriminaliteit in de periode vanaf 1980 constateer je tussen grafieken 1 en 2? Noem er twee. 4p 29 Welke kanttekeningen kun je plaatsen bij de gegevens over de omvang en ontwikkeling van de geweldscriminaliteit in grafieken 1 en 2? Geef er twee. In een artikel van de Volkskrant van 29 september 1998 worden de resultaten van een sociologisch onderzoek van P. Scheepers en M. de Konink weergegeven. Deze wetenschappers onderzochten de ontwikkeling van de criminaliteit van 1970 tot 1992, alsmede de opvattingen over straffen in dezelfde periode. Zij stellen een verharding vast in het denken over straf. Met het stijgen van de criminaliteit groeit onder de Nederlandse bevolking de weerstand tegen straffen waarin resocialisatie centraal staat. Er bestaan verschillende opvattingen over doel en zin van straffen, bijvoorbeeld de opvattingen van de abolitionistische stroming en de opvattingen van zowel de zogenoemde klassieke stroming als van de zogenoemde moderne stroming. 4p Welke van de genoemde stromingen vinden in de periode 1970 1992 minder weerklank onder de Nederlandse bevolking, wanneer wordt uitgegaan van de resultaten van het onderzoek van Scheepers en De Konink? Verklaar je keuze. www. - 11 -

Verder komen Scheepers en De Konink tot de conclusie dat de aandacht van publiek en autoriteiten voor de persoon van de dader is afgenomen en dat politie en justitie zich meer mogen permitteren in de strijd tegen de misdaad. 2p 31 Wat betekent deze conclusie voor de verhouding tussen de twee kerntaken van de rechtsstaat? Opgave Politieke besluitvorming: onderwijspolitiek Gebruik voor deze opgave de teksten tot en met 13 uit het bronnenboekje. Volgens tekst is het de eerste keer dat zoveel scholieren op de been waren om te demonstreren tegen het regeringsbeleid. 2p 32 Welke veranderingen in de politieke cultuur van Nederland sinds de jaren zestig, hebben er toe geleid dat burgers zich eerder laten horen via een demonstratie? Noem twee veranderingen. 2p 33 Als je kijkt hoe staatssecretaris Adelmund uiteindelijk het probleem van de zwaarte van de Tweede Fase heeft aangepakt, welke visie over de verdeling van politieke macht in de samenleving vind je dan van toepassing? Licht je antwoord toe. Zie tekst 13. 3p 34 Leg uit waarom in de sociaal-democratische ideologie altijd veel aandacht is geweest voor het onderwijs. Doe dit aan de hand van de drie terreinen waarover een ideologie uitspraken doet. Zie tekst 13. De vrijheid van scholen om aan uniformiteit te ontsnappen, moet volgens oudfractievoorzitter van de VVD Bolkestein worden verruimd. 2p 3 Geef een reden waarom het CDA deze opvatting ook steunt. www. - 12 -