Golfbaan NOAP te Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport



Vergelijkbare documenten
Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Golfbaan Cromvoirt. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 24 maart 2010 I rapportnummer

27 juli 2010 / rapportnummer

Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

City Theater, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek

Golfbaan NOAP te Rotterdam Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Havenkwartier Zeewolde

Bedrijventerrein Larserknoop te Lelystad

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Natuurontwikkeling Dannemeer, Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Dijkversterking Hellevoetsluis

Dynamisch Beekdal de Aa Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Welvaarts te Tholen Toetsingsadvies over de aanvulling op het milieueffectrapport

Grote Markt Oostzijde, Groningen

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Herinrichting Neherkade Den Haag

Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Containertransferium Alblasserdam

Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport

Pluimveehouderij Van Deurzen Toetsingsadvies over de actualisatie van het milieueffectrapport

Uitbreiding golfbaan De Scherpenbergh te Lieren

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

CCS Maasvlakte (ROAD-project)

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

Holland Casino Utrecht

Verbreding N209 Capaciteitsvergroting Doenkade en Reconstructie Knoop A13-N209 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Optimalisatie Waterwinningen Budel, Eindhoven en Nuland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Anna's Hoeve RWZI, gemeente Hilversum

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Grote Markt Oostzijde, Groningen

Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door OMRIN

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal

Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bioscoop Rustenburg Inverdan Zaandam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Integrale Zoetwatervoorziening Middelharnis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen

Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde

Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht

Rode Waterparel, Zuidplaspolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Rijksstructuurvisie Almere, Amsterdam, Markermeer

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Bedrijventerrein Hessenpoort 2 te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

De Voorwaarts te Apeldoorn

Omgevingsvisie provincie Groningen

Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam

Masterplan Lijn 11 Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aanleg haven Papegaaienbek te Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windpark Wieringermeer

Streekplan Overijssel 2000+, uitwerkingsplan recreatiepark Scheerwolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aardgasgestookte elektriciteitscentrale in de Eemshaven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht

Vrije Universiteit/Vrije Universiteit medisch centrum

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Stedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam

Structuurvisie Noord-Holland

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Varkenshouderij Hendriks te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde

N266, Randweg Nederweert

Pilot Stabilisatie Cavernes Twente

Centrumgebied Groene Peelvallei Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht

Eerste fase realisatie bedrijventerrein/natuurgebied. Schieveen te Rotterdam. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo

Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Transcriptie:

Golfbaan NOAP te Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 4 december 2008 / rapportnummer 1933-61

1. OORDEEL OVER HET MER Progolf b.v., de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het Recreatieschap Midden-Delfland hebben, in samenwerking met de Provincie Zuid- Holland en de gemeente Rotterdam, het voornemen om de voormalige stortplaats in de Noordpunt van de Oost-Abtspolder (NOAP) in te richten als golfbaan. De stortplaats is vroeger gebruikt voor de berging van baggerslib en als Definitieve OpslagPlaats (DOP) voor verontreinigde grond. De voorgenomen activiteit omvat de aanleg van een golfbaan met bijhorende voorzieningen, recreatievoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van natuureducatie te realiseren. Voor de realisatie van de golfbaan is een herziening van het bestemmingsplan nodig. Hiertoe wordt een m.e.r.-procedure doorlopen. De Gemeenteraad van Rotterdam is bevoegd gezag voor de herziening van het bestemmingsplan. 1 In het MER wordt voor de uitwerking van de gevolgen van het voornemen voor het functioneren van de DOP verwezen naar een achterliggend rapport van Royal Haskoning (Golfbaan stortplaats DOP-NOAP Rotterdam, bodembeschermende voorzieningen). Daarnaast is tijdens de toetsing van het MER een rapport ter beschikking gesteld over de waterkwaliteit in de randstroken, dat in het MER nog als leemte in kennis was opgenomen. De Commissie heeft beide rapporten in haar advies betrokken. De Commissie is van mening dat de essentiële informatie voor besluitvorming in het MER en de achterliggende rapporten aanwezig is. Het MER is goed leesbaar en maakt op heldere wijze inzichtelijk wat de milieueffecten van het initiatief zijn. Door de gekozen opzet kan makkelijk de relatie gelegd worden tussen de milieu-informatie en de vergelijking van de alternatieven. De verschillende rapporten geven voldoende aan dat en hoe, in het ontwerp van de golfbaan voldaan kan worden aan de randvoorwaarden voor nazorg van de DOP. De algemene conclusie in het MER, dat de ophogingen van de (voorontwerp) golfbaan geen gevolgen hebben voor het functioneren van de DOP, lijkt op basis van het rapport van Royal Haskoning echter te positief. Dit betreft met name de effecten op de hemelwaterdrainage van de DOP. Wel stelt het MER dat het definitieve ontwerp tot stand zal komen op basis van een stappenplan uit het rapport van Royal Haskoning, waarmee gewaarborgd wordt dat de DOP goed kan blijven functioneren. De Commissie onderschrijft het belang van het volgen van dit stappenplan. Mogelijke tijdelijke effecten van het grondverzet in de randstroken op de waterkwaliteit (mobiliseren van zware metalen uit het baggerdepot) zijn niet in het MER beschreven. Daarnaast is de Commissie van mening dat de positieve effecten van het initiatief voor natuur en landschap te bescheiden zijn beoordeeld. In hoofdstuk 2 wordt het oordeel van de Commissie nader toegelicht en worden verdere aanbevelingen gedaan. 1 Voor technische informatie over de m.e.r.-procedure, de rol van de Comissie, samenstelling van de werkgroep en een overzicht van de door de initiatiefnemer aangeleverde stukken wordt verwezen naar bijlage 1. In bijlage 2 is een overzicht van de zienswijzen opgenomen. -1-

2. TOELICHTING OP HET OORDEEL MET AANBEVELINGEN 2.1 Bodem Voor het voorkeursalternatief wordt 600.000 m 3 grond aangebracht op de voormalige stortplaats, met plaatselijke ophogingen tot 5 meter (ondulaties). Uit het MER blijkt dat er sprake is van beperkte zetting en klink van de bodem. Er wordt geconcludeerd dat er daarbij ten opzichte van de huidige situatie geen veranderingen optreden in het functioneren van de DOP. In het MER zijn deze conclusies echter niet onderbouwd. Hiervoor wordt verwezen naar een achterliggend rapport van Royal Haskoning. Hiernaar wordt ook verwezen voor een stappenplan om het functioneren van de DOP te waarborgen bij het definitief ontwerpen van de golfbaan. Uit het rapport van Haskoning blijkt dat bij ophogingen van meer dan 1 meter er al invloed mogelijk is op de drainage van hemelwater en bij ophogingen van meer dan 2 meter er invloed kan zijn op de afdichtingen van bepaalde typen zakbakens. Of de ophogingen ook werkelijk invloed hebben is afhankelijk van de hoogte en kruinbreedte van de ophogingen en het hellingspercentage van de ondergrond (locatie van de ophoging op de DOP). Verschillende combinaties van maximale hoogtes, hellingspercentages en kruinbreedtes zijn verwerkt tot een stappenplan waarmee een golfbaan ontworpen kan worden die aan de randvoorwaarden voldoet waarbinnen de DOP goed kan blijven functioneren. Op grond van het rapport van Royal Haskoning lijkt de algemene conclusie in het MER dat de (plaatselijke) ophogingen geen invloed hebben op het functioneren van de DOP, niet gerechtvaardigd. Dit geldt in ieder geval voor de invloed van de ophogingen op de hemelwaterdrainage en in mindere mate ook voor de afdichtingen van bepaalde typen zakbakens. Of de ophogingen effect hebben op het functioneren van de DOP is afhankelijk van de hoogte en plek van de ophogingen. De Commissie onderschrijft daarom het belang van het volgen van het stappenplan van Royal Haskoning bij het definitieve ontwerp van de golfbaan. De Commissie acht het daarmee wel mogelijk een ontwerp te realiseren dat voldoet aan de randvoorwaarden voor het functioneren van de DOP. Geadviseerd wordt om het rapport van Royal Haskoning bij de besluitvorming te betrekken en het openbaar te maken. Uit het MER blijkt dat voor de realisatie van waterpartijen en enkele greens en tees in de randstroken, grootschalig grondverzet zal plaatsvinden. Het betreft hier (ernstig) verontreinigde grond. De tijdelijke effecten van dit grondverzet op de waterkwaliteit zijn niet in het MER beschreven. Niet uitgesloten kan worden dat bij het realiseren van de waterpartijen, zware metalen uit het voormalige baggerdepot worden gemobiliseerd. Geconcludeerd wordt dat uiteindelijk sprake zal zijn van een contactzone zonder gebruiksrisico s. Mits de juiste maatregelen genomen worden, acht de Commissie deze conclusie mogelijk (afdekken, afstemmen van de ligging van de waterpartijen op kwaliteit van de grond). 2.2 Natuur en landschap De NOAP is nu een schraal soortenarm natuurlijk gebied. Het plan biedt met de aanleg van waterpartijen en struweel kansen voor de ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden. Deze kansen worden in het ontwerp wel benut, maar -2-

komen in het MER in de informatie en de effectscores niet goed tot uitdrukking doordat de focus eenzijdig op de in het gebied aanwezige aandachtssoorten ligt. Positieve effecten op algemene soortgroepen als gevolg van een toenemende biodiversiteit, worden niet meegeteld in de eindscores van de effectbeoordeling. De landschappelijke waarde van de NOAP wordt nu in belangrijke mate bepaald door een afgedekte vuilstort. Deze vormt een sterk contrast met de omgeving. Het plan geeft het gebied bovengronds een (nieuwe) invulling en biedt daarmee voor het aspect landschap kansen door het benutten van de hoogteverschillen in het ontwerp, bijvoorbeeld door zichtlijnen en de inpassing van de bebouwing. 2 Deze komen echter niet goed in het MER tot uitdrukking vanwege beperkte visueel-ruimtelijke informatie en doordat de effectbeoordeling grotendeels gebaseerd is op het (ontwerp) bestemmingsplan en niet op een (concept) inrichtingsplan. Landschappelijke elementen van een inrichtingsplan die in een bestemmingsplan ontbreken, zijn daardoor in de effectbeoordeling niet meegewogen. De Commissie constateert dat de positieve effecten van het voornemen op de natuur en het landschap in het MER te bescheiden zijn weergegeven. 2.3 Grondtransport 2.4 Overig Voor het noodzakelijke grondtransport voor de aanleg van de golfbaan gaat het MER voor de voorgenomen activiteit uit van transport per vrachtauto. Voor het meest milieuvriendelijke alternatief zal grond zoveel mogelijk per schip vervoerd worden. Uit het MER blijkt dat als de benodigde grond geheel per vrachtauto wordt vervoerd, dit in de spits tot enige verstoring van de verkeersafwikkeling kan leiden. De Commissie onderschrijft het voornemen mogelijkheden te onderzoeken in de verdere planuitwerking, om grond zo veel mogelijk per schip te vervoeren. Daarnaast adviseert de Commissie om voor grondtransport over de weg, de mogelijkheden te onderzoeken om bij de vergunningverlening of de aanbesteding van het grondverzet, eisen te stellen aan de in te zetten vrachtwagens (zo groot mogelijke vrachtwagens met een zo gering mogelijke uitstoot; bijvoorbeeld euro IV of beter). Leemte in kennis In het MER is de huidige kwaliteit van het oppervlaktewater in de randstroken als leemte in kennis aangemerkt. Tijdens de toetsing van het MER heeft de Commissie beschikking gekregen over een notitie over de huidige waterkwaliteit. De Commissie heeft kennisgenomen van deze notitie en is het eens met de conclusies dat het voornemen en de waterkwaliteit elkaar niet nadelig beïnvloeden. 2 De Commissie heeft van een mogelijke landschappelijke inrichting kunnen kennisnemen in de brochure Golfpark Rotterdam (KOW Architectuur, maart 2007) die in de richtlijnenfase van de m.e.r.-procedure ter beschikking is gesteld. Hierin wordt een impressie gegeven van het golfbaanontwerp en de ruimtelijke inpassing van het clubgebouw en het wellness-centrum. -3-

BIJLAGE 1: Projectgegevens Initiatiefnemer: College van burgermeester en wethouders van de gemeente Rotterdam Bevoegd gezag: Gemeenteraad van Rotterdam Besluit: Herziening bestemmingsplan Categorie Gewijzigd Besluit m.e.r. 1994: C10.2 Activiteit: Aanleg golfbaan, bijbehorende voorzieningen, recreatievoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van natuureducatie. Betrokken documenten: De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advisering: MER Golfbaan NOAP; hoofdrapport. (Gemeente Rotterdam, mei 2008); Voorontwerp bestemmingsplan Golfbaan Oost-Abtspolder. (Gemeente Rotterdam, juli 2008); Golfbaan stortplaats DOP-NOAP Rotterdam; bodembeschermende voorzieningen. (Royal Haskoning, conceptrapport april 2007); Notitie Waterkwaliteit oppervlaktewater randstroken NOAP. (Gemeente Rotterdam, juni 2008); Golfpark Rotterdam (KOW Architectuur, maart 2007). De Commissie heeft kennis genomen van de inspraakreacties en adviezen, die zij van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Dit advies verwijst naar een reactie als die nieuwe inzichten naar voren brengt over specifieke lokale milieuomstandigheden of te onderzoeken alternatieven. Procedurele gegevens: aankondiging start procedure in de Overschiese krant en Delftse post: 24 mei 2007 advies aanvraag: 25 mei 2007 ter inzage legging: 25 mei 2007 richtlijnenadvies: 23 juli 2007 kennisgeving MER in de Maasstad en de Staatscourant van: 26 september 2008 aanvraag toetsingsadvies: 26 september 2008 ter inzage legging MER: 26/9 2008 t/m 6/11 2008 toetsingsadvies uitgebracht: 4 december 2008 Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen. De werkgroepsamenstelling bij het onderhavige project is als volgt: ing. J.A. Janse ir. A.J.G. van der Maarel dr.ir. G. Blom (voorzitter) ir. K.A.A. van der Spek drs. H. Woesthuis (werkgroepsecretaris)

BIJLAGE 2: Lijst van zienswijzen en adviezen 1. Mr. T.G. Zijderveld, Rotterdam 2. Rem Koolhaas, 3. J.K. Poot, Rotterdam

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Golfbaan NOAP te Rotterdam Progolf b.v., de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het Recreatieschap Midden-Delfland hebben, in samenwerking met de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam, het voornemen om de voormalige stortplaats in de Noordpunt van de Oost-Abtspolder (NOAP) in te richten als golfbaan. Voor de realisatie van de golfbaan is een herziening van het bestemmingsplan nodig. Hiertoe is een milieueffectrapport opgesteld. De Gemeenteraad van Rotterdam is bevoegd gezag voor de herziening van het bestemmingsplan. Dit advies bevat het oordeel van de Commissie voor de m.e.r. over het milieueffectrapport. ISBN: 978-90-421-2557-5