natte binnenbepleistering



Vergelijkbare documenten
NIEUW. Rigips TopStuc. Stap-voor-stap handleiding. Zelf stukadoren is nu gemakkelijker dan ooit door de unieke receptuur van Rigips TopStuc.

WILLCO Isolatiesystemen

INSTALLATIESTAPPEN NB: ClayStone is niet geschikt voor een douche en andere vochtige zone. (Voor deze toepassing, zie Creatina).

Claystone instructies 2017

TECHNISCHE FICHE. Leempleisters van Wanlin. Samenstelling van de pleistermaterialen. Verpakking en opslag. Fysieke eigenschappen.

voor het plaatsen van Lincrusta

1 SET VOOR GEMIDDELD 9 M²

Stukadoren & Sierpleisteren

KLUSWIJZER Wanden opknappen. Postadres: Postbus 7120, 4330 GC Middelburg Bezoekadres: Buitenruststraat 235, Middelburg.

Zelf stukadoren. Stukadoren De voorbereidingen De mortel aanbrengen Scheuren dichten Kwaliteitseisen

Stucen, hoe doe je dat?

Productinformatieblad

Als alles glad moet verlopen. Het nieuwe Brillux pleisterassortiment

BORSTELS, ROLLEN EN MASKING TAPE WELKE GEBRUIKEN. De Waegenaere NV

INSTALLATIESTAPPEN. Installatie van Claystone (op elke voorbereide ondergrond)... 4 Beschermingen Claystone... 5 Wanden... 5 Vloeren...

Tierrafino Base is een basisleemstuc die dient als raap- en vertinlaag, alleen toepasbaar in het interieur.

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

HANDLEIDING AANLEGGEN VAN KUNSTGRAS

HANDLEIDING CHAPEPOMP

WILLCO Fassade Profil

2015 overzicht&instructie Edge vloerpads. TOMCAT EDGE vloerpads Overzicht en instructie

Kleurkeuze van de Stuc?

hout Zo kunt u zelf Overzicht producten Stappenplannen

Handleiding HAMA Reparatiepistool GR1500

Hoe kan je het beste behangen?

Montage Handleiding van SignWorld

Een muur behangen. Materialen Gereedschap. Afplaktape. Emmer. Lijm. Schaar. Rolmaat. stanleymes. Potlood. paslood. trap. Afdekfolie.

behanginstructies Inhoudsopgave:

IB 15/120. Houder voor sproeierkoffer. Automatische lediging van het resterende droogijs. Efficiënte ventilatie in het apparaat. Grootste mobiliteit

Hoe is de Kalei verpakt? Kalei wordt geleverd in papieren zakken van 25 kg droog poeder, niet ingekleurd (NATURA) of in emmers van 16 kg.

Wandverwarming in de Noordoostpolder.

Toolboxmeeting; Persoonlijke beschermingsmiddelen

Technische informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING MOBIELE DIESELOLIETANK MET POMP TYPE FIELDMASTER

MANUAL RUBBERCOATING

Hoe repareer je een beschadigde steenvoeg?

FICHE TECHNIQUE TECHNISCHE FICHE LEVEL DESIGN 1

Productinformatieblad

Handleiding PVC-trapleuningprofielen. Installatie instructies Afwerking

Een Belgisch - Frans seinhuis in H0 van meerlangs papier.

Veiligheidsinstructies Mobiele straalketel Datona

Beamix Vloervlak Egalisatie 770

TACKERS EN COMPRESSOREN

FUNDERING. Draagvaste ondergrond VOEGMIDDEL. Advies en handige tips KERAMIEK. verwerkingsadvies MBI KERAMISCHE TERRASTEGELS

Waterdichting. Pas weber.dry inject toe. Controleer op waterdoorslag naar bovenliggende verdieping of fundering.

Kalkverf. Kalkverf biedt steeds een bijzondere meerwaarde!

Klik op of om onze site te bezoeken.

Zelf sierpleisteren. Sierpleisteren De voorbereidingen De sierpleister aanbrengen Kwaliteitseisen Aanbevolen materiaal

1 Voorbereiden van de werkplek.

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op asfalt

HAMMERITE STRUCTUUR MAT

Tablethouder Praktijkopdracht

3.7 Herstellingen met polyester

Plaatsing van straatstenen en boordstenen

Innovation Protection Conseil

Productblad. fermacell Diepgrond. Universele diepgrond voor het gronderen en versterken van de meest diverse ondergronden.

Installatieinstructies

PAINT PAD PRO GEBRUIKSAANWIJZING

Vikan Transport prijslijst 2014

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op metaal

Voorbehandeling van vloeren 1341

Leidingreparatie en -onderhoud

Verf spuiten. Huis. Thuis. Formido. Nummer 36

MIXERS GARDES EN ACCESSOIRES

Slijpmal voor messen SVM-45

Difrax magnetronsterilisator

Test18. caravanopstapjes

Installatie voorschriften Rigid Core XL. Ga voor meer informatie naar:

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

Schilderen van deuren en kozijnen

Droogbouw 05/ cm brede isolatieplaat Ideaal voor renovatie. Knauf InTherm PUR Isoleren en afwerken in één. Eén beweging, één persoon.

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op hout

I y/<; /CjS' Gc:. HANDLEIDING. EXTRA2000 Water- en stofzuiger. Opge/et: bij montage en ingebruikneming de haild/eiding zorgvu/dig na/even!

Applicatie Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior. 1 - Voorbereiding

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door

Knauf InTherm PUR Isoleren en afwerken in één. Eén beweging, één persoon.

BINNENBOUWPLATEN VIDI. board -PRO NIEUW. Versie

Montagehandleiding Luxalon Plafond Type: 300L

* het hoekelement bestaat uit 2 stukken: 1 lang stuk en 1 kort stuk die samen 550 mm lang zijn

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton

IB 7/40 Classic. Automatische lediging van het resterende droogijs. Overzichtelijk display. Grootste mobiliteit

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

Montagevoorschrift BUVA Hardglas Luifel

Handleiding PVC-kliktegels. Leginstructies Reiniging en onderhoud

PORTA WATERSCHOT HANDLEIDING

Twee laags afwerking met korreldikte 0.3 mm (BASWAphon Classic): totale afgewerkte dikte 30 / 40

Zelf schilderen. Schilderen Schilderen van nieuw hout Schilderen van geverfd hout Schilderen van radiatoren Sausen Kwaliteitseisen

Zelf een wand betegelen. Wandtegels De voorbereidingen De wandtegels aanbrengen Kwaliteitseisen

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC

Testresultaten Gyproc. Afwerkingsadvies Xinnix Door Systems i.s.m Gyproc. Voor een scheurvrij resultaat

EXCELLENT EPOXYVLOEREN BVBA

MATTEN SYSTEEM. Waterdichte ontkoppelingsmatten onder tegelwanden en vloeren

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 )

VERWERKING KERAMISCHE BUITENTEGELS

Decoratieve stenen elementen voor binnen en buiten

Snelheidsdrempel ONE-PIECE

Wand&Klaar Behanglijm Glasweefsel

Transcriptie:

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid MODULAIR HANDBOEK STUKADOOR afwerken natte binnenbepleistering Afwerking en oplevering 1

2 Depotnummer: D/2010/1698/13

Voorwoord Het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid - fvb ffc Constructiv kreeg de afgelopen jaren steeds meer vragen om een degelijk naslagwerk voor de stukadoor op de markt te brengen. Er bestaat heel weinig literatuur in België over het beroep van stukadoor en de uitoefening ervan. Daarom is dit werk opgevat om niet alleen een degelijke opleiding te kunnen geven in scholen en opleidingcentra, maar tevens om het stijgend belang van de bijscholing voor arbeiders verzekeren. We hopen met dit modulair handboek een belangrijke bijdrage te kunnen leveren om het bekende gezegde: volgens de regels van de kunst, beter te omschrijven en duidelijker te maken in het beroepsmilieu. Ten behoeve van de gebruiker (lezer, opleider, student, stukadoor, deskundige...) werd dit modulair handboek opgedeeld in vier deelberoepen, namelijk: Natte binnenbepleistering (N. bi.) Buitenbepleistering (Bu. b.) Droogbouw (Dr. b.) Gipsblokken (Gi. bl.) In elk van deze deelberoepen werden een aantal boekdelen opgesteld, die volgens onderstaand stramien werden ingedeeld: Algemeenheden Voorbereiden Plaatsen Afwerken Bij de samenstelling van de werkgroepen werden mensen uit het onderwijs, beroepswereld, fabrikanten en beroepsorganisaties uitgenodigd. Zo kon een brug geslagen worden tussen de opleiders en de realiteit van de uitvoering op de bouwplaats. Over de vooruitgang van de andere boekdelen in voorbereiding, zal er geregeld informatie verschijnen in het driemaandelijks informatieblad van NaVAP-UNEP, in het maandelijks informatieblad van Bouwunie en in andere vakbladen voor stukadoors. Veel leesplezier en succes bij de toepassing ervan! Robert Vertenueil, Voorzitter fvb ffc Constructiv 3

Redactie Hoofdredacteur: Ferdinand Debasse Redactieleden: Lezersgroep: Tekeningen: Foto sessie: Patrick Floru Erwin Holderbeke Jean-Paul Jordens Pascal Lenaert Jos Marx Joris Messiaen Guido Roels Freddy Schoof Lieven Tack Jef Vangeel Jozef Aerts Jean-Paul Jordens Danny Verhaegen Vivianne Vermeulen Nico Vromant Jef Vangeel Johnny De Schepper Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, Brussel, 2013 Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen. versie september 2013 D/2013/1698/01 Contact Voor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij: fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: 0032 2 210 03 33 Fax: 0032 2 210 03 99 website : fvb.constructiv.be 4

Inhoud DEEL 1: van klein truweel TOT mixer 1.1 INLEIDiNG...13 1.2 Persoonlijke handgereedschappen...13 1.2.1 Herhaling...13 1.2.2 Beschrijving van andere gereedschappen...16 1.3. collectieve gereedschappen...23 1.3.1 Herhaling...23 1.3.2 Beschrijving van andere gereedschappen...23 1.4 Elektrische gereedschappen...27 1.4.1 Compressor...27 1.4.2 Mixer of mengmachine...29 1.4.3 Poliermachine...31 1.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)...33 1.5.1 Inleiding...33 1.5.2 Herhaling...34 5

6

Inhoud DEEL 2: Afwerken van HET oppervlak 2.1 Eenlaagse gipsbepleistering... 37 2.1.1 Verdichten... 37 2.1.2 Sponzen... 38 2.1.3 Polieren... 38 2.1.4 Napolieren... 39 2.1.5 Structureren... 39 2.2 Tweelaagse gipsbepleistering... 41 2.2.1 Schaven... 42 2.2.2 Afwerken met een kant-en-klare afwerklaag... 42 2.2.3 Afwerken met gips en afgegoten vette kalk... 47 2.3 Cement-kalk of EEN cement-kalk-zandbepleistering... 48 2.3.1 De al aangebrachte laag afwerken... 48 2.3.2 De afwerklaag afwerken... 49 2.3.3 Vlakschuren... 50 2.3.4 Structureren... 51 2.4 Kalk-zandbepleistering... 52 2.4.1 De afwerklaag aanmaken... 52 2.4.2 De afwerklaag aanbrengen... 53 2.4.3 Verdichten... 53 2.4.4 Polieren... 53 2.4.5 Napolieren... 53 2.4.6 Structureren... 53 2.5 Gips-leembepleistering... 54 2.5.1 Verdichten... 54 2.5.2 Sponzen... 54 2.5.3 Polieren... 54 2.5.4 Napolieren... 54 2.6 Machinaal afwerken... 55 2.6.1 Werking... 55 2.6.2 Sponzen... 55 2.6.3 Polieren... 56 2.6.4 Opruwen, schrapen (met vaste rechte messen)... 56 2.6.5 Vlakschuren... 57 2.6.6 Sponzen en verdichten (gipspleisters)... 57 7

8

Inhoud DEEL 3: Afwerken van hoeken 3.1 Binnenhoeken... 59 3.1.1 Haakse binnenhoeken (verticaal)... 59 3.1.2 Haakse binnenhoeken (horizontaal)... 61 3.1.3 Lepe of stompe binnenhoeken (verticaal)... 62 3.1.4 Lepe of stompe binnenhoeken (horizontaal)... 65 3.1.5 Scherpe binnenhoeken (verticaal - horizontaal)... 65 3.1.6 Afgeronde binnenhoeken (verticaal - horizontaal)... 67 3.2 Buitenhoeken zonder hoekbescherming... 71 3.2.1 Haakse buitenhoeken (verticaal - horizontaal)... 71 3.2.2 Niet-haakse buitenhoeken (leep of stomp, scherp en/of afgeschuind)... 75 3.2.3 Afgeronde buitenhoeken (verticaal - horizontaal)... 77 3.3 Buitenhoeken MET hoekbescherming... 78 9

10

Inhoud DEEL 4: Wat KAN en NIET KAN - AfwerkingsgRAAD en TOLERANTIES 4.1. AfwerkingsgRAAD van de bepleistering...79 4.1.1 Inleiding...79 4.1.2 NBN EN 13914-2 versus TV 199...79 4.1.3 Normale afwerkingsgraad...81 4.1.4 Speciale afwerkingsgraad...81 4.1.5 Bijzondere schikkingen...82 4.1.6 Termijnen voor verdere afwerking...84 4.2 Toleranties en controle op de afwerking...85 4.2.1 Vlakheid...85 4.2.2 Verticale stand...87 4.2.3 Hoekafwijkingen (neggen van vensters, schouwmantels)...78 4.3 Keuringen op mechanische eigenschappen...90 4.3.1 Proeven op mechanische eigenschappen...90 4.3.2 Vochtgehalte en droging...92 DEEL 5 : Nazorg en oplevering 5.1 Drogen van de bepleistering...93 5.2 Opstop...95 5.3 Oplevering...96 5.3.1 Voorlopige oplevering...96 5.3.2 Definitieve oplevering...96 5.4 Onderhoud...97 11

12

C M Y CM MY CY CMY K andveger.pdf 29/03/2011 19:10:05 C M Y CM MY CY CMY K N Bi 9 - P07-1 Alu-Rij.pdf 29/03/2011 18:47:47 N Bi 9 - P07-2 Gereedschapskoffer.pdf 29/03/2011 18:56:27 leisterkam.pdf 29/03/2011 19:10:46 1. Van klein truweel tot mixer DEEL 1: van klein truweel TOT mixer 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk komen de gereedschappen aan bod, die nodig zijn voor het uitvoeren van de behandelde leerstof in deze module. De handgereedschappen die in het boekdeel N. bi. 7 Handmatig aanbrengen uitvoerig besproken zijn, worden hier verkort weergegeven. Na dat overzicht komen andere gereedschappen uitgebreid aan bod. 1.2 persoonlijke handgereedschappen 1.2.1 Herhaling Aluminium rij: voor een betere hanteerbaarheid vervaardigd uit aluminium; verschillende modellen naargelang de vorm van de dwarsdoorsnede; verkrijgbaar in diverse lengten (max. 6 m) Gereedschapskoffer: stevige houten, kunststof of metalen kist met deksel; voorzien van een slot; om te dragen: stevige handvatten en eventueel schouderriem; moet als voetbankje kunnen dienst doen. Handborstel: kokosharen gevat in houten of kunststof bovenstuk; reinigen van muren en gereedschap Pleisterkam: bestaat uit veerstalen lamellen ± 10 cm lang; de lamellen zijn gehecht in een metalen of houten houder met steel; de rillen getrokken met deze kam, zorgen voor hechting van de volgende laag. 13

C M Y CM MY CY CMY K N Bi 9 - P08-3 Hoekschaaf.pdf 29/03/2011 19:29:29 1. Van klein truweel tot mixer Pleisterspaan: houten of kunststof greep; in de handel verkrijgbaar:»» in lengtes tussen 200 en 510 mm;»» in breedtes van 75 tot 125 mm. Opgelet! Door intens gebruik worden de zijkanten gevaarlijk scherp. Potlood: Ovaal potlood met rechthoekige stift; harde aftekenondergrond harder potlood; rechthoekige stift mesvormig aanslijpen; potlood behoeden tegen vallen en schokken. Spaarbord: wordt gebruikt om een grote hoeveelheid mortel mee te nemen en bij het bepleisteren van een plafond de vallende mortel op te vangen; bestaat uit een gegalvaniseerde of aluminium plaat met een kunststof of houten greep. Stukadoorsschaaf hoekschaaf: metalen of houten frame met meestal 6 of 8 schuin tegenover elkaar geplaatste messen; de messen zijn van gehard staal. afmetingen 35 à 45 cm lang, 9 cm breed. Stukadoorsschaaf rasterschaaf: om oneffenheden van een oppervlak weg te schaven; bestaat uit messen die in de vorm van een rooster zijn samengebracht de schaafzijde is perfect vlak. Het oppervlak kan hiermee perfect vlak geschaafd worden. Stukadoorszaag: Ze bestaat uit een zaagblad van gehard staal, gevat in een houten of kunststofhouder met een handgreep erbovenop. Op plaatsen waar een scheur kan ontstaan, moet het pleisterwerk ofwel versterkt worden ofwel losgemaakt van elkaar, om een rechte breuklijn te bekomen. 14

C M Y CM MY CY CMY K N Bi 9 - P09-4 Vouwmeter.pdf 30/03/2011 12:02:41 1. Van klein truweel tot mixer Truweel klein: Is lichter en veerkrachtiger dan een groot truweel en is vooraan afgerond; het lemmer is vervaardigd uit taai gereedschapsstaal of uit roestvrij staal; lengte varieert tussen 120 mm en 260 mm. Truweel bandtruweel: Heeft vooraan een rechte kant Opgelet! nooit met het truweeltje wringen. Hierdoor kan je het blad ernstig beschadigen Truweel stukadoorstruweel: Stalen of roestvrijstalen blad met aan de voorzijde een rechte snede; verkrijgbaar in lengten van 160 tot 220 mm. Opgelet! Dit gereedschap is niet geschikt om mortelresten weg te hakken. Truweel punttruweel: Houten of kunststof handgreep; uit één stuk gesmeed stalen of rvs blad; om fijne insnijdingen te maken, elektriciteitsbakjes uit te kuisen enz. Opgelet! Het puntje kan vlijmscherp zijn. Vouwmeter: Houten, kunststof of aluminium lamellen, verbonden met scharnier; bij een houten meter is begin en einde voorzien van een messing schoentje; de maatverdeling moet slijtvast geëtst worden in de lamellen; dikte van de lamellen: minstens 3 mm. 15

1. Van klein truweel tot mixer 1.2.2 Beschrijving van andere gereedschappen Gipsmes Het gipsmes wordt gebruikt om de nog verse niet meer indrukbare pleistermortel: te verdichten, kleine oneffenheden weg te werken, de pleistermortel gereed te zetten om daarna te schuren met de schuurspons. Sommige stukadoors gebruiken dit gereedschap ook om te polieren. Gipsmes met houten greep Bron: Schwan Het gipsmes bestaat uit verschillende materiaal soorten zoals R.V.S. of veerstaal met houten of deels aluminium, kunststof handgreep. Gipsmessen zijn er in verschillende afmetingen van 20 tot 70 cm. Het gipsmes wordt gebruikt bij eenlaagse of bij tweelaagse bepleisteringen. Het hanteren kan zowel met één als met twee handen gebeuren. Na gebruik grondig reinigen verlengt de levensduur van het gereedschap. Veiligheidstip Na lang gebruik kan de snede van het gipsmes erg scherp worden, wat bij onachtzaam gebruik kan leiden tot diepe snijwonden. 16

1. Van klein truweel tot mixer Hoektruweel Wordt gebruikt om tijdens het plaatsen van de eindlaag, de hoeken af te werken. Ze zijn vervaardigd uit gepolierd staal of uit roestvrij staal met een handvat in hout of kunststof. De hoek die het blad maakt kan 80, 90 of 103 zijn. Er zijn zelfs hoektruwelen waarvan de hoek scharniert en alzo instelbaar is voor verschillende hoeken. Er zijn verschillende modellen in de handel al naargelang zijn bestemming nl. : Hoektruwelen voor inwendige hoeken (met strakke of afgeronde hoek) Foto: SALCO bvba Verstelbaar inwendig hoektruweel Bron: Theo Smulders Dubbel inwendig hoektruweel Bron: Verhoeven Tools BV Inwendig hoektruweel met ronding Bron: Verhoeven Tools BV Hoektruwelen voor uitwendige hoeken Foto: SALCO bvba Gebruik Wordt gebruikt om tijdens het plaatsen van de eindlaag de hoeken af te werken. Oneffenheden kan je wegwerken door een weinig mortel op het truweel te nemen en beide vleugels te laten geleiden over de wand- of plafondvlakken. Onderhoud Het gereedschap zuiver en glad houden, voorkomt krassen in de afwerking van de pleisterlaag. Krabbord Wordt gebruikt om reeds aangetrokken pleister te ruwen en om een reliëf in het pleister te maken door te krabben. Het bestaat uit een metalen gestanste plaat met een stevig houten of kunststof handvat. Krabbord Foto: Verhoeven bvba 17

1. Van klein truweel tot mixer Kunststofspaan Een kunststofspaan bestaat meestal uit een polypropyleen vlak met een kunststof handgreep en wordt gebruikt om kunstharsgebonden pleisters te structureren nadat deze op korreldikte afgestreken zijn. Kunststofspaan Foto: Schwan Werkzeuge Het structureren met een kunststofspaan gebeurt door met de spaan bewegingen te maken. Dit moet gebeuren met een lichte druk op de pleister. Elke beweging, zoals ronddraaiend, lijnvormig of achtvormig, bepaald het specifiek uitzicht van de uiteindelijke afwerking. Door het werken met kunstharsgebonden producten is het aan te raden om na iedere werkgang de spaan met zuiver water proper te maken, of het gereedschap eventueel onder water te dompelen om te voorkomen dat er materiaalresidu s op de spaan zouden aanhechten. Verfkwast Foto: Schwan Werkzeuge Kwasten Verfkwast Een kwast als gereedschap bestaat van oudsher uit samengebonden haar van dieren en verbonden aan een houten steel. Meestal werd varkenshaar en dassenhaar gebruikt. Tegenwoordig gebruikt men tevens plantaardige of kunststofvezels. De meeste kwasten zijn rond, maar er zijn eveneens ovaal, platte en blokvormige kwasten. De grootte van het haaroppervlak wordt nog altijd aangegeven in duim. Voor een ronde kwast is dit de doormeter, voor een platte kwast de breedste kant. Ook wordt er soms een nummering toegepast. Door de stukadoor wordt meestal een duimskwast gebruikt. Wordt gebruikt voor het wegwassen van het mortelmelk dat zich op hoekbeschermers en andere profielen afzet. Binnenhoeken kunnen eveneens met de kwast zuiver gemaakt worden. De verfkwast in hoek meestal radiatorborstel genoemd, omdat hij algemeen gebruikt wordt om radiatoren te verven. De steel bestaat uit hout of kunststof en de is onder een bepaalde hoek geplooid. Hierdoor kan je met deze borstel op plaatsen waar je met de gewone kwast niet aankan. Tip Goed zuiver houden en spoelen met water na elk gebruik is aanbevolen. 18

1. Van klein truweel tot mixer Kwasten Blokkwast De blokkwast is een rechthoekig strijkoppervlak en bestaat uit een kunststof of houten steel met bevestigingsplaat voor de haren ( voor de betere kwaliteit) of synthetische vezels. Hij wordt benoemd naar zijn afmetingen vb. 170 x 80 mm. Blokkwast Bron: Schwan Werkzeuge Hij dient voor: het besprenkelen van te snel drogend materiaal; bevochtigen van droge ondergronden; om het napolieren te vergemakkelijken; de voorbereiding van de ondergrond. Plamuurmes Wordt gebruikt voor het wegnemen en opkuisen van, oneffenheden, kalkmelk in binnenhoeken. Ook op plaatsen waar we met het polierspaan niet bij kunnen, zoals rond hindernissen, tussen en onder leidingen. Het plamuurmes is vervaardigt uit een houten of kunststof handvat met daarin een stalen blad van uitstekende kwaliteit. Ze zijn te verkrijgen in breedten van 40 tot 100 mm. Tip Met zorg behandelen en vooral oppassen voor snijwonden. 19

1. Van klein truweel tot mixer Polierspaan De polierspaan dient om het oppervlak glad te maken en te polieren. Het blad bestaat uit staal, veredeld staal of roestvrij staal. Het blad is zeer dun ( ± 0,3 tot 0,7 mm dikte) en veerkrachtig De houten of kunststofgreep is bevestigd aan een onderstel in staal, dat op zijn beurt aan het blad geklonken is met klinknagels. Polierspaan met houten greep Bron: Schwan Werkzeuge Belangrijk Om een degelijke steun te geven aan het blad mag de bevestigingsstaaf maar iets korter zijn dan het blad. Bij slijtage van het blad moeten we vermijden dat de klinknagels later dan het blad zouden afslijten, daarom moeten de gebruikte klinknagels (messing) zachter zijn dan het blad. De opening tussen handvat en blad moet minstens 4,5 cm zijn. In de handel zijn verschillende afmetingen verkrijgbaar: nl. lengten tussen de 200 mm en de 510 mm; breedten van 75 mm tot 125 mm De keuze wordt gemaakt naar het uit te voeren werk en volgens de smaak van de gebruiker. Opgelet Zuiver houden en beschermen tegen inkepingen voorkomt krassen in de afwerklaag en verhoogt de levensduur van dit gereedschap Door het intens gebruik wordt het blad gepolierd en geslepen. Hierdoor kunnen de zijkanten zo scherp worden als een scheermes. Reparatietruweel Wordt gebruikt om kleine reparaties aan pleisterwerk uit te voeren, en zeker daar waar de toegankelijkheid met een groter spaan onmogelijk is. Het gelijkt op een smal truweel met een lemmer dat maar ± 3 cm breed is. Het heeft een uitzicht als een pannenvoeger, maar is haaks en heeft een top die recht is. Reparatietruweel Bron: Verhoeven Tools BV Wordt veelal gebruikt bij opstop. Door zijn vlakke top en zijn lang lemmer kan je de moeilijk toegankelijke plaatsen bereiken, zoals: onder raamtabletten, rondom en achter radiatoren en polieren van smalle stroken. Roestvrij houden van het lemmer is noodzaak, want roest geeft een bruine kleur af bij het polieren. 20

1. Van klein truweel tot mixer Schuurbord Wordt meestal gebruikt om kleine oneffenheden in cementbepleistering weg te werken en de bepleistering te verdichten. Door met een draaiende beweging en lichte druk over het cementoppervlak te schuren, krijgen we een egaal en gewolkt oppervlak. Een schuurbord bestaat meestal uit een kunststof (ook hout en soms onderzijde bekleed met vilt) vlak met een daarop gemonteerd gesloten handgreep. Het kunststof vlak varieert in hardheid en structuur (gewafeld, vilt) wat tot andere zichtbare effecten leidt. Verkrijgbaar in verschillende afmetingen en vormen (rechthoekig, puntvorming...) (zie foto s). Natuurlijk vraagt ook dit stukje gereedschap een goed onderhoud. Steeds afwassen met zuiver water na gebruik, zal de levensduur verlengen, maar ook de kwaliteit van het afgeleverde werk verbeteren. Een nieuw schuurbord is niet altijd zo handig in gebruik. Daarom raden we aan om van een nieuw schuurbord eerst de hoekjes wat af te ronden. Cementschuurbord 21

1. Van klein truweel tot mixer Schuurspons Met de schuurspons brengen we water op de bepleistering, dit op het moment dat het gips aan het binden is. Alzo komen de fijne poliergedeelten vrij en verloopt het polieren gemakkelijker. We kunnen met de schuurspons ook een structuur aanbrengen. Schuurspons Bron: Schwan Werkzeuge Het bestaat uit een kunststof plaat met aangegoten handvat, waarop een spons is bevestigd. Er bestaat ook een schuurspons met steel. De houten of kunststof steel is met een langs- en dwarsscharnier aan de metalen plaat bevestigd. Zo kan men in beide richtingen vlotte ronddraaiende bewegingen maken over het oppervlak. Sommige stukadoors verkiezen de 8-vorm als beweging met de schuurspons. Met de schuurspons op steel kan je van op de begane vloer, plafonds en hoge wanden afsponsen. Veiligheidstip De steel moet stevig in de houder bevestigd zijn, liefst met een gipsplaatschroef van 25 mm. Loop zo weinig mogelijk recht onder de spons (gipsspatten). Zorg voor een voldoende lange steel bij het werken aan bijvoorbeeld hoge plafonds. Om soepel te blijven werken moeten we uiteraard de scharnieren zuiver houden en regelmatig inoliën. Overvloedig spoelen met water en op de rand van een emmer of kuip de spons goed droog duwen. Tip Spons inclusief de stalen of kunststof plaat, maar ook de spons zijn afzonderlijk verkrijgbaar. De spons wordt dan met een speciale lijm op de metalen plaat gekleefd. Versteklat Een versteklat bestaat uit een houten greep en een metalen blad met een vaste lengte maar met variabele breedten namelijk: 10, 15, 25, 40 en 50 cm. Versteklat Bron: Schwan Werkzeuge 22

1. Van klein truweel tot mixer 1.3 Collectieve gereedschappen 1.3.1 Herhaling Emmer Bron: Verhoeven Tools BV Emmer Emmers kunnen gebruikt worden om kleine hoeveelheden mortel aan te maken. Ze bestaan in inhouden van 10, 12 en 20 liter. Emmers met een inhoud van 12 liter worden het vaakst gebruikt. Mengkuip Een mengkuip is een cirkelvormige kuip uit kunststof. Ze is 40 tot 60 cm hoog en heeft een inhoud tussen 30 en 220 liter. Mengkuip Bron: Verhoeven Tools BV 1.3.2 Beschrijving van andere gereedschappen Spatmolen Bron: Verhoeven Tools BV Spatmolen Een spatmolen wordt gebruikt om structuur aan te brengen op muren of plafonds. Je giet de specie in het reservoir en sluit het deksel. Wanneer je vervolgens aan de zwengel draait, wordt de borstel binnen in het molentje in beweging gebracht. De veerstalen pennen van de borstel worden in eerste instantie tegengehouden door een metalen strip. Zodra de draaikracht sterk genoeg is, buigen de pennen en trekken ze zich plots los, waardoor de specie op de pennen met kracht uit het molentje gekatapulteerd wordt. Je moet de spatten zo gelijkmatig mogelijk aanbrengen. De afstand tussen de muur en jezelf moet altijd dezelfde zijn en de draaikracht moet zo eenvormig mogelijk zijn. Een voorafgaande test is zeker geen overbodige luxe. 23

1. Van klein truweel tot mixer Trechterpistool Dit pistool bestaat uit een kunststof trechter die aan een luchtdrukpistool gekoppeld is. De trechter heeft een stevig handvat, zodat het pistool met twee handen bediend kan worden. Aan de bovenzijde wordt het luchtdrukpistool via de trechter gevoed met specie en aan de achterzijde met perslucht. Aan de voorzijde bevindt zich een sproeischijf met een aanpasbare spuitopening. De compressor voor het gebruik van het trechterpistool moet minstens 250 à 300 liter perslucht per minuut afleveren. Trechterpistool Foto: Verhoeven Tools BV Het trechterpistool wordt gebruikt om sier- en spuitpleister met een korrelige of zanderige structuur te spuiten. De specie mag korrels van meer dan 6 mm bevatten. Na elk gebruik moet je het pistool onmiddellijk volledig en grondig reinigen en naspuiten met zuiver water. Waterslang Stukadoors gebruiken de waterslang om muren, vloeren en plafonds te benevelen, bevochtigen of zuiver te spoelen. De slang bestaat uit verschillende onderdelen, o.a.: Waterslang Foto: Verhoeven Tools BV een soepele darm Deze darm is gemaakt uit kunststof en is verkrijgbaar op rollen van 25 m en 50 m. De meest gangbare diameters zijn ½ en ¾. Om aanslag aan de binnenzijde van de slang te voorkomen, kan je het best een ondoorzichtige slang gebruiken. De wand moet verstevigd zijn om te vermijden dat de slang in de knoop raakt. koppelstukken De messing of kunststof koppelstukken moeten aangepast zijn aan de diameter van de slang. Mogelijke koppelstukken zijn: nippels met een inwendige of uitwendige draad: nippels dienen om op een dubbeldienstkraan te bevestigen. Uiteraard moeten ze aangepast zijn aan de grootte van de waterkraan. dubbelnippels: dienen om langs beide zijden een snelkoppeling te bevestigen. 24

1. Van klein truweel tot mixer snelkoppelingen: worden langs de ene zijde op de slang aangesloten en klikken langs de andere zijde op de kraannippel. reparatiekoppelingen: worden gebruikt om twee slangen aan elkaar te bevestigen. Je kunt er ook een kapotte slang mee herstellen, door het kapotte stuk weg te snijden en de koppeling tussen de twee resterende stukken te plaatsen. een sproeikop en sproei- of broespistool Ook sproeikoppen of -pistolen zijn gemaakt uit messing of kunststof. Elk systeem heeft een handig kliksysteem met snelkoppelingen, zodat de onderdelen snel gewisseld kunnen worden. Industriële snelkoppelingen (GeKa) Deze koppeling zijn meestal bronzen stukken en draaien met twee speciale vorken op elkaar. Men noemt deze ook GeKakoppelingen. Hiernaast enkele voorbeelden. een vernevelaar Deze universele drukspuit is uitgerust met: een reservoir; een veilig overdrukventiel; een traploze en verstelbare sproeistraal (van volle straal tot fijne sproeinevel); een filter op de zuigbuis, die de sproeier beschermt tegen verstopping; een eenhandsmechanisme en een gebruiksvriendelijke handgreep. een opbergtoestel Dit toestel dient om de slang netjes op te rollen en op te bergen. Opgelet Sluit de watertoevoer af na elk gebruik. Verwijder na elk gebruik zo veel mogelijk water uit de slang, zeker als er kans is op vorst. Water dat bevriest, zet immers uit en kan zo de waterslang beschadigen. 25

26

1. Van klein truweel tot mixer 1.4 ELEKTRISCHE GEREEDSCHAPPEN 1.4.1 Compressor De twee belangrijkste eigenschappen van een compressor zijn: de grootte van de tank De tank werkt als buffer en bevat een voorraad lucht. Hierdoor dient de pomp niet continue te werken en is het apparaat steeds stand-by. Apparatuur met een hoog luchtverbruik kan gedurende een korte tijd uit deze voorraad putten. Bij langdurig gebruik dient de pomp echter voldoende lucht te kunnen leveren. Compressor Bron: SENCO Opgelet Omdat er relatief vochtige lucht aangezogen en samengeperst wordt komt er water vrij. Daarom bevindt er zich onder aan de tank een aftapkraantje om het gecondenseerde water, uit de tank af te tappen. de effectieve opbrengst Een pomp met een hoge opbrengst gekoppeld aan een grote tank geeft uiteraard het beste resultaat. Veel fabrikanten hanteren helaas het aanzuigvolume i.p.v. de effectieve opbrengst. Het aanzuigvolume is een zeer relatieve indicator, omdat de werkelijke opbrengst van een pomp tussen de 50 en 80 % van het aanzuigvolume ligt. Hierdoor is een vergelijking praktisch uitgesloten en heb je geen vaste basis om een goede keuze te maken. In de praktijk komen we de volgende specificaties tegen. Deze moeten naar uw eigen noodwendigheden geëvalueerd worden: Tankgrootte 25 l Voor toepassingen met een beperkt luchtverbruik 50 l 100 l Voor toepassingen met een hoger luchtverbruik gedurende korte periodes Voor toepassingen met een hoger luchtverbruik gedurende een langere periode Effectieve opbrengst Minder dan 100 l/min Van 100 tot 150 l/min Van 150 tot 200 l/min Meer dan 200 l/min Doe-het-zelfcompressoren Meestal eencilindercompressoren op 220 V Meestal tweecilindercompressoren op 220 V Zware sector. Draait meestal op drijfkracht. 27

1. Van klein truweel tot mixer Opgelet Oliecarter Goede compressoren bevatten een carter met olie. Dit oliecarter beschermt de pomp tegen vroegtijdige slijtage. Een regelmatige controle van het oliepeil is noodzakelijk. Indien het oliepeil te laag is bijvullen met de daarvoor geschikte en voorgeschreven olie. Maximumdruk Deze ligt meestal tussen 7 tot 10 bar. Geluidsniveau Een laag geluidsniveau is zeker aan te raden als de compressor zich in een gesloten werkruimte bevindt. Gewicht Het gewicht is van belang als we de compressor regelmatig moeten transporteren. Veiligheid De compressor moet voorzien zijn van de nodige veiligheidsattesten en veiligheidskeurmerken. De bewegende delen moeten goed afgeschermd en met de handen niet bereikbaar zijn. De compressor kan automatisch plots beginnen draaien, op dat moment is dit een gevaar voor mensen die in de buurt vertoeven. De goedkope aanbiedingen zijn voor de stukadoor eigenlijk niet geschikt. De tankinhoud is te klein en de effectieve opbrengst ligt meestal (ver) onder de 100 liter per minuut. Dit zijn in de regel olieloze compressoren. Door het ontbreken van olie als koel- en smeermiddel is de kans op voortijdige sleet van de pomp vrij groot. Dat geldt zeker als de pomp gedurende langere tijd achter elkaar moet werken (vb. bij stralen). Dergelijke compressoren zijn leuk om er je band mee op te pompen maar daar houdt het mee op. De meeste luchtgereedschappen gebruiken twee- tot driehonderd liter lucht per minuut. Een kleine compressor met een lage opbrengst kan dat niet gedurende een langere periode leveren. Voor een beetje serieus werk heb je toch een wat zwaardere unit nodig. 28

1. Van klein truweel tot mixer Toebehoren Blaaspistool Wordt onder andere gebruikt voor het schoonblazen van moeilijk te bereiken plekjes. Het is vervaardigd uit aluminium en kan verkregen worden met lange of korte bek. Straalpistool Wordt gebruikt in combinatie met straalmiddel en dient om vervuilde oppervlakken schoon te stralen. Straalpistool Bron: Facom Er zijn hier twee aansluitingen voorzien: de zwarte darm is de aansluiting voor aanzuiging van het straalmiddel; de andere aansluiting onder het handvat dient voor de aanzuiging van de perslucht. 1.4.2 Mixer of mengmachine Voor het mengen van gips en andere producten met water. Verschillende modellen mengstaven zijn beschikbaar voor pleister, lijm, mortel, enz. Na elke menging laten we best de mengstaaf uitdraaien in water om deze schoon te houden. Mengmachine klein model Bron: Knauf Mengstaaf Bron: Knauf Machinegegevens: afgegeven vermogen: 1100 W; elektronische sturing die het toerental automatisch regelt; toerental: 0 tot 650 tr/min; gewicht: 3,7 kg; oogbescherming dragen! Gebruik Voor het starten nagaan of de vergrendeling van de schakelaar uit staat en dat het tweede handvat gemonteerd is. De machine stevig vastnemen en je voorbereiden op de start. Starten en stoppen door de schakelaar in de revolvergreep aan te trekken of los te laten. De vergrendelknop mag NIET gebruikt worden. 29

1. Van klein truweel tot mixer Veiligheid Bij het werken met de machine steeds letten op volgende punten: oogbescherming dragen tegen opspattend materiaal; losrukken van de machine uit de handen van de gebruiker kan leiden tot kwetsuren. Bij deze gevaarlijke situatie kan het snoer rond de machine draaien en afknappen; kwetsuren door loshangende kleding en/of contact met de draaiende mixer. Opgelet na het uitschakelen loopt de machine nog een tijdje na; omdat je met water bezig bent is er gevaar voor elektrocutie. Hou daarom de motor en alle elektrische aansluitingen droog; Onderhoud Lees vooraleer een machine in gebruik te nemen aandachtig het gebruiks - en/of onderhoudsboekje; om deze instructies steeds bij de hand te hebben, kleef je ze best in het deksel van de opbergkoffer; na iedere stofaanslag de machine uitblazen met perslucht; machine niet in de regen laten liggen; handvatten en schakelaar zuiver houden; koolborstels enkel vervangen door hetzelfde type. 30

1. Van klein truweel tot mixer 1.4.3 Poliermachine De elektrische poliermachine is een monofase zwakstroom machine, d.w.z. dat deze machine met behulp van een transformator op het gewone huishoudelijke elektriciteitsnet kan functioneren. Bij het werken met een elektrisch toestel waar water aanwezig is ben je gebonden aan regels die van overheidswege zijn vastgelegd. Die regels zijn er voor ieders veiligheid, dus respecteer ze! Transformator en waterreservoir Naakte machine Daarom is het toestel uitgerust met een transformator, een waterreservoir en een machine. De transformator dient om de elektrische stroom om te zetten van 220 of 230 V naar 48 V (laagspanning). Bevochtigingsapparaat De poliermachine is geschikt voor: het sponsen en polijsten van alle typen pleistermateriaal; het afwerken van alle cementpleisterwerken voor binnen en buiten; het volledig glad zetten van de eindlagen voor binnenmuren. De machine weegt ongeveer 3,5 kg en is uitgerust met een bevochtigingapparaat en verscheidene toebehoren. Schoonmaken: gebeurt door overvloedig te spoelen met zuiver water Toebehoren 31

32

1. Van klein truweel tot mixer 1.5 persoonlijke BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM) 1.5.1 Inleiding PBM s (persoonlijke beschermingsmiddelen) zijn ontworpen om kwetsuren tijdens het uitvoeren van bepaalde werken te voorkomen, maar ook om ons lichaam te vrijwaren van allerlei schadelijke invloeden en inwerkingen. Welke werkzaamheden je verricht, bepaalt welke PBM s je moet gebruiken.»» Welke PBM s gebruikt een stukadoor? hoofdbescherming; voetbescherming; handbescherming; adembescherming; oogbescherming; gehoorbescherming; werkkledij. 33

1. Van klein truweel tot mixer 1.5.2 Herhaling 1.5.2.1 Veiligheidshelm De helm moet voorzien zijn van een CE markering en fabricagedatum. De gebruiksduur van helmen wordt door de fabrikant aangegeven. Over het algemeen geldt (bij normaal gebruik en opslag) een maximale gebruiksduur van: Polyetheen-, ABS-, polycarbonaathelm vervangen na 5 jaar, omdat dan de schokweerstand te fel is afgenomen. Een helm met glasvezel versterkt polyester en textielfenol kan langer worden gebruikt. Veiligheidshelm Foto: Theo Smulders 1.5.2.2 Veiligheidsschoenen Veiligheidsschoen Foto: Verhoeven Tools BV Laat je schoenen regelmatig verluchten en zorg steeds voor zuivere inlegzolen; Indien je schoenen nat zijn, laat ze dan eerst drogen; Doe regelmatig controle op de staat van uw schoenen:»» zit de zool los?»» is het bovenleer kapot?»» zijn de veters nog in goede staat? reinig de schoenen regelmatig met een sopje en wrijf ze daarna in met schoensmeer. 1.5.2.3 Veiligheidshandschoenen Veiligheidshandschoenen Foto: Verhoeven Tools BV Verschillende types naargelang de aard van het werk: met leder versterkt: Ze worden gebruikt bij alle handelingen waarbij bescherming tegen steen, hout enz. of tegen kneuzingen, blaren en snijden moet worden geboden; wegwerphandschoenen: in verschillende grootte in de handel; hittebestendige handschoenen; handschoenen tegen snijden: samengesteld uit kevlar of stalen ringetjes (maliënkolder). 34

1. Van klein truweel tot mixer 1.5.2.4 Adembescherming Gebruik Zet het masker op en neem het slechts af in een stofvrije omgeving. Vervang het wegwerpmasker als het inademen moeilijker wordt of wanneer je een vreemde smaak of geur waarneemt. stofmasker Foto: Verhoeven Tools BV 1.5.2.5 Veiligheidsbril Veiligheidsbril Foto: Verhoeven Tools BV Onderhoud Reinigen met water en zachte zeep, naspoelen met water en met een zachte, niet pluizende, droge doek afdrogen. Bewaren in een droge en stofvrije omgeving. Leg de bril nooit op de glazen. De bril niet meer gebruiken als de glazen gebroken of bekrast zijn. 1.5.2.6 Gehoorbescherming Op plaatsen waar nevenstaand gebodsteken is aangebracht, is het verplicht een oorbescherming te dragen. Boven 80 dba wordt gehoorbescherming aanbevolen. Boven 85 dba is gehoorbescherming wettelijk verplicht. Een van de oorzaken van gehoorbeschadiging is de continue blootstelling in een luidruchtige omgeving (> 80 dba). De gevolgen zijn meestal ernstig en blijvend. Gehoorkap en oordopjes Foto: Verhoeven Tools BV 35

1. Van klein truweel tot mixer 1.5.2.7 Werkkledij Werkkledij Foto: Theo Smulders De kleur van de werkkledij is in grote mate afhankelijk van de kleur van het te verwerken product. Zo zal voor een stukadoor de werkkledij bij voorkeur wit zijn. De gebruikte stof moet gemakkelijk te reinigen zijn en bestaat doorgaans uit 65% polyamide en 35% katoen. De werkkledij moet de nodige bewegingsvrijheid geven aan de werknemer, daarvoor zijn verschillende modellen uitgewerkt:»» overall: volledig bedekkend kledingstuk;»» pak: bestaande uit broek, sweater en jas of windjak;»» kiel: vestje;»» stofjas: lange jas. 36

2. Afwerken van het oppervlak DEEL 2: Afwerken van HET oppervlak 2.1 Eenlaagse gipsbepleistering Bewerkingen in chronologische volgorde: De voorschriften van de fabrikant moeten altijd gevolgd worden. dichtrijen Zie N. bi. 7 of N. bi. 8 Deze laag wordt: afgewerkt met tegels x x sierpleister - grof (laagdikte > 5 mm) x x sierpleister - fijn (laagdikte van 1,5 mm tot 5 mm) x x x x behang x x x x verf x x x x x gestructureerd met een spons, rol of borstel x x een truweel of door te doppen x verdichten sponzen polieren napolieren Eenlaagse gipsbepleistering wordt rechtstreeks op de dragende ondergrond aangebracht en dient als onderlaag en afwerklaag (EN-13914-2). 2.1.1 Verdichten De gipslaag wordt verdicht met het gipsmes. Verdichten heeft als doel om alle oneffenheden, groeven, bramen... weg te werken, zodat de gipslaag strak en effen wordt. Je begint te verdichten als de gipslaag voldoende gebonden is en je verdicht in de volgorde van aanzetten. Hou het gipsmes schuin tegen de gipslaag en laat het erover glijden. Het verdichten is de laatste behandeling die moet gebeuren voor: de tegels aangebracht worden; er sierpleister aangebracht wordt; er structuur aangebracht wordt met een spons, rol of borstel. Het patroon wordt overgelaten aan de fantasie van de uitvoerder en aan de smaak en goedkeuring van de opdrachtgever. Wanneer moet je verdichten? Als je het gips met je vingertoppen aanraakt of indrukt en er geen gips aan je vingers blijft kleven, is de gipslaag hard genoeg. Als er zich bij het verdichten blaasjes vormen, heb je te vroeg verdicht. 37

2. Afwerken van het oppervlak 2.1.2 Sponzen Na het verdichten is de gipslaag wel vlak en strak, maar niet glad. Om ze glad te maken, moet je ze bevochtigen met zuiver water en onmiddellijk daarna sponzen. Begin te sponzen als de gipslaag stevig, maar nog niet volledig afgebonden is. Als je de gipslaag hebt bevochtigd met de blokkwast of nevelspuit, kun je beginnen te sponzen: maak regelmatig heen- en weergaande of ronddraaiende bewegingen. Door deze bewerking ontstaat een sliblaag*, een dun vettig laagje boven op de gipslaag. Sliblaag: de laag die gevormd wordt door te sponzen. Het vet in het pleister wordt naar buiten getrokken en vormt een smeuïge brei aan het oppervlak. Wanneer de sliblaag afbindt, wordt het oppervlak ruw. 2.1.3 Polieren Vervolgens moet de sliblaag glad gemaakt worden: wanneer ze bijna afgebonden is, kan je beginnen te polieren met een polierspaan. De volgorde is dezelfde als bij het handmatig aanbrengen. Deze bewerking is voldoende voor het aanbrengen van: behang, fijne sierpleister, structuurverf. 38

2. Afwerken van het oppervlak 2.1.4 Napolieren Om het oppervlak volledig glad te maken, moet je het napolieren. Bevochtig het oppervlak en ga met de polierspaan in banen over het oppervlak met een vlotte beweging. Herhaal dit tot het vereiste resultaat bereikt is. Zodra dit het geval is, na droging, kan de schilder aan zijn voorbereidende werkzaamheden beginnen. Voor het aanbrengen van behang, fijne sierpleister en structuurverf is napolieren niet nodig. 2.1.5 Structureren Structuur wordt altijd per volledig oppervlak en door eenzelfde persoon aangebracht na het dichtrijen. Structureren betekent een bepaald patroon aanbrengen. Het kan gedaan worden met verschillende gereedschappen. De uitvoerder bepaalt het uitzicht, maar de opdrachtgever moet zijn goedkeuring geven. Structureren kan gebeuren: met een truweel; 39

2. Afwerken van het oppervlak met een borstel; met een schuurbord; door te doppen: meestal wordt loodrecht op het oppervlak gedopt met met een spons of een spaan. Het patroon is afhankelijk van de creativiteit van de uitvoerder. Om misverstanden te voorkomen, maakt de stukadoor wel verschillende stalen, waaruit de opdrachtgever dan kan kiezen. met een spatmolen; met een trechterpistool. 40

2. Afwerken van het oppervlak 2.2 Tweelaagse gipsbepleistering Deze laag wordt: Bewerkingen in chronologische volgorde: De voorschriften van de fabrikant moeten altijd gevolgd worden. gips en Zie N. bi. 7 kant-en-klare afwerklaag afgegoten vette of N. bi. 8 kalk dichtrijen afgewerkt met tegels x x sierpleister - grof (laagdikte > 5 mm) x x sierpleister - fijn (laagdikte van 1,5 mm tot 5 mm) x x x x x behang x x x x x x x x verf x x x x x x x x x x gestructureerd met een spons, rol of borstel x x x x een truweel of door te doppen x x x x schaven aanbrengen verdichten sponzen polieren napolieren aanbrengen en verdichten polieren napolieren Tweelaagse gipsbepleistering wordt rechtstreeks op de dragende ondergrond aangebracht en bestaat uit een onderlaag en een afwerklaag. 41

2. Afwerken van het oppervlak 2.2.1 Schaven Wanneer de onderlaag voldoende afgebonden is, kunnen grote oneffenheden weggewerkt worden. De oneffenheden worden uitgevlakt met een rasterschaaf en de hoeken worden gerecht met een hoekschaaf. 2.2.2 Afwerken met een kant-en-klare afwerklaag 2.2.2.1 De mortel aanmaken Giet eerst de nodige hoeveelheid aanmaakwater in een zuivere emmer of kuip. Open daarna de zak met een truweel en strooi het poeder op het aanmaakwater. 42

2. Afwerken van het oppervlak Wacht tot het water het poeder opgenomen heeft. Roer het mengsel goed en intens om met een mixer tot je een homogene en goed verwerkbare mortel krijgt. Maak de binnenrand van de emmer of kuip zuiver met het truweel. 43

2. Afwerken van het oppervlak 2.2.2.2 De mortel aanbrengen Er worden twee lagen pleisterspecie aangebracht. De eerste laag bestaat uit gips- en kalkspecie en moet heel dun aangebracht worden, zodat de onderlaag er op sommige plaatsen doorschijnt. Dat noemen we de horizontaal aangebrachte braseerlaag. Samen mogen de beide lagen maximum 1 à 2 mm dik zijn. Zo verkrijg je een bont uiterlijk, vandaar de naam blauwpleisteren. De mortel gelijkmatig over het oppervlak verdelen kan op twee manieren gebeuren: Je kan het spaarbord gebruiken om de mortel op de muur aan te brengen met de pleisterspaan. Je kan de mortel ook rechtstreeks uit de mortelkuip aanbrengen met de pleisterspaan en het truweel. 44

2. Afwerken van het oppervlak 2.2.2.3 Verdichten Als het aangebrachte materiaal niet vlak is, kan verdichten nodig zijn. 2.2.2.4 Sponzen Na het verdichten is de gipslaag wel vlak en strak, maar niet glad. Om ze glad te maken, moet je ze bevochtigen met zuiver water en onmiddellijk daarna sponzen. Begin te sponzen als de gipslaag stevig, maar nog niet volledig afgebonden is. Als je de gipslaag hebt bevochtigd met de blokkwast of nevelspuit, kun je beginnen te sponzen: maak regelmatig heen- en weergaande of ronddraaiende bewegingen. Door deze bewerking ontstaat een sliblaag*, een dun vettig laagje boven op de gipslaag. Sliblaag: de laag die gevormd wordt door te sponzen. Het vet in het pleister wordt naar buiten getrokken en vormt een smeuïge brei aan het oppervlak. Wanneer de sliblaag afbindt, wordt het oppervlak ruw. 45

2. Afwerken van het oppervlak 2.2.2.5 Polieren Vervolgens moet de sliblaag glad gemaakt worden: wanneer ze bijna afgebonden is, kan je beginnen te polieren met een polierspaan. De volgorde is dezelfde als bij het handmatig aanbrengen. Deze bewerking is voldoende voor het aanbrengen van: behang; sierpleister; structuurverf. 2.2.2.6 Napolieren Om het oppervlak volledig glad te maken, moet je het napolieren. Bevochtig het oppervlak en ga met de polierspaan in banen over het oppervlak met een vlotte beweging. Herhaal dit tot het vereiste resultaat bereikt is. Zodra dit het geval is, kan de schilder aan zijn voorbereidende werkzaamheden beginnen. Voor het aanbrengen van behang, fijne sierpleister en structuurverf is napolieren niet nodig. 2.2.2.7 Structureren Structureren wordt uitgebreid beschreven in punt 2.1.5. 46

2. Afwerken van het oppervlak 2.2.3 Afwerken met gips en afgegoten vette kalk 2.2.3.1 De afwerklaag aanmaken De grondstoffen voor de afwerklaag zijn vette kalk, gips en water. Om een goed verwerkbare pleisterspecie te verkrijgen, moeten deze bestanddelen correct gedoseerd en gemengd worden. Tip Een vuistregel is drie delen kalk en één deel gips. De afwerklaag wordt op de volgende manier aangemaakt: Schep een aantal volumedelen afgegoten kalk in een emmer. Giet er de juiste hoeveelheid zuiver water bij. Strooi er gips over en wacht tot het gips verzadigd is. Mix de bestanddelen tot de mortel homogeen en smeuïg is. 2.2.3.2 De mortel aanbrengen De volgorde is dezelfde als in punt 2.2.2.2 2.2.3.3 Polieren Vervolgens, wanneer de laag bijna afgebonden is, kan je beginnen. Polieren doe je met een vochtig polierspaan. 2.2.3.4 Napolieren Om het oppervlak volledig glad te maken, moet je het napolieren. Bevochtig het oppervlak en ga met de polierspaan in banen over het oppervlak met een vlotte beweging. Herhaal dit tot het vereiste resultaat bereikt is. Zodra dit het geval is kan, na droging, de schilder aan zijn voorbereidende werkzaamheden beginnen. Voor het aanbrengen van behang, fijne sierpleister en structuurverf is napolieren niet nodig. 2.2.3.5 Structureren Structureren wordt uitgebreid beschreven in punt 2.1.5. 47

2. Afwerken van het oppervlak 2.3 cement-kalk of EEN cement-kalkzandbepleistering 2.3.1 De al aangebrachte laag afwerken Bewerkingen in chronologische volgorde: De voorschriften van de fabrikant moeten altijd gevolgd worden. al aangebrachte laag afwerklaag Deze laag wordt: dichtrijen Zie N. bi. 7 of N. bi. 8 afgewerkt met tegels x x sierpleister - fijn (korreldikte van 1,5 mm tot 5 mm) x x x sierpleister - grof (korreldikte > 5 mm) x x x sierpleister - massa (laagdikte 5 mm) x x verf x x x x gestructureerd met een vlakke afwerking x x x x een spons, rol of borstel x x een truweel of door te doppen x x een spatmolen of trechterpistool x x x vlakschaven opruwen aanbrengen vlakschuren 2.3.1.1 Vlakschaven Wanneer de onderlaag voldoende afgebonden is, kan het geheel vlak gemaakt worden. Grote oneffenheden worden weggewerkt met een rasterschaaf en de hoeken worden gerecht met een hoekschaaf. 48

2. Afwerken van het oppervlak 2.3.1.2 Opruwen Wanneer een cementgebonden laag aangebracht wordt op de onderlaag, moet deze onderlaag opgeruwd worden, bv. met een rasterschaaf zodra de sintelhuid* breekt. Het doel is om het oppervlak ruw zuigend te maken, zodat de hechting tussen de beide lagen verbetert. Sintelhuid: het glanzend vliesje dat gevormd wordt doordat de cementmelk aan het oppervlak verhardt. 2.3.2 De afwerklaag afwerken 2.3.2.1 De mortel aanmaken Voor foto s van het aanmaken van de mortel verwijzen we naar punt 2.2.2.1. Giet eerst de nodige hoeveelheid aanmaakwater in een zuivere emmer of mortelkuip. Snij daarna de zak open en strooi het poeder op het aanmaakwater. Wacht tot het water het poeder opgenomen heeft. Roer het mengsel goed en intens om met de mixer tot je een homogene en goed verwerkbare mortel krijgt. Maak de binnenrand van de emmer of kuip zuiver met het truweel. 2.3.2.2 De mortel aanbrengen De manier van aanbrengen kan je zien op de foto s in punt 2.2.2.2. De mortel gelijkmatig over het oppervlak verdelen kan op twee manieren gebeuren: Je kan het spaarbord gebruiken om de mortel op de muur aan te brengen met de pleisterspaan. Je kan de mortel ook rechtstreeks uit de mortelkuip aanbrengen met de pleisterspaan en het truweel. 49

2. Afwerken van het oppervlak 2.3.3 Vlakschuren Het cementoppervlak wordt met een houten of kunststof schuurblok of schuurspaan vlak gemaakt en de laag wordt verdicht. Gebruik zeker geen metalen schuurblok of schuurspaan! Verwar een oppervlak vlakschuren niet met een oppervlak sponzen, zoals bij gipspleisters. Opgelet Het is afgeraden om het oppervlakte te bevochtigen wegens kans op vorming van haarscheuren. 50

2. Afwerken van het oppervlak 2.3.4 Structureren Structuur wordt altijd per volledig oppervlak en door eenzelfde persoon aangebracht na het dichtrijen. Structureren betekent een bepaald patroon aanbrengen. De uitvoerder bepaalt het uitzicht, maar de opdrachtgever moet zijn goedkeuring geven. Structureren kan gedaan worden met verschillende gereedschappen: een spons, borstel of spaan: hiermee wordt meestal loodrecht op het oppervlak gedopt. Met een borstel kunnen ook ronde bewegingen of spatten gemaakt worden. een truweel: hiermee wordt meestal in het oppervlak geslagen. Structureren met een truweel Structureren met een spons een spatmolen: deze wordt meestal opgeworpen in wratstructuur en kan eventueel afgevlakt worden. Structureren met een spatmolen Structureren met een borstel een trechterpistool: dit wordt opgespoten in wratstructuur en kan eventueel afgevlakt worden. Structureren met een spaan Structureren met een trechterpistool - wratstructuur afgevlakt 51

2. Afwerken van het oppervlak 2.4 Kalk-zandbepleistering 2.4.1 De afwerklaag aanmaken Bewerkingen in chronologische volgorde: Afwerklaag met gips en afgegoten vette kalk Deze laag wordt: dichtrijen Zie N. bi. 7 of N. bi. 8 afgewerkt met behang x x x x verf x x x x x gestructureerd met een spons, rol of borstel x x x een truweel of door te doppen x x x aanbrengen verdichten polieren napolieren Vroeger werd deze bepleisteringsmethode bijna algemeen toegepast: de afgegoten vette kalk werd ter plaatse geblust en voorbereid. Tegenwoordig wordt deze uitvoering echter minder toegepast. De grondstoffen voor de afwerklaag zijn vette kalk, gips en water. Om een goed verwerkbare pleisterspecie te verkrijgen, moeten deze bestanddelen gedoseerd en gemengd worden. De dosering van deze drie bestanddelen hangt af van de ondergrond en de vochtigheidsgraad daarvan. Tip Een vuistregel is drie delen kalk en één deel gips. De afwerklaag wordt op de volgende manier aangemaakt: Schep een aantal volumedelen afgegoten kalk in een emmer. Giet er de juiste hoeveelheid zuiver water bij. Strooi er gips over. Laat het gips even weken, zodat het zich kan volzuigen met water. Mix het mengsel tot het egaal van kleur is en een smeuïge structuur vertoont. 52

2. Afwerken van het oppervlak 2.4.2 De afwerklaag aanbrengen Er worden twee lagen pleisterspecie aangebracht. De eerste laag bestaat uit gips- en kalkspecie en moet heel dun aangebracht worden, zodat de onderlaag er op sommige plaatsen doorheen schijnt. Samen mogen de beide lagen maximum 1 à 2 mm dik zijn. Zo verkrijg je een bont uiterlijk, vandaar de naam blauwpleisteren. Om de afwerklaag aan te brengen, moet je eerst een strook langs de hoek zetten. 2.4.3 Verdichten Bij de traditionele methode wordt geen verdichting toegepast. 2.4.4 Polieren Vervolgens moet de sliblaag glad gemaakt worden: wanneer ze bijna afgebonden is, kan je beginnen te polieren met een polierspaan. De volgorde is dezelfde als bij het handmatig aanbrengen. 2.4.5 Napolieren Om het oppervlak volledig glad te maken, moet je het napolieren. Bevochtig het oppervlak en ga met de polierspaan in banen over het oppervlak met een vlotte beweging. Herhaal dit tot het vereiste resultaat bereikt is. Zodra dit het geval is, kan de schilder - na droging - aan zijn voorbereidende werkzaamheden beginnen. 2.4.6 Structureren Structureren wordt uitgebreid beschreven in punt 2.1.5. 53

2. Afwerken van het oppervlak 2.5 Gips-leembepleistering Deze laag wordt: Bewerkingen in chronologische volgorde: De voorschriften van de fabrikant moeten altijd gevolgd worden. dichtrijen Zie N. bi. 7 of N. bi. 8 afgewerkt met behang x x x x verf x x x x x verdichten sponzen polieren napolieren 2.5.1 Verdichten Wanneer moet je verdichten? Als je de gipsleem met je vingertoppen aanraakt of indrukt en er geen gips aan je vingers blijft kleven, is de gipsleemlaag hard genoeg. Als er zich bij het verdichten blaasjes vormen, heb je te vroeg verdicht. De gipsleemlaag wordt verdicht met het gipsmes. Verdichten heeft als doel om alle oneffenheden, groeven, bramen... weg te werken, zodat de gipsleemlaag strak en effen wordt. Je begint te verdichten als de gipsleemlaag voldoende gebonden is en je verdicht in de volgorde van aanzetten. Hou het gipsmes schuin tegen de gipsleemlaag en laat het erover glijden. 2.5.2 Sponzen Sliblaag: de laag die gevormd wordt door te sponzen. Het vet in het pleister wordt naar buiten getrokken en vormt een smeuïge brei aan het oppervlak. Wanneer de sliblaag afbindt, wordt het oppervlak ruw. Na het verdichten is de gipsleemlaag wel vlak en strak, maar niet glad. Om ze glad te maken, moet je ze bevochtigen met zuiver water en onmiddellijk daarna sponzen. Begin te sponzen als de gipsleemlaag stevig, maar nog niet volledig afgebonden is. Als je de gipsleemlaag hebt bevochtigd met de blokkwast of nevelspuit, kun je beginnen te sponzen: maak regelmatig heen- en weergaande of ronddraaiende bewegingen. Door deze bewerking ontstaat een sliblaag*, een dun vettig laagje boven op de gipsleemlaag. 54 2.5.3 Polieren 2.5.4 Napolieren Vervolgens moet de sliblaag glad gemaakt worden: wanneer ze bijna afgebonden is, kan je beginnen te polieren met een polierspaan. De volgorde is dezelfde als bij de vorige arbeidsgangen. Om het oppervlak volledig glad te maken, moet je het napolieren. Bevochtig het oppervlak en ga met de polierspaan in banen over het oppervlak met een vlotte beweging. Herhaal dit tot het vereiste resultaat bereikt is. Zodra dit het geval is, kan de schilder aan zijn voorbereidende werkzaamheden beginnen. Voor het aanbrengen van behang is napolieren niet nodig.