Nefit Hoog rendement Rookgasafvoer Kiezer. Voor de installateur



Vergelijkbare documenten
Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Maatwerk in systeemoplossingen

Kunststof rookgasafvoersystemen. Dat installeert wel zo makkelijk!

Nefit houdt Nederland warm

Het nieuwe beugelen! Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket L2A. Lijnopstelling

Hoog Rendement voor Hoogbouw

BM Kunststof Systemen voor afvoer van rookgassen en toevoer van verbrandingslucht

Voor de installateur. Montage-instructie. muur- en dakdoorvoerset Nefit EcomLine HR-toestellen (07/2013) NL

HET NIEUWE BEUGELEN CHECKLIST. Burgerhout PARTNER INNOVATIVE

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Het nieuwe beugelen!

Open toestel zonder trekonderbreker, lucht uit opstellingsruimte, rookgasafvoer bovendaks,

VvE Koning Karel 12 e

HR-oplossingen voor hoogbouw. Hoog Rendement Voor Hoogbouw

TECHNISCH B ULLETIN 11

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket E2, E3, E4, E5 en E6. Lijnopstelling

Installatie-instructie

Installatievoorschriften. CRB systeem

Installatievoorschriften

Info avond schouwspel

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket L2B. Lijnopstelling

Koppelstuk type VKK en VKK-HB

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk

Rookgasafvoerkanalen

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk

Voorschriften checklist Ubbink rookgasafvoersystemen. Rolux enkelwandige rookgasafvoer/ luchttoevoer in de schacht

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen

Installatievoorschriften

Voor de installateur Montage-instructie dakdoorvoerset en muurdoorvoerset Nefit TopLine HR

Voorkeur voor concentrisch! UbiFit Concentrisch Push-Fit, niet duur en super veilig!

Veiligheid van Rookgasafvoer Systemen begint bij?

Installatie-instructie

Systeemoplossing Zehnder CombiFlow

Voorschriften checklist Ubbink rookgasafvoersystemen. Rolux enkelwandige PP rookgasafvoer

Rookgasafvoer kanalen. Branderspoort Blok B te Schiedam levensduur / vernieuwen / vervangen

Product-Data-Blad. Avanta CW6. De compacte ketel met grootse prestaties

Augustus 2013 Pagina 1

Product-Data-Blad. Avanta. Hogedruk Systemen. Hogedruk Systemen Dé oplossing voor gestapelde bouw

Installatievoorschriften. CoxBRL

EG CONFORMITEITSVERKLARING. Burgerhout BV / Muelink & Grol BV Postbus 77 NL-9400 AB Assen. BM aluminium en RVS rookgasafvoersystemen

HET COMPLETE PROGRAMMA ROOKGASAFVOERSYSTEMEN

Dakdoorvoeren Rookgasafvoermateriaal Bouwartikelen

DOSSIER NR 3. INSTALLATIES MET GESLOTEN AARDGASTOESTELLEN conform de normen NBN D (2004) en NBN B (2006)

Schoorsteenkanalen bij grote stookplaatsen

Avanta Hogedruksysteem

MultiVent ventilatieprogramma. Voor een gezond binnenklimaat en verhoogd wooncomfort

Deskundig, ervaren, onafhankelijk al meer dan 25 jaar

Installatievoorschriften

D e s i g n e d t o b e d i f f e r e n t

Verdient u wel snel genoeg de meerprijs t.o.v. een VR toestel terug? Hieronder treft u een overzicht aan welke u wellicht kan helpen in uw keuze.

Adviesprijzen. Nefit cv-ketels, cv-boilers en toebehoren. Januari Nefit houdt Nederland warm

Remeha Hogedruksysteem

MultiVent ventilatieprogramma. Voor een gezond binnenklimaat en verhoogd wooncomfort

Koppelstuk CV + WTW Brink artikelcode:

Het cascadesysteem. in één compact toestel

Rolux 5G. Combineer design met een topprestatie

Rookgasafvoer en Luchttoevoer

CONCENTRISCH ROOKGASAFVOERSYSTEEM

Uw ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer

KNOEIWERK. FOTO 2 Aansluitkanaal - twee stukken flexibele metalen buis met verschillende doormeter aan elkaar vastgezet.

Alfabetische Inhoudsopgave

Dakdoorvoeren Rookgasafvoermateriaal Bouwartikelen

Uw ventilatiesysteem: Vraaggestuurde ventilatie met natuurlijke toevoer, mechanische afvoer;

GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

Nieuwe Europese wetgeving voor cv-ketels. Een probleem?

Praktijkboek Rookgasafvoersystemen. Remeha Avanta en Aquanta

SCIOS-INFORMATIEBLAD Deel 17

Hoog rendement voor vrijwel elke bestaande situatie. Gasabsorptiewarmtepompen. Logatherm GWPL 35

MultiVent ventilatieprogramma. Voor een gezond binnenklimaat en verhoogd wooncomfort

Installatievoorschrift. Koppelstuk CV+WTW

Installatievoorschriften NEN 7203

VERNIEUWD ROOKGASAFVOERSYSTEMEN STAR FLEXIBEL - CONCENTRISCH.

FLEX FLEXIBEL KUNSTSTOF AFVOEREN MINIFLEX, FLEX, TWINFLEX EN MULTIFLEX

Sfeer en rendement voor ieder interieur

Nefit SolarLine II zonneboilers. SolarLine II Warm water met zonneenergie

Twister Condenserende HR RVS boiler

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

KVBG aanbeveling in verband met de collectoraansluiting voor verbrandingsgassen van meerdere op aardgas gestookte warmtegeneratoren

MultiVent 5V, klaar voor de toekomst! Optimale prestatie en design voor mechanische ventilatie!

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk!

Voorkeur voor concentrisch! UbiFit Concentrisch Push-Fit, veiligheid is nog nooit zo voordelig geweest!

FLEX FLEXIBEL KUNSTSTOF AFVOEREN MINIFLEX, FLEX, TWINFLEX EN MULTIFLEX

Kompakt Schoorsteen 2.0. Een slimme en eigentijdse oplossing voor dakhellingen 15-55!

thermocompact Gemaakt voor het gemak

Robuust, compact en servicevriendelijk. Zeer laag elektriciteitsverbruik. Aluminium HR-ketels. Logano plus GB312.

SGE HR-Condenserende gas-zonneboiler met geïntegreerde

Quinta 25/30s en 28/35c

Quinta Pro 45/65/90/115

VIESMANN. Montagehandleiding. Accessoires voor gesloten werking. Aanwijzingen voor de installatie. Veiligheidsvoorschriften. Luchttoevoersystemen

Nummer 87833/02 Vervangt 87833/01. Geldig tot Pagina 1 van 5

Nefit Economy VR-ketels. Nefit houdt Nederland warm

Metaloterm G. Dubbelwandige gasafvoeren voor atmosferische, gasgestookte toestellen. Total Solutions in Chimney Systems

Quinta Pro Cascade Systemen

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Systeemoplossing CombiFlow

Transcriptie:

Nefit Hoog rendement Rookgasafvoer Kiezer Voor de installateur

Wijzigingen voorbehouden! 2 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer 12/2003

Inhoudsopgave 1 Snelkiezer............................ 4 1.1 Inleiding.................................. 4 1.2 Overzicht mogelijke opstellingen HR-ketels....... 5 1.3 Keuze van de HR-ketel....................... 7 1.3.1 Rookgasafvoer bij individuele opstellingen........ 8 1.3.2 Rookgasafvoer bij gemeenschappelijke afvoer / toevoer (CLV)...................... 10 1.3.3 Rookgasafvoer bij cascade opstellingen........ 12 2 Achtergrondinformatie................ 14 2.1 Inleiding................................. 14 2.2 Individuele opstellingen..................... 14 2.2.1 Open individuele opstellingen................. 14 2.3 Gesloten individuele opstellingen.............. 15 2.3.1 Geveldoorvoer............................ 15 2.3.2 Dakdoorvoer.............................. 15 2.3.3 Luchtaanvoer en rookgasafvoer in verschillend drukvlak....................... 15 3 CLV-systemen: gemeenschappelijke rookgasafvoer en luchttoevoer............. 17 3.1 CLV algemeen............................ 17 3.2 Concentrische CLV-systemen................ 18 3.3 Parallelle CLV-systemen.................... 18 3.4 CLV variant in de bestaande bouw............. 18 3.5 Half CLV-systemen......................... 19 3.6 Impregneren.............................. 19 4 Cascade-opstellingen................. 20 4.1 Open cascade-opstelling.................... 20 4.2 Gesloten cascade-opstelling.................. 20 4.2.1 Individuele concentrische dakdoorvoer......... 21 4.2.2 Gemeenschappelijke rookgasafvoer en luchttoevoer onder gelijke windinvloed.......... 21 4.2.3 Gemeenschappelijke rookgasafvoer en luchttoevoer onder verschillende windinvloed.... 22 Voorwoord Actualisering van de documentatie Wij wensen u veel gebruiksgemak van deze rookgasafvoerkiezer. Heeft u voorstellen voor verbeteringen of heeft u onrechtmatigheden vastgesteld, neemt u dan contact met ons op. Documentnummer: 716.348A 3838 Uitgave: 12/2003 Nefit Buderus B.V. Afdeling Technische Ondersteuning Postbus 3 7400 AA Deventer telefoon: 0570-678566 fax: 0570-678586 e-mail: service@nefit.nl. Geraadpleegde bronnen: Toe- en afvoer compact, Gastec (NL) Gastoepassingen en systemen, Gastec (NL) TRGI 86/96, DVGE (D) Disclaimer Om u zo goed mogelijk van dienst te zijn bij uw ketelkeuze en het daarbij behorende RGA/LTV traject is aan dit document de nodige zorg en aandacht besteed. Wij kunnen echter niet instaan voor eventuele onjuistheden en wijzen eventuele claims en gevolgschade van de hand. Raadpleeg altijd de plaatselijke wetgever(s). 5 Montage-aspecten.................... 23 5.1 Algemeen................................ 23 5.2 Dakdoorvoersets........................... 24 5.3 Geveluitmondingen......................... 25 5.4 Individuele voeringen....................... 26 5.5 Montage voorbeeld op een gevoerd bestaand kanaal........................... 27 5.6 Montage voorbeeld op een flexibel gevoerd bestaand kanaal........................... 27 6 Materialen........................... 28 7 Uitmonding, goede werking en afstanden. 29 7.1 Beïnvloedingsfactoren...................... 29 7.2 Vorm van uitmonding....................... 29 7.3 IJspegelvorming........................... 30 7.4 Gesloten toestellen......................... 30 7.5 Open toestellen............................ 30 7.6 Aanvullende voorwaarden bij hoogbouw........ 30 Wijzigingen voorbehouden! Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 12/2003 3

1 Snelkiezer 1 Snelkiezer 1.1 Inleiding Nefit is een van de belangrijkste producenten van HR-ketels in Europa. Sinds de introductie van dit keteltype kozen in Nederland twee van de drie bezitters van een eigen huis voor een HR-ketel van Nefit. Van alle HR-ketels die in Europa voor warmte en warm water zorgen, zijn de meeste ontwikkeld en geproduceerd in Deventer en Buinen. Het merendeel van HR-ketels functioneert als een afzonderlijk systeem met een eigen aanvoer van lucht en afvoer van verbrandingsgassen. In de Nederlandse particuliere markt is in 75 à 80% van de gevallen sprake van een dakdoorvoer; voor de rest wordt meestal een geveluitmonding toegepast. In toenemende mate zijn HR-ketels echter te vinden in grotere wooncomplexen zoals flats en maisonnettes, scholen, verzorgingstehuizen en dergelijke. In deze gestapelde bouw komen veel varianten voor en de aanvoer van lucht en de afvoer van rookgassen kan er via een complex traject verlopen. In nieuwbouw kiest men meestal voor een gecombineerd luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem (CLV). In de bestaande bouw is hiervoor meestal onvoldoende ruimte aanwezig en bij renovatiewerkzaamheden moet men daarom vaak uitwijken naar andere oplossingen. Dit marktsegment kenmerkt zich door een grote diversiteit. Waar bij het ene gebouw een oplossing prima voldoet, is deze voor het andere gebouw soms totaal ongeschikt. Als één van de belangrijkste spelers in de HR-markt wil Nefit de installateur duidelijkheid bieden in deze grote verscheidenheid aan systemen voor aanvoer van lucht en afvoer van rookgassen. In dit document presenteren wij u een doeltreffende methode om voor iedere situatie de optimale uitvoering te verwezenlijken. In drie stappen naar de juiste rookgasafvoer Dit document bestaat uit twee delen. Met de Snelkiezer Rookgasafvoer (deel 1) vindt u in drie stappen snel en eenvoudig de juiste combinatie van HR-ketel en rookgasafvoersysteem: Stap 1 (pagina 5), Bepaal de toestelclassificatie die op de bestaande of te construeren opstelling van toepassing is. Stap 2 (pagina 7), Kies een Nefit-HR-ketel met de vereiste toestelclassificatie. Stap 3 Bepaal bij het gekozen toestel aan de hand van uitgebreide tabellen de mogelijkheden voor rookgasafvoer en luchttoevoer bij: 3.1 Individuele opstelling (pagina 14); 3.2 Gestapelde bouw / gemeenschappelijke afvoer (pagina 17) 3.3 Cascade opstelling (pagina 20) In het tweede deel vindt u achtergrondinformatie zoals: toelichting op de verschillende opstellingen ; montage-aspecten ; uitmonding-gebieden ; brandveiligheidsaspecten. Nefit levert via de groothandel, rookgasafvoer- en luchttoevoermateriaal voor individuele systemen (dakdoorvoer- en geveldoorvoersets). Voor collectieve systemen kan Nefit u in contact brengen met relaties die het systeem op maat voor u kunnen maken. Nefit kan daarbij van dienst zijn met betrekking tot de juiste dimensionering van het gezamenlijke rookgassysteem. Wij hebben ruime ervaring met toepassingen in de diverse bouwen en zijn u graag met advies van dienst. Nefit Buderus Technische Ondersteuning telefoon: 0570-678566 fax: 0570-678586 e-mail: service@nefit.nl 4 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

1 Snelkiezer 1.2 Overzicht mogelijke opstellingen HR-ketels Stap 1 Bepaal de toestelclassificatie die op de bestaande of te construeren opstelling van toepassing is. In de twee figuren op de volgende pagina zijn de meest voorkomende opstellingen weergegeven van HR-ketels in combinatie met diverse systemen voor luchttoevoer en rookgasafvoer. In deze figuren kunt u snel de in uw situatie aanwezige of meest gewenste opstelling kiezen. Zie voor meer details deel 2: Achtergrondinformatie. Bij de ketel is steeds een code aangegeven. Dit is de toestelclassificatie, die volgens Europese regelgeving op alle gastoestellen aanwezig moet zijn. Maatgevend voor de classificatie is de manier van toevoer van de verbrandingslucht en de afvoer van de rookgassen. Op basis van deze in deze figuur opgenomen classificaties kunt u in het volgende hoofdstuk vaststellen welk toestel in de betreffende situatie kan worden toegepast. Verklaring codes toestelclassificatie De toestelclassificatie kent 3 hoofdgroepen, met letters aangeduid. Iedere hoofdgroep is met cijfers in subgroepen onderverdeeld. Type A: Afvoerloze toestellen Deze systemen worden door Nefit niet geleverd. Type B: Afvoergebonden open toestellen Deze toestellen vereisen een rookgasafvoersysteem maar zijn open waar het de aanvoer van de verbrandingslucht betreft. Deze wordt betrokken uit de ruimte waarin het toestel staat opgesteld of elders uit het gebouw. B1: Met trekonderbreker B2: Zonder trekonderbreker B3: Zonder trekonderbreker, aan te sluiten op een gezamenlijk rookgasafvoerkanaal met een natuurlijke trek. Type C: Gesloten toestellen Bij deze toestellen is het complete verbrandingscircuit (luchttoevoer, verbrandingsruimte, warmtewisselaar, afvoer van het rookgas) afgesloten van de ruimte waarin het toestel staat opgesteld. C1: Aan te sluiten op een horizontale in / uitlaatconstructie (geveldoorvoer), kan en mag zowel concentrisch als parallel zijn, mits aan- en afvoer onder gelijke windinvloed staan. C2: Vroegere toestelclassificatie voor o.a. stadsgas toestellen. Niet (meer) van toepassing. C3: Aan te sluiten op een verticale in / uitlaatconstructie (dakdoorvoer), kan en mag zowel concentrisch als parallel zijn, mits aan- en afvoer onder gelijke windinvloed staan. C4: Aan te sluiten op een gezamenlijk rookgasafvoer / luchttoevoer (CLV systeem), kan en mag zowel concentrisch als parallel zijn, mits aan- en afvoer onder gelijke windinvloed staan. C5: Aan te sluiten op afzonderlijke leidingen voor de rookgasafvoer en de luchttoevoer. Deze leidingen monden uit in verschillende drukgebieden (bijv. lucht uit de gevel en rookgas naar het dak). C6: Aan te sluiten op goedgekeurd universeel rookgasafvoer- en luchttoevoermateriaal dat onafhankelijk van het toestel is gekeurd. C7: Rookgaszijdig aan te sluiten op een verticale dakdoorvoer d.m.v. een speciaal trekonderbreker/luchttoevoer kruisstuk dat elders in het gebouw wordt geplaatst. Engels systeem; niet ondersteund door Nederlandse en Duitse normen. C8: Rookgaszijdig aan te sluiten op een gemeenschappelijk afvoerkanaal, uitmonding via het dak. De verbrandingslucht wordt individueel op het toestel aangesloten, uitmonding in de gevel (het zogenaamde 'halve' CLV-systeem). Voor zowel de type B als C toestellen wordt de classificatie uitgebreid met een tweede cijfer dat aangeeft of het toestel met een ventilator is uitgerust: 1: Natuurlijke afvoer (geen ventilator) 2: Rookgasafvoer ventilator 3: Luchttoevoer ventilator Voorbeeld: C53: Gesloten toestel, geschikt om aan te sluiten op een rookgasafvoer en luchttoevoer in verschillende drukgebieden (eerste cijfer is een 5), met een ventilator in de luchttoevoer (tweede cijfer is een 3). 5 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

1 Snelkiezer wc douche keuken C3 C3 C4 B2 wc douche keuken C5 C4 C4 C4 C1 wc douche keuken C1 C4 C4 C4 C8 wc douche keuken B2 C4 C4 C4 C8 Geveluitmonding CLV concentrisch CLV parallel CLV lucht via schacht half CLV afvoer in mechanische ventilatiesysteem afb. 1 C8 C4 C3 C3 C8 * C8 C4 C3 C8 * C1 C4 C3 C8 C8 C4 C3 Cascade Lijnopstelling B2 half CLV CLV lucht via schacht Individueel gevoerd C4 variant Afvoer individueel Luchttoevoer via schacht Half CLV Afvoer geïmpregneerd afb. 2 6 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

Snelkiezer 1 1.3 Keuze van de HR-ketel Stap 2 Kies een Nefit HR-ketel met de vereiste toestelclassificatie Nefit HR-ketel Toestelclassificatie Nefit brengt een drietal HR-keteltypen op de markt: Economy, SmartLine en EcomLine. Op de volgende pagina vindt u detailinformatie over deze toestellen. B 23 B 33 C 13 C 33 C 43 C 53 C 63 C 73 C 83 Tabel 1 geeft aan welke toestelclassificaties op de verschillende Nefit HR-ketels van toepassing zijn. Hiermee is vast te stellen of de betreffende ketel in principe voor de gewenste opstelling (zoals gekozen in stap 1 op de vorige pagina's) is in te zetten. Een kruisje (x) betekent dat de ketel over de betreffende toestelclassificatie beschikt. Of de ketel daadwerkelijk met het gewenste rookgasafvoerc.q. luchttoevoersysteem gecombineerd kan worden, hangt af van parameters zoals onder andere de diameter en de lengte van de rookgasafvoer/luchttoevoer en de zogenaamde restopvoerhoogte van de toestelventilator. De volgende paragrafen bevatten uitgebreide tabellen met alle relevante gegevens voor nauwkeurige berekening van de realiseerbaarheid van de gewenste ketel/luchtaanvoer/rookgasafvoer combinatie. Productinfomatie Nefit HR-ketels Economy HRC 24 / CW 3: Compact toestel en toch warm water op voorraad; Snel warm water, dus minder waterverspilling; Gaskeur CW 3: 6 liter warm water van 60 C per minuut; Modulerende pomp; Interne kunststof RGA buis. Economy HR Economy HR(C) SMARTLINE HR SmartLine HR x x x x x x x x x x x x x x x x SmartLine HRC 24 CW 3 en CW 4 Compact toestel en toch warm water op voorraad; Snel warm water, dus minder waterverspilling; Gaskeur CW 3 en CW 4: extra grote warm water productie van respectievelijk 6 en 8 liter warm water van 60 C per minuut; Modulerende pomp; Handige snelsluitingen voor snelle service; Interne kunststof RGA-buis. EcomLine Excellent HR 15 jaar garantie; Classic HR - Single ketels: 22, 30, 43 en 65 kw ; Single ketels (behalve HR 65) te combineren met 75-liter-EcomFit-designboiler; Combi ketels: 22 kw (CW 4) of 30 kw (CW 5); Combi ketels voorzien van 25-liter voorraadboiler; EcomFit- designboiler (75 liter) van 40 kw voor HR 43: CW 6 of met 80- of 120- liter boiler; Geen tapdrempel; Modulerende pomp (Excellent); Ingebouwd overstortventiel (Excellent); Classic (single ketels) geschikt voor cascade toepassingen. EcomLine HR EcomLine HR(C) tabel 1 Toestelclassificatie Nefit HR-ketels x x 1) x x x x 1) met uitzondering van de EcomLine - 65 kw. LET OP! Bij HR-ketels mag alleen HR-geschikt rookgasafvoer materiaal worden toegepast, dit in verband met onder andere de wanddikte van het materiaal, de condenswaterbestendigheid en ijspegelvorming op de uitmonding. Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 7

1 Snelkiezer 1.3.1 Rookgasafvoer bij individuele opstellingen Stap 3a Berekening van de mogelijkheden voor het systeem voor rookgasafvoer en luchttoevoer, bij individuele opstellingen. De tabel hieronder bevat de gegevens waarmee te berekenen is of de gekozen ketel daadwerkelijk met het gewenste rookgasafvoer- c.q. luchttoevoersysteem gecombineerd kan worden. De maximale leidinglengte van de luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen tezamen wordt bepaald door de totale weerstand van alle componenten in het rookgasafvoer/ luchttoevoersysteem bij elkaar op te tellen. Deze gezamenlijke weerstand mag de beschikbare restopvoerhoogte van de ventilator (p w max [Pa]) van de ketel niet overschrijden. Voorbeelden A: Voorbeeld met dakdoorvoer. Keteltype SmartLine HR 24(C), restopvoerhoogte is 75 Pa. 4 RGA bochten 90, 4 LTV bochten 90, dakdoorvoer, 8 mtr leidinglengte (LTV + RGA). Alles uitgevoerd in Ø 80 mm. 4 x RGA bocht 90 weerstand = 20,8 Pa 4 x LTV bocht 90 weerstand = 11,6 Pa 1 x dakdoorvoer weerstand = 14,4 Pa 8 mtr leiding RGA weerstand = 8,0 Pa 8 mtr leiding LTV weerstand = 5,6 Pa Totale weerstand = 60,4 Pa (mag 75 Pa zijn) Conclusie: Toegestaan B: Voorbeeld met geveldoorvoer. Keteltype EcomLine (43), restopvoerhoogte 70 Pa. 2 RGA bochten 90, 2 LTV bochten 90, geveldoorvoer, 4 mtr leidinglengte (LTV + RGA). Alles uitgevoerd in Ø 80 mm. 2 x RGA bocht 90 weerstand = 23,4 Pa 2 x LTV bocht 90 weerstand = 14,4 Pa 1 x geveldoorvoer weerstand = 22,0 Pa 4 mtr leiding RGA weerstand = 8,8 Pa 4 mtr leiding LTV weerstand = 6,0 Pa Totale weerstand = 74,6 Pa (mag 70 Pa zijn) Conclusie: Niet Toegestaan Oplossing: gebruik een grotere diameter 1 m 90 90 1 m 3 m 3 m 90 90 90 1 m 90 3 m afb. 3 afb. 4 8 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

Snelkiezer 1 (kw) Economy SmartLine EcomLine 24 11 24(C) 22(C) 22/CW4 30(C) 30/CW5 43 65 p w max Aluminium Ø [mm] [Pa] [Pa] [Pa] [Pa] [Pa] [Pa] [Pa] [Pa] [Pa] Parallel rookgasafvoer 45 70 10 75 70 70 70 70 70 90 80 1.6 1.3 1.6 1.2 1.6 1.8 2.9 3.7 8.9 90 0.8 1.2 1.4 2.2 2.8 6.7 100 0.5 0.1 0.5 0.4 0.5 0.6 0.8 0.9 2.0 110 0.1 0.2 0.2 0.3 0.4 0.9 90 80 5.2 1.1 5.2 4.0 5.4 6.0 9.3 11.7 26.6 90 2.8 4.0 4.5 7.1 9.0 20.0 100 1.7 0.4 1.7 1.3 1.7 1.9 2.8 3.5 7.2 110 0.8 1.1 1.2 1.8 2.2 5.3 1 M 80 1.0 0.2 1.0 0.8 1.1 1.2 1.8 2.2 5.3 90 0.7 1.0 1.1 1.5 1.8 4.4 100 0.4 0.1 0.4 0.3 0.4 0.5 0.7 0.8 1.7 110 0.1 0.1 0.1 0.2 0.3 0.7 Parallel luchttoevoer 45 80 0.9 0.2 0.9 0.7 1.1 1.2 1.8 2.3 5.3 90 0.5 0.7 0.5 1.3 1.7 4.1 100 0.3 0.1 0.3 0.2 0.3 0.4 0.6 0.7 1.6 110 - - - - 0.2 0.5 90 80 2.9 0.6 2.9 2.2 3.4 4.0 5.8 7.2 16.0 90 1.6 2.4 2.8 4.3 5.4 12.5 100 1.2 0.2 1.2 0.9 1.2 1.3 1.8 2.2 4.4 110 - - - - 0.3 0.6 1 M 80 0.7 0.1 0.7 0.5 0.7 0.8 1.2 1.5 3.6 90 0.4 0.6 0.7 1.0 1.3 3.1 100 0.3 0.1 0.3 0.2 0.3 0.3 0.5 0.6 1.4 110 - - - - 0.1 0.2 Concentrisch rookgasafvoer/luchttoevoer 45 80/125 1.8 0.4 1.8 1.4 1.8 2.0 3.0 3.7-100/150 1.4 0.3 1.4 1.1 1.1 1.1 1.5 1.8-90 80/125 2.9 0.6 2.9 2.2 2.9 3.3 4.8 6.0-100/150 2.2 0.5 2.2 1.7 1.8 1.8 2.3 2.7-1 M 80/125 2.0 0.4 2.0 1.5 2.0 2.3 3.3 4.0-100/150 0.8 0.2 0.8 0.6 0.9 1.0 1.5 1.8 - Dakdoorvoer 80/125 14.4 3.0 14.4 11.0 15.8 18.0 27.2 34.0 75.5 100/150 - - - - - 37.0 Muurdoorvoer 80/125 8.5 1.8 8.5 6.5 10.2 12.0 17.7 22.0 100/150 tabel 2 Individuele rookgasafvoer weerstanden per component of per meter aluminium leiding. Kleinere diameters op aanvraag evenals flexibel RVS en kunststof Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 9

1 Snelkiezer 1.3.2 Rookgasafvoer bij gemeenschappelijke afvoer / toevoer (CLV) Stap 3b Berekening van de mogelijkheden voor het systeem voor rookgasafvoer en luchttoevoer, bij gemeenschappelijke afvoeren / toevoeren. Bij eengezinswoningen levert de toepassing van gesloten toestellen in het algemeen geen problemen op. In de gestapelde bouw is het echter vaak minder eenvoudig om een geschikte plaats te vinden voor de in- en uitstromingsconstructie. Om in de gestapelde bouw toch gesloten toestellen te kunnen toepassen heeft GASTEC in het begin van de jaren tachtig een onderzoek uitgevoerd naar gemeenschappelijke luchttoevoer/rookgasafvoersystemen voor gesloten toestellen waarop per verdieping één of meer toestellen kunnen worden aangesloten. Inmiddels worden deze zogenaamde CLV-systemen op grote schaal toegepast. Een aantal rookgasafvoer fabrikanten heeft momenteel het GASTEC QA-merk op hun gemeenschappelijke rookgasafvoer (CLV)-systeem. De tabel op de pagina hiernaast bevat de vereiste diameters voor het CLV-systeem afhankelijk van het aantal toestellen. Deze diameters zijn berekend op basis van het zogenaamde onderdruk systeem. De kap op een gemeenschappelijk (CLV) systeem wordt meestal voorzien van een diffusor of een andere constructie die er zorg voor draagt dat er te allen tijde voldoende onderdruk in de rookgasafvoer (RGA) ontstaat, zelfs bij windaanvallen uit verschillende richtingen. Voorbeeld Bij renovatie van een flatgebouw van 5 etages hoog worden de aanwezige VR-ketels vervangen door HR-toestellen (Nefit SmartLine HRC 24 CW 3). Er zijn steeds vijf wooneenheden aangesloten op een gezamenlijk rechthoekig bouwkundig kanaal van 330 x 650 mm. Optie 1 Concentrisch CLV De benodigde ruimte is minimaal 375 mm (opgebouwd uit diameter LTV c is Ø 335 mm (zie kolom tabel; 5 woonlagen tot 25 kw LTV c) + ca 40 mm aansluitstomp is tezamen ca 375 mm). Conclusie: Dit past niet in het bestaande kanaal. Optie 2 Parallel CLV De benodigde ruimte is minimaal 325 mm (opgebouwd uit diameter LTV p is Ø 285 mm (zie kolom tabel; 5 woonlagen tot 25 kw LTV p) + ca 40 mm aansluitstomp is tezamen ca 325 mm). Conclusie: Dit past wel in het bestaande kanaal. Er mogen zich echter geen obstakels zoals klonten, cement baarden en dergelijke in het kanaal bevinden i.v.m. het laten zaken van de gezamenlijke leidingen. Optie 3 Half CLV De benodigde ruimte is minimaal 220 mm (opgebouwd uit diameter RGA is Ø 180 mm (zie kolom tabel; 5 woonlagen tot 25 kw, RGA) + ca 40 mm aansluitstomp is tezamen ca 220 mm). Conclusie: Op basis van de diameter past deze oplossing het beste in het bestaande kanaal. Dan moet wel voor de verbrandingslucht van de ketel separaat een geveldoorvoer worden aangebracht. (toestelclassificatie C83) LET OP! In dit voorbeeld zijn de aanwezige kanalen niet geschikt voor het aansluiten van HR toestellen i.v.m. condensvorming. Het bestaande kanaal dient te worden gevoerd met een materiaal dat geschikt is voor condenserende toestellen 10 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

Snelkiezer 1 Bel. ketel Tot 25 kw Ø [mm] Tot 30 kw Ø [mm] RGA LTV C LTV P TO RGA LTV C LTV P TO 2 135 260 220 90 160 305 260 105 3 160 300 260 105 170 325 275 115 4 170 315 270 110 180 345 295 120 5 180 335 285 115 190 365 310 125 6 185 350 300 120 200 380 325 135 7 195 370 315 130 210 400 345 140 8 205 385 330 135 220 420 360 145 aantal toestellen per strang 9 210 400 345 140 230 440 375 150 10 220 420 360 145 240 460 395 160 11 230 435 375 150 250 480 410 165 12 240 450 385 155 260 500 430 175 13 250 470 400 160 270 520 445 180 14 265 505 435 175 280 540 460 185 15 265 505 430 175 290 560 480 195 16 275 520 445 180 300 580 495 200 17 285 535 460 185 310 595 510 205 18 295 555 475 190 320 615 530 215 19 300 570 490 195 320 615 530 215 20 310 585 505 205 340 655 560 225 RGA LTV C - Rookgasafvoer diameter - Luchttoevoerdiameter concentrisch LTV P TO - Luchttoevoerdiameter parallel - Trekonderbreker tabel 3 Diameters gezamenlijke RGA / LTV (op basis van onderdruk CLV) Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 11

1 Snelkiezer Opmerkingen: De in tabel 3 opgenomen diameters zijn hydraulische diameters (Dh). Voor niet ronde kanalen kan de Dh worden berekend volgens: Dh = 4 x oppervlakte / omtrek Voorbeeld: rechthoekig kanaal van 200 x 250 mm Is gelijk aan: 4 x (200 x 250) / (2 x 200) + (2 x 250) = 200.000 / 900 = Dh van Ø 222 mm. De genoemde diameters van de TO zijn richtwaarden. De leverancier van het afvoersysteem draagt er zorg voor dat recirculatie van rookgassen wordt voorkomen. Tabel 3 is ook van toepassing indien er per woonlaag 2 ketels op het kanaal worden aangesloten, zolang u maar uitgaat van het totaal aantal ketels per strang. Voor een gebouw van 4 etages hoog met 2 ketels per etage zoekt u dus de betreffende diameter voor 8 toestellen. Let echter wel op het bijbehorende maximale vermogen. Bij deze constructie dient tussen de beide toestelaansluitleidingen een onderling hoogteverschil van minimaal 180 mm h.o.h (hart op hart) te zijn. Bij afwijkingen of kleinere diameters kunt u contact op nemen met Nefit. Nefit SmartLine 11 kw, diameters op aanvraag. LTV C RGA Afstand tussen TO en eerste afvoeraansluiting minimaal 1 m inspectieluik afb. 5 TO condensopvang (naar sifon) 1.3.3 Rookgasafvoer bij cascade opstellingen Stap 3c Berekening van de mogelijkheden voor cascadesystemen. Cascade opstellingen van CV ketels zijn installaties waarbij meerdere toestellen in één ruimte waterzijdig aan elkaar zijn gekoppeld. Op deze wijze ontstaat een HR-verwarmingssysteem met een voldoende hoog vermogen voor de verwarming van grotere gebouwen. De tabel op de volgende pagina bevat de gegevens om de uitvoering van het rookgaskanaal te bepalen bij cascadesystemen met een 'open' luchtaanvoer. De verbrandingslucht wordt dan betrokken uit de opstellingsruimte (toestelclassificatie B 23 ). Indien er binnen het gebouw niet of niet voldoende ruimte beschikbaar is voor een cascade-opstelling, dan heeft Nefit hier een maatoplossing voor, namelijk de Ecomtainer. Deze container is voorzien van een complete verwarmings installatie volgens het plug-and-plan principe. De Ecomtainer kan op (bijna) elke plaats buiten het gebouw worden gesitueerd, waardoor de ruimte binnen het gebouw voor andere doeleinden gebruikt kan worden. 12 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

Snelkiezer 1 Voorbeeld Vervanging van een collectief CV systeem met een opgesteld vermogen van 220 kw door een Nefit Ecomline cascadesysteem. Uit de tweede kolom van de tabel (onder het Σ-teken) volgt dat u de keuze heeft om 216 kw of 238 kw terug te plaatsen. In de eerste kolom staan de betreffende toestellen alsmede de opstellingsmogelijkheden: lijn (L4), rug (R4) of ecomtainer (E4; twee om twee toestellen boven elkaar). Max. 3 m 10 m Indien de rookgas trekhoogte ca 10 meter bedraagt, kunt u voor het gekozen terug te plaatsen vermogen de diameter direct aflezen uit de tabel. Voor 216 kw dient de diameter 240 mm te zijn, en voor 238 kw bij dezelfde trekhoogte van 10 meter is de diameter bepaald op 250 mm. afb. 6 Casca-de systemen EcomLine HR 22 30 43 65 Σ [kw] Binnen diameter van de rookgascollector [mm] Lengte van het verticale deel van de rookgasafvoer (trekhoogte) [m] h=2 h=3 h=4 h=5 h=6 h=7 h=8 h=9 h=10 h=11 h=12 h=13 h=14 h=15 h=16 h=17 h=18 h=19 h=20 L2A 2 44 120 120 120 110 110 110 110 110 110 110 110 110 110 110 110 110 110 110 110 L2A 1 1 52 130 130 130 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 L2A 2 60 140 130 130 130 130 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 Twinfit 1 1 73 150 140 140 140 130 130 130 130 130 130 130 130 130 130 130 130 130 130 130 L2B, E2 2 86 160 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 L2B, E2 1 1 108 170 170 160 160 160 150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 L2B, E2 2 130 180 180 170 170 160 160 160 160 160 160 150 150 150 150 150 150 150 150 150 L3A 3 129 230 200 200 180 180 180 180 180 180 180 180 180 180 180 180 180 180 180 180 L3A, R3, E3 2 1 151 260 230 210 210 210 200 200 200 200 190 190 190 190 190 190 190 190 190 190 L3A, R3, E3 1 2 173 290 240 230 220 210 210 210 210 210 210 210 200 200 200 200 200 200 200 200 L3B, R3, E3 3 195 310 260 230 220 220 220 220 210 210 210 210 210 210 210 210 210 210 210 210 L4, R4 3 1 194 290 260 260 250 240 240 230 230 230 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 L4, R4, E4 2 2 216 300 280 260 250 240 240 240 240 240 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 L4, R4, E4 1 3 238 320 280 280 270 260 250 250 250 250 240 240 240 240 240 240 240 240 230 230 L4, R4, E4 4 260 340 300 270 270 270 260 260 250 250 250 240 240 240 240 240 240 240 240 240 L5, R5, E5 5 325 380 340 310 310 310 300 290 290 280 280 280 270 270 270 270 270 270 270 270 L6, R6, E6 6 390 440 380 350 350 340 330 320 320 310 310 300 300 300 290 290 290 290 290 290 R7, L3+L4, E3+E4 7 455 490 420 390 360 350 350 350 340 340 330 330 320 320 320 320 310 310 310 310 R8, 2x L4, 2xE4 8 520 530 460 420 390 380 380 380 370 360 360 350 350 340 340 340 340 330 330 330 R9, L4+L5, E4+E5 9 585 580 490 450 420 400 400 400 390 390 380 370 370 370 360 360 360 350 350 350 R10, 2xL5, 2xE5 10 650 650 540 490 450 430 420 420 420 410 400 400 390 390 380 380 380 370 370 370 tabel 4 Diameters cascadesystemen met open luchtaanvoer Opmerkingen: Indien de opstelling onder een plat dak is gesitueerd, waarbij de trekhoogte kleiner is dan twee meter, adviseren wij om individuele dakdoorvoersets toe te passen. LTV collectoren kunnen door Nefit voor u worden berekend; zijn niet te herleiden uit de tabel Bij afwijkende opstellingen of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met Nefit. Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 13

EcomLine HR Economy HR 2 Achtergrondinformatie 2 Achtergrondinformatie 2.1 Inleiding Dit tweede deel van het Keuzedocument Rookgasafvoerkiezer bevat achtergrondinformatie ter toelichting op de keuzeaspecten en berekeningen uit de Snelkiezer in deel 1. Per opstellingscategorie (individueel, gemeenschappelijk en cascade) zijn details en aanwijzingen opgenomen gerelateerd aan de relevante toestelclassificaties, waarbij u de van toepassing zijnde Nefit- toestellen kunt vinden in tabel 1 op pag. 7. Tenslotte bevat het laatste hoofdstuk van dit deel een overzicht van belangrijke montage-aanwijzingen. 2.2 Individuele opstellingen 2.2.1 Open individuele opstellingen Relevante toestelclassificatie: B2x Open toestel voorzien van ventilator, zonder trekonderbreker en trekbeveiliging. LET OP! In woningen met mechanische ventilatie moet de luchttoevoer naar de opstellingsruimte gewaarborgd blijven (onderdruk). Alleen toepassen indien het niet mogelijk is om een luchttoevoer te maken. Voor open gastoestellen worden in NEN 2757 en NPR 3378-61 gebieden gegeven waarin met of zonder afvoerkap kan worden uitgemond. Bovendien worden drukken gegeven waarmee rekening gehouden moet worden bij toestellen met een mechanisch transport van het rookgas. Bij de ontwikkeling van de eerste HR-ketels plaatsten de fabrikanten na de eerste warmtewisselaar een tweede, om de verbrandingsgassen verder te kunnen afkoelen. Omdat er onvoldoende trek overbleef om de verbrandingsgassen goed te kunnen afvoeren, waren zij genoodzaakt om een ventilator toe te passen. Zo ontstonden de eerste open toestellen met ventilator. Afhankelijk van de restopvoerhoogte van de toestelventilator en de weerstand in de rookgasafvoer, kan de maximale lengte van het afvoersysteem, waarop het toestel kan worden aangesloten, worden bepaald. Elk toestel heeft toestel eigen restopvoerhoogte. In de installatie-instructie van het betreffende toestel, dit document is mee gekeurd met het toestel, zijn de toestelspecificaties opgenomen. Zie ook tabel 2 op pag. 9, hierin zijn de verschillende weerstandswaarden van de componenten opgenomen. afb. 7 Open individuele opstellingen 14 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

Achtergrondinformatie 2 2.3 Gesloten individuele opstellingen 2.3.1 Geveldoorvoer Relevante toestelclassificatie: C1x Gesloten toestellen met ventilator, aangesloten op individuele luchttoevoer / rookgasafvoer, via gevel en zelfde drukvlak. Van het toestel wordt separaat de maximale weerstand bepaald die in het afvoersysteem kan worden aangebracht. Het verschil tussen de restopvoerhoogte die de toestelventilator kan overwinnen en de weerstand die in de in- en uitlaatconstructie wordt aangebracht door middel van RGA / LTV componenten, dient groter of gelijk te zijn aan nul. Zie voor de weerstandwaarden van de componenten ook de tabel 2 op pag. 9. 2.3.2 Dakdoorvoer Relevante toestelclassificatie: C3x Gesloten toestellen met ventilator met individuele dakuitmonding waarbij de in- en uitlaatconstructie boven op het dak wordt aangebracht. Het RGA / LTV traject kan worden berekend met de tabel 2 op pag. 9. afb. 8 Gesloten individuele opstellingen met geveldoorvoer 2.3.3 Luchtaanvoer en rookgasafvoer in verschillend drukvlak Relevante toestelclassificatie: C5x Gesloten toestellen met afzonderlijke individuele luchttoevoer en rookgasafvoer via verschillend drukvlak. Bij toestellen waarbij de luchttoevoer vanuit de gevel plaatsvindt, kunnen grote drukverschillen ontstaan tussen de luchttoevoer- en de rookgas afvoerleiding. Bij windaanval op de gevel kan het voorkomen dat de vlammen van de hoofdbranders zodanig gaan afblazen dat grote hoeveelheden CO worden gevormd. Daarnaast kan het rendement sterk dalen. Het voorgaande betekent dat toestellen van het type C5 tegen een behoorlijk grote meedruk bestand moeten zijn. De toestellen die zijn voorzien van een gas / luchtverhouding regeling en geen drukschakelaar hebben voor bewaking op transport van verbrandingslucht- en rookgassen, functioneren goed bij een meedruk tot 200 Pa. Als een toestel niet in bedrijf komt bij 200 Pa meedruk of het CO- percentage bij deze meedruk te hoog wordt, dan kan het worden voorzien van een bypass- systeem. Dit bypass- systeem zorgt ervoor dat de bedrijfszekerheid en de veiligheid van het toestel is gewaarborgd. afb. 9 afb. 10 Gesloten individuele opstellingen met gecombineerde dakdoorvoer Gesloten individuele opstellingen met luchtaanvoer en rookgasafvoer in verschillend drukvlak Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 15

2 Achtergrondinformatie Universeel rookgas- afvoermateriaal Met uitzondering van de EcomLine beschikken de Nefit HR-ketels allemaal over de toestelclassificatie C6x. Dit betreft gesloten toestellen die geschikt zijn voor goedgekeurd universeel luchttoevoer / rookgasafvoer materiaal voor condenserende toestellen. Dit is een niet verder gedefinieerde situatie, waarbij het toestel volgens de EN-norm op alle mogelijke goedgekeurde rookgasafvoersystemen aangesloten kan worden. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met de restopvoerhoogte van de toestelventilator. Goedkeuring van het rookgasafvoermateriaal blijkt uit: Gastec Qa-label Dit keurmerk op het rookgasafvoermateriaal betekent dat het materiaal duurzaam is en voldoet aan de algemene kwaliteitseisen voor rookgasafvoermateriaal waaronder o.a. ijspegelvrij stoken in de winter. KOMO keur Het RGA materiaal dat voorzien is van dit keurmerk voldoet aan het Nederlandse Bouwbesluit o.a. op het gebied van brandveiligheid. Indien het rookgasafvoermateriaal is voorzien van beide bovengenoemde keurmerken, en het is volgens de installatieinstructie geinstalleerd, dan is dat een garantie voor een goed en veilig werkend rookgasafvoersysteem. afb. 11 Keurmerken 16 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

CLV-systemen: gemeenschappelijke rookgasafvoer en 3 3 CLV-systemen: gemeenschappelijke rookgasafvoer en luchttoevoer 3.1 CLV algemeen Relevante toestelclassificatie: C4x Toestel aan te sluiten op een gezamenlijk rookgasafvoer / luchttoevoer (CLV-systeem), zowel concentrisch als parallel, mits aan- en afvoer onder gelijke windinvloed staan. Een CLV-systeem is een gecombineerde luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem. Zoals in de figuur hiernaast is aangegeven wordt de lucht via het dak en een gemeenschappelijke luchttoevoerleiding door de toestellen aangezogen. De toestellen blazen de rookgassen in de gemeenschappelijke rookgasafvoerleiding, welke meestal concentrisch in de luchttoevoerbuis is geplaatst. De rookgassen in de rookgasafvoer worden door onderdruk ten gevolge van de thermische trek afgevoerd. Om te voorkomen dat rookgassen terugstromen in een toestel, wanneer een toestel buiten bedrijf is, is het van belang dat de onderdruk in de rookgasafvoer ten opzichte van de druk in de luchttoevoer voldoende groot is. Om een paar Pascal extra onderdruk te creëren wordt op de uitmonding van de afvoer een diffusor geplaatst. Om bij hoogbouw te voorkomen dat de onderdruk bij de onderste toestellen ten gevolge van de thermische trek te hoog wordt, worden aan de voet van het CLV-systeem de luchttoevoer en de rookgasafvoer met elkaar in verbinding gebracht. Bij toename van thermische trek wordt extra lucht via deze drukvereffeningsopening aangezogen. Hierdoor blijft de trek en daardoor het drukverschil over de toestellen beperkt. Behalve concentrisch kan men de luchttoevoer en rookgasafvoer ook parallel plaatsen. De werking is gelijk aan die van een concentrisch systeem. CLV-systemen worden vooral in de nieuwbouw toegepast. Daar is immers de vormgeving van het gebouw nog vrij te kiezen. De afmetingen van de schacht kunnen worden afgestemd op de vereiste diameters van het systeem. Voordelen van CLV-systemen zijn: de hoge mate van standaardisatie, waardoor voldoende gecertificeerde materialen beschikbaar zijn tegen een aantrekkelijke prijs ; in het algemeen een bedrijfszekere oplossing. Een nadeel van CLV-systemen is de benodigde ruimte. Hierdoor is deze toepassing bij renovaties minder aantrekkelijk. Schachten van voldoende afmetingen zijn daar vaak niet aanwezig. Het gevolg is dat men grote gaten in de verdiepingsvloeren moet maken met alle overlast van dien. De oplossing wordt dan duurder. Als materiaal wordt meestal dikwandig aluminium toegepast. Uitvoeringen in roestvaststaal (RVS) zijn ook beschikbaar. Roestvaststaal is echter minder gemakkelijk te bewerken. Voor het bepalen van de juiste diameterverhoudingen van een CLV-systeem kan de tabel 3 op pag. 11 geraadpleegd worden. Bij afwijkende situaties kan Nefit een berekening voor u maken. afb. 12 3.2 3.3 3.4 CLV-systemen Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 17

3 CLV-systemen: gemeenschappelijke rookgasafvoer en 3.2 Concentrische CLV-systemen Met concentrisch wordt bedoeld de zogenaamde pijp-in-pijp systeem waarbij de RGA het binnenste en de LTV de buitenste pijp is. Dit systeem treft men vaak aan in de nieuwbouw projecten. Door het concentrische systeem dient er rekening gehouden te worden met een relatief grote buiten diameter ten behoeve van de luchttoevoer. Een min of meer vierkant kanaal is hierbij een must. Aan de voet van het systeem dient een condenswateropvang inrichting te worden geplaatst, evenals een goed gedimensioneerde trekonderbreker. 3.3 Parallelle CLV-systemen Met parallel wordt bedoeld het zogenaamde 2 pijpen systeem waarbij de rookgasafvoer (RGA) en de luchttoevoer (LTV) parallel naast elkaar hetzelfde traject volgen. Dit systeem treft men aan in allerlei soort hoogbouw projecten. Het parallelsysteem onderscheidt zich door twee naast elkaar gemonteerde buizen van verschillende diameter. De luchttoevoer heeft hier de grootste diameter. Indien er een min of meer rechthoekig kanaal is, wordt vaak voor deze optie gekozen. Aan de voet van het systeem dient een condenswateropvang inrichting te worden geplaatst (voor zowel de RGA als de LTV). 3.4 CLV variant in de bestaande bouw Hierbij wordt gebruik gemaakt van een voldoende dichte en schone schacht, waarin concentrisch de gemeenschappelijke rookgasafvoer wordt geplaatst. De overgebleven ruimte tussen de rookgasafvoer en de schacht wordt dan benut als de luchttoevoer voor de aangesloten toestellen. 18 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

CLV-systemen: gemeenschappelijke rookgasafvoer en 3 3.5 Half CLV-systemen Relevante toestelclassificatie: C8x Rookgaszijdig aan te sluiten op een natuurlijk werkend (gemeenschappelijk) afvoerkanaal. De verbrandingslucht wordt individueel op het toestel aangesloten In de bestaande bouw past men vaak een gemeenschappelijk rookgasafvoersysteem toe, waarbij men de lucht individueel per toestel via de gevel aanvoert. Dit is in feite een half CLV- systeem. Een voordeel is dat men slechts één gemeenschappelijke afvoerleiding nodig heeft en slechts korte dunne buizen voor de luchttoevoer. Deze oplossing is kostprijsaantrekkelijk en kan met beperkt hak- en breekwerk relatief eenvoudig worden aangelegd. Voorwaarde is wel dat een schacht beschikbaar is of een ruimte waarin een dergelijke gemeenschappelijke afvoerleiding kan worden aangelegd. Soms kan men gebruik maken van een schacht waar een conventioneel gasgestookt toestel op aangesloten was. In andere gevallen kan men een ventilatieschacht vrij maken. Een bijzondere variant vormt de benutting van een spiraal gefelste buis, die wordt toegepast voor mechanische ventilatie. Hierop is soms al een conventioneel toestel aangesloten. Door concentrisch de gemeenschappelijke rookgasafvoer in de spiraal gefelste buis te laten zakken, en per verdieping de aansluiting voor het toestel aan te brengen, is het RGA traject gereed. Door individueel de verbrandingslucht uit de gevel te betrekken, is een half CLV- systeem gecreëerd. Voor een uitgebreide beschrijving: zie Gastec QA 163 afb. 13 Half CLV- systemen 3.6 Impregneren Wanneer een HR-toestel zonder aanvullende maatregelen rechtstreeks op een bouwkundig kanaal wordt aangesloten, geeft dit vochtdoorslag. Door de binnenwand met een vochtafstotend middel te impregneren kan dit worden voorkomen. Door extra buitenlucht aan de rookgassen toe te voegen (middels een injector-bypass) wordt de temperatuur van de rookgassen verlaagd. Hierdoor wordt de levensduur van het impregneermiddel verlengt. Daar waar men met andere technieken niet uit de voeten kan, is het impregneren een goede oplossing. De eerste projecten zijn inmiddels goedgekeurd en gerealiseerd. De Nefit SmartLine en de Economy HR zijn i.c.m. het injector-bypass-systeem gekeurd en kunnen daarom zonder problemen in deze toepassing worden ingezet. afb. 14 Half CLV-systemen - variant Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 19

4 Cascade-opstellingen 4 Cascade-opstellingen Bij een systeemkeuze voor collectieve verwarming is een cascade-opstelling met meerdere kleinere toestellen vaak een goed alternatief voor één grotere installatie. Een cascade-systeem ontstaat bij het waterzijdig combineren van meerdere toestellen. De luchttoevoer en rookgasafvoer zijn zowel per toestel individueel als gemeenschappelijk (zowel in een CLV- als half-clv=achtige configuratie) te realiseren. Dat leidt tot vele uitvoeringsmogelijkheden. De meest voorkomende zijn hier opgenomen. 4.1 Open cascade-opstelling Relevante toestelclassificatie: B2x Open toestel voorzien van ventilator, zonder trekonderbreker en trekbeveiliging. LET OP! De luchttoevoer naar de opstellingsruimte moet gewaarborgd blijven. Deze opstelling kan alleen worden toegepast in voldoende geventileerde stookruimtes. afb. 15 Cascade-opstellingen Het hier weergegeven open cascade-systeem beschikt over gemeenschappelijke rookgasafvoer (de rookgasafvoercollector). In principe zijn ook open cascade-systemen met individuele rookgasafvoer mogelijk. De reden om de rookgasafvoeren te combineren tot een collectief systeem is doorgaans de locatie van de ketelruimte: individuele rookgasafvoer is eigenlijk alleen zinvol bij opstelling onder het dak. Het voordeel van een open systeem is dat hiermee een luchttoevoercollector kan worden uitgespaard. Uiteraard dient de opstellingsruimte in dit geval te voldoen aan de richtlijnen voor open toestellen Voor de dimensionering van de rookgasafvoercollector kan tabel 4 op pag. 13 worden geraadpleegd. afb. 16 Cascade Lijnopstelling Open cascade-opstelling met gemeenschappelijke rookgasafvoer 4.2 Gesloten cascade-opstelling Als het wenselijk is de cascadetoestellen in gesloten opstelling te plaatsen, zijn legio uitvoeringen mogelijk. De individuele concentrische rookgasafvoer / luchtaanvoer komt in feite overeen met op de gangbare systemen voor woningverwarming. Daarnaast is het bijvoorbeeld mogelijk de installatie te voorzien van een luchttoevoercollector waarmee centraal de lucht vanuit de gevel of het dakvlak aan is te voeren. Ook is het vaak mogelijk om de verbrandingsgassen centraal af te voeren en de luchttoevoer individueel uit te voeren. Verderop is een drietal gesloten cascade-opstellingen aangegeven. Let u op dat de tabel 4 op pag. 13 alleen voor open systemen geldt! Voor dimensionering van de rookgasafvoer / luchtaanvoer van gesloten cascadesystemen kunt u contact opnemen met: Nefit Helpdesk technische ondersteuning tel.: 0570-678566 e-mail: service@nefit.nl afb. 17 Cascade Lijnopstelling Gesloten cascade opstelling met individuele concentrische dakdoorvoer 20 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

Cascade-opstellingen 4 Een juiste dimensionering is belangrijk. Een te kleine diameter kan leiden tot terugstroming van verbrandingsgassen door de toestellen die niet in bedrijf zijn. Dit is schadelijk voor het toestel en is bij open opstelling ook schadelijk voor de omgeving van de toestellen. Er kan dan verbrandingsgas in de stookruimte terechtkomen. Bij een goed gedimensioneerd systeem is dit uitgesloten. 4.2.1 Individuele concentrische dakdoorvoer Relevante toestelclassificatie C3x Gesloten toestellen met ventilator met individuele dakuitmonding waarbij de in- en uitlaatconstructie bovendaks wordt aangebracht. Het gebruik van gevelsets wordt ontraden, omdat daarbij eerder terugstroming van verbrandingsgassen optreedt. Verder is de kans op overlast door de condenswolk aanwezig. Bij opstelling onder het dak is het mogelijk elk toestel van de cascade te voorzien van een eigen dakdoorvoerset. Deze worden ook gebruikt bij opstelling in een particuliere woning. Dit is een uitstekende keuze voor een gesloten opstelling van de cv-toestellen, bij een relatief lage investering. Ook bij een ruggelingse opstelling, of de nieuwste opstelling met de toestellen in twee rijen boven elkaar (E-frame), zijn Nefit dakdoorvoersets toepasbaar. De dakdoorvoersets staan dan redelijk dicht tegen elkaar, maar in de praktijk blijkt dat er geen problemen door ontstaan. Het is mogelijk om een prefab kap op het dak te plaatsen, waar de luchttoevoer- en rookgasafvoerbuizen van de cv-toestellen individueel op worden aangesloten. Hiervoor kan bijvoorbeeld gekozen worden als een architect de individuele afvoeren niet op het dak wil hebben. afb. 18 Prefab dakkap 4.2.2 Gemeenschappelijke rookgasafvoer en luchttoevoer onder gelijke windinvloed Relevante toestelclassificatie: C4x Toestel aan te sluiten op een gezamenlijk rookgasafvoer / luchttoevoer, zowel concentrisch als parallel, mits aan- en afvoer onder gelijke windinvloed staan. Deze cascade-opstelling is te vergelijken met de CLV-opstelling zoals weergegeven op afb. 12 op pag. 17. Met een luchttoevoercollector is het mogelijk de lucht centraal vanuit het dak aan te voeren. afb. 19 Cascade-opstelling met individuele concentrische dakdoorvoer Cascade Lijnopstelling afb. 20 Gesloten cascade-opstelling met gemeenschappelijke, parallelle rookgasafvoer en luchttoevoer Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 21

4 Cascade-opstellingen 4.2.3 Gemeenschappelijke rookgasafvoer en luchttoevoer onder verschillende windinvloed Relevante toestelclassificatie: C8x Toestel rookgaszijdig aan te sluiten op een natuurlijk werkend gemeenschappelijk afvoerkanaal. De verbrandingslucht wordt via een andere route op het toestel aangesloten Deze cascade-opstelling is enigszins te vergelijken met de "half CLV"-situatie van afb. 13 op pag. 19. Met een luchttoevoercollector is het mogelijk de lucht centraal vanuit de gevel aan te voeren. Cascade Lijnopstelling afb. 21 Gesloten cascade-opstelling met gemeenschappelijke en luchttoevoer in verschillende drukvlakken 22 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003

Montage-aspecten 5 5 Montage-aspecten 5.1 Algemeen Alleen correct geinstalleerde toevoer van ventilatie- en verbrandingslucht alsmede afvoer van rookgassen kan rookgaslekkage in woningen voorkomen! Aandachtspunten bij het monteren van een luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem op een condenserende ketel, zijn: Rookgasafvoer Ø 80 mm wordt veel toegepast, maar een kleinere diameter kan ook (heeft een hogere weerstand), u kunt hiervoor Nefit raadplegen. Wordt de rookgasafvoer via de buitengevel gemonteerd, dan dient men vooraf te controleren of het toestel geschikt is voor geveluitmonding. Horizontaal rookgasafvoerbuis bij een condenserende (HR)-toestel dient op afschot (± 3 %) naar het toestel te worden gemonteerd. Plaats altijd een condensopvang bij materiaalovergangen zoals bij kunststof naar aluminium of (flexibel) roestvaststaal naar aluminium. Het condenswater uit zowel roestvaststaal als uit kunststof blijft relatief zuur, dit heeft nadelige gevolgen voor het aluminium. Altijd de bovenste rookgasafvoerbuis in de onderliggende buis steken. Zorg er voor dat het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem goed gemonteerd zijn en de verbindingen dicht zijn. Montage van componenten geschiedt d.m.v. een mof/ spie verbinding. Denk bij het inkorten van verlengpijpen aan het afbramen van de zaagkant in verband met de mogelijkheid tot het stuksnijden van de afdichtring bij het monteren. Let verder op de juiste stromingsrichting van de rookgassen. Bij plaatsing van de dakdoorvoer moet het bijgevoegde montagevoorschrift gevolgd worden. Dit geeft belangrijke informatie over de juiste positie van de verschillende componenten. Denk hierbij aan de plaats van de dakmontage beugel. Het toestel wordt rechtstreeks op het rookgasafvoerkanaal aangesloten. Het gewicht van het rookgasafvoersysteem mag niet rechtstreeks op het toestel rusten. Alleen op deze manier wordt een vrije thermische uitzetting gewaarborgd. Indien verslepingen niet te vermijden zijn, dan dienen bochten spanningsvrij gemonteerd te worden. In de meeste gevallen wordt een parallel rookgasafvoer systeem gemonteerd, maar indien het toestel bijvoorbeeld in de keuken of in de gang (in zicht) hangt, dan heeft het esthetisch de voorkeur om concentrisch rookgasafvoer te monteren. Het toestel moet dan worden voorzien van een concentrische rookgasafvoer adapter. afb. 22 afb. 23 Mof-spie verbinding Plaatsing van de beugels Richting rookgassen 2 m afb. 24 Dakdoorvoer Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003 23

5 Montage-aspecten Brandwerendheid Rookgasdoorvoeren mogen geen brand veroorzaken, noch door de hitte van de leiding, noch doordat de afvoer door een muur, vloer of dak wordt geleid. Het doorvoermateriaal met de KOMO-markering is getest op brandwerendheid. De fabrikant van dit afvoermateriaal geeft in haar handleiding aan op welke wijze de doorvoer voldoende brandwerend is uitgevoerd. De verbindingsleiding, dit is de leiding van het toestel naar de afvoer, mag een temperatuur van 90 C aan de buitenzijde hebben. Een omkokering van de rookgasafvoerbuis kan worden samengesteld uit: Onbrandbare plaat met een minimumdikte van 12 mm (bijvoorbeeld Nobranda) ; metselwerk uit baksteen of kalkzandsteen, minimumdikte 50 mm ; gasbetonblokken of gipsblokken, minimaal 50 mm dik ; betonwanden. 6 7 6 De uitsparingen in de onbrandbare vloeren dienen 20 mm groter te zijn dan de uitwendige diameter van het kanaal. De uitsparingen in brandbare vloeren, wanden en daken dienen, in het geval ze vierkant zijn, 50 mm groter te zijn dan de uitwendige diameter van het kanaal. In het geval van ronde uitsparingen dienen deze 100 mm groter te zijn dan de uitwendige diameter van het kanaal. 5 4 3 5 4 3 5.2 Dakdoorvoersets Bij dakdoorvoeringen zijn een aantal varianten mogelijk: Bij concentrische dakuitmonding (standaard systeem) wordt de verbrandingslucht via de concentrische buitenpijp naar het toestel gezogen en worden de rookgassen via de binnenpijp naar buiten geblazen. Omdat de toestellen die zijn aangesloten op een concentrische dakuitmonding onafhankelijk van de opstellingsruimte goed en veilig functioneren, hoeven er voor de opstellingsruimte geen extra voorzieningen worden getroffen. Bij parallelle dakuitmondingen geldt voor wat betreft de opstellingsruimte hetzelfde als voor de concentrische systemen. Bij parallel systemen wordt bij voorkeur de rookgasafvoerpijp hoger dan de luchtinlaat pijp geplaatst. Verbrandingslucht aanzuigen uit de ruimte en de rookgassen via het dak afvoeren naar buiten. Bij deze opstelling dient de opstellingsruimte geschikt te zijn (of te worden gemaakt) voor "open toestellen in gesloten opstellingsruimtes" er dient dus voldoende lucht in de opstellingsruimte voorhanden te zijn ten behoeve van het goed en veilig functioneren van het toestel, denk hierbij aan ventilatieopeningen voor de be- en ontluchting. 2 2 afb. 25 1 80/125 mm Dakdoorvoersets 100/150 mm 1 afb. 26 Universele dakpan Voor alle dakdoorvoeringen geldt dat er geen hinder mag zijn ten opzichte van de luchtinlaat of rookgasafvoer (vrije aanzuig en afvoer), tevens zijn er een aantal "verboden gebieden" denk hierbij aan openslaande ramen, uitmonding onder een balkon, onder een overhangend dak van een belendend gebouw. Normaal gesproken kan men er vanuit gaan dat er minimaal 1,5 meter rondom de dakdoorvoerset vrij moet zijn. Toestellen die zijn goedgekeurd voor individuele dakdoorvoeren hebben een B2x en/of een C3x -keurmerk. Voor universele dakdoorvoersets moet het toestel C6x - gekeurd zijn. 24 Keuzedocument HR-rookgasafvoerkiezer uitgave 11/2003