De rol van de accountant bij grensoverschrijdende fusie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De rol van de accountant bij grensoverschrijdende fusie"

Transcriptie

1 De rol van de accountant bij grensoverschrijdende fusie M r. G. C. v a n E c k e n m r. E. R. R o e l o f s * Inleiding Op 15 juli 2008 is de Wet Grensoverschrijdende fusies van kracht geworden (hierna: Wet GOF). 1 De Wet GOF, opgenomen in afdeling 2.7.3A BW, is een implementatie van de Tiende richtlijn 2 en omvat de artikelen 2:308 lid 3 en 2:333b tot en met 2:333l BW. Het uitgangspunt van de Tiende richtlijn is dat de vennootschapsstatuten dat wil zeggen het op de fuserende vennootschappen toepasselijke recht van de onderscheiden lidstaten cumulatief worden toegepast (art. 4 Richtlijn 2005/56/EG). Bij de uitvoering van een grensoverschrijdende fusie (hierna: GOF) kunnen zich bij de (volledig) cumulatieve toepassing van de nationale fusievoorschriften van de vennootschapsstatuten bijzondere problemen voordoen. Deze problemen doen zich onder andere voor indien de betreffende voorschriften zich niet specifiek tot één of meer vennootschappen bij de betreffende GOF richten. Bovendien kan het voorkomen dat er geen rekening gehouden is met de grensoverschrijdende aspecten van de GOF. Dit wordt deels veroorzaakt doordat (1) er ten tijde van de invoering van de diverse nationale voorschriften uiteraard nog geen rekening kon worden gehouden met grensoverschrijdende aspecten en (2) bij de implementatie van de Tiende richtlijn niet voldoende is geanticipeerd op de gevolgen van de (volledig) cumulatieve toepassing en de complicaties die daardoor in de praktijk konden optreden. Een van de situaties waar problemen kunnen ontstaan door de cumulatieve toepassing van de vennootschapsstatuten, doet zich voor bij de rol van de accountant bij een outbound-gof. Bij een outbound-gof is de Nederlandse vennootschap de verdwijnende vennootschap, bij een inbound-gof is de Nederlandse vennootschap de verkrijgende vennootschap. De begrippen inbound en outbound zijn relatief: wat vanuit het perspectief van het ene land een inbound-gof is, is vanuit het perspectief van het andere land een outbound-gof. Specifiek zal hierna eerst worden ingegaan op de toepassing van artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW bij een outbound-gof. In dat artikel is bepaald dat een accountant moet verklaren dat de som van de eigen vermogens van de verdwijnende vennootschappen bij toepassing van in het maatschappelijk verkeer * Mr. G.C. van Eck is werkzaam als notaris bij Loyens & Loeff. Mr. E.R. Roelofs is promovendus aan de Universiteit Utrecht. 1. Stb. 2008, 260 en Stb. 2008, Richtlijn 2005/56/EG. als aanvaardbaar beschouwde waarderingsmethoden ten minste overeenkwam met het nominaal gestorte bedrag op de gezamenlijke aandelen die hun aandeelhouders ingevolge de fusie verkrijgen. Dit onderdeel van de accountantsverklaring wordt ook wel de inbrengverklaring genoemd. Vervolgens zal worden ingegaan op de toepassing van het vereiste van artikel 2:328 lid 3 BW bij een GOF. Dat artikellid schrijft voor dat voor iedere fuserende vennootschap een accountant (als bedoeld in art. 2:393 BW) moet worden aangewezen indien twee of meer fuserende vennootschappen naamloze vennootschappen zijn, tenzij de voorzitter van de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam (hierna: de OK) de aanwijzing van één en dezelfde persoon als accountant op hun eenparig verzoek heeft goedgekeurd. Hierbij zullen wij ons steeds beperken tot de GOF van kapitaalvennootschappen. Ten slotte zal worden afgesloten met een korte conclusie. De inbrengverklaring bij een outbound-gof Basis van de inbrengverklaring in het Europese recht De inbrengverklaring is in tegenstelling tot de meeste andere bepalingen die zien op de nationale juridische fusie in afdeling BW niet gebaseerd op de Derde richtlijn 3 betreffende juridische fusie, maar op de Tweede richtlijn 4 betreffende kapitaalbescherming. De Tweede richtlijn verplicht niet tot invoering van een inbrengverklaring in de nationale wetgeving van de lidstaten bij juridische fusie. Het betreft een voorschrift van optionele harmonisatie 5 en de Nederlandse wetgever heeft van deze mogelijkheid gebruikgemaakt. De inbrengverklaring is primair gericht op de bescherming van de belangen van schuldeisers. Strekking van artikel 2:328 BW Artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW is een regeling van kapitaalbescherming die volgens de Parlementaire Geschiedenis bij artikel 2:315 BW, de voorganger van artikel 2:328 BW, en de Tweede richtlijn is ingevoerd om te voorkomen dat de eis van stortingsplicht in de verkrijgende vennootschap kan worden 3. Richtlijn 1978/855/EEG. 4. Richtlijn 1977/91/EEG. 5. P.J. Dortmond & M.J.G.C. Raaijmakers, De juridische fusie naar wordend recht, Preadviezen uitgebracht voor de Vereeniging Handelsrecht, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1980, p

2 omzeild. 6 De wetgever verwijst daarbij naar de regeling van artikel 2:94b BW. Indien de verkrijgende vennootschap een vennootschap is waarvoor artikel 2:94b BW (of art. 2:204b BW) niet geldt, lijkt er geen reden te zijn de inbrengverklaring te verlangen. Een logische vergelijking zou kunnen worden gemaakt met artikel 2:94c en 2:204c BW. Ten aanzien van deze artikelen wordt in de praktijk algemeen aangenomen dat deze geen toepassing vinden bij de verkrijging van goederen bijvoorbeeld verkrijging van aandelen in een BV of NV door een buitenlandse kapitaalvennootschap, die een jaar voor de oprichting of nadien toebehoorden aan een oprichter (of aandeelhouder) van die buitenlandse vennootschap (art. 2:94c lid 1 sub a en 2:204c lid 1 sub a BW). Bij de implementatie van de Tiende richtlijn is in artikel 2:328 BW geen uitzondering opgenomen voor de afgifte van een inbrengverklaring indien er sprake is van een outbound-gof. Ook artikel 2:333g BW, dat specifiek ziet op de accountantsverklaring bij een GOF, lijkt ervan uit te gaan dat er bij een outbound-gof een inbrengverklaring moet worden afgegeven. Volgens artikel 2:333g BW moet immers bij een inbrengverklaring rekening worden gehouden met het totaalbedrag van de schadeloosstellingen waarop aandeelhouders op grond van artikel 2:333h BW aanspraak kunnen maken. Het recht op schadeloosstelling dat aandeelhouders kunnen hebben op grond van artikel 2:333h BW bestaat alleen voor de aandeelhouders van de Nederlandse vennootschap die in het kader van de GOF verdwijnt, dus bij een outbound-gof. Dit neemt niet weg dat er bij een vanuit Nederlands perspectief inbound-gof sprake kan zijn van een recht op schadeloosstelling krachtens het recht van een andere lidstaat dat van toepassing is op de buitenlandse, verdwijnende vennootschap. De wetgever gaat er dus in artikel 2:333g BW kennelijk van uit dat er een inbrengverklaring wordt opgemaakt voor de verkrijgende, buitenlandse vennootschap. Gezien de Parlementaire Geschiedenis bij artikel 2:328 BW en de voorloper daarvan en de strekking van het artikel is het ontbreken van een uitzondering opmerkelijk. De tekst van artikel 2:328 BW lijkt op het eerste gezicht tenzij voor eenzelfde benadering als bij artikel 2:94c en 2:204c BW wordt gekozen weinig tot geen ruimte te bieden voor een uitleg ten faveure van een dergelijke uitzondering. Ook de tekst van artikel 2:333g BW lijkt hieraan in de weg te staan, tenzij men deze zo leest, dat slechts indien een inbrengverklaring moet worden afgelegd op grond van het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap, deze het bedrag van de te betalen schadeloosstelling dient te bevatten. De Tiende richtlijn Zoals in de inleiding vermeld, is bij een GOF cumulatieve toepassing van de vennootschapsstatuten de basis. 7 Dit is ook het uitgangspunt van de Tiende richtlijn. De cumulatieve toepassing gaat echter niet zo ver, dat alle regels van het ene vennootschapsstatuut moeten worden toegepast op de vennootschap die wordt beheerst door het vennootschapsstatuut van de andere lidstaat. Er is dus weliswaar sprake van cumulatieve toepassing van de vennootschapsstatuten, maar bij deze toepassing wordt een onderscheid gemaakt naar deelgebieden in het fusieproces, er vindt een differentiatie plaats. Daarom zou kunnen worden gezegd dat er bij een GOF sprake is van een gedifferentieerde cumulatieve toepassing van de vennootschapsstatuten. De gedifferentieerde cumulatieve toepassing vindt onder andere haar basis in artikel 4 lid 1 sub b Tiende richtlijn. In dat artikel is bepaald dat een vennootschap die aan een GOF deelneemt, moet voldoen aan de bepalingen en formaliteiten van de op haar toepasselijke eigen nationale wetgeving. In artikel 4 lid 2 Tiende richtlijn is vervolgens bepaald dat de bedoelde bepalingen en formaliteiten in het bijzonder betrekking hebben op onder meer de bescherming van schuldeisers van de fuserende vennootschappen en aandeelhouders. Het uitgangspunt van de Tiende richtlijn is derhalve dat in ieder geval voor het deelgebied van de bescherming van de belangen van schuldeisers voor elke fuserende vennootschap de eigen nationale fusievoorschriften waaronder artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW mede moet worden begrepen moeten worden nageleefd. Dit geldt ook voor de bescherming van de belangen van de aandeelhouders. Nu op voornoemde gronden de toepassing van de inbrengverklaring bij een outbound-gof tot onduidelijke situaties leidt die niet zijn voorzien, zou er ruimte kunnen zijn voor richtlijnconforme interpretatie van artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW. Op basis van deze richtlijnconforme interpretatie zouden de Nederlandse fusievoorschriften in artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW bij een outbound-gof slechts moeten gelden ten aanzien van de verdwijnende Nederlandse vennootschap en niet ten aanzien van de verkrijgende, buitenlandse vennootschap. In de literatuur is al gesignaleerd dat in geval van een outbound-gof de inbrengverklaring in feite een inmenging vormt van de Nederlandse wetgever in een buitenlands rechtssysteem, terwijl de regeling van de inbrengverklaring niet voortvloeit uit de Derde richtlijn, noch uit de Tiende richt- 6. Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 16 en in aanvulling daarop: Kamerstukken II 1980/81, , nr. 3, p. 8, 9 en D.F.M.M. Zaman, G.C. van Eck & E.R. Roelofs, Nationale en grensoverschrijdende juridische fusie en juridische splitsing van kapitaalvennootschappen. Een praktische civielrechtelijke analyse, Den Haag: Sdu Uitgevers 2009, p

3 lijn. 8 Van Solinge en Van Boxel geven aan dat het recht waardoor de verkrijgende vennootschap wordt beheerst, niet een vergelijkbaar vereiste behoeft te stellen of kan voorzien in een vrijstelling van de verplichting een inbrengverklaring af te geven. Zij schrijven dat het aan het recht van de verkrijgende vennootschap is om te voorzien in enige bescherming van haar kapitaal/vermogen door bijvoorbeeld een inbrengverklaring voor te schrijven. Zij pleiten ervoor bij wijziging van de wettekst het voorschrift te laten vervallen voor de outbound- GOF, maar geven niet aan hoe de praktijk hier nu vóór eventuele wetswijziging mee om dient te gaan. Uitleg van artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW conform het voormelde uitgangspunt van de Tiende richtlijn lijkt voor de hand te liggen. Bij de uitvoering hiervan zou men echter stuiten op een niet-correcte toepassing van artikel 2:333g BW. Gezien de onduidelijkheid van artikel 2:328 BW op dit punt, zou interpretatie van artikel 2:333g BW in het licht van de Tiende richtlijn niet ondenkbaar zijn. 9 Vergelijking met de SE gedifferentieerde cumulatieve toepassing? Ook bij een GOF waarbij een Europese vennootschap (SE) wordt gevormd, doen zich problemen voor ten aanzien van de verhouding tussen de Europese fusievoorschriften namelijk die van de Derde richtlijn en de nationale fusievoorschriften. In artikel 9 en 18 SE-Verordening 10 is een duidelijker rangorde opgenomen dan in artikel 4 van de Tiende richtlijn. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat (1) een Europese verordening directe werking heeft in de nationale rechtssfeer van de lidstaten, (2) een Europese richtlijn eerst implementatie behoeft in het nationale recht van de lidstaten, en (3) de SE een supranationale rechtsvorm is die haar ontstaan dankt aan de SE-Verordening als supranationale rechtsbron, die wordt aangevuld met het nationale recht van de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft. Artikel 9 en 18 SE-Verordening vinden dus directe toepassing, terwijl artikel 4 Tiende richtlijn slechts indirect toegepast kan worden indien artikel 2:328 BW richtlijnconform wordt geïnterpreteerd. In artikel 9 SE-Verordening wordt uitgegaan van een aanvullende werking van het nationale recht van de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft betreffende aangelegenheden die niet (geheel) bij of krachtens de SE-Verordening zijn geregeld. In artikel 18 SE-Verordening is vervolgens aangegeven dat voor aangelegenheden die niet, of slechts gedeeltelijk, in de SE- Verordening zijn geregeld, de fusievoorschriften gelden die overeenkomstig de Derde richtlijn zijn opgenomen in de wet- 8. G. van Solinge & H.J.M.M. van Boxel, Bescherming van minderheidsaandeelhouders bij een grensoverschrijdende fusie, WPNR (2008) 6776, p en G.C. van Eck & I.C.P. Groenland, Cartesio: een nieuwe stap op het gebied van grensoverschrijdende herstructureringen, JBN 2010, nr. 1, p Zie hierover uitgebreider: M.H. Wissink, Richtlijnconforme interpretatie van burgerlijk recht, Deventer: Kluwer 2001, p. 28, 32 en Verordening (EG) nr. 2001/2157 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE). geving van de lidstaat waaronder de betreffende vennootschap ressorteert. In het Preadvies van de Vereeniging Handelsrecht over de Europese vennootschap gaat De Kluiver nader in op de vraag of ook aanvulling plaatsvindt met nationale fusievoorschriften die niet volgen uit de Derde richtlijn, maar die in aanvulling daarop door de lidstaten zelf gesteld zijn. 11 Hij onderscheidt daarbij een ruime en een strikte uitleg van artikel 18 SE-Verordening. Uit de strikte uitleg volgt dat artikel 18 SE-Verordening een specifieke, op de fusie toegesneden regeling geeft die afwijkt van de systematiek van artikel 9 SE-Verordening. Een ruime uitleg zou betekenen dat nogal uiteenlopende en eventueel zelfs met elkaar strijdige nationale bepalingen uit verschillende rechtsstelsels op één en dezelfde fusie van toepassing kunnen zijn. Dat geldt in het bijzonder voor voorschriften die alle fuserende vennootschappen daarbij betrekken. De Kluiver neigt zelf tot een meer genuanceerde en niet al te strikte uitleg: Ik zou menen dat in geval van een GOF ook die bepalingen van nationaal recht moeten worden toegepast die niet rechtstreeks uit de Derde richtlijn volgen, maar wel de positie van (minderheids)aandeelhouders en crediteuren beschermen, uiteraard voor zover zij niet met de SE-Verordening in strijd zijn en niet tot grensoverschrijdende tegenstrijdigheden leiden [curs. GCvE & ERR]. Dit brengt volgens hem niet per se mee dat de fusievoorschriften van zowel het recht van de lidstaat dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap, als het recht dat van toepassing is op de verdwijnende vennootschap, integraal dient te worden toegepast. Artikel 18 SE-Verordening bepaalt immers dat voor elke vennootschap die deelneemt aan de fusie, de voorschriften gelden van het recht van de lidstaat waaronder die vennootschap ressorteert. Deze laatste bepaling vertoont grote gelijkenis met artikel 4 lid 1 sub b Tiende richtlijn. De regeling voor de GOF op basis van de Tiende richtlijn is dan wel een iets andere dan de regeling voor de GOF waarbij een SE wordt gevormd op basis van de SE-Verordening, toch lijken met name de hiervoor aangegeven strikte uitleg en de uitleg van De Kluiver niet geheel zonder enig belang voor de eerstbedoelde regeling. Het is immers zo dat de SE behandeld dient te worden als een NV, als gevolg waarvan de Wet GOF en indirect de Tiende richtlijn, die de basis voor de Wet GOF vormt, van toepassing zijn. Naar analogie zou wat betreft de gewone GOF op basis van de Wet GOF en de Tiende richtlijn het standpunt kunnen worden ingenomen dat in geval van een GOF ook de bepalin- 11. H.J. de Kluiver, Een vennootschap in wording (Deel 1), in: H.J. de Kluiver, S.H.M.A. Dumoulin, P.A.M. Witteveen & J.W. Bellingwout, De Europese vennootschap (SE), Preadvies van de Vereeniging Handelsrecht 2004, Deventer: Kluwer 2004, p

4 gen van nationaal recht moeten worden toegepast die niet rechtstreeks uit de Derde richtlijn volgen, voor zover zij (1) niet met de Derde en de Tiende richtlijn in strijd zijn, en (2) niet tot grensoverschrijdende tegenstrijdigheden leiden. Op basis van het voorgaande kan worden gesteld dat toepassing van artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW tot grensoverschrijdende tegenstrijdigheden kan leiden. Dit is in ieder geval zo indien en voor zover zoals ook aangegeven door Van Solinge en Van Boxel het recht waardoor de verkrijgende vennootschap wordt beheerst, niet een vergelijkbaar vereiste stelt of zelfs voor dit geval voorziet in een vrijstelling van de verplichting een inbrengverklaring af te geven. 12 Toch een andere uitleg? De vraag is of: (1) het gegeven dat artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW niet is gebaseerd op de Derde richtlijn, (2) gezien de strekking en de Parlementaire Geschiedenis van artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW, (3) het uitgangspunt van artikel 4 van de Tiende richtlijn en (4) de laatstbedoelde redenering een voldoende basis geven om artikel 2:328 lid 1 tweede volzin en 2:333g BW zo uit te leggen, dat er bij een outbound- GOF geen inbrengverklaring hoeft te worden afgegeven. Een uitleg conform het uitgangspunt van artikel 4 van de Tiende richtlijn ligt voor de hand, mede aangezien het hier gaat om een nationaal voorschrift dat niet is gebaseerd op de Derde richtlijn. Artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW zou dan op dezelfde wijze moeten worden uitgelegd als artikel 2:94c en 2:204c BW bij een verkrijging (onder bijzondere titel) door een buitenlandse vennootschap. Artikel 2:333g BW zou dan zo moeten worden gelezen dat slechts indien een inbrengverklaring moet worden afgelegd, deze het bedrag van de te betalen schadeloosstelling dient te bevatten. Deze uitleg lijkt met name voor de hand te liggen indien er sprake is van grensoverschrijdende tegenstrijdigheden, zoals bijvoorbeeld ingeval het recht waardoor de verkrijgende vennootschap wordt beheerst niet een vergelijkbaar vereiste van een inbrengverklaring stelt of voorziet in een vrijstelling. Wanneer deze uitleg wordt gevolgd, zal het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap, moeten prevaleren. Al met al blijft er een ongewenste mate van onzekerheid bestaan waar, bij voorkeur op een zo kort mogelijke termijn, een einde aan zou moeten worden gemaakt door uitdrukkelijk in de wet een uitzondering op te nemen voor de afgifte van een inbrengverklaring bij een outbound-gof of deze facultatief te maken indien alle aandeelhouders daarmee instemmen. Het lijkt het meest voor de hand te liggen om in een dergelijke uitzondering te voorzien bij de implementatie van Richtlijn 2009/109/EG betreffende de wijziging van verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsin- 12. Van Solinge & Van Boxel 2008, p gen 13 of bij invoering van wetsvoorstel betreffende de flex-bv. Bij de invoering van deze laatste regeling moet er sowieso al een uitzondering op het vereiste van de afgifte van een inbrengverklaring worden gemaakt, aangezien overeenkomstig dat wetsvoorstel de verplichte accountantsverklaringen van artikel 2:204a en 2:204b BW zullen komen te vervallen bij de (flex-)bv. Er zal dan ook geen inbrengverklaring meer vereist moeten zijn bij een fusie waarbij de verkrijgende vennootschap een (flex-)bv is. De aanwijzing van accountants bij een GOF Basis in het Europese recht (Derde richtlijn) De regeling ten aanzien van de aanwijzing van accountants bij juridische fusie is gebaseerd op artikel 10 lid 1 van de Derde richtlijn. Het eerste deel van dit artikel bepaalt: Voor elke vennootschap die een fusie aangaat, onderzoeken één [aanvulling GCvE & ERR] of meer van de vennootschap onafhankelijke deskundigen die door de overheid of de rechter zijn aangewezen of toegelaten, het fusievoorstel. Dit deel is in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in artikel 2:328 lid 1 eerste volzin BW. Voorts is bepaald: In de wetgeving van een Lid-Staat kan echter worden bepaald dat één [aanvulling GCvE & ERR] of meer onafhankelijke deskundigen worden aangewezen voor alle vennootschappen die de fusie aangaan, indien die aanwijzing, op gezamenlijk verzoek van deze vennootschappen, door de overheid of de rechter geschiedt. Deze facultatieve regeling is in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in artikel 2:328 lid 3 BW, zij het dat dit alleen is gedaan voor de fusie waarbij twee of meer van de fuserende vennootschappen NV s zijn. Dit is ook logisch, aangezien de Derde richtlijn slechts ziet op de fusie van naamloze vennootschappen en uit artikel 2:328 lid 3 eerste volzin BW volgt dat in principe voor een fusie, waarbij twee of meer NV s betrokken zijn, voor iedere vennootschap een aparte accountant wordt aangewezen. Parlementaire Geschiedenis artikel 2:328 lid 3 BW Ten aanzien van artikel 2:328 lid 3 BW is in de Parlementaire Geschiedenis het volgende geschreven: Deze bepaling is een uitwerking van artikel 10, lid 1 van de [Derde; GCvE & ERR] richtlijn. Deze bepaling van de richtlijn is een compromis tussen het standpunt dat de benoeming van een gezamenlijke deskundige voor alle bij 13. G.C. van Eck & E.R. Roelofs, Richtlijn 2009/109/EG tot wijziging van de Tweede, Derde, Zesde en Tiende richtlijn en het Wetsvoorstel , Ondernemingsrecht 2010, nr. 2, p

5 de fusie betrokken vennootschappen de onafhankelijkheid van die deskundige ten opzichte van elke afzonderlijke vennootschap zou kunnen beïnvloeden en het met name door Nederland verdedigde standpunt dat een dergelijke gezamenlijke benoeming juist bevorderlijk is voor een vlot verloop van de fusie, en dat de onafhankelijkheid reeds op een andere wijze voldoende is gewaarborgd. Naar de mening van de Commissie Vennootschapsrecht moet met de benoeming van een door de bij de fusie betrokken vennootschappen tezamen aangewezen deskundige kunnen worden volstaan; diens kennis en vakmanschap dienen waarborg te zijn voor een onafhankelijke verslaggeving. De minister sluit zich hierbij aan en ziet dan ook geen aanleiding om het voorschrift een ruimere toepassing te geven dan de richtlijn vereist. De regeling van artikel 2:328 lid 3 BW is in tegenstelling tot de hiervoor besproken regeling in artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW niet gericht tot een van de fuserende vennootschappen, maar tot alle fuserende NV s. De Tiende richtlijn Voor de GOF is in artikel 8 lid 1 Tiende richtlijn het principe vastgelegd dat voor elke fuserende vennootschap een onafhankelijke deskundige wordt ingeschakeld. Voor de GOF is tevens in artikel 8 lid 2 Tiende richtlijn bepaald: Bij wijze van alternatief voor het inschakelen van deskundigen die voor elk van de fuserende vennootschappen optreden, kan het onderzoek van het voorstel voor een grensoverschrijdende fusie worden verricht door één of meer onafhankelijke deskundigen die daartoe op gezamenlijk verzoek van deze vennootschappen zijn aangewezen dan wel goedgekeurd door een rechterlijke of administratieve instantie in de lidstaat waaronder één [aanvulling GCvE & ERR] van de fuserende vennootschappen of de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap ressorteert, en die één voor alle deelgerechtigden bestemd verslag opstellen. De Wet GOF In de Parlementaire Geschiedenis bij de Wet GOF is ten aanzien van artikel 2:333g BW het volgende gesteld: Artikel 8 van de [Tiende; GCvE & ERR] richtlijn behandelt deze verklaring [dat wil zeggen de verklaring ten aanzien van de redelijkheid van de ruilverhouding; GCvE & ERR] van de accountant. Inhoudelijk is het voorschrift ontleend aan artikel 10 lid 2 Derde richtlijn, vastgelegd in artikel 2:328 BW; implementatie is dan ook niet nodig. 14 Het aantal deskundigen De hiervoor onder het kopje De Wet GOF weergegeven stelling uit de Parlementaire Geschiedenis is juist voor zover het betreft de benoeming van een deskundige voor elke fuserende vennootschap (art. 2:328 lid 3 eerste volzin BW) indien onder naamloze vennootschappen in de zin van artikel 2:328 lid 3 BW ook niet Nederlandse NV-achtigen moeten worden verstaan. Als uitgangspunt voor de beantwoording van de vraag of er sprake is van een NV-achtige, kan Bijlage I van de SE- Verordening worden gebruikt. Bij een GOF kan de vraag rijzen hoeveel accountants er moeten worden aangewezen. Deze vraag zal met name rijzen indien het recht dat van toepassing is op de niet-nederlandse NV-achtige, die partij is bij een GOF, een identieke regeling kent (de betreffende lidstaat zal immers ook art. 10 Derde richtlijn en art. 8 lid 1 Tiende richtlijn geïmplementeerd moeten hebben) die ook voorziet in de benoeming van een accountant voor iedere fuserende vennootschap indien twee of meer van de fuserende vennootschappen naamloze vennootschappen zijn. Deze vraag dient te worden beantwoord voorafgaande aan de vraag welke rechterlijke of administratieve instantie om goedkeuring wordt gevraagd (zie onder het kopje De bevoegde rechterlijke of administratieve instantie ). Volledige cumulatieve toepassing van de betreffende vennootschapsstatuten zou er bij een GOF waarbij twee naamloze vennootschappen zijn betrokken toe leiden dat het antwoord op de gerezen vraag zou moeten zijn dat er voor iedere fuserende vennootschap twee accountants moeten worden aangewezen, namelijk: één krachtens Nederlands recht en één krachtens het recht dat van toepassing is op de door het andere recht beheerste niet-nederlandse NV-achtige. De bewoordingen van artikel 2:328 lid 3 BW zijn niet helemaal duidelijk (daarin is immers de onduidelijke term naamloze vennootschappen opgenomen), daarom ligt het voor de hand artikel 2:328 lid 3 BW en de betreffende bepaling uit het andere toepasselijke recht uit te leggen conform het uitgangspunt van artikel 8 lid 1 van de Tiende richtlijn. Dat bepaalt immers dat er voor elke fuserende vennootschap één onafhankelijke deskundige wordt aangewezen. Dit uitgangspunt zou dan moeten prevaleren en het resultaat daarvan is dat er maximaal evenveel accountants worden aangewezen als er fuserende vennootschappen zijn. Het gevolg is dan in ieder geval dat de onafhankelijkheid van de deskundigen (voor zover die al nodig is naar de mening van de minister van Justitie, zoals hiervoor onder het kopje Parlementaire Geschiedenis artikel 2:328 lid 3 BW is vermeld) is gewaarborgd. In de praktijk blijkt die benadering al te worden gevolgd bij de GOF waarbij een SE wordt gevormd. 15 Los van het aantal accountants dat betrokken is bij de GOF, ligt het voor de hand dat voor de Nederlandse NV een Neder- 14. Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p Vz. Hof Amsterdam (OK) 15 juni 2007, ARO 2007/115 (HCES N.V.; Home Credit Grand Holding A.S.; HC Holding A.S.). 65

6 landse accountant zal worden aangewezen en voor de andere fuserende vennootschap, die wordt beheerst door het recht van een andere lidstaat, een accountant uit die lidstaat. Op die wijze lijkt dan ook de deskundigheid het meest gewaarborgd. Anders zou een Nederlandse accountant een buitenlandse vennootschap moeten onderzoeken en controleren (en vice versa). De bevoegde rechterlijke of administratieve instantie De stelling uit de Parlementaire Geschiedenis betreffende de implementatie van artikel 8 Tiende richtlijn is echter onjuist voor zover het gaat om de instantie die bevoegd is tot goedkeuring van de aanwijzing van één deskundige bij een GOF. Artikel 2:328 lid 3 BW wijst bij een GOF niet de rechterlijke of administratieve instantie uit een van de betrokken lidstaten aan die de aanwijzing van een accountant kan goedkeuren. Artikel 8 lid 2 Tiende richtlijn voorziet wel in een duidelijke regeling. Daarin is bepaald dat de machtiging of goedkeuring door één rechterlijke of administratieve instantie in één van de betrokken lidstaten voldoende is. Deze zal dan ook in de lidstaten waaronder de andere fuserende vennootschappen ressorteren, moeten worden erkend. Het mag niet zo zijn dat andere lidstaten vereisen dat dergelijke instanties in die (eigen) lidstaten ook één of meer onafhankelijke deskundigen moeten aanwijzen dan wel een en ander moeten goedkeuren (of bekrachtigen). Hoewel dit niet ondubbelzinnig volgt uit artikel 2:328 lid 3 BW en artikel 8 Tiende Richtlijn, hebben de fuserende vennootschappen keuzevrijheid wat betreft de rechter van de lidstaat die zij adiëren ter goedkeuring van de aanwijzing van één deskundige. Zij hebben hierbij de keuze de goedkeuring te vragen aan: 1. de rechter van de lidstaat waarvan het recht van toepassing is op de verdwijnende vennootschap; 2. de rechter van de lidstaat waarvan het recht van toepassing is op de verkrijgende vennootschap; of 3. de rechter van de derde-lidstaat waarvan het recht van toepassing is op de verkrijgende, nieuw opgerichte vennootschap mits dat recht voorziet in deze mogelijkheid, zoals het Nederlandse recht (art. 2:333c lid 1 BW). 16 Als de fuserende vennootschappen een keuze hebben gemaakt aan welke rechter zij de goedkeuring van de benoeming van één deskundige voorleggen, komt de vraag op welke deskundige door die rechter zal worden aangewezen: die van de lidstaat waarvan het recht van toepassing is op de verkrijgende vennootschap, of die van de lidstaat waarvan het recht van toepassing is op de verdwijnende vennootschap. De Tiende richtlijn bevat geen regels voor die situatie. De rechter zal in die situatie waarschijnlijk de lex fori toepassen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat, indien de Nederlandse rechter de OK om goedkeu- 16. G. van Solinge, Grensoverschrijdende juridische fusie: beschouwingen aan de hand van de derde en tiende EEG-richtlijn inzake het vennootschapsrecht (diss. VU), Deventer: Kluwer 1994, p ring wordt gevraagd, waarschijnlijk een Nederlandse accountant wordt benoemd. Het ligt voor de hand dat de inhoud van de verklaring van de deskundige dan eveneens wordt bepaald door het recht van de lidstaat van de aanwijzende rechter. De keuze voor de goedkeurende instantie in een lidstaat heeft dan dus verstrekkende gevolgen en dit zou betekenen dat deze keuze indirect een keuze behelst voor het recht dat van toepassing is op en de inhoud van de deskundigenverklaring. De regeling ten aanzien van de aanwijzing van een accountant in artikel 2:328 lid 3 BW zoals hiervoor is aangegeven is gebaseerd op de Derde richtlijn en de Tiende richtlijn. Wanneer de fuserende vennootschappen zich wenden tot de Nederlandse OK, zou dat niet alleen gevolgen hebben voor de verklaring van de accountant ten aanzien van de redelijkheid van de ruilverhouding zoals bedoeld in artikel 8 Tiende richtlijn maar ook voor de inbrengverklaring (die gebaseerd is op de Tweede richtlijn en die Nederland heeft opgenomen als onderdeel van de accountantsverklaring in art. 2:328 lid 1 BW). Bij keuze voor de Nederlandse rechter zou ook dan de inbrengverklaring moeten worden afgegeven. Onder het kopje De inbrengverklaring bij een outbound- GOF is verdedigd dat bij de outbound-gof de inbrengverklaring niet te allen tijde op haar plaats is. Wanneer de rechter of goedkeurende instantie van de andere lidstaat wordt gevraagd de aanwijzing van één accountant goed te keuren en het betreft een (vanuit Nederlands perspectief) inbound- GOF, dan zou naar onze mening ook al is dit niet geheel logisch de dan benoemde, buitenlandse deskundige naast zijn oordeel over de ruilverhouding, tevens een inbrengverklaring moeten afgeven conform artikel 2:328 lid 1 BW. Indien de inbrengverklaring bij de inbound-gof ontbreekt, zal de Nederlandse notaris de fusieakte niet kunnen passeren omdat niet alle voorschriften zijn nageleefd (art. 2:333i lid 3 BW). Wij zijn van mening dat artikel 2:328 lid 3 BW, voor zover dat artikellid ziet op de bevoegde rechterlijke instantie die de aanwijzing van één accountant kan goedkeuren, conform artikel 8 lid 2 Tiende richtlijn dient te worden uitgelegd en dus één rechterlijke of administratieve instantie in de lidstaat waaronder een van de fuserende vennootschappen of de uit de GOF ontstane vennootschap ressorteert, bevoegd is. Conclusies Het verdient de voorkeur om artikel 2:328 lid 1 en 3 BW te verduidelijken en te wijzigen. Op basis van een richtlijnconforme interpretatie zouden de Nederlandse fusievoorschriften in artikel 2:328 lid 1 tweede volzin BW bij een outbound-gof slechts moeten gelden ten aanzien van de verdwijnende Nederlandse vennootschap en niet ten aanzien van de verkrijgende, buitenlandse vennootschap. 66

7 Naar onze mening verdient het de voorkeur om aan de onzekerheid rondom dit vereiste een einde te maken en expliciet te bepalen dat er voor een outbound-gof geen inbrengverklaring vereist is. Het lijkt het meest voor de hand te liggen om in een dergelijke uitzondering te voorzien bij de implementatie van Richtlijn 2009/109/EG betreffende de wijziging van verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen of bij invoering van wetsvoorstel betreffende de flex-bv, waarbij ook al moet worden voorzien in een vrijstelling voor de inbound-gof waarbij een flex-bv de verkrijgende vennootschap is. Ten slotte zou op basis van een richtlijnconforme interpretatie van artikel 2:328 lid 3 BW reeds tot de conclusie kunnen worden gekomen dat er bij een GOF slechts voor iedere fuserende vennootschap één accountant zou moeten worden aangewezen, tenzij een rechterlijke of administratieve instantie de aanwijzing van één accountant voor alle fuserende vennootschappen heeft goedgekeurd. Idealiter zou artikel 2:328 lid 3 BW moeten worden aangepast, zodat dit duidelijk wordt. 67

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 260 Wet van 27 juni 2008 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 929 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van het Europese Parlement

Nadere informatie

Grensoverschrijdende fusie op de Nederlandse Antillen

Grensoverschrijdende fusie op de Nederlandse Antillen Grensoverschrijdende fusie op de Nederlandse Antillen Inleiding In deze bijdrage zal worden ingegaan op de vraag in hoeverre grensoverschrijdende fusies naar huidig Antilliaans recht mogelijk zijn. Dat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 334 Uitvoering van richtlijn nr. 2007/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 november 2007 tot wijziging van

Nadere informatie

ZIFO Institute for Financial law en Corporate Law Amsterdam Toelichting bij de beantwoording van genoemde vragen uit de questionnaire.

ZIFO Institute for Financial law en Corporate Law Amsterdam Toelichting bij de beantwoording van genoemde vragen uit de questionnaire. Toelichting In dit document is een toelichting opgenomen bij de beantwoording op enkele - hieronder aangeduide - vragen uit de questionnaire. Vraag IV.5 Biedt de recente jurisprudentie van het EHvJ (bijv.

Nadere informatie

Fusie is op grond van artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de rechtshandeling van

Fusie is op grond van artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de rechtshandeling van 32 458 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 tot wijziging van de

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 31 334 Uitvoering van richtlijn nr. 2007/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 november 2007 tot wijziging van Richtlijn nr. 78/855/EEG van de Raad en Richtlijn nr. 82/891/EEG

Nadere informatie

VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN

VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN Inhoudsopgave VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN V XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Van géén naar een diversiteit aan juridische kaders voor grensoverschrijdende fusies 1 1.2 De verhouding tussen de verschillende

Nadere informatie

Beschikking op verzoek ex artikel 2:328 lid 3 BW

Beschikking op verzoek ex artikel 2:328 lid 3 BW Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Beschikking op verzoek ex artikel 2:328 lid 3 BW Van hamerstuk tot gemotiveerde uitspraak Inleiding Krachtens

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE):

Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE): Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE): TITEL III STRUCTUUR VAN DE SE Artikel 38 Onder de in deze verordening gestelde

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

6 oktober secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus BA Den Haag - tel fax

6 oktober secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus BA Den Haag - tel fax Advies inzake wetsvoorstel 32458, wijziging van Boek 2 BW ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/109/EG betreffende verslaggevingsen documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen (het Wetsvoorstel

Nadere informatie

Grensoverschrijdende juridische fusie. 20 januari 2011 Marike Stoffers Jasmijn van der Wilden

Grensoverschrijdende juridische fusie. 20 januari 2011 Marike Stoffers Jasmijn van der Wilden Grensoverschrijdende juridische fusie 20 januari 2011 Marike Stoffers Jasmijn van der Wilden Onderwerpen Achtergrond Wettelijk kader Algemeen Reikwijdte van de Tiende Richtlijn Reikwijdte van de wet GOF

Nadere informatie

26 mei 2014. secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus 16020-2500 BA Den Haag - tel. 070-3307139 - fax. 070-3624568 - c.heck@knb.nl

26 mei 2014. secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus 16020-2500 BA Den Haag - tel. 070-3307139 - fax. 070-3624568 - c.heck@knb.nl Beknopt advies inzake het Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake besloten eenpersoonsvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid ("SUP"), hierna: het Voorstel. 26 mei

Nadere informatie

VEREENIGING PREADVIEZEN. Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst. Prof. mr. M.L.

VEREENIGING PREADVIEZEN. Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst. Prof. mr. M.L. VEREENIGING PREADVIEZEN Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst Prof. mr. M.L. Lennarts Mr. J. Roest Mr. S.F.G. Rammeloo Mr. E. Prof. mr. R.P. Raas

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53947

Nadere informatie

WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één!

WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Het nieuwe BV-recht in social en andere media: vragen uit de praktijk 1 A. Inleiding

Nadere informatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Advies inzake wetsvoorstel 31 220, uitvoering van Richtlijn 2006/68/EG betreffende

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een regeling voor grensoverschrijdende omzetting van kapitaalvennootschappen WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

279. Ik vertrek. Verplaatsen feitelijke leiding en hoofdbestuur MR. B.P. BUIRMA

279. Ik vertrek. Verplaatsen feitelijke leiding en hoofdbestuur MR. B.P. BUIRMA 279. Ik vertrek MR. B.P. BUIRMA In dit artikel worden enkele belangrijke aandachtspunten van grensoverschrijdende outbound herstructurering door (i) het verplaatsen van de feitelijke leiding en het hoofdbestuur

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 425 Wet van 14 september 2006 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht 11 e Handelsmissie Zaken doen met de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht Vrijdag 7 mei 2010 Avila Hotel, Curaçao Mr. K. Frielink 14.50 15.15 uur Er zal op

Nadere informatie

CHECKLIST JURIDISCHE FUSIE

CHECKLIST JURIDISCHE FUSIE ACTIES 1 WIE WANNEER Voorbereidende handelingen Informeer cliënt ten aanzien van de te ondernemen stappen voor de juridische fusie 2. Informeer/adviseer cliënt over de juridische 3 en financiële gevolgen

Nadere informatie

Boek 2 BW, titel 7 / versie 23 augustus 2011 Vergelijking versie 1 mei 2011 met versie 23 augustus 2011

Boek 2 BW, titel 7 / versie 23 augustus 2011 Vergelijking versie 1 mei 2011 met versie 23 augustus 2011 Titel 7. Fusie en splitsing Afdeling 1. Algemene bepaling Artikel 308 1. De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op de vereniging, de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij, de stichting,

Nadere informatie

RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD L 259/14 Publicatieblad van de Europese Unie 2.10.2009 RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG

Nadere informatie

WIJ WILLEM-ALEXANDER, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ WILLEM-ALEXANDER, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een regeling voor grensoverschrijdende omzetting van kapitaalvennootschappen WIJ WILLEM-ALEXANDER, bij de gratie Gods, Koning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 309 Uitvoering van verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese

Nadere informatie

De grensoverschrijdende driehoeksfusie

De grensoverschrijdende driehoeksfusie De grensoverschrijdende driehoeksfusie Masterscriptie notarieel recht Universiteit van Amsterdam 25 augustus 2015 Gert-Jan Smit Studentnummer: 5880793 Begeleider Prof. Dr. S. Perrick Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, De rol van werknemers bij een grensoverschrijdende juridische fusie

ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, De rol van werknemers bij een grensoverschrijdende juridische fusie Page 1 of 6 ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, De rol van werknemers bij een grensoverschrijdende juridische fusie Vindplaats: ArbeidsRecht 2008, 51 Bijgewerkt 01-11-2008 tot: Auteur: Mevr. mr.

Nadere informatie

Grensoverschrijdende fusie na het. SEVIC-arrest

Grensoverschrijdende fusie na het. SEVIC-arrest Grensoverschrijdende fusie na het SEVIC-arrest Inleiding Grensoverschrijdende fusie is een onderwerp dat tot de verbeelding spreekt en waarover dan ook reeds het nodige is geschreven. Daarbij zijn verschillende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 458 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van de

Nadere informatie

De structuurregeling bij de one-tier vennootschap

De structuurregeling bij de one-tier vennootschap De structuurregeling bij de one-tier vennootschap M r. T. G. J. M. M e l c h e r s * Een vennootschap die voldoet aan de vereisten voor het verplicht invoeren van de structuurregeling loopt (onder meer)

Nadere informatie

Een overzicht van enkele wijzigingen in de kapitaalbescherming bij de NV

Een overzicht van enkele wijzigingen in de kapitaalbescherming bij de NV Een overzicht van enkele wijzigingen in de kapitaalbescherming bij de NV Inleiding Op 1 oktober 2007 is het wetsvoorstel 1 houdende uitvoering van de Europese Richtlijn 2006/68/EG 2 (hierna: de Wijzigingsrichtlijn)

Nadere informatie

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol),

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol), VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol), zoals ter besluitvorming voor te leggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders te

Nadere informatie

Positie van schuldeisers bij een juridische splitsing: artikel 2:334u BW onder de loep

Positie van schuldeisers bij een juridische splitsing: artikel 2:334u BW onder de loep Positie van schuldeisers bij een juridische splitsing: artikel 2:334u BW onder de loep M r. J. W. v a n d e r H o r s t * Inleiding Splitsing van rechtspersonen in de zin van Boek 2 titel 7 afdeling 4

Nadere informatie

Advies van de Adviescommissie vennootschapsrecht over grensoverschrijdende fusie

Advies van de Adviescommissie vennootschapsrecht over grensoverschrijdende fusie Advies van de Adviescommissie vennootschapsrecht over grensoverschrijdende fusie Inleidende opmerkingen 1. Met dit advies reageert de Adviescommissie vennootschapsrecht (hierna de Commissie) op de adviesaanvraag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Datum 19 juni 2017 Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij

Nadere informatie

RICHTLIJN 2005/56/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen

RICHTLIJN 2005/56/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen 2005L0056 NL 06.07.2012 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 2005/56/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

Ingetrokken voor 2013

Ingetrokken voor 2013 en ok k etr Ing 01 3 or 2 vo Audit Alert 16: De gevolgen voor de accountantsverklaring van de wijzigingen in Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek 1. Inleiding Als gevolg van de EU-verordening inzake internationale

Nadere informatie

De (on)mogelijkheden bij een juridische fusie

De (on)mogelijkheden bij een juridische fusie De (on)mogelijkheden bij een juridische fusie Masterscriptie Auteur: Emile Doelwijt Student nr: 6061850 e-mail: Telefoon nr: Begeleider: Mw. Mr. G.C. de Heer Juli 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 309 Uitvoering van verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese

Nadere informatie

RICHTLIJN 2005/56/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen

RICHTLIJN 2005/56/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen 25.11.2005 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 310/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 2005/56/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 oktober

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. http://wetten.overheid.nl/bwbr00069/07-06-7/0/afdrukken De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet toezicht financiële verslaggeving Geldend van 7-06-07 t/m heden Wet van 8 september

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

WPNR 2015(7059) Reactie op Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! van mr. L.W. Kelterman in WPNR (2015) 7049

WPNR 2015(7059) Reactie op Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! van mr. L.W. Kelterman in WPNR (2015) 7049 WPNR 2015/7059 Reactie mr. J.D.M. Schoonbrood en mr. drs. T.J.C. Klein Bronsvoort op publicatie: Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! van mr. L.W. Kelterman in WPNR (2015) 7049 & WPNR 2015(7059)

Nadere informatie

Delta Lloyd Select Dividend Fonds N.V/Delta Lloyd Europa Fonds N.V./Delta Lloyd Donau Fonds N.V.Voorstel tot fusie

Delta Lloyd Select Dividend Fonds N.V/Delta Lloyd Europa Fonds N.V./Delta Lloyd Donau Fonds N.V.Voorstel tot fusie Delta Lloyd Select Dividend Fonds N.V/Delta Lloyd Europa Fonds N.V./Delta Lloyd Donau Fonds N.V.Voorstel tot fusie VOORSTEL TOT FUSIE De besturen van: (1) Delta Lloyd Select Dividend Fonds N.V., een naamloze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 220 Uitvoering van richtlijn 2006/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 september 2006 (PbEU L 264) tot wijziging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 352 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 277 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting en wijzigingen van

Nadere informatie

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 ... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

van grensoverschrijdende fusies

van grensoverschrijdende fusies deel 3 25-11-2008 18:59 Pagina 15 De Implementatiewet grensoverschrijdende fusies Hoewel de Richtlijn GF eigenlijk al op 15 december 2007 had moeten worden geïmplementeerd (artikel 19 Richtlijn GF) is

Nadere informatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht. Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van

Nadere informatie

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een regeling voor grensoverschrijdende omzetting van kapitaalvennootschappen Memorie van toelichting 1. Algemeen Elke Nederlandse

Nadere informatie

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment?

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Mr. C.H.M. Fiévez * 1. Inleiding De vraag tot welk moment cumulatief beslag op aandelen nog mogelijk is veronderstelt dat elk beslagobject, en dus

Nadere informatie

Notariaat Versteeg Giesbers & Steegmans Postbus 67 6200 AB MAASTRICHT Tel.: 043-3298100 Fax: 043-3298111 E-mail: info@vrijthofnotarissen.

Notariaat Versteeg Giesbers & Steegmans Postbus 67 6200 AB MAASTRICHT Tel.: 043-3298100 Fax: 043-3298111 E-mail: info@vrijthofnotarissen. Postbus 67 6200 AB MAASTRICHT Tel.: 043-3298100 Fax: 043-3298111 E-mail: info@vrijthofnotarissen.nl pagina - 1 - VOORSTEL TOT FUSIE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 312 BOEK 2 BW, VAN B.V. WERKLANDSCHAPSONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ

Nadere informatie

MEMORANDUM. Geachte NBA,

MEMORANDUM. Geachte NBA, MEMORANDUM Aan : de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Van : Ellen Timmer, Pellicaan Advocaten N.V. Datum : 18 november 2014 Betreft : Consultatie NBA-handreiking over ondersteuning door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 010 011 3 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 929 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van het Europese Parlement

Nadere informatie

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Datum 19 juni 2017 Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappije

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

Wet Flex-BV in vogelvlucht

Wet Flex-BV in vogelvlucht Wet Flex-BV in vogelvlucht Van Wim Eikendal en Janou Briaire Plaats/Datum Maastricht, 20 juni 2012 Op 1 oktober 2012 treedt de wetgeving inzake de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht in

Nadere informatie

REACTIE VNO-NCW OP DE INTERNETCONSULTATIE OVER HET VOORONTWERP GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN 17 april 2014

REACTIE VNO-NCW OP DE INTERNETCONSULTATIE OVER HET VOORONTWERP GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN 17 april 2014 REACTIE VNO-NCW OP DE INTERNETCONSULTATIE OVER HET VOORONTWERP GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN 17 april 2014 VNO-NCW maakt graag gebruik van de gelegenheid te reageren op het voorontwerp

Nadere informatie

DE GRENSOVERSCHRIJDENDE

DE GRENSOVERSCHRIJDENDE 308 Weekblad fiscaal recht. 6991. 7 maart 2013 DE GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING: FISCAAL NU BETER GEREGELD? MR. G.C.F. VAN GELDER 1 1 Inleiding Op 12 juli 2012 heeft het Hof van Justitie EU uitspraak

Nadere informatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT ("Gecombineerde Commissie") van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT (Gecombineerde Commissie) van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT ("Gecombineerde Commissie") van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Advies Voorstel voor een Verordening van de Raad

Nadere informatie

Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting. Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V.

Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting. Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V. Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V. De ondergetekende:, een besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2015-2016 34 462 Uitvoering van Verordening (EU) nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 896 Regeling van het beroepsgoederenvervoer en het eigen vervoer met vrachtauto s (Wet wegvervoer goederen) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Het VALE-arrest en de 'inbound' grensoverschrijdende omzetting in Nederland

Het VALE-arrest en de 'inbound' grensoverschrijdende omzetting in Nederland Het VALE-arrest en de 'inbound' grensoverschrijdende omzetting in Nederland MR. A.C. STROEVE Op grond van het VALE-arrest van het Hof van Justitie van 12 juli 2012 rnoet worden geconcludeerd dat, naast

Nadere informatie

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven'

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' 1 Toezicht op bestuur Op 31 mei 2011 is het wetsvoorstel bestuur en toezicht (het "Wetsvoorstel")

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 340 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit,

Nadere informatie

Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft. bepalingen die strijdig zijn. met EG-richtlijn G.-P. den Hollander RA

Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft. bepalingen die strijdig zijn. met EG-richtlijn G.-P. den Hollander RA Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft bepalingen die strijdig zijn met EG-richtlijn 2013-34 G.-P. den Hollander RA Inleiding Het wetsvoorstel heeft bestaande verschillen tussen Titel 9 en de 4 e en 7 e EG-richtlijn

Nadere informatie

ENKELE HISTORISCHE ONTWIKKELINGEN RONDOM GRENSOVERSCHRIJDENDE FUSIES

ENKELE HISTORISCHE ONTWIKKELINGEN RONDOM GRENSOVERSCHRIJDENDE FUSIES Hoofdstuk 2 ENKELE HISTORISCHE ONTWIKKELINGEN RONDOM GRENSOVERSCHRIJDENDE FUSIES 2.1 Europese ontwikkelingen 2.1.1 Harmonisatie van vennootschapsrecht Vrijheid van vestiging is een van de pijlers binnen

Nadere informatie

WPNR 2014(7011) Het creëren en de uitgifte van stemrechtloze aandelen als soort aandelen. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie

WPNR 2014(7011) Het creëren en de uitgifte van stemrechtloze aandelen als soort aandelen. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie Page 1 of 8 WPNR 2014(7011) Het creëren en de uitgifte van stemrechtloze aandelen als soort aandelen Publicatie Aflevering 145 afl. 7011 Paginanummers 253-258 Publicatiedatum 22 maart 2014 Auteurs Weekblad

Nadere informatie

OMZETTING ALS RECHTSVORMWIJZIGING. Birgit Snijder-Kuipers

OMZETTING ALS RECHTSVORMWIJZIGING. Birgit Snijder-Kuipers OMZETTING ALS RECHTSVORMWIJZIGING Birgit Snijder-Kuipers Kluwer - Deventer - 2010 Inhoudsopgave Woord vooraf Lijst van gebruikte afkortingen V XV Hoofdstuk 1. Inleiding 1 1.1 Begrip 'omzetting' 1 1.2 Doel

Nadere informatie

25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht

25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht 25 25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht In het voorstel van Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht worden onder andere de vereisten voor de oprichting

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I wordt als volgt gewijzigd: 32014 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30

Nadere informatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Advies inzake Wetsvoorstel (Kamerstukken 31 763) tot Wijziging van boek 2

Nadere informatie

presenteren hierbij het volgende voorstel voor het tot stand brengen van een juridische fusie.

presenteren hierbij het volgende voorstel voor het tot stand brengen van een juridische fusie. Delta Lloyd Deelnemingen fonds N.V./ Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V./voorstel tot fusie ECJ/HW/ads/0111815-0000002 VOORSTEL TOT FUSIE De besturen van: (1) Delta Lloyd Europees Deelnemingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 556 Wet van 13 oktober 2004, houdende bepalingen in verband met de fusie van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer

Nadere informatie

Highlights van de Flex BV

Highlights van de Flex BV Highlights van de Flex BV Dag van de Limburgse Financial 26 september 2012 Peter Brouns en Remco Rosbeek Waarom nieuwe BV-wetgeving? Vereenvoudiging van het BV-recht Afschaffing van als nodeloos ervaren

Nadere informatie

NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF

NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF Mr. L.J. Hìjmans van den Bergh Prof. mr. Gerard van Solinge Mr. T. de Waard Prof. mr. Jaap Winter Prof. mr. L. Timmerman Prof. mr. H.J. de

Nadere informatie

Wat is de aard, de functie en het (wenselijke) toepassingsbereik van rechtsvormwijziging in het Nederlandse rechtspersonenrecht?

Wat is de aard, de functie en het (wenselijke) toepassingsbereik van rechtsvormwijziging in het Nederlandse rechtspersonenrecht? Hoofdstuk 8 Samenvatting en conclusies 8.1 Inleiding (hoofdstuk 1) De titel van dit boek luidt Omzetting als rechtsvormwijziging. Het begrip omzetting wordt in meerdere betekenissen gehanteerd. Eén daarvan

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 929 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van het Europese Parlement

Nadere informatie

REACTIE DLA PIPER NEDERLAND N.V. INZAKE HET VOORONTWERP GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING

REACTIE DLA PIPER NEDERLAND N.V. INZAKE HET VOORONTWERP GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING REACTIE DLA PIPER NEDERLAND N.V. INZAKE HET VOORONTWERP GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING REACTIE DLA PIPER NEDERLAND N.V INZAKE HET VOORONTWERP GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING INLEIDING 1. DLA Piper Nederland

Nadere informatie

GRENSOVERSCHRIJDENDE FUSIES VAN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN NAAR NEDERLANDS RECHT

GRENSOVERSCHRIJDENDE FUSIES VAN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN NAAR NEDERLANDS RECHT GRENSOVERSCHRIJDENDE FUSIES VAN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN NAAR NEDERLANDS RECHT EEN JURIDISCH TECHNISCHE BENADERING Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid PROEFSCHRIFT ter verkrijging

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

STEMOVEREENKOMST. inzake ROM ZUIDVLEUGEL B.V. tussen ROM ZUIDVLEUGEL B.V. AANDEELHOUDERS

STEMOVEREENKOMST. inzake ROM ZUIDVLEUGEL B.V. tussen ROM ZUIDVLEUGEL B.V. AANDEELHOUDERS L O Y E N S / L O E F F STEMOVEREENKOMST 2013 inzake ROM ZUIDVLEUGEL B.V. tussen ROM ZUIDVLEUGEL B.V. ei- AANDEELHOUDERS Artikel INHOUDSOPGAVE Pagina 1 DEFINITIES EN INTERPRETATIE 2 2 BESLUITVORMING ALGEMENE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 555 Aanpassing van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Vermogensklem bij rechtsvormwijziging van stichtingen

Hoofdstuk 4 Vermogensklem bij rechtsvormwijziging van stichtingen Hoofdstuk 4 Vermogensklem bij rechtsvormwijziging van stichtingen 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat de achtergrond en het (wenselijke) toepassingsbereik van de vermogensklem bij rechtsvormwijziging

Nadere informatie