Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen"

Transcriptie

1 Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 10 januari 2014 Vooraf 08 ONGEWIJZIGD Wetsvoorstel werken na de AOW-gerechtigde leeftijd ONG Verhoging AOW- en pensioenleeftijd en versobering fiscale kader Herziening financieel toetsingskader Financial Transaction Tax (FTT) of alternatieve transactietaks Multipensioenfonds Bestuursdeelname pensioengerechtigden Wet versterking bestuur pensioenfondsen ONGEWIJZIGD ONGEWIJZIGD ONGEWIJZIGD ONGEWIJZIGD ONGEWIJZIGD ONGEWIJZIGD ONGEWIJZIGD 07 FATCA Wetsvoorstel werken na de AOW-gerechtigde leeftijd Wet pensioencommunicatie Waardeoverdracht Wetsvoorstel AOW-partnertoeslag Wetsvoorstel wijziging ANW Brede discussie toekomst pensioenstelsel ONGEWIJZIGD ONGEWIJZIGD ONG ONG ONG ONG ONG ONG ONGEWIJ

2 Vooraf ON In dit overzicht staan actuele ontwikkelingen op het gebied van pensioen. Wij verwachten dat deze ontwikkelingen op de korte of de wat langere termijn worden omgezet in beleid van de overheid of toezichthouder(s) of wet- of regelgeving. Bij ieder onderwerp treft u een schets met achtergrondinformatie aan. We gaan zo veel mogelijk in op de actualiteit. Ook geven wij de dwarsverbanden aan. Het overzicht gaat over werk in uitvoering. Dat betekent dat in een volgende editie de stand van zaken in een bepaald dossier anders kan zijn. Het betekent ook dat als een ontwikkeling eenmaal tot vaststaand beleid of wet- of regelgeving heeft geleid, het betreffende onderwerp in principe uit dit overzicht verdwijnt. Het overzicht verschijnt in beginsel elke twee maanden. Het laatste nieuws vindt u in onze nieuwsbrief Pensioennieuws & Opinie. U kunt zich hier aanmelden. Deze editie is later verschenen zodat we het laatste nieuws over de versobering van het fiscale kader konden verwerken.

3 1 Verhoging AOW- en pensioenleeftijd en versobering fiscale kader ON Inhoud De eerste stap in de herziening van het pensioenstelsel is het verhogen van de AOW- en pensioenleeftijd en het beperken van het fiscale kader voor aanvullende pensioenen. Ter inleiding Kabinet en sociale partners werken al enige tijd aan de eerste fase van de herziening van het pensioenstelsel. Om u een goed begrip te geven van hoe naar het eindresultaat wordt toegewerkt, zetten wij de stappen in dit deel van de stelselherziening op een rij. Daarbij komen alle akkoorden aan de orde. Tussenstappen die ondertussen niet meer relevant zijn, laten we daarbij weg. In de eerste plaats is er de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd. Publicatie in het Staatsblad heeft al plaatsgevonden en daarmee heeft het status van wet. In dit overzicht wordt desondanks nog wel iets over deze wet vermeld vanwege de samenhang met wetsvoorstellen die nog aanhangig zijn. Deze wet komt voort uit het Begrotingsakkoord 2013 (ook wel: Lenteakkoord). In de overzichten Beleid & Wet en regelgeving van juni t/m september van 2012 gingen wij op dit onderdeel in. Op 1 oktober 2012 sloten VVD en PvdA een Herfstakkoord (ook wel: deelakkoord) over de begroting Daarin ging de AOW-leeftijd vanaf 2016 versneld omhoog. Hiermee liepen ze op het regeerakkoord vooruit. Dit akkoord vormt een tussenstap die zicht geeft op de ontwikkeling van de AOW-leeftijd, maar zal als zodanig niet leiden tot een wetsvoorstel. Op 29 oktober 2012 maakten PvdA en VVD hun Regeerakkoord Bruggen slaan bekend. In dit regeerakkoord blijft de verhoging van de AOW-leeftijd gelijk aan het voorstel in het Herfstakkoord, een wetsvoorstel hierover moet nog volgen. Dit regeerakkoord heeft ook geleid tot het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen. Het fiscale kader voor aanvullende pensioenen (en derde pijler) wordt volgens dit wetsvoorstel verder beperkt dan in de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd. Ook zijn in het Regeerakkoord wijzigingen van de AOW-partnertoeslag en de duur van de ANW-uitkering opgenomen (zie de nrs. 12 en 13 in dit overzicht). Op 11 april 2013 sloten het kabinet, werkgevers en vakbonden een Sociaal Akkoord. Dit akkoord stelt de afspraken uit het regeerakkoord op onderdelen bij. Ook voor de herziening van het pensioenstelsel hebben deze nieuwe afspraken gevolgen. Zo is de Tijdelijke overbruggingsregeling AOW, waarmee sommigen het AOW-gat kunnen opvangen, ruimer dan de oorspronkelijke regeling. Het wetsvoorstel Wet pensioenaanvullingsregelingen moet de gevolgen van de verdere versobering van het fiscale kader verzachten (zie hierna). Ook moeten onderdelen uit de afspraken het nieuwe FTK eenduidiger maken (zie hierna onder 2). Op 7 juni 2013 gaf het kabinet akkoord op een onderdeel uit het Sociaal akkoord. De Eerste Kamer blokkeerde op 8 oktober 2013 de pensioenvoorstellen van het kabinet, omdat de oppositiepartijen het niet eens waren met de versobering van het fiscale kader. Op 18 december 2013 sloot het kabinet met coalitiefracties VVD, PvdA en oppositiefracties D66, ChristenUnie en SGP een akkoord over de hervorming van het fiscale kader voor pensioenen. De verdere beperking van het fiscale kader volgens het regeerakkoord wordt verzacht. Het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen wordt gewijzigd. Het wetsvoorstel Wet pensioenaanvullingsregelingen wordt ingetrokken. Hierna volgt een schets van de voorgestelde uitwerking. Het gaat in feite nog steeds slechts om de eerste stap in de 03/33

4 herziening van het pensioenstelsel. Indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer tot versnelde verhoging van de AOW staat voor maart 2014 gepland. Het eindresultaat op hoofdlijnen uit de hiervoor genoemde akkoorden, relevant voor pensioen, ziet er dan uiteindelijk als volgt uit: Inhoud De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog (dit overzicht is inclusief het Herfstakkoord, dat is overgenomen in het Regeerakkoord: dit wordt volgens de planning in 2014 omgezet in wetgeving) Jaar AOW-leeftijd Geldt voor personen geboren: 2013 Wet: 65 jaar en 1 maand na en vóór jaar en 2 maanden na en vóór jaar en 3 maanden na en vóór Wetsvoorstel gepland in maart 2014: 65 jaar en 6 maanden na en vóór jaar en 9 maanden na en vóór jaar na en vóór jaar en 4 maanden na en vóór jaar en 8 maanden na en vóór jaar na en vóór bij AMvB vast te stellen na Hiermee staat de AOW-leeftijd vast voor mensen die geboren zijn voor Na 2021 volgt jaarlijks een leeftijdsverhoging, op basis van de dan geldende levensverwachting. Waarschijnlijk gaat die verhoging dan in stappen van vier maanden. Volgens de formule die nu in de wettekst staat kan die verhoging ook 0 zijn. Dit betekent dus dat de AOW-leeftijd voor ieder van de jaren na 2021 opnieuw moet worden vastgesteld. De overheid publiceert die leeftijdsverhogingen 5 jaar voor de ingangsdatum. Dus voor het eerst op uiterlijk 1 januari Gevolg van de AOW-staffel is dat de AOW- en pensioenleeftijd uit elkaar gaan lopen. Dat vraagt meer flexibiliteit in de pensioenregeling voor de deelnemer. Wijziging van het fiscale kader - Verhoging pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd) Per 1 januari 2014 werd de pensioenrichtleeftijd conform de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd verhoogd naar 67 jaar. Daarna wordt deze gekoppeld aan de levensverwachting. Verdere verhoging gaat met stappen van één jaar. De komende jaren zal de fiscale pensioenrichtleeftijd hoger liggen dan de AOW-leeftijd. Het is mogelijk om de reglementaire pensioenrichtleeftijd op 65 jaar te houden (zie hierna) of in één keer te verhogen naar 67 jaar of de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd te volgen. Bij de keuze die wordt gemaakt, dient aandacht te worden besteed aan onderwerpen zoals de ontslagleeftijd, de administratieve uitvoerbaarheid en de fiscale bovenmatigheid van de pensioenregeling. - Een lagere pensioenleeftijd dan de pensioenrichtleeftijd mag onder voorwaarde van lager opbouwpercentage Een lagere pensioenleeftijd dan 67 jaar is toegestaan als het op te bouwen ouderdomspensioen niet hoger is dan het fiscaal maximale ouderdomspensioen bij 67 jaar dat is herrekend naar die lagere leeftijd. Dat herrekenen naar de lagere pensioenleeftijd moet gebeuren op basis van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen. Op basis van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd heeft de Belastingdienst hiervoor tabellen opgesteld. Bij handhaving op de pensioenleeftijd van 65 jaar is het fiscaal maximale opbouwpercentage: 1,84% (bij middelloon) en 1,63% (bij eindloon). Als het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen is en lager is dan het fiscaal maximale partnerpensioen, 04/33

5 dan kunnen deze percentages nog hoger worden door uitruil van het verschil tussen het reglementaire partnerpensioen en het fiscaal maximale partnerpensioen voor ouderdomspensioen bij een pensioenleeftijd van 65 jaar, namelijk: 1,9% (bij middelloon) en 1,68% (bij eindloon). Als een pensioenfonds al gebruik maakte van de (nieuwe) fiscaal maximale ruimte, dan was er weinig keuze: de jaarlijkse opbouw moest dan vanaf 2014 lager. Als het fiscale kader per 1 januari 2015 verder wordt beperkt (zie hierna), zal de Belastingdienst opnieuw tabellen opstellen van opbouwpercentages die gehanteerd moeten worden bij een lagere pensioenleeftijd dan de pensioenrichtleeftijd. De hiervoor genoemde lagere percentages vallen dan natuurlijk nog lager uit. - Verlaging opbouwpercentage en aftopping pensioengevend inkomen (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, Regeerakkoord, Sociaal Akkoord en Pensioenakkoord fiscale kader) De Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd verlaagde per 1 januari 2014 de maximale opbouwpercentages met 0,1%, zodat voor middelloon dan 2,15% geldt en voor eindloon 1,9%. Maar volgens het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen zouden de maximale opbouwpercentages met ingang van 1 januari 2015 nog verder worden verlaagd tot 1,75% voor middelloon en 1,55% voor eindloon. Het pensioengevend inkomen zou worden afgetopt op Volgens het wetsvoorstel Wet pensioenaanvullingsregelingen zou het gevolg van deze versobering deels gecompenseerd kunnen worden door aanvullend pensioensparen zonder toepassing van de omkeerregel. Het kabinet negeerde de ontevredenheid van de oppositie in de Tweede Kamer en het negatieve advies van de Raad van State. De Tweede Kamer heeft beide wetsvoorstellen aanvaard, waarbij de oppositie in zijn geheel tegenstemde. In de Eerste Kamer vormen de coalitiepartners VVD en PvdA een minderheid (30 van de 75 zetels). Op 8 oktober besloot de Eerste Kamer beide wetsvoorstellen aan te houden. Formeel met als reden de kwaliteit van de wetsvoorstellen. Vooral het negeren van het advies van de Raad van State werd het kabinet zwaar aangerekend. De Eerste Kamer was daarnaast erg verbaasd over het gemak waarmee het kabinet denkt greep te hebben op de verlaging van de pensioenpremies die nodig is om de budgettaire doelstelling van het kabinet te halen. - Contouren van het nieuwe plan Het nieuwe plan, dat onderdeel is van het akkoord van 18 december 2013, ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: - vanaf 2015 wordt het fiscaal maximale opbouwpercentage 1,875% voor middelloon (voor eindloon is het percentage nog niet bekend, maar dit zal rond 1,65% liggen); - het pensioengevend inkomen wordt afgetopt op ; - er moet premieverlaging worden gerealiseerd. DNB gaat daarop toezien; - de positie van zelfstandigen wordt versterkt; - er komt een brede dialoog over de toekomst van ons pensioenstelsel en de mogelijkheid om het werknemersdeel van de pensioenpremie te gebruiken om de hypotheek af te lossen wordt verkend (zie onder nummer 14 van dit overzicht). Enkele onderdelen lichten we nader toe. - Ook lagere opbouwpercentages voor pensioenregelingen Het gevolg van de aanpassing van de opbouwpercentages is dat nagenoeg alle pensioenregelingen in de komende jaren moeten worden aangepast. De pensioenopbouw mag niet hoger zijn dan de opbouw die resulteert uit deze maximale opbouwpercentages (respectievelijk beschikbare premiepercentages). Deelneming in een pensioenregeling die dit maximum overtreft wordt fiscaal niet gefaciliteerd, tenzij tijdig bij de belastinginspecteur een verzoek wordt ingediend tot vaststelling welk deel binnen het fiscale kader blijft. Het bovenmatige deel moet apart worden geadministreerd. Bij ongewijzigde voortzetting worden de pensioenregelingen fiscaal bovenmatig en zijn de fiscale sancties van toepassing. Gelet op de ervaring en de lessen die geleerd zijn bij de implementatie van de Wet VPL verdient het aanbeveling om bij twijfel over de bovenmatigheid een pensioenregeling ter goedkeuring voor te leggen aan de fiscus. Nettolijfrente boven Mensen met een inkomen vanaf kunnen via een nettolijfrente oudedagsvoorziening opbouwen, die grofweg overeenkomt met een pensioenopbouw van 1,875% van het gemiddeld verdiende loon. De premie-inleg komt uit het nettoloon. De aanspraak van deze nettolijfrente vormt vrijgesteld vermogen in box 3. De pensioenuitkering is onbelast. De regeling staat open voor iedereen, zowel werknemers, als ZZP ers en overige ondernemers. Dit roept de vraag op of netto pensioenregelingen voor het inkomen boven de door pensioenfondsen uitgevoerd kunnen worden. Dat zal afhangen van de wijze waarop het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen wordt gewijzigd. 05/33

6 Extra maatregelen om premieverlaging te waarborgen Over de beide wetsvoorstellen is in zowel Tweede als Eerste Kamer uitvoerig debat gevoerd. Toen bleek dat beide Kamers veel belang hechten aan grip op de verlaging van de pensioenpremies. Die verlaging is nodig om de budgettaire doelstelling van het kabinet te halen, de economie te stimuleren en de rekening niet eenzijdig bij de jongere generaties neer te leggen. Er komen negen waarborgen om er voor te zorgen dat die premieverlagingen er ook echt komen. 1. Pensioenfondsen worden verplicht transparant te zijn over de premieopbouw in onder meer de jaarrekening. Deelnemers kunnen dan via de geëigende kanalen invloed uitoefenen op de hoogte van de premie. 2. Pensioenfondsen worden verplicht vóór vaststelling van de premie de wijze waarop de premie is opgebouwd voor advies voor te leggen aan het verantwoordingsorgaan. 3. DNB krijgt de mogelijkheid een generatie-evenwichtstoets uit te voeren, waarin zij onder andere bekijkt of het besluit over de premievaststelling op de juiste manier in het belang van alle generaties tot stand is gekomen. DNB kan ingrijpen als dat niet het geval is. 4. DNB kan boetes opleggen bij het niet naleven van deze waarborgen. De maximum boete wordt verhoogd van naar 1 miljoen. 5. Fondsen mogen alleen toekomstbestendig indexeren. Dat betekent alleen indexeren als dit voor een langere periode kan worden waargemaakt. Deze waarborg is al in het voorontwerp herziening FTK opgenomen. 6. DNB voert in de tweede helft van 2014 een sectorbreed onderzoek uit naar het evenwicht tussen generaties bij de vaststelling van de premie voor Ook na 2014 kan DNB deze onderzoeken uitvoeren. 7. Alle pensioenfondsen zullen hun beheerskosten inzichtelijk en uniform openbaar moeten maken. 8. Communicatie moet evenwichtig zijn. Hiermee wil men voorkomen dat deelnemers op het verkeerde been worden gezet, bijvoorbeeld ten aanzien van de generatie-effecten. Deze eis is opgenomen in de consultatieversie van het wetsvoorstel pensioencommunicatie. 9. Het kabinet neemt ook zijn eigen verantwoordelijkheid. Overheidswerkgevers en bonden besloten de beperking van de fiscale ruimte per 2014 een op een te vertalen in verlaging van de pensioenpremie. Het kabinet zet er op in dat ook voor 2015 de versoberde pensioenopbouw geheel zal doorwerken in de pensioenpremie. DNB krijgt een belangrijke rol in het toezien op het daadwerkelijk effectueren van een premieverlaging in geval van een versobering als gevolg van de beperking van de fiscale ruimte. DNB stuurde hierover op 17 december al een brief aan de staatsecretaris van SZW. Daarin geeft zij aan dat de generatie-evenwichtstoets eruit bestaat dat DNB in het kader van de evenwichtige belangenafweging beziet of het premiebesluit op de juiste manier tot stand is gekomen. Een pensioenfonds moet kunnen uitleggen dat de besluitvorming over het premiebeleid past bij een evenwichtige belangenafweging. Om de toets goed te kunnen uitvoeren, wil DNB dat pensioenfondsen rapporteren over de samenstelling van hun premie en de hoogte van de premiecomponenten. Daarbij moeten de fondsen dan aangegeven welk deel van de premie: - nodig is voor de opbouw van aanspraken (de onderdelen voor de kostendekkende premie zijn hierbij uitgangspunt); - nodig is voor een eventuele herstelpremie; - eventueel nodig is voor (inhaal-)indexatie; - daarboven wordt geheven voor opbouw van extra vrij vermogen. Versterking pensioenpositie voor zelfstandigen zonder personeel Een door het kabinet ingestelde werkgroep legt de laatste hand aan een pensioenregeling voor ZZP ers. Deze vrijwillige collectieve pensioenregeling zal worden uitgevoerd door een beleggingsinstelling. Deze regeling biedt flexibiliteit in inleg en uitkering voor de deelnemers. Verdere kenmerken: - het pensioenvermogen wordt beschermd in geval van een aanvraag van bijstand; - bij arbeidsongeschiktheid kan het pensioen worden opgenomen; - het kabinet gaat vier jaar monitoren hoe pensioenfondsen omgaan met de mogelijkheid van vrijwillige voortzetting van pensioenopbouw na ontslag. Het kabinet gaat bij pensioenfondsen aandringen om deze mogelijkheid beter te benutten. Het gaat zowel om het aanbieden ervan, als om het bieden van de mogelijkheid om voort te zetten tegen een lager loon dan het laatstverdiende loon. Ook zal bekeken worden of de tienjaarstermijn van vrijwillige voortzetting als knellend wordt ervaren en zo ja, wat de voor- en nadelen zijn om deze termijn te verlengen. Het lijkt erop dat de zelfstandige kan kiezen tussen pensioenopbouw via de tweede of de derde pijler. Als hij een inkomen van meer dan heeft, kan hij voor het meerdere kiezen voor een nettolijfrente (zie hiervoor). - Aanpassing fiscaal beleid De staatssecretaris van Financiën heeft voor 2014 het fiscale beleid aangepast aan de lagere opbouwpercentages. Naar verwachting zal hij dit ook doen voor de periode vanaf /33

7 Onder voorwaarden hoger opbouwpercentage toegestaan tot 1 januari 2015 Onder voorwaarden mag een regeling een hoger opbouwpercentage hanteren. Dat kan voor pensioenregelingen die in 2014 slechts in geringe mate afwijken van het fiscale kader. Die voorwaarden zijn (verkort weergegeven): 1. De pensioenregeling hanteert een hogere franchise dan de fiscale minimum franchise en deze hogere franchise compenseert geheel de overschrijding van het fiscale kader als gevolg van het hogere opbouwpercentage; 2. De pensioenregeling hanteert een verlaagde pensioengrondslag die geheel de overschrijding van het fiscale kader als gevolg van het hogere opbouwpercentage compenseert. De precieze uitwerking met rekenvoorbeelden is te vinden in het fiscale besluit van 27 november 2012 nr. BLKB2012/1628M (Staatscourant 2012 nr van 28 december 2012). Verlaging fiscaal opbouwpercentage betekent ook wijziging fiscale staffelbesluit De aanpassing van de opbouwpercentages en de verhoging van de pensioenrichtleeftijd als gevolg van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd betekent ook dat er een nieuw fiscaal staffelbesluit is genomen (besluit van 12 februari 2013 nr. BLKB2013/43M, Staatscourant 2013 nr van 22 februari 2013). Hierbij is het fiscale kader voor beschikbare premieregelingen en kapitaalovereenkomsten nader uitgewerkt. De in het besluit opgenomen tabellen zijn voor zover nodig aangepast voor de leeftijden 15 tot en met 64 en uitgebreid met de leeftijden 65 en 66. Overgangsregeling partner- en wezenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid Onder voorwaarden werkt de beperking van de fiscale ruimte niet door in het partner- en wezenpensioen en de premievrijstellingsregeling bij arbeidsongeschiktheid. 1. Per 1 januari 2014 is ook de fiscale ruimte voor het partner- en wezenpensioen beperkt. Dat geldt ook voor het partner- en wezenpensioen van de werknemers geboren voor Volgens de Wet VPL kon de opbouw van hun ouderdomspensioen op basis van de fiscale ruimte van eind 2004 ongewijzigd worden voortgezet. Ook na 1 januari 2014 mag voor het partner- en wezenpensioen van deze fiscale ruimte worden uitgegaan. 2. De fiscale ruimte voor het ouderdomspensioen is per 1 januari 2014 beperkt tot 2,15% voor middelloon. De ruimte voor het partner- en wezenpensioen is beperkt tot 1,51% respectievelijk 0,3%. Als deze pensioenen worden uitgedrukt in 70% van het ouderdomspensioen en 20% van het partnerpensioen, zou dat ten hoogste 1,505% respectievelijk 0,301% zijn. Het wezenpensioen is dan 0,002% te hoog, waar tegenover 0,005 van de ruimte voor het partnerpensioen niet wordt benut. In 2014 worden deze regelingen fiscaal geaccepteerd. 3. Voor het partner- en wezenpensioenoor op risicobasis mag voor de pensioengevende dienstjaren van voor beperking van de fiscale ruimte worden uitgegaan van de toen geldende fiscale ruimte. Deze overgangsregeling met de voorwaarden is te vinden in het fiscale besluit van 20 december 2013 nr. BLKB2013/2199M (Staatscourant 2013 nr van 24 december 2013). - Is één pensioenleeftijd in de pensioenregeling mogelijk? De huidige deelnemers bouwen pensioen op dat ingaat op 65 jaar. Als de pensioenleeftijd per wordt hebben zij te maken met verschillende pensioenleeftijden. In de toekomst kunnen dat nog meer verschillende pensioenleeftijden zijn. Er ontstaat dan het volgende beeld: 1. AOW dat ingaat op voor deelnemers verschillende leeftijden; 2. pensioen dat ingaat op 65-jarige leeftijd; 3. pensioen dat ingaat op 67-jarige leeftijd; 4. pensioen dat ingaat op hogere leeftijd, enz. Wellicht ervaren veel deelnemers de AOW-leeftijd als een logisch moment om met pensioen te gaan. Misschien kiezen sommigen voor een hogere pensioeningangsleeftijd dan de AOW-leeftijd. Bijvoorbeeld om eventueel niet-verleende toeslagen en kortingen van de pensioenen en aanspraken in te compenseren. Een pensioenfonds kan verschillende pensioenleeftijden hanteren voor de nieuwe en voor de oude pensioenregeling. Maar het is goed voor te stellen dat een pensioenfonds de voorkeur geeft aan één pensioenleeftijd. Verschillende leeftijden per deelnemer komen het overzicht immers niet ten goede. Een uniforme pensioenleeftijd kan bijdragen aan heldere communicatie en leiden tot een besparing van uitvoeringskosten. Collectieve omzetting is dus in het belang van het collectief van deelnemers. Volgens de Pensioenwet is dat een interne collectieve waardeoverdracht waartegen deelnemers individueel bezwaar kunnen maken. Als bezwaar wordt gemaakt, kunnen de voordelen van collectieve omzetting niet worden gerealiseerd. Staatssecretaris Klijnsma gaf in haar brief van 17 januari 2013 aan dat geen sprake is van collectieve waardeoverdracht als sprake is van collectieve actuariële omzetting van aanspraken naar een hogere pensioenleeftijd en de (gewezen) deelnemer het recht heeft de pensioeningangsdatum te vervroegen naar de oorspronkelijke pensioenleeftijd. De mogelijkheid om bezwaar te maken is dan niet aan de orde. Als de omzetting leidt tot een besparing van uitvoeringskosten en bijdraagt aan heldere communicatie, kan dit opwegen tegen een mogelijk nadelig verschil in het uiteindelijke pensioen- 07/33

8 resultaat. Uitgaande van een evenwichtige belangenafweging kan een pensioenfonds kiezen voor een uniforme pensioenleeftijd zonder tussenkomst van de deelnemers. DNB heeft op 26 november in een Q&A op de website de visie van de staatssecretaris onderschreven. Omdat geen sprake is van collectieve waardeoverdracht, hoeft de omzetting ook niet voorafgaand aan DNB te worden gemeld. - Verbindingen tussen het civiele en het fiscale kader Het civiele kader (de Pensioenwet, de Wet Bpf 2000, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en andere relevante civiele wetten) en het fiscale kader voor pensioenregelingen (de Wet op de loonbelasting) staan in principe onafhankelijk naast elkaar. Maar er zijn ook wel verbindingen tussen beide kaders. Hieronder komen een paar belangrijke links van het civiele naar het fiscale kader aan de orde. Verplichtstelling fiscaal onzuivere pensioenregelingen niet meer mogelijk Belangrijke kanttekening bij alles wat hiervoor over het fiscale kader is gezegd, is nog dat met ingang van 1 januari 2015 pensioenregelingen die niet voldoen aan de normen in het fiscaal kader in de Wet op de loonbelasting niet meer kunnen worden verplicht gesteld. Dat komt in de Wet Bpf 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling te staan. Daarmee gelden die voorschriften zowel voor verplichte bedrijfstakpensioenregelingen als voor beroepspensioenregelingen. Regelingen buiten het fiscale kader mogen alleen als vrijwillige pensioenregeling en zijn afkoopbaar Als het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen wordt aangenomen, kan een pensioenfonds een fiscaal bovenmatige pensioenregeling uitsluitend uitvoeren als vrijwillige pensioenregeling. Een fiscaal bovenmatig pensioen kan op verzoek van de gerechtigde worden afgekocht. Dat komt in de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling te staan. AOW-gat - Achtergrond AOW-gat De verhoging van de AOW-leeftijd veroorzaakt een AOW-gat zolang andere inkomensbronnen niet aansluiten op deze nieuwe AOW-leeftijd. Vanuit pensioenperspectief raken de nieuwe plannen alle leeftijdscohorten onder degenen die vóór 1 januari 2013 nog geen AOW-uitkering ontvangen. - De oudere werknemers moeten langer doorwerken of het gat uit eigen middelen opvangen. - Voor Vutters en degenen die met prepensioen of vervroegd pensioen zijn, is het moeilijker om het inkomensgat zelf op te vangen. Voor deze groep bestaan vanaf 2013 twee AOW-gaten. Ten eerste het gat door de verschuiving van de ingangsdatum van de AOW-uitkering naar de verjaardag. De Belastingdienst gaat ermee akkoord dat de uitkering doorloopt tot de verjaardag. Een tweede inkomensgat ontstaat door het ontbreken van een AOW-uitkering gedurende 1 maand in 2013 en 2 maanden in De Belastingdienst ging niet akkoord met compensatie van dit AOW-gat door VUT- of prepensioenfondsen. Dat was in strijd zijn met de fiscale regelgeving. Het ministerie van Financiën hield aanvankelijk vast aan deze regelgeving, omdat de regering het langer doorwerken wil stimuleren! Na vragen vanuit de Tweede Kamer ging de staatssecretaris van Financiën er uiteindelijk mee akkoord dat de VUT-of prepensioenuitkering kan doorlopen tot de verhoogde AOW-leeftijd. Dit onder de voorwaarde dat de uitkering actuarieel wordt herrekend naar een uitkering over een langere periode. Dit is vastgelegd in het besluit van 17 december 2013 nr. BLKB2013/2201M (Staatscourant 2013 nr van 24 december 2013). De fiscale regelgeving zal hieraan worden aangepast. Door de verplichte actuariële herrekening is dit een voor de uitkeringontvanger een sigaar uit eigen doos. - Degenen die reeds voor 2013 met vervroegd pensioen zijn gegaan, kregen de mogelijkheid beide AOW-gaten te compenseren door over deze periode te kiezen voor een hoger pensioen gevolgd door een levenslang lager pensioen (door amendement Neppérus-Groot). - Degenen die nog met VUT of prepensioen gaan kunnen het inkomensgat wel zelf opvangen door langer te blijven werken. Met die besparing kunnen zij het gat dat ontstaat aan het einde van hun VUT of prepensioen opvangen. - Overbruggingsregeling AOW (inclusief wijziging door Sociaal akkoord) Op 1 oktober 2013 trad de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari De regeling geldt tot en met De SVB voert deze overbruggingsregeling uit. Over deze regeling het volgende. De regeling (gepubliceerd in de Staatscourant van 10 juni) is het resultaat van de regeling die door de staatssecretaris van SZW was opgesteld en vanuit het Sociaal akkoord is gewijzigd. Voor een overbruggingsuitkering komt in aanmerking degene die op of na 1 januari 2013 de leeftijd van 65 jaar bereikt en op die dag of de eerste dag van de maand voor of na die dag als gevolg van het bereiken van die leeftijd van 65 jaar geen recht meer heeft, of een lager recht heeft op een op 1 januari 2013 reeds lopende VUT-uitkering of een daarmee gelijkgestelde uitkering. De norm om voor een uitkering 08/33

9 in aanmerking te komen is gesteld op 200% van het wettelijk minimumloon (WML). Dit komt overeen met een inkomen van 2.938,80 per maand, excl. vakantiegeld. Voor paren geldt een norm van 300% van het WML voor het gezamenlijke inkomen ( 4.408,20). De peildatum voor dit inkomen is het inkomen over de zesde kalendermaand voorafgaand aan de maand waarin de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt. Naast de inkomenstoets is in de overbruggingsregeling ook een vermogenstoets voor de eventuele gerechtigde en zijn partner opgenomen. De vermogenstoets is exclusief eigen woning en pensioenvermogen. Voor de hoogte van het vermogen waarbij recht bestaat op de overbruggingsuitkering wordt aangesloten bij de grens van het box 3-vermogen uit de Wet inkomstenbelasting Er bestaat recht op een overbruggingsuitkering voor een eenpersoonshuishouden met een vermogen tot en voor een tweepersoonshuishouden met een vermogen tot De peildatum voor deze vermogenstoets is 1 januari van het jaar waarin de betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt. Het kabinet gaat ervan uit dat mensen met een inkomen boven de inkomensgrens en/of een vermogen boven de vermogensgrens voldoende middelen hebben om de periode tot de ingang van de AOW-uitkering te overbruggen. De maximale uitkeringshoogte van de overbruggingsregeling bedraagt het niveau van het sociaal minimum. De overbruggingsregeling kent dezelfde normensystematiek als de AOW, namelijk drie uitkeringsnormen die gekoppeld zijn aan een bepaalde samenstelling van het huishouden. Het gaat hierbij om alleenstaanden (uitkeringsnorm 70%), alleenstaanden met een inwonend minderjarig kind (uitkeringsnorm 90%) en gehuwden (uitkeringsnorm van 50% per persoon). De hoogte van de overbruggingsuitkering, inclusief de partneruitkering, is afgeleid van het aantal verzekerde jaren in de opbouwperiode, overeenkomstig de systematiek van de AOW. Naar analogie van de AOW bestaat er een partneruitkering voor de groep mensen die in de toekomst nog recht krijgt op de partnertoeslag. Daarnaast mag de overbruggingsuitkering, inclusief de partneruitkering, niet hoger zijn dan de VUT- of prepensioenuitkering of andere inkomensregeling die recht geeft op de overbruggingsuitkering. - Sociaal Akkoord: flexibele AOW gewenst Sociale partners stelden ook voor om naast de overbruggingsregeling de voorschotregeling voor mensen voor wie in 2013, 2014 en 2015 de AOW-leeftijd wordt verhoogd, permanent te maken en te hervormen in de richting van een flexibele AOW. Op dit voorstel heeft het kabinet niet gereageerd. Dit is opvallend, want de wens van een flexibele AOW is bij herhaling kenbaar gemaakt door sociale partners, nu dus in de voorstellen voor een Sociaal akkoord. Wij menen dat dit een breed verspreide maatschappelijke wens is. Op 5 december 2013 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin het kabinet gevraagd wordt onderzoek te doen naar een flexibele AOW. De dag ervoor had staatssecretaris Klijnsma de motie ontraden, omdat dit volgens haar een negatief effect heeft op de werkgelegenheid en zal leiden tot rond 1 miljard minder besparing. Informatie bestuur Zo nodig informeren we de besturen tussentijds via onze nieuwsbrief Pensioennieuws & Opinie; dit is voor het laatst gebeurd op 19 december Over de verhoging van de AOW-leeftijd informeerden we per bestuursnotitie. Over de noodzaak om de pensioenleeftijd te wijzigen en de mogelijkheden van het hanteren van één pensioenleeftijd is een juridische analyse beschikbaar. Het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen wordt gewijzigd. Om de pensioenpositie van zelfstandigen zonder personeel te versterken wordt een afzonderlijk wetsvoorstel ingediend. Zodra mogelijk zullen we de besturen informeren. 09/33

10 2 Herziening financieel toetsingskader (FTK) ON Inhoud De tweede stap in de herziening van het pensioenstelsel is het schokbestendig maken van de pensioencontracten. Op 30 mei 2012 zond voormalig minister Henk Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de Hoofdlijnennota herziening financieel toetsingskader pensioenen naar de Tweede Kamer. Daarin staan de uitgangspunten van het nieuwe financieel toetsingskader (FTK). Op 12 juli 2013 bood staatssecretaris Klijnsma van SZW de Tweede Kamer het voorontwerp van de Wet invoering reële ambitieovereenkomst aan. Daarin zijn de contouren geschetst van een nieuw FTK op basis van het pensioenakkoord van 10 juni Deze stukken zijn via internet openbaar gemaakt voor consultatie. Ook Syntrus Achmea heeft een reactie ingestuurd. Deze en andere reacties zijn op in te zien. Op basis daarvan concludeerde de staatssecretaris dat behoefte is aan een tussenvariant in plaats van een keuze tussen een nominaal of een reëel kader. Voorontwerp herziening FTK (juli 2013) Volgens het voorontwerp van de Wet invoering reële ambitieovereenkomst kunnen pensioenfondsen kiezen uit een nominaal of een reëel pensioencontract. Uitgangspunten zijn een compleet contract (expliciete risicodeling in voor- en tegenspoed, maar wel een meer geleidelijke verwerking van eventuele schokken) en ruimte voor koopkrachtgerelateerde ambitie. Daarnaast moet het toetsingskader stabieler zijn, in die zin dat het minder afhankelijk is van dagkoersen. Voorontwerp is op onderdelen positief Wij zien een aantal positieve punten in het voorontwerp: introductie van een reëel contract is een stap in de goede richting; behoud van solidariteit, verplichtstelling en collectiviteit; mogelijkheid tot collectief invaren; vergroting van stabiliteit door invoering beleidsdekkingsgraad en handhaving ultimate forward rate (UFR); meer duidelijkheid over risicodeling vooraf en meer helderheid over prudent person beginsel voor toezichthouder en fondsen. Over enkele van deze punten het volgende: - Keuze voor nominaal of reëel contract De keuze voor het nominale of reële contract vinden wij te beperkt. Beter is een variant die een rigide scheiding tussen het nominale en reële contract voorkomt door de belangrijke voordelen uit beide contracten te combineren. Denk aan het vaststellen van de indexatieambitie (nominale contract) en het spreiden in de tijd van financiële schokken (reële contract). - Invaren Het voorontwerp maakt invaren mogelijk. Dat is voor het effectief invoeren van een nieuw contract belangrijk. De beslissing over invaren ligt uiteindelijk bij sociale partners en het bestuur. Zij moeten ook een afweging maken, inclusief een inschatting van de risico s die aan invaren zijn verbonden. Over dit laatste punt biedt het voorontwerp geen duidelijkheid. - Ultimate Forward Rate (UFR) De rentecurve voor verplichtingen van 20 tot 60 jaar blijft gebaseerd op een UFR. Daardoor fluctueert de waarde van de verplichtingen minder als gevolg van renteveranderingen. De uiteindelijke vormgeving van de UFR in het nieuwe FTK hangt van lagere wetgeving af. Het ministerie van SZW heeft een externe commissie om advies gevaagd (zie hieronder). - Prudent person beginsel (PPB) De staatssecretaris wil enerzijds vasthouden aan het principle based karakter van het PPB. Maar anderzijds maakt zij toch een verschuiving naar een meer rule based aanpak in het voorontwerp. Zij stelt namelijk kwalitatieve en kwantitatieve regels, een comply or explain -benadering en een extra risicotoets voor. 10/33

11 Maar sommige zaken verdienen meer aandacht Een aantal zaken verdient meer aandacht dan zij nu krijgen in het voorontwerp: - Zicht op lagere wetgeving ontbreekt Het voorontwerp geeft geen zicht op de lagere wetgeving. Omdat er nog veel nader moet worden uitgewerkt in lagere wetgeving, zal het moeilijk zijn voor sociale partners en besturen om nu al definitief te besluiten. Als niet alle wet- en regelgeving duidelijk is in het eerste kwartaal van 2014, wordt het volgens ons heel moeilijk om zorgvuldige besluiten te nemen en de implementatie te realiseren voor 1 januari Complexiteit groter Een van de problemen waar de pensioensector mee te maken heeft is dat het grote publiek de pensioenmaterie als zeer complex ervaart. Het voorgestelde kader zal niet bijdragen aan het streven naar eenvoud en uitlegbaarheid van pensioenregelingen. Wij zien met het volgen van dit voorstel eerder een toename van de complexiteit die de houdbaarheid van het stelsel kan schaden. - Samenhang met het fiscaal kader De wijziging van het financieel toetsingkader en de wijziging van het fiscale kader voor aanvullend pensioen vinden vrijwel gelijktijdig plaats. Wij zijn bezorgd over de negatieve effecten van beide wijzigingen op de kwaliteit van het tweede pijler pensioen. Klijnsma kiest voor tussenvariant ofwel FTK1+ (oktober 2013) Staatssecretaris Klijnsma schreef in haar brief aan de Tweede Kamer van 1 oktober 2013 dat zij kiest voor één FTK in plaats van een scheiding tussen nominale en reële contracten zoals in het consultatiedocument werd voorgesteld. De nadere uitwerking van de tussenvariant moet nog plaatsvinden, maar is op hoofdlijnen bekend. De tussenvariant, ook wel FTK1+ genoemd, is te omschrijven als het FTK voor het nominale contract zoals we dat nu ongeveer kennen. De korte- en langetermijnherstelplannen worden vervangen door een spreidingssystematiek voor financiële schokken en voor schokken in de levensverwachting. Die systematiek is vergelijkbaar met de methodiek uit het FTK voor het reële contract. In deze tussenvariant is elke indexatie-ambitie mogelijk. Wel stellen de fiscale regels maxima, net zoals nu. Met de introductie van de nieuwe tussenvariant beoogt de Klijnsma dat pensioenfondsen niet hoeven in te varen. Syntrus Achmea is positief over de weg die Klijnsma hiermee is ingeslagen. Eén FTK is in het belang van transparantie en het vertrouwen in het pensioenstelsel. De nadere uitwerking van de tussenvariant en de bijbehorende tijdslijnen zijn echter nog zorgpunten. De implementatie van het nieuwe FTK moet immers op 1 januari 2015 rond zijn. UFR-methode verbeterd, maar nog niet goed De Commissie UFR leverde op 30 augustus 2013 haar rapport op. De commissie adviseerde over drie onderwerpen. Op 1 oktober 2013 g af Klijnsma aan dat het kabinet het advies wil overnemen in het nieuwe FTK. - Hoogte van de UFR Een belangrijk kritiekpunt van de commissie op de UFR is de onderbouwing en hoogte van de huidige 4,2%. Tevens lijkt de commissie te willen voorkomen dat deze vaste rente onder druk van politiek of lobbyisten vloeibaar wordt. Daarom definieert de commissie de UFR niet meer als een vaste rente, maar koppelt deze aan een voortschrijdend gemiddelde markt (forward) rente. Wij onderschrijven het belang van het meer objectiveren van de UFR rente. - Punt op de curve waar de UFR-methode begint De commissie heeft aandacht besteed aan de liquiditeit van de swapmarkt. Ze ondersteunt de eerder gemaakte keuze om vanaf het 20-jaars punt de UFR methodiek te laten aangrijpen. - De extrapolatiemethode De commissie adviseert de extrapolatiemethode aan te passen. Hierbij is meer rekening gehouden met de ingroei factor. Deze factor bepaalt de snelheid waarmee de marktrente na het 20-jaars punt richting de UFR zal bewegen. De Commissie UFR heeft deze factor verlaagd. Daarnaast is de extrapolatiemethodiek veranderd. De commissie geeft aan te hechten aan transparantie en repliceerbaarheid. Wat ons betreft komt de nieuwe extrapolatiemethodiek hier niet aan tegemoet. Deze is erg complex, en het gebruik van een recursieve markt (forward) rente maakt de methode moeilijker repliceerbaar. De complexiteit komt vooral tot uiting in de vreemde effecten rondom de rentegevoeligheid. Zo impliceert de nieuwe UFR methodiek dat de waarde van een 21-jaars pensioenverplichting verandert indien de 30-, 40- of 50-jaars swaprente verandert. 11/33

12 STAR wil andere UFR-methode De Stichting van de Arbeid (STAR) riep op 29 november 2013 het kabinet op om voor pensioenfondsen een stabielere UFR-methode te hanteren in lijn met Europa. De Europese Commissie is met het Europees Parlement en de Europese Raad in overleg. Voor looptijden na 20 jaar wordt deze langetermijnrente verplicht Europees vast te stellen richting een convergentiepunt van 4,2%. Dit geldt dan voor financiële instellingen als verzekeraars. De Commissie UFR adviseerde voor Nederlandse pensioenfondsen een UFR te hanteren die meer afhankelijk is van de actuele marktrente. De STAR is van mening dat het advies van de Commissie UFR achterhaald is door de Europese ontwikkelingen. Invoering De geplande ingangsdatum is 1 januari Deze invoeringsdatum staat onder druk. Staatssecretaris Klijnsma gaf in haar brief van 12 juli 2013 aan voor het kerstreces een wetsvoorstel in te dienen. In haar brief van 1 oktober 2013 gaf ze aan het wetsvoorstel over het nieuwe FTK uiterlijk 31 januari 2014 aan de Tweede Kamer te sturen. De Pensioenfederatie heeft de indruk dat het FTK zoals dat nu in de maak is, niet voldoet aan de uitgangspunten die ze in haar reactie op het consultatiedocument had geformuleerd. De Pensioenfederatie gaf in haar brief van 20 december 2013 aan dat een wetsvoorstel met een FTK van die strekking destructief is voor het Nederlandse pensioenstelsel. Naast de inhoud is ook het tijdpad een grote zorg geworden, nu het wetsvoorstel nog niet is ingediend. Informatie bestuur Wij informeren de besturen over dit onderwerp via dit overzicht. Zo nodig informeren we besturen tussentijds via onze nieuwsbrief Pensioennieuws & Opinie; dit is voor het laatst gebeurd op 12 december In de discussies over het nieuwe FTK is door de bomen soms het bos niet meer te zien. Om die reden maakten we een handzaam paper voor alle pensioenprofessionals die niet dagelijks met deze materie bezig zijn; zie onze nieuwsbrief Pensioennieuws & Opinie van 19 december /33

13 3 Financial Transaction Tax (FTT) of alternatieve transactietaks ON Inhoud en reikwijdte De Europese Commissie stelde voor om een Europese belasting te heffen op financiële transacties: de Financial Transaction Tax (FTT). De FTT zou oorspronkelijk vanaf 1 januari 2014 in werking treden. Een FTT voor het hele EU-domein gaat niet door wegens gebrek aan draagvlak. Daarop hebben 11 EU-leden besloten om via de weg van enhanced cooperation de FTT in te voeren. De 11 betrokken landen zijn België, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Portugal, Slovenië en Slowakije. Zij gaan dan in een nauwere samenwerking binnen de EU-context met steun van de Europese Commissie en het Europese Parlement samen verder. Op 14 februari publiceerde de Europese Commissie hiertoe een nieuw voorstel voor een FTT-richtlijn. In het voorstel is anders dan Nederland graag wilde geen uitzonderingspositie voor pensioenfondsen opgenomen. De FTT geldt straks voor de 11 betrokken landen. Resultaat is dat ook iedereen die direct of indirect met personen of instellingen uit deze landen handelt met deze FTT te maken krijgt. Ook Nederlandse pensioenfondsen krijgen als gevolg daarvan te maken met kostenverhogingen. Op basis van gegevens van het Ministerie van Financiën bedragen de kosten van deze FTT voor de Nederlandse pensioensector ongeveer 210 miljoen euro per jaar. Het gaat hier om een grove schatting. Deze kosten hebben een negatief effect op het door pensioenfondsen opgebouwde vermogen en het behaalde rendement. Het belasten van pensioenfondsen met een FTT ziet de regering als disproportioneel. Daarom wil de regering dat ook de financiële transacties namens een pensioenfonds gevrijwaard zijn van FTT. Hiervoor wordt druk gelobbyd. Ondertussen is er bij de betrokken 11 landen verwarring over het bereik van het voorstel, de uitzonderingen en de planning van de implementatie. Italië heeft niet gewacht en heeft medio december 2012 haar eigen Italiaanse FTT-voorstel ingediend. De verwachting is dat de Italië de eigen FTT-bepalingen intrekt zodra een EU FTT wordt ingevoerd. Tegen de stroom in is het Verenigd Koninkrijk van plan de daar geldende stamp duty juist af te schaffen. Al bij al duurt het nog wel even voor er definitief duidelijkheid is. Nederland wil aandacht voor specifieke situatie In antwoord op Kamervragen bevestigde minister Dijsselbloem op 2 mei 2013 dat het huidige voorstel niet aan de Nederlandse voorwaarden voldoet. Op basis van het nieuwe Commissievoorstel wordt verder onderhandeld. Nederland blijft zich actief inzetten om de Nederlandse wensen onder de aandacht te brengen bij de Commissie en de overige lidstaten, zo verklaarde Dijsselbloem. In de Miljoenennota wordt (nogmaals) benadrukt dat het kabinet er aan hecht dat pensioenen beter op nationaal niveau worden geregeld. Voor FTT is te verwachten dat de regering voet bij stuk zal houden. Juridische bezwaren Momenteel ligt de FTT vanuit de juridische hoek onder vuur. Vanuit de Legal Service van de Raad van de Europese Unie is op 6 september een zeer kritisch rapport uitgelekt over de FTT in de vorm zoals deze hiervoor is geschetst. Samengevat stelt de juridische dienst dat het voorstel: 1. de jurisdictie van lidstaten overschrijdt wat betreft belastingheffing, volgens normen van internationaal gewoonterecht zoals geïnterpreteerd door de EU; 2. strijdig is met het EU-verdrag omdat het inbreuk maakt op de competenties van nationale belastingheffing van lidstaten die niet deelnemen aan de FTT; 3. discrimineert en waarschijnlijk zal leiden tot een verstoring van mededinging, in het nadeel van niet-deelnemende lidstaten. Al bij al dus zeer forse kritiek. Maar Europees Commissaris Semeta heeft al meteen na het uitlekken laten weten dat hij er het volste vertrouwen in heeft dat het met het voorstel juridisch goed zit. Hij ziet geen reden om het werk aan de FTT stil te leggen of andere maatsregelen te nemen. Dit lijkt vooral een politieke reactie. Het zou kunnen dat de Europese Commissie met deze kritiek een groot probleem moet zien op te lossen. Afgelopen maanden heeft overleg plaatsgevonden tussen de Council Working Party on Tax Questions Indirect taxation (CWP) en de Europese Commissie over een aantal onduidelijkheden die de CWP had over een aantal technische kwesties met betrekking tot de definities en het toepassingsgebied van het voorstel voor de FTT. Medio december 2013 heeft de Europese Commissie hierop gereageerd. 13/33

14 Effecten op pensioenfondsen Daarnaast heeft minister Dijsselbloem op 1 oktober 2013 in een brief aan de Tweede Kamer een schriftelijke beantwoording gegeven op de vragen die de vaste commissie voor Financiën op 12 april 2013 aan de minister van Financiën over FTT had voorgelegd. Het betreft een aantal vragen van de leden van de fracties van de VVD, de PvdA, de PVV, het CDA, D66 en de ChristenUnie over het fiche over de Richtlijn ter implementatie van nauwere samenwerking op het gebied van een financiële transactiebelasting. In zijn beantwoording is de minister ingegaan op onderwerpen zoals: de nauwere samenwerking; de voorwaarden uit het regeerakkoord; algemene economische effecten van een FTT; administratieve lasten en de uitvoeringskosten; het sneeuwbaleffect; effecten op de pensioenfondsen; effecten op de staatsschuld; samenloop met financiële regelgeving; richtlijn inhoudelijke vragen. Met betrekking tot de effecten van FTT op pensioenfondsen geeft de minister aan dat geschat wordt dat de afdracht aan FTT jaarlijks in de orde van 250 miljoen zal bedragen en dat dit een negatief effect op de beleggingsrendementen van pensioenfondsen zal hebben van ongeveer 0,25 procentpunten. Indien pensioenfondsen minder beleggingstransacties zouden uitvoeren, zou het effect lager kunnen worden. Echter uitvoeren van goed risicobeheer leidt op verschillende wijzen tot het doen van meer transacties. Zo dienen pensioenfondsen regelmatig hun verplichtingen in lijn te brengen met de strategische beleggingsmix die past bij hun verplichtingen (rebalanceren). Ook dit leidt tot meer transacties. Vandaar dat het totale effect van FTT voor pensioenfondsen niet verwaarloosbaar zal zijn. Invoering De beoogde ingangsdatum is 1 januari Informatie bestuur Afhankelijk van definitieve Europese besluitvorming en besluit van de Nederlandse regering. 14/33

15 4 Multipensioenfonds ON Inhoud In het palet aan pensioenfondsen komt er een nieuw type pensioenfonds bij: het multipensioenfonds. Dat moet betekenis krijgen voor de samenvoeging van pensioenfondsen. Pensioenfondsen die niet zelfstandig verder willen of kunnen vinden hierin een alternatief voor de route naar een verzekeraar. Pensioenfondsen, verzekeraars en pensioenuitvoerings-organisaties kunnen een (leeg) multipensioenfonds oprichten. Hierover komt nog een internetconsultatie. Consultatie API Op 28 februari 2013 maakte staatssecretaris Klijnsma van SZW, mede namens de minister van Financiën, een Beleidsdocument API voor internetconsultatie openbaar. Dit consultatiedocument bevatte de contouren van de Algemene Pensioeninstelling (API) en ging in op de wijzigingen die in wet- en regelgeving nodig zouden zijn om de API mogelijk te maken. Syntrus Achmea leverde input op het consolidatiedocument. Daarin legden wij de nadruk op de mogelijkheden die de API ten aanzien van de consolidatie van de binnenlandse pensioenmarkt volgens ons zou moeten hebben. Daarnaast wezen wij uiteraard op de mogelijke verbeterpunten in het consultatiedocument. Zo pleitten wij voor introduceren van een keuzemogelijkheid voor ringfencing, waarbij naar behoefte en fase van ontwikkeling voor al of niet ringfencen kan worden gekozen. Dit zou volgens ons het fusieproces ten goede komen. Ook moet een lege API kunnen worden opgericht en moet omzetting van een PPI naar een API mogelijk zijn. Op 4 november 2013 informeerde staatssecretaris Klijnsma de Tweede Kamer over het vervolg. Zij kiest er voor zich nu te richten op de consolidatieslag die de pensioensector moet maken. Ook volgt zij de kritiek dat een API voor internationale doeleinden geen haalbare kaart is. Het nieuwe multipensioenfonds richt zich uitsluitend op de binnenlandse markt. Geen API, wel iets nieuws Het nieuwe vehikel wordt niet het sluitstuk van de drietrapsraket PPI, multi-opf en API als verdere uitwerking van de pensioenfondsenrichtlijn (IORP-richtlijn, 2003/41/EG). Die ambitie wordt in feite geparkeerd en mogelijk later weer opgepakt: Klijnsma wil Europese ontwikkelingen in met name het toezichtskader voor uitvoering van buitenlandse regelingen afwachten en invloed daarop uitoefenen. Tussentijds wordt de reikwijdte van de PPI voor grensoverschrijdende dienstverlening verduidelijkt. Het multipensioenfonds Een multipensioenfonds kan de pensioenregeling van een bedrijfstak, maar ook die van een onderneming uitvoeren. Klijnsma bestudeert voor het domein van de beroepspensioenfondsen nog de mogelijkheden. Een multipensioenfonds kan niet de pensioenregeling van een bedrijfstakpensioenfonds waarin de deelneming verplicht is gesteld uitvoeren. Klijnsma wil namelijk de verplichtstelling niet in de waagschaal stellen. Ook vindt zij dat de discussie over de verplichtstelling thuishoort in de bredere discussie over de toekomst van het pensioenstelsel die zij in het voorjaar van 2014 wil gaan voeren (zie onder nummer 14 van dit overzicht). De vermogens, gerelateerd aan de verschillende pensioenregelingen die het multipensioenfonds uitvoert, moeten worden geringfenced (scheiding van de vermogens per regeling). Het lijkt er op dat het multipensioenfonds geen rol gaat spelen voor de ZZP ers. Het multipensioenfonds moet een vergunning van de toezichthouder hebben; ijkpunten voor het verlenen van die vergunning zijn een adequate inrichting van de organisatie en een adequate scheiding van de vermogens per regeling (ringfencing). Deze vergunningplicht en de eisen die hieraan worden gesteld worden vermoedelijk geregeld in de Pensioenwet. 15/33

16 Onze visie Het multipensioenfonds kan voor de consolidatieslag die de pensioensector moet maken betekenis krijgen. Dat zal, met het huidig voorgestelde concept, alleen het geval zijn voor ondernemingspensioenfondsen en voor bedrijfstakpensioenfondsen zonder verplichtstelling. Het is jammer dat dit nieuwe type pensioenfonds niets kan betekenen voor bedrijfstakpensioenfondsen met een verplichtstelling. Klijnsma vindt het te gewaagd het multipensioenfonds hierin een rol te geven. Uit jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie valt af te leiden dat de verplichtstelling alleen als uitzondering op de vrije marktwerking wordt geaccepteerd door het Hof als er binnen het pensioenfonds dat die regeling uitvoert een grote mate van solidariteit bestaat. Die grote mate van solidariteit rechtvaardigt het uitsluitend recht dat het bedrijfstakpensioenfonds toekomt bij het uitvoeren van de betreffende pensioenregeling. Die solidariteit moet binnen het pensioenfonds als geheel bestaan en niet (alleen) binnen de afzonderlijke pensioenregelingen die het pensioenfonds uitvoert. Invoering De beoogde ingangsdatum is 1 januari Staatssecretaris Klijnsma was van plan nog in 2013 een voorontwerp van wet voor internetconsultatie aan te bieden. Dat is niet gebeurd. Informatie bestuur Afhankelijk van het wetgevingstraject, waarvan naar verwachting de voorbereiding kan beginnen na de internetconsultatie. 16/33

17 5 Bestuursdeelname pensioengerechtigden (alleen van toepassing op bedrijfstakpensioenfondsen) ON Inhoud In besturen van bedrijfstakpensioenfondsen worden pensioengerechtigden opgenomen, als een meerderheid bij een raadpleging dat wil. Consultatie API De initiatiefwet van Koçer Koser Kaya (D66) en Blok (VVD) over bestuursdeelname namens pensioengerechtigden is op 1 juli 2013 in werking getreden. Het kabinet heeft de belangrijkste onderdelen van de initiatiefwet overgenomen in het Wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen (zie onder nummer 6 van dit overzicht). Staatssecretaris Klijnsma had voorgesteld de initiatiefwet op 1 juli 2013 in werking te laten treedt, tenzij de behandeling van het Wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen voor die tijd afgerond zou zijn. Dat is niet gelukt doordat de Eerste Kamer dat wetsvoorstel pas op 9 juli 2013 behandelde. Hierdoor krijgen pensioenfondsen tot 1 juli 2014 te maken met twee overlappende en deels conflicterende wetten. Op verzoek van staatssecretaris Klijnsma zal DNB niet op toepassing van de initiatiefwet handhaven. Pensioenfondsen dienen zich te richten op implementatie van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Informatie bestuur Onderdeel van bestuursnotitie over de Wet versterking bestuur pensioenfondsen na besluitvorming door de Tweede Kamer. 17/33

18 6 Wet versterking bestuur pensioenfondsen en Code Pensioenfondsen ON Inhoud De Wet versterking bestuur pensioenfondsen bevat een integrale herziening van de governance en medezeggenschap bij pensioenfondsen. De wet bevat ook andere wijzigingen die moeten leiden tot verbetering van de kwaliteit van het pensioenfondsbestuur. Een en ander is neergelegd in de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Pensioenfondsen moeten hun bestuursmodel heroverwegen en de Code Pensioenfondsen implementeren. De bestuursmodellen Alle pensioenfondsen moeten hun bestuursmodel aanpassen of kiezen voor een nieuw bestuursmodel op basis van de volgende uitgangspunten: versterking van deskundigheid en intern toezicht; adequate vertegenwoordiging van alle risicodragers; stroomlijning van taken en organen. Vanaf 1 juli 2014 kan een pensioenfonds kiezen uit vijf bestuursmodellen: het paritaire bestuursmodel (model 1): in het bestuur vertegenwoordigers namens de drie geledingen: de werkgever(s), werknemers én pensioengerechtigden (eventueel aangevuld met maximaal twee onafhankelijke deskundigen) het gemengde bestuursmodel met uitvoerende en niet uitvoerende bestuurders, die het intern toezicht uitoefenen, in drie varianten: paritair gemengd model (model 2): vertegenwoordigers van de drie geledingen (eventueel aangevuld met maximaal twee onafhankelijke deskundigen) als uitvoerende bestuurders en minimaal drie onafhankelijke deskundigen als niet uitvoerende bestuurders omgekeerd gemengd model (model 3): minimaal twee onafhankelijke deskundigen als uitvoerende bestuurders en vertegenwoordigers van de drie geledingen (eventueel aangevuld met maximaal twee onafhankelijke deskundigen) als niet uitvoerende bestuurders onafhankelijk gemengd model (model 4): minimaal twee onafhankelijke deskundigen als uitvoerende bestuurders en minimaal drie onafhankelijke deskundigen als niet uitvoerende bestuurders het onafhankelijk bestuursmodel (model 5): in het bestuur minimaal twee onafhankelijke deskundigen De paritaire modellen (model 1, 2 en 3) kennen een verantwoordingsorgaan (VO), waarin de deelnemers en pensioengerechtigden naar evenredigheid zijn vertegenwoordigd. Naar keuze kan de werkgever worden vertegenwoordigd. Het nieuwe VO krijgt de verantwoordings- en adviestaken van het huidige VO en krijgt ook een adviesrecht voor enkele essentiële besluiten die het voorbestaan van het pensioenfonds raken. De onafhankelijke modellen (model 4 en 5) kennen een belanghebbendenorgaan (BO), waarin de drie geledingen in dezelfde verhouding als in het paritair bestuur zijn vertegenwoordigd. Het BO krijgt de verantwoordings- en adviestaken van de huidige deelnemersraad en het huidige VO, aangevuld met een goedkeuringsrecht voor besluiten die de risicoverdeling dan wel het voorbestaan van het pensioenfonds raken. Het intern toezicht wordt verstevigd doordat: bedrijfstakpensioenfondsen met een paritair of onafhankelijk bestuur een permanente raad van toezicht moeten instellen (tenzij het fonds volledig is verzekerd; in dat geval volstaat jaarlijkse visitatie door een visitatiecommissie); ondernemingspensioenfondsen met een paritair of onafhankelijk bestuur de keuze krijgen tussen een permanente raad van toezicht of een visitatiecommissie die jaarlijks visiteert (in plaats van driejaarlijks); beroepspensioenfondsen de keuze krijgen tussen een permanente raad van toezicht, een visitatiecommissie die jaarlijks visiteert (in plaats van driejaarlijks) of een gemengd bestuur waarbij de niet uitvoerende bestuurders het intern toezicht uitoefenen; het intern toezichtorgaan extra taken krijgt, alsmede extra bevoegdheden als het om de raad van toezicht gaat. 18/33

19 Code Pensioenfondsen De Code Pensioenfondsen vervangt de Principes voor goed pensioenfondsbestuur van de STAR van 16 december Deze code is opgesteld door de Pensioenfederatie in nauwe samenwerking met de Stichting van de Arbeid (STAR). De Pensioen-federatie en de STAR willen hiermee bijdragen aan het versterken van goed pensioenfondsbestuur. De Code bevat normen voor het gedrag van bestuurders, interne toezichthouders en belanghebbenden in de verantwoordingsfunctie. Per orgaan zijn normen opgenomen over taak en werkwijze, samenstelling en zittingsduur, geschiktheid en benoeming, schorsing en ontslag. Daarnaast zijn overkoepelende thema s opgenomen, die zowel het eigen functioneren van het fonds als van dienstverleners betreffen, zoals integraal risicomanagement, communicatie en transparantie, verantwoord beleggen, kosten, uitvoering en uitbesteding, geschiktheid, diversiteit, integer handelen en beloningsbeleid. Op 10 september 2013 verzochten de Pensioenfederatie en de STAR staatssecretaris Klijnsma van SZW om wettelijke verankering van de Code Pensioenfondsen zoals dat eerder ook met de STAR-pricipes voor goed pensioenfonds bestuur is gebeurd. Verdere kwaliteitsverbetering Andere wetswijzigingen die moeten leiden tot verbetering van de kwaliteit van het pensioenfondsbestuur, hebben te maken met de volgende onderwerpen: geschiktheidstoets onafhankelijkheid tijdsbeslag verantwoord beleggen beloningsbeleid doelstellingen en uitgangspunten diversiteit informatie over belangenverenigingen Deze onderwerpen zijn ook verder uitgewerkt in de Code Pensioenfondsen. Invoering De Eerste Kamer ging op 9 juli 2013 akkoord met de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. De wet treedt in twee stappen in werking: op 7 augustus 2013 de bepalingen die geen betrekking hebben op de bestuursmodellen; op 1 juli 2014 de bepalingen die betrekking hebben op de bestuursmodellen. DNB verwacht dat pensioenfondsen: eind 2013 een keuze voor een bestuursmodel hebben gemaakt op basis van een sterkte-zwakte analyse van de verschillende modellen; voor 1 april 2014 voorgenomen benoemingen van (mede)beleidsbepalers bij DNB hebben gemeld en hun totaalpakket van wijzigingen in de governance aan DNB hebben voorgelegd. Dat zijn de voorgenomen wijzigingen in de statuten en alle meldingsformulieren (inclusief de daarbij behorende profielen, cv s en overige bijlagen). De Code Pensioenfondsen trad in werking op 1 januari De Pensioenfederatie komt naar verwachting in februari met een Plan van aanpak geschiktheid en Aanbevelingen geschikt pensioenfondsbestuur. Naleving van de Code Pensioenfondsen is wettelijk verplicht vanaf 1 juli Daardoor krijgen de pensioenfondsen een half jaar de tijd om de Code te implementeren. Informatie bestuur We ondersteunden de besturen door middel van: bestuursnotities over de Wet versterking bestuur pensioenfondsen na besluitvorming door de Eerste Kamer (afgerond); een presentatie over de gevolgen van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen; een gids met uitgebreide achtergrondinformatie over alle wijzigingen in het paper Op weg naar een sterker bestuur van pensioenfondsen ; tussentijdse informatie over de ontwikkelingen via onze nieuwsbrief Pensioennieuws & Opinie. 19/33

20 7 FATCA ON Inhoud Algemeen - Op grond van de Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA) wordt iedere niet-amerikaanse financiële instelling verplicht om aan de Amerikaanse Belastingdienst informatie over US persons door te geven. Het gaat om FFI s (Foreign Financial Institutions) waartoe ook pensioenfondsen behoren. Deze maatregel moet belastingontduiking voorkomen door inwoners van de VS die beleggingen bij buitenlandse financiële instellingen aanhouden. In dit verband heeft Nederland voor de uitvoering hiervan een overeenkomst met de VS gesloten. Pensioenfondsen - De Europese koepel voor paritaire instellingen (AEIP) en drie Amerikaanse pensioenkoepels hebben een gezamenlijke brief naar de Amerikaanse overheid gestuurd. Zij pleiten hierin voor een uitzondering voor Europese pensioenfondsen op de FATCA. Het lijkt er op dat deze lobby succes heeft gehad. Algemeen Met de opbrengsten wordt de werkgelegenheid in de VS gestimuleerd. De wet heeft vooral gevolgen voor een FFI met klanten in de VS. En voor buitenlandse niet-financiële instellingen met eigenaars uit (voornamelijk) de VS. De Europese financiële sector vreesde voor verzwaring van administratieve lasten en hoge IT-kosten om de FATCA na te leven. Op basis van de FATCA hebben de VS en G5 landen uit Europa (Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Verenigd Koninkrijk) een zogeheten Intergovernmental Agreement (IGA) bereikt, een modelovereenkomst op basis waarvan alle landen een overeenkomst kunnen sluiten met de VS. Onlangs is ook een IGA tussen de VS en NL tot stand gekomen (zie hieronder). Het voordeel van een IGA tussen landen onderling is dat de administratieve lasten voor de financiële instellingen geringer zullen zijn. Allereerst hoeven de instellingen dan niet ieder afzonderlijk een overeenkomst met de IRS (de Amerikaanse belastingdienst) te sluiten. En tevens loopt de gegevensverstrekking via de Nederlandse Belastingdienst op grond van nieuwe wetgeving. Onduidelijk is nu nog of registratie in de VS nodig zal zijn voor FFI s uit een IGA land. Pensioenfondsen De lobby heeft succes gehad. De final regulations kennen een vrijstelling voor (Nederlandse) pensioenfondsen, evenals beleggingsvehikels indien deze worden gebruikt door louter vrijgestelde pensioenfondsen. Zij hoeven hun deelnemersbestand niet te screenen op Amerikaanse staatsburgers. In de bijlage II van de IGA staat opgesomd welke entiteiten en welke producten vrijgesteld zijn (Exempt beneficial Owner) waardoor ze geen opgaaf hoeven te doen van gegevens (Non-Reporting Netherlands Financial Institutions). Onduidelijk is nog of er wel/geen FFI EIN (Employer Identification Number fiscaal nummer voor fatca doeleinden) aangevraagd moet worden. Oorspronkelijk was de registratie vanaf 1 januari 2013 gepland. Met deze datum is al een paar keer geschoven; in augustus 2013 vernamen wij dat tot 1 januari 2014 een proef voor gebruikers loopt. De eigenlijke aanvragen gaan pas vanaf 1 januari 2014 lopen. Als de registratie voor 25 april 2014 plaatsvindt, dan wordt het FFI opgenomen in de FFI list die in juni 2014 gepubliceerd wordt. Er vinden besprekingen plaats waarin mogelijkerwijs de IRS een database gaat inrichten waarin iedere FFI zich kan/moet registeren én tegelijkertijd de status van andere financiële instellingen kan zien. De formele ingangsdatum van FATCA was 1 januari In de praktijk wordt er pas op zijn vroegst in september 2015 gevolg aan gegeven. De IGA voorziet in een implementatietermijn waarin Nederland de wetgeving kan goedkeuren, lokaal kan aanpassen waar nodig en werkelijk kan invoeren. 20/33

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 17 maart 2015 GEWIJZIGD GEWIJZIGD GEWIJZI Vooraf 08 GEWIJZIGD FATCA G 01 Pensioencommunicatie 09 GEWIJZIGD Waardeoverdracht G 02 03 04 Versnelde verhoging

Nadere informatie

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 15 december 2015 GEWIJZI Vooraf 08 Herziening IORP-richtlijn G 01 Toekomst pensioenstelsel 09 Payroll - motie Hamer G 02 03 04 05 Algemeen pensioenfonds

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 290 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband

Nadere informatie

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 1 mei 2015 ONGEWIJZI Vooraf 08 FATCA 01 Pensioencommunicatie 09 Waardeoverdracht ONG 02 03 04 Versnelde verhoging AOW-leeftijd De Nationale Pensioendialoog

Nadere informatie

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 14 september 2015 VERD VERD VERD VERD GEWIJZI Vooraf VERD VERD 08 VERD Herziening IORP-richtlijn VERD G 01 02 03 04 05 VERD Toekomst pensioenstelsel Algemeen

Nadere informatie

nieuwsplus Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 Inhoud 1. Wijzigingen in 2014

nieuwsplus Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 Inhoud 1. Wijzigingen in 2014 s-gravenhage, 21 mei 2013 Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 De gevolgen van het regeerakkoord VVD-PvdA zijn groot voor de AOW en de opbouw van pensioen in de tweede pijler. In deze tweede editie van

Nadere informatie

Pensioenactualiteiten

Pensioenactualiteiten Pensioenactualiteiten Medezeggenschap Waterbedrijven, Waterschappen, Netwerkbedrijven 16-05-2013 Agenda Dekkingsgraad en financiële positie fonds Wijzigingen in 2012 Ontwikkelingen en gevolgen voor ABP

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015

Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015 Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015 De parlementaire behandeling van de fiscale hervorming van de pensioenen is afgerond. Op dinsdag 27 mei is de Eerste Kamer in meerderheid akkoord gegaan met de plannen

Nadere informatie

Versobering van de fiscale pensioenopbouw

Versobering van de fiscale pensioenopbouw Versobering van de fiscale pensioenopbouw 1. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel Als het aan het kabinet ligt, dan wordt het Witteveenkader op drie manieren aangepast: verhoging van de pensioenrichtleeftijd,

Nadere informatie

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 19 februari 2016 NIEUW VERNIEUWD ONGEWIJZIGD Vooraf VERNIEUWD 08 Payroll motie Hamer ONGEWIJZIGD 01 02 03 04 05 Toekomst pensioenstelsel Verbetering beschikbare

Nadere informatie

68 De Pensioenwereld in 2014

68 De Pensioenwereld in 2014 09 68 De Pensioenwereld in 2014 Pensioenregeling 69 Aanpassingen van het fiscale (Witteveen-)kader Auteurs: Ivar Sintemaartensdijk en Jan Stigter Pensioenen mogen zich nog altijd verheugen in de warme

Nadere informatie

Fiscale kader aanvullende pensioenen minder beperkt

Fiscale kader aanvullende pensioenen minder beperkt Govert Terlouwstraat 6 3065 GH Rotterdam T 0103418732 Het Rietveld 55A 7321 CT Apeldoorn T 055-2018885 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl I www.hertgerspensioenadvies.nl Fiscale kader aanvullende

Nadere informatie

Fiscale aspecten pensioenmaatregelen

Fiscale aspecten pensioenmaatregelen www.pwc.nl Fiscale aspecten pensioenmaatregelen regeerakkoord Studiebijeenkomst Vereniging voor Pensioenrecht 21 november 2012 Agenda 1. Aanleiding 2. Ontwikkelingen wet- en regelgeving pensioen 3. Wet

Nadere informatie

Actualiteiten pensioen

Actualiteiten pensioen Actualiteiten pensioen Stichting Pensioenfonds Thales Nederland 20 juni 2013 2013 Towers Watson. All rights reserved. Wat speelt er allemaal? Sociaal akkoord AOW-leeftijd gaat omhoog AOW-gat Nominaal versus

Nadere informatie

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl Update! bpfhibin.nl stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen December 2014 Kunt u uw werknemers uitleggen wat er per 1 januari 2015 is veranderd aan hun pensioen? WIJZIGINGEN

Nadere informatie

ONDERDEEL Leven Zakelijk

ONDERDEEL Leven Zakelijk delta Iloyd ONDERWERP Delta Lloyd Levensverzekering NV ONDERDEEL Leven Zakelijk DATUM 27 mei 2014 UW REFERENTIE 34072 Honig en Honig T.a.v. W. Honig Postbus 336 1800 AH ALKMAAR Geachte heer / mevrouw Honig,

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Wetsvoorstel Witteveen 2015

KPMG Meijburg & Co ABCD. Wetsvoorstel Witteveen 2015 Wetsvoorstel Witteveen 2015 Het wetsvoorstel Witteveen 2015 is op 15 april 2013 ingediend bij de Tweede Kamer. Het betreft de verlaging van de maximumopbouw- en premiepercentages voor pensioenen en de

Nadere informatie

Seminar MontClair. pensioenrichtleeftijd

Seminar MontClair. pensioenrichtleeftijd Seminar MontClair Verschuiving WIJZIGING AOW- VAN DEen pensioenrichtleeftijd ARBEIDSVOORWAARDE PENSIOEN Woensdag 5 juni 2013 Pensioenopleidingen in het groene hart 1 Welkom! Leeswijzer Stand van zaken

Nadere informatie

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen Bij een eindloonregeling bouwt u veel meer pensioen op als u gedurende uw werkzame leven behoorlijk carrière maakt (lees salarisstijgingen ontvangt). Want u ontvangt het pensioen over uw laatste en dus

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland Human Resources Stichting Pensioenfonds Nederland Toelichting Witteveenkader II en nieuw Financieel Toetsingskader 30 september 2014 kantoor Amsterdam Identifier Presentatie Seminar DNB 28 en 30 mei 2013

Nadere informatie

Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) Verhoging AOW leeftijd vanaf 2013 Verhoging pensioenleeftijd vanaf 2014 Overgangsrecht?

Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) Verhoging AOW leeftijd vanaf 2013 Verhoging pensioenleeftijd vanaf 2014 Overgangsrecht? De Toekomst van pensioen VVPJ 26 februari 2013 Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd Aan welke knoppen kun je nog draaien? Nieuw premieovereenkomstenbesluit Ben Schuurman Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd

Nadere informatie

Wijziging pensioenregeling

Wijziging pensioenregeling Stichting Pensioenfonds TNO Wijziging pensioenregeling 2014 Wat vindt u in deze brochure? In deze brochure vindt u een overzicht van de wijzigingen van de pensioenregeling per 1 januari 2014. Introductie

Nadere informatie

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK Werknemers- en werkgevers-organisaties in de Metaal en Techniek en Metalektro, samenwerkend in de Stichting Vakraad Metaal en Techniek en de Stichting Raad van

Nadere informatie

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der

Nadere informatie

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950; Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten Dit besluit is een herziening van het besluit

Nadere informatie

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 juni 2011 Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

20120621: Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Tweede Kamer aangenomen

20120621: Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Tweede Kamer aangenomen Berkenlaan 6 7461 XB Rijssen T 0548-518191 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl W www.hertgerspensioenadvies.nl 20120621: Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Tweede

Nadere informatie

Prinsjesdagspecial 2014. De pensioennota. Samenvatting

Prinsjesdagspecial 2014. De pensioennota. Samenvatting Prinsjesdagspecial 2014 De pensioennota Samenvatting 1 2 Inhoudsopgave Prinsjesdagspecial de Pensioennota 1 Pensioen 3 1.1 Aangepast Witteveenkader 3 1.2 Verlaging maximum opbouw- en premiepercentages

Nadere informatie

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012 De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt Workshop 9 mei 2012 Programma De aanleiding en het pensioenakkoord op hoofdlijnen Aanpassingsmechanismes Fiscale pensioenkader

Nadere informatie

Wijziging CDC-regeling TBI

Wijziging CDC-regeling TBI Wijziging CDC-regeling TBI Voorlichtingssessie tijdens deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI 18 november 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document

Nadere informatie

Witteveen 2015. 1. Algemeen

Witteveen 2015. 1. Algemeen Witteveen 2015 1. Algemeen Eind vorig jaar zijn tussen de regeringsfracties van de VVD en de PvdA enerzijds en de oppositiepartijen D66, de SGP en de CU anderzijds pensioenafspraken gemaakt. Een groot

Nadere informatie

P O S I T I O N P A P E R

P O S I T I O N P A P E R Pensioenfederatie Prinses Margrietplantsoen 90 2595 BR Den Haag Postbus 93158 2509 AD Den Haag T +31 (0)70 76 20 220 info@pensioenfederatie.nl www.pensioenfederatie.nl P O S I T I O N P A P E R KvK Haaglanden

Nadere informatie

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M Loonheffingen. Pensioenen en stamrechten; tegemoetkomingen voor partneren wezenpensioenen, conversie van opgebouwde pensioenaanspraken, premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en opnemen van stamrechten

Nadere informatie

Stelseldiscussie Stand van zaken

Stelseldiscussie Stand van zaken Stelseldiscussie Stand van zaken Aan welke knoppen kunnen we draaien 1 Vereniging van pensioenjuristen Herman M. Kappelle; directeur Aegon Adfis, bijzonder hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht VU Amsterdam

Nadere informatie

Een nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe pensioenregeling Een nieuwe pensioenregeling De pensioenregeling van Pensioenfonds voor de Accountancy wordt per 1 januari 2015 aangepast. Het bestuur heeft inmiddels de hoofdlijnen van de nieuwe regeling vastgesteld.

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1 RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL Vraag 1 Onder het huidige FTK krijgen pensioenfondsen te maken met de zogenaamde beleggings -spagaat: aan de ene kant kan er weinig risico worden genomen

Nadere informatie

Op koers blijven voor een goed pensioen: een update van het bestuur

Op koers blijven voor een goed pensioen: een update van het bestuur Op koers blijven voor een goed pensioen: een update van het bestuur Agenda Stand van zaken PPF APG: kerngegevens, beleggingsresultaten dekkingsgraadontwikkeling Deelnemerstevredenheidsonderzoek Effecten

Nadere informatie

Pensioenen. Datum: januari/februari 2013

Pensioenen. Datum: januari/februari 2013 Pensioenen Datum: januari/februari 2013 2 Wat staat ons te wachten in 2013? 1. Verhoging AOW-leeftijd en pensioenrichtleeftijd 2. Korten/afstempelen van pensioen 3. Update pensioenakkoord 4. Regeerakkoord

Nadere informatie

Stichting St. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Presentatie over het. Uniform Pensioen Overzicht 15 mei 2013

Stichting St. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Presentatie over het. Uniform Pensioen Overzicht 15 mei 2013 Pagina 1 Stichting St. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Presentatie over het Uniform Pensioen Overzicht 15 mei 2013 mei 2012 Pagina 2 1. Agenda 1. Opening 2. Wat is pensioen? 3. UPO 4. Als er iets

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor deelnemers in actieve dienst mei 2014

Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor deelnemers in actieve dienst mei 2014 Jouw Cosun pensioen Informatiebijeenkomsten voor deelnemers in actieve dienst mei 2014 1 Agenda Pensioen in Nederland Onze regeling Keuzemogelijkheden Vragen 2 Pensioen in Nederland Nederlands pensioenstelsel

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon M.H.C. Lever Datum: 10 juni 2011 Betreft: Sociaal akkoord

Nadere informatie

Pensioen in beweging. Lenteakkoord 2012, Hoofdlijnennota herziening FTK en Septemberpakket

Pensioen in beweging. Lenteakkoord 2012, Hoofdlijnennota herziening FTK en Septemberpakket Pensioen in beweging Lenteakkoord 2012, Hoofdlijnennota herziening FTK en Septemberpakket Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam door Peter Janssen 27 september 2012 2012 Towers Watson.

Nadere informatie

Presentatie met uitleg per slide

Presentatie met uitleg per slide Presentatie met uitleg per slide 1 Terug- en vooruitblik In het principe cao-akkoord van december 2012 hebben we afspraken gemaakt over de noodzaak van een nieuwe en toekomstbestendige pensioenregeling

Nadere informatie

Berkenlaan XB Rijssen. T F E W

Berkenlaan XB Rijssen. T F E W Berkenlaan 6 7461 XB Rijssen 20120607: Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd T 0548-518191 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl W www.hertgerspensioenadvies.nl Volgens dit

Nadere informatie

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW Inleiding Op verzoek van de NVZ heeft PFZW een vergelijking op hoofdlijnen gemaakt tussen beide pensioenregelingen in samenspraak

Nadere informatie

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 19 juni 2013 Vooraf NIEUW 08 Wetsvoorstel arbeidsrecht AOW-ers VERNIEUWD 01 Verhoging AOW- en pensioenleeftijd Begroting akkoord -en pensioenrichtleeftijd

Nadere informatie

70 De Pensioenwereld in 2015

70 De Pensioenwereld in 2015 07 70 De Pensioenwereld in 2015 Fiscaliteiten & grensoverschrijding 71 Effect van pensioenwijzigingen 2015 op de loonbelasting Auteurs: Ivar Sintemaartensdijk en Jan Stigter Pensioenen genieten nog steeds

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36428 21 oktober 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 oktober 2015, nr. 2015-0000102547,

Nadere informatie

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nadere informatie

Pensioenregeling 2015 en nieuw FTK

Pensioenregeling 2015 en nieuw FTK Pensioenregeling 2015 en nieuw FTK Gevolgen voor jouw pensioen bij PPF APG Henk Bruins Actuarieel adviseur PPF APG Informatiebijeenkomsten 28-30 oktober Agenda 1. Witteveen 2: versobering toekomstige pensioenopbouw

Nadere informatie

Wijzigingen in de pensioenwetgeving... 2. Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4

Wijzigingen in de pensioenwetgeving... 2. Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4 UPDATE Pensioenspecial september 2014 Sneller op de hoogte zijn van het nieuws? Volg ons op Social Media! Mandema & Partners helpt u graag bij het interpreteren van de pensioenwijzigingen die voor u en

Nadere informatie

Raad van State, Advies W /III

Raad van State, Advies W /III Raad van State, Advies W06.14.0001/III Datum van advies woensdag 15 januari 2014 Soort Wet Ministerie Financiën Vindplaats Kamerstukken II 2013/2014, 33 847, nr. 4 Voorstel van wet tot wijziging van de

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur de pensioenregeling

Nadere informatie

AANPAK 100K+ COMPENSATIE PENSIOEN

AANPAK 100K+ COMPENSATIE PENSIOEN AANPAK 100K+ COMPENSATIE PENSIOEN De aftopping van het pensioengevend inkomen heeft naar verwachting voor ongeveer 125.000 werknemers in Nederland gevolgen. Dit is weliswaar een relatief kleine groep,

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

Notitie. 1. Inleiding

Notitie. 1. Inleiding Aan CAO coördinatieoverleg Van Anja Jongbloed, hoofdbestuurder Willem Noordman, hoofdbestuurder Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 14 december

Nadere informatie

Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Eerste Kamer aangenomen

Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Eerste Kamer aangenomen Govert Terlouwstraat 6 3065 GH Rotterdam T 0103418732 Het Rietveld 55A 7321 CT Apeldoorn T 055-2018885 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl I www.hertgerspensioenadvies.nl Wetsvoorstel Wet verhoging

Nadere informatie

Pensioen Informatie sessie

Pensioen Informatie sessie Pensioen Informatie sessie Pensioenreglement B Oktober 2013 Voorbehoud De tekst in deze presentatie is louter ter informatie bedoeld. Er kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Bij onduidelijkheden

Nadere informatie

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari 2012. Ferry Pereboom Angelique Kansouh

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari 2012. Ferry Pereboom Angelique Kansouh Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden Ferry Pereboom Angelique Kansouh Februari 2012 De AC Rijksvakbonden zijn een initiatief van NCF, Juvox, VPW en VCPS Inhoudsopgave 0. Voorwoord......... 3 1. Lage dekkingsgraad

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012 Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers April 2012 Agenda Kenmerken SPNG Aanleiding Uitgangspunten en ondernomen stappen Wijzigingen in de regeling en premie Intermezzo: de pensioendriehoek Stappen

Nadere informatie

Datum 22 mei Behandeld door Dhr. A. Beheerder Onderdeel Leven Zakelijk Team Pensioenleeftijd 68 Ons kenmerk A001

Datum 22 mei Behandeld door Dhr. A. Beheerder Onderdeel Leven Zakelijk Team Pensioenleeftijd 68 Ons kenmerk A001 Datum 22 mei 2017 A.B. Voorbeeld T.a.v. de directie Spaklerweg 4 1000 AB AMSTERDAM Behandeld door Dhr. A. Beheerder Onderdeel Leven Zakelijk Team Pensioenleeftijd 68 Ons kenmerk A001 Geachte heer, mevrouw,

Nadere informatie

PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis. 24 september 2015

PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis. 24 september 2015 PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis 24 september 2015 Pensioen ALGEMEEN 1 e pijler OVERHEID AOW ANW 2 e pijler WERKGEVER Pensioen 3 e pijler ZELF Lijfrente Banksparen 2 Een jaar geleden... Pensioen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Nieuwsbericht 28 december 2017

Nieuwsbericht 28 december 2017 Nieuwsbericht 28 december 2017 Waardeoverdracht klein pensioen en (interne) collectieve waardeoverdracht Dit nieuwsbericht behandelt het Wetsvoorstel waardeoverdracht klein pensioen, waarin ook bepalingen

Nadere informatie

Nieuwsbericht 27 maart 2018

Nieuwsbericht 27 maart 2018 Nieuwsbericht 27 maart 2018 Dit is de meest recente actualisering van ons eerdere nieuwsbericht over het Wetsvoorstel waardeoverdracht klein pensioen van 28 december 2017. Waardeoverdracht klein pensioen

Nadere informatie

Pensioenwijzigingen 2015

Pensioenwijzigingen 2015 Pensioenwijzigingen 2015 De AOW-gerechtigde leeftijd stijgt terwijl de fiscaal gefacilieerde pensioenopbouw verder wordt beperkt. Het kabinet had zelfs in 2015 een extra verlaging van de pensioenopbouwpercentages

Nadere informatie

veel gestelde vragen 1. Over de toets

veel gestelde vragen 1. Over de toets veel gestelde vragen 1. Over de toets 1.1 Welke pensioenregelingen worden door a.s.r. getoetst? Alle pensioenregelingen waarin een relatie bestaat tussen het inkomen en pensioenopbouw. Pensioenregelingen

Nadere informatie

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM Aanpassing pensioenregeling een must Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM 1 Aanpassing pensioenregeling een must Inhoud Marcel Brussee: Achtergrond wijzigingen

Nadere informatie

Wet Witteveen 2015 voor IBondernemers

Wet Witteveen 2015 voor IBondernemers Wet Witteveen 2015 voor IBondernemers Rogier van den Heuvel Met ingang van 1 januari wordt de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen ("Wet Witteveen

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer aan deze pensioenregeling; - U bent arbeidsongeschikt. Het Uniform Pensioenoverzicht

Nadere informatie

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer Pagina 1/6 Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer Momenteel bouwt u pensioen op bij uw eigen vennootschap. Dit betekent dat de vennootschap recht heeft op premieaftrek voor uw

Nadere informatie

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling Veelgestelde vragen nettopensioenregeling Vragen en antwoorden over pensioenopbouw en verzekeren nabestaandenpensioen over uw pensioengevend salaris boven 100.000 Pagina 1 van 7 Vragen en antwoorden Wat

Nadere informatie

De dekkingsgraad van het Pensioenfonds is bijna elke maand anders. Dat komt vooral door de rentestand en onze beleggingsopbrengsten.

De dekkingsgraad van het Pensioenfonds is bijna elke maand anders. Dat komt vooral door de rentestand en onze beleggingsopbrengsten. Nieuwsbrief Ballast Nedam Pensioenfonds September 2013 Tijd voor een nieuwsbrief van uw Pensioenfonds. Er gebeurt veel in de Nederlandse pensioenwereld; dat kan u bijna niet zijn ontgaan. In onze vorige

Nadere informatie

De politieke plannen op een rijtje

De politieke plannen op een rijtje De politieke plannen op een rijtje partij titel bullettekst VVD Flexibele AOW-leeftijd: maximaal drie jaar later De VVD biedt de mogelijkheid om, actuarieel neutraal, de AOW maximaal drie jaar later te

Nadere informatie

Verhoging AOW- en pensioenleeftijd: wat betekent dat voor mijn adviespraktijk? Erik Schouten AEGON Adfis 26 september 2012

Verhoging AOW- en pensioenleeftijd: wat betekent dat voor mijn adviespraktijk? Erik Schouten AEGON Adfis 26 september 2012 Verhoging AOW- en pensioenleeftijd: wat betekent dat voor mijn adviespraktijk? Erik Schouten AEGON Adfis 26 september 2012 1 Agenda 1. AOW 2. Pensioen 3. DGA 4. Lijfrente 5. Eigen woning / hypotheekrente

Nadere informatie

Strengere regels voor pensioenfondsen

Strengere regels voor pensioenfondsen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag November 2015 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013

PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013 PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013 Wie beslist? Werkgever & werknemers spreken nieuwe regeling af Pensioenfonds voert de regeling uit bestuurslid 2 Waar gaan we het over hebben? 1.

Nadere informatie

PER 1 JANUARI 2015 IS UW PENSIOEN VERANDERD WAT BETEKENT DIT PRECIES VOOR U?

PER 1 JANUARI 2015 IS UW PENSIOEN VERANDERD WAT BETEKENT DIT PRECIES VOOR U? PENSIOEN Wijzigingen per 1 januari 2015 Opbouwpercentage blijft gelijk Risico partnerpensioen voor de pensioendatum is verlaagd Pensioenleeftijd is verhoogd Opgebouwde pensioenaanspraken worden omgezet

Nadere informatie

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken. De verschillen tussen het Zwitserleven Privilege BedrijfsPensioen GarantieKapitaal met RendementsCorrectie en het Zwitserleven Exclusief Pensioen Voor een vernieuwde overeenkomst, met een ingangsdatum

Nadere informatie

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? 1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? Het pensioenfonds staat er financieel niet goed voor. De twee belangrijkste oorzaken: 1. Nederlanders worden steeds ouder. Met name de laatste

Nadere informatie

Tijdens het Rondetafelgesprek in bovengenoemd wetsvoorstel kwam de volgende vraag aan bod:

Tijdens het Rondetafelgesprek in bovengenoemd wetsvoorstel kwam de volgende vraag aan bod: Memorandum Aan Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Van mr. E.A.M. Bergamin Pensioenjurist Mede auteur mr. dr. H. van Meerten Advocaat Clifford Chance Datum 5 februari

Nadere informatie

Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers

Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers Hieronder treft u vragen en antwoorden over de nieuwe regeling aan. Staat uw vraag er niet bij, stuur dan een mail aan uw werkgeversconsulent.

Nadere informatie

Actualiteiten pensioenen. Marcel van de Grift Senior pensioenadviseur

Actualiteiten pensioenen. Marcel van de Grift Senior pensioenadviseur Actualiteiten pensioenen Marcel van de Grift Senior pensioenadviseur 1. Algemeen 2. Rol OR 3. Pensioenregelingen Agenda 4. Fiscale wijzigingen 2015 (rol OR bij compensatiemaatregelen) 5. Pensioenuitvoerders

Nadere informatie

Nieuw pensioencontract Wat is de huidige stand van zaken?

Nieuw pensioencontract Wat is de huidige stand van zaken? Nieuw pensioencontract Wat is de huidige stand van zaken? UNETO-VNI 3 oktober 2017 Emile Soetendal 2 Reisschema voor vandaag 1. Voor welk probleem zoeken we een oplossing? 2. Randvoorwaarden Pensioenfederatie

Nadere informatie

Herziening pensioenstelsel

Herziening pensioenstelsel Herziening pensioenstelsel Het pensioenstelsel staat al een tijdje onder druk. Dat geldt niet alleen voor de AOW, maar ook voor de tweede pijler. De toenemende vergrijzing en de stijging in de levensverwachting

Nadere informatie

Fiscale wetgeving beauty or the beast?

Fiscale wetgeving beauty or the beast? Ben Schuurman Fiscale wetgeving beauty or the beast? Vooruitdenken is waar Pensioensignalering begint Een historisch overzicht van de fiscale wetgeving Eeeeeeuh, Historisch voordenken?? Ben Schuurman opt.

Nadere informatie

Pensioenfonds DSM Nederland

Pensioenfonds DSM Nederland Pensioenfonds DSM Nederland door Ton de Boer op verzoek van VDP 12-12-2016 Pensioenfonds DSM Nederland 1 AGENDA 1. Inleiding 2. Huidige situatie a) Financieel b) Uitkomsten deelnemersonderzoek c) Besluiten

Nadere informatie

Pensioenwijzigingen 2014. en verder?

Pensioenwijzigingen 2014. en verder? Pensioenwijzigingen 2014 en verder? Agenda Lenteakkoord AOW Lenteakkoord pensioen Pensioenakkoord wat (voorlopig?) niet doorgaat Aanpassingen Varia Lenteakkoord - AOW Vanaf 2013: AOW in stapjes naar 67

Nadere informatie

Verslag Mandema Update mei 2014

Verslag Mandema Update mei 2014 Verslag Mandema Update mei 2014 Terwijl de leden van de Eerste Kamer zich op 20 mei jl. bogen over de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen, kregen onze relaties te horen wat de consequenties

Nadere informatie

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2018 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling

Nadere informatie

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 2 september 2014 ONGEWIJZIGD ONGEWIJZIGD ONGEWIJZI Vooraf 08 ONGEWIJZIGD Wet werk en zekerheid en Participatiewet ONG 01 02 03 04 05 06 Verhoging AOW-

Nadere informatie

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken. De verschillen tussen Vast en Zeker Kapiaal (V&Z) OverrenteAandeel Plus/AEX plus het resultaat op fictieve indexbeleggingen in de AEX-index en het Zwitserleven Exclusief Pensioen Voor een vernieuwde overeenkomst,

Nadere informatie

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen)

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) Memorie van toelichting Inhoudsopgave I. ALGEMEEN... 2 1. Inleiding... 2 2. Pensioenexcedentregelingen... 2 3.

Nadere informatie

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen

Nadere informatie

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: 4 17-07-2015 Pagina: 3 van 7

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: 4 17-07-2015 Pagina: 3 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 AOW-gerechtigde leeftijd... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Verhoging van 65 naar 67... 4 2.3 Verdere verhoging op basis van de levensverwachting... 4 3 Pensioenleeftijd... 6 3.1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 847 Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014

Nadere informatie

Wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader pensioenfondsen / Marianne Meijer-Zaalberg

Wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader pensioenfondsen / Marianne Meijer-Zaalberg 17 december 2014 Pensioen Flash Onderwerpen van deze Pensioenflash: Wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader aangenomen Wetsvoorstel versnelde verhoging AOW-leeftijd ingediend Wetsvoorstel pensioencommunicatie

Nadere informatie

Veranderingen in de Pensioenwereld

Veranderingen in de Pensioenwereld Veranderingen in de Pensioenwereld Veranderingen in de Pensioenwereld staan voor de deur U hebt er vast al van gehoord, de pensioenwereld gaat de komende tijd drastische veranderingen doormaken. Zowel

Nadere informatie