Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Waardering van pensioen- en lijfrenteverplichtingen algemeen
|
|
- Joost de Smet
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Dit besluit is vervangen door het besluit Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten (besluit van 3 juli 2008, nr. CPP2008/447M, Stcrt. nr. 133). Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Waardering van pensioen- en lijfrenteverplichtingen algemeen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 11 november 2005, nr. CPP2005/2740M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. Dit besluit is een samenvoeging en actualisering van de volgende besluiten inzake de waardering van pensioen- en soortgelijke verplichtingen. - Besluit van 3 mei 1993, nr. DB93/1885M (waarderingsstelsel bij verbreking fiscale eenheid) - Besluit van 6 oktober 1998, nr. DB98/3711M (inhaaldotaties bij verplichte stelselwijziging) - Besluit van 11 maart 1999, nr. DB99/834M (waardering bij knip in pensioenrechten) - Besluit van 21 juli 2000, nr. CPP2000/1127M (overgangsregeling voor bij waardering toe te passen rekenrente) - Besluit van 20 december 2000, nr. RTB2000/2726M (bij waardering toe te passen rekenrente) - Onderdeel 3 van het besluit van 5 april 2005, nr. CPP2005/356M (vaststelling marktrente). Inleiding In de artikelen 3.25 tot en met 3.29 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en de artikelen 8, zesde lid, en 31d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet VpB) zijn bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de waardering van pensioen- en soortgelijke verplichtingen. In dit besluit neem ik een aantal kaders op die bij de uitvoering van deze artikelen door de Belastingdienst in acht worden genomen. In dit besluit worden de volgende onderwerpen behandeld. Onderdeel 5 bevat een nieuw standpunt. 1. Rekenrente bij pensioenverplichtingen in eigen beheer 2. Rekenrente bij verzekerde pensioenverplichtingen 3. Rekenrente bij lijfrenteverplichtingen 4. Overgangsregeling rekenrente voor op 1 januari 2001 bestaande pensioen- en soortgelijke verplichtingen 5. Toepassing artikel 8, zesde lid, Wet VpB. Inbouw gedeeltelijk extern verzekerd kapitaal 6. Waardering pensioenverplichting bij stelselwijziging door ontvoeging uit fiscale eenheid 1. Rekenrente bij pensioenverplichtingen in eigen beheer 1.1. Algemeen Zowel ingegane als niet ingegane pensioen- en soortgelijke verplichtingen moeten op de winstbepalende balans worden gewaardeerd tegen de geldende marktrente voor langlopende leningen ten tijde van het aangaan van de verplichting. Daarbij geldt dat bij een daling van de rentestand, de verplichting dienovereenkomstig hoger mag worden gewaardeerd en bij een nadien optredende stijging van de rentestand de verplichting dienovereenkomstig lager moet worden gewaardeerd, doch niet lager dan naar de rente waartegen de verplichting oorspronkelijk is gewaardeerd (zie bijvoorbeeld HR 28 juni 2000, nr , BNB 2000/275 en HR 23 januari 2004, nr , BNB 2004/163). Ik ben van mening dat de door de Hoge Raad geformuleerde hoofdregel van toepassing is in situaties waarin de pensioenverplichting is verzekerd bij een lichaam als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) en in situaties waarin deze in eigen beheer wordt gehouden. Ik zal beide situaties apart behandelen.
2 1.2. Vaststelling marktrente Bij de waardering van de in eigen beheer gehouden pensioenverplichtingen kunnen belastingplichtigen gebruik maken van het door mij jaarlijks te publiceren marktrentebesluit. De marktrentegegevens voor het jaar 2004 zijn opgenomen in mijn besluit van 5 april 2005, nr. CPP2005/356M. Hierbij wordt opgemerkt dat als de marktrente die in dat besluit wordt gegeven lager is dan 4 percent, deze verplichtingen op grond van artikel 3.29 van de Wet IB 2001 gewaardeerd moeten worden met inachtneming van een rekenrente van ten minste 4% Jaarlagen De Hoge Raad heeft aangegeven dat voor de rekenrente dient te worden uitgegaan van de marktrente ten tijde van het aangaan van de verplichting. Voor elke jaarlijkse aangroei van de pensioenaanspraak is sprake van een nieuwe verplichting. Voor de waardering van de nieuwe verplichting dient te worden uitgegaan van de marktrente in het jaar van aangroei. Voor elke jaarlaag dient daardoor een eigen marktrente te worden bijgehouden. Omdat dit in de praktijk tot problemen leidt, keur ik - uitsluitend met het oog op de bij de waardering toe te passen marktrente - goed, dat de jaarlijkse aangroei ten gevolge van toename van de diensttijd of aanpassing aan de loon- of prijsstijging, op zich niet wordt aangemerkt als het aangaan van een nieuwe verplichting. De verplichting mag daarom jaarlijks gewaardeerd blijven tegen de marktrente van het jaar waarin de pensioenaanspraak is toegekend. Verder sta ik toe dat wordt uitgegaan van de rente op het einde van het boekjaar waarin de pensioenaanspraak is toegekend. De goedkeuring brengt met zich mee dat een wijziging van de pensioenaanspraak die niet is ontstaan door stijging van de diensttijd of aanpassing aan de loon- of prijsstijging geacht wordt een geheel nieuwe pensioenverplichting te doen ontstaan. De nieuw ontstane verplichting moet worden gewaardeerd tegen de geldende rente in het jaar van ontstaan van de nieuwe verplichting. Aldus wordt voorkomen dat alsnog verschillende jaarlagen ontstaan. Bij een latere daling van de rentestand mag de verplichting dienovereenkomstig hoger worden gewaardeerd. Bij een nadien optredende stijging van de rentestand wordt die hogere rente gehanteerd waarbij de marktrente in het jaar waarin de nieuwe pensioenverplichting is ontstaan als maximum geldt. Zo zal de aanpassing van pensioenregelingen in 2005 of 2006 aan de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (Stb. 2005, 115) in beginsel leiden tot een nieuwe pensioenverplichting in vorenbedoelde zin. Dit betekent dat de marktrente aan het einde van het boekjaar waarin de pensioenregeling wordt aangepast, met een minimum van 4%, voortaan als uitgangspunt voor de waardering van de op dat tijdstip bestaande pensioenverplichtingen moet worden gehanteerd Indexatie De in onderdeel 1.1 genoemde jurisprudentie maakt geen onderscheid tussen nominale en geïndexeerde verplichtingen. De door de Hoge Raad voorgeschreven marktrente is ook van toepassing op geïndexeerde pensioenen. Artikel 3.26 Wet IB 2001 verhindert dat bij de bepaling van de winst kosten en lasten in aanmerking worden genomen die samenhangen met de wijzigingen in de hoogte van lonen en prijzen na afloop van het jaar. Artikel 3.28 Wet IB 2001 geeft specifiek voor pensioenverplichtingen aan wanneer een verband met wijzigingen in de hoogte van lonen of prijzen na afloop van het jaar niet aanwezig wordt geacht. Dat is het geval als de kosten en lasten van de pensioenverplichting betrekking hebben op een pensioengrondslag welke is gebaseerd op een loon dat niet uitgaat boven het loon bij het einde van het jaar en bij de berekening van die kosten en lasten in feite een rekenrente in aanmerking is genomen van ten minste vier percent. Als rekening wordt gehouden met een indexatieverplichting en wel zodanig dat het saldo van rekenrente en indexatiepercentage minimaal 4% bedraagt, wordt voor de toepassing van artikel 3.26 Wet IB 2001 geacht geen rekening te zijn gehouden met indexatieelementen. Ik ben van mening dat voor open geïndexeerde verplichtingen, waarvoor geen verzekeringstarieven beschikbaar zijn, de rekenrente 4% is en niet op een andere wijze rekening kan worden gehouden met de indexatie. Voor vast geïndexeerde pensioenen wordt met de werkelijke indexatieverplichting en de werkelijke marktrente rekening gehouden waarbij per saldo geen lagere rekenrente dan 4% mag worden toegepast.
3 2. Rekenrente bij verzekerde pensioenverplichtingen 2.1. Algemeen Zoals in onderdeel 1.1 werd opgemerkt is de door de Hoge Raad geformuleerde hoofdregel zowel van toepassing in situaties waarin de pensioenverplichting in eigen beheer wordt gehouden als in situaties waarin de pensioenverplichting is verzekerd bij een ander lichaam als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet LB (hierna: pensioenlichaam). Op grond hiervan dienen ook pensioenlichamen hun pensioen- en soortgelijke verplichtingen te waarderen met in achtneming van de marktrente voor langlopende leningen ten tijde van het aangaan van de verplichting. Ook voor deze lichamen geldt een minimum van 4% op grond van artikel 3.29 Wet IB Indien de rente in de ontvangen premies (tariefrente) lager is dan 4%, zal deze bepaling daardoor leiden tot een winstneming Vaststelling marktrente In tegenstelling tot lichamen die als verzekeraar optreden voor de eigen pensioenregeling, heeft een pensioenlichaam te maken met de ontvangst van premies of koopsommen. Als uitgangspunt geldt dat - bij een op zakelijke gronden gesloten financieringsovereenkomst - de in die overeenkomst gehanteerde tariefrente de relevante marktrente voor dergelijke overeenkomsten weergeeft. Voor dergelijke overeenkomsten kunnen bij de bepaling van de jaarwinst slechts de wijzigingen in de marktrente die ten grondslag ligt aan vergelijkbare overeenkomsten een rol spelen. Slechts de fluctuaties in die marktrente zijn, voorzover deze zijn toe te rekenen aan de periode na het sluiten van de premieovereenkomst resp. de ontvangst van de koopsom, relevant voor de waardering van de verplichtingen. In de praktijk worden situaties geconstateerd waarin de gehanteerde tariefrente hoger ligt dan het u-rendement dat ten grondslag ligt aan de marktrente volgens het marktrentebesluit. Om te voorkomen dat door het gebruik van de marktrente uit dat besluit (vrijwel onmiddellijk) na het sluiten van de overeenkomst een niet geleden verlies tot uiting wordt gebracht, kan voor de waardering van de verplichtingen uit dergelijke overeenkomsten niet zonder meer een beroep op het marktrentebesluit worden gedaan. In de praktijk is gebleken dat het moeilijk is de relevante marktrente voor langlopende leningen, die moet passen bij de aard en de duur van de gesloten overeenkomst, te achterhalen. Om hier een oplossing voor te bieden keur ik het volgende goed. Bij de waardering van pensioen- en soortgelijke verplichtingen wordt uitgegaan van een uit de oorspronkelijke tariefrente afgeleide, aangepaste marktrente op de balansdatum. Deze aangepaste marktrente wordt gevonden door de marktrente ingevolge dit besluit te corrigeren met het verschil tussen de overeengekomen tariefrente en het u-rendement ingevolge dit besluit, geldend voor de maand waarin de premieovereenkomst is aangegaan respectievelijk de koopsom is ontvangen. Hiermee volgt de aangepaste marktrente per balansdatum de fluctuaties van de marktrente ingevolge dit besluit. Op grond van de jurisprudentie van de Hoge Raad mag als maximum van deze aangepaste marktrente de oorspronkelijke tariefrente worden aangehouden. Hierbij geldt uiteraard als minimum een rente van 4% Indexatie Een lichaam dat een pensioen- of soortgelijke verplichting verzekert, sluit bij de keuze van het stelsel voor bepaling van de jaarwinsten in beginsel aan bij de grondslagen waarop de premies of koopsommen zijn gebaseerd. Als een pensioenlichaam premies of koopsommen ontvangt waarin een vergoeding zit voor de te betalen indexatie, mag de indexatieverplichting in zoverre als verplichting worden gepassiveerd. Indien bij het lichaam open geïndexeerde pensioenen zijn ondergebracht en de premie tegen 4% is berekend, zal de verplichting ook met inachtneming van die rekenrente dienen te worden berekend. Is sprake van vast nageïndexeerde pensioenen dan dient bij de jaarlijkse winstbepaling te worden uitgegaan van de tariefrente of de lagere - in voorgaand onderdeel 2.2 genoemde - aangepaste marktrente per het waarderingsmoment met een minimum van 4%. 3. Rekenrente bij lijfrenteverplichtingen Hetgeen hiervoor in onderdeel 2. is opgemerkt over de waardering van een verzekerde pensioenverplichting is van overeenkomstige toepassing op de waardering van een lijfrenteverplichting. Hierbij kan gedacht worden aan een lichaam als bedoeld in artikel 3.126, eerste lid, onderdeel a, ten tweede, van de Wet IB 2001, dat verzekeraar is van een stakings- of oudedagslijfrente, of een lichaam als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet LB, dat verzekeraar is van een loonstamrecht.
4 4. Overgangsregeling rekenrente voor op 1 januari 2001 bestaande pensioenen soortgelijke verplichtingen In het arrest van 28 juni 2000, nr , BNB 2000/275, heeft de Hoge Raad beslist dat alle - zowel ingegane als niet ingegane - pensioen- en lijfrenteverplichtingen op de winstbepalende balans worden gewaardeerd tegen de geldende marktrente voor langlopende leningen. Om ten aanzien van de in de casus nog niet ingegane uitkering tegemoet te komen aan het door eerdere jurisprudentie opgewekte vertrouwen, heeft de Hoge Raad voor pensioenen en lijfrenten een overgangsregeling geformuleerd. In onderdeel 3.7 van het arrest overweegt de Hoge Raad: "Aan het vertrouwen dat is gewekt door de hiervóór in 3.4 vermelde jurisprudentie moet op redelijke wijze worden tegemoetgekomen. Die jurisprudentie zal daarom haar gelding blijven behouden voor alle verplichtingen ter zake van pensioenen en lijfrenten die zijn aangegaan of overgenomen vóór 1 september Een toename van pensioenverplichtingen door de stijging van de diensttijd wordt daarbij niet aangemerkt als het aangaan van nieuwe verplichtingen, evenmin als een toename daarvan door een aanpassing aan de lonen en prijzen ten gevolge van een vóór 1 september 2000 gemaakt beding." Voor alle op 1 september 2000 bestaande verplichtingen mag derhalve de voordien gehanteerde rente worden toegepast, hetgeen in de meeste gevallen 4% zal betekenen. Ik heb in het verleden goedgekeurd dat voor pensioenverplichtingen de datum 1 september 2000 wordt vervangen door 1 januari Een voor deze laatste datum gedane pensioentoezegging geldt als een voor die datum gemaakt beding, waardoor de gehele pensioenverplichting onder het begrip bestaande verplichting valt in de zin van het arrest van de Hoge Raad. 5. Toepassing artikel 8, zesde lid, Wet VpB. Inbouw gedeeltelijk extern verzekerd kapitaal Op grond van artikel 8, zesde lid, Wet VpB mogen pensioenlichamen met ingang van 1 januari 2004 voor de waardering van pensioenverplichtingen alleen nog leeftijdsterugstellingen toepassen ter correctie van het verschil tussen de gehanteerde overlevingstafel en de overlevingstafel van recente datum (technische correctie). Het komt regelmatig voor dat een pensioentoezegging gedeeltelijk elders is verzekerd op basis van een kapitaalverzekering met een in euro s vastgesteld kapitaal. Voor het op de einddatum van de verzekering beschikbaar komende kapitaal worden tegen de alsdan geldende tarieven pensioenuitkeringen verworven. De werkgever vult het verzekerde deel van het pensioen aan tot het toegezegde pensioen. Bij de waardering van het in eigen beheer gehouden deel van de pensioenverplichtingen dient met het elders verzekerde deel rekening te worden gehouden. Dit kan met behulp van twee methoden: het verzekerde kapitaal wordt ingebouwd (inbouwmethode) of de uit het verzekerde kapitaal te herleiden pensioenuitkeringen worden ingebouwd (herleidingsmethode). In dit verband is de vraag opgekomen of bij de toepassing van de herleidingsmethode andere dan de in artikel 8, zesde lid, bedoelde leeftijdsterugstellingen mogen worden toegepast. Ik beantwoord die vraag ontkennend. Omdat de herleiding onderdeel uitmaakt van de waardering van de op de belastingplichtige rustende pensioenverplichtingen dient ook bij de herleiding artikel 8, zesde lid, te worden toegepast. Door bij de herleiding uit te gaan van leeftijdsterugstellingen wordt voor het in eigen beheer gehouden deel van de pensioenverplichtingen indirect met in artikel 8, zesde lid, Wet VpB niet toegestane overlevingsgrondslagen gerekend. Bovendien ontstaat bij een herleiding met toepassing van leeftijdsterugstellingen een verschil in de waardering van het in eigen beheer gehouden deel van de pensioenverplichtingen afhankelijk van de directe inbouw van het verzekerde kapitaal of van de inbouw van de uit het verzekerde kapitaal herleide pensioenuitkeringen. Een dergelijk verschil in uitkomst tussen de beide inbouwmethoden acht ik niet aanvaardbaar. 6. Waardering pensioenverplichting bij stelselwijziging door ontvoeging uit fiscale eenheid Als een lichaam waarin een pensioenverplichting is ondergebracht wordt ontvoegd uit een fiscale eenheid, waardoor het lichaam (weer) zelfstandig belastingplichtig wordt, kan zich de situatie voordoen dat het lichaam gedwongen wordt tot een stelselwijziging voor de waardering van de pensioenverplichtingen. Als in deze situaties het nieuwe stelsel leidt tot een hogere verplichting, kan het waarderingsverschil in het eerste jaar na de ontvoeging ten laste van de winst worden gebracht. Als het nieuwe stelsel leidt tot een lagere waardering mag de zogenoemde bevriezingsmethode van artikel 31d Wet VpB naar analogie worden toegepast.
5 Inwerkingtreding en intrekking besluiten Dit besluit treedt in werking met ingang van de dagtekening van dit besluit. De volgende besluiten zijn met ingang van de dagtekening van dit besluit ingetrokken: - Besluit van 3 mei 1993, nr. DB93/1885M (waarderingsstelsel bij verbreking fiscale eenheid) - Besluit van 6 oktober 1998, nr. DB98/3711M (inhaaldotaties bij verplichte stelselwijziging) - Besluit van 11 maart 1999, nr. DB99/834M (waardering bij knip in pensioenrechten) - Besluit van 21 juli 2000, nr. B/CPP2000/1127M (overgangsregeling voor bij waardering toe te passen rekenrente) - Besluit van 20 december 2000, nr. RTB2000/2726M (bij waardering toe te passen rekenrente) - Van het besluit van 5 april 2005, CPP2005/356M (het marktrentebesluit), vervalt onderdeel 3.
Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Loonbelasting. Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten
van pensioenen en lijfrenten 1 Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Loonbelasting. Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector
Nadere informatieVennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Loonbelasting. Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten
Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Loonbelasting. Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven en beleidsbesluiten
Nadere informatieVennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Loonbelasting. Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten
FI Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Loonbelasting. Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten 3 juli 2008/Nr. CPP2008/447M Belastingdienst/Centrum voor procesen productontwikkeling, Sector
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17206 1 april 2019 Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten Belastingdienst/Corporate
Nadere informatieBelastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen
. Besluit 20-12-2007 nr CPP07-3321 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen Besluit van 20 december 2007, nr. CPP2007/3321M, Stcrt. nr. 3 De staatssecretaris
Nadere informatieRabobank en de Belastingdienst
Rabobank en de Belastingdienst Inhoudsopgave 1. Afzien van in eigen beheer gehouden pensioenaanspraken 2 2. Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Loonbelasting. Waarderingsaspecten van pensioenen
Nadere informatieDit besluit is vervangen door het besluit van 16 december 2014, nr. BLKB2014/2146M Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.
Dit besluit is vervangen door het besluit van 16 december 2014, nr. BLKB2014/2146M Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds
Nadere informatieVennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten
Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen Besluit van 26 juni 2003, nr. CPP2003/1406M De directeur-generaal
Nadere informatieInvorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars
Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of
Nadere informatieDit besluit is vervangen door het besluit van 10 december 2015, nr. BLKB2015/1650M Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.
Dit besluit is vervangen door het besluit van 10 december 2015, nr. BLKB2015/1650M Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds
Nadere informatie1. Inleiding. 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen. 18 maart 2013 Nr. BLKB 2013/27M Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen
Page 1 of 5 De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Tekstgrootte + Hoog contrast Jaargang 2013 Nr. 8018 Te raadplegen sinds donderdag 28 maart 2013 11:00 Loonheffingen. Inkomstenbelasting.
Nadere informatieDit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.
Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der
Nadere informatieeen goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;
Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten Dit besluit is een herziening van het besluit
Nadere informatieInkomstenbelasting. Oudedagsreserve
Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve 1 Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven en beleidsbesluiten Besluit van 24 juni 2005, nr. CPP2005/1323M
Nadere informatieVrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer
Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij
Nadere informatieFiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen
DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.1.6 Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 6.7.2009
Nadere informatieJurisprudentie leidt tot verruiming jaarwinstbepaling extern eigen beheer
Jurisprudentie leidt tot verruiming jaarwinstbepaling extern eigen beheer In 2010 heeft de Hoge Raad beslist dat bij overdracht van een pensioenverplichting tussen vennootschappen voor de overdragende
Nadere informatieDit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.
Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nadere informatieBesluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001
Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001 Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2000,
Nadere informatieInkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
Nadere informatieLoonheffingen. Pensioenen; beschikbare-premieregelingen
Loonheffingen. Pensioenen; beschikbare-premieregelingen 1 Loonheffingen. Pensioenen; beschikbare-premieregelingen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten
Nadere informatieUit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:
Directoraat-Generaal Belastingdienst/ Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 22 januari 2010, nr. DGB 2010/415 M, Staatscourant 2010, 1372 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Nadere informatieRJ-Uiting 2014-1: Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder
RJ-Uiting 2014-1: Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder Belangrijkste wijziging Tot nu is door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) toegestaan om de verplichting voor pensioenregelingen
Nadere informatieBesluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507
Nadere informatieInkomstenbelasting. Landbouwvrijstelling; heretikettering per 27 juni 2000; gevolgen van de 7 mei 2004 arresten
Inkomstenbelasting. Landbouwvrijstelling; heretikettering per 27 juni 2000; gevolgen van de 7 mei 2004 arresten 1 Inkomstenbelasting. Landbouwvrijstelling; heretikettering per 27 juni 2000; gevolgen van
Nadere informatieBesluit over prijsgeven van pensioen
Besluit over prijsgeven van pensioen Inleiding Met ingang van 1 januari 2013 bestaat een mogelijkheid tot het prijsgeven van in eigen beheer verzekerd pensioen. Deze regeling is opgenomen in artikel 19b
Nadere informatieArtikel Weekblad Fiscaal Recht: Waardering van pensioen in (extern) eigen beheer
Artikel Weekblad Fiscaal Recht: Waardering van pensioen in (extern) eigen beheer Inleiding Sinds het arrest van de Hoge Raad van 14 april 2006 inzake de overdracht van een open geïndexeerd pensioen naar
Nadere informatieDe DGA en de Dividenduitkering
Door Rob Korendijk, op persoonlijke titel De DGA en de Dividenduitkering Vanaf 1 oktober 2012 is het nieuwe BV-recht (Flex BV) van kracht. In het nieuwe BV-recht is onder meer het minimum aandelenkapitaal
Nadere informatieBijlage I bij besluit CPP M inzake beschikbarepremieregelingen
Bijlage I bij besluit CPP2007-552M inzake beschikbare-premieregelingen 1 Bijlage I bij besluit CPP2007-552M inzake beschikbarepremieregelingen Aanwijzing als bedoeld in onderdeel 2.3 Staffels met uitgangspunten,
Nadere informatieDirectoraat-generaal Belastingdienst, Belastingdienst/Caribisch Nederland. Besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/8059M, Staatscourant 2010, 21197
Besluit Wet op de inkomstenbelasting BES. Directoraat-generaal Belastingdienst, Belastingdienst/Caribisch Nederland Besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/8059M, Staatscourant 2010, 21197 De staatssecretaris
Nadere informatieAftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer
Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling
Nadere informatieBelastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M
Loonheffingen. Pensioenen en stamrechten; tegemoetkomingen voor partneren wezenpensioenen, conversie van opgebouwde pensioenaanspraken, premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en opnemen van stamrechten
Nadere informatieVragen en antwoorden verzekeringen; pensioenaangroei
Vragen en antwoorden verzekeringen; pensioenaangroei Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein Belastingen op arbeid en vermogen Besluit van 13 augustus 2002, nr. CPP2002/2152M
Nadere informatieInkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten
Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 24 maart 2009, nr. CPP2009/170M, Stcrt. Nr. 68 De staatssecretaris
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieStamrecht: veel gestelde vragen. De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
Stamrecht Stamrecht: veel gestelde vragen De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. De toepassing van stamrechtvrijstelling, zoals opgenomen
Nadere informatieRJ-Uiting 2014-4 Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder
RJ-Uiting 2014-4 Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder Algemeen RJ-Uiting 2014-4 bevat aanpassingen inzake de verwerking van de pensioenvoorziening van directeuren-grootaandeelhouder in Richtlijn
Nadere informatieH. Het in artikel 8.11, tweede lid, onderdeel b, laatstgenoemde bedrag wordt verhoogd
met 42. H. Het in artikel 8.11, tweede lid, onderdeel b, laatstgenoemde bedrag wordt verhoogd I. In artikel 10.1 wordt 6.20, 6.29, 8.10 vervangen door: 6.20, 6.28, 8.10. Artikel II 1. Voor een opleiding
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 163 12 januari 2018 Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Subjectieve vrijstelling pensioenlichamen (artikel 5 Wet
Nadere informatieOvergang VUT naar prepensioen
Besluit van 29 februari 2000, nr. DB99/3768M De plv. Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. 1. Inleiding In de praktijk is een aantal vragen
Nadere informatieAan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatiePensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1
Loonheffingen. Pensioenen; Loonheffingen. Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 16 maart
Nadere informatieLoonheffingen. Pensioenen; beschikbare-premieregelingen
FI Loonheffingen. Pensioenen; beschikbare-premieregelingen 23 oktober 2007/Nr. C2007/552M Belastingdienst/Centrum voor procesen productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Dit besluit bevat
Nadere informatieVragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW
Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW KENNISGROEP VERZEKERINGSPRODUCTEN 31 juli 2013 INLEIDING De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van
Nadere informatieOvergangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001
hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)
Nadere informatieInkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW.
Inkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 27 juni
Nadere informatieInhoud. A Inleiding 3
Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over overgangsrecht kapitaal verzekeringen eigen woning (KEW), spaarrekeningen eigen woning (SEW) en beleggingsrechten eigen woning (BEW) Inhoud
Nadere informatieBronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II
Bronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II Uit secundaire regelgeving zijn nadere details af te leiden over bijzondere situaties waarin Nederland geacht wordt pensioenen
Nadere informatieInkomstenbelasting. Giften
Inkomstenbelasting. Giften 1 Inkomstenbelasting. Giften Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 21 december 2007 nr. CPP2007/2873, Stcrt.
Nadere informatieLoonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007
Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007 1 Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
Nadere informatieOntstaan van de problematiek
Ontstaan van de problematiek Verschil fiscale waardering en werkelijke waarde pensioenverplichting WEV Leeftijdscorrecties Direct ingaand risico vooroverlijden Indexatieverplichting Geen indexatieverplichting
Nadere informatieVragen en antwoorden op het gebied van stamrechten
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen Besluit van 27 november 2002, nr. CPP2002/896M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de
Nadere informatieInkomstenbelasting. Collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen
Inkomstenbelasting. Collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven & Beleidsbesluiten Besluit van 20-12-2011, nr. BLKB 2011/1954M,
Nadere informatiede pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.
de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. De hierna opgenomen bepalingen worden niet alleen toegepast op formeel overeengekomen
Nadere informatieWaardering stamrechtverplichting met inachtneming van rekenrente van 4%
Waardering stamrechtverplichting met inachtneming van rekenrente van 4% ECLI:NL:GHDHA:2015:1984 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 15-07-2015 Zaaknummer Formele
Nadere informatieRJ-Uiting : ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder
RJ-Uiting 2016-15: ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder Inleiding Op 17 november 2016 is het voorstel van de Wet uitfasering pensioen in eigen
Nadere informatieRegeling met België inzake ontslaguitkeringen
Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Besluit 22-06-2006 nr CPP2006-1404 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieNa artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
34 555 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten tot uitfasering van het pensioen in eigen beheer en het treffen van enkele fiscale maatregelen inzake oudedagsvoorzieningen (Wet uitfasering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.
Nadere informatieKennisgroep Verzekeringsproducten. Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW 21 maart 2013
Kennisgroep Verzekeringsproducten Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW 21 maart 2013 Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW KENNISGROEP VERZEKERINGSPRODUCTEN
Nadere informatieVragen en antwoorden over het overgangsrecht KEW, SEW en BEW
Vragen en antwoorden over het overgangsrecht KEW, SEW en BEW 1 KENNISGROEP VERZEKERINGSPRODUCTEN EN EIGEN WONING Juni 2014 A. INLEIDING De Kennisgroep Verzekeringsproducten en Eigen Woning heeft na afstemming
Nadere informatieVragen en antwoorden extraterritoriale werknemers
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen Besluit van 26 november 2001, nr. CPP2001/2970M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens
Nadere informatieRJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder
RJ-Uiting 2017-3: ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder Inleiding Op 27 maart 2017 is de gewijzigde Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige
Nadere informatieVragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW
Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW 1 KENNISGROEP VERZEKERINGSPRODUCTEN 26 april 2013 Inleiding De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van
Nadere informatieBesluit van 8 april 2009, nr. CPP2009/482M, Stcrt. nr. 70
Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting Versoepeling uitvoering terugwenteling verliezen over 2008 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68 68 88april 2009 Inkomstenbelasting Direct durfkapitaal 24 maart 2009 Nr. BCPP2009/170M Belastingdienst/Centrum voor
Nadere informatiePrejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBZWB:2017:1464
ECLI:NL:HR:2017:1324 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-07-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer 17/01256 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:417
Nadere informatieKennisgroep Verzekeringsproducten. Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW 1 maart 2013
Kennisgroep Verzekeringsproducten Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW 1 maart 2013 Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW EN BEW KENNISGROEP VERZEKERINGSPRODUCTEN
Nadere informatieEerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Eerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500
Nadere informatieRegeling rekenregels waardeoverdracht
Regeling rekenregels waardeoverdracht Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 maart 2005, Stcrt. 2005, 50, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AVPB/05/16911, tot vaststelling
Nadere informatieErfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956
Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 4 april 2012, nr. BLKB2012/103M, Staatscourant
Nadere informatieOplossingsrichtingen Pensioen in eigen beheer
Oplossingsrichtingen Pensioen in eigen beheer Op 01 juli 2015 heeft de Staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, de Tweede Kamer geïnformeerd over de mogelijke oplossingsrichtingen pensioen in eigen
Nadere informatieFeiten. Standpunt inspecteur
Forse stijging van de pensioengrondslag in zicht van pensioeningangsdatum maakt pensioenregeling niet onzuiver! Pensioenpremie niet ingehouden op het loon toch aftrekbaar! Het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatieGegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m
Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte
Nadere informatieInkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor
Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 1 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 272 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing regime ter zake van de afkoop van verplichtingen tot alimentatie of tot verrekening
Nadere informatieOverzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie
Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie (BPF Baksteen) is opgericht op 1-4-1957.
Nadere informatieDe koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling
Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:
Nadere informatieSTICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>
STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 184 d.d. 3 augustus 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. B.F. Keulen, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 13664 15 september 2009 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 7 september 2009 Nr. CPP2009/1290M
Nadere informatieBesluit van 6 maart 2008, nr. CPP2007/2918M, Stcrt. nr. 53. De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Assurantiebelasting 1 Assurantiebelasting Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 6 maart 2008, nr. CPP2007/2918M, Stcrt. nr. 53 De staatssecretaris
Nadere informatieEen nieuw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers?
Een nieuw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers? Nieuwe contractperiode U ontvangt voor de nieuwe contractperiode van de pensioenregeling voor uw werknemers een voorstel voor
Nadere informatieWijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen
34 662 Wijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen Nota naar aanleiding van het verslag Inleiding Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen
Nadere informatieOefenvragen Leven dag 3
Oefenvragen Leven dag 3 1. Bea Triks (25 jaar) heeft een bruto inkomen van 40.000,- per jaar. Zij neemt deel aan de levensloopregeling. Haar levensloopsaldo bedraagt begin dit jaar 12.000,-. Welk bedrag
Nadere informatieFiscale aspecten van pensioen
Fiscale aspecten van pensioen Mr. S.P.N. Brouwer FFP Mw. mr. V.M. Hek-Weghorst FB P.P.M. Lavrijssen FB Mw. mr. J. Polman-Jager Eindredactie: Prof.mr. H.M. Rappelle Vijfde drvk Sdu Fiscale & Financièîe
Nadere informatieDe Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met de
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-783 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen Datum
Nadere informatieLoonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen
Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 7 december 2005, nr. CPP2005/2518M De
Nadere informatieBronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II
Bronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II Uit secundaire regelgeving zijn nadere details af te leiden over bijzondere situaties waarin Nederland geacht wordt pensioenen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 258 Besluit van 3 juli 2007, houdende aanpassing van enige fiscale uitvoeringsbesluiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatieGelet op artikel 24, tweede lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
Beschikking van de Staatssecretaris van Financiën van 23 december 2010, AFP 2010/670 M, tot plaatsing in de Staatscourant nr. 21108 van de teksten van enige regelingen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingsregeling
Nadere informatie(Fiscale) problematiek rondom pensioen in eigen beheer (en de stamrecht BV) 25 september 2012
(Fiscale) problematiek rondom pensioen in eigen beheer (en de stamrecht BV) 25 september 2012 Inhoud Gevolgen aanpassen pensioenleeftijd naar 66, 67 jaar. Waardering aanspraken. Dividenduitkeringen Wet
Nadere informatie20-2t- 22-23- 24-25- 25.A'- Artikel 11 - Artikel 1,2 - Artikel 13- Artikel L4- Artikel l_5 -
t ^ t- rqq3 PENSIOENREGLEMENT van de StlchÈlng Pensioenfonds Urenco Nederland Inhoudsopgave HOOFDSTI'K I Artikel 1 - Artikel 2 - Artikel 3 - Artikel 4 - ertikel 5 - Artikel 6 INLEIDENDE BEPÀLINGEN Begripsbepal
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 662 Wijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen B NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 662 Wijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1 Het advies
Nadere informatieWeekers informeert Tweede Kamer over knelpunten en oplossingsrichting bij pensioen in eigen beheer
Weekers informeert Tweede Kamer over knelpunten en oplossingsrichting bij pensioen in eigen beheer Brondatum: 06-12-2013 Vorig jaar heeft het kabinet de Tweede Kamer toegezegd om te bezien of er mogelijkheden
Nadere informatieLoonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1. Besluit van 15 december 2006, nr. CPP2006/1461M, Stcrt. nr. 249
Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1 Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven
Nadere informatie