MEMO Datum: 11 april 2014 Afdeling: S&I en AcZ Betreft: overgang naar selectieve masters in 2017

Transcriptie

1 MEMO Datum: 11 april 2014 Afdeling: S&I en AcZ Betreft: overgang naar selectieve masters in 2017 De UvA biedt 115 initiële masteropleidingen aan, waarvan 50 doorstroommasters. De inzet van de discussie is om met ingang van september 2015 voor alle masteropleidingen selectie in te voeren. Er zijn verschillende redenen om dat te overwegen: Homogenere groepen in de master. De selectieprocedure levert de informatie om de groepen in de meer studentrijke masteropleidingen meer homogeen samen te stellen wat betreft startniveau, ambitie en motivatie; Internationale positionering. In de meeste landen zijn studenten niet anders dan gewend aan selectie gedurende de hele opleiding. Daar zou de UvA bij moeten aansluiten, ook gezien de ambitie om meer dan de huidige 20% (gemiddeld) aan buitenlandse studenten aan te trekken; Meer ambitie in de bachelor. Thans hebben de minstens 80% studenten in de hele range van 6 tot 7,5, die de honours- of com laude drempel niet halen, geen prikkel in het curriculum om harder te werken dan nodig is en om met elkaar te concurreren. Introductie van een selectiedrempel voor de master geeft ook deze studenten een reden om wel het beste uit zichzelf en de opleiding te halen, en om beter à tempo te studeren. Een neveneffect kan zijn de vergroting van de mobiliteit van studenten doordat de bachelor en de masteropleiding meer dan nu als op zichzelf staande opleidingen gezien worden. Selectie uitsluitend op cijfers is op basis van de whw niet toegestaan. Anderzijds is bekend dat cijfers weliswaar geen perfecte maar toch statistisch vaak betrouwbare voorspellers van succes in de volgende studiefase zijn. In de discussie zijn, naast de inhoudelijke samenstelling van het bachelorpakket, tot nu toe de volgende selectiecriteria voor de master overwogen: Studieduur bachelor: een bovengrens aan de uitloop van de bachelor boven de nominale studieduur; Gemiddeld cijfer bachelor: een ondergrens aan het (naar EC gewogen) gemiddeld cijfer van de bachelor; Taalvaardigheid in het Engels: moedertaal Engels of met succes de TOEFL of een vergelijkbare internationaal erkende test hebben afgelegd; Motivatie en planning, onder meer blijkend uit een studieplan voor de master en een aanbevelingsbrief vanuit de afgeronde bachelor. Ter discussie staan, gegeven de (analyse van) data afkomstig uit UvA-data de volgende issues: Willen we UvA-breed dezelfde selectiecriteria invoeren voor de (doorstroom)masteropleidingen? Welke ruimte is er voor faculteiten (discipline-georiënteerd) of opleidingen (oriëntatie op specifieke learning outcomes of maatschappelijke/regionale behoefte) om te differentiëren in de specificatie van de eisen op deze criteria (bijvoorbeeld wel een cijfergemiddelde eisen, maar voor de ene opleiding een 6,5 en een andere 7,5)? Hoe wordt UvA-brede selectie aan de masterpoort ingevoerd? Onderdeel hiervan is een geleidelijke invoering in verband met studenten die voor september 2014 aan de bacheloropleiding begonnen zijn en zich niet op de veranderde situatie hebben kunnen voorbereiden. In het vervolg komen aan de orde: 1. een analyse van mogelijke invloed van de toe te passen criteria op het rendement van de masteropleidingen; 2. een analyse van mogelijke effecten op de omvang van de instroom in de masteropleidingen; 3. overwegingen met betrekking tot toepassing van de criteria voor hbo-bachelors, in het bijzonder van de HvA; 4. voorstel voor toe te passen selectiecriteria en implementatietraject; 5. een overzicht van de initiële masteropleidingen en doorstroommasters met de instroomcijfers van 2012 en 2013; 6. een beknopt overzicht van eerste, mondeling dan wel schriftelijke reacties uit faculteiten op de voornemens.

2 1. Rendementsverbetering masteropleidingen 1-jarige masters Gemiddeld haalde tot nu toe 78,6% van de studenten die een bachelordiploma aan de UvA gehaald hebben binnen nominaal + 1 jaar hun masterdiploma. 16,6% doet langer dan nominaal+1 jaar over het halen van een masterdiploma, maar haalt uiteindelijk wel de eindstreep. 4,9% valt uit. Studenten die de masteropleiding met succes afronden, doen gemiddeld 17,5 maand over het behalen van een diploma. De analyse is gebaseerd op studenten. Alleen de tijd die nodig was voor het behalen van een bachelordiploma blijkt een significante samenhang te hebben met het rendement in de masterfase. Hierbij geldt dat hoe langer een student over de bachelorfase doet, hoe groter de kans is op uitval in de bachelorfase en hoe meer tijd de student nodig zal hebben voor het behalen van een masterdiploma. Opvallend is de relatief grote groep studenten die 7 jaar of langer over de bachelor deed, maar slechts de nominale studieduur nodig heeft voor de master. Mogelijk hebben deze studenten voordat de harde knip werd ingevoerd, al mastervakken gevold tijdens hun bacheloropleiding. Studenten die later aan hun bachelor begonnen hebben die mogelijkheid in mindere mate gehad. Overige kenmerken uit de bachelorfase hebben geen significante correlatie met masterrendement. Wel is het zo dat studenten die gemiddeld lager dan een 6,5 in de bachelorfase halen vaker langer dan nominaal + 1 jaar over hun master doen. Dit is terug te zien in de studieduur van de masterfase. Studenten die gemiddeld lager dan een 6,5 halen in de bachelorfase, doen gemiddeld ongeveer anderhalve maand langer over het behalen van hun mastergraad. 2-jarige masters De instroom in 2010 in 2-jarige masters die gebruikt kan worden voor de analyse bestaat uit 165 studenten. Het gemiddelde GPA in de bachelor van deze studenten ligt hoger dan bij de studenten die

3 instromen in de 1-jarige master: instroom in de 1 - jarige masters heeft gemiddeld een GPA van 7,1; instroom in de 2 jarige masters gemiddeld een GPA van 7,4. Ook hebben de studenten in de 2-jarige masters minder tijd nodig gehad voor het behalen van een bachelordiploma: instroom in de 1 jarige master verbleef gemiddeld 46,4 maanden in de bacheloropleiding; instroom in de 2-jarige masters gemiddeld 41,7 maanden. Geen van de geanalyseerde kenmerken uit de bachelor blijkt invloed te hebben op de studieduur in de 2- jarige masterfase. Wel correleren een aantal kenmerken met uitval uit deze masteropleidingen. Zo hebben studenten met een GPA lager dan een 7, twee keer zo veel kans uit te vallen dan studenten die een 7,5 of hoger halen. Daarnaast hebben studenten die in het laatste jaar van hun bachelor een lager GPA halen dan in hun eerste jaar een aanzienlijk grotere kans om uit te vallen dan studenten die een stijgende lijn in hun GPA laten zien. Research Masters. De populatie voor de analyse van de research masters bestond uit 148 studenten. Er zijn geen significante correlaties tussen kenmerken uit de bachelorfase en uitval, rendement of studieduur in de masterfase. Toch is er wel een trend waarneembaar. Studenten die een GPA van lager dan een 7 hadden doen langer over hun researchmaster. 2. Effect op omvang van de instroom Effect van de criteria op de master-instroom 2010 en 2013 Bijgevoegde tabellen tonen het percentage van de instroom in de masteropleiding dat zou zijn toegelaten op basis van een gecombineerd criterium van GPA en studieduur in de master. De tabellen zijn gemaakt voor 1 jarige en 2-jarige masters, voor zowel de instroom van 2010 en 2013.

4 1-Jarige masters: toelating op basis van GPA en Studieduur in de bachelor % Toegelaten tot master 2010 (1jr) Studieduur bachelor Minimale GPA ba Nom Nom+1 Nom+2 Nom+3 6,0 35% 72% 89% 96% 6,1 35% 72% 89% 96% 6,2 35% 71% 89% 96% 6,3 35% 71% 89% 95% 6,4 35% 71% 88% 94% 6,5 35% 69% 85% 91% 6,6 34% 67% 81% 86% 6,7 32% 62% 76% 80% 6,8 30% 57% 68% 71% 6,9 28% 51% 60% 62% 7,0 25% 43% 50% 52% 7,1 22% 37% 42% 43% 7,2 19% 30% 34% 35% 7,3 16% 24% 27% 28% 7,4 13% 19% 21% 22% 7,5 11% 15% 17% 17% > 7,5 9% 12% 14% 14% % Toegelaten tot master 2013 (1jr) Studieduur Bachelor Minimale GPA Ba. Nom Nom+1 Nom+2 Nom+3 6,0 31% 64% 83% 91% 6,1 31% 64% 83% 91% 6,2 31% 64% 83% 91% 6,3 31% 64% 82% 90% 6,4 31% 63% 81% 89% 6,5 31% 61% 79% 86% 6,6 30% 58% 74% 81% 6,7 29% 55% 68% 74% 6,8 27% 49% 61% 66% 6,9 25% 43% 53% 57% 7,0 22% 37% 44% 48% 7,1 19% 32% 37% 40% 7,2 17% 26% 31% 33% 7,3 15% 22% 25% 27% 7,4 12% 18% 21% 22% 7,5 11% 14% 16% 17% > 7,5 9% 12% 14% 15% Om 85% van de instroom (in 2010) toe te laten zou gekozen moeten worden voor een minimale GPA van 6,5 en een studieduur in de bachelor van nominaal + 2 jaar. 2-Jarige masters: toelating op basis van GPA en Studieduur in de bachelor % Toegelaten tot master 2010 (2jr) % Toegelaten tot master 2013 (2jr) Studieduur bachelor Studieduur Bachelor Minimale GPA Ba Nom Nom+1 Nom+2 Nom+3 Minimale GPA Ba. Nom Nom+1 Nom+2 Nom+3 6,4 52% 83% 93% 98% 6,5 52% 83% 93% 98% 6,6 52% 83% 92% 97% 6,7 52% 83% 92% 97% 6,8 51% 82% 90% 94% 6,9 49% 75% 82% 86% 7 47% 71% 76% 79% 7,1 45% 66% 72% 74% 7,2 40% 57% 63% 64% 7,3 35% 48% 52% 52% 7,4 31% 41% 45% 46% 7,5 25% 34% 38% 39% >7,5 23% 30% 34% 34% 6,4 48% 81% 94% 96% 6,5 48% 81% 93% 95% 6,6 48% 80% 92% 94% 6,7 47% 77% 89% 90% 6,8 46% 75% 85% 87% 6,9 44% 69% 78% 79% 7,0 42% 64% 72% 73% 7,1 40% 61% 67% 67% 7,2 36% 51% 57% 58% 7,3 32% 47% 52% 52% 7,4 30% 42% 46% 47% 7,5 25% 35% 38% 38% > 7,5 22% 31% 33% 33% Opvallend is dat om het zelfde percentage toe te laten tot de master in 2013 de criteria minder streng zouden moeten zijn. Op het eerste gezicht lijkt het dus alsof de resultaten uit de bachelor voor de instroom in 2013 slechter zijn dan de resultaten van de instroom in Toch vertoont de gemiddelde duur voor het behalen van een bachelordiploma sinds 2009 een dalende lijn. Mogelijk kan een verklaring gevonden worden in de observatie dat meer studenten na de bachelor een master elders gaan volgen.

5 Maanden tot bachelordoploma Afstudeercohort Bachelors Het GPA is in de onderzochte groep nagenoeg gelijk gebleven: voor de 1-jarige masters gemiddeld een 7,1 zowel in 2010 als 2013, voor 2-jarige masters gemiddeld een 7,4 voor beide jaren. Wel is het percentage bachelors dat doorstroomt naar een UvA master de afgelopen jaren gedaald. Nadere analyse zal moeten uitwijzen welke verschillen er zijn in studieprestaties in de bachelorfase tussen de bachelors die de UvA verlaten, en de bachelors die doorstromen. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 23 % 22 % 23 % 24 % 6 % 8 % 6 % 8 % Bestemming Bachelors 71 % 70 % 71 % 69 % 29 % 32 % 11 % 12 % 60 % 56 % Afstudeercohort Bachelors geen doorstr. Ma -elders Ma -instelling

6 Tabellen effect selectiecriteria op instroom 2013 per faculteit (1-jarige masters). % Toegelaten tot Master (1jr) 2013 obv criteria GPA X Studieduur Ba. FdR Minimale GPA Ba. Nominaal N=329 Studieduur Bachelor Nominaal+1 Nominaal+2 Nominaal % 69% 86% 90% 6,2 36% 69% 85% 89% 6,3 36% 69% 85% 89% 6,4 36% 66% 81% 84% 6,5 35% 62% 75% 78% 6,6 33% 56% 67% 70% 6,7 29% 49% 58% 61% 6,8 26% 43% 51% 52% 6,9 23% 37% 43% 44% 7 18% 29% 34% 35% 7,1 15% 24% 27% 28% 7,2 14% 20% 23% 24% 7,3 13% 18% 20% 21% 7,4 11% 15% 17% 18% 7,5 9% 12% 15% 15% 7,6 8% 10% 12% 12% 7,7 5% 7% 9% 9% 7,8 4% 5% 7% 7% 7,9 3% 5% 5% 5% 8 3% 4% 5% 5% 8,1 2% 3% 4% 4% 8,2 2% 3% 3% 3% 8,3 1% 2% 2% 2% 8,4 1% 2% 2% 2% 8,5 1% 1% 1% 1%

7 % Toegelaten tot Master (1jr) 2013 obv criteria GPA X Studieduur Ba. FEB Studieduur Bachelor Minimale GPA Ba. Nominaal Nominaal+1 Nominaal+2 Nominaal % 67% 89% 96% 6,2 32% 66% 88% 96% 6,3 32% 66% 88% 95% 6,4 32% 66% 87% 94% 6,5 31% 65% 86% 92% 6,6 31% 63% 82% 87% 6,7 30% 60% 75% 80% 6,8 29% 53% 67% 70% 6,9 26% 48% 60% 62% 7 25% 44% 51% 53% 7,1 22% 38% 43% 45% 7,2 19% 31% 36% 37% 7,3 17% 27% 31% 32% 7,4 14% 23% 26% 27% 7,5 12% 19% 20% 21% 7,6 12% 17% 18% 18% 7,7 10% 14% 15% 15% 7,8 8% 11% 12% 12% 7,9 7% 9% 9% 9% 8 4% 5% 6% 6% 8,1 4% 5% 5% 5% 8,2 4% 4% 4% 4% 8,3 2% 3% 3% 3% 8,4 2% 2% 2% 2% 8,5 1% 2% 2% 2% N=381

8 % Toegelaten tot Master (1jr) 2013 obv criteria GPA X Studieduur Ba. FGw Studieduur Bachelor Minimale GPA Ba. Nominaal Nominaal+1 Nominaal+2 Nominaal % 65% 80% 90% 6,2 30% 65% 80% 90% 6,3 30% 65% 79% 90% 6,4 30% 65% 79% 89% 6,5 30% 62% 77% 86% 6,6 29% 60% 73% 81% 6,7 28% 57% 69% 76% 6,8 27% 54% 64% 71% 6,9 26% 48% 57% 62% 7 25% 43% 49% 54% 7,1 23% 37% 42% 46% 7,2 20% 30% 34% 37% 7,3 17% 25% 29% 30% 7,4 14% 20% 22% 24% 7,5 12% 16% 17% 19% 7,6 10% 13% 14% 15% 7,7 9% 10% 11% 13% 7,8 6% 7% 8% 9% 7,9 4% 5% 6% 6% 8 3% 4% 5% 5% 8,1 2% 3% 3% 3% 8,2 2% 2% 3% 3% 8,3 1% 2% 2% 2% 8,4 1% 1% 1% 1% 8,5 0% 0% 0% 0% N=453

9 % Toegelaten tot Master (1jr) 2013 obv criteria GPA X Studieduur Ba. FMG Studieduur Bachelor Minimale GPA Ba. Nominaal Nominaal+1 Nominaal+2 Nominaal % 63% 81% 89% 6,1 29% 62% 80% 89% 6,2 29% 62% 80% 89% 6,3 29% 62% 80% 89% 6,4 29% 62% 79% 88% 6,5 29% 61% 77% 86% 6,6 28% 58% 74% 82% 6,7 28% 55% 68% 76% 6,8 26% 50% 61% 67% 6,9 24% 43% 52% 58% 7 21% 36% 42% 47% 7,1 18% 31% 35% 39% 7,2 16% 25% 28% 32% 7,3 13% 19% 22% 24% 7,4 11% 16% 18% 19% 7,5 9% 13% 14% 15% 7,6 8% 10% 12% 13% 7,7 6% 8% 8% 9% 7,8 5% 6% 7% 7% 7,9 4% 5% 5% 5% 8 3% 4% 4% 4% 8,1 2% 3% 3% 3% 8,2 1% 1% 1% 1% 8,4 1% 1% 1% 1% 8,5 0% 0% 0% 0% N=711

10 % Toegelaten tot Master (1jr) 2013 obv criteria GPA X Studieduur Ba. FNWI Studieduur Bachelor Minimale GPA Ba. Nominaal Nominaal+1 Nominaal+2 Nominaal+3 6,3 25% 65% 83% 90% 6,4 25% 63% 80% 88% 6,5 25% 60% 78% 85% 6,6 25% 60% 75% 83% 6,7 23% 58% 73% 80% 6,8 20% 53% 68% 73% 6,9 18% 48% 60% 63% 7 18% 43% 55% 58% 7,1 18% 40% 53% 55% 7,2 18% 35% 48% 50% 7,3 15% 28% 38% 38% 7,4 13% 20% 28% 28% 7,5 13% 15% 20% 20% 7,7 13% 15% 18% 18% 8 5% 5% 8% 8% 8,1 3% 3% 3% 3% N=40

11 Tabellen effect selectiecriteria op instroom 2013 per faculteit (2-jarige masters). % Toegelaten tot Master (2jr) 2013 obv criteria GPA X Studieduur Ba. FGw Minimale GPA Ba. Nominaal N=20 N=256 Studieduur Bachelor Nominaal+1 Nominaal+2 Nominaal+3 6,5 35% 75% 95% 100% 6,6 35% 70% 90% 95% 6,9 30% 65% 85% 90% 7 25% 60% 75% 80% 7,2 25% 60% 65% 70% 7,3 20% 50% 55% 60% 7,4 20% 45% 50% 55% 7,5 10% 35% 40% 40% 7,6 5% 30% 35% 35% 7,7 5% 25% 30% 30% 7,9 5% 20% 25% 25% 8,1 5% 10% 15% 15% 8,2 5% 5% 10% 10% 8,3 5% 5% 5% 5% % Toegelaten tot Master (2jr) 2013 obv criteria GPA X Studieduur Ba. FNWI Studieduur Bachelor Minimale GPA Ba. Nominaal Nominaal+1 Nominaal+2 Nominaal+3 6,4 46% 78% 89% 91% 6,5 46% 77% 89% 91% 6,6 46% 77% 88% 89% 6,7 45% 74% 85% 86% 6,8 45% 72% 81% 82% 6,9 42% 66% 73% 74% 7 40% 61% 67% 68% 7,1 39% 57% 63% 63% 7,2 34% 47% 52% 52% 7,3 30% 43% 47% 47% 7,4 28% 38% 42% 42% 7,5 23% 31% 33% 33% 7,6 21% 27% 28% 28% 7,7 18% 23% 24% 24% 7,8 16% 20% 21% 21% 7,9 11% 14% 15% 15% 8 9% 11% 12% 12% 8,1 6% 9% 9% 9% 8,2 4% 5% 5% 5% 8,3 2% 3% 3% 3% 8,4 1% 1% 1% 1%

12 Studieduur of rendement van de researchmasters laat zich nauwelijks verklaren door kenmerken uit de bachelor. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de reeds geldende selectiecriteria voor deze groep. Hierdoor is de groep die deze opleidingen volgt homogeen, wat het lastig maakt om op basis van verschillen binnen die groep een voorspelling te doen over de resultaten in de masterfase. 3. Instroom vanuit het hbo Afgestudeerden van een bachelor van de HvA starten de master aan de UvA vooralsnog in de meeste gevallen na afronding van een doorstroomtraject, al dan niet gecombineerd met een schakeltraject. De mogelijkheid voor studenten van de HvA om zich via de zogenaamde academische route tijdens de bacheloropleiding (nagenoeg) volledig te kwalificeren voor instroom in een masteropleiding aan de UvA, wordt niet alleen uitgebreid, maar ook geformaliseerd. Daarbij zijn niet alleen afspraken tussen (bachelor- en masteropleidingen) over inhoud en toetsing binnen de academische route aan de orde, maar ook toelatingscriteria op basis van a) studietempo en b) behaald gemiddeld cijfer. Voortbordurend op deze laatste ontwikkelingen is er geen aanleiding andere toelatingscriteria voor deze groep studenten vast te stellen dan voor studenten met een wo-bachelor. Dergelijke afspraken hoeven overigens niet beperkt te blijven tot de HvA. Er is ten opzichte van de wo-bachelor wel een verschil in de toepassing: nominaal studeren voor een hbo-bachelor is vier jaar, dus een jaar langer dan voor een wo-bachelor. Maximaal nominaal+1 voor een hbo-bachelor betekent derhalve dat deze student maximaal 5 jaar gedaan heeft over de hbo-bachelor inclusief academische route. Voor hbo-bachelors die een schakeltraject afleggen na afloop van de bachelor kunnen dezelfde criteria gelden: maximaal nominaal+1 voor afronding van de hbo-bachelor inclusief schakeltraject, gecombineerd met een cijfergemiddelde. Toelating tot een schakeltraject dient in dat geval ook gebaseerd te zijn op deze criteria: nominaal gestudeerd en in het hele traject, inclusief academischedan wel schakelroute, gemiddeld minimaal een 7 behaald. Welke effecten dit kan hebben op de instroom vanuit het hbo en vanuit de HvA in het bijzonder, moet nog uitgezocht worden. 4. Voorstel selectiecriteria en implementatie Op basis van de uitgevoerde analyses, is de conclusie dat het stellen van voorwaarden aan studietempo en gemiddeld cijfer behaald in de bacheloropleiding, een positieve invloed kan hebben op het rendement van de masteropleiding en de uitval kan terugdringen. Per discipline en omvang van de masteropleiding (60 of 120 ec) liggen de grenzen verschillend. Echter, de toepassing van selectiecriteria kan in de toekomst van invloed zijn op de omvang van de instroom in de masteropleidingen. Voorspellingen daarover zijn niet betrouwbaar te leveren, maar op basis van resultaten van bachelors van de UvA die zijn ingestroomd in een master in 2013, kan een percentage gegeven worden van de instroom bij toepassing van de criteria. Hierbij zij opgemerkt dat a) deze studenten zich niet hebben voorbereid op enig ander toelatingscriterium dan een bachelordiploma, en b) dat veel studenten zijn ingestroomd onder dreiging van invoering van het sociaal leenstelsel, in ieder geval voor de masterfase.

13 Percentage instroom in de (doorstroom)masters bij cijfergemiddelde 7 en studieduur N+1: FEB 44% FdR 29% FGw 43% FMG 36% FNWI 61% (twee-jarig) Percentage instoom in de (doorstroom)masters bij cijfergemiddelde 6,5 en studieduur N+1: FEB 65% FdR 62% FGw 62% FMG 61% FNWI 77% (twee-jarig) Gefaseerde implementatie Omdat de studenten zich tijdig moeten kunnen voorbereiden op het feit dat er bij de UvA ook voor de instroom in de opvolgende masteropleiding selectiecriteria gelden, is gefaseerde implementatie noodzakelijk. Gezien de observatie dat het studietempo een grotere voorspeller voor studiesucces in de master blijkt dan het behaald gemiddeld cijfer, ligt het voor de hand deze grens zo spoedig mogelijk vast te stellen op nominaal + 1, wat voor de wo-bachelors betekent maximaal 4 jaar en voor de hbobachelors maximaal 5 jaar (inclusief academische route of eventueel schakeltraject na afronding van de bachelor). Daarnaast is er de observatie dat studenten die gemiddeld lager dan een 6,5 in de bachelorfase halen, vaker langer over hun 1-jarige masteropleiding doen. Dit leidt tot de conclusie het criterium voor een behaald cijfergemiddelde voor een 1-jarige master niet lager dan een 6,5 te leggen. Voor 2- jarige en researchmasters geldt dat studenten met een cijfergemiddelde lager dan een 7 langer doen over de opleiding of een grotere kans hebben op uitval. Dit lijkt zowel voor de researchmasters als voor de overige 2-jarige masters, in de meeste gevallen bèta-opleidingen, te gelden. Streven naar UvA-brede selectiecriteria van tijdens de bachelor behaald cijfergemiddelde van 7 in combinatie met maximaal studietempo van N+1 lijkt de optimale voorspeller voor studiesucces in de masteropleiding. Echter, gegeven het effect van onmiddellijke invoering op de instroom in de masteropleidingen én gegeven het feit dat studenten zich niet hebben kunnen voorbereiden op enige vorm van selectie voor de opvolgende masteropleiding, ligt gefaseerde invoering voor de hand. De lichting studenten die in 2014 start met de bacheloropleiding, kan zich optimaal voorbereiden op de selectiecriteria in 2017, de lichting die in 2013 is begonnen kan zich in ieder geval op het criterium studietempo optimaal voorbereiden, dat is ook in overeenstemming met al langer geldende doelstellingen met betrekking tot het bachelorrendement in de prestatieafspraken. Met ingang van 2017 kunnen dus deze selectiecriteria gelden. Omdat de studenten die in 2012 aan hun bacheloropleiding begonnen zijn in het kader van het programma studiesucces zijn ingespeeld op nominaal studeren, kan met ingang van het studiejaar 2015 het criterium studieduur op N+1 gesteld worden. Negatief effect op studiesucces in de master manifesteert zich bij een cijfergemiddelde lager dan 6,5. Op basis hiervan zou dat criterium tot en met 2016 op 6,5 vastgesteld kunnen worden. De conclusie is dan ook selectie voor alle masteropleidingen van de UvA gefaseerd in te voeren: September 2015 selectie op basis van cijfergemiddelde 6,5 en studietempo maximaal N+1 September 2016 selectie op basis van cijfergemiddelde 6,5 en studietempo maximaal N+1 September 2017 selectie op basis van cijfergemiddelde 7 en studietempo maximaal N+1

14 De implementatie van selectie in de masters vergt wijziging van het model OER en dat is onderworpen aan instemming van de medezeggenschap. Het is hoe dan ook aan te bevelen ook daar de discussie tijdig te starten, maar de eerste OER-wijziging dient eind 2014 geeffectueerd te zijn. Na bespreking van de voorstellen in het CBO (17 april 2014) en de UCO (3 juni 2014) wordt, na een voorgenomen besluit van het CvB, een communicatietraject opgesteld, waarin ook de studenten van de HvA als belangrijke doelgroep betrokken worden. Gegeven het feit dat N=1 voor de hbo-bachelors een jaar langer in beslag neemt, zal de implementatie voor die groep met een jaar verschoven worden.

15 5. initiële masteropleidingen aan de UvA peildatum najaar 2013 Faculteit Opleiding+crohonr Studielast instroom 2012 Instroom 2013 opmerking FEB 8 7 doorstroom Accountancy and control Actuarial science and mathematical finance Business economics ec doorstroom 60 ec doorstroom 60 ec doorstroom Business studies ec doorstroom Econometrics ec doorstroom Economics ec doorstroom Fiscale economie ec doorstroom FMG 22 (en 23 lerarenopleiding en), 10 doorstroom Tinbergen institute master of philosophy in economics Child development and education ec ec Onderwijskunde ec doorstroom Pedagogische wetenschappen ec doorstroom 23 lerarenopleidingen 60 ec Communicatiewetenschap Communication science ec doorstroom 120 ec Social sciences ec Conflict resolution and governance ec 28 25

16 Contemporary Asian Studies Culturele antropologie en sociologie der niet westerse landen Medische antropologie en sociologie ec ec doorstroom 60 ec Sociologie 60 ec doorstroom Politicologie ec doorstroom Sociale geografie ec doorstroom Planologie ec doorstroom Psychology ec Gezondheidszorgpsycho logie ec doorstroom Psychologie ec doorstroom International development studies International development studies ec ec Urban studies ec 9 16 FNWI 19 masters; 12 doorstroom Artificial intelligence Astronomy and astrophysics Biological sciences Brain and cognitive sciences ec doorstroom 120 ec doorstroom 120 ec doorstroom 120 ec Chemistry ec doorstroom

17 Computational science ec 2 17 doorstroom Earth sciences ec 13 doorstroom Forensic science ec Biomedical sciences Stochastics and financial mathematics ec doorstroom 120 ec 8 6 Life sciences ec 10 doorstroom Logic ec Mathematical physics ec 7 4 Mathematics ec 7 15 doorstroom Physics ec doorstroom FGW 30 masters, 13 doorstroom Software engineering System and network engineering Information studies Conservering en restauratie van cultureel erfgoed ec ec ec doorstroom 120 ec Archeologie ec 4 12 doorstroom Archeologie ec 8 9 Communicatie- &informatiewetenschap pen Communicatie- &informatiewetenschap pen ec ec Erfgoedstudies ec 7 6 doorstroom

18 Erfgoedstudies ec Erfgoedstudies ec 7 5 Europese studies ec doorstroom Filosofie ec doorstroom Filosofie ec 9 12 Filosofie ec Geschiedenis ec doorstroom Geschiedenis ec Kunst- & cultuurwetenschappen Kunst- & cultuurwetenschappen Kunst- & cultuurwetenschappen ec doorstroom 90 ec ec Letterkunde ec doorstroom Letterkunde ec 9 Mediastudies ec doorstroom Mediastudies ec Mediastudies ec 7 8 Midden-Oosten studies ec 7 18 doorstroom Neerlandistiek ec doorstroom Neerlandistiek ec Neerlandistiek ec 9 5 Oudheidstudies ec 7 8 doorstroom Taalwetenschappen ec doorstroom

19 Taalwetenschappen Taalwetenschappen Theologie & religiewetenschappen Theologie & religiewetenschappen ec ec ec doorstroom 120 ec 4 6 FdR 10; 5 doorstroom Arbeidsrecht ec doorstroom European private law ec 19 7 doorstroom Fiscaal recht ec doorstroom Informatierecht ec Information law ec 2 4 International and European law International criminal law ec ec 8 5 Privaatrecht ec doorstroom Public international law ec 7 4 Publiekrecht ec doorstroom AMC 2, 2 doorstroom Geneeskunde ec doorstroom Medical informatics ec doorstroom ACTA 1, 1 doorstroom Tandheelkunde ec doorstroom

20 6. Eerste reacties uit faculteiten FGW: is voorstander van invoering van selectiecriteria in 2015 met een overgangsregime tot 2017 met betrekking tot de eisen van het gemiddelde cijfer (uiteindelijk minimaal 7) behaald in de bachelor en de studieduur die nodig was om de bachelor af te ronden (uiteindelijk maximaal N+1) FMG: dringt aan op terughoudendheid met betrekking tot het centraal vastleggen van selectiecriteria en wijst op het belang van een grote rol hierin voor de opleidingsdirecteuren. Wijst op risico van drastische vermindering van instroom en als gevolg daarvan verlies van arbeidsplaatsen. Plaatst kanttekeningen bij de verwachte opbrengsten: rendementsverbetering, toenemende mobliliteit, vergroten aantrekkelijkheid UvA als selectieve universiteit. FNWI: de faculteit heeft nog geen afgerond beleid op papier, de reactie zou zijn dat voor de selectie voor de masters geen criteria voor de gehele instelling moeten worden voorgeschreven maar dat opleidingen die zelf moeten vaststellen. FEB: ziet op dit moment geen reden om de eigen instroom te selecteren. Indien het externe aanbod substantieel en structureel beter is qua niveau dan onze eigen studenten zullen we gaan kijken wat de consequenties moeten zijn voor de eigen bacheloropleiding en eventuele selectie FdR: geen inhoudelijke reactie, maar is beducht voor consequenties met betrekking tot de instroom en de gevolgen voor de arbeidsmarkt.