Aquatisch-ecologisch Poelenonderzoek in de gemeente Uden. Nico Ettema. Iris van der Laan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aquatisch-ecologisch Poelenonderzoek in de gemeente Uden. Nico Ettema. Iris van der Laan"

Transcriptie

1 Aquatisch-ecologisch 2015 Poelenonderzoek in de gemeente Uden Nico Ettema Iris van der Laan

2 2

3 3 Inhoud Samenvatting Inleiding Ligging van het onderzoeksgebied Onderzoeksmethode Resultaten Zuurgraadmetingen (ph) De EC-metingen in Amfibieën Overige waterbewoners Bespreking van de diergroepen Weekdieren Wormachtigen (Anneliden) Geleedpotigen (Arthropoda) Vissen Vogels Bespreking van de planten Discussie Analyse aan de hand van de flora Analyse van het onderzoek met behulp van doelsoorten De macrofauna van de Leijgraaf Soortenrijkdom biotopen Conclusie en aanbevelingen Literatuur: Bijlage 1 Inventarisatiedata per poel Bijlage 2 Aantal soorten flora en fauna; ph en EC-metingen... 63

4 4 Samenvatting Bij het poelenonderzoek in 2014 in de gemeente Uden bleek de kwaliteit van het water t.o.v. onderzoeken in 2002 behoorlijk verbeterd te zijn. De ph was gestegen en het aantal bijvangsten was toegenomen. Om meer inzicht in de kwaliteit van de verbetering te krijgen is in 2015 een onderzoek gestart naar de macrofauna. Hiervoor werd een aquatisch ecoloog, Iris van de Laan ingeschakeld, die de belangrijkste diergroepen gedetermineerd heeft tot op soortniveau. Methode Omdat aquatisch-ecologisch onderzoek een tijd rovende bezigheid is, zijn de 127 poelen, die in 2014 zijn onderzocht, in categorieën ingedeeld en is er een selectie gemaakt: de Ecologische verbindingszone (EVZ) langs de Leijgraaf met 11 poelen, de droge EVZ met 3 poelen, de urbane EVZ met 13 poelen, bos met 4 poelen en grasland met 2 poelen. Van deze 33 poelen zijn er 23 op macrofauna onderzocht en 10 alleen op planten, libellen, sprinkhanen en vissen. Het onderzoek is in juli en augustus uitgevoerd, zodat er weinig volwassen amfibieën gevonden zijn. De zuurgraad (ph) is gemeten en de voedselrijkdom werd aan de hand van het elektrisch geleidingsvermogen (EC-waarde in µs/cm) vast gesteld. Macrofaunamonsters met fijn organisch materiaal zijn eerst gezeefd. Na het zeven zijn de monsters in witte ondiepe fotobakken verdeeld om te kunnen determineren. Om iets te kunnen zeggen van het biotoop zijn naast ph en EC-waarde de planten geïnventariseerd als belangrijke milieuindicatoren. Verder zijn ook libellen en sprinkhanen van de vochtige vegetaties geteld. Resultaten In 2014 zijn in 127 poelen 44 organismen voornamelijk met familienaam vast gesteld. In 2015 zijn in 33 poelen 141 organismen geteld en voornamelijk gedetermineerd tot op de soort. In beide jaren zijn 7 soorten amfibieën gevonden. Er zijn 72 plantensoorten gevonden, waaronder enkele nieuwe. Bij dit aquatisch-ecologisch onderzoek zijn bijna 700 waarnemingen vastgelegd met locatieaanduiding. Hierdoor wordt het mogelijk om in de toekomst de ontwikkelingen te volgen van de flora en fauna en het beheer af te stemmen. De ph-waarden van 2015 verschillen niet wezenlijk van die van 2014: licht zuur tot licht basisch. Er treden altijd kleine verschillen op door regenval of plantengroei. EC-waarden van de bospoelen en de graslandpoelen, die in natuurgebieden liggen, is rond de honderd of lager (voedselarm tot matig voedselrijk). De droge EVZ-poelen liggen langs het Duits lijntje en in de graspeel. Ondanks de nabijheid van intensieve landbouw is de voedselrijkdom matig. Dit levert een geschikte groeiplaats op voor bijzondere plantensoorten. De poelen, die in de urbane of stedelijke EVZ`s zijn aangelegd, liggen hoofdzakelijk op voormalige agrarische gronden. Ofschoon de toplaag, die de meeste fosfaat bevat, is afgegraven, blijkt het grondwater nog steeds tamelijk voedselrijk te zijn (gem. EC-waarde is 300 µs/cm ). De opvang van het voedselarme regenwater in deze wadi`s of inzijgbekkens zorgt niet voor een duidelijk lagere EC-waarde. De poelen in agrarisch gebied en langs de Leijgraaf bevatten voedselrijk water (EC-waarde is 400 of hoger) Eén graslandpoel is door verkoeling zoekende Schotse Hooglanders zo sterk verrijkt met urine en mest, dat hier blauwalg tot ontwikkeling is gekomen. Planten zijn uitstekende milieu-indicatoren. Daarom zijn de planten op de oevers van poelen en Leijgraaf geïnventariseerd, waarbij de algemene soorten zijn weggelaten. Er zijn 77 soorten planten geteld in 147 waarnemingen. Van de 77 soorten staan er 17 op de Rode lijst, 18 soorten zijn doelsoorten van het Zandlandschap en 16 van het Beekdallandschap. De meeste van deze soorten staan op alle drie lijsten. Het opschonen van de poelen in het natuurgebied heeft geleid tot terugkomen van plantensoorten uit de oude zaadbank. In de Ecologische verbindingszones in agrarisch gebied zijn geschikte kruidenmengsels toegepast. Niet alleen in de poelen in het natuurgebied, maar ook in de stedelijke omgeving en in de Ecologische verbindings zones in agrarisch gebied zijn soorten van gebufferde wateren gevonden zoals oeverkruid, pilvaren, teer vederkruid, moerashertshooi, witte waterranonkel etc.

5 5 Doelsoorten: Om iets te kunnen zeggen van de kwaliteit van de natuur is gekeken hoeveel doelsoorten er aanwezig zijn in het onderzochte gebied van het natuurdoeltype Begeleid-natuurlijk zandlandschap en beekdallandschap. Doelsoorten behoren tot de volgende groepen: zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, vissen, spinnen, kreeftachtigen, mieren, kevers, nachtvlinders, dagvlinders, kokerjuffers, steenvliegen, libellen, haften, bloedzuigers, slakken, platwormen en vaatplanten. Een hoge natuurkwaliteit of doelrealisatie wordt bereikt, wanneer 25 % van de doelsoorten aanwezig zijn. Het begeleid-natuurlijk beekdallandschap kent 357 doelsoorten; hiervan zijn er in de Udense wateren 27 gevonden. Dit is 7,6%. Het begeleid-natuurlijke zandlandschap kent 233 doelsoorten. De gevonden 29 doelsoorten zijn 12,4 % van het totale aantal. Het poelenlandschap van Uden is relatief natuurrijker dan het beekdallandschap met 7,6 %. Naast de Leijgraaf heeft Uden alleen de bovenloop van de Venloop. Toch hebben beide beken een hoge potentie door de aanvoer van kwelwater van de horst. Macrofauna Haften, kokerjuffers en steenvliegen zijn belangrijke milieu-indicatoren, wat tot uitdrukking komt in het hoge aantal doelsoorten. Van de haften en kokerjuffers zijn resp. 3 en 5 soorten gevonden; haften komen in 70 % van de onderzochte poelen voor en de kokerjuffers in 43%. Van deze soorten behoort echter geen enkele tot de doelsoorten. Van de steenvliegen is geen enkele soort gevonden, wat gedeeltelijk kan liggen aan het late tijdstip in het seizoen. Toch is de aanwezigheid van haften en kokerjuffers in zoveel poelen een goede ontwikkeling. De groepen die relatief goed scoren, zijn amfibieën, vissen, sprinkhanen, libellen en planten. De macrofauna van de Leijgraaf Vanaf 1980 tot 2005 is door het Waterschap Aa en Maas regelmatig macrofauna bemonsterd bij de brug aan de Beemdenweg in Uden. Aan de hand van dit jarenlange onderzoek is de ontwikkeling te volgen van de Macrofauna in het Udense deel van de Leijgraaf. In 2015 liggen 6 poelen langs de Leijgraaf en 3 monsterplaatsen liggen in de Leijgraaf op natuuroevers. In de periode van 1980 tot 1988 werden er 10 tot 15 organismen per jaar vastgesteld. Vanaf 2000 tot 2005 was het aantal families en soorten spectaculair toegenomen tot ongeveer 60. Dit is een verviervoudiging. Deze sterke verbetering van de soortenrijkdom kan veroorzaakt zijn door meerdere factoren. De aanleg van waterzuiveringsinstallaties, de verbetering van de kwaliteit van het ingelaten Maaswater en de beperkingen in de landbouw spelen een rol, maar vanaf 1998 is het waterschap ook begonnen met de aanleg van natuuroevers. Het gemiddelde aantal soorten in 2015 is met 10 % toegenomen t.o.v Heel bijzonder is de waarneming van de bronlibel (Cordulegaster boltonii) in In Brabant is slechts op één plaats een kleine populatie aanwezig. De bronlibel is doelsoort voor het herstel van de bronbeken op de Maashorst. Doelsoorten De kwaliteit van het beekdallandschap de Leijgraaf is met een doelrealisatie van ongeveer 1 % nog zeer matig. Het aanleggen van meer natuuroevers zoals de voor 2016 geplande inrichting van de oevers bij Wilsfoort zal een hogere doelrealisatie mogelijk maken. Een andere belangrijke factor om de biodiversiteit te vergroten zal zijn het schoner worden van het beekwater. Soortenrijkdom biotopen Wanneer de 23 poelen, waarin de macrofauna is gedetermineerd, op soortenrijkdom hiervan worden gerangschikt, blijken de poelen en natuuroevers van de Leijgraaf gemiddeld beter te scoren. Bospoelen zijn over het algemeen voedselarm en hebben weinig biotoopvariatie. De bospoel aan de Karlingerweg scoort goed door de omvang en variatie in de vegetatie. Slecht scorende biotopen zijn klein van formaat, hebben weinig variatie in de vegetatie en soms spelen vissen een rol. Conclusie en aanbevelingen Het onderzoek in 2015 maakt het mogelijk de ontwikkelingen nauwkeuriger te volgen. Ondanks het feit, dat de poelen bij de Leijgraaf gemiddeld meer organismen bevatten, is de kwaliteit van de poelen in de andere biotopen van Uden beter; dit wordt aangetoond door het hogere percentage doelsoorten.

6 6 Belangrijke aandachtspunten voor verdere verbetering zijn: voldoende omvang van de nieuwe natuur voldoende variatie in structuur verschralen of afvoeren van vermeste grond herstel van de zaadbank extensief en gevarieerd beheer.

7 7 1. Inleiding Het poelenonderzoek is een initiatief van de Stichting Vrijwillig Landschapsbeheer Uden, een samenwerkingsverband van IVN Uden en Vogelwacht Uden e.o. In 2014 werd voor de derde keer een poelenonderzoek in de gemeente Uden verricht. Het aantal onderzochte poelen van het eerste onderzoek in 1995 was 9; in 2002 zijn 46 van de 55 poelen onderzocht en in 2014 waren dat 127 van 237 poelen. Vooral door de aanleg van poelen in de Ecologische Verbindingszones (EVZ) nam het aantal enorm toe en daarmee de variatie in biotopen. In 1995 waren de gevolgen van de zure regen goed merkbaar; de lage ph zorgde voor verschimmelde eieren van amfibieën. In 2002 en 2014 bleken de poelen een hogere ph gekregen te hebben. Het aantal bijvangsten in 2014 maakte duidelijk, dat de kwaliteit van het poelbiotoop sterk verbeterd is. Om meer inzicht te krijgen is in 2015 een onderzoek gestart naar de macrofauna. Hiervoor werd een aquatisch ecoloog, Iris van de Laan ingeschakeld, die de belangrijkste diergroepen gedetermineerd heeft tot op soortniveau.

8 8 2. Ligging van het onderzoeksgebied Het aantal poelen in de gemeente Uden is de laatste jaren sterk toegenomen. De beoogde ruit rondom Uden (om de 500 m een poel) begint aardig vorm te krijgen. Lagen de eerste onderzochte poelen allemaal op de Maashorst, nu zijn er ook fraaie poelen aangelegd in de stedelijke omgeving, maar ook in het agrarisch gebied en het beekdal van de Leijgraaf. Dit levert tegelijk een grote variatie aan biotopen op. Ligging van de 33 onderzochte poelen Nieuw gegraven bospoel op Bedaf Opgeschoonde bospoel in de Maashorst

9 9 Nevengeul van de Leijgraaf aan de Egelweg Poel in de urbane EVZ op de Stadsweide Bij de inrichting van het natuurpark De Maashorst worden veel poelen opgeschoond. De oevers krijgen hierbij een vlak verloop, zodat ze beter passen in het landschap. Wanneer de vegetatie in deze poelen zich herstelt of uitbreidt, zal de populatie aan amfibieën, libellen en andere organismen rijker worden. Biotoop Naam nr. Biotoop Naam nr. EVZ beekdal Meerkensloop 3 EVZ urbaan Vluchtoord 188 Meerkensloop 8 Vluchtoord 189 Leijgraaf-Meerkensloop 10 Stadsweide 199 Leijgraaf-Egelweg (beek) 53 Hoogveld Ossche weg 109 Leijgraaf-Beemdenweg 54 Hoogveld-Duits lijntje 112 Leijgraaf-Broekstraat 58 Hoogveld-Duits lijntje 113 Leijgraaf-Broekstraat 59 Hoogveld-Zeelandse dijk 116 Leijgraaf-Derptweg (beek) 64 Hoogveld-Zeelandse dijk 127 Leijgraaf-Derptweg (poel) 65 Visvijver Vijverlaan 221 Leijgraaf Munterweg (beek) 205 Uden zuid 225 Leijgraaf Munterweg (poel) 206 Uden zuid 234 EVZ droog Duits lijntje-houtvennen 129 Landschapspark A Duits lijntje-trentse dijk 134 Landschapspark A Staartjespeel 147 Bospoel Karlingerweg-Slingerpad 91 Zevenhuizerweg-Udenoord 101 Karlingerweg-moeras 93 Graslandpoel Grensweg-Udense dreef 96 Odiliapeel-bos 149 Grensweg-Zevenhuizerweg 99 Overzicht van de poeltypen/biotopen en de onderzochte poelen ( nr.)

10 10 3. Onderzoeksmethode Omdat aquatisch-ecologisch onderzoek een tijd rovende bezigheid is, zijn de 127 poelen, die in 2014 zijn onderzocht, in categorieën ingedeeld: Bospoel 4 EVZ beekdal 11 EVZ droog 3 EVZ urbaan 13 Graslandpoel 2 Categorieën van de poelen met het onderzochte aantal Per categorie zijn een aantal soortenrijke poelen geselecteerd; het onderzoek is in juli en augustus uitgevoerd, zodat er weinig volwassen amfibieën gevonden zijn. De zuurgraad (ph) is gemeten en de voedselrijkdom werd aan de hand van het elektrisch geleidingsvermogen (EC-waarde) vast gesteld. Hoe hoger het gehalte aan ionen van fosfaten, nitraten en chloriden is, des te hoger is de EC-waarde. Hierbij is het water bemonsterd voor het scheppen omdat er dan nog geen modder is opgewoeld. De ph-meting is verricht met een digitale ph meter( phep 1 met kalibratieoplossingen voor ph 4 en ph 7) ; de EC-waarde is gemeten met een digitale geleidingsmeter( DIST WP 1 met een bereik van 1999 µs/cm tot 1 µs/cm). Om de soortendiversiteit te onderzoeken is het van belang de verschillende habitats te bemonsteren. In de onderstaande tabel staan de habitats weergegeven (alleen aquatisch). Habitats (aquatisch) Zand banken Slib banken Bladeren Drijvende vegetatie Ondergedoken vegetatie Emerse vegetatie Dood hout In stengels Overzicht aquatische habitats Veel soorten zijn in het veld al op naam gebracht met parate kennis. Onbekende soorten of soorten die niet met het blote oog te determineren zijn, zijn verzameld in glazen monsterflesjes. Om bederf van de monsters tegen te gaan (zeker bij warm weer) zijn deze monsters gelijk bewaard in alcohol. Elk monster heeft een etiket met de volgende gegevens: poelnummer, habitat, en datum. Het aantal individuen per soort zijn niet opgeschreven, omdat (gezien de omvang van het aantal habitats per meetpunt) dit te veel tijd kost. Om de monsters zo zuiver mogelijk te houden en geen verstoring in het habitat te creëren zijn de monsters genomen van stroomafwaarts richting stroomopwaarts. De monsters zijn voornamelijk met een klein schepnet genomen. Om alle macrofauna soorten te kunnen vangen is er een maaswijdte gebruikt van 500 mu. Voor het bemonsteren van amfibieën is er een speciaal amfibieënnet gebruikt (RAVON).

11 11 Macrofaunamonsters met fijn organisch materiaal zijn eerst gezeefd. De zeeftoren heeft drie maaswijdtes om zeer grof materiaal weg te vangen en zeer fijn slib door te laten. Na het zeven zijn de monsters in witte ondiepe fotobakken verdeeld om te kunnen determineren. De soorten die niet in het veld onderzocht kunnen worden, zijn op naam gebracht met een stereoscoop. Om ook een beeld te krijgen van de soorten die niet/niet meer in larvaal stadium verkeren ( libellen, amfibieën en andere insecten) zijn er ook oeverwaarnemingen gedaan. Alle macrofaunasoorten zijn op familienaam gebracht. De volgende families zijn tot op de soort gedetermineerd: Iris van der Laan: Haften, Kokerjuffers, Grasmotten, Platwormen Henk Vallenduuk: Muggen (larven) Nico Ettema: Planten, Vissen, Libellen, Sprinkhanen, Slakken en Mosselen, Waterkevers, Watervlooien, bloedzuigers. De Schietmotten, kevers, waterwantsen en borstelwormen zijn gedeeltelijk tot de soort gedetermineerd. Iris van der Laan aan het werk met onderzoek van de macrofauna

12 12 4. Resultaten In 2014 zijn in 127 poelen 44 organismen voornamelijk met familienaam vast gesteld. In 2015 zijn in 33 poelen 141 organismen geteld en voornamelijk gedetermineerd tot op de soort, amfibieën en planten niet meegeteld. In beide jaren zijn 7 soorten amfibieën gevonden. De macrofauna is onderzocht in 23 poelen. Om iets te kunnen zeggen van het biotoop zijn naast ph en EC-waarde de planten geïnventariseerd als belangrijke milieu-indicatoren. Er zijn 72 plantensoorten gevonden, waaronder enkele nieuwe. Bij dit aquatisch-ecologisch onderzoek zijn bijna 700 waarnemingen vastgelegd met locatieaanduiding. Hierdoor wordt het mogelijk om in de toekomst de ontwikkelingen te volgen van de flora en fauna en het beheer af te stemmen. 4.1 Zuurgraadmetingen (ph) De meetgegevens van de poelen vanaf 1980 (ph 4 5) laten een opmerkelijke verbetering zien van de ph. In 2002 was de ph al met een volle eenheid gestegen en in 2014 komen alleen de poelen in de voedselarme natuurgebieden niet boven ph 7 (neutraal) uit. Naar aanleiding van de verzuring door zure regen werd in de jaren negentig alle brandstof ontzwaveld. Hierdoor werd het water langzaam, maar zeker weer geschikt voor flora en fauna. Metingen in de jaren 80 Poelen Maashorst ph 4 5 (zure regen) Metingen in 2002 Bospoelen: ph (4,6)5,6-6,7 Graslandpoelen (Natuurgebied) ph 5,4-6,6(10,1) Metingen in 2015 Biotoop gem. ph gem. EC-waarde EVZ beekdal 7,2 414 EVZ droog 6,1 142 EVZ urbaan 6,6 305 Bospoel 6,5 150 Graslandpoel 7,2 124 Meetgegevens van 2015 De ph-waarden van 2015 verschillen niet wezenlijk van die van Er treden altijd kleine verschillen op door regenval of plantengroei. Naast het ontzwavelen vanaf de jaren 80 heeft de aanleg van nieuwe poelen, die met grondwater gevuld worden, een hogere ph opgeleverd. Dit komt, omdat kwelwater op de horst kalk naar boven brengt. Veel nieuwe poelen zijn bovendien aangelegd in de Ecologische Verbindingszones in het beekdal van de Leijgraaf; deze wordt ook gevoed door gebufferd kwelwater. Bovendien zorgt het aanwezige beekleem voor bufferwerking. 4.2 De EC-metingen in 2015 In natuurgebieden is de EC-waarde rond de honderd of lager (voedselarm); in agrarisch gebied en langs de Leijgraaf komt voedselrijker water voor. De bospoelen en de graslandpoelen liggen in natuurgebieden. Hier wordt al langer verschraling toegepast en worden bemest via de lucht

13 13 (stikstofdepositie) of grazende koeien. De droge EVZ-poelen liggen langs het Duits lijntje en in de graspeel. Ondanks de nabijheid van intensieve landbouw is de voedselrijkdom matig. Dit levert een geschikte groeiplaats op voor bijzondere plantensoorten. De poelen in de urbane of stedelijke EVZ`s zijn aangelegd, liggen hoofdzakelijk op voormalige agrarische gronden. Ofschoon de toplaag, die de meeste fosfaat bevat, is afgegraven, blijkt het grondwater nog steeds erg voedselrijk te zijn. De opvang van het voedselarme regenwater in deze wadi`s of inzijgbekkens zorgt niet voor een duidelijk lagere EC-waarde. Blauwalg In een poel in de begrazing aan de Grensweg is door overbemesting (fosfaten en nitraten) door de Schotse Hooglanders de blauwalg Waterbloei (Microcystis flosaquae) tot ontwikkeling gekomen. Blauwalg is feitelijk een cyanobacterie, die gifstoffen (cyanotoxinen) produceert. Mycrocystine tast levercellen aan en kan in drinkwater dodelijk zijn. Waterbloei in een druk bezochte poel Poel 9 c ph EC Grensweg-Zevenhuizerweg 17,5 7,2 124 Naast een overmaat aan fosfaat en nitraat speelt de temperatuur ook een rol. De EC-waarde is niet extreem hoog; blijkbaar is de concentratie van andere stoffen relatief laag.

14 Amfibieën Algemene soorten Bijzondere soorten Bruine kikker 101 Alpenwatersalamander 25 Gewone pad 56 Rugstreeppad 13 Kleine watersalamander 55 Heikikker 6 Bastaardkikker 39 Kamsalamander 5 De bezetting van het aantal poelen per soort Kamsalamanderlarve De inventarisatie in 2016 leverde geen nieuwe waarnemingen op t.o.v De bijzondere soorten blijken nog steeds alleen in natuurgebieden voor te komen. 4.4 Overige waterbewoners De vogels zijn niet meegenomen in dit onderzoek, dat ook pas na het broedseizoen is uitgevoerd. Wel zijn op twee locaties het ijsvogeltje gezien en de dodaars was weer te horen in het moerasje aan de Karlingerweg. Doelsoorten In het Handboek Natuurdoeltypen worden doelsoorten vermeld per landschapstype. Het aantal doelsoorten zegt iets over de kwaliteit van het biotoop. Ofschoon slechts enkele poelen liggen binnen het natuurdoeltype Begeleid-natuurlijk zandlandschap en beekdallandschap van de Maashorst, zal gekeken worden of er doelsoorten van voorkomen in de onderzochte poelen. Doelsoorten behoren tot de volgende groepen: zoogdieren, vogels, reptielen, amfibie:en, vissen,

15 15 spinnen, kreeftachtigen, mieren, kevers, nachtvlinders, dagvlinders, kokerjuffers, steenvliegen, libellen, haften, bloedzuigers, slakken, platwormen en vaatplanten. Diergroepen (Fauna) Weekdieren (Mollusca) Kokerjuffers (Trichoptera) 5 Slakken 13 Grasmotten (Lepidoptera) 3 Mosselen 3 Vliegen en muggen (Diptera) Wormachtigen (Annelida) knutten 1 Platwormen 4 spookmuggen 1 Slibwormen 1 steekmuggen 2 Borstelwormen 2 vedermuggen 3 Bloedzuigers 6 dazen 1 Geleedpotigen (Arthropoda) wapenvliegen 1 Kreeftachtigen (Crustacea) Wantsen (Heteroptera) Eenoogkreeftjes 1 duikerwantsen 2 Mosselkreefjes 1 schaatsenrijders 1 Roofwatervlooien 1 oppervlaktewantsen 2 Watervlooien 5 waterwantsen 6 Waterpissebedden 1 Kevers (Coleoptera) Vlokreeften 1 waterkevers 4 Spinachtigen (Arachnida) waterroofkevers 3 Mijten (Acari) 1 Libellen (Odonata) 29 Wolfspinnen (Aranea) 1 Sprinkhanen (Orthoptera) 13 Insecten (Insecta) Vissen (Pisces) 12 Springstaarten (Collembola) 1 Vogels (Aves) 2 Haften (Ephemeroptera) 4 Planten (Flora) 73 Overzicht van 35 onderscheiden groepen met het aantal soorten per groep In bijlage 1 staan de data per poel vermeld. 4.5 Bespreking van de diergroepen Weekdieren De weekdieren bestaan uit twee onderscheiden groepen: slakken en mosselen. Bij de slakken wordt onderscheid gemaakt tussen waterslakken en landslakken. Bij dit onderzoek gaat het voornamelijk om waterslakken, maar in de vegetatie langs water komt een barnsteenslak voor (Oxyloma spec.) en de donkere glimslak. Er komen verder 11 soorten waterslakken voor. In de poelen nabij de Leijgraaf zijn andere soorten gevonden dan in de overige poelen. Alle waterslakken hebben huisjes om zich te beschermen tegen predatie. In de voedselarme poelen op de Maashorst en in de droge EVZ en bospoelen komen geen waterslakken voor, wat waarschijnlijk te maken heeft met het weinig voorkomen van kalk, dat nodig is voor de vorming van het huisje. Verder speelt de geringe hoeveelheid waterplanten ook een rol. De grote diepslak (Bithynia tentaculata) is gemakkelijk te herkennen, omdat dit een van de twee slakken is, die een operculum (afsluitplaatje) heeft. De vijverpluimdrager (Valvata piscinalis) heeft ook een hoornachtig operculum, maar onderscheidt zich door uitwendige kieuwen, die als een gewei boven de kop te zien zijn.

16 16 Slakken Draaikolkschijfhorenslak Anisus vortex 1 Grote diepslak Bithynia tentaculata 4 Gewone poelslak Lymnaea stagnalis 5 Bronblaashorenslak Physa fontinalis 2 Posthoornslak Planorbarius corneus 3 Gekielde schijfhoren Planorbis carinatus 2 Gewone schijfhoornslak Planorbis planorbis 1 Oorvormige poelslak Radix auricularia 1 Ovale poelslak Radix balthica 10 Stagnicola onbekend Stagnicola indet. 3 Vijverpluimdrager Valvata piscinalis 2 Slanke barnsteenslak Oxyloma spec. 1 Donkere glimslak Zonitoides nitidus 1 Overzicht van de soorten slakken en het aantal poelen Vijverpluimdrager met operculum Grote diepslak Bithynia tentaculata Mosselen Gewone hoornschaal Sphaerium corneum 3 Moerashoornschaal Musculium lacustre 2 Gewone erwtenmossel Pisidium casertanum 5 Overzicht van de soorten mosselen en het aantal poelen De mosselen komen wel in matig voedselarme poelen voor op de Maashorst, maar ook in andere poelen. Met zekerheid zijn 3 soorten gedetermineerd. De erwtenmosseltjes zijn niet groter dan 6 mm, terwijl de hoornschalen tot 12 mm groot kunnen worden. In de visvijver aan de Vijverlaan komen alle drie soorten samen voor. Mogelijk zorgen de vele watervogels voor de verspreiding van de glochidiën (mossellarven), die zich met minuscule haakjes kunnen vasthechten aan de poten of veren. Mosselen filteren kleine voedseldeeltjes uit het water.

17 17 De lijst met doelsoorten bevat geen mosselen en maar één landslak; deze zeggekorfslak leeft in moerasvegetaties. Er zijn geen doelsoorten of rode lijstsoorten gevonden. Moerashoornschaal Wormachtigen (Anneliden) Gewone erwtenmossel Alle gevonden wormen leven van rottend materiaal (detritus) zelfs de bloedzuigers. Alle soorten zijn hermafrodiet (manlijk en vrouwelijk tegelijk), maar wisselen wel sperma uit. De bloedzuigers zuigen wel bloed wanneer ze eieren gaan produceren. De platwormen en de bloedzuigers zijn tot op de soort gedetermineerd. Platwormen zijn goede milieu-indicatoren; het beekdallandschap kent drie doelsoorten, maar deze zijn niet gevonden. Bij de bloedzuigers geldt alleen de medicinale bloedzuiger als doelsoort. Bij de borstelwormen zijn geen doelsoorten aangewezen.

18 18 Wormachtigen Platwormen Platyhelminthes Mesostoma ehrenbergi 3 Polycelis nigra 1 Polycelis tenuis 1 Dugesia 2 Ringwormen Annelida Borstelwormen Oligochaeta Slibwormen Lumbriculidae 2 Slingerworm Naididae 4 Slingerworm Tubificidae 3 Bloedzuigers Hirudinea Alboglossiphonia heteroclita 1 Erpobdella octoculata Achtogige bloedzuiger 3 Glossiphonia complanata Brede bloedzuiger 1 Hemiclepsis marginata Gezoomde bloedzuiger 1 Hirudinea 5 Theromyzon tessulatum Eendenbloedzuiger 2 Overzicht van de wormachtigen en het aantal poelen Dugesia spec. (platworm) Tubifex (slingerworm) Brede bloedzuiger Glossiphonia complanata Eendenbloedzuiger Theromyzon tessulatum

19 Geleedpotigen (Arthropoda) De geleedpotigen zijn te onderscheiden aan het aantal poten dat ze hebben. Kreeftachtigen (Crustacea) Spinachtigen (Arachnida) Insecten (Insecta) 10 poten 8 poten 6 poten Kreeftachtigen Kreeftachtigen (Crustacea) Overzicht van de Geleedpotigen Eenoogkreeftjes Cyclops Een-oog 8 Mosselkreefjes Cypris 6 Roofwatervlooien Polyphemus pediculus 2 Watervlooien Ceriodaphnia quadrangula 1 Daphnia 7 Scapholeberis mucronata 1 Simocephalus vetulus 1 Waterpissebedden Asellus aquaticus Gewone zoetwaterpissebed 5 Vlokreeften Gammarus pulex Zoetwatervlokreeft 3 Overzicht van de Kreeftachtigen en het aantal poelen Cyclops of eenoogkreeftje Daphnia

20 20 Mosselkreeftje Polyphemus pediculus Foto`s: G.H. Visser Het soorten aantal van de kreeftachtigen is de laatste jaren verdubbeld; voor een deel is dit te verklaren, doordat het aantal poelen met gebufferd water is toegenomen. In de poelen op de Maashorst en in het agrarisch gebied werden zelden kreeftachtigen gevonden. De meeste kreeftjes zijn filteraars van ééncellig materiaal als zweefalgen, maar de roofwatervlo Polyphemus pediculus gaat met grote snelheid achter prooidiertjes aan zoals pantoffeldiertjes en andere waterorganismen. De gewone waterpissebed en de zoetwatervlokreeft zijn detritus eters. Zij leven tussen de rottende bladeren op de bodem van de poel. Bij de kreeftachtigen is alleen de rivierkreeft een doelsoort van het beekdallandschap. Gewone waterpissebed Zoetwatervlokreeft Gammarus spec Spinachtigen (Arachnida) Spinachtigen Araneidae Mijten Acari Hydrachnidae Watermijten 15 Spinnen Aranea Wolfspinnen Lycosidae Poelpiraat Pirat piraticus 1 Overzicht van de spinachtigen en het aantal poelen

21 21 De spinachtigen bestaan uit mijten (Acari) en Spinnen (Aranea) De mijten zijn niet tot de soort gedetermineerd. In ruim de helft van de onderzochte poelen (15 van 23) zijn watermijten aangetroffen. Watermijten zijn goede milieu-indicatoren; hun aanwezigheid is dus erg positief. In 2014 zijn de watermijten niet opgemerkt. Watermijten In 2014 zijn er drie soorten spinnen gevonden: de waterspin (Argyroneta aquatica), de gerande oeverspin (Dolomedes fimbriatus) en een wolfspin (Lycosidae). De poelen, waarin de waterspin en de gerande oeverspin waren gevonden, zijn bezocht, maar beide spinnen zijn niet waargenomen. Er is wel een wolfspin gevonden, die gemakkelijk met de gerande oeverspin kan worden verwisseld: de poelpiraat (Pirata piraticus). Zij behoort tot de wolfspinnen; meerdere soorten wolfspinnen leven in de nabijheid van water en jagen op het wateroppervlak. Poelpiraat Gerande oeverspin Insecten (Insecta) De insecten zijn de grootste groep organismen in dit onderzoek. Naast de larven, die in het water leven zijn er ook imago`s in en op het water gevangen. Er zijn wel libellen- en waterjufferlarven gevangen, maar die zijn niet gedetermineerd. De volwassen insecten rondom het water zijn veel makkelijker te determineren. Bovendien hoeft de poel dan niet verstoord te worden. Sprinkhanen, die in de buurt van de poelen leven zijn ook geteld, omdat ze kenmerkend zijn voor natte vegetaties.

22 22 Insecten (Insecta) Springstaarten (Collembola) Haften (Ephemeroptera) Kokerjuffers (Trichoptera) Grasmotten (Lepidoptera) Vliegen en muggen (Diptera) Wantsen (Heteroptera) Kevers (Coleoptera) Libellen (Odonata) Sprinkhanen (Orthoptera) Springstaarten (Collembola) Overzicht van de verschillende groepen insecten Er is maar één soort springstaart gevonden: de Zwarte waterspringstaart (Podura aquatica). Deze soort leeft soms (2 poelen) massaal in de poelranden en vaak vind je dan een blauw-zwarte laag van vervellingshuidjes tussen de oeverplanten. Het kleine oerinsect leeft van kleine organische deeltjes en micro-organismen aan het wateroppervlak. De meeste springstaarten leven in de strooisellaag van alle andere vegetaties. Het zijn belangrijke humusomzetters. Zwarte waterspringstaart

23 Haften of eendagsvliegen (Ephemeroptera) In 2014 zijn in 27 poelen haften gevonden. Voorheen is er nooit melding gemaakt van haften. Voor een deel komt dit door het gebruik van grofmazige netten. In dit jaar werden de vangsten in witte bakken onderzocht met dit resultaat. Omdat haften, kokerjuffers en andere kleine waterdieren (macrofauna) belangrijke milieu-indicatoren zijn, is aqautisch ecoloog Iris van der Laan ingeschakeld om deze groepen beter te onderzoeken. Zij heeft 23 poelen op macrofauna onderzocht. Voor het beekdallandschap worden 25 soorten haften vermeld. De drie gevonden soorten zijn vrij algemeen en horen daar niet bij. Haften of eendagsvliegen Baetis fuscatus 1 Caenis ongedetermineerd 1 Caenis horaria 8 Cloeon dipterum Tweevleugelige haft 16 Overzicht haften met het aantal poelen Haften worden voornamelijk als larve waargenomen. De imago`s vliegen vaak tegelijk uit vanaf het wateroppervlak om te gaan paren. Gewoonlijk na één dag sterven de dieren. Tijdens het onderzoek zijn geen haften gezien. In 16 van de 23 poelen (70 %) zijn haftenlarven gevonden. In 8 van deze poelen twee soorten en in één poel komen drie soorten. Haftenlarven lijken op de larven van waterjuffers, maar onderscheiden zich door de kieuwuitsteeksels aan het achterlijf. Haftenlarf met kieuwaanhangsels Tweevleugelige haft De tweevleugelige haft (Cloeon dipterum) is het meest verbreid ( 16 van de 23 poelen); haften hebben 2 paar vleugels. Bij de tweevleugelige haft is het achterste paar vleugels gereduceerd tot stompjes zoals bij de vliegen (Diptera) Kokerjuffers of schietmotten (Trichoptera) Kokerjuffer is de benaming van de larve; door de bijzondere leefwijze in kokertjes van plantendelen of zandkorreltjes zijn ze gemakkelijk te herkennen. De volwassen insecten vallen op door hun schichtige gedrag en worden daarom schietmotten genoemd. De wetenschappelijke naam Trichoptera duidt op de borstels op de vleugels.

24 24 Schietmot met de kenmerkende borstels (stevige haren) op de vleugels Kokerjuffer met koker uit plantendelen Kokerjuffer met koker uit zand Kokerjuffers of schietmotten (Trichoptera) Agraylea multipunctata 1 Holocentropus dubius 1 Mystacides azurea 2 Oecetis furva 6 Triaenodes bicolor 2 Trichoptera ongedeterm. 2 Overzicht van de kokerjuffers en het aantal poelen

25 25 In 2014 zijn in 27 van de 137 poelen kokerjuffers aangetroffen. In 2015 zijn kokerjuffers in 10 van de 23 poelen (43 %) gevonden; in 2 poelen waren dat 2 soorten en in één poel 3. Kokerjuffers zijn dus minder algemeen dan haften. Deze poelen liggen verspreid over het hele onderzoeksgebied. Voor het zandlandschap worden 17 soorten kokerjuffers vermeld en voor het beekdallandschap zelfs 67. Dit geeft het belang weer van de kokerjuffers als milieu-indicatoren. Van de gevonden soorten behoren geen enkele daartoe Grasmotten (Lepidoptera) De grasmotten behoren tot de nachtvlinders. Vlinders hebben geen waard- of nectarplanten onder de waterplanten met uitzondering van de grasmotten. De rupsen leven in een kokertje onder de bladeren van de waterplanten. De rupsjes eten gaten in bladeren van waterlelies en zijn daarom niet geliefd onder vijverbezitters. Grasmotten (lepidoptera) Elophila nymphaeata Waterleliemot 1 Cataclysta lemnata Kroosvlindertje 1 Parapoynx stratiotata Krabbenscheermot 1 Overzicht van de gevonden grasmotten en het aantal poelen Krabbenscheermot (Parapoynx stratiotata) Waterleliemot (Elophila nymphaeata) Vliegen en muggen (Diptera) Van vliegen zijn niet veel soorten, die in het waterleven als larve. De rattenstaart is een bekend voorbeeld; de staart is een adembuis, die aan het oppervlak lucht opneemt. Van muggen is minder bekend, dat deze ook gewoon in de grond leven. De bekendste uitzondering is de emelt, de larve van de langpootmug, die leeft van plantenwortels van grassen en groentes in de moestuin. De gevonden soorten zijn larven uit het water. De muggenlarven vormen een lastige groep en zijn gedetermineerd door Henk Vallenduuk. Van deze groep bestaan geen doelsoorten en zijn geen rode lijst soorten gevonden.

26 26 Vliegen en muggen (Diptera) Knutten Culicoides Knutje 8 spookmuggen Chaoborus Pluimmug Steekmuggen Anopheles 2 Steekmuggen Culex 5 vedermuggen Chironomidae Vedermug 10 vliegen Tabanus Daas 1 wapenvliegen Stratiomys 1 Overzicht van de onderscheiden groepen met het aantal poelen Knutje (Culicoides) Runderdaas Tabanus spec. Larve van de wapenvlieg Stratiomys, die in poelen leeft

27 Wantsen (Heteroptera) De wantsen zijn een gevarieerde groep insecten, die voorkomen in alle poelen. Het zijn allemaal rovers en leven van andere diertjes op of in het water. Sommige families zijn moeilijk op naam te brengen. De wantsen behoren niet tot de doelsoorten of en bevatten geen Rode lijstsoorten. De oppervlaktewantsen en schaatsenrijders zijn indicatoren voor niet door zeep verontreinigde wateren. De staafwants leeft vooral in plantenrijk schoon water. De bootsmannetjes zijn rovers die in allerlei wateren op prooi jagen. Wantsen (Heteroptera) Duikerwantsen Corixidae Duikerwantsen 8 Corixa punctata Gewone Duikerwants 4 Schaatsenrijders Gerris spec. Schaatsenrijder spec. 15 Oppervlaktewantsen Microvelia spec. 10 Waterwantsen Ilyocoris cimicoides Platte zwemwants 11 Nepa cinerea Waterschorpioen 1 Notonecta glauca Gewoon Bootsmannetje 2 Notonectidae Bootsmannetjes 9 Plea minutissima Dwergbootsmannetje 1 Ranatra linearis Staafwants 7 Overzicht van de wantsen per groep en het aantal poelen Microvelia, miniwants van 2 mm Waterschorpioen Kevers (Coleoptera) De waterroofkevers zijn grote opvallende verschijningen in de poelen en de larven zijn berucht om hun vraatzucht van kikkerlarven. De waterkevers zijn soms maar enkele millimeters groot en onopvallend. Omdat waterkevers als larve en volwassen dier in het water leven zijn het goede milieuindicatoren. Het aantal soorten in dit onderzoek is nog erg beperkt, maar er is een toename van de grote waterroofkeversoorten. Er zijn van de kevers geen doelsoorten aangewezen.

28 28 Coleoptera Ongedetermineerd 10 Waterkevers Colymbetes fuscus Bruine Duiker 1 Agabus spec. Snelzwemmer spec. 1 Hyphydrus ovatus Eironde Watertor 2 Rhantus suturalis 2 Waterroofkevers Dytiscus circumflexus Gevlekte geelgerande 1 Dytiscus marginalis Gewone geelgerande 2 Hydrophilus piceus Grote spinnende watertor 1 Acilius sulcatus Gegroefde haarwaterroofkever 1 Overzicht van de kevers met de aantallen per soort Grote spinnende watertor Gevlekte geelgerande Libellen (Odonata) Wat de dagvlinders betekenen als indicatorsoorten voor droge biotopen, betekenen de libellen voor de natte biotopen. Paringswiel van de bandheidelibel Vuurlibel

29 29 Paringswiel van de koraaljuffer Variabele waterjuffer Kanaaljuffer Zwervende pantserjuffer Bruine winterjuffer Zwervende heidelibel

30 30 Libellen (Odonata) Doelsoort zandl.s. Doelsoort beekdall.s. Azuurwaterjuffer Coenagrion puella 6 Bandheidelibel Sympetrum pedemontanum ge Blauwe glazenmaker Aeshna cyanea 2 Bloedrode heidelibel Sympetrum sanguineum 13 Bruine glazenmaker Aeshna grandis 7 Bruine winterjuffer Sympecma fusca be Bruinrode heidelibel Sympetrum striolatum 8 Gewone oeverlibel Orthetrum cancellatum 10 Gewone pantserjuffer Lestes sponsa 6 Grote keizerlibel Anax imperator 13 Houtpantserjuffer Chalcolestes viridis 12 Kanaaljuffer Erythromma lindenii 1 Kleine roodoogjuffer Erythromma viridulum 5 Koraaljuffer Ceriagrion tenellum 3 1 Lantaarntje Ischnura elegans 18 Larven ongedeterm. Odonata 16 Paardenbijter Aeshna mixta 9 Platbuik Libellula depressa 1 Steenrode heidelibel Sympetrum vulgatum 7 Tangpantserjuffer Lestes dryas 1 Tengere grasjuffer Ischnura pumilio 1 Tengere pantserjuffer Lestes virens 6 1 kw Variabele waterjuffer Coenagrion pulchellum 2 Viervlek Libellula quadrimaculata 4 Vuurlibel Crocothemis erythraea 2 Watersnuffel Enallagma cyathigerum 8 Weidebeekjuffer Calopteryx splendens 2 Zwarte heidelibel Sympetrum danae 4 Zwervende heidelibel Sympetrum fonscolombii 1 Zwervende pantserjuffer Lestes barbarus 2 Overzicht van de libellen (30) met het aantal per poel en de vermelding doelsoort en rode lijst. kw=kwetsbaar; ge=gevoelig ; be=bedreigd. Rode lijst De natuur van Uden kent een grote variatie in natte biotopen van droog schraalland tot vochtige beekdalen. Hierdoor zijn er relatief veel libellensoorten te vinden in deze gebieden. Omdat het onderzoek in de zomer plaats vond, zijn de voorjaarssoorten gemist zoals vuurjuffer, venwitsnuit, vroege glazenmaker en smaragdlibel. Met meer dan 30 soorten is er een behoorlijke biodiversiteit in de wateren van Uden. De zwervende pantserjuffer heeft een vaste populatie op de Maashorst, maar de aantallen worden lager. De zwervende heidelibel heeft enkele topjaren gehad, maar wordt nu met een enkel exemplaar waargenomen. De kanaaljuffer breidt zich uit in Brabant en is dit jaar voor het eerst in Uden vastgesteld. De variabele waterjuffer heeft betere jaren gekend en is nu op slechts twee stadswateren gezien. De koraaljuffer was alleen van de Maashorst bekend, maar verschijnt sinds enkele jaren ook in de stedelijke waterpartijen.

31 Sprinkhanen (Orthoptera) De sprinkhanen komen in allerlei biotopen voor van bomen en struiken tot graslanden en ruigtevegetaties langs poelen en beken. De meeste soorten die hier gevonden zijn, horen ook thuis in vochtige biotopen. Het knopsprietje is een soort van droge vegetaties, maar op Vluchtoord staat een heischrale vegetatie op een voedselarme oever. De drie algemene soorten krasser, ratelaar en bruine sprinkhaan komen in allerlei lage vegetaties voor. Het zuidelijke spitskopje is een nieuwkomer, die profiteert van de opwarming van het klimaat. Zij verdringt het gewone spitskopje. De zuidelijke boomsprinkhaan is ook zo`n nieuwkomer, die in de stedelijke omgeving algemener is dan daarbuiten. Sprinkhanen (Orthoptera) Rode lijst Doelsoort Kustsprinkhaan Chorthippus albomarginatus 2 Ratelaar Chorthippus biguttulus 1 Bruine Sprinkhaan Chorthippus brunneus 1 Gewoon Spitskopje Conocephalus dorsalis 3 Zuidelijk Spitskopje Conocephalus fuscus 4 Zuidelijke boomsprinkhaan Meconema meridionale 1 Knopsprietje Myrmeleotettix maculatus 1 Sikkelsprinkhaan Phaneroptera falcata 1 ge 2x Krasser Pseudochorthippus parallelus 2 Moerassprinkhaan Stethophyma grossum 1 kw 2x Zeggendoorntje Tetrix subulata 3 Gewoon Doorntje Tetrix undulata 1 Overzicht van de sprinkhanen en het aantal poelen Sikkelsprinkhaan Moerassprinkhaan De sikkelsprinkhaan is al langer bekend van de Maashorst in verschillende biotopen, maar wel in lage dichtheden. Het is een goede vlieger, die zich langzaam uitbreidt. De moerassprinkhaan is een doelsoort, die plotseling is verschenen rondom een poel nabij de Leijgraaf. Hij was een soort, die in 2010 als doelsoort voor de Maashorst werd vermeld. De moerassprinkhaan is zich aan het uitbreiden in Brabant en komt dus dichterbij de Maashorst. Beide soorten zijn doelsoorten van zowel het zandlandschap als het beekdallandschap.

32 Vissen Op 14 locaties komen vissen voor; drie plaatsen hiervan liggen op natuuroevers van de Leijgraaf. In elf poelen zitten één of meerdere soorten vissen. Bijna de helft van de onderzochte wateren zijn daardoor niet geschikt voor amfibieën met uitzondering van de gewone pad, de rugstreeppad en de kamsalamander. Deze soorten worden daardoor niet gepredeerd door vissen. De rugstreeppad komt praktisch alleen voor in voedselarme natuurgebieden. De kamsalamander wordt ook vermeld voor plantenrijke beken. In de Leijgraaf is de kamsalamander nog niet aangetoond. Vissen (Pisces) zandl.s. beekdall. r.l. H.r. Baars Perca fluviatilis 1 Bittervoorn Rhodeus amarus 1 x kw 2 Blankvoorn Rutilus rutilus 1 Driedoornige stekelbaars Gasterosteus aculeatus 2 Goudvis Carassius auratus 1 Guppy Poecilia reticulata 1 Kleine modderkruiper Cobitis taenia 1 x 2 Riviergrondel Gobio gobio 3 Ruisvoorn Scardinius erythrophthalmus 3 Snoek Esox lucius 1 Vetje Leucaspius delineatus 3 x x kw Zonnebaars Lepomis gibbosus 2 Overzicht van de vissen en het aantal locaties. X = doelsoort van zandlandschap en/of beekdallandschap. Rode lijst (r.l.), kw=kwetsbaar. Habitatrichtlijnsoort (H.r.) bijlage 2 In stedelijke wateren worden regelmatig vijvervissen uitgezet. In deze gesloten systemen zijn de gevolgen van deze uitzettingen meestal desastreus. In voedselarme poelen zijn zonnebaarzen de enige overlevende soort. Ofschoon vissen bedreigend zijn voor amfibieën en macrofauna, zijn sommige soorten goede milieuindicatorsoorten. Het vetje komt in twee poelen langs de Leijgraaf voor, die blijkbaar bij hoog water bereikbaar zijn geweest. In een van deze poelen leeft ook de kleine modderkruiper. Beide soorten kunnen zich goed handhaven in deze kleine biotopen vooral ook wanneer er voldoende waterplanten groeien. Het vetje is daardoor ook doelsoort voor poelen van het zandlandschap. Bittervoorntjes Vetje

33 33 Het bittervoorntje is voor het eerst in de Leijgraaf waargenomen samen met de schildersmossel, waar het mee in symbiose leeft. De aanwezigheid van deze soorten toont vooral aan, dat de plantengroei op de natuuroevers sterk verbeterd is. Het bittervoorntje is doelsoort van het beekdallandschap. Vetje en bittervoorn zijn kwetsbare soorten (R.l.) Vogels Ofschoon vogels niet geïnventariseerd zijn, omdat het onderzoek buiten het broedseizoen is uitgevoerd, worden toch twee soorten vermeld, omdat deze doelsoort zijn van het Zandlandschap. Het ijsvogeltje is bij twee wateren gezien, waar uiteraard visjes in leven. De dodaars broedt al enkele jaren in een moerasje op de Maashorst. Hier zit geen vis in, maar de dodaars voedt zich met larven van waterinsecten. Deze poel is bekend van de vele soorten libellen en amfibieën. De larven van salamanders en kikkers worden ook gegeten. IJsvogeltjes Dodaars op nest

34 Bespreking van de planten Flora r.l. Zandl. Beekdall. Aarvederkruid Myriophyllum spicatum 2 Adderwortel Persicaria bistorta 1 Bevertjes Briza media 2 1 Blauwe zegge Carex panicea 3 Bleke zegge Carex pallescens 1 kw 1 Borstelbies Isolepis setacea 1 Bruine snavelbies Rhynchospora fusca 1 ge 1 1 Darmwier spec. Enteromorpha spec. 1 Draadzegge Carex lasiocarpa 1 kw 1 1 Drijvend fonteinkruid Potamogeton natans 3 Duizendknoopfonteinkruid Potamogeton polygonifolius 2 Dwergzegge Carex oederi oederi 4 Echt duizendguldenkruid Centaurium erythraea 1 Egelboterbloem Ranunculus flammula 3 Geelgroene zegge Carex oederi oedocarpa 2 Geelhartje Linum catharticum 1 kw 1 1 Gewone agrimonie Agrimonia eupatoria 1 ge 1 1 Gewone dophei Erica tetralix 1 Gewone waterbies Eleocharis palustris 1 Gewone waternavel Hydrocotyle vulgaris 3 Glanzig fonteinkruid Potamogeton lucens 1 Grauwe wilg Salix cinerea 1 Grof hoornblad Ceratophyllum demersum 2 Grondster Illecebrum verticillatum 1 ge 1 Grote kattenstaart Lythrum salicaria 2 Grote lisdodde Typha latifolia 9 Grote pimpernel Sanguisorba officinalis 3 Grote wederik Lysimachia vulgaris 1 Heelblaadjes Pulicaria dysenterica 3 Heen Bolboschoenus maritimus 4 Herfstbitterling Blackstonia perfoliata 1 Hoge cyperzegge Carex pseudocyperus 2 Kalmoes Acorus calamus 1 Kamgras Cynosurus cristatus 1 1 Klein kroos Lemna minor 4 Kleine egelskop Sparganium emersum 3 Kleine leeuwentand Leontodon saxatilis 1 Kleine lisdodde Typha angustifolia 4 Kleine ratelaar Rhinanthus minor 1 ge 1 1 Kleine zonnedauw Drosera intermedia 3 ge 1 Klokjesgentiaan Gentiana pneumonanthe 1 ge 1 1 Knolrus Juncus bulbosus 2

35 35 Flora (vervolg) r.l. Zandl. Beekdall. Koninginnekruid Eupatorium cannabinum 1 Koningsvaren Osmunda regalis 1 besch. Loos blaasjeskruid Utricularia australis 2 Mannagras Glyceria fluitans 1 Mattenbies Schoenoplectus lacustris 1 Moerashertshooi Hypericum elodes 1 kw 1 1 Moerasstruisgras Agrostis canina 2 Moeraswolfsklauw Lycopodiella inundata 2 kw 1 Oeverkruid Littorella uniflora 1 be 1 1 Parnassia Parnassia palustris kw 1 1 Pijpenstrootje Molinia caerulea 1 Pilvaren Pilularia globulifera Pitrus Juncus effusus 1 Plat darmwier Ulva compressa 2 Riet Phragmites australis 8 Ruwe bies Schoenoplectus tabernaemontani 3 Slanke waterweegbree Alisma lanceolatum 1 Smalle waterpest Elodea nuttallii 2 Stijve ogentroost Euphrasia stricta s.l. 3 ge 1 1 Teer vederkruid Myriophyllum alterniflorum 1 be 1 Tweerijige zegge Carex disticha 3 Valse voszegge Carex otrubae 2 Veelstengelige waterbies Eleocharis multicaulis 3 Veelwortelig kroos Spirodela polyrhiza 2 Veenpluis Eriophorum angustifolium 1 Veldrus Juncus acutiflorus 1 Vlottende bies Eleogiton fluitans 1 kw 1 1 Watermunt Mentha aquatica 1 Wilde bertram Achillea ptarmica 1 Wilde marjolein Origanum vulgare 1 Witte waterranonkel Ranunculus ololeucos 1 be 1 1 Zeegroene zegge Carex flacca 1 1 Zomprus Juncus articulatus 1 Zompzegge Carex curta 3 Waterbloei (blauwalg) Microcystis flosaquae Overzicht van de planten en het aantal poelen; r.l. = rode lijst; doelsoort zandlandschap en beekdallandschap Planten zijn uitstekende milieu-indicatoren. Daarom zijn de planten op de oevers van poelen en Leijgraaf geïnventariseerd, waarbij de algemene soorten zijn weggelaten. Er zijn 77 soorten planten geteld in 147 waarnemingen. Van de 77 soorten staan er 17 op de Rode lijst, 18 soorten zijn doelsoorten van het Zandlandschap en 16 van het Beekdallandschap. De meeste van deze soorten staan op alle drie lijsten.

36 36 5. Discussie 5.1 Analyse aan de hand van de flora Na enkele decennia van zure regen en hoge stikstofdepositie blijkt in Nederland ondanks alle ingrepen de biodiversiteit nog steeds achteruit te gaan. Om deze achteruitgang in Uden tegen te gaan zijn in de Maashorst en de bossen van Odiliapeel de vennen opgeschoond. Door het afvoeren van vermeste grond en het aanboren van de oorspronkelijke zaadbank zijn spontaan een aantal soorten planten terug gekomen. Bij het moerasje aan de Karlingerweg zijn dit na de eerste herstelwerkzaamheden rode lijstsoorten als kleine zonnedauw, moerashertshooi, moeraswolfsklauw en bruine snavelbies. Na de tweede opschoonbeurt zijn bij dit onderzoek twee zeggensoorten gevonden, waarvan blaaszegge op slechts twee andere plaatsen groeit, maar draadzegge nieuw is voor de Maashorst. Draadzegge is met moerashertshooi een soort van licht gebufferde vennen. Veenpluis, moeraswolfsklauw en kleine zonnedauw, die hier ook groeien, zijn weer soorten van licht zure bodems. Het grondwater in de Maashorst, dat van de horst afstroomt naar de slenk, wordt door de remmende werking van de aanwezige breuken omhoog gestuwd. Dit diepe kwelwater voert stoffen aan zoals kalk, ijzer en allerlei andere mineralen. In de poelen in de Maashorst komt dit gebufferde mineraalrijke water in contact met het voedselarme licht zure regenwater. Dit maakt de groei mogelijk van bijzondere plantensoorten. Geelhartje Linum catharticum Herfstbitterling Blackstonia perfoliata Loos blaasjeskruid Utricularia australis Klokjes gentiaan Gentiana pneumonanthe

37 37 Witte waterranonkel Ranunculus ololeucos Moerashertshooi Hypericum elodes Pilvaren Pilularia globulifera Teer vederkruid Myriophyllum alterniflorum Stijve ogentroost Euphrasia stricta s.l. Parnassia Parnassia palustris Bij de poelen langs de Grensweg in de begrazing van de Maashorst groeien ook indicatoren van gebufferd water: witte waterranonkel en oeverkruid. Oeverkruid komt tevens in enkele stadswateren voor; in Uden zuid zijn pilvaren en teer vederkruid indicatoren van kalkrijk kwelwater. In Uden heeft het ecologisch groenbeheer geleid tot een duidelijke verbetering. Hierbij is een andere manier toegepast dan in de Maashorst. Bij de aanleg van nieuwe natuur in de vorm van ecologische verbindingszones, waarbij de fosfaatrijke teeltaarde is afgevoerd of ondergewerkt, is door het

38 38 inzaaien van geschikte kruidenmengsels de kruidenrijkdom sterk toegenomen. Deze ecologische verbindingszones liggen allemaal op voormalige intensieve landbouwgrond, waar door diepploegen, overbemesten en draineren niet veel meer van de oorspronkelijke zaadbank aanwezig was. In de ecologische verbindingszone langs de Meerkensloop groeien geelhartje, bleke zegge en zeegroene zegge. Deze soorten zijn niet bekend uit deze omgeving, maar deze zijn wel kenmerkend voor kalkhoudend grondwater. Toch komen ook soorten voor, die niet in het ingebrachte mengsel zaten. Op meerdere plaatsen in Uden groeit sinds enkele jaren loos blaasjeskruid soms samen met oeverkruid. Dit kan deels verklaard worden door de aanwezigheid van resten van de oude zaadbank. Zaden van sommige soorten kunnen tot honderd jaar in de bodem overleven. Aanvoer door de wind van stofzaad, bijvoorbeeld van orchideeën of door vogels of door schaapskuddes en maaimachines zijn andere mogelijkheden. De abiotische natuur (zuurgraad, mineralen, voedselrijkdom, vocht, licht etc.) bepaalt uiteindelijk welke planten en daarmee welke dieren zullen overleven. De ligging van Uden op de rand van de horst, de aanwezige breuken en het beekdal van de Leijgraaf zorgen voor een zeer gevarieerde omgeving. Door het afgraven van de laag zwarte teeltaarde worden de gevolgen van verzuring, vermesting en verdroging voor een groot deel teniet gedaan. De verzuring door stikstofdepositie en vermesting door stikstofdepositie en vervuild grondwater zullen voorlopig nog wel doorgaan. Door het afgraven, de aanleg van poelen en wadi`s en het afkoppelen van dakgoten is het vocht op deze plaatsen in de wortelzone weer toegenomen. 5.2 Analyse van het onderzoek met behulp van doelsoorten Doelsoorten beekdall. % zandl. % Amfibieën Alpenwatersalamander x x Heikikker x x Kamsalamander x x Rugstreeppad x x Vissen Vetje x x Bittervoon x Kleine modderkruiper x Spinnen Kokerjuffers Sprinkhanen Sikkelsprinkhaan x x Moerassprinkhaan x x Steenvliegen Libellen Bandheidelibel x x Bruine winterjuffer x x Koraaljuffer x Tengere pantserjuffer x Haften Bloedzuigers Slakken Platwormen 3 0 0

39 39 Doelsoorten (vervolg) beekdall. % zandl. % Vaatplanten Bevertjes x Bleke zegge x Bruine snavelbies x x Draadzegge x x Geelhartje x x Gewone agrimonie x x Grondster x Kamgras x Kleine ratelaar x x Kleine zonnedauw x Klokjesgentiaan x x Moerashertshooi x x Moeraswolfsklauw x Oeverkruid x x Parnassia x x Pilvaren x x Stijve ogentroost x x Teer vederkruid x Vlottende bies x x Witte waterranonkel x x Zeegroene zegge x Totaal: ,6 % ,4 % Overzicht doelsoorten van de onderzochte groepen Voor het bereiken van een goede kwaliteit van de natuurdoeltypen beekdallandschap en zandlandschap moet 25 % van het totaal aantal doelsoorten aanwezig zijn. Bij de planten zijn 16 en resp. 18 doelsoorten van het beekdallandschap en zandlandschap aanwezig; dat zijn resp. 8,4% en 11%. Voor het bereiken van deze goede kwaliteit moet het aantal doelsoorten dus ruim verdubbeld worden. Uit een evaluatie van het ecologisch groenbeheer in de Gemeente Uden in 2014 bleek het aantal Rode lijstsoorten in tien jaar ruim verdubbeld te zijn van 23 naar 56 soorten. Bij dit onderzoek, waarbij alleen vochtige oevers zijn bekeken, zijn 17 soorten van de Rode lijst gevonden. Wanneer het hele grondgebied van Uden zou worden onderzocht, mag worden aangenomen, dat het percentage doelsoorten en rode lijstsoorten een stuk hoger zal liggen. Bij de dieren zijn van meerdere onderzochte groepen geen doelsoorten gevonden. Bij het beekdallandschap zijn dat: spinnen, kokerjuffers, steenvliegen, haften, bloedzuigers, slakken, platwormen. Bij het zandlandschap zijn dat: kokerjuffers en bloedzuigers. Voor spinnen, bloedzuigers, slakken en platwormen is het aantal mogelijke doelsoorten erg laag en daardoor de indicatiewaarde beperkt. Het ontbreken van doelsoorten bij de haften (25), kokerjuffers (67) en steenvliegen (16) van het beekdallandschap is wel veelzeggend. Ondanks het vinden van 3 soorten haften en 5 soorten kokerjuffers, dat al een zekere kwaliteit weergeeft, is er nog een grote verbetering te realiseren. Groepen die het goed doen, zijn amfibieën, vissen en sprinkhanen; libellen en planten scoren redelijk. Het totaal aantal doelsoorten van de onderzochte groepen van het beekdallandschap en het zandlandschap is 375 resp Hiervan zijn er 27 en 29 gevonden. Dit is 7,6 % en 12,4 %. Voor het bereiken van een goede doelrealisatie (25 %) is nog een lange weg te gaan.

40 40 Doelsoorten beekdall. % zandl. % Amfibieën Vissen Spinnen Kokerjuffers Sprinkhanen Steenvliegen Libellen Haften Bloedzuigers Slakken Platwormen Planten Totaal ,6 % ,4 % Overzicht van het aantal mogelijke en gevonden doelsoorten van het beekdallandschap en zandlandschap en het percentage 5.3 De macrofauna van de Leijgraaf Vanaf 1980 tot 2005 is er regelmatig macrofauna bemonsterd bij de brug aan de Beemdenweg in Uden. Aan de hand van dit jarenlange onderzoek is de ontwikkeling te volgen van de Macrofauna in het Udense deel van de Leijgraaf. In 2015 liggen 6 poelen langs de Leijgraaf en 3 monsterplaatsen liggen in de Leijgraaf op natuuroevers. Macrofauna Uden 2015 bloedzuiger grasmotten haften kevers kokerjuffers libellen mijten mosselen muggen platworm ringworm slakken slijkvliegen wantsen kreeftachtigen Totaal Overzicht van de onderzochte groepen met het aantal families of soorten In de Leijgraaf ( ) en poelen (Uden) en Leijgraaf (2015)

41 Macrofauna Leijgraaf Beemdenweg Overzicht van de aantallen organismen vanaf 1980 tot 2005 in de Leijgraaf bij de Beemdenweg Gewone bronlibel De gewone bronlibel in zijn natuurlijke biotoop, een bronbeekje In de periode van 1980 tot 1988 werden er 10 tot 15 organismen per jaar vastgesteld. Vanaf 2000 tot 2005 was het aantal families en soorten spectaculair toegenomen tot ongeveer 60. Dit is een verviervoudiging. Deze sterke verbetering van de soortenrijkdom kan veroorzaakt zijn door meerdere factoren. De aanleg van waterzuiveringsinstallatie, de verbetering van de kwaliteit van het ingelaten Maaswater en de beperkingen in de landbouw spelen een rol, maar vanaf 1998 is het waterschap ook begonnen met de aanleg van natuuroevers. Het totaal aantal organismen in de Leijgraaf is 145. Dit is het resultaat van 17 keer bemonsteren. Het aantal van109 soorten in de Udense wateren is van één bemonstering. Het maximale aantal van één bemonstering in de Leijgraaf is 61 in De 109 soorten in Uden is dus hoger en dit is toe te rekenen aan de grotere variatie in onderzochte watertypen. Wanneer alleen het aantal soorten van de poelen en oevers van de Leijgraaf in 2015 wordt geteld, is dat 69. Dit betekent toch een toename van 11 % in 10 jaar. Er zijn wel enkele opvallende verschillen in de samenstelling van de organismen in 2005 en 2015.

INVENTARISATIE VAN DE REEUWIJKSE HOUT DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE

INVENTARISATIE VAN DE REEUWIJKSE HOUT DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE INVENTARISATIE VAN DE REEUWIJKSE HOUT DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE 4 4 3 1 2 Bemonsterde locaties (foto s Iemkje Tijsseling) In de periode april t/m september 2014 is door leden van de werkgroep

Nadere informatie

Enkele pareltjes uit het Saleghem krekensnoer

Enkele pareltjes uit het Saleghem krekensnoer Brigitte Van Passel Inleiding Werkingsgebied Krekengebied 2007-2010 Besluit Enkele pareltjes uit het Saleghem krekensnoer Inleiding Werkingsgebied Krekengebied 2007-2010 Besluit Werkingsgebied Natuurpunt

Nadere informatie

Bepaling van de biotische index van zoetwater

Bepaling van de biotische index van zoetwater 1 Inleiding Bepaling van de biotische index van zoetwater Op basis van het voorkomen van ongewervelden of aan de hand van de aanwezige planktonorganismen kan stilstaand of stromend water in vier kwaliteitsklassen

Nadere informatie

Het resultaat van de broeihopen overtrof ook dit jaar weer het jaar daarvoor. In totaal vonden we ruim 2500 lege eierschalen.

Het resultaat van de broeihopen overtrof ook dit jaar weer het jaar daarvoor. In totaal vonden we ruim 2500 lege eierschalen. Jaarverslag 2010 ringslangenwerkgroep Ook dit jaar zijn we weer begonnen met het omzetten van de broeihopen in Nieuw Wulven. De data waren dit jaar op 20 en 27 maart. Op 20 maart was het weer slecht en

Nadere informatie

Ecologie voedselweb van zoetwater

Ecologie voedselweb van zoetwater Ecologie voedselweb van zoetwater Inleiding: In een voedselweb worden de relaties tussen organismen duidelijk. In alle voedselketens en dus ook een voedselweb start de reeks / basis met een groen organisme.

Nadere informatie

Libellen inventarisatie de Pan. door Hugo van der Slot. Steenrode heidelibel

Libellen inventarisatie de Pan. door Hugo van der Slot. Steenrode heidelibel Libellen inventarisatie 2012 de Pan Steenrode heidelibel door Hugo van der Slot Verslag Libellen inventarisatie de Pan 2012 Beschrijving gebied De poelen bevinden zich in de duinen van Voorne ( atlasblok

Nadere informatie

Libellen in de Wellemeersen

Libellen in de Wellemeersen Libellen in de Wellemeersen 2008-2016 Een actualisatie van de verspreiding van libellen in de Wellemeersen, een natuurreservaat langs de Dender (België -Oost-Vlaanderen) Situering Natuurreservaat De Wellemeersen

Nadere informatie

klimaatstad water leeft 1 Bio

klimaatstad water leeft 1 Bio water leeft 1 Bio Biologisch wateronderzoek 2 werkbundel voor 2 de en 3 de graad secundair onderwijs Biologisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Biologisch wateronderzoek Om een uitspraak te doen over de kwaliteit

Nadere informatie

INVENTARISATIE VAN DE HEEMTUIN IN DE GOUDSE HOUT DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE

INVENTARISATIE VAN DE HEEMTUIN IN DE GOUDSE HOUT DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE INVENTARISATIE VAN DE HEEMTUIN IN DE GOUDSE HOUT DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE In de periode april t/m september 2015 is door de werkgroep Zoetwaterbiologie het dierlijk waterleven in de Heemtuin

Nadere informatie

Bepaling van de biotische index van zoetwater

Bepaling van de biotische index van zoetwater 1 Inleiding Bepaling van de biotische index van zoetwater Op basis van het voorkomen van ongewervelden of aan de hand van de aanwezige planktonorganismen kan stilstaand of stromend water in vier kwaliteitsklassen

Nadere informatie

WATER LEEFT Biologisch wateronderzoek

WATER LEEFT Biologisch wateronderzoek Biologisch wateronderzoek 1 WATER LEEFT Biologisch wateronderzoek Om een uitspraak te doen over de kwaliteit van het water kan je naast een chemisch wateronderzoek ook een biologische methode toepassen.

Nadere informatie

INVENTARISATIE DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN 3 LOCATIES IN EN BIJ DE HEEMTUIN IN DE GOUDSE HOUT IN 2016

INVENTARISATIE DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN 3 LOCATIES IN EN BIJ DE HEEMTUIN IN DE GOUDSE HOUT IN 2016 INVENTARISATIE DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN 3 LOCATIES IN EN BIJ DE HEEMTUIN IN DE GOUDSE HOUT IN 2016 De werkgroep Zoetwaterbiologie heeft in de periode april t/m september 2016 eens per maand

Nadere informatie

AGENDA. verslag vergadering 3 april opmerkingen

AGENDA. verslag vergadering 3 april opmerkingen AGENDA Libellenwerkgroep Waasland vergadering - 27 februari 2018 verslag vergadering 3 april 2017 - opmerkingen terugblikken 2017 * activiteiten Libellenwerkgroep Waasland * jaarverslag - Wakona * communicatie

Nadere informatie

Poelenonderzoek in de gemeente Uden

Poelenonderzoek in de gemeente Uden 2014 Poelenonderzoek in de gemeente Uden Nico Ettema Stg VLU 16-9-2014 2 3 Inhoud 1. Inleiding... 4 2. Onderzoeksmethode... 8 3. Resultaten... 8 3.1 Zuurgraadmetingen (ph)... 10 3.2 Amfibieën... 12 3.3

Nadere informatie

AGENDA. verslag vergadering 14 januari opmerkingen

AGENDA. verslag vergadering 14 januari opmerkingen AGENDA Libellenwerkgroep Waasland vergadering - 29 oktober 2016 verslag vergadering 14 januari 2016 - opmerkingen terugblikken 2016 * activiteiten Libellenwerkgroep Waasland * eerste resultaten voorbije

Nadere informatie

Libellenfauna in het Stropersbos

Libellenfauna in het Stropersbos Libellenfauna in het Stropersbos Stekene - Sint-Gillis-Waas ZWARTE HEIDELIBEL Sympetrum danae mannetje Brigitte Van Passel Stroperbos Oost 23 augustus 2016 Libellen zijn geschikt als indicatoren voor de

Nadere informatie

NIET-RL-SOORTEN maar wel heel belangrijk Geschubde mannetjesvaren geen RL-status zeer zeldzaam

NIET-RL-SOORTEN maar wel heel belangrijk Geschubde mannetjesvaren geen RL-status zeer zeldzaam Rode Lijst NL naam RL status Wettelijk Rode Lijst Vogels 2004 Falco subbuteo Boomvalk RL Kwetsbaar Caprimulgus europaeus Nachtzwaluw RL Kwetsbaar Asio otus Ransuil RL Kwetsbaar Picus viridis Groene specht

Nadere informatie

De herontdekking van de Waterleliegracht. Samenvatting. Ankie Dols, Iris Al, Stefanie van der Kaaij, Maxime Kole, Bram Omon en Evelien Keuzenkamp

De herontdekking van de Waterleliegracht. Samenvatting. Ankie Dols, Iris Al, Stefanie van der Kaaij, Maxime Kole, Bram Omon en Evelien Keuzenkamp De herontdekking van de Waterleliegracht Samenvatting Ankie Dols, Iris Al, Stefanie van der Kaaij, Maxime Kole, Bram Omon en Evelien Keuzenkamp Oktober 2013 Voorwoord Voordat u deze samenvatting gaat lezen

Nadere informatie

Werkblad slootdiertjes

Werkblad slootdiertjes Werkblad slootdiertjes Hoe groot is het dier? Hoeveel poten heeft het dier? Hoe ziet de achterkant van het dier eruit? Zit er bij de kop rode franje? Heeft het dier een schelp? Hoe heet het dier? 0, 4,

Nadere informatie

INVENTARISATIE VAN 3 LOCATIES IN T WEEGJE IN 2017 DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN DE KNNV AFDELING GOUDA E.O.

INVENTARISATIE VAN 3 LOCATIES IN T WEEGJE IN 2017 DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN DE KNNV AFDELING GOUDA E.O. INVENTARISATIE VAN 3 LOCATIES IN T WEEGJE IN 2017 DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN DE KNNV AFDELING GOUDA E.O. Het natuur- en recreatiegebied t Weegje bestond oorspronkelijk uit weilanden. De grote

Nadere informatie

gebeten door LIBELLEN

gebeten door LIBELLEN grote keizerlibel Claudia Piens gebeten door LIBELLEN 1 presentatie LVV Libellenstudiedag waarnemingen.be weinig waarnemingen uit het Waasland 2006 2008 2011 2012 2014 2015 Natuurstudiewerkgroep Waasland

Nadere informatie

Praktijkopdrachten groep 7/8.

Praktijkopdrachten groep 7/8. Praktijkopdrachten groep 7/8. 1 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Opdrachten bij de water excursie 3 Hoe ziet de plas eruit?...3 Planten in het water en op de oever.3 Voorbeelden van planten in om de poel

Nadere informatie

Libellen in het najaar

Libellen in het najaar Libellen in het najaar De waarnemer liep vermoeid langs de waterkant, mijmerend over de vangsten van 1994. Het hele voorjaar en de zomer was de waarnemer al actief geweest in het veld en dat had hem geen

Nadere informatie

DAGVLINDERS EN LIBELLEN OP HET GOLFCENTRUM DE BATOUWE in ZOELEN 2016

DAGVLINDERS EN LIBELLEN OP HET GOLFCENTRUM DE BATOUWE in ZOELEN 2016 DAGVLINDERS EN LIBELLEN OP HET GOLFCENTRUM DE BATOUWE in ZOELEN 2016 KARIN VERSPUI 2016 Inleiding Het golfcentrum De Batouwe in Zoelen besteedt veel aandacht aan de natuurwaarden in hun terrein. In zowel

Nadere informatie

Insecten van de Potpolder

Insecten van de Potpolder Insecten van de Potpolder Toen we begin 2006 aan het Potpolderproject begonnen hadden we geen idee welke soorten insecten we zouden ontdekken. Geen probleem want we zouden alles inventariseren! Dat er

Nadere informatie

Libellenfauna in het Stropersbos

Libellenfauna in het Stropersbos Libellenfauna in het Stropersbos - 2017 Stekene - Sint-Gillis-Waas STEENRODE HEIDELIBEL Sympetrum vulgatum Brigitte Van Passel Stroperbos Oost 17 juli 2017 Libellen zijn geschikt als indicatoren voor de

Nadere informatie

LIBELLEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002

LIBELLEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002 2002 LIBELLEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002 FEBRUARI 2002 tekst Vincent Kalkman productie Stichting European Invertebrate Survey - Nederland postbus 9517, 2300 RA Leiden tel.

Nadere informatie

ANTWOORDBLADEN WATEREXCURSIE. 1 Tekenblad bij Opdracht 1. Naam van de school: Naam van de sloot of de straat langs de sloot: Jullie namen:

ANTWOORDBLADEN WATEREXCURSIE. 1 Tekenblad bij Opdracht 1. Naam van de school: Naam van de sloot of de straat langs de sloot: Jullie namen: ANTWOORDBLADEN WATEREXCURSIE 1 Tekenblad bij Opdracht 1 Naam van de school: Naam van de sloot of de straat langs de sloot: Jullie namen: Water antwoord- en rapportbladen 2015 1 2 VERONTREINIGING 2a Zet

Nadere informatie

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2012 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2012 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen

Nadere informatie

Informatie: zoetwaterdiertjes

Informatie: zoetwaterdiertjes Informatie: zoetwaterdiertjes In het zoete water wonen heel veel diertjes. Ze zien er best schattig uit, maar pas op! Leven in een sloot is heerl gevaarlijk. Kijk maar eens naar dit diertje. Het is de

Nadere informatie

Libellen in de gemeente Kampen

Libellen in de gemeente Kampen Libellen in de gemeente Kampen Kleine roodoogjuffer en rivierrombout door Gerrit Koopman Algemeen Libellen (Odonata) zijn bij Kampen en in de rest van Nederland door twee van de drie bestaande onderorden

Nadere informatie

In de troebele sloot kunnen daarentegen geen boten varen en deze zal dus, volgens ons, veel minder vervuild zijn.

In de troebele sloot kunnen daarentegen geen boten varen en deze zal dus, volgens ons, veel minder vervuild zijn. Verslag door een scholier 1793 woorden 30 mei 2017 7,4 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Helderheid en waterdieren Namen: Rosa van den Hoeven, Laila Vogel en Aryanne Abma Klas: G3A

Nadere informatie

Waasland-Noord / natuurstudie

Waasland-Noord / natuurstudie WERKGROEP : LIBELLEN ODONATA / waarnemingen 2010 Del Het centraliseren van alle infrmatie met betrekking tt waarnemingen van LIBELLEN in de natuurgebieden Waasland-Nrd en dicht bij huis in de gemeenten

Nadere informatie

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2017 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2017 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen

Nadere informatie

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2013 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2013 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen

Nadere informatie

Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht

Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Op zaterdag 28 mei 2011 is er vanuit RAVON Utrecht een excursie georganiseerd naar het Kombos te Maarsbergen. Het doel van de excursie was om deelnemers

Nadere informatie

Met de steun van. Inhoud:

Met de steun van. Inhoud: Inhoud: - Voorwoord - Waarnemingen 2007 - Soortbespreking - Lijst Belgische libellensoorten - Vliegperiode libellen - Favoriete uitsluipplaatsen volgens soort Met de steun van Milieudienst Libelleninventarisatie

Nadere informatie

INVENTARISATIE VAN 3 LOCATIES IN HET POLDERPARK OOSTPOLDER IN 2018 DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN DE KNNV-AFDELING GOUDA E.O.

INVENTARISATIE VAN 3 LOCATIES IN HET POLDERPARK OOSTPOLDER IN 2018 DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN DE KNNV-AFDELING GOUDA E.O. INVENTARISATIE VAN 3 LOCATIES IN HET POLDERPARK OOSTPOLDER IN 2018 DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE VAN DE KNNV-AFDELING GOUDA E.O. 1 In 1863 ontstond door samenvoeging van een klein aantal kleinere

Nadere informatie

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater x www.dlwbiologie.wordpress.com Oriëntatiefase Het voorkomen van organismen in het oppervlaktewater heeft een directe relatie met de kwaliteit van water. Elk ecosysteem

Nadere informatie

Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld

Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Jan Katsman, januari 2018 Libellenmonitoring 2017 in het Leersumse Veld. Het gebied Hert Leersumse Veld is eigendom van en wordt beheerd door Staatsbosbeheer.

Nadere informatie

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2015 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2015 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen

Nadere informatie

Waterleven. Doel: Aan de hand van het determineren van de beestjes die in de sloot voorkomen conclusies trekken over de waterkwaliteit.

Waterleven. Doel: Aan de hand van het determineren van de beestjes die in de sloot voorkomen conclusies trekken over de waterkwaliteit. Waterleven Doel: Aan de hand van het determineren van de beestjes die in de sloot voorkomen conclusies trekken over de waterkwaliteit. Tijd: In het veld : 60 minuten Uitwerking : 30 minuten Benodigdheden:

Nadere informatie

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2016 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2016 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen

Nadere informatie

Trends in kritische soorten. Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken

Trends in kritische soorten. Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken Trends in kritische soorten Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken Inhoud Doel Werkwijze Resultaten Conclusies en oorzaken Doel Beeld te krijgen van de ontwikkeling van kritische water-

Nadere informatie

Jaaroverzicht Libellen van de Gelderse Poort 2009

Jaaroverzicht Libellen van de Gelderse Poort 2009 Jaaroverzicht Libellen van de Gelderse Poort 2009 Peter Hoppenbrouwers Figuur 1: overzichtskaart Gelderse Poort (bron: www.geldersepoort.net) Colofon Uitgave van de Stichting Flora- en Faunawerkgroep Gelderse

Nadere informatie

Vergelijkende studie en besluitvorming

Vergelijkende studie en besluitvorming Vergelijkende studie en besluitvorming - Verschillende biotopen: vijver / ven / beek - Stroomsnelheid: snelstromend / stilstaand water - Seizoenen: voorjaar / najaar Extra: basis leggen voor vergelijkende

Nadere informatie

Poelen vol libelle. Theo de Jong

Poelen vol libelle. Theo de Jong ^^^YB Poelen vol libelle Inventarisaties in 989, 990 en 99 toonden aan dat in grote delen van de provincie Utrecht, met name in de Utrechtse Vallei, het aantal kleine geïsoleerde wateren ten opzichte van

Nadere informatie

JUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Gekleurde vleugels Vrij groot Blauw glanzend Langs stromend water

JUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Gekleurde vleugels Vrij groot Blauw glanzend Langs stromend water Beekjuffers -> 2 Lijken vlinders breedscheenjuffer weidebeekjuffer bosbeekjuffer JUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Deel vleugel blauw Stromend water groen

Nadere informatie

DE BLAUWE AARDE. College 3 Leven in sloot en plas

DE BLAUWE AARDE. College 3 Leven in sloot en plas DE BLAUWE AARDE College 3 Leven in sloot en plas PROGRAMMA 1. Water als leven brengend molecuul 2. Leven in zee 3. Leven in sloot en plas 4. Water in een rugzak, leven buiten het water 5. Waterbeheer en

Nadere informatie

ONDERZOEKSBLAD WATER LEEFT GROEP 7-8

ONDERZOEKSBLAD WATER LEEFT GROEP 7-8 1 ONDERZOEKSBLAD WATER LEEFT GROEP 7-8 (WATERKWALITEIT EN NATUUR) DOCENT Ga nu zelf op onderzoek uit naar water in jouw omgeving! Welke planten groeien in het water, welke dieren leven er en hoe natuurlijk

Nadere informatie

LIBELLEN (ODONATA) IN DE PROVINCIE ANTWERPEN:

LIBELLEN (ODONATA) IN DE PROVINCIE ANTWERPEN: LIBELLEN (ODONATA) IN DE PROVINCIE ANTWERPEN: een belangrijke taak weggelegd voor het provinciale natuurbeleid Geert De Knijf, Instituut voor Natuurbehoud en Libellenwerkgroep Gomphus, Kliniekstraat 25,

Nadere informatie

Het libellenjaar 2006: een overzicht

Het libellenjaar 2006: een overzicht Het libellenjaar 2006: een overzicht Geert De Knijf Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), Kliniekstraat 25, 1070 Brussel. geert.deknijf@inbo.be Summary. The season 2006 for Dragonflies (Odonata)

Nadere informatie

Factor Jaar Eenheid Oude poel Nieuwe poel

Factor Jaar Eenheid Oude poel Nieuwe poel Geachte heer Van Bezeij, Hierbij ontvangt u mijn notitie met bevindingen naar aanleiding van de beoordeling van de nieuw aangelegde poel op locatie Anna s Hoeve te Hilversum. Context In februari 2017 is

Nadere informatie

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland

WAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2018 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2018 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen

Nadere informatie

Libellen Empese & Tondense heide en de Zilvense broekbeek:

Libellen Empese & Tondense heide en de Zilvense broekbeek: Libellen Empese & Tondense heide en de Zilvense broekbeek: 2005-2008. Natuurontwikkeling blijkt een succes. M.J.T. van der Weide Bovenste foto voorkant: 'Oeverkruidven' (8 juli 2007), Empese heide Onderste

Nadere informatie

Elodea densa waterpest Kan los in de vijver, maar doet het beter indien opgepot. Direct oppotten en in de vijver zetten. Waterdiepte cm.

Elodea densa waterpest Kan los in de vijver, maar doet het beter indien opgepot. Direct oppotten en in de vijver zetten. Waterdiepte cm. ZUURSTOFPLANTEN Ceratophyllum demersum hoornblad Maakt geen wortels, worden los in het water gegooid Loopt in het voorjaar vrij laat uit Elodea densa waterpest Kan los in de vijver, maar doet het beter

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Er komen in het gebied 17 Europese habitatrichtlijnsoorten voor.

Er komen in het gebied 17 Europese habitatrichtlijnsoorten voor. Het Varsenerveld. Bij Ommen ligt een eeuwenoud stukje natte heide, een restant van een eens onmetelijk veengebied. Het dreigde dicht te groeien tot bos. Op initiatief van Henk Ruiter is het aan de vergetelheid

Nadere informatie

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting. Page 1 of 35 Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting Uitgevoerd door: Laboratorium Specialist in vijverwaterkwaliteit Page

Nadere informatie

Waarnemingen Noord-Hollands Duinreservaat Verslag 2009

Waarnemingen Noord-Hollands Duinreservaat Verslag 2009 Libellenwerkgroep Noord Kennemerland Waarnemingen Noord-Hollands Duinreservaat Verslag 9 John van Roosmalen, Harm Niesen, Arnold Wijker, Wilbert Kerkhof Bruine winterjuffer in de sneeuw, januari. Van deze

Nadere informatie

Meetnet Zuiderpark Resultaten monitoring

Meetnet Zuiderpark Resultaten monitoring Meetnet Zuiderpark 2011 Resultaten monitoring A. de Baerdemaeker & R.W.G. Andeweg bsr-rapport 195 2011 Colofon bsr-rapport 195 projectnummer 0694 titel Meetnet Zuiderpark 2011 auteur(s) opdrachgever A.

Nadere informatie

Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012

Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012 Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild Couwenhoven 7221 3703 HW Zeist wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een

Nadere informatie

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot Amfibieën en poelen Gerlof Hoefsloot Inhoud presentatie Functie van een poel: vroeger en nu Hoe werkt een poel? Wat bepaalt een goede ecologische situatie Soorten amfibieën Beheer van amfibieënpoelen,

Nadere informatie

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels Ordening Planten Dieren Bacteriën Schimmels Indeling plantenrijk Indeling dierenrijk Planten Kenmerken plantencellen: celwanden celkernen bladgroenkorrels Wieren Sporenplanten Zaadplanten Wieren / Algen

Nadere informatie

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten Auteur: Bart Specken 2016 Zeer goed Deze klasse onderscheidt zich van alle andere klassen doordat hier waterplanten in voorkomen die kenmerkend zijn

Nadere informatie

LIBELLEN - ODONATA LIBELLEN HOUDEN VAN MENSEN

LIBELLEN - ODONATA LIBELLEN HOUDEN VAN MENSEN LIBELLEN - ODONATA LIBELLEN HOUDEN VAN MENSEN 2 ONDERORDEN - JUFFERS ZYGOPTERA - ECHTE LIBELLEN ANTISOPTERA LIBEL JUFFER ECHTE LIBELLEN ACHTERVLEUGELS BREDER VLEUGELS IN RUSTSTAND AAN WEERSZIJDEN VAN

Nadere informatie

Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen

Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen Klein warkruid Foto: Dré Vansteenvoort Planteninventarisatie Grenspark 2009 Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen Rapport planteninventarisatie aandachtssoorten Beleidsplan 2

Nadere informatie

een overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal!

een overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal! een overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal! 2 VOORWOORD De laatste jaren is er door het waterschap De Dommel en door Staatsbosbeheer stevig geïnvesteerd

Nadere informatie

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren Ordening Bacteriën Schimmels Planten Dieren Bacteriën Kenmerken cellen: celwand geen celkern geen bladgroenkorrels eencellig planten zich voort door deling voeden zich meestal met dode resten van organismen

Nadere informatie

Rapport Koopmanspolder

Rapport Koopmanspolder Rapport Koopmanspolder Inventarisatie en analyse van waterleven en waterkwaliteit in 2014. Marn Manders Deltares CAH Vilentum Almere Oktober 31, 2014 1 Rapport Koopmans Polder Bedrijf / Organisatie: Deltares

Nadere informatie

Hoofdtabel voor de voornaamste groepen van de macrofauna in het zoete water

Hoofdtabel voor de voornaamste groepen van de macrofauna in het zoete water 1 van 9 19-4-2011 21:19 Hoofdtabel voor de voornaamste groepen van de macrofauna in het zoete water Macrofauna is een begrip uit de hydrobiologie. Het is een aanduiding van de ongewervelde dieren die gemiddeld

Nadere informatie

Libellen in de Wellemeersen

Libellen in de Wellemeersen Danny Van Schandevyl Libellen in de Wellemeersen 2008-2016 Een actualisatie van de verspreiding van de libellen in de Wellemeersen, een natuurreservaat langs de Dender (België -Oost-Vlaanderen) Een actualisatie

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp In 2015 met een overzicht van incidentele waarnemingen 1992 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2016 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C.

Nadere informatie

Libellen in Drenthe René Manger Gerard Abbingh

Libellen in Drenthe René Manger Gerard Abbingh Libellen in Drenthe René Manger Gerard Abbingh Assen 2005 Inhoud Voorwoord 3 Inleiding 5 Libellenfauna van Drenthe 6 Soortbespreking en verspreidingskaarten 15 Toekomst 110 Nieuwe natuurgebieden 110 Aandachtsgebieden

Nadere informatie

De natuur van de Blokweer 2014

De natuur van de Blokweer 2014 De natuur van de Blokweer 2014 1 De natuur van de Blokweer. De natuur van de Blokweer in 2014. Inleiding. Bij het beheer van natuurparken zijn twee zaken belangrijk. Ten eerste de biodiversiteit en ten

Nadere informatie

Deelgebied Grenspark:

Deelgebied Grenspark: (Witte waterranonkel) Planteninventarisatie Kleine Meer 2005 Deelgebied Grenspark: (Nederlandse deel: Kleine Meer) Rapport planteninventarisatie aandachtssoorten Beleidsplan 2 INHOUD: 1. Inleiding 3 2.

Nadere informatie

Onderzoek-natuur. natuurdoeltypen

Onderzoek-natuur. natuurdoeltypen Onderzoek-natuur natuurdoeltypen Inhoud Algemeen Opbouw handboek Opdracht SynBioSys Wat handige links Een natuurdoeltype is een in het natuurbeleid nagestreefd type ecosysteem dat een bepaalde biodiversiteit

Nadere informatie

Deelgebied Stappersven

Deelgebied Stappersven Witte snavelbies Foto: Archief Grenspark Planteninventarisatie Grenspark 2008 Deelgebied Stappersven Rapport planteninventarisatie aandachtssoorten Beleidsplan 2 INHOUD: 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2011 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2011 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2013 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Deel 3 Materiële vereisten

Deel 3 Materiële vereisten Deel 3 Materiële vereisten Opmerkingen vooraf De volgende lijst met materiële vereisten heeft vooral betrekking op de practica (Aan de slag) die voorkomen in het leerwerkboek 4. In de lijst is ook materiaal

Nadere informatie

Libellen herkennen. Weidebeekjuffer Vrouwtjes zijn metaalglanzend groen, de mannetjes zijn blauw. Ze leven langs beken en rivieren (stromend water).

Libellen herkennen. Weidebeekjuffer Vrouwtjes zijn metaalglanzend groen, de mannetjes zijn blauw. Ze leven langs beken en rivieren (stromend water). 1 Libellen herkennen In Nederland leven 71 soorten libellen. Veel daarvan zijn zeldzaam en zul je niet snel tegenkomen. Zo n 25 soorten kun je wel in de stad tegenkomen. Van deze libellen bespreken we

Nadere informatie

Wateronderzoek. 1 ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider

Wateronderzoek. 1 ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider Wateronderzoek 1 ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider 1 Veldwerk: onderzoek in en rond het water WAT Ecologie bestudeert de relaties tussen levende wezens en hun omgeving en tussen

Nadere informatie

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op? Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)

Nadere informatie

Algemene libellensoorten als indicatoren voor waterhabitats: een aanzet voor een praktisch hulpmiddel

Algemene libellensoorten als indicatoren voor waterhabitats: een aanzet voor een praktisch hulpmiddel Algemene libellensoorten als indicatoren voor waterhabitats: een aanzet voor een praktisch hulpmiddel Bart Achterkamp & Rob J.W. van de Haterd Bureau Waardenburg, postbus 365, 4100 AJ Culemborg b.achterkamp@buwa.nl;

Nadere informatie

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen

Nadere informatie

Libellen van De Maashorst. Nico Ettema

Libellen van De Maashorst. Nico Ettema Libellen van De Maashorst Nico Ettema Bruine winterjuffer Colofon Uitgegeven door: Auteur: Foto s voorpagina: Rapport: Opmaak: Redactie: Wijze van citeren: Natuur- en milieuverenigingen De Maashorst, in

Nadere informatie

Ongewervelden. Locaties. Methode BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010

Ongewervelden. Locaties. Methode BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010 Ongewervelden BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010 In 2010 werd het onderzoek naar het voorkomen van ongewervelde soorten in de Abeekvallei afgerond. Na 7 jaar onderzoek heeft de Werkgroep

Nadere informatie

Monitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010

Monitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010 Monitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010 Vlinder- en Libellenwerkgroep Gooi en Vechtstreek Ronald Hofmeester Hans van Oosterhout Informatie over dit rapport: Ronald Hofmeester,

Nadere informatie

Planteninventarisatie Groote Meer Deelgebied Grenspark: (Nederlandse deel: Groote Meer)

Planteninventarisatie Groote Meer Deelgebied Grenspark: (Nederlandse deel: Groote Meer) Planteninventarisatie Groote Meer 2004 Deelgebied Grenspark: (Nederlandse deel: Groote Meer) Rapport planteninventarisatie aandachtssoorten Beleidsplan 2 INHOUD: 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving 3

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2015 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2015 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Excursie water. docentenhandleiding

Excursie water. docentenhandleiding Excursie water docentenhandleiding Uitgave: ANMEC Excursie water docentenhandleiding Ontwikkeld in opdracht van Stadsdeel Zeeburg, als onderdeel van het project NME in stadsdeel Zeeburg Redactie/layout:

Nadere informatie

HET ZOETWATER ONDERZOEK 2

HET ZOETWATER ONDERZOEK 2 HET ZOETWATER ONDERZOEK 2 GROEP 4-5 - 6 Ik wou dat ik een vissie was, en maar zwemmen en maar zwemmen in een plas. Ik zou me leve weer opnieuw willen beginne, naar dan met vinne! Annie M.G. Schmidt Post-

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2012 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek Bijlage 3 Bodemonderzoek Bijlage 4 Flora en Fauna Beknopte levering uit de NDFF Disclaimer De Nationale Databank Flora

Nadere informatie

Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016

Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016 Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie