Dumpjehuiswerk.nl 2009
|
|
- Adam Meijer
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Algemene Economie hoofdstuk 2 Vraag Bij de analyse van het consumentengedrag zijn ondernemingen op zoek naar de oorzaken die ten grondslag liggen aan de vraag naar hun producten. Deze oorzaken worden ook wel aangeduid als vraagbepalende factoren. Deze zijn als volgt in kaart te brengen. De behoeftepatronen van gebruikers De prijs van het product De prijzen van andere goederen Het inkomen van de consumenten en de omvang van de bevolking Behoefte en consumptiepatroon De belangrijkste reden voor het aankopen van bepaalde goederen en diensten is het bevredigen van behoeften. De samenstelling van het consumptiepakket ter bevrediging van de behoeften noemen we het consumptiepatroon. De individuele consumptiepatronen kunnen dan ook sterk verschillen. Sommige consumenten bevredigen bijvoorbeeld hun behoefte aan ontplooiing vooral door actieve deelname aan kunst, andere zoeken hun persoonlijke ontwikkeling in de sportactiviteiten. Een bepalende factor van het consumptiepatroon vormen de consumentenvoorkeuren, ook wel preferenties genoemd. Deze voorkeuren bepalen de prioriteiten in het aankoopgedrag van consumenten. Een mooi voorbeeld consumentenvoorkeuren is het verschijnsel mode. Het begrip mode word meestal gebruikt voor kleding. Veranderingen in consumentenvoorkeuren zijn voor ondernemingen van groot belang voor hun afzet. Voor een tapijtindustrie kan een plotselinge verschuiving van de vraag naar houten vloeren en parket desastreus zijn. Demografische trends De consumptie van veel producten is leeftijdsgebonden. Leeftijdsgroepen onderscheiden zich onder andere naar kleding, drinkgewoonten, sport en recreatie. Ondernemingen moeten steeds meer rekening houden met cultuurtrends. Consumenten gaan meer en meer aandacht schenken aan de omstandigheden waaronder producten worden gemaakt. Bijvoorbeeld met kinderarbeid zijn voortgebracht. Trends in levensstijlen Een levensstijl (Lifestyle) omvat meer dan het koopgedrag. Het gaat daarbij ook om opvattingen over de samenleving die voortvloeien uit waarden die men aanhangt. De belangrijkste trend in levensstijlen is de steeds verdergaande individualisering. Veel producten die vroeger in gezinsverband werden geconsumeerd, worden nu individueel gebruikt. Dit zie je vaak met voedsel. Marketing en consumentenvoorkeuren Door marketinginspanningen proberen ondernemingen producten succesvol te maken. Zij streven naar voortdurende verbetering en vernieuwing van hun productenpakket. Ook daardoor veranderen de voorkeuren van de consumenten voortdurend. Consumenten rekenen in toenemende mate op vernieuwing van producten. Hierdoor wordt de zogenoemde productlevenscyclus, de periode waarin een product verkocht wordt, steeds korter. Overheidsmaatregelen
2 Overheidsmaatregelen kunnen invloed op het bestedingspatroon uitoefenen. De overheid stelt bepaalde consumptie verplicht, zoals een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering. De prijs De prijs is een belangrijke vraagbepalende factor. Consumenten wegen in hun oriëntatie op producten de prijzen steeds af tegen de prijzen van andere goederen. Naarmate de prijs daalt, wordt de gevraagde hoeveelheid groter en omgekeerd. Het verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid kan bijvoorbeeld worden weergegeven met behulp van deze vergelijking; Q = 2P Waarin: Q = de gevraagde hoeveelheid P = de prijs Het verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid noemen we de vraagfunctie. De vraagfunctie is in een grafiek weer te geven, waarbij de hoeveelheid op de horizontale as en de prijs op de verticale as is weergegeven. We spreken dan van een vraagcurve. Het dalende verloop van de vaagcurve vloeit voor tuit het substitutie en inkomenseffect van een prijsverandering. Een prijsverandering van het ene product laat de vraag naar andere producten niet ongemoeid. Als een product in prijs daalt, zullen consumenten geneigd zijn er meer van te gebruiken ten koste van andere producten die niet in prijs verlaagd zijn. De prijsdaling heeft verdringing van substituutproducten tot gevolg. Dit noemen we het substitutie-effect. Consumenten zullen bijvoorbeeld een prijsdaling van frisdranken aangrijpen om meer frisdrank te gebruiken, ten koste van bijvoorbeeld thee of licht alcoholische dranken. Een prijsdaling van een product heeft bij een gelijkblijvend inkomen tot gevolg dat consumenten meer producten kunnen kopen. De koopkracht van het inkomen is dor de prijsdaling toegenomen. Dit noemt met het inkomenseffect van de prijsverandering. Prijselasticiteit van de vraag De gevoeligheid van de gevraagde hoeveelheid voor een prijsverandering verschilt van product tot product. Een variabele die daarover informatie verschaft, is de prijselasticiteit van de vraag. Dit weergeeft de relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid als gevolg van en gedeeld door een relatieve verandering van de prijs. Relatieve veranderingen kunnen weergegeven worden door middel van procentuele afwijkingen. De prijselasticiteit van de vraag is EPQ = % Q / % P Waarin: EPQ de prijselasticiteit van de vraag weergeeft Q de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid P de procentuele verandering van de prijs Als de prijs stijgt van 100 naar 101, zal de hoeveelheid dalen van 400 naar 398. Hieruit volgt; EPQ = -0,5% / 1% = -0,5 De prijselasticiteit van de vraag bedraagt -0,5. Dit betekend dat een prijsstijging van 1% een daling van de vraag met 0,5% tot gevolg heeft. BLZ 44 na tussenvraag
3 Hoofdstuk 5 Consumptie De bestedingen van gezinnen noemen we consumptie. We noemen producten pas consumptiegoederen als zij ook daadwerkelijk door de consumenten gekocht zijn. Een meubel dat nog in de winkel staat in afwachting van een koper, behoort tot de vlottende kapitaalgoederen (voorraden) Consumenten stellen een pakket goederen en diensten samen ter bevrediging van hun behoeften. Dit is het consumptiepatroon. De consumentenvoorkeuren verschillen. Voedingsgewoonten leiden voor de ene consument tot de consumptie van veel groente en fruit, voor de andere consument tot veelvuldige bezoeken aan snackbars en anderen weer aan restaurants. Voor ondernemingen en bedrijfstakken is het belangrijk om te weten welke veranderingen in het consumptiepatroon optreden, omdat dat hun eigen afzet beïnvloed. De prijzen van consumptiegoederen kunnen van jaar tot jaar stijgen. Dit is inflatie. De toename van het inkomen in een jaar zegt daarom weinig over de toename van de hoeveelheid producten die mensen in dat jaar kunnen kopen. Daarvoor is het begrip koopkracht belangrijk. De veranderingen van het inkomen gecorrigeerd door de inflatie is verandering van de koopkracht Koopkracht = % inkomen - % prijzen Bij een stijging van het inkomen met 4% en een inflatie van 3% stijgt de koopkracht dus met 1%. De stijging van de koopkracht noemt met ook wel de reële stijging van het inkomen, dat wil zeggen dat de toename van het aantal producten dat consumenten kunnen kopen. Het inkomen (zonder correctie voor prijsstijging) wordt ook wel aangeduid als het nominale inkomen. De marginale consumptiequote geeft weer hoeveel er van een extra euro inkomen wordt geconsumeerd. Als consumenten 75 cent van een extra euro inkomen uitgeven, is de marginale consumptiequote dus 0,75. De marginale consumptiequote voor hoge inkomens is beduidend lager dan voor lage inkomens. Als consumenten weinig vertrouwen hebben in de algemeen economische toekomst of in hun eigen financiële toekomst, zal hun koopbereidheid laag zijn. Een stijging van het inkomen besteden zij in dat geval niet, maar sparen zij. Een dergelijke situatie komt veel voor tijdens beurscrises of dreigende oorlogen. De consumptiegroei op korte termijn is afhankelijk van twee andere factoren, die een tamelijk kleine invloed op de consumptie uitoefenen: 1. De reële rente; dit is het verschil tussen de nominale rente en de inflatie. Als de reële rente toeneemt, zal de consumptie dalen. De reden daarvoor is dat het lenen van geld duurder wordt. 2. Het vermogen; consumenten hebben een vermogen dat zij beleggen in spaarrekeningen, aandelen, woningen en dergelijke. Een waardestijging van het vermogen, door bijvoorbeeld een stijging van de koersen van aandelen leidt tot een toename van de consumptie. Soorten investeringen
4 Investeren is het kopen van kapitaalgoederen ten behoeve van de productie. Bedrijven koen verschillende soorten goederen ten behoeve van hun productie. Zij kopen grondstoffen en halffabricaten die slechts eenmaal in het productieproces worden gebruikt. Een toename van het vermogen hierin is vastgelegd, noemen we investeringen in vlottende kapitaalgoederen of voorraadinvesteringen. Dit kunnen geplande maar ook gedwongen voorraadinvesteringen zijn. Met het oog op een verwachte stijging van de afzet kopen bedrijven vaak extra voorraden grondstoffen in of laten ze hun voorraden eindproduct oplopen, zodat de hoeveelheid vlottende kapitaalgoederen toeneemt. Er bestaan ook gedwongen voorraadinvesteringen. Normaal geldt dat de productie gelijks is aan de vraag, maar het komt ook nogal eens voor dat bedrijven de groei van hun afzet te hoog hebben ingeschat. De investeringen in vaste activa kunnen we onderscheiden in vervanging en uitbreidingsinvesteringen. In de eerste plaats moeten ondernemingen hun oude machines vervangen als ze een aantal jaren in gebruik zijn geweest. Bedrijven plegen in dit geval een vervangingsinvestering; het aanschaffen van kapitaalgoederen wegens slijtage. In de twee plaats is het uitbreiden van kapitaalgoederenvoorraad een reden tot investeren. In tegenstelling tot de vervangingsinvesteringen zijn de uitbreidingsinvesteringen erop gericht de productiecapaciteit te vergroten. Bruto, netto, diepte & breedte investeringen De bruto investeringen bestaan uit netto-investeringen plus vervangingsinvesteringen. De netto investeringen bestaan uit uitbreidingsinvesteringen in vaste activa en voorraadmutaties. Als bedrijven nieuwe machines kopen, zijn er meestal veranderingen aangebracht ten opzichte van de bestaande kapitaalgoederen. Vaak leiden deze aanpassingen ertoe dat per machine minder arbeidkrachten nodig zijn. Er is in dat geval sprake van arbeidsbesparende technische ontwikkeling. De aanschaf van dit soort kapitaalgoederen noemen we diepte-investeringen. Als er geen sprake is van arbeidsbesparende technische ontwikkeling en de nieuwe machines evenveel producten per werknemer per tijdseenheid voortbrengen als de oude machines, spreken we van breedteinvesteringen. Ontwikkeling van de investeringen Economische onderzoekbureaus verklaren de ontwikkeling van de investeringen vaak uit de volgende variabelen: Afzetverwachtingen; bedrijven hebben afzetverwachtingen over de hoeveelheid producten die zij in een bepaalde periode kunnen verkopen. Vaak baseren ze deze verwachtingen op schattingen over de groei van het BBP in binnen en buitenland De bezettingsgraad; Dit geeft aan voor hoeveel procent van de bedrijfstijd de machines en andere kapitaalgoederen werkelijk in bedrijf zijn. De winst; Hoe hoger de winsten, des te gemakkelijker bedrijven kunnen investeren vanuit het eigen vermogen. De rente; Het verband tussen de investeringen end e rente is negatief: Als de rente stijgt zullen de investeringen dalen. Bedrijven investeren om te kunnen produceren. Arbeidsinkomensquote (AIQ) De AIQ geeft aan welk deel van de bruto toegevoegde waarde als beloning aan de productiefactor arbeid toevalt. Het overige deel van de toegevoegde waarde is bestemd voor afschrijvingen rente en winst. Hoe dichter de AIQ de 100% nadert, hoe minder beloning er overblijft voor de eigenaren van kapitaal. In het algemeen gaat men ervan uit dat een AIQ van ongeveer 80% redelijk is voor ondernemers om met de dan resterende winst de investeringen te financieren.
5 De formule voor de AIQ luidt; AIQ = (LPW x AV) / ( P x RP) waarin; LWN de loon per werknemer AV de arbeidsvraag P de prijspeil van de toegevoegde waarde RP de reële productie Het quotiënt van arbeidsvraag (het aantal werknemers) en de reële productie is gelijk aan de arbeidsproductiviteit. De procentuele verandering van de AIQ kan nu als volgt worden benaderd; % AIQ = % LWN - % P - % AP waarin; %AIQ de procentuele verandering van de AIQ % LWN de procentuele verandering van het loon per werknemer % P de procentuele verandering van de prijzen van de toegevoegde waarde %AP de procentuele verandering van de arbeidsproductiviteit. Stel dat in een bepaald jaar de lonen gemiddeld met 6% stijgen, de inflatie 3% bedraagt en de arbeidsproductiviteit stijgt met 2%. De AIQ zal dan bij benadering met 1% toenemen. (ook de stijging van arbeidsproductiviteit leidt tot een lagere AIQ) Ondernemers betalen de investeringen deels uit de winst. Als de winst stijgt, kunnen de investeringen toenemen. Als de AIQ daalt, stijgen de investeringen en omgekeerd. Omgekeerd hebben de investeringen ook invloed op de AIQ. Bedrijven kunnen de arbeidsproductiviteit verhogen door te investeren in nieuwe kapitaalgoederen. Daardoor zal de AIQ dalen. Overheidsbestedingen De overheid produceert openbaar bestuur, veiligheid, scholing, gezondheidszorg en dergelijke. Elk land heeft een overheid om taken te verrichten waar grote behoefte aan is en die zij niet aan individuele burgers of bedrijven over kan laten. Overheidsbestedingen vloeien voort uit de taken van de overheid; Productie Herverdeling Regulering De overheid produceert, zij voegt waarde toe aan producten. Zij koopt daartoe goederen en diensten van bedrijven en neemt werknemers in dienst om er waarde aan toe te voegen. De overheid doet dus zelf de uitgaven (overheidsbestedingen) aan de overheidsdiensten die zij produceert en gratis of onder kostprijs aan de bevolking ter beschikking stelt. De overheid koopt bijvoorbeeld uniformen, wapens en politieauto s. De goederen die minder dan een jaar meegaan, is de materiële overheidsconsumptie (OC). De goederen die langer dan een jaar meegaan, noemt met de overheidsinvesteringen (IOV).Verder huurt de overheid personeel, bijvoorbeeld agenten. Daarvoor betaalt zij de overheidssalarissen, de zogenoemde personele overheidsconsumptie (NBPov). De overheidsbestedingen zijn weer te geven in de volgende formule; O = NBPov + OC + Iov waarin; O de overheidsbestedingen OC de materiële overheidsconsumptie Iov de netoverheidsinvesteringen NBPov de salarissen van overheidspersoneel De combinatie van uniformen, wapens, auto s en personeel, bijvoorbeeld in de vorm van surveillances of het aanhouden van wetsovertreders, levert veiligheid op. Veiligheid is een collectief
6 goed. De overheid produceert dus veiligheid. Er zijn verschillende soorten collectieve goederen; men onderscheidt Zuiver collectieve goederen en quasi collectieve goederen Zuiver collectieve goederen; Veiligheid is een zuiver collectief goed. Niemand kan uitgesloten worden van het genot van de veiligheid die de overheid tot stand brengt. Quasi collectieve goederen; De quasi collectieve voorzieningen kunnen in principe door bedrijven geleverd worden, omdat degenen die er niet voor willen betalen, van het genot uitgesloten kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn musea, zwembaden, openbaar vervoer en schouwburgen. De overheid acht deze voorzieningen van zo groot belang, dat zij ze beneden de kostprijs ter beschikking wil stellen. De ondernemingen ontvangen hun inkomsten deels uit subsidies. Export & Import De landen van de EU handelen onderling. Dit word de intra-eu-handel genoemd. De landen van de EU gezamenlijk, EU-25, handelen ook met landen buiten de EU-25. Dat wordt extra-eu-handel genoemd. De ontwikkelingen in de export worden bepaald door twee groepen van oorzaken; de wereldconjuctuur en de concurrentiepositie van het bedrijfsleven. Economische kringloop In een economische kringloopworden de geldtstromen tussen de sectoren gedurende een bepaalde periode weergegeven. In de economische kringloop zijn de totale uitgaande geldstromen van de sectoren dan ook gelijk aan de totale inkomende geldstromen. De consumenten leveren productiefactoren aan de overheid en de bedrijven waarvoor zij een inkomen ontvangen. Uit dit inkomen betalen zij belasting aan de overheid. Van het resterende deel, het besteedbaar inkomen, besteden zij het grootste deel aan consumptiegoederen. BLZ 164 nog helemaal!!!!!!!!!!!!!
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieProduceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven
Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 april 2004 7,4 17 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatie1 De economische kringloop
1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatie7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?
Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september 2004 7,1 10 keer beoordeeld Vak Economie MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Economie gaat over de behoeften (de wensen) van mensen. Behoeften
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7: Nationale boekhouding & Groei en conjunctuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7: Nationale boekhouding & Groei en conjunctuur Samenvatting door een scholier 2122 woorden 8 januari 2003 6,6 66 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Toetsperiode
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieProeftoets Economische Bedrijfsomgeving
Proeftoets Economische Bedrijfsomgeving 1. Schaarste heeft in de economie een andere betekenis dan in het normale spraakgebruik. We spreken in de economie van schaarste als: a. De behoeften beperkt en
Nadere informatieHoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid
Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht
Nadere informatieEconomie Samenvatting M4
Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun
Nadere informatieHoofdstuk 15 Economische relaties
Hoofdstuk 15 Economische relaties Open vragen 15.1 Gegeven is de onderstaande economische kringloop: Verder is nog gegeven dat de afschrijvingen van bedrijven gelijk zijn aan 200. De overheid schrijft
Nadere informatieEen overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.
Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieSamenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1645 woorden 7 oktober 2004 7,1 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 1 Economie gaat
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rookremmers 1 maximumscore 2 De genoemde bijkomende/onbedoelde (maatschappelijke)
Nadere informatie7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden
Nadere informatieINLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rek in het arbeidsaanbod 1 maximumscore 2 Doordat het aanbod van
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1377 woorden 29 maart 2010 7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie samenvatting Hoofdstuk 4 Beroepsbevolking
Nadere informatieSamenvatting Economie Productie en productiefactoren
Samenvatting Economie Productie en productie Samenvatting door een scholier 1968 woorden 4 april 2006 6,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie TOETS hoofdstuk 1 + 2, 27/10/2005 1.1 Waarom
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model
Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide
Nadere informatie1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.
Samenvatting door een scholier 1547 woorden 16 april 2007 5,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie Module 2. Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren
Nadere informatie1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?
1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?. een daling van het aantal werklozen B. een toename van de emigratie uit het betreffende land. de
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieBetalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.
Samenvatting door A. 1304 woorden 7 februari 2017 7,6 23 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting vraag & aanbod Hoofdstuk 1 Concrete markt: vragers en aanbieders komen op bepaalde tijden
Nadere informatieInleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat.
Bestedingsevenwicht - 1 van 15 MACRO-ECONOMISCH BESTEDINGSEVENWICHT Welke factoren bepalen de grootte van het nationaal inkomen? Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en
Nadere informatie1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie
1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering
Nadere informatieUIT loonruimte en AIQ v1.1
Uitleg loonruimte en AIQ. 1. Wat is de AIQ? De AIQ is de arbeidsinkomensquote en geeft weer hoeveel procent van het Nationaal inkomen (totaal aan beloningen productiefactoren) uitgekeerd wordt aan arbeidsloon.
Nadere informatieEconomische effecten van een verlaging van de administratieve lasten
CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma I
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat mensen met een hoog
Nadere informatieSamenvatting Economie Boek 1
Samenvatting Economie Boek 1 Samenvatting door een scholier 987 woorden 31 maart 2004 6,1 89 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Samenvattingen Economie: Boek 1 Hoofdstuk 1: 1 t/m 12: Belang=
Nadere informatieHoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming?
Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming? 2.1. Wat je produceert moet je kunnen verkopen. Zie boek: p. 22 25 (+ nota s) Senseo en stadstweewieler van BMW 2.2./2.3./2.4. Vraag en aanbod 1. Voorbeeld
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieHOOFDSTUK 14: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieHet primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens
Nadere informatieSamenvatting Economie Module1, H2 en H3
Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting door een scholier 1851 woorden 28 maart 2006 2 2 keer beoordeeld Vak Economie Module 1, Hoofdstuk 2, Consumeren 1. Hoe consumenten in hun behoeften
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Inflatie
Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieSamenvatting Economie Rekonomie
Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook
Nadere informatieAantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen
Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Hoofdstuk 1 + 2 Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Bedoeld om de werkelijkheid te verklaren Bedoeld om voorspellingen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatie20.1 Wat is economische groei?!
20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieUIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting door H. 1617 woorden 18 november 2012 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hfd 17 Het Bruto Binnenlands Product (blz 24 & 25) 17.1 Een
Nadere informatieEindexamen vwo economie II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere
Nadere informatieEen keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker.
Samenvatting door een scholier 893 woorden 24 december 2003 6,4 43 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Vaardigheden H1 Consumeren Omgangstaal: Iets verbruiken, of soms iets gebruiken Economie: Het
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieGezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland
Hoofdstuk 2 Basisinzichten Opgave 1 NBP fk 990 S = 120 Gezinnen Bg = 50 C = 820 Overheid NBPov = 90 Indir. Bel. = 70 Cov = 50 Iov = 10 NBPb = 900 Bedrijven I = 110 X = 910 M = 930 Buitenland B NBPfk Bg
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Nadere informatie5,8. Samenvatting door een scholier 1415 woorden 17 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 1415 woorden 17 augustus 2006 5,8 28 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Consumeren->omgangstaal = gebruiken, verbruiken -> Economie = kopen aanschaffen van goederen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7 Samenvatting door een scholier 1504 woorden 12 april 2005 4,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 6.1 Het nationaal inkomen: bestaat uit de som van de
Nadere informatieWaarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.
www.jooplengkeek.nl Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen
Nadere informatieModellen. Hoofdstuk 3
Modellen Hoofdstuk 3 Keynes in model Vereenvoudigde weergave van de economische werkelijkheid met geaggregeerde grootheden. Economische modellen worden gebruikt voor voorspellingen en daarop wordt overheidsbeleid
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2008-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met
Nadere informatieLesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Nadere informatieSamenvatting Economie Algemeen overzicht
Samenvatting Economie Algemeen overzicht Samenvatting door een scholier 2515 woorden 25 februari 2007 5,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting algemene economie hoofdstuk 1 Welvaart is het beschikken
Nadere informatie