Gezondheid, voeding en sport. Kwaliteit van Leven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezondheid, voeding en sport. Kwaliteit van Leven"

Transcriptie

1 ADVIESRAPPORT Welke ontwikkelingen worden voorzien in de toekomst met betrekking tot de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de provincie Zuid-Holland? Instelling Faculteit Cursus Auteurs Hogeschoolhoofddocent Opdrachtgever Contactpersoon De Haagse Hogeschool Gezondheid, voeding en sport Kwaliteit van Leven Bente Brussee Melody ten Brummeler Lissa Hoek Sousan Houtak Michelle van der Aalst Reyna Harnam Monica van Brenkelen Matthijs van Wingerden Dr. M.F.R. Vondenhoff GGD Haaglanden Ghislaine Leichenring

2 Samenvatting De GGD heeft als wettelijke taak om samen met alle afdelingen en samenwerkingspartners de volksgezondheid te bewaken, beschermen en bevorderen. Daarbij wordt de publieke gezondheid beïnvloed door de maatschappelijke trends. Deze worden door middel van een onderzoek in kaart gebracht. Hiervoor is de onderstaande onderzoeksvraag geformuleerd: Welke ontwikkelingen worden voorzien in de toekomst met betrekking tot de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de provincie Zuid-Holland? De GGD geeft de kans aan studenten van hogescholen en universiteiten om met een innovatie de volksgezondheid te verbeteren. De GGD voorziet een complicatie bij laagopgeleide jongeren, op het gebied van seksueel overdraagbare aandoening in relatie tot seksueel gedrag. Het onderzoek biedt de mogelijkheid om een advies voor de GGD te formuleren en de volksgezondheid te verbeteren Binnen de publieke gezondheidszorg verdiept het onderzoek zich in de ontwikkelingen en preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Een aantal factoren zijn van cruciaal belang, zoals: het gebrek aan kennis en risicoschatting, cultuur en etniciteit. Vooral allochtone jongeren afkomstig uit de Nederlandse Antillen, Aruba, Latijns-Amerika en Oost-Europa en mannen die seks hebben met mannen (MSM) lopen extra risico. De doelgroep MSM is in mindere mate aanwezig in de leeftijd jaar bij het soa-centrum van de GGD, omdat deze groep zich vaak in een andere ontwikkelingsfase bevindt, namelijk de fase van coming-out en het ontdekken van homoseksualiteit. Er zijn veel preventiemaatregelen, echter niet specifiek voor de doelgroep van laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar. De meeste gebruikte preventiemaatregel is seksuele voorlichting door docenten. Op dit moment is er een stijging in het aantal positieve soa-testen. De wijze waarop de huidige preventie plaats vindt behoef aanvullende maatregelen. Een mobiele applicatie kan als hulpmiddel gebruikt worden om awareness te creëren onder jongeren met betrekking tot soa. 2

3 Inhoud 1. Inleiding Aanleiding Doelstelling Hoofdvraag Deelvragen Afbakening Onderzoeksmethode Literatuuronderzoek Praktijkonderzoek Analyse SWOT-analyse Resultaten Conclusie Innovatie Impressie Advies Financiële onderbouwing Actiepunten Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Referenties 28 3

4 1. Inleiding De GGD heeft als wettelijke taak om samen met alle afdelingen en samenwerkingspartners de volksgezondheid te bewaken, beschermen en bevorderen. Daarnaast zijn zij verplicht actief op de volgende terreinen: gezond en veilig opgroeien, gezonde en veilige (school)omgeving, gezonde leefstijl, lagere drempels voor de reguliere zorg, gezondheidsrisico s opsporen en bestrijden (Dute, 2008). De publieke gezondheid wordt beïnvloed door maatschappelijke veranderingen, waardoor de koepelorganisatie GGD GHOR de ambitie heeft om op innovatieve wijze in te spelen op toekomstige ontwikkelingen. In samenwerking met de Haagse Hogeschool wordt er onderzoek verricht om de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van publieke gezondheid voor de GGD in kaart te brengen. Voor dit doel is de onderzoeksvraag geformuleerd: Welke ontwikkelingen worden voorzien in de toekomst met betrekking tot de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de provincie Zuid-Holland? De onderzoeksvraag wordt in het adviesrapport stapsgewijs beantwoord. Voor de begrippen 'kwaliteit van leven' en 'gezondheid' zijn de definities van de World Health Organization (WHO) gebruikt. Met het begrip 'publieke gezondheid' worden de volksgezondheid, de gelijke kansen op gezondheid en de collectieve maatregelen bedoeld. De publieke gezondheidszorg vindt plaats in diverse sectoren en daarbuiten (Jambroers et al., 2013). Binnen de publieke gezondheidszorg verdiept het onderzoek zich in de ontwikkelingen en preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Ieder jaar wordt door het RIVM de landelijke cijfers van de centra seksuele gezondheid (CSG) en huisartsen in beeld gebracht en samengevoegd in het jaarrapport. In 2014 waren er consulten bij de CSG, dat is een stijging van zes procent ten opzichte van Bij 15,5 procent van de consulten is een soa geconstateerd, in 2013 was dit nog 14,7 procent (Oeffelen et al., 2015). 1.1 Aanleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen blijven voor de volksgezondheid en GGD een hardnekkig probleem. Het aantal mensen dat zich laat testen is gelijk gebleven. Echter is sinds jaren het aantal nieuwe soa-patiënten gestegen (RIVM, 2016). De GGD geeft de kans aan studenten van hogescholen en universiteiten om met een innovatie de volksgezondheid te verbeteren. De GGD voorziet een complicatie bij laagopgeleide jongeren, op het gebied seksueel overdraagbare aandoening in relatie tot seksueel gedrag. Het onderzoek biedt de mogelijkheid om een advies voor de GGD te formuleren en de volksgezondheid te verbeteren Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek bestaat uit twee onderdelen, namelijk een praktijkdoel en een onderzoeksdoel. Praktijkdoel Een bijdrage leveren voor het ontwikkelen van een innovatie voor de GGD met betrekking tot de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Onderzoeksdoel Het verkennen van de huidige situatie, huidige preventie en potentiële preventie in de toekomst met betrekking tot seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar Onderzoeksvraag Welke ontwikkelingen worden voorzien in de toekomst met betrekking tot de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de provincie Zuid-Holland? 1.4 Deelvragen Welke seksueel overdraagbare aandoeningen komen voor onder laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in provincie Zuid-Holland? Wat is de huidige en toekomstige prevalentie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in Nederland? Welke preventiemaatregelen worden er momenteel genomen voor en door jongeren tussen de 12 en 18 jaar? Wat zijn de huidige maatschappelijke trends met betrekking tot seksueel overdraagbare aandoeningen? Wat zijn de huidige gezondheid gerelateerde trends met betrekking tot seksueel overdraagbare aandoeningen? Beschikken laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar over de juiste kennis met betrekking tot (preventie van) seksueel overdraagbare aandoeningen? 4

5 Welke interventie biedt een potentieel met betrekking tot de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de provincie Zuid-Holland? 1.5 Afbakening Om de kwaliteit te waarborgen zijn bepaalde definities afgebakend: Kwaliteit van leven De perceptie van een individu op de levenspositie in context van de waarden en cultuur waarin zij leven en de relatie tot hun doelen, verwachtingen, standaarden en belangen (World Health Organization, 2012) Gezondheid Een volledig positieve toestand van fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en het ontbreken van een ziekte (Bohn Stafleu van Loghum, 2016). 2. Onderzoeksmethode Voor dit onderzoek wordt er op twee manieren data verzameld, middels een literatuuronderzoek en een praktijkonderzoek. De wijze waarop deze dataverzameling plaats vindt, wordt in de methode verder toegelicht. 2.1 Literatuuronderzoek Eerst zijn de volgende zoektermen vastgesteld en gecombineerd: seksueel overdraagbare aandoening (SOA), Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO), Rijksinstituut voor Gezondheid en Milieuhygiëne, Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD), Sense, sexual transmitted disease (STD), sexual transmitted infection, laagopgeleide, jongeren, gezondheid, cijfers, Centraal Bureau van Statistiek (CBS), preventie (prevention), aantallen (amount), prevalentie, incidentie. De zoektermen zijn ingevoerd in de volgende databases: Google Scholar, CBS, Pubmed, RIVM, CPB, simultaan zoeken en de bibliotheek van De Haagse Hogeschool Voor het vinden en selecteren van literatuur zijn inclusie en exclusie criteria gebruikt om de kwaliteit en transparantie van het onderzoek te waarborgen. Uit de zoekresultaten zijn full tekst artikelen gefilterd die voldoen aan de inclusie criteria. Van de eerst geselecteerde artikelen zijn artikelen verwijderd die exclusie criteria bevatten. Zie bijlage 1 voor de inclusie en exclusie criteria van literatuur. De artikelen zijn ingedeeld met behulp van de kwaliteitscriteria. Alleen artikelen met niveau A, B of C worden gebruikt in het onderzoek, deze niveaus waarborgen de kwaliteit van het onderzoek. Wanneer er op geen andere wijze antwoord gegeven kon worden op de onderzoeksvraag, werd niveau D en E gebruikt. Zie bijlage 2 voor de kwaliteitscriteria voor het filteren van literatuur. 2.2 Praktijkonderzoek De doelgroep van het praktijkonderzoek bestaat uit laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Volgens de GGD Haaglanden gaat een gering aantal laagopgeleide jongeren met een seksueel overdraagbare aandoening naar een soacentrum (J. Rodriquez van Boeien, persoonlijke communicatie, ). Daarnaast zijn jongeren van deze leeftijd beginnend seksueel actief, waardoor ze zich in het eerste stadium van preventie bevinden (Graaf et al., 2012). De jongeren hebben door middel van de enquête inzicht gegeven op de huidige situatie, huidige preventie en potentiële preventie voor de toekomst. Er is een samenwerking met de middelbare scholen van Zuid-Holland tot stand gebracht. Van middelbare scholen is gevraagd of zij willekeurig jongeren kunnen kiezen om een enquête voor een onderzoek van De Haagse Hogeschool in te vullen. De steekproef bestond uit 57 jongeren, per middelbare school zijn jongeren gekozen met een verschillend geslacht en leeftijd, waardoor de steekproef representatief is. Een respondent krijgt eenmalig de mogelijkheid om individueel in een rustige ruimte anoniem op de computer een gestructureerde enquête van de dienst: enquetesmaken.com in te vullen. Deze methode voorkomt sociaal wenselijke antwoorden. De enquête bevat zes gesloten vragen en de vraagstelling is aangepast op het kennisniveau van de jongeren. Daarnaast is de omvang van de steekproef vergroot door een online benadering van jongeren. Verder is er een kwalitatief onderzoek gedaan door middel van een semigestructureerd interview. Het interview is geregistreerd door middel van een audio opname en omgezet naar een transcript. Er is een deskundige geïnterviewd over de huidige soa preventie. De resultaten uit het kwalitatief onderzoek worden gebruikt voor het vormen van inclusie en exclusie criteria voor de innovatie. 5

6 2.3 Analyse De kwalitatieve data is met behulp van een protocolanalyse geanalyseerd. De protocolanalyse bestaat uit: het uitschrijven van gegevens, irrelevante informatie verwijderen, de tekst in fragmenten opsplitsen, labelen, ordenen, tekst fragmenteren en herschrijven. Alle relevante informatie wordt in het onderzoek benut door middel van referenties, waardoor de hoofdvraag en deelvragen beantwoord kunnen worden. De kwantitatieve data uit de enquêtes is verwerkt in een dataset, met behulp van het programma Microsoft Excel. De resultaten van de metingen zijn omgezet naar grafieken en staafdiagrammen. 2.4 SWOT-analyse Voor de sterkte-zwakteanalyse met betrekking tot de innovatie zijn zowel in een interne als een externe analyse gemaakt. 3. Resultaten Deelvraag 1: Welke seksueel overdraagbare aandoeningen komen voor onder laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in provincie Zuid-Holland? De meest voorkomende soa zijn: chlamydia, gonorroe, geïnfecteerde syfilis, hiv en hepatitis B infecties. Het aantal gevallen dat in 2015 in de provincie Zuid-Holland positief getest is op chlamydia of gonorroe, komt in de leeftijdscategorie jonger dan 14 jaar het meest voor bij meisjes (1,8%). In de categorie 15 tot 19 jaar is het de groep mannen die seks hebben met mannen (MSM) die het meest positief getest is (11,7%). Het aantal gevallen van geïnfecteerde syfilispatiënten is 0% onder meisjes jonger dan 14 jaar en bij heteroseksuele mannen van alle leeftijden. Gegevens over MSM zijn niet bekend voor deze categorie. In de categorie jaar komt het aantal gevallen het meest voor bij MSM (2,30%). Er zijn geen gevallen van hiv ontdekt in 2015 in de categorie jonger dan 14 jaar bij alle groepen. Enkel in de leeftijdscategorie jaar is een geval bekend bij MSM (0,1%). Het percentage hepatitis B-infecties is in de leeftijdscategorie jonger dan 14 jaar 0%. Tussen de 15 en 19 jaar komt hepatitis B een enkele keer voor bij meisjes (0,1%) (Oefelen et al., 2015). Het aantal mensen dat positief getest is op chlamydia in Zuid-Holland ligt tussen de 15 en 16%. Het aantal mensen die positief getest zijn op gonorroe in Zuid-Holland ligt tussen de 3,0 en 4,0%. Bij de geïnfecteerde syfilis is dit tussen de 0,75 en 1,0%. Voor HIV in de regio Zuid-Holland is er gekeken naar het aantal nieuwe diagnoses van HIV per inwoners. Er is een splitsing waarneembaar in de regio Zuid-Holland. In het bovenste deel van Zuid-Holland ligt het percentage tussen de 1,0 en 2,5%, in het middelste deel ligt het aantal nieuwe diagnoses tussen de 4,0 en 5,5%. In onderste deel liggen de percentages tussen de 7,0 en 14,0%. Het aantal incidenten van acute Hepatitis B per 100,000 inwoners is in de regio Zuid-Holland tussen de 0,60 en 0,80% (Oefelen et al., 2015). Deelvraag 2: Wat is de huidige en toekomstige prevalentie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in Nederland? Met deze deelvraag worden de prevalentiecijfers van verschillende soa in Nederland in kaart gebracht. Met behulp van deze prevalentiecijfers wordt de risicogroep geanalyseerd. Hiv komt in Nederland vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Tot en met december 2015 zijn er in Nederland in totaal patiënten met hiv geregistreerd. Van alle geïnfecteerde is 80% procent man en 20% procent vrouw. Bij beiden groepen komt deze infectie het meest voor in de leeftijdscategorie jaar. De meest belangrijkste risicogroep is de groep mannen die seks hebben met mannen (MSM). Deze groep vormt 58% van het totale aantal hiv-infecties. Positieve hiv testen worden voornamelijk gediagnosticeerd bij personen afkomstig uit landen als de Nederlandse Antillen (3.1%) en Latijns-Amerika (2.1%) (Oefelen et al., 2015). Chlamydia is een aandoening die bij 2 tot 3% van de Nederlandse jongeren voorkomt. Het gaat hierbij om de jongeren in de leeftijdscategorie jaar. In tegenstelling tot hiv komt chlamydia relatief vaker voor bij heteroseksuelen. Deze aandoening wordt in de Nederlandse Centra voor Seksuele Gezondheid (CGS s) vaker gediagnosticeerd bij allochtone groepen. Het zijn met name personen afkomstig uit landen als de Nederlandse Antillen, Aruba, Suriname en Sub-Sahara Afrika (Broek, 2012). Van de vrouwen die in Nederland zijn gediagnosticeerd met chlamydia, is 79% jonger dan 25 jaar en bij de mannen is dat 62%. De positieve testresultaten komen het meest voor in de leeftijdscategorie jaar bij zowel man als vrouw (Oefelen et al., 2015). 6

7 In het jaar 2015 zijn er nieuwe positieve gonorroe diagnoses vastgesteld. Dit is 4% van alle mensen die zich in dat jaar hebben laten testen. Een belangrijke risicogroep voor deze aandoening is de groep MSM. 68% van de mannen die in 2015 een positieve gonorroe diagnose hebben gekregen, waren mannen die seks hebben met mannen. Van alle MSM die zich in 2015 hebben laten testen, had 10,7% gonorroe. Bij de heteroseksuele mannen en vrouwen ligt het percentage wat lager. Van de heteroseksuele mannen heeft 1,9% een positieve gonorroetest en bij vrouwen is dat 1,6%. De meeste positieve gonorroetesten komen voor in de leeftijdscategorie van 20 tot 24 jaar. Bij heteroseksuele mannen en vrouwen afkomstig uit de Nederlandse Antillen en Aruba wordt de diagnose relatief vaak gesteld. Bij MSM wordt de diagnose het vaakst gesteld bij personen uit Oost- Europa (13,2%), Nederlandse Antillen en Aruba (13%) en Suriname (12,7%) (Broek, 2012). De incidentie van hepatitis B in Nederland is 0,6 per mensen. Het aantal positieve hepatitis B testen in Nederland is per 2014 afgenomen met 26%. Deze daling heeft alles te maken met de daling in besmetting door homoof biseksueel contact. Hepatitis B is in 2015 vaker vastgesteld bij mannen dan bij vrouwen. Bij mannen ging het om 81% en bij vrouwen om 24%. Wat betreft de prevalentie van deze aandoening bij specifieke entiteiten is er weinig bekend (Broek, 2012). In het jaar 2015 zijn er in Nederland 428 mensen positief getest op herpes genitales. Ruim 50% daarvan was man en bijna de helft (49%) van deze mannen behoren tot de groep MSM. Een belangrijke risicogroep is de groep MSM in de leeftijdscategorie jaar. Herpes komt relatief vaak voor bij enkele allochtone groepen: MSM met een Oost- Europees achtergrond (1,0%), Heteroseksuele mannen uit Suriname (0,7%) en Latijns Amerika (0,6%) en Vrouwen uit Turkije of Sub- Sahar Afrika (0,6%) (Broek, 2012). In het jaar 2015 zijn er 942 mensen gediagnosticeerd met syfilis. Een belangrijke risicogroep bij deze aandoening is de MSM groep. Van de 942 behoorde 96% tot de groep mannen die seks hebben met mannen. MSM met een Latijns Amerikaanse afkomst vormen de grootste risicogroep voor deze aandoening. Verdere prevalentiecijfers bij specifieke entiteiten zijn niet bekend (Broek, 2012). Deelvraag 3: Welke preventiemaatregelen worden er momenteel genomen voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar? Transmissie is de overbrenging van kracht, beweging of informatie. In dit geval gaat het om het overbrengen van informatie. Vaccinatie, veilig vrijen, condoomgebruik, PEP, PrEP, contact en bronopsporing, partnerwaarschuwing, netwerkwaarschuwing, screening, actief testen en behandeling zijn allemaal instrumenten die gebruikt worden voor preventie. Alle informatie wordt gebruikt voor de preventie van hiv en andere soa. Bij het inzetten op alle ingangen voor preventie gaat het om omgeving, wet- en regelgeving, bewustwording en educatie, signalering en advisering, ondersteuning en zorg gerelateerde preventie. Zie Tabel 5 in de bijlage staat welke preventiemiddelen gebruikt worden. Effectiviteit voor soa-preventie is aangetoond voor partnerwaarschuwing, seksuele voorlichting op scholen, kleine groepsactiviteiten, vaardighedentraining, individuele therapie over risico s door professionals, verstrekking van nauwkeurige basisinformatie met eenduidige boodschappen (Ellis, 2004). De steekproef uit het kwantitatief onderzoek bestaat uit laagopgeleide scholieren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar, wonend in Zuid-Holland. De resultaten zijn in tabellen en grafieken weergegeven in bijlage 8: vragenlijst voorlichting. De enquête is ingevuld door 57 jongeren, waarvan 26 mannen (45,6%) en 31 vrouwen (54,4%). Hiervan zijn vijf deelnemers 12 jaar (8,8%), elf deelnemers 13 jaar (19,3%), negen deelnemers 14 jaar (15,8%), zeven deelnemers 15 jaar (12,3%), zes deelnemers 16 jaar (10,5%), dertien deelnemers 17 jaar (22,8%) en zes deelnemers 18 jaar (10,5%). Alle jongeren krijgen les op het vmbo, deze zijn onderverdeeld in verschillende opleidingsniveaus. Het grootste deel (40,4%) van de jongeren volgt het vmbo theoretische leerweg, gevolgd door vmbo basis (24,6%), vmbo gemengde leerweg (17,5%) en vmbo kader (17,5%). Van de 57 jongeren heeft 59,6% informatie gehad van een docent op het gebied van veilig vrijen, gevolgd door boeken (49,1%) en het internet (47,4%). In mindere mate volgen vrienden (42,1%), ouders/familie en seksuele video s (beide 26,3%) en door middel van een spel/quiz (1,8%). De manier van voorlichting hebben vier deelnemers als zeer vervelend ervaren, gevolgd door tien jongeren die het als vervelend hebben ervaren. 22 deelnemers hebben het als neutraal ervaren, 16 deelnemers als prettig en 5 deelnemers als zeer prettig. In de leeftijdscategorie van jaar zijn er 25 deelnemers (tabel 6). De twee meest voorkomende manieren van voorlichting is bij deze groep door een docent (44%) en boeken (56%). Hierna volgen vrienden (40%), internet (32%) en ouders/familie (24%), seksuele video s (20%), spel/quiz (4%) Deze manier van voorlichting wordt door de meerderheid als neutraal ervaren (tabel 7). In de leeftijdscategorie van jaar zijn er 32 deelnemers (tabel 8). De twee meest voorkomende manieren van voorlichting is bij deze groep door een docent (71,9%) en internet (59,4%). Hierna volgen boeken (43,8%), vrienden (43,8%), seksuele video s (31,3%) en ouders/familie (28,1%). Dit wordt door de meerderheid als prettig ervaren (tabel 9). 7

8 Deelvraag 4: Wat zijn de huidige maatschappelijke trends met betrekking tot seksueel overdraagbare aandoeningen? In 2015 zijn bij de Centra Seksuele Gezondheid (CSG) in totaal soa-consulten uitgevoerd, een daling van 3,4% ten opzichte van De afname was het grootst bij heteroseksuele mannen (-13%), minder sterk bij vrouwen (-6%), terwijl het aantal consulten bij MSM bleef stijgen (+15%). Mensen afkomstig uit soa-hiv-endemische gebieden, MSM en jongeren tot 25 jaar hebben een verhoogd risico. Met name allochtone jongeren afkomstig uit de Nederlandse Antillen, Aruba, Latijns-Amerika en Oost-Europa lopen extra risico. Het percentage consulten waarbij één of meerdere soa werden vastgesteld, steeg van 15,5% in 2014, naar 17,2% in Een stijgende trend in het percentage positieve testen werd bij vrouwen en heteroseksuele mannen gezien, bij MSM was het percentage gevonden soa het hoogst. Ook jongeren en personen die voor de tweede keer in hetzelfde jaar op consult komen, hebben vaker een soa. Het percentage van jongeren met een positieve test was 22,1% in de leeftijd van 15 tot 19 jaar tegenover 17,1% in de leeftijd van jaar. Het opleidingsniveau van jongeren spelen een rol, met name op een jongere leeftijd. In totaal is 21,1% van de laagopgeleide jongeren positief getest tegenover 15,5 procent bij hoogopgeleide jongeren (Oefelen et al., 2015). Deelvraag 5: Wat zijn de huidige gezondheid gerelateerde trends met betrekking tot seksueel overdraagbare aandoeningen? Gedurende de jaren is er sprake van veranderingen op het gebied van seksualiteit en met name soa. Seksueel overdraagbare aandoeningen is een onderwerp waar op het moment veel onderzoek naar wordt gedaan. Deze onderzoeken zijn met name gericht op preventie en/-of medische behandeling. De verkrijgbaarheid van PrEP neemt toe, dit is een goedgekeurd medicijn dat de symptomen van hiv helpt te bestrijden. De verkrijgbaarheid van PrEP heeft zowel positieve als negatieve effecten. De verkrijgbaarheid van het medicijn maakt het mogelijk voor geïnfecteerde personen om de gevolgen van hiv te beperken. Op het gebied van preventie van hiv kan PrEP worden ingezet om infectie te voorkomen, dit geldt echter alleen voor hiv en niet voor andere seksuele overdraagbare aandoeningen (Boot et al., 2013). De American Sexually Transmitted Diseases Association publiceerde een onderzoek gericht op het seksueel gedrag bij cliënten tijdens een PrEP behandeling. Tijdens het onderzoek was er geen toename van risicovol seksueel gedrag waarneembaar. Door het onder de aandacht brengen van veilige seks was er sprake van een afname van het aantal partners en onveilige seks (Guest, 2008). In onze huidige maatschappij neemt het aantal man met man verhoudingen (MSM) toe. Er zijn steeds meer gevallen van mannen met een soa. Uit onderzoek blijkt dat de prioriteit ligt bij het diagnosticeren van mannen met hiv. Een gevaar van de MSM-groep is dat een groot gedeelte niet op de hoogte is van zijn positieve hiv-status en dit kan een gevaar vormen bij de verspreiding (SOA Aids Nederland, 2013). De nieuwe NHG standaard heeft een grote bijdrage geleverd om seksuele problemen bespreekbaar te maken binnen huisartsenpraktijken. Seksualiteit is vaak een gevoelig onderwerp, echter is seksuele gezondheid van groot belang om publieke gezondheid te optimaliseren. De rol van praktijkverpleegkundige bestaat uit een signalerende functie en het verstrekken van informatie met betrekking tot het ziektebeeld. Het meer bespreekbaar maken van seksuele problemen leidt tot een mogelijke doorverwijzing naar een huisarts of een seksuoloog. Het implementeren van een hulpmiddel die seksuele problemen ter sprake brengt heeft een positief effect en wordt vaak als prettig ervaren door de cliënt (Ineke, 2016). Bij de behandeling van soa door middel van antibiotica kan er sprake zijn van het optreden van resistentie. Resistentie heeft als gevolg dat de werking van het antibioticum teniet wordt gedaan. Uit een onderzoek bij cliënten met gonorroe bleek dat het voorschrijven van antibiotica geregeld voorkwam, desondanks dat de resistentie tegen dit antibioticum steeds verder toenam (Koedijk, 2009). 8

9 Deelvraag 6: Beschikken laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar over de juiste kennis met betrekking tot (preventie van) seksueel overdraagbare aandoeningen? Onder de laagopgeleide jongeren vallen schoolgaande jongeren die vmbo of mbo volgen of buitenschoolse jongeren die maximaal vwo hebben afgerond (Graaf et al. 2012). Uit resultaten van het onderzoek Seks onder je 25 e kwam naar voren dat laagopgeleide jongeren vroeger seksueel actief zijn, meer seksueel risicogedrag vertonen en minder kennis hebben over soa, anticonceptie en voortplanting (Wolfers et al.., 2008). Laagopgeleide jongeren zijn eerder en vaker seksueel actief dan hoogopgeleide jongeren. Hoogopgeleide jongeren hebben, ondanks hun mindere ervaring met seks, meer kennis (Graaf et al., 2012). Wanneer jongeren voor het eerst seks hebben, gebruikt bijna driekwart van de jongens en meisjes een condoom. Ruim een derde van deze jongeren onder de 13 jaar gebruikte geen condoom of andere vorm van anticonceptie, voor de eerste keer. Laagopgeleide jongeren geven vaker aan zowel condooms als de pil te gebruiken bij de eerste keer (Graaf et al., 2012). Meisjes geven als voornaamste reden van condoomgebruik aan dat ze deze gebruiken vanwege de beschermende functie tegen hiv en soa. Voor jongens is de voornaamste reden om een condoom te gebruiken het voorkomen van zwangerschap (81%). Daarnaast is de tweede opeenvolgende reden het beschermen tegen soa (63%) (Graaf et al., 2012). Uit onderzoek blijkt dat 37% van de jongens en 29% van de meisjes denkt dat het krijgen van een soa te maken heeft met persoonlijke hygiëne of niet weet hoe ze een soa kunnen krijgen. Daarnaast weet 40% van de jongeren niet dat een meisje in verwachting kan raken, wanneer er coïtus interruptus wordt toegepast. Meisjes zijn over het algemeen beter op de hoogte van seksfabels dan jongens, bijvoorbeeld dat een meisje niet altijd hoeft te bloeden bij de eerste keer gemeenschap (Graaf et al., 2012). Opleidingsniveau, leeftijd, religie, etnische achtergrond en seksuele ervaringen spelen allemaal een rol in welke mate er kennis is bij jongeren. Wanneer zij verouderen, neemt de kennis over seksualiteit toe: autochtone Nederlandse jongens en meisjes en Surinaamse meisjes hebben veel kennis, terwijl Turkse jongens en meisjes en Marokkaanse meisjes daarentegen relatief weinig ten aanzien van seksualiteit hebben (Bronsveld, 2013). Uit recent onderzoek blijkt dat jongeren de aangewezen doelgroep zijn om te starten met seksuele voorlichting. Bij 50% van de jongeren (25 jaar en jonger) komen nieuwe infecties voor. Alle gerapporteerde gevallen wijzen uit dat dit gedurende het tweede decennium (10-19 jaar) van iemands leven is (Bronsveld, 2013). Deelvraag 7: Welke interventie biedt een potentieel met betrekking tot de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de provincie Zuid-Holland? Het resultaat van het kwantitatief onderzoek wordt weergegeven in bijlage 8: vragenlijst voorlichting. In het vervolg willen de jongeren het liefst via een docent voorlichting krijgen (49,1%), gevolgd door een mobiele app (40,4%). Dicht bij elkaar liggen de overige opties: internet (31,6%), spel/quiz (29,8%), ouders/familie (22,8%), seksuele video s en boeken (beide 19,3%) en vrienden (14%). Als opmerking werd er aangegeven dat de seksuele voorlichting in het eerste middelbare schooljaar plaats zou moeten vinden. Hoofdvraag: Welke ontwikkeling wordt voorzien in de toekomst met betrekking tot de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen bij laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de provincie Zuid-Holland? Uit het literatuur onderzoek blijkt dat er regelmatig preventie programma s worden verstrekt aan scholen zodat er meer aandacht komt voor veilige seks, maar ook voor seksualiteit in het algemeen. Door de jaren heen wordt een stijging waargenomen in het aantal positieve soa testen. Dat wil zeggen dat er meer mensen last hebben van een soa ten opzichte van voorgaande jaren. Dit geeft een indicatie voor de mogelijkheid tot aanvullende maatregelen voor het huidige beleid. Uit het kwantitatieve onderzoek blijkt dat de voorlichtingsvorm tot op heden prettig wordt ervaren. De oplossing is een innovatief hulpmiddel dat het preventiebeleid ondersteunt en daarmee de effectiviteit verhoogt. Het kwalitatieve onderzoek geeft aan dat er nog steeds een duidelijk taboe heerst rondom seksualiteit en in het specifiek op het gebied van soa. De manier waarop voorlichting nu plaatsvindt, wordt als prettig ervaren en kan ingezet worden om seksualiteit bespreekbaar te maken. Buiten deze voorlichtingen spelen taboes een grote rol. 9

10 Voor de toekomst zal het huidige preventie beleid niet in staat zijn de taboes te doorbreken, maar de effectiviteit van de preventie programma`s kan op het individuele vlak wel veel impact hebben. Een manier om taboes te doorbreken is nog niet van toepassing maar kan in de toekomst een grote rol spelen ter verbetering van de kennis rondom seksuele gezondheid. De kennis rondom seksuele gezondheid wordt nu door middel van voorlichting verkregen, maar om het effect van de voorlichting te vergroten, kan een mobiele app worden ingezet. De mobiele app is een innovatie die door zowel literatuur onderzoek als kwalitatief onderzoek hoog wordt ingeschaald. De verkrijgbaarheid van PrEP kan naar verwachting het aantal hiv besmettingen tegengaan, maar veroorzaakt mogelijk een stijging van het aantal gevallen met onveilige seks. Het gevolg hiervan is dat het aantal soa in het algemeen kan toenemen. Voor de toekomst is het van essentieel belang dat de algemene kennis over soa en de omgang met een soa worden verhoogd. 4. Conclusie Uit literatuuronderzoek blijkt dat een aantal factoren van cruciaal belang zijn, zoals het gebrek aan kennis en risicoschatting, cultuur en etniciteit. Vooral allochtone jongeren afkomstig uit de Nederlandse Antillen, Aruba, Latijns- Amerika en Oost-Europa en MSM lopen extra risico. Daarnaast is er sprake van een aantal gezondheidstrends: er wordt er meer onderzoek gedaan naar soa vooral gericht op preventie en/of medische behandeling, de verkrijgbaarheid van PrEP neemt toe, MSM neemt toe, de gevallen van mannen met een soa neemt toe, de verkrijgbaarheid van PrEP veroorzaakt mogelijk een stijging op het gebied van onveilige seks, behandeling van soa d.m.v. antibiotica resistentie veroorzaken en de nieuwe NHG standaard heeft een grote bijdrage geleverd om seksuele problemen bespreekbaar te maken binnen huisartspraktijken. De doelgroep MSM is in mindere mate aanwezig in de leeftijd jaar bij het soa-centrum van de GGD, omdat deze groep zich vaak in een andere ontwikkelingsfase bevindt, namelijk de fase van coming-out en het ontdekken van homoseksualiteit. Er zijn veel preventiemaatregelen voor soa, echter niet specifiek voor de doelgroep van laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Laagopgeleide jongeren zijn vaker seksueel actief dan hoogopgeleide jongeren maar hebben daarentegen minder kennis hebben dan hoogopgeleide jongeren. Jongeren zijn de aangewezen doelgroep zijn om te starten met seksuele voorlichting. In de leeftijdscategorie 15 tot en met 18 jaar, is het meest voorgelicht door middel van een docent en internet, dit wordt door de meerderheid als prettig ervaren. De meeste gebruikte preventiemaatregel is bij beide groepen door docenten. Literatuuronderzoek bevestigd dat middelbare scholen effectief preventief onderwijs geven op het gebied van veilig vrijen. Daarnaast wijst het kwantitatief onderzoek uit dat jongeren dit als prettig ervaren. Echter is er een stijging in het aantal positieve soa-testen. De wijze waarop de huidige preventie plaatsvindt behoeft aanvullende maatregelen. Uit het kwalitatief onderzoek met een deskundige blijk dat een aantal onderwerpen herhalend terug komen met betrekking tot soa. Als er over seks wordt gesproken is er vooral spraken van terugkerende termen zoals verantwoordelijkheid, taboe en voorlichting. De expert geeft aan dat er een grote taboesfeer aanwezig is rondom seks, dit geldt voor iedere leeftijd. Er kan geen duidelijke leeftijd bepaald worden met betrekking tot het starten met seksuele voorlichting. Daarnaast is het van belang dat er altijd benadrukt wordt dat een soa geen doodzonde is en dat het iedereen kan overkomen. Openheid op het gebied van (veilige) seks kan er voor zorgen dat het taboe doorbroken wordt. Daarnaast is er een trend zichtbaar die de veiligheid rondom seks bedreigt en dat is de nog steeds toenemende macht van het internet. Er wordt van alles verspreid wat tegen je gebruikt kan worden, wat de seksuele omgeving niet veilig maakt. De expert stimuleert het gebruik van een app om bewustzijn te creëren onder jongeren met betrekking tot soa, maar ziet dit als een hulpmiddel en niet als een doel. Het volledig voorkomen van soa is namelijk niet mogelijk, je bent nooit voor 100% beschermd, ondanks gebruik van condooms. Toch moet het gebruik van condooms genormaliseerd worden, in vergelijking met het gebruik van autogordels. In de enquête is de volgende vraag gesteld: Hoe zou jij in het vervolg voorlichting willen?. Hieruit kwam naar voren dat jongeren de voorlichting door middel van een docent willen behouden. Wellicht is er ruimte voor digitalisering met behulp van een mobiele applicatie. De mobiele applicatie wordt als alternatief preventiemaatregel ervaren door jongeren. Op dit moment bestaat er nog geen mobiele applicatie met betrekking tot soa. 10

11 5. Innovatie In dit hoofdstuk wordt de inrichting van de innovatie toegelicht, daarnaast wordt er beschreven op welke wijze promotie en evaluatie het best plaats kunnen vinden. Inrichting Er is gekozen voor een innovatie die betrekking heeft op het verhogen van de risicoperceptie van laagopgeleide jongeren met betrekking tot soa. Van de gehele seksuele voorlichting is soa slechts een onderdeel, daarom wordt het voorafgaand traject van soa ook door lopen. Het voorkomen van soa bij jongeren kan namelijk alleen plaatsvinden wanneer er voldoende kennis is over seks en de bijbehorende problematiek. Verantwoordelijkheid (durven) nemen, grenzen stellen en over seksuele gezondheid praten zijn hierbij essentieel. Er is gekozen voor een tweedeling in de innovatie. Omdat er uit het literatuuronderzoek naar voren komt dat de risicoperceptie van laagopgeleide jongeren tussen 12 en 18 jaar laag is, wordt er onderscheid gemaakt tussen personen die niet seksueel actief zijn en mensen die wel seksueel actief zijn. Er zijn twee platforms. Wanneer een persoon (nog) niet seksueel actief is, voert diegene nee in bij het inlogscherm. Wanneer iemand wel seksueel actief is, voert hij of zij ja in. In de nee -omgeving zal er een spel te vinden zijn: No or Go. Dit is een interactieve omgeving waarin geoefend wordt met het aangeven van grenzen en het herkennen van situaties. Er is voor dit spel gekozen, zodat jongeren leren omgaan met situaties waarin er assertiviteit en verantwoordelijkheid wordt verwacht. Daarnaast zal er een sekswoordenboek gevonden worden, informatie over de GGD en de contactgegevens van de GGD. Een sekswoordenboek is handig als er termen gangbaar zijn bij de jeugd en deze verklaard moeten worden. De gegevens van de GGD zijn van belang als er hulp nodig mocht zijn vanuit de persoon. In de ja -omgeving is er een ander spel in gebruik, namelijk Can you fix it?. Dit spel is een bestaand spel van Sense en geeft op een interactieve manier weer welke situaties er kunnen voorkomen bij jongeren die meer ervaring hebben met seksuele gebeurtenissen. Dit hoeft niet meteen de daad zelf te zijn, maar ook het gesprek erom heen en het aangeven van grenzen. Omdat deze content wat grafischer is dan de content in No or Go is ervoor gekozen om dit spel te implementeren in de doelgroep die al wel seksueel actief is. Naast Can you fix it worden er ook een sekswoordenboek, informatie over de GGD en contactgegevens van de GGD in kaart gebracht. Dit zal dezelfde informatie bevatten als op het nee -platform. Het is mogelijk de app verder uit te breiden met bijvoorbeeld een functie voor anonieme partnerwaarschuwing, een online chat mogelijkheid met een soa-verpleegkundige of een samenwerking met bijvoorbeeld een condoomleverancier. Het platform moet dienen als basis, waarop een eigen invulling mogelijk zal zijn. Evaluatie Door middel van het verzamelen van informatie over de algemene indruk van de app, kan er geëvalueerd worden over de effectiviteit van de app. Door de informatie te rangschikken kan er een database worden gevormd. Het selecteren van de informatie binnen de database geeft een beeld over het functioneren van de app. Het aantal downloads geeft een weergave van het algemene gebruik van de app. Het aantal gebruikers van de app is relevant voor de evaluatie, des te groter de evaluatie des de hoger de betrouwbaarheid. Na een periode van 1-2 maanden worden er evaluaties ingevuld door de gebruikers van de app waardoor knelpunten aan het licht gebracht worden. De knelpunten die zijn gevonden kunnen worden gebruikt om de app te verbeteren. Het is een goed idee om een terugkerende evaluatie toe te passen, om ervoor te zorgen dat de app up-to-date is. Het huidige probleem van interventie maatregelen is dat er geen / niet genoeg evaluatie plaatsvindt waardoor de interventie mislukt of te weinig effect heeft. Promotie De app kan tijdens de les gebruikt worden, als aanvulling voor de biologieles. Hierdoor kan de doelgroep sneller en effectiever bereikt worden. Zo is er ook een controle op het gebruik van de app. De app kan tijdens de biologielessen goed toegepast worden, omdat tijdens de lessen al aandacht wordt besteed aan seksuele voorplanting. De app kan als een aanvullend leermiddel gebruikt worden, hierdoor komen de jongeren direct met de app in aanraking. Het aantal downloads van de app zal sneller toenemen als deze als ondersteuning wordt ingezet bij de biologielessen. De app is interactief, kleurrijk en speels wat de aandacht trekt van de doelgroep. Door de evaluatie blijft de app up- to -date. 11

12 Interne analyse Sterktes - Verschillende expertises en disciplines binnen het team - Uitgebreid literatuuronderzoek - Kwantitatief onderzoek bij de doelgroep voor inzicht met betrekking tot de innovatie - Kwalitatief onderzoek bij twee professionals ter ondersteuning Zwaktes - Gebrek aan expertise binnen het team op het gebied van de innovatie - De doelgroep is niet effectief te bereiken - Geen expertise binnen het team op het gebied van soa preventie Externe analyse Kansen - Er is geen applicatie op het gebied van soa preventie - Geen effectieve interventie voor preventie van soa bij laagopgeleide jongeren - Het aantal positieve testen tijdens soa-consulten nemen toe Bedreigingen - De overheid geeft minder subsidie voor het uitvoeren van soa-consulten (van den Bosch, 2015) - Media is niet doeltreffend genoeg, jongeren worden overspoeld met informatie (Steenkiste et al., 2004) - Thuistesten zonder deskundige begeleiding (Broek et al., 2016) 6. Impressie 12

13 7. Advies Het advies voor de GGD is om de SOA NO app te implementeren op middelbare scholen voor laagopgeleide jongeren tussen de 12 en 18 jaar. De app kan geïmplementeerd worden in de les verzorging en/of biologie met betrekking tot het onderwerp seksuele voorlichting, veilig vrijen en voortplanting. 8. Financiële onderbouwing Voor de financiële onderbouwing is het advies van de onderneming: Fish-on-Fire ingewonnen. Elke op maat ontwikkelde applicatie wordt gebaseerd op een platform, zoals de besturingssystemen van Samsung en Apple. De platforms ios en Android worden vaak benut. De kosten van de complexiteit van de e-learning applicatie kunnen de kosten beïnvloeden. De applicatie: SOA NO moet op de twee meest voorkomende besturingssystemen gaan draaien om het aanbod voor jongeren zo groot mogelijk te maken. De prijs hiervan start vanaf ,-. De benodigde tijd om een applicatie te ontwikkelen hangt weer sterk af van de complexiteit, daarom kan er een schatting gemaakt worden van 2 tot 6 maanden (R. Genet, persoonlijke communicatie, ) 9. Actiepunten Met betrekking tot het advies zijn er een aantal actiepunten voor de GGD geformuleerd: - Het verspreiden van het promotie videomateriaal onder de laagopgeleide jongeren middels sociale netwerken, zoals Facebook, YouTube en Instagram. - Promoten van de applicatie onder de docenten van middelbare scholen middels het promotie videomateriaal en flyers en hand-outs. - Promoten van de applicatie onder de GGD- medewerkers middels het promotie videomateriaal en flyers en hand-outs. - Een cursus aanbieden voor docenten om met app om te gaan - Implementatie op middelbare scholen plaats laten vinden - Promoten van de applicatie onder de laagopgeleide jongeren - Introductie applicatie onder de laagopgeleide jongeren - Applicatie up to date houden (iedere 2/3 maanden) 13

14 10. Bijlage 10.1 Bijlage 1 Inclusie criteria Exclusie criteria Publicatie datum tot en met 15 jaar Publicatie datum ouder dan 15 jaar Engels en-/of Nederlands geschreven artikelen Artikelen in een andere taal Level of evidence A t/m C (zie bijlage 2) Level of evidence D of E (zie bijlage 2) Onderzoeken naar: Onderzoeken naar: - seksuele voorlichting op het lager - Seksueel overdraagbare aandoeningen bij beroepsonderwijs homoseksuelen boven de 25 jaar - soa preventie, seksueel gedrag en overtuigingen - Seksueel overdraagbare aandoeningen en preventie bij van etnische groepen migranten - onderzoeken naar humaan immunodeficiëntie virus Tabel 1: Inclusie en exclusie criteria van literatuur 10.2 Bijlage 2 Niveau Studie A1 Systematische reviews, meta-analyses A2 Gerandomiseerd, placebo gecontroleerd, dubbel blind, klinisch vergelijkende studie van goede kwaliteit en voldoende grootte B Andere klinisch vergelijkende studies van middelmatige kwaliteit of onvoldoende grootte C Niet vergelijkende studie D Opinie van experts E Andere artikelen Tabel 2: Kwaliteitscriteria voor het filteren van literatuur 10.4 Bijlage 3 Inclusie criteria Jongeren van 12 t/m 18 jaar Studeert op het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Alle seksuele voorkeuren Met een woonadres in Zuid-Holland Tabel 3: Inclusie en exclusie criteria van respondenten Exclusie criteria Jongeren jonger dan 12 of ouder dan 18 jaar Studeert een ander soort onderwijs zoals: basisschool, middelbaar beroepsonderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs, voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger beroepsonderwijs of ander genoten opleidingen Jongeren die niet mee willen werken aan de enquête Met een woonadres gevestigd in andere provincies van Nederland 10.4 Bijlage 4 Niveau Studie A1 Broek, I.V.F. van den, Bergen, J.E.A.M. van, Brouwers, E. E.H.G., Fennema, J. S.A, Gotz, H. M., Hoebe, C. J.P.A, Koekenbier, R.H. Kretzschmar, M., Over, E.A.B., Schmid, B.V., Pars, L.L. Ravesteijn, S.M. van, Sande, M.A.B. van der, Wit, G.A. de, Low, N., Op de Coul, E.L.M (2012) Effectiveness of yearly, register based screening for chlamydia in the Netherlands: controlled trial with randomised stepped wedge implementation. D Boot, J., Rump, B.O., Boucher, C.A.B., Op de Coul, E.L.M., Agtmael, M.A. van, Vijver, D.A.M.C. van de, Buger, D.M., Fanoy, E.B. (2013) Pre-expositieprofylaxe van seksuele hiv-transmissie. Geraadpleegd op 5 december 2016, van A1 Bronsveld, L. (2013) Voor je het weet, heeft een soa je beet. (proef-schrift) Universiteit van amsterdam, Amsterdam. B Ellis, S., Grey, A., (2004) Prevention of sexually transmitted infections (STIs): a review of reviews into the effectiveness of non-clinical interventions. Evidence briefing. Londen: NHS/HAD,

15 B Graaf, H. de, Meijer, S., Acker, J., Kruijer, H. (2012) Seks onder je 25e: Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno Delft: Eburon. A2 Guest, G., Shattuck, D., Johnson, L., Akumatey, B. Clarke, E.E.K., Chen, P. MacQueen, K.M. (2008). Changes in Sexual Risk Behavior Among Participants in a PrEP HIV Prevention Trial. Sexually Transmitted Diseases 35(12), D Ineke, M. (2016). Seksuele problemen nadrukkelijker een taak binnen de huisartsenpraktijk. Geraadpleegd op 5 december 2016, van B Koedijk, F., Broek, I. van den, Dijk, C. van, Bergen, J. van (2009) Prescriptie bij gonorroe (nog) niet in lijn met sterk toegenomen gonokokkenresistentie. Huisarts & Wetenschap 53(1) 5-5. Geraadpleegd op 5 december 2016, van A1 Nederlandse Vereniging Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (2012) Geschiktheid van CDT analysemethoden ten behoeve van onderzoek naar chronisch overmatig alcohol gebruik. Geraadpleegd op 5 december 2016, van Richtlijn-CDT.pdf C Oeffelen, A.A.M, Aar, F. van, van den Broek, I.V.F., Op de Coul, E.L.M., Woestenberg, P.J., Heijne, J.C.M., Daas, C. den, Hofstraat, S.H.I., Sighem, A.I. van, Nielen, M.M.J., Benthem, B.H.B (2015). Sexually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in ISBN A1 Soa Aids Nederland (2013). Onder controle: Strategie voor de aanpak van soa en hiv onder MSM in Nederland. Geraadpleegd op 5 december 2016, van B Wolfers, M., Richardus, J.H.,, Zwart de, O. (2008) ROsafe: SOA preventie op het ROC. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen 86(6), Tabel 4: Level of Evidence Literatuuronderzoek 10.5 Bijlage 5 Tabel 5: Preventiemiddelen 15

16 10.6 Bijlage 6 Enquête voorlichting Link: 1. Geslacht - Jongen - Meisje 2. Leeftijd jaar en ouder Wat is jouw opleidingsniveau? - Vmbo basis - Vmbo gemengde leerweg - Vmbo kader - Vmbo tl - Havo/vwo 3. Op welke manier heb je informatie gehad over veilig vrijen? (meerder antwoorden mogelijk) - Via een docent - Ouders/familie - Vrienden - Boeken - Internet - Seksuele video s - Spel/Quiz - Anders, namelijk 4. Hoe vond je deze manier van voorlichting? Met wat je hebt aangekruist op de vraag hierboven. Geef aan op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 vervelend is en 10 prettig. Vervelend Prettig 5. Hoe zou jij in het vervolg voorlichting willen? - via een docent - Ouders/vrienden/familie - Boeken - Internet - Seksuele video s - Spel/Quiz - Applicatie - Anders, namelijk 10.7 Bijlage 7 16

17 Transcript: kwalitatief onderzoek Monica: Leuk dat we met u kunnen afspreken! We willen graag een expert op het gebied van soa aan het woord laten, want wij zijn geen experts op dat gebied en we lopen toch tegen bepaalde dingetjes aan waar we wat meer over willen weten. We hebben wel heel veel gehad aan het onderzoek wat al gedaan is door de GGD, namelijk seks onder je 25e. We hebben daar heel veel uit kunnen halen, dat was wel heel prettig. Juanita: Dat loopt nu ook weer. Mo: Dat loopt nu ook weer, precies. En om even in kaart te brengen: wij willen onze doelgroep richten op laagopgeleide jongeren tussen 12 en 18 jaar, omdat wij dat nagevraagd hebben. Ju: Dat is een grote groep. Mo: Dat klopt, en deze doelgroep zien jullie wel? Of niet? Ju: Nou ja, tussen de 12 en 15 jaar zien wij hier niet veel. Wel meer op het JIP, het Jongeren Informatie Punt. Twaalf is wel erg jong natuurlijk, maar het zou wel kunnen. Mo: Omdat wij ook terug zagen komen in het onderzoek dat jongeren onder de dertien jaar, ongeveer 50% niet aan voorbehoedsmiddelen doet. Ju: Het is zeker wel een risicogroep, maar die zien wij hier inderdaad niet veel. Mo: Nee precies. En waarom denkt u dat dat komt, dat het gewoon niet voorkomt? Of dat mensen niet weten dat ze hier terecht kunnen mochten ze problemen hebben? Ju: Dat is op zich natuurlijk een hele interessante vraag, waarom ze hier niet komen. Nou ik denk dat, dat weet ik natuurlijk niet precies, dat zou je moeten onderzoeken. Wat ik me kan voorstellen is dat zeker als je naar hele jonge mensen kijkt, dat misschien ze nog niet zo goed de risico s inschatten. En daar ook nog wel moeite mee hebben om daar verantwoordelijkheid voor te nemen. Ik kan me ook voorstellen dat dat een beetje struisvogeltechniek is, maar misschien ook wel dat het lastig is, omdat ze dan toch bang zijn dat ouders er dan achter komen. Misschien ook wel de angst, stel je voor dat ik wat heb. Dat dat dan misschien wat over jezelf zou zeggen. Mo: Zeker zo jong ook. Ju: Zeker zo jong. Ten eerste is het als je 12 a 13 jaar bent, is het al moeilijk om met anderen over seks te praten, dus dan moet je naar binnen gaan en zeggen: ik heb seks. Nou dat is denk al heel lastig, dat is al lastig voor een volwassene. Ik denk dat de sociale controle op die leeftijd al heel hoog is, dus ook de angst dat een ander dat ziet. Want dat is natuurlijk wel het nadeel van zo n centrum, dat als je hier binnen komt, dan weet iedereen waarom je hier binnenkomt. Dat is natuurlijk bij een jongereninformatiepunt veel anoniemer. Want dan ga je naar JIP. Dus daar kan ik me wel van alles bij verzinnen, maar omdat het een moeilijke groep is om daar echt in contact mee te komen, misschien moet je die dan opzoeken. Mo: Ja precies, dat is heel lastig. We hebben het wel geprobeerd, maar eigenlijk kwamen we er heel snel achter dat we daar te korte tijd voor hebben, om daar een onderzoek naar uit te voeren. We hebben daar gewoon de tijd niet voor gekregen, we hebben 3 weken om het onderzoek op te zetten en te doen. Dus dat is de laatste week nu. Ju: Er zijn natuurlijk wel onderzoeken gedaan, maar de leeftijd is altijd hoger dan. Ik denk ook dat je met ouders te maken hebt op die leeftijd. Er zijn natuurlijk nog steeds ouders die denken dat als je het hebt over seks, ze ook seks gaan hebben, en dat is misschien ook lastig. Mo: We zijn het aan het onderzoeken nu, inderdaad. Ik had al een aantal vragen ingestuurd inderdaad en u zei al van, we zien homoseksuelen wel heel regelmatig terug, ongeacht de leeftijd? Ju: Juist, dat zul je ook zien bij Seks onder je 25e, is de coming out. Die is vanaf een bepaalde leeftijd en je ziet daarmee ook de seksuele activiteit pas komen. Dus opzich zijn MSM (mannen die seks hebben met mannen), daar heb je niet zoveel kijk of van zo jong, want vaak zij die zelf nog met hun identiteit bezig. Dus daar is de focus ook nog niet zo heel 17

18 erg op. Daar is meer op die leeftijd de focus op, niet zozeer op soa, alswel op uitkomen, ontdekken, onzekerheden, hoe doe je dat, dat speelt daar veel meer. Mo: Maar het is toch natuurlijk wel belangrijk dat, als ze dan voorgelicht worden, meekrijgen dat de seks veilig gaat. Ju: Ja, dat moet zeker gebeuren en dat baart wel zorgen, dat als jonge MSM hier komen, dat er soms ook mensen zijn die echt heel weinig weten. Melody: Wat ik me dan afvroeg, zo n voorlichting ziet er vaak best wel globaal uit, mijn vraag is meer, weten jongeren eigenlijk wat precies een soa is? Want soa klinkt niet zo erg, maar gebruiken jullie bij voorlichtingen ook echt plaatjes ofzo? Ju: Ja daar is wel onderzoek naar gedaan, en dat zie je bijvoorbeeld ook met sigaretten, of dat zin heeft. En dan blijkt dat toch niet zo veel zin te hebben. Als mensen eenmaal roken, dan roken ze, of daar nou vreselijke plaatjes bij zitten of niet. Het enige wat je wel kan doen, is voordat ze gaan roken die plaatjes laten zien, dan wil het nog wel effect hebben. Wat je nou eigenlijk wil is dat het taboe rondom soa nou eenmaal afneemt, en de vraag is natuurlijk, bijvoorbeeld van een druiper daar allemaal smerige plaatjes van laat zien, of je dan het taboe eraf haalt of het juist erger maakt. En je mensen zo een extra drempel geeft om zich te laten testen. Opzich denk ik wel dat je iets anders heel goed benoemt, want je zegt: moet je niet meer vertellen over soa, maar misschien moeten we het meer gaan hebben over seks. En niet dat technische. Want ik kan me voorstellen dat het je zo niet raakt. Jullie zijn nog jong, sprak het jullie nou aan, die voorlichtingen? Had je zoiets van, ik weet de hoed en de rand en ik ben erop voorbereid? Mo: Je weet dat er ziektes zijn die je kan krijgen, als je onbeschermd seks hebt. Dus je houdt daar rekening mee. Ju: Maar wist je ook hoe je er rekening mee moest houden, op welke manier. En hoe ga je dat gesprek aan. En wat is seks eigenlijk überhaupt en hoe moet ik me daarbij voelen? Is daar wel eens wat over gezegd? Mo: Nee eigenlijk niet. Me: Bij mij wel op de middelbare school, maar dat was bij de biologielerares. Die was echt daarvoor, voor seksuele voorlichting, dus zij zei wel altijd dat je het met condoom moest doen, want anders was je onbeschermd, kan je zwanger raken, kun je soa krijgen. Ze heeft ook filmpjes laten zien. Voorlichting over hoe mensen seks hebben, met animatie. Ju: Oke, maar dan ook van hoe vertel je tegen een jongen: joh, ik wil het echt beschermd. Me: Ja, mijn docente was daar heel erg van. Ze zei echt van, dan moet je tegen zo n jongen zeggen: anders doe ik het niet! Maar zei was ook van Kroatie of zo, dus zij was ook lekker direct en zij bracht het ook wel goed. Ju: Dus ze sprak tot de verbeelding. Je had zoiets van, zo moet het. Mo: Maar dat ligt dus echt aan de persoon die de boodschap overbrengt. Ik bedoel, mijn moeder heeft dit ook geprobeerd en dan denk ik ook van, ja ligt de preventietaak dan meer bij de ouders? Of moet dat echt vanuit school komen? En wat u net ook al zegt, sommige ouders beginnen niet over seks, dat hoort dan echt bij de opleiding. Aan de andere kant, als daar net even te weinig wordt gedaan Ja ik weet het niet, ik denk dat het begint bij seks hebben en dat hoort veilig te zijn, ongeacht de situatie. Ju: De vergelijking met de thuissituatie, ik heb zelf kinderen. Het probleem is een beetje dat we met die seksuele voorlichting thuis te laat beginnen. Ik heb nu een zoon van 13 en daarmee hoef ik echt niet meer over seks te praten, want het is echt heel eng en vies en smerig. Ik geloof daar niets van natuurlijk. Alhoewel ik zeg dat fout, hij heeft verkering enzo. Maar het is niet meer met mij te bespreken. Het is te spannend, te dichtbij. Maar, 3 jaar geleden nog wel! Maar dan vinden we ze te jong. Mo: Dat is ook waar wij nu een beetje tegenaan lopen, op welke manier willen we het nu aanpakken. Ju: Dat is het precies, er komt een leeftijd dat jongeren autonoom willen zijn, willen het zelf ontdekken, willen niet dat volwassenen meekijken. Voor mij is dat al heel lang geleden, maar jullie weten dat gewoon. Je wil niet. Wel daarvoor, dan heb je nog vragen, maar dan is het: dat vertellen we je nog wel. En tegen de tijd dat de ouders denken: nu gaat het 18

19 spelen, is het echt te laat. Dan praat je met vriendinnen, of je wil het van een leuke mentor of docent waarmee je een klik hebt, horen. Mo: dat vraag ik me dan ook af: zou je al op de basisschool hiermee willen beginnen? Want eigenlijk begint de echte seksuele voorlichting in de tweede klas, meestal. Verzorging, dat vak had ik tenminste. Dan krijg je echt de ins & outs, met bananen en condooms aan de slag. Maar zou je al op de basisschool het willen hebben over seks, wat het is, maar ook vooral dat het veilig moet zijn? Ju: Er zijn natuurlijk best wel stromingen die zeggen, seksualiteit moet je gewoon door het hele leven meenemen. En je moet je voorlichting laten aansluiten bij de belevingswereld van een kind. Met een tienjarige hoef je nog niet te praten over penetratie en condooms, want dat is echt grensoverschrijdend voor die kinderen. Maar wat je ze natuurlijk wel gedurende die hele lagere school en tot die leeftijd wel kan meegeven, is hoe het is om voor jezelf te zorgen, op te komen en anderen niet over je grenzen heen gaan. Als kinderen dat, elkaar leren te respecteren en jongens, meisjes, dan wordt de stap om voor jezelf te zorgen door veilige seks te hebben, is dan eigenlijk ook een soort logisch iets. Wij hebben als volwassenen nog veel te veel het idee dat seksuele voorlichting gaat over neuken, pijpen, condooms, niet zwanger worden en niet verkracht worden. Maar het is veel meer dan dat. En dat kan je laten aansluiten op verschillende leeftijden. Ik denk dat dat veel meer moet gebeuren. Ik denk zo n dr. Corrie is echt fantastisch op tv. Maar je hoort wel dat dat wel wat reuring geeft in de samenleving. Mo: ziet u daarin maatschappelijke trends, of veranderingen in de loop der jaren? Ik weet niet hoe lang u nu werkt bij de poli of bij het centrum, maar dat jongeren er opener over zijn of dat het op een andere manier gebracht wordt? Ju: ik denk dat een hele duidelijke trend is dat er veel meer informatie te vinden is. En dat is tegelijk ook een zorg, omdat je je kan afvragen of de informatie die je wil, of jongeren die ook kunnen krijgen. Echt goede zorg, goede informatie geven, en je hebt het over een laag ses (sociaal economische status), lage opleiding, ja dat is toch wel lastig. Mo: Wat we ook zagen in het onderzoek wat duidelijk naar voren kwam is dat mensen het over het algemeen hebben met vrienden over seks, maar het ook opzoeken op internet. We hebben zelf een kleine enquete uitgezet met vragen over de genoten voorlichting en welke voorlichting ze graag in de toekomst willen zien, met opties erbij. En toch zie je dat mensen pas op school voorlichting hebben gehad, via de docent. Dus niet in eerste instantie thuis. Dus echt via school en ze vonden dat gewoon, er was geen duidelijke uitkomst erover. Dat wilde ze ook zo houden. Ju: Het is ook denk ik prima, als het dan ook gebeurt en je krijgt dan thuis als het goed is, krijg je de normen en waarden, respectvol met elkaar omgaan, mee. En dan komt die informatie. Maar ik denk op school, dat het toch nog wel de neiging heeft om een heel technisch verhaal te worden en dat er heel veel vragen zijn bij jongeren die ze niet kunnen stellen. Mo: Het is misschien een bedreigende situatie, zo n les. Ju: Ik denk dat het best wel een heel proces is wat je met elkaar moet hebben. Er bestaat een programma waarin je een serie van gesprekken hebt, waarbij verschillende thema s aan bod komen en zij geeft ook aan, pas na verloop van tijd zie je dat ze los komen, dat er een veilige omgeving is. Kijk, seks is best wel heel intiem. Als ik het met jullie over seks ga praten, dan zeg ik iets en zeg ik ook iets over mezelf. Of dat denk ik dat ik misschien wat over mezelf zeg. Dat is eng, dan moet het wel veilig zijn. Als dan iemand op de gang gaat zeggen van, die meid doet het zo en zo. Dat merk ik wel, dat jongeren veel van elkaar leren, maar de veiligheid onder elkaar neemt wel af, zeker onder laagopgeleiden. Seks en pesten via internet, het is niet veilig meer. En het maakt het lastig om bijvoorbeeld aan je vriendin te vertellen van: ik heb net seks gehad in het fietsenhok en ik voel me daar nu heel naar onder. Dat kan je nu dus niet delen. Of niet, ik vond het hartstikke delen. En ik heb het idee, misschien was dat vroeger ook wel zo, maar toen stond het niet binnen 5 minuten op whatsapp. Dus dat is denk ik echt een verschil, dat mensen niet meer veilig maar ook in hun relaties niet meer veilig zijn. Ik denk dat dat heel jammer is, omdat je daar heel veel aan hebt. Me: Vaak als het uitgaat, zie je dat, vooral als ze nog beeldmateriaal van elkaar hebben en gaan ze het doorsturen als wraakactie. Ju: Ja en dat gebeurt. Ik moet nu tegen mijn dochter zeggen van, joh, dat is dus toch wel heel eng. Me: Wij hadden dat vroeger niet, en ik ben pas 19 en dan zeg ik al vroeger. 19

20 Mo: Ik ben 22 en ik kan vertellen dat dat heel snel is gegaan. Ik ben zelf lid van een studentenvereniging en wanneer een meisje seks heeft met meer dan 5 jongens staat ze te boeken als een vieze slet, maar een jongen is al snel een mooie baas als hij dat doet. En pas geleden was er een chlamydia epidemie was. En toen dacht ik: je bent allemaal ouder dan 18 jaar Mo: Zijn er veel verschillen tussen de culturen? Ik bedoel tussen mensen die gelovig zijn en bijvoorbeeld niet gelovig zijn? Ju: Er zijn statistieken van, maar we zien over het algemeen veel minder Nederlanders van allochtone afkomst en je ziet nog wel mensen van verschillende culturen. Er word binnen bepaalde culturen anders over seks gedacht. En dat zie je natuurlijk. En dan wordt het ook moeilijker om hier te komen. Want ik ga er gewoon van uit dat alles overal is. Alleen, er zijn culturen waarbij seks veel meer een onderdeel is van het dagelijks leven, bijvoorbeeld in de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap. Wanneer ze niet Hindoestaans zijn, zijn ze veel opener en vrijer over seks. Seks hoort er gewoon bij en je moet je gewoon laten testen, en het hoort erbij. Dat zie je natuurlijk bij sommige gemeenschappen niet, dat er bijvoorbeeld een taboe of schuld op en over is. Of waar dat verschil tussen jongens en meisjes, want dat is bij ons, maar dat is bij sommige culturen nog meer. Waar meisjes absoluut geen seks mogen hebben, nog echt het idee dat seks alleen voor de man leuk is en niet voor de vrouwen. Die zul je hier dan ook niet zoveel zien Mo: dat is dus eigenlijk ook een doelgroep die jullie missen? Ju: Ja, de vraag is dus ook, is het een doelgroep? Moet je hem willen zien? Want als er niets gebeurt, gebeurt er niets. Dat blijft altijd een beetje lastig, want je weet het dus niet. Ik weet niet of er onder moslimmeisjes heel veel soa zijn. Ik weet alleen wel dat we meer mannen zien dan vrouwen. Dus je zou zeggen ja. Dat is altijd een beetje met preventie, die groepen zijn onzichtbaar, dus je weet er ook niet veel van. Je hebt alleen en verdenking. Mo: Dat hadden wij ook in eerste instantie, daarom hebben we ook de vragen opgestuurd van, wat is nu eigenlijk de bedoeling. moeten we onzichtbare groepen proberen zichtbaar te maken of echt juist echt het aantal mensen dat langs komt verminderen? Vandaar dat ik daar toen ook een vraag over stelde. Me: Als jullie ze niet bereiken, hoe gaan wij ze dan bereiken? Mo: We zijn nu wel druk bezig om echt de laagopgeleiden in de omgeving Den Haag in kaart te brengen. Een deel tenminste, het is tenslotte geen grootschalig onderzoek. Er zijn verder een heleboel preventiemaatregelen genomen al de afgelopen maanden en jaren. Ik heb een lijst kunnen zien van TNO dat er elk jaar wel op een basisschool of op een middelbare school of een andere instelling dat er wel preventie materiaal is. Heeft u het idee van, er wordt genoeg gedaan op het gebied van preventie? Qua vernieuwing? Je zou kunnen denk dat het eigenlijk altijd hetzelfde is, sommige onderwerpen uitgekauwd worden. Ik bedoel, social media is echt iets van de laatste 5 jaar denk ik. Ju: Het interessante is natuurlijk altijd bij preventiemethodes enzo, preventiemateriaal, dat het ontwikkeld wordt, niet door de doelgroep zelf. Mo: Nooit in samenspraak met de doelgroep? Of naar aanleiding van onderzoek naar de doelgroep? Ju: Wel in samenspraak, en misschien dat het er wel is. We proberen dat ook wel, je probeert wel de doelgroep erbij te betrekken. Dat is denk ik ook wel een tendens, dat dat steeds meer gebeurt. Maar misschien kan dat nog wel beter. Je gaf al eigenlijk aan, je hebt studenten, dat zijn hoogopgeleide mensen en daar is dan een chlamydia epidemie. Er gaat daar dus iets mis met waarschuwing ofzo, want die soa, het is ernstig en het is goed om ze te voorkomen, maar het kan gebeuren. Het taboe moet er gewoon vanaf en het is nou eenmaal zo, mensen hebben seks en daar kunnen infecties in worden overgebracht. Maar daar gaat dus iets mis en dan kan je je afvragen: is die voorlichting daar niet goed, is het taboe daar nog steeds te hoog op? Mo: Ja, ik kan daar in dit voorbeeld aangeven dat het taboe nog steeds te hoog is. Ju: Maar dan zou je dus kunnen kijken van, is er dan wel genoeg materiaal om dat taboe te verlagen? Moeten we daar dan niet op inspelen? Is het dan minder nodig om mensen heel veel informatie te geven, want nu is het vooral heel veel informatie geven. Maar zit het hem ergens anders in? En dat weet ik niet, of dat materiaal er is. De vraag is dus echt: wat gebeurt hier nou eigenlijk? We hebben het hier over een groep mensen die het wel snapt, maar dan is er iets nodig en dat gebeurt niet. Hoe kan dat? Nou dat kan inderdaad omdat er schaamte is, of stigma. Soms is het ook wel degene die de boodschap brengt, is ook de oorzaak. Dat is niet altijd waar, dus misschien toch wel een stukje meer kennis. Is er 20

21 genoeg? Jullie zijn nog jong en jullie zijn nog sneller dan ik. De nieuwe ontwikkelingen, dingen die gebeuren, die jullie mee maken, zijn sneller dan ik kan bijhouden. Terwijl ik dit beleid maak. Dus dat is lastig, dus ik denk dat het goed is om vooruit te kijken, dus wat zou er over 10 jaar, dat je net op tijd bent om in te springen, dus dat is best wel interessant. Mo: We zijn nu vooral aan het kijken van, op welke manier wij de doelgroep toch kunnen bieden. We willen blijven richten op de voorlichting, omdat we echt te kort de tijd hebben om heel veel dingen in kaart te brengen. Dus we willen inspringen op voorlichting, preventie tegen soa. Ju: Dus jullie willen kijken naar een ander voorlichtingprogramma ofzo? Me: Meer een andere manier. Mo: ik heb in de AppStore op mijn telefoon even gekeken en er is geen app met betrekking tot seks. Sense ook niet. Ju: Ja, we hebben dan wel Sense online, maar die heeft geen app. En jongeren kijken natuurlijk helemaal niet meer op de computer, die doen alles op de smartphone. En dat wordt alleen maar erger. Straks heeft niemand meer een laptop, gaat alles op de telefoon. Mo: En toen dachten wij, als je dan toch informatie wil, dan is een app heel toegankelijk. En omdat het om een jonge doelgroep gaat, we willen zo jong mogelijk beginnen, misschien is een spel dan leuk. We dachten aan SOA GO, dat je infecties kan vangen met een condoom of zo. Maar dat was echt een idee tijdens de vergadering. Even gewoon de brainstorm. We hebben vooral respondenten die wat ouder zijn, en die geven ook heel erg aan van, een app, mwah. Vooral: ik wil de voorlichting via school. Dat vinden we toch wel lastig. Ju: Ik denk dat de app opzich een tool is, een middel. Ik denk dat het onvoldoende is voor de voorlichting. Willen jullie de voorlichting richten op soa of op seksualiteit? Me: Op soa. Ju: Okee alleen op soa. Dat is natuurlijk maar een heel klein stukje. Wat ik mij wel afvraag, dat is misschien voor jullie handig om mee bezig te zijn, wanneer komt die informatie nou binnen? Mo: over soa bedoelt u? Ju: Ja, want bijvoorbeeld. Je zegt roken is slecht voor je. Als je nog niet rookt, dan interesseert die boodschap je waarschijnlijk niet zoveel. En als je wel rookt, dan wil je hem niet horen. Hoe kan je zorgen dat iedereen zich die boodschap aantrekt? Dat valt me wel op, dat mensen het vaak wel weten, maar dan toch nog denken dat het hen niet zou overkomen. Mo: Ja, dat vind ik ook wel een goede vraag. Ju: Dus dat is misschien wel interessant om mee te nemen. De risicoperceptie is gewoon laag. Ik hoorde laatst wel dat de risicoperceptie gewoon evolutionair gezien altijd laag was, belangrijk denk ik ook, ander zouden we nooit uit onze comfort zone zijn gekomen. Maar dat betekent ook dat je dus eigenlijk informatie niet goed op waarde schat. Mo: Persoonlijk puntje, want ik heb zelf die ervaring helemaal niet, dat ik zo tegen soa aankijk. Het kan iedereen overkomen, ongeacht wie je bent. Ju: Ook wel het interessante is dan, wat heb jij wel wat en een ander niet heeft? Ik zie natuurlijk wel bij meisjes die heel goed voor zichzelf zorgen en hun grenzen kunnen bewaken, maar waar jullie je op richten, een laag ses. Kun je de norm stellen? Bijvoorbeeld de norm dat je je gordel omdoet in de auto, dat is echt een norm. Ik hoor niet veel mensen nog die nadenken of ze wel of geen gordel omdoen. Dat is vrij normaal. Dat gebeurt gewoon. Mo: Maar ik begrijp wel waarom de condoom niet gebruikt zou worden. Want dat is momenteel het enige middel wat voor 99% beschermt tegen soa? 21

22 Ju: Voor chlamydia en gonorroe is er slijmvliescontact nodig. Dus als je lepeltje lepeltje ligt, orale seks, dus ik denk dat het sowieso wel interessant is, ook al doe je alles netjes en beschermt, je hebt het wel over een infectie die heel snel overgedragen is. Dat zal misschien voor het taboe wat erop zit, het een beetje verminderen. Maar voor hiv bijvoorbeeld ben je 100% beschermd met een condoom. Als je maar geen sperma binnenkrijgt. Mo: Dus je bent niet 100% beschermd tegen chlamydia en gonorroe met een condoom? Ju: Bij chlamydia en gonorroe gelden eigenlijk 3 stappen om verantwoordelijkheid te nemen: zo veilig mogelijk, je af en toe laten testen, als er wat is je partners waarschuwen. Mo: Dat wist ik dus niet. Ik wist wel, dat je beschermd bent tegen zoveel mogelijk soa, maar niet dat het dus niet sluitend is tegen chlamydia en gonorroe. Ju: Chlamydia en gonorroe zitten in het slijmvlies achter in je keel, vaginaal, in de plasbuis, bij mannen ook in de plasbuis, eikel en anaal. Slijmvliescontact is in theorie genoeg. Maar nou is het wel zo, dat je een keer seks heb gehad met iemand die bewezen chlamydia heeft, dan is de kans 60% dat jij het ook hebt. Dus het is niet 100%. Dus het is niet zo dat je het gelijk hebt. En dan heb je het over onbeschermde seks. Als je beschermde seks hebt met iemand die chlamydia heeft, is er maar 20% kans of misschien wel 0%. Daarom is ook het advies, als je een vriendje of vriendinnetje krijgt en je wil onbeschermde seks gaan hebben, test je dan even. Dan weet je zeker dat je beide niets hebt en kun je onbeschermd seks hebben en kan er ook niets komen. Dus het is ook niet zo zwart-wit. Het is ook lastig. Dus daarom kun je zeggen; wij willen het helemaal voorkomen. Maar je kunt je beter richten op de 3 stappen: Vrij zo veilig mogelijk, laat je af en toe eens testen en waarschuw je partners bij geval van een infectie. Het is een illusie om te zeggen dat als iedereen beschermde seks heeft, dan zou er geen soa zijn. Ten eerste, de zwakste schakel is altijd die ene keer dat je het niet veilig hebt gedaan. Wie is er ten tweede altijd veilig? Al heb je het 100 keer veilig gedaan en die ene keer niet, kan je besmet raken. En hoeveel bedpartners je hebt. Hoe meer bedpartners je hebt, des te groter de kans. Je hebt een heel gemakkelijk overdraagbare aandoening en je hebt veel verschillende partners en je hebt geen klachten. Dat kan heel groot gaan worden. Mo: wat nou als je je te erg schaamt om je partner te waarschuwen? Ju: We horen vaak dat mensen geen contact meer hebben met de vorige partner. Maar ook wel schaamte. Wij kunnen dan anoniem waarschuwen, maar schaamte. Wij hebben tegenwoordig een app, maar ook de website ( daar kan je op waarschuwen. Degene die wordt gewaarschuwd krijgt ook te zien waarvoor hij gewaarschuwd wordt. En het is vaak, ik ben gewaarschuwd, dus dan zal ik het wel van hem hebben. Maar dan moet ik altijd zeggen: het kan ook van jou kunnen zijn. De messenger heeft het vaak ook gedaan, maar dat is in dit geval niet zo. Maar dat is natuurlijk wel naar. Dus in het waarschuwen zit denk ik wel echt een gewin, want dan kan het (de soa) zich niet meer zo verspreiden. En ik denk testen, dat mensen makkelijker denken, ik ga maar eens testen. Het probleem is daarbij wel dat je preventief niet teveel wil testen, want het kost gewoon heel veel geld. Mo: Ik heb begrepen dat het testen op een sta boven je 25e dus geld kost. Dat mensen nu liegen over de leeftijd. Ju: Dat zal vast wel eens gebeuren maar daar gaan wij niet van uit. Maar het is natuurlijk wel zo dat het heel vervelend is dat voor sommige groepen gratis is en voor sommige niet. Een ander ding is weer, wat ik heb gezien, dat er mensen zijn die zeggen, het interesseert me niet zoveel, ik laat me gewoon eens testen. En die dat als een preventiemiddel zien. En toen weet ik nog dat ik een keer zei van: als je daar nu 300 euro voor zou moeten betalen? En toen was het toch wel van, dan zou ik wat voorzichtiger zijn. Dus wanneer je het heel laagdrempelig maakt, nemen mensen dan nog wel de verantwoordelijkheid? Of hebben dan sneller onbeschermde seks. dan laat ik me testen, krijg ik pilletjes en ben ik klaar. Dus dat is het lastige aan de boodschap want aan de ene kant wil je het heel laagdrempelig, kom maar gewoon, stelt allemaal niets voor, maar aan de andere kant wil je niet dat de kosten de pan uit gaan vliegen en wil je ook dat mensen zelf verantwoordelijkheid nemen. Me: We kunnen denk ik wel de conclusie trekken dat soa een ingewikkeld onderwerp is. Met veel haken en ogen, voor en nadelen die je heel de tijd tegen elkaar op moet wegen. Mo: Er is ook altijd wel iemand de sjaak in het verhaal, heb ik het gevoel. Ju: We hebben natuurlijk wel in Nederland besproken dat als seks vrijwillig is, je allebei je verantwoordelijkheid hoort te nemen. Het is ook wel zo, stel ik heb chlamydia en ik heb seks met mannen. Dan hebben al die mannen de 22

23 mogelijkheid om te zeggen dat ze beschermde seks willen hebben. Dus wie is hier de sjaak, je bent er immers zelf bij. En dat is ook een stukje eigen verantwoordelijkheid. Me: Maar als je verliefd bent, dan vertrouw je iemand. Dan zit je op die roze wolk. Ju: Er is niets mis mee wanneer je verliefd bent om te zeggen dat je beschermde seks wil hebben. Misschien is dat de norm. We hebben ook mensen die dan 2 weken verkering hebben, en ik snap het wel want als je jong bent is 2 weken al heel lang, en dan besluiten dat ze zonder condoom seks willen. Maar dan weet je nog niets van die ander. Maar dat hoort ook gewoon een beetje bij jong zijn, dat hoort er ook gewoon wel bij. Mo: Het hoort erbij, maar aan de andere kant denk ik van, je bent er zelf ook gewoon bij. Ju: Je bent er zelf ook wel bij, maar is dat altijd zo? Dat is natuurlijk ook wel zo, maar daarom is seks sowieso interessant, want je hebt je eigen persoonlijke ontwikkeling. Hoe ontwikkel jij je en hoe ontwikkel jij je als mens? Sommige mensen staan daar niet bij stil en doen gewoon waarvan ze denken dat het verwacht wordt van ze. En meegaan in die stroom en daar heel moeilijk zelf verantwoordelijkheid voor kunnen nemen, dat is natuurlijk de groep waar je je het meeste zorgen over maakt. Maar die groep is moeilijk te laten komen, want die denkt er helemaal niet aan om zich te laten testen. Mo: Lastig. Dit is gewoon lastig. Me: Dat is het goede woord. Dan snap ik wel dat je de voorlichting wil richten op veilig seks hebben dan echt op soa. Ju: Ik denk dat als je puur op soa wil doen, het wel goed is om al die aspecten van soa erbij te nemen. Me: Anders is het niet compleet. Ju: Nee precies, het is niet alleen maar soa voorkomen, maar als je ze hebt wat moet je dan doen? En wat doe je dan met je contacten? Dat is wel interessant om erbij te doen. En een ander belangrijk aspect is dat het goed is om te benadrukken dat het ook leuk is, en dat het geen doodzonde is om een soa te hebben. Het kan gewoon, het is gewoon gemakkelijk overdraagbaar. En ook al ben je een hartstikke leuk en netjes en keurig meisje, en jij een hartstikke leuke jongen, en heb je heel erg veel seks, kan je alsnog gewoon een hele leuke keurige jongen zijn. Je kan gewoon pech hebben. Mo: Misschien is er nog teveel een stigma. Ju: Nee, het is gewoon van, ik zorg goed voor mezelf en ik heb seks. Ik respecteer mezelf en ik respecteer de ander, dus ik probeer dat zo veilig mogelijk te doen. Ik test me af en toe eens en dan neem ik verantwoordelijkheid door diegene met wie ik seks heb gehad te waarschuwen. Mo: Wat ik bedoelde met een stigma is dat nog veel te veel een stigma zit op het hebben van een soa. En het taboe, het überhaupt hebben van seks. Het hebben van seks hebben mensen al zoiets van: dat kan je niet maken. Je bent begin 20, je bent niet getrouwd. Ju: Als het nu niet mag, wanneer wel! Mo: Ja vind ik wel. Ik merk heel erg, als meisje zijnde althans, dat als je meer dan 3 partners hebt gehad, en mensen weten dat Het hoort er toch gewoon bij, stel je niet aan. Ju: Ja, en buiten dat, je mag het ook allemaal zelf beslissen, want jij vindt dat, en jij vindt dat misschien teveel, dan heb je er minder. En er zijn mensen die hebben er meer. Mo: Er lijkt wel acceptatie te missen. En iedereen wil er wat van vinden. Ju: Ik denk dat dat altijd wel geweest is, want 50 jaar geleden was dit al ondenkbaar dat je dit al zou zeggen. Dus het is wel veranderd. 23

24 Me: Het is wel gegroeid, ik denk dat de stigma vroeger wel erger was dan nu. Ju: Ja zeker, maar er zijn natuurlijk ook andersom zulke dingen. Er zijn natuurlijk ook groepen waar het juist heel tof is om heel veel seks te hebben. Maar daarin slecht voor jezelf te zorgen. En juist met die lage opleidingen is het zo dat ze er van alles van vinden, ze zijn heel hard naar elkaar, maar er gebeurt van alles. En dat maakt ook heel eenzaam. Die groep wil je dan ook graag zien, omdat je die groep graag voorlichting wil geven, omdat je die graag een beetje wil laten nadenken. Mo: Zijn er eigenlijk reclames op televisie van Sense? Ju: Nee van Sense niet. Mo: Sense bestaat nog niet zo lang toch? Ju: Sense is nog niet zo oud, ik dacht Sense is nog jong, maar ik vraag me wel af of de site leuk is. Kijk je ernaar? Ik denk dat het een supersite is. Wat je nu ook op youtube hebt zijn jonge meiden die gewoon hun verhaal vertellen, jongeren die voor jongeren informatie doen. Me: Ervaringsverhalen werken altijd en het is in de juiste leeftijdscategorie. Het is geen oude oma, bij wijze van spreken, die me dit komt vertellen. Ju: En zonder waardeoordeel. Als ik met zo n meisje zou zitten, zou ik toch een soort moederlijk worden, van oh jee. Dat is natuurlijk heel anders dan iemand van 18 jaar daar zit, dat helemaal kan voorstellen en daar een beetje mee praten, dan informatie geeft. Maar humor is denk ik wel een vereiste, niet met het vingertje wijzen. Mo: Als het maar niet krampachtig is en op één lijn met de jongeren is. Ik heb nog een laatste vraag die ik zag staan. Als je op Google zoekt naar soatesten, kom je heel veel thuistesten tegen. Is dat een bedreiging die jullie zien? dat mensen vooral zelf bestellen of zoiets hebben van, ik wil thuis mijn test doen? Ju: Nou, dat weet ik niet. Ik hoor er wel over, maar ik weet niet wat het standpunt nou is van de GGD. Weet je wat het vervelende is, met die thuistesten, dat zeggen wij ook, dat die a. geld kosten, dus vaak zie je jongeren dat niet doen, want ze willen daar geen geld aan uitgeven. Maar het vervelende is dan, buiten dan of ze betrouwbaar, er zullen vast wel betrouwbare testen zijn. Maar wat nou als er wat uitkomt? Dan zul je toch echt ergens heen moeten. En vaak instanties waar je heen kan en ook wel testen kan doen zijn vaak duur. Mijn neiging is natuurlijk gewoon om te zeggen, niet doen. Want je hebt natuurlijk die nazorg niet. Zoals die partner waarschuwing natuurlijk. Mo: Dus puur voor het stuk nazorg en eigenlijk de behandeling. Ju: Ja want wat natuurlijk belangrijk is, is dat als je een soa hebt en je krijgt die behandeling, maar je hebt weer seks met iemand waar je daarvoor ook seks mee hebt gehad, dan heb je het weer terug. Mo: Oh, echt? Is dat zo met soa? Het is niet zo dat je resistent bent na zo n pilletje? Ju: Nee, je kunt het elke keer opnieuw krijgen. Dus als je bent behandeld en je hebt opnieuw seks met een besmet persoon, heb je die soa gewoon weer geinfecteerd. Maar als jij een vriendje hebt, en een knipperlichtrelatie en dan is het uit, toch maar even testen en heb je weer onbeschermde seks, maar hebben ze die partner niet gewaarschuwd. Ja, dan hebben ze het weer. Maar ook in het studentencircuit is het heel makkelijk, als je gaat kijken wie er met allemaal seks heeft, dan zijn het enorme zwermen. En als er dan een een soa heeft, dan kan diegene wel behandeld worden maar die heeft dan twee maanden later seks met een iemand, die seks met die en die heeft gehad en dan heb je het zo weer. En dat wordt allemaal niet besproken bij zo n thuistest. Mo: Nee precies. Ik vond het wel opvallend dat als je het op google zoekt, dat je eerst 4 advertenties tegenkomt voor thuistesten die je kan bestellen, makkelijk, anoniem en veilig. En daarna eigenlijk pas van, laat je testen bij de GGD. Ju: Kennelijk is daar dus ook behoefte aan zo n thuistest want het is heel anoniem en het vervelende is natuurlijk ook dat er toch wel bezuinigd wordt. 24

25 Me: Door de overheid toch? Ju: Ja. Nou ja, je moet op een gegeven moment wel gaan concluderen dat je die soa de wereld niet uitwerkt. Dat is ook logisch, dat kan dus ook niet, want het is niet 100%. Dus in een ideale wereld wil je dat iedereen verantwoordelijkheid neemt en zo, maar dat is dan toch lastig. Je merkt toch dat je qua volksgezondheid moet zeggen, ja onzin, je moet gewoon iedereen gratis laten testen. Klaar. En als er dan wat is, geef je ze gewoon een medicijnen. Dat is natuurlijk wel interessant om over na te denken, er zit misschien ook wel iets moralistisch in in Nederland. Want eigenlijk vinden we toch dat allemaal wel allemaal leuk, maar gratis, ja wie betaalt dat dan? Dus dat zit er misschien ook wel een beetje in. Mo: Ik snap waarom het op een gegeven moment geld kost, en ik snap ook waarom het voor sommige mensen gratis is, maar ik vind de grens af en toe een beetje klein. Me: Maar de grens zal altijd vaag blijven. Je kan nooit iedereen tevreden gaan stellen. Al zou je het iets uitbreiden dan benadeel je weer een andere groep. JU: het zijn wel heel interessante discussies hoor, maar je hebt die discussie natuurlijk ook met roken en het lijkt natuurlijk ook heel erg op roken. Bijvoorbeeld dat de premies misschien wel verhoogd moeten worden voor de mensen die roken. Er zit natuurlijk ook iets geks in, ik rook, maar dan ben ik iedere keer bang dat ik iets heb, dus dan ga ik naar de dokter en wil ik een longfoto laten maken. Dus daar zit iets tegenstrijdigs in. Ik ben verkouden, maar ik rook een pakje per dag en ik wil dat u mij beter maakt. Dat is wel iets wat in mensen zit. En dat is met dit ook. Ik heb onbeschermde seks, ik doe eigenlijk niets aan bescherming en jij moet nu testen of ik wat heb en als ik dan wat heb moet ik die pillen hebben want anders besmet ik allemaal andere mensen. En dat wrikt natuurlijk wel een beetje, want het kost wel geld. Ik heb wel eens mensen gehad die dan zeiden, ja maar het is hier gratis. En dan zeg ik, nee het is hier niet gratis. Het is hier ook heel duur, maar jij krijgt de rekening niet. We betalen dit met z n allen. En als we met z n allen zeggen van, we willen dit niet meer betalen, dan houdt het op. En dan is het altijd lullig voor een groep die heel veel gebruik maakt van de diensten, en een ander mag er geen gebruik van maken maar moet er wel aan mee betalen. En die discussie zie je natuurlijk steeds meer komen. Waarom zou ik een longfoto of iets betalen voor iemand die geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn gezondheid, waarom zou ik dat betalen? Me: Ja dat is ook zo. Hetzelfde als donor zijn voor iemand die gedronken heeft of zo. Ju: Ja dat is zo, maar aan de andere kant, misschien moet je ook zeggen van, maar dat is ook hartstikke moeilijk. En in hoeverre moet de overheid misschien niet dat ongezonde gedrag gaan stimuleren, maar we hebben recht op keuzevrijheid, ik kies zelf wel of ik alleen maar chips eet of appeltjes. Dat zijn heel ingewikkelde krachten die werken, maar daarom is het wel leuk om het makkelijk te houden om goed na te denken over of er een manier is die makkelijker informatie geeft die aanspreekt en die de gezondheid bevordert. Me: We zien die app echt als ondersteuning en om het interactief te maken. Ju: En om awareness, want dat is wat je wil denk ik. Bewustmaken van, ik heb ook risico gelopen. En zonder schuld of het vingertje. Mo: Het is nog maar een idee, een opzet, maar het kan nog altijd uitgebreid worden, juist met bijvoorbeeld een moeilijke situatie, dat had je laatst ook bijvoorbeeld op youtube. Je hebt een nieuw vriendje en hij heeft al 2 vriendinnen gehad, vertrouw je hem op zijn ogen, zoiets. Dat je dat dan ook implementeert in zo n app of zo. Ju: Ik denk dat de GGD überhaupt veel meer gebruik zou kunnen maken van technologie. Er is ook geen Facebook of iets, je zou eens kunnen vragen naar de positie van de GGD binnen de samenleving. 25

26 10.8 Bijlage 8

27 27

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Juni 2013 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid

Nadere informatie

THE WAY FORWARD. Soa Aids Nederland en etnische minderheden. Onze koers voor (Samenvatting) Opmaak CMYK.indd :11

THE WAY FORWARD. Soa Aids Nederland en etnische minderheden. Onze koers voor (Samenvatting) Opmaak CMYK.indd :11 THE WAY FORWARD Soa Aids Nederland en etnische minderheden Onze koers voor 2015-2018 (Samenvatting) Opmaak-02-11-15-CMYK.indd 1 02-11-15 14:11 Inhoudsopgave Soa Aids Nederland 3 Doelen en activiteiten

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( ) 10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2012) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense Werkinstructie benaderen intermediairs Sense BIJLAGE 7 Voorbeeld van de opzet van de presentatie in PowerPoint BIJLAGE 7 VOORBEELD VAN DE OPZET VAN DE PRESENTATIE IN POWERPOINT] 1 WERKINSTRUCTIE BENADEREN

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014)

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

Belangrijkste bevindingen uit 2017

Belangrijkste bevindingen uit 2017 Belangrijkste bevindingen uit 2017 NIEUWE NAAM Het aantal soa-consulten is gestegen met 5,1% Vindpercentage soa's in 2017 (chlamydia, gonorroe, syfilis, hiv of hepatitis B) onder het landelijk gemiddelde

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

APRIL 2014. Pagina 1 van 9

APRIL 2014. Pagina 1 van 9 APRIL 214 Inhoud Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 213 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de centra seksuele

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa)

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2017) Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) zijn naast luchtweg-, maag-darm- en urineweginfecties de meest

Nadere informatie

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag 1 Mei 2016 Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Inhoudsopgave Jaarverslag 2015 Fout! Bladwijzer

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 2 Nog volop werk aan de winkel! Dit is alweer de zesde Thermometer Seksuele Gezondheid voor Oost-Nederland

Nadere informatie

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016 SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016 WIE ZIJN WIJ? De afdeling Seksuele Gezondheid onderzoekt en behandelt seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Deze GGD-voorziening is aanvullend op die van de huisartsenzorg.

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ? SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ? De afdeling seksuele gezondheid heeft als taken het bestrijden van soa, bevorderen van seksuele gezondheid onder jongeren onder

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt IJsselland SEKSUEEL GEDRAG Jongerenmonitor 2015 7% geslachtsgemeenschap gehad 10.163 jongeren School Klas 2 13-14 jaar Klas 4 15-16 jaar 49% negatieve houding homoseksualiteit 55% altijd een condoom gebruikt

Nadere informatie

Regionaal soa-centrum Den Haag

Regionaal soa-centrum Den Haag Regionaal soa-centrum Den Haag Epidemiologisch jaarverslag 212 D. Spitaels, arts infectieziektebestrijding GGD Den Haag J.M. Brand, soa-arts GGD Den Haag M. Keetman, epidemiologisch onderzoeker GGD Den

Nadere informatie

Nationaal Actieplan. Soa, hiv en seksuele gezondheid. Doelstellingen

Nationaal Actieplan. Soa, hiv en seksuele gezondheid. Doelstellingen Nationaal Actieplan Soa, hiv en seksuele gezondheid Doelstellingen Pijlers actieplan Seksuele vorming Preventie opsporing en behandeling van soa Preventie opsporing en behandeling van hiv Preventie van

Nadere informatie

1401 SOA Factsheet.indd :02

1401 SOA Factsheet.indd :02 1401 SOA Factsheet.indd 1 16-01-14 17:02 Soa Aids Nederland heeft een nieuwe strategie ontwikkeld voor de periode 2013-2018 om het aantal hiv- en soa-infecties onder MSM (mannen die seks hebben met mannen)

Nadere informatie

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag epidemiologisch bulletin, 9, jaargang, nummer 1 Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag A.P. van Leeuwen, M.P.H. Berns Eind is het Regionaal soa-centrum Den Haag 1 geopend op het terrein van het Medisch

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport Gemeenteblad Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport Nummer Publicatiedatum Agendapunt initiatiefvoorstel 19.04.2017 Onderwerp Initiatiefvoorstel van de raadsleden

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA)

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. Isabel Slurink, (RIVM) (2008-2018) Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) zijn naast luchtweg-, maag-darm- en urineweginfecties de meest

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 2 Nog volop werk aan de winkel! Dit is alweer de zesde Thermometer Seksuele Gezondheid voor Oost-Nederland

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2014 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland SoaSense Thermometer 1 GGD en Oost-Nederland Risicogroepen steeds beter bereikt Met genoegen bieden wij u de tweede SoaSense Thermometer van Oost- Nederland (Gelderland en Overijssel) aan. Dit jaar met

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 1 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid,

Nadere informatie

Wat er gebeurde in 2018

Wat er gebeurde in 2018 2018 Wat er gebeurde in 2018 13.262 bellers Het aantal soa-consulten is gestegen met 2,5% soa-vindpercentage 14,7% Aantal soa's Aantal consulten per gemeente Start PrEP en Anticonceptie spreekuur Hoogste

Nadere informatie

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen

Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen Wat is HIV, wat is aids en wat zijn de gevolgen tijdens de zwangerschap HIV is het virus dat de ziekte aids veroorzaakt. HIV kan op meerdere manieren

Nadere informatie

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%) Factsheet Seks onder je 25 e In 4901 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 25 jaar hebben deelgenomen aan het onderzoek Seks onder je 25 e. Overal waar in dit factsheet een vergelijking wordt gemaakt

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( ) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2015) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg Per 1 januari 2012 worden de regelingen Aanvullende Curatieve Soa-bestrijding (ACS) en de Aanvullende Seksualiteitshulpverlening (ASH) geïntegreerd

Nadere informatie

PRODUCTENGIDS. Seksuele gezondheid

PRODUCTENGIDS. Seksuele gezondheid PRODUCTENGIDS Seksuele gezondheid SEKSUELE GEZONDHEID BELANGRIJK? JAZEKER! Een aantal feiten* op een rij: Seksueel actieve jongeren communiceren onvoldoende over gebruik van condooms. Een kleine groep

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam 2007 2011 Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus - Hepatitis B (HBV) bij Turkse Nederlanders - Vooronderzoek

Nadere informatie

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes Naam presentator 1-12-2016 De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes Anne koldenhof Charlie van de Weijden Wim Niessen

Nadere informatie

Onderzoek Veilig of niet?

Onderzoek Veilig of niet? Onderzoek Veilig of niet? 06 februari 2013 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 24 januari tot 04 februari 2013, deden 2.261 jongeren mee. Het onderzoek is gehouden in samenwerking

Nadere informatie

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 1. Inleiding De aanvullende seksualiteitshulpverlening (ASH) is laagdrempelige zorg waar jongeren tot 25 jaar gratis en indien gewenst anoniem

Nadere informatie

jongens meisjes 18 jaar of ouder

jongens meisjes 18 jaar of ouder 2. Seksuele risico s en beschermingsgedrag In dit hoofdstuk wordt een aspect van het thema seksualiteit uitgewerkt, namelijk seksuele risico s en beschermingsgedrag. De informatie is onder andere gebaseerd

Nadere informatie

Combinatiepreventie voor hiv

Combinatiepreventie voor hiv Combinatiepreventie voor hiv GEDRAGSMATIGE ASPECTEN STRUCTURELE DIMENSIE Tom Platteau Seksuoloog ITG DEPARTMENT OF CLINICAL SCIENCES Verminderen van transmissie door onveilig gedrag aan te pakken Voorbeelden?

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

GO Jeugd 2008 Seksualiteit GO Jeugd 2008 Seksualiteit Samenvatting seksualiteit Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 22% van de Friese 12 t/m 18 jongeren wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad. De helft

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Kwalitatief onderzoek preventie en communicatie. jonge MSM. Onderzoek naar het verbeteren van hiv- en soa-preventie en communicatie gericht op

Kwalitatief onderzoek preventie en communicatie. jonge MSM. Onderzoek naar het verbeteren van hiv- en soa-preventie en communicatie gericht op Kwalitatief onderzoek preventie en communicatie jonge MSM Onderzoek naar het verbeteren van hiv- en soa-preventie en communicatie gericht op jonge MSM In samenwerking met: Achtergrond en doel onderzoek

Nadere informatie

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks Vanessa Peters, GGD Gelderland Midden Marinka de Feijter, GGD N-O Gelderland Ineke van der Vlugt, Rutgers WPF 1

Nadere informatie

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 Seksualiteit Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 In de gezondheidsenquête is een aantal vragen opgenomen over seksuele gezondheid 1. Friezen van 19 tot en met

Nadere informatie

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel 6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn infectieziekten die door intiem seksueel contact kunnen worden overgedragen. Omdat iemand een SOA kan hebben, zonder

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Seksueel overdraagbare aandoeningen in Den Haag

Seksueel overdraagbare aandoeningen in Den Haag 2 epidemiologisch bulletin, 23, jaargang 38, nummer 1 Seksueel overdraagbare aandoeningen in 1994-21 Trendmatige ontwikkelingen op de Soa-poliklinieken E.J.M. de Coster, A.P. van Leeuwen, M.P.H. Berns

Nadere informatie

Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie. Janneke Heijne. MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht

Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie. Janneke Heijne. MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie Janneke Heijne MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht Stellingen 1. Wiskundige modellen zijn nuttig voor het adviseren van beleid 2. Hoe meer

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl

Nadere informatie

Factsheets Schorer Monitor 2008

Factsheets Schorer Monitor 2008 # $$$"# Factsheets 1: Mannen met hiv 2: Testen op hiv en soa 3: Vaste partners 4: Losse sekspartners 5: Leefstijlen 6: Jonge mannen 7: Mannen met hoog risicogedrag Deze factsheets zijn gebaseerd op gegevens

Nadere informatie

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Seksuele gezondheid in Nederland 2017 Seksuele gezondheid in Nederland 2017 Samenvatting Seksuele gezondheid in Nederland 2017 is een grootschalig representatief onderzoek naar de seksuele gezondheid van volwassenen van 18 tot 80 jaar in Nederland.

Nadere informatie

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends 2003-2009

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends 2003-2009 Soa in Noord-Holland Noord Risicogroepen en trends 2003-2009 Colofon Auteur: Anne Dekker Begeleiding: Bettina de Leeuw den Bouter (epidemioloog GGD) Sector GBO Ingrid Steenhuis (Vrije Universiteit Amsterdam)

Nadere informatie

MOSAIC studie Informatiebrief voor cases

MOSAIC studie Informatiebrief voor cases 1 MOSAIC studie Informatiebrief voor cases Informatiebrief betreffende het onderzoek (MOSAIC studie): de gevolgen van acute hepatitis C virus infectie bij HIV positieve en HIV negatieve mannen die seks

Nadere informatie

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties Bijeenkomst bevordering seksuele gezondheid Noord Nederland en de rol van de zelforganisaties Drachten 15-3-2010 Bram Tuk Pharos, kennis en adviescentrum

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

achtergrond, net zoals dat we mensen niet willen reduceren tot hun hiv-status. Zet daarom altijd mensen voorop.

achtergrond, net zoals dat we mensen niet willen reduceren tot hun hiv-status. Zet daarom altijd mensen voorop. Deze taalwijzer is een hulpmiddel voor mensen die schrijven over hiv en/of aids. Net zoals taal verandert zullen we deze taalwijzer ook constant updaten. Voor vragen over het gebruik van bepaalde termen

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie voor voorschrijvers voor emtricitabine/tenofovirdisoproxil 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten als profylaxe vóór blootstelling (PrEP)

Nadere informatie

Verpleegkundigen Openbare GezondheidsZorg

Verpleegkundigen Openbare GezondheidsZorg Aan: M.C. (Maryse) Kok, MSc. Senior Beleidsmedewerker Infectieziekten en seksuele gezondheid Directie Publieke Gezondheid Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp Antwoord op uw vraag

Nadere informatie

nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken

nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken Het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 2 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

achtergrond, net zoals dat we mensen niet willen reduceren tot hun hiv-status. Zet daarom altijd mensen voorop.

achtergrond, net zoals dat we mensen niet willen reduceren tot hun hiv-status. Zet daarom altijd mensen voorop. Deze taalwijzer is een hulpmiddel voor mensen die schrijven over hiv en/of aids. Net zoals taal verandert zullen we deze taalwijzer ook constant updaten. Voor vragen over het gebruik van bepaalde termen

Nadere informatie

SOA IN ANTWERPEN (EN OMSTREKEN)

SOA IN ANTWERPEN (EN OMSTREKEN) SOA IN ANTWERPEN (EN OMSTREKEN) Geneeskundige dagen van Antwerpen 16 september 2017 Dr Tine Cornelissen Ghapro vzw Dr Karen Smets Huisarts/Domus Medica In de praktijk Ik had me graag eens helemaal laten

Nadere informatie

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid Naar een meer doelmatig soa-testbeleid Subtitle Inhoud 1. GGD soa-poliklinieken 2. Stijging uitgaven soa-testen 3. Effect nieuwe maatregel 4. Bevorderen doelmatigheid 5. Tot slot 3 Soa-zorg in Nederland

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Onderzoek Wereldproblemen en Seks

Onderzoek Wereldproblemen en Seks Onderzoek Wereldproblemen en Seks 1V Jongerenpanel 24 oktober 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek in samenwerking met dance4life, gehouden van 15 tot en met 23 oktober 2014, deden 1641 jongeren

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2011 GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2011 GGD en Oost-Nederland Seksuele Gezondheid Thermometer 211 GGD en Oost-Nederland Seksuele gezondheid nóg beter in beeld Voor u ligt de derde Thermometer met cijfers over de seksuele gezondheid in Oost-Nederland. De naam SoaSense

Nadere informatie

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent Janny Dekker, huisarts Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent Anita Watzeels, onderzoeker GGD Rotterdam Waar gaat deze

Nadere informatie

VERSCHILLEN IN DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN ZUID-LIMBURGSE JONGEREN TUSSEN 2012 EN 2017

VERSCHILLEN IN DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN ZUID-LIMBURGSE JONGEREN TUSSEN 2012 EN 2017 VERSCHILLEN IN DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN ZUID-LIMBURGSE JONGEREN TUSSEN 2012 EN 2017 Referenties Op den Camp, K., Pieters, B., Van Liere, G., & Maessen, C. (2018). Feiten en cijfers over de seksuele gezondheid

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer GGD en Oost-Nederland 2 Seksuele gezondheid nóg beter in beeld Zoals gebruikelijk presenteren wij in deze Thermometer de jaarlijkse cijfers over de seksuele gezondheid

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) Beantwoording schriftelijke vragen ex art.41 RvO PvdA en PvdD over sluiting Testlab Noord-Nederland E. Bruinewoud De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 69 91 1 6989642 20-6-2018

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

Social Action Research Plan

Social Action Research Plan Social Action Research Plan Social media project Studenten Dennis Visschedijk 438332 Aileen Temming 474094 Stefan Ortsen 481295 Niels Konings 449822 Renee Preijde 482835 Opdrachtgever Stal te Bokkel Daniëlle

Nadere informatie

Testen op HIV, ja of nee?

Testen op HIV, ja of nee? Afdeling Verloskunde, locatie AZU Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen Wat is HIV, wat is aids en wat zijn de gevolgen tijdens de zwangerschap. HIV is het virus dat de ziekte aids

Nadere informatie

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG Referentie De Graaf, H., Van den Borne, M., Nikkelen, S., Twisk, D., & Meijer, S. (2017). Seks onder

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde A Enquete over seks

Praktische opdracht Wiskunde A Enquete over seks Praktische opdracht Wiskunde A Enquete over seks Praktische-opdracht door een scholier 2278 woorden 6 maart 2004 6,3 84 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding De enquêtes hebben we uitgedeeld in de school

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim 20.000 vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen Februari 2019 Surrounded by Talent 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Monitoringrapport 2012

Monitoringrapport 2012 Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

Juni 2015 SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS. Pasop vzw

Juni 2015 SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS. Pasop vzw SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS Pasop vzw 1 KERNBOODSCHAP Sekswerkers: zeer gevarieerde groep qua leeftijd, nationaliteit, werksector, taal, sociale

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot 2009 Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Colofon Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot 2009 In opdracht van Stichting Kennisnet IVO Heemraadssingel

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Zie De Graaf e.a. 2005 voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Zie De Graaf e.a. 2005 voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste. 6 Het is vies als twee jongens met elkaar vrijen Seksuele gezondheid van jonge allochtonen David Engelhard, Hanneke de Graaf, Jos Poelman, Bram Tuk Onderzoeksverantwoording De gemeten aspecten van de seksuele

Nadere informatie

Jaarcijfers 2014. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2014. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2015 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie