ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT VOOR WOONEENHEDEN PROTOCOL. Boek I Inleiding en algemene begrippen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT VOOR WOONEENHEDEN PROTOCOL. Boek I Inleiding en algemene begrippen"

Transcriptie

1 ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT VOOR WOONEENHEDEN PROTOCOL Boek I Inleiding en algemene begrippen

2 Boek I - Algemeen Inhoudsopgave 1 Algemene voorstelling Inleiding Doel en inhoud van het EPB-certificaat voor wooneenheden Toepassingsgebied Definitie van de EPB-eenheid Wooneenheid Bijzondere gevallen Aanvaardbare bewijsstukken Definitie van het aanvaardbare bewijsstuk Identificatie van het aanvaardbare bewijsstuk Methodologie voor het opstellen van het EPB-certificaat Algemene principes Voorbereiding van het plaatsbezoek 10 2 Vergaren van algemene gegevens Administratieve dossiergegevens Verkoop of verhuur Foto van de wooneenheid Dossier opgesteld in opdracht van Identificatie van de wooneenheid Type wooneenheid Kenmerken van de wooneenheid Identificatie van de wooneenheid Algemene gegevens Thermische massa Oriëntatie van het gebouw Bouw- of renovatiejaar Gegevens betreffende luchtdichtheid Opvatting betreffende elektrische verwarming Niet-residentiële functie 28 3 Beschermd volume en bruto vloeroppervlakte Vooraf Definities Beschermd volume (BV) Geïsoleerde wand Bruto vloeroppervlakte 30

3 3.3 Elementen van het beschermd volume (BV) Verlieswanden Aard van de ruimten Omtrek van het beschermde volume Stappenplan Bijzondere gevallen Meten van het beschermde volume (BV) Meten ter plaatse en/of op plan Conventionele dikten van de verlieswanden Beschrijving van het beschermde volume Meten van de bruto vloeroppervlakte Voorbeelden voor de bepaling van het beschermde volume en de bruto vloeroppervlakte Geïsoleerd huis met vide Gerenoveerde rijwoning Alleenstaande villa Bel-etagewoning Alleenstaande villa met speelruimte op zolder Villa (splitlevel) met een gedeeltelijk ondergrondse garage en bergruimte Omschrijving Appartement Meesterhuis 63 Versie 2.2: oktober

4 1 Algemene voorstelling 1.1 Inleiding Dit document beschrijft de methode die de residentieel certificateur voor EPB-certificaten (hierna certificateur genoemd) dient te gebruiken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) om een energieprestatiecertificaat op te stellen voor wooneenheden. Teneinde de geloofwaardigheid van de energieprestatiecertificering kracht bij te zetten is het van groot belang dat alle certificateurs de in dit protocol beschreven methode volgen. Het is de enige manier om voor alle wooneenheden een soortgelijke evaluatie te garanderen. Elke afwijking van het protocol brengt immers de herhaalbaarheid van het EPB-certificaat in gevaar. De wetgever heeft aldus het protocol als wettelijk en verplicht werkinstrument voor de certificateur opgenomen in de wetgeving 1. Bij vragen, suggesties of problemen in verband met dit protocol of de software, is het enige contactpunt van de certificateur met Leefmilieu Brussel de Helpdesk, te bereiken via het adres 1.2 Doel en inhoud van het EPB-certificaat voor wooneenheden De eigenaar van het gebouw of zijn vertegenwoordiger moet over een geldig EPB-certificaat beschikken om sommige vastgoedtransacties te kunnen uitvoeren. Hij is ook belast met de bekendmaking van het resultaat in alle publicaties betreffende de verkoop of verhuur van zijn goed en moet op eenvoudige vraag een afschrift ter beschikking stellen aan potentiële kopers of kandidaathuurders. Indien hij niet in het bezit is van een energieprestatiecertificaat, is hij verplicht om er een te laten opstellen door een erkend beroepsbeoefenaar, nl. de certificateur. Met het energieprestatiecertificaat (of kortweg EPB-certificaat) krijgen de potentiële kopers en huurders een document tot hun beschikking waarmee ze het energieprestatieniveau van verschillende beschikbare woningen op de aankoop- of de huurmarkt kunnen vergelijken. De voorpagina van het EPB-certificaat vermeldt in grote letters de energieprestatie van de woning, die vooral wordt bepaald door het jaarlijkse theoretische verbruik berekend per vierkante meter bruto vloeroppervlakte van de woning (in KWh primaire energie per m² en per jaar). Deze waarde, of, voor een gemakkelijker begrip, de energetische klasse die overeenstemt met deze waarde, moet de kandidaat-koper of -huurder in staat stellen om de energieverbruikskosten van de woning te beoordelen. Hoe lager deze waarde, des te beter de energieklasse en des te lager het energieverbruik van deze woning ten opzichte van de oppervlakte. Naast het berekende energieverbruik vermeldt het certificaat ook de jaarlijkse CO 2 -uitstoot van de wooneenheid (in kg CO 2 per m² per jaar), geeft het aanbevelingen inzake energierenovatie op basis van de ingevoerde gegevens en verschaft het informatie betreffende de naleving van de reglementering van toepassing op verwarmingsinstallaties. Het energieprestatiecertificaat van wooneenheden mag enkel worden uitgereikt door residentieel EPB-certificateurs die erkend worden door het BHP en die onderhavig protocol naleven. Het certificaatnummer is een unieke code die het mogelijk maakt om op een unieke wijze wooneenheden te identificeren. Deze code wordt automatisch gegeneerd door de certificatiesoftware. 1 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 februari 2011 betreffende het door een certificateur opgestelde EPB-certificaat voor wooneenheden. Versie 2.2: oktober

5 1.3 Toepassingsgebied Definitie van de EPB-eenheid Wooneenheid Onder het toepassingsgebied vallen alle wooneenheden. De definitie luidt als volgt: EPB-eenheid 2 : een verzameling van lokalen in eenzelfde beschermd volume, ontworpen of gewijzigd om afzonderlijk gebruikt te worden en dat beantwoordt aan de definitie van een bestemming vastgelegd door de Regering; EPB-eenheid Wooneenheid 3 : EPB-eenheid ingedeeld in de in punt a) van punt 5 van de bijlage 2.1 van de ordonnantie bedoelde categorie, die bestemd is voor huisvesting, met een minimale gebruiksoppervlakte van 18 m² en die beschikt over de nodige huisvestingsvoorzieningen om autonoom te worden gebruikt (te weten minstens één wc, één keuken en één badkamer/douche), waarbij deze voorzieningen worden verduidelijkt in bijlage 1 van onderhavig besluit, zoals bijvoorbeeld eengezinswoningen, appartementen, studio's, aparthotels. Het EPB-certificaat, afgeleverd met toepassing van dit protocol, is vereist voor elke woning 4 die een gebruiksoppervlakte groter dan of gelijk aan 18m² heeft en die over de volgende woonvoorzieningen beschikt: een wc (minstens een aansluitingspunt op de afvoerleidingen voor het afvalwater en een koudwatertoevoer); een badkamer/douche (minstens een aansluitingspunt op de afvoerleidingen voor het afvalwater en een koudwatertoevoer); een propere ruimte bestemd voor de bereiding van maaltijden, die beschikt over een gootsteen en een voorziening om voedsel te koken, met name minstens elektriciteitstoevoer voor het aansluiten van kooktoestellen of gastoevoer. De nuttige oppervlakte, die wordt gedefinieerd in dezelfde bijlage 4, wordt berekend op basis van de binnenafmetingen en beantwoordt aan de netto vloeroppervlakte. In tegenstelling tot de vloeroppervlakte van de EPB-eenheid, moet bij de berekening van de nuttige oppervlakte rekening worden gehouden met de totale oppervlakte van de ruimte, zelfs als een deel van die ruimte geen vrije hoogte van 2,10 m biedt. De certificateur dient deze oppervlakte enkel te meten indien moet worden nagegaan of de nuttige oppervlakte wel degelijk groter of gelijk is aan 18 m². Dit moet enkel worden geverifieerd als de bruto oppervlakte kleiner is dan 20 m². Er kan dus geen EPB-certificaat worden uitgereikt voor een geheel van lokalen met een plafondhoogte die overal kleiner is dan 2,10 m, omdat de nuttige oppervlakte dan gelijk is aan nul. Verder in dit document verwijzen de termen "woning" of "wooneenheid" naar de officiële terminologie "EPB-eenheid Wooneenheid". 2 BWLKE, Art 2.2.1, 2 3 Art. 1, 4 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26/01/2017 tot vaststelling van de richtsnoeren en de criteria nodig voor de berekening van de energieprestatie van de EPB-eenheden en houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing. 4 Bijlage 1 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26/01/2017 tot vaststelling van de richtsnoeren en de criteria nodig voor de berekening van de energieprestatie van de EPB-eenheden en houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing. Versie 2.2: oktober

6 Appartementsgebouwen worden beschouwd als woningen die meerdere individuele woningen omvatten. Indien een woning te koop wordt gesteld als een eengezinswoning en de certificateur stelt vast dat het in werkelijkheid een flatgebouw met één of meer onafhankelijke wooneenheden betreft, dan stelt hij evenveel EPB-certificaten op als dat er wooneenheden zijn. Indien de certificateur wordt gevraagd om een EPB-certificaat op te stellen voor een wooneenheid en hij stelt vast dat het in werkelijkheid een niet-residentiële bestemming betreft, zoals een kinderdagverblijf of een kantooreenheid, dan dient hij de stedenbouwkundige bestemming van het goed bij zijn klant op te vragen Bijzondere gevallen Gemeenschappelijk residentieel of "logiesverstrekkende functie" Wat vroeger een "gemeenschappelijk residentieel" werd genoemd en nu een "niet-residentiële eenheid met logiesverstrekkende functie" is, wordt gedefinieerd als een verzameling van lokalen 5 bestemd voor huisvesting, waarvan de woonvoorzieningen (keuken, eetkamer, wc's en badkamer, enz.) volledig of ten dele gemeenschappelijk zijn, zoals bijvoorbeeld hotels, herbergen, jeugdherbergen, straf- en heropvoedingsinrichtingen, rusthuizen, internaten, met inbegrip van alle bijgebouwen die vereist zijn voor de activiteit. Deze huisvestingsvormen behoren niet tot het toepassingsgebied van het EPB-certificaat voor wooneenheden maar vallen onder de niet-residentiële EPB-eenheden Goed in slechte staat Residentieel vastgoed dat in slechte staat verkeert en aan een aantal voorwaarden voldoet, waarvan de technische voorzieningen ofwel ontbreken ofwel onvolledig zijn, of waarvan de bouw of renovatie niet voltooid is, is niet onderworpen aan de plicht tot EPB-certificering bij de verkoop ervan. De voorwaarden worden uitgelegd in de infofiche "De grenzen van het toepassingsveld van het EPBcertificaat voor woningen in slechte staat of waaraan gewerkt wordt", raadpleegbaar op de website van Leefmilieu Brussel Nieuw vastgoed Bij voltooiing van een nieuwbouw waarvoor de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 2 juli 2008 werd ingediend (op enkele uitzonderingen na), levert Leefmilieu Brussel een EPB-certificaat af op basis van de EPB-aangifte en stelt zij de aangever hiervan in kennis. Indien er al een EPBcertificaat werd afgeleverd (dat nog geldig is), dient men geen stappen te ondernemen om een nieuw EPB-certificaat aan te vragen. De wetgever voorziet dat, indien de transactie betrekking heeft op een nieuwe EPB-eenheid en plaatsvindt vooraleer het EPB-certificaat beschikbaar is, een door de EPB-adviseur opgesteld tussentijds verslag toereikend wordt geacht Zwaar gerenoveerde gebouwen De certificateur wordt in kennis gesteld van het feit dat Leefmilieu Brussel voor zwaar gerenoveerde gebouwen in de zin van het EPB6, geen EPB-certificaat aflevert na voltooiing van de werken. Om in dat geval te vermijden dat het EPB-certificaat niet representatief is voor de werkelijke prestaties van het gebouw, moet de certificateur vragen om alle aanvaardbare bewijsstukken te mogen raadplegen 5 zoals bedoeld in bijlage 2.1, 5b van de BWLKE-ordonnantie. 6 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21/12/2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, Art. 3ter. Versie 2.2: oktober

7 die beschikbaar zijn in het kader van de procedure 'EPB-werken' (zie categorie 'EPB documenten', Tabel 1 hieronder), waarbij hij uitlegt waarom hij deze stappen onderneemt. 1.4 Aanvaardbare bewijsstukken De EPB-certificatiemethode is ontworpen om de reproduceerbaarheid van het EPB-certificaat te waarborgen. Ze maakt dus bij voorkeur gebruik van de gegevens die werden verzameld op basis van een document met een gekende bron en een identificeerbare band met de individuele wooneenheid Definitie van het aanvaardbare bewijsstuk Aanvaardbare bewijsstukken zijn documenten aan de hand waarvan de certificateur nuttige gegevens verzamelt. Deze gegevens moeten, indien mogelijk, bevestigd worden door visuele vaststelling van de certificateur. Ingeval van discrepantie tussen een document en de visuele vaststelling van de certificateur, heeft deze laatste voorrang.er moet een onlosmakelijk verband zijn tussen elk bewijsstuk en de gecertificeerde woning. In sommige gevallen is de verwijzing naar een aanvaardbaar bewijsstuk verplicht. De certificateur moet ernaar verwijzen bij de codering van de gegevens, zo niet kan de berekening niet gebeuren. In andere gevallen is de verwijzing naar een bewijsstuk optioneel. De certificateur wordt evenwel steeds aangemoedigd om de bron van de ingevoerde data te vermelden zodat hij gemakkelijker toelichtingen kan geven bij een eventuele kwaliteitscontrole. De certificateur maakt een kopie op papier, een scan of een foto van het aanvaardbaar bewijsstuk en het archief. De kwaliteit van deze kopie moet volstaan om ze probleemloos te kunnen raadplegen bij een eventuele kwaliteitscontrole Identificatie van het aanvaardbare bewijsstuk Datum van het bewijsstuk De datum van elk bewijsstuk moet vermeld worden. Het gaat niet om de datum waarop de certificateur kennis heeft genomen van het bewijsstuk, maar om de datum waarop het document werd opgesteld. Als de juiste dag niet gekend is, dan neemt men de eerste dag van de maand; als de maand niet gekend is, dan geldt de 1ste januari van het jaar dat op het bewijsstuk is vermeld Categorie van het bewijsstuk Elk aanvaardbaar bewijsstuk moet tot één van deze categorieën behoren. De lijst met categorieën van aanvaardbare bewijsstukken wordt weergegeven in de onderstaande tabel, met toelichting over het type document dat ertoe behoort. Oneigenlijk gebruik van de categorie "Foto s" Deze categorie omvat ofwel de foto s die dienen om een visuele vaststelling te staven, ofwel archieffoto s van de uitvoering van werken. Het gaat niet om een kwalificatie van het medium waarop de certificateur het bewijsstuk bewaart. Voorbeeld. De foto van een pagina van een bestek behoort tot de categorie "Bestek" en niet tot de categorie "Foto s" Naam van het bewijsstuk Elk aanvaardbaar bewijsstuk moet een naam krijgen die de aard van het document weergeeft dat tot de geselecteerde categorie behoort. Versie 2.2: oktober

8 Beschrijving van het bewijsstuk. De certificateur kan de inhoud van het aanvaardbaar bewijsstuk meer detailleren of de naam van het bewijsstuk geven in een andere taal om het invoerverslag perfect tweetalig te maken (zie Boek IV). CATEGORIE Attest van periodieke controle Opleveringsattest Diagnoseverslag TOELICHTINGEN Reglementair document betreffende de conformiteit van een verwarmingsketel opgesteld in het kader van de EPB-verwarmingshervorming. Reglementair document betreffende de conformiteit van een verwarmingsinstallatie met verwarmingsketel opgesteld in het kader van de EPB-verwarmingshervorming. Reglementair document betreffende de conformiteit van een verwarmingsinstallatie met verwarmingsketel opgesteld in het kader van de EPB-verwarmingshervorming. Thermografische audit Bestek Technische documentatie Facturen Vergunningen Foto s Uitvoeringsplannen of - documenten Eigendom EPB documenten Subsidies Verslag opgesteld op basis van een thermografisch onderzoek waarmee de aanwezigheid van isolatiemateriaal en de locatie van niet-geïsoleerde warmwaterleidingen wordt opgespoord. Beschrijving van de bouw/renovatie bij de prijsaanvraag of bij de aankoop op plan., bestek, vergezeld van een factuur. Documentatie van de fabrikant, keuringsattest van de elektrische installatie, uittreksels uit de database van EPBD ( technische goedkeuringen van de BUtgb ( het dossier van Europese technische goedkeuring (ETG) op basis van de NBN productnorm. Aankoopfacturen van materialen of werken door aannemers Officiële administratieve documenten betreffende de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning, de bouwvergunning of de milieuvergunning. Fotoreportage waarmee de samenstelling van de bouwelementen van de wooneenheid in de bouw- of renovatiefase kan worden geïdentificeerd of foto's waaruit de visuele vaststelling van de certificateur blijkt. Documenten opgesteld tijdens of bij voltooiing van de werkzaamheden (uitvoeringsplan, gedetailleerd plan, werfverslag, infiltrometrietest, as-built plan, postinterventiedossier (PID) en opleveringsverslag) Officiële documenten van mede-eigendom: basisakte, verrekening van de lasten, fondsopvraging, notulen van bijeenkomsten of in verband met de eigendom ( authentieke akte, kennisgeving van kadastraal inkomen, uittreksel uit de kadastrale legger). Reglementaire documenten in verband met Boek 2 van het BWLKE, zoals het tussentijds verslag betreffende de EPB-aangifte voor nieuwe eenheden, het invoerverslag van een EPB-certificaat afgeleverd conform de EPBcertificatiemethode, de goedkeuring van een aanvraag van gelijkwaardigheid door Leefmilieu Brussel of het logboek van de verwarmingsinstallatie. Aanvraagdossier en brief waarin wordt ingestemd met de toekenning van een renovatiepremie, een energiepremie of groene certificaten. Tabel 1 - Categorieën van aanvaardbare bewijsstukken 1.5 Methodologie voor het opstellen van het EPB-certificaat Algemene principes De berekening van de energieprestatie van een wooneenheid wordt verplicht uitgevoerd met behulp van de software die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de certificateurs ter beschikking stelt. De Versie 2.2: oktober

9 methode voor de berekening van de energieprestatie van de woning 7, die in de software verwerkt zit, houdt rekening met een aantal parameters zoals de oriëntatie, de geometrie en de thermische kenmerken van de gebouwschil, de kenmerken van de vaste technische installaties zoals verwarming, sanitair warm water en koeling, alsook met het type ventilatie en de zonne-energiesystemen. Het is aan de verificateur om bij zijn verplichte bezoek aan de woning alle gegevens te verzamelen die in de software moeten worden ingevoerd om de berekening te kunnen maken. Hij mag dit aan niemand anders overlaten. Het is evenwel niet altijd gemakkelijk om alle nodige gegevens ter plaatse vast te stellen. Daarom beschrijft de methodologie in dit protocol hoe de berekening kan worden uitgevoerd als bepaalde gegevens ontbreken. Deze methodologie gebruikt in dat geval forfaitaire waarden die bepaald worden op basis van verschillende criteria of waarnemingen (zoals het bouwjaar, bepaalde vaststellingen, of het gebrek aan vaststellingen, enz.). De software zal het energieverbruik van de woning berekenen op basis van de gegevens die de certificateur invoert. Het resultaat wordt omgezet in primair energieverbruik, rekening houdend met de aard van de energiedrager(s) van de technische installaties in de woning (stookolie, gas, elektriciteit,...). Hetzelfde geldt voor de berekening van de overeenkomstige CO 2 -uitstoot. De energetische klasse van de woning wordt verkregen door het jaarlijkse primaire energieverbruik van de woning te delen door haar bruto oppervlakte. Deze waarde dient om het energieverbruik te vergelijken met dat van gelijksoortige wooneenheden. Dit verbruik wordt vermeld op het energieprestatiecertificaat. Het EPB-certificaat wordt formeel afgeleverd van zodra de certificateur beslist om het gegevensbestand naar de server van het Gewest te sturen, mits natuurlijk de software tot een resultaat is kunnen komen op basis van deze gegevens. Deze afgifte gebeurt in de vorm van een EPB-certificaat in pdf-formaat, dat de certificateur één of meer maal kan afdrukken indien de klant dit vraagt. Het pdf-formaat dat aan de certificateur ter beschikking wordt gesteld, wordt wettelijk beschouwd als het officiële EPB-certificaat. De certificateur kan dat afdrukken en kan eveneens er zijn handtekening onder zetten indien de klant, of hijzelf, over een papieren versie wenst te beschikken. Elk EPBcertificaat draagt een uniek nummer. De certificateur mag onder geen beding meer dan één EPB-certificaat opstellen voor eenzelfde wooneenheid, behalve wanneer alle EPB-certificaten die ooit voor deze wooneenheid werden afgeleverd, niet meer geldig zijn. Twee certificateurs mogen daarentegen elk wél een EPB-certificaat opstellen voor dezelfde wooneenheid. Elk van die certificaten is dan geldig, behalve natuurlijk in geval van een door de wetgeving voorziene update of intrekking. In de uitvoering van zijn opdracht moet de certificateur ervoor zorgen dat hij een EPB-certificaat aflevert dat het dichtst mogelijk aanleunt bij de realiteit. Daarvoor zamelt hij alle nuttige documenten tijdens zijn bezoek ter plaatse in, verzamelt hij zorgvuldig en aandachtig alle relevante gegevens en verricht hij alle noodzakelijke controles alvorens het certificaat af te leveren. Hij beschikt ook over de mogelijkheid om zijn klant op de hoogte te brengen van de resultaten vooraleer hij de gegevens definitief invoert, om zich ervan te vergewissen dat de vermelde gegevens volledig en correct zijn. Opgelet: de certificateur heeft geen toegang tot gegevens die door een andere certificateur gecodeerd zijn en kan de gegevens van een andere certificateur ook niet gebruiken als basis voor zijn eigen codering. 7 Bijlage 1 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 oktober 2016 houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing. Versie 2.2: oktober

10 1.5.2 Voorbereiding van het plaatsbezoek De certificateur moet ten minste in het bezit zijn van de hieronder opgesomde instrumenten om de metingen ter plaatse uit te voeren: een afstandsmeter en/of meetlint en/of landmeterswiel; een dubbele meter; een hellingsmeter of inclinometer; een aansteker of LED-zaklamp (wit licht) of een speciaal toestel om de aanwezigheid van coating in de beglazing op te sporen; een fototoestel; een kompas; een schroevendraaier; een zaklamp; een blanco opnameformulier om de verzamelde gegevens in te vullen (beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel) Om kwaliteitsvol werk af te leveren, dient de certificateur bij zijn bezoek ter plaatse over alle bestaande aanvaardbare bewijsstukken te beschikken om te kunnen oordelen of elk stuk beantwoordt aan de situatie ter plaatse. Om de communicatie van de certificateur met zijn klant te vergemakkelijken, heeft Leefmilieu Brussel een infofiche getiteld "Het bezoek van de certificateur " 8 opgesteld. Deze infofiche helpt de eigenaar om het bezoek van de certificateur voor te bereiden en somt hierbij alle verschillende documenten op waarnaar de certificateur kan verwijzen. De certificateur moet dit document naar zijn klant sturen of hem de weblink bezorgen en zijn klant uitnodigen om alle beschikbare documenten die in de infofiche vermeld staan, te verzamelen. De opdracht van de certificateur bestaat er ook in om zijn klant te overtuigen dat hij er alle belang bij heeft om hem deze documenten ten laatste op de bezoekdag te bezorgen, om te vermijden dat de klant een minder representatief of minder gunstig EPB-certificaat zou ontvangen. De criteria waaraan deze documenten moeten voldoen om in aanmerking te worden genomen, worden verder besproken. De certificateur moet de betrouwbaarheid van alle aanvaardbare bewijsstukken verifiëren (hebben de stukken betrekking op het gebouw in kwestie? Zijn het originele stukken? enz.). De certificateur bewaart verplicht, gedurende een periode van vijf jaar, een kopie van de gevraagde bewijsstukken en de ingezamelde gegevens voor elk afgeleverd EPB-certificaat. Op deze manier kan de certificateur bij vragen van de eigenaar of bij een controle van de overheid naar deze stukken teruggrijpen om de gebruikte invoergegevens te staven. Alle aanvaardbare bewijsstukken moeten in het bezit zijn van de certificateur vóór het EPB-certificaat wordt afgeleverd. Het is raadzaam dat de certificateur de lijst van aanvaardbare bewijsstukken die zijn klant hem heeft bezorgd, door deze laatste laat ondertekenen, om eventuele geschillen over een ontbrekend document te vermijden. 8 Versie 2.2: oktober

11 2 Vergaren van algemene gegevens Om een EPB-certificaat van een wooneenheid op te stellen, moet de verificateur een aantal gegevens verzamelen, die hij ofwel visueel vaststelt ofwel afleidt uit documenten die in dit protocol worden opgesomd als zijnde aanvaardbare bewijsmaterialen. In ieder geval moet de geldigheid van de informatie van deze bronnen geverifieerd worden bij het verplichte bezoek van de woning. Tijdens het plaatsbezoek neemt de verificateur veel foto's. Deze dienen om een visuele vaststelling te staven als aanvaardbaar bewijsmateriaal, maar ook om een algemeen beeld te hebben van de woning. 2.1 Administratieve dossiergegevens Verkoop of verhuur Om administratieve en statistische redenen moet de certificateur vermelden of het EPB-certificaat wordt opgesteld om de woning te verkopen of te verhuren. De terbeschikkingstelling van aanvaardbaar bewijsmateriaal is wellicht gemakkelijker bij een verkoop, omdat deze stukken verplicht aan de kandidaat-koper moeten worden overgemaakt vóór de ondertekening van de onderhandse verkoopbelofte Foto van de wooneenheid Deze foto komt op de voorpagina van het energieprestatiecertificaat. Bij zijn plaatsbezoek moet de certificateur een foto van de voorgevel van het gebouw nemen. Hij mag die foto desgevallend verduidelijken, zodat het publiek de woning gemakkelijker kan identificeren. In geval van een appartement moet de certificateur de wooneenheid markeren aan de hand van een gekleurd kader of een pijl. Indien het appartement enkel zichtbaar is aan de achterkant van het gebouw, dan geeft de verificateur de voorkeur aan een foto van de achtergevel. De foto mag in geen geval een kopie zijn van een web service of eender welke andere bron dan de certificateur zelf. Op de foto mag geen gezicht of nummerplaat te herkennen zijn Dossier opgesteld in opdracht van De certificateur mag desgevallend de naam vermelden van het bedrijf in opdracht waarvan hij het EPB-certificaat opmaakt. Deze informatie komt op de laatste pagina van het certificaat. Het mag in geen geval de naam van de eigenaar van de woning zijn (bescherming van de persoonsgegevens). 2.2 Identificatie van de wooneenheid Type wooneenheid Op het energieprestatiecertificaat wordt een onderscheid gemaakt tussen twee typen van wooneenheden: de huizen en de appartementen. Een huis is opgebouwd uit één wooneenheid en is altijd een eengezinswoning. Bij huizen vult de certificateur bijkomende informatie in over het type bebouwing: open bebouwing (viergevelwoning of alleenstaande woning), half open bebouwing (driegevelwoning) en gesloten bebouwing (tweegevelwoning of rijwoning). Deze statistische typologie houdt enkel rekening met de gevels die zijn opgetrokken aan de grenzen van de eigendom. Het aantal gevels dat hier wordt aangegeven is dus niet het aantal gevels dat te beschrijven is als verlieswanden. Versie 2.2: oktober

12 Een appartement is een wooneenheid in een gebouw dat andere EPB-eenheden omvat, residentieel of niet-residentieel. Hotelappartementen en hotelflats worden als appartementen beschouwd Kenmerken van de wooneenheid De certificatiemethode voor residentiële gebouwen voorziet in een extra kenmerk dat moet worden vermeld in functie van het type woning Huis Bij huizen moet de certificateur het type verduidelijken, te kiezen uit de volgende drie mogelijkheden: Rijwoning: huis waarvan de zijgevels, opgetrokken op een mandelige grens, gedeeld worden met een buur (of bestemd zijn om te worden gedeeld). Half open bebouwing: huis met één mandelige gevel en ten minste drie vrije gevels. Open bebouwing: vrijstaand huis. Legende Open bebouwing Half open bebouwing Rijwoning Afbeelding 1 - Typologie van de huizen Appartement Een appartement is een wooneenheid ondergebracht in een opbrengsteigendom (die eigendom is van één enkele eigenaar) of in een gebouw in mede-eigendom. Voor de certificatiemethode worden nooit beschouwd als mede-eigendom: 1. een gebouw dat eigendom is van één enkele eigenaar 2. een onroerend goed in onverdeeldheid De informatie over het eigendomstype van het appartement is bedoeld om de aandacht van de eigenaar te vestigen op de noodzaak om sommige aanbevelingen te bespreken in de algemene vergadering van mede-eigenaars. Versie 2.2: oktober

13 2.2.3 Identificatie van de wooneenheid Adres van het gebouw Een wooneenheid is ondergebracht in een gebouw dat over een uniek adres beschikt: het adres van het huis of appartementsgebouw. Dit adres wordt vermeld op het energieprestatiecertificaat. Het wordt aangeduid met de straatnaam, het huisnummer, de postcode en de gemeente. Deze gegevens zijn in principe verbonden met de databank Brussels Urban Information System (UrbIS) van het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG). Hierdoor kan het betrokken adres in de meeste gevallen gewoon geselecteerd worden. Als het adres niet kan teruggevonden worden in de gewestelijke database, dan is dit doorgaans te wijten aan: het feit dat de straat nieuw is of een nieuwe naam heeft gekregen; de woning is opgetrokken op een grond met een complexe of recente kadastrale indeling. Men heeft daarom een procedure ontwikkeld die de certificateur in staat stelt om nieuwe adressen aan te maken, voor adressen die niet standaard in de UrbIS-database staan. De gebruikershandleiding van de software legt deze procedure uit. Opgelet: een adres dat niet in de database van UrbiS staat, moet verplicht goedgekeurd worden door Leefmilieu Brussel alvorens het certificaat kan worden afgeleverd. Zij moet verplicht met een document gepaard gegaan zijn (een uittreksel van de authentieke akte of het eigendomsbewijs, of een foto van het gebouw met het postnummer). Het adres van het gebouw volstaat niet altijd om een woning ondubbelzinnig te identificeren. De certificateur moet in dat geval de hieronder beschreven informatie verstrekken Gecertificeerd deel van het gebouw De certificateur dient deze informatie zodanig op te stellen dat een bezoeker een duidelijk verband kan leggen tussen het EPB-certificaat dat hij in handen heeft en de woning die hij bezoekt. Deze informatie wordt vermeld op het EPB-certificaat. Voor appartementen is het gecertificeerde deel verplicht. De verdieping en de ligging van het appartement op deze verdieping moeten verplicht worden vermeld (voor/achter; links/rechts; tuin-/straatkant, enz.). Ook het busnummer mag vermeld worden, net als de eventuele identificatie van het blok of de vleugel van het gebouw waarin de woning zich bevindt. Het appartementsnummer mag daarentegen geenszins vermeld worden (appartement in een opbrengsteigendom zie punt op pagina 15). Ook het referentienummer van de basisakte mag niet worden vermeld (appartement in mede-eigendom zie punt 0 op pagina 15). Voorbeelden: appartement tweede verdieping - links appartement tweede verdieping bus 201 Voor huizen deze beschrijving is uitzonderlijk. De certificateur mag nooit een gecertificeerd deel toewijzen aan een woning als het zich niet in de hieronder beschreven situatie bevindt. Een gecertificeerd deel kan slechts worden afgegeven wanneer meerdere woningen hetzelfde adres zouden hebben (bijvoorbeeld een huis aan de straatkant en een huis achterin, of huizen op het binnenterrein van een huizenblok). In dat geval moet de certificateur eerst nagaan of er geen aangrenzende nummering bestaat (46A, 3bis) en of er een bepaalde nummering in UrbIS is ingevoerd. In dat geval neemt hij die nummering over bij het ingeven van het adres. Versie 2.2: oktober

14 Zo niet vult de certificateur het gecertificeerde deel aan met de nodige gegevens voor de eenduidige identificatie van de gecertificeerde woning (bijvoorbeeld, achterhuis). Het gecertificeerde deel kan dus nooit woning of eensgezinswoning zijn. Bijvoorbeeld: Een huis aan de straatkant en een gebouw op het binnenterrein van een huizenblok hebben slechts één huisnummer en één kadastraal perceelnummer: het EPB-certificaat wordt opgesteld voor de achterste woning. De certificateur selecteert het adres in het UrbIS referentiesysteem en verduidelijkt in het certificatiedeel of het huis, afhankelijk van het geval, een 'huis achterin', een 'huis in een woonblok', een 'huis links achter', enz. is Kadasternummer In twee gevallen moet het kadasternummer verplicht vermeld worden: 1. Het adres staat niet in de UrbIS database; in dit geval moet de certificateur het nummer van het kadastrale perceel invoeren waarop het gebouw staat dat de wooneenheid omvat en aan Leefmilieu Brussel vragen om het gewenste adres te valideren. 2. Het adres staat in de UrbIS database, maar twee gebouwen die op twee verschillende kadastrale percelen staan, hebben eenzelfde huisnummer; in dit geval selecteert de certificateur het adres in de UrbIS database, voegt hij het kadasternummer toe en vult hij het certificatiedeel in. Bijvoorbeeld: Een huis aan de straatkant en een gebouw op het binnenterrein van een huizenblok hebben slechts één huisnummer en twee kadasternummers: het EPB-certificaat wordt opgesteld voor de achterste woning. De certificateur selecteert het adres in de UrbIS-database, hij verduidelijkt in het certificatiedeel 'achterste huis' of 'huis in woonblok' en voert het kadasternummer van het gebouw in (in voorbeeld A: 190 m²) We merken op dat deze informatie gewenst maar niet verplicht is, tenzij bij een verzoek tot validering van een adres dat niet in de UrbIS database staat. De certificateur mag het kadasternummer gebruiken dat op een aanvaardbaar bewijsstuk wordt vermeld (zie Tabel 1 hierboven) of een beroep doen op de online kadastertool CadGIS Versie 2.2: oktober

15 Aanvaardbaar bewijsstuk: facultatief, behalve bij een verzoek tot validering van een adres dat niet in de UrbIS database staat Appartementscode De eenduidige identificatie van een appartement gebeurt aan de hand van een code met een structuur die licht verschilt naargelang het appartement deel uitmaakt van een mede-eigendom of niet Appartement in mede-eigendom Er is sprake van een mede-eigendom wanneer het eigendomsrecht van een onroerend goed of een groep onroerende goederen onder verschillende personen is verdeeld, waarbij elk deel een privatief deel en een aandeel in de gemeenschappelijke bestanddelen omvat. Op dit onroerend goed of deze groep van onroerende goederen zijn 'statuten' van toepassing; die omvatten de basisakte en het reglement voor mede-eigendom. Het geheel van mede-eigendommen wordt vertegenwoordigd door een entiteit met als juridische vorm de 'algemene vergadering van mede-eigenaars', die wordt ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen. Op elk document opgesteld door de syndicus van een mede-eigendom, zoals een kostenafrekening of een fondsopvraging, is altijd het nummer van de kavel (of de referentie van de basisakte) vermeld. Dit type aanvaardbare bewijsstukken behoort tot de categorie "Eigendom". Als het appartement een mede-eigendom is, moet de certificateur het kavelnummer van de privatieve delen van het appartement invoeren en heeft de appartementscode de volgende structuur: Als het appartement deel uitmaakt van een mede-eigendom, heeft de appartementscode de volgende structuur: Nnn/kavelnr. Waarbij Nnn = aanduiding van de verdieping (zie punt hieronder) Kavelnr. = identificatie van het appartement in de basisakte. Enkel de referentie in de basisakte wordt vermeld op het certificaat. Aanvaardbaar bewijsstuk: voor het bestaan van een mede-eigendom en voor het kavelnr., verplicht bewijsstuk onder de categorie 'Eigendom' Appartement zonder mede-eigendom Voor een appartement dat geen deel uitmaakt van een mede-eigendom, heeft de appartementscode de volgende structuur: NnnZxx Deze code verschijnt niet op het certificaat. Le numéro d'un appartement qui ne fait pas partie d'une copropriété est composé de trois parties: Deel één: Nnn = aanduiding van het Niveau (=verdieping) N is een vaste letter die aangeeft dat het om informatie betreffende het 'Niveau' gaat; symbool "+" of "-" geeft aan of de verdieping is gelegen boven of onder de verdieping waar de hoofdingang van het gebouw gelegen is; nn getal met twee cijfers, bepaald volgens de nummering van de niveaus. Deel twee: Z = identificatie van de vleugel van het gebouw Z letter die aangeeft in welke vleugel het appartement gelegen is ("/" als er geen zijn); De vleugel van een gebouw is een blok en/of traphal of lift van een gebouw met slechts één huisnummer maar met verschillende ingangen. Versie 2.2: oktober

16 Deel drie: xx = identificatie van de inkomdeur van het appartement xx getal met twee cijfers dat de inkomdeur tot de woning op de gangverdieping identificeert. Als er maar één appartement per niveau bestaat, wordt de deur met de code «00» geïdentificeerd. De regels voor de nummering van de niveaus en deuren volgen de verplaatsingsregel die hieronder wordt verduidelijkt De verplaatsingsregel 1. Het beginpunt bepalen Het beginpunt voor de nummering van de verdiepingen is de hoofdingang van het gebouw. Het startpunt voor de nummering van de inkomdeuren is afhankelijk van de bestaande verticale circulatiemiddelen. Om het startpunt te bepalen zijn desgevallend de drie volgende regels van toepassing: Regel 1: de trap heeft voorrang op de lift; Regel 2: ingeval van meerdere trappen, is het beginpunt vastgesteld als de overlooptrede van de trap (of de deur van de sas ervan), die op de gelijkvloerse verdieping de eerste trap is die men tegenkomt wanneer men de hierna uitgelegde verplaatsingsregel toepast wetende dat een open trap voorrang heeft op een gesloten trap; Regel 3: indien er meer dan één deur in een sas is, dan is het startpunt de eerste deur die men tegenkomt als men de verplaatsingsregel toepast die hieronder wordt toegelicht. Definities: Bordesdeur = de deur van het appartement die uitgeeft op een bordes/sas/gemeenschappelijke hal (N.B.: een bordesdeur is in principe altijd voorzien van een deurbel) Een bordestrede = een trede in het verlengde van een bordes 2. Verplaatsingsregel De certificateur verplaatst zich, met de rug toegekeerd naar het hierboven gedefinieerde startpunt, langsheen de muur (terwijl hij op dezelfde verdieping blijft), met de borstwering of eender welke andere eigendomsbegrenzing aan zijn linkerzijde. De aanwezigheid van een deur in de circulatieruimte hindert de verplaatsing niet, omdat de nummering per verdieping geen rekening houdt met de aanwezigheid van een sas. Startpunt (niveaus) Startpunt (deuren) GV Afbeelding 2 - Startpunt van de nummering Versie 2.2: oktober

17 Nummering van het niveau/de verdieping: Nnn 1. Startverdieping De referentieverdieping is die van de hoofdingang van het gebouw. Doorgaans is dat het gelijkvloers. De code ervan is dus N+00. In specifieke gevallen moet de certificateur de verdieping kiezen die beantwoordt aan de omschrijving van het gecertificeerde deel dat op het EPB-certificaat staat. 2. Het - teken De verdiepingen die boven de gelijkvloerse verdieping liggen worden aangeduid met het teken "+". De verdiepingen die onder de gelijkvloerse verdieping liggen worden aangeduid met het teken "-". Merk op dat de EPB-certificatiemethode in zijn huidige versie maximaal twee ondergrondse verdiepingen voorziet. 3. De nummering nn De nummering wordt met één eenheid per verdieping verhoogd, oftewel N+01 (= 1 e verdieping), N+02 (= 2 de verdieping), N-01 (=1 e kelderverdieping) Bijzonder geval: halve verdiepingen Een halve verdieping wordt aangeduid met het verdiepingsnummer van de onderliggende gehele verdieping. Bijzonder geval: verdiepingen zonder wooneenheid Bij de nummering van de verdiepingen wordt ook een verdieping die geen wooneenheid huisvest (technische verdieping, kantoorverdieping, enz.) meegeteld. Bijvoorbeeld: Als de 7de verdieping van een gebouw van 10 verdiepingen een advocatenkantoor huisvest, dan begint de nummering van de appartementen op de 6de verdieping met N+06/01 en die op de 8e verdieping met N+08/ Identificatie van de vleugel/het blok: Z In sommige residentiële complexen die op één uniek adres gelegen zijn, worden de verschillende entiteiten als 'blokken' beschouwd, waarbij elk blok wordt geïdentificeerd aan de hand van een letter. In de appartementscode wordt die letter voor het deurnummer geplaatst. Naar analogie met vorig scenario, wanneer verschillende gebouwen vanaf een gemeenschappelijke inkom worden bediend door liften of trappen, waarbij de gemeenschappelijke inkom het enige verbindingsmiddel is tussen deze gebouwen, dan begint de nummering van de appartementen met een letter die de vleugelnummer aanduidt. De identificatie van de gebouwen begint met de letter A en gaat verder naar de volgende letter in de volgorde die bepaald wordt door verplaatsingsregels 1 tot 3 (zie afbeelding op Afbeelding 6 - Appartementscode: identificatie van de vleugels) Deurnummering: xx Voor de nummering van de inkomdeur van het appartement, gaat de certificateur als volgt te werk: 1. Hij verplaatst zich vanaf het startpunt van het bordes (hierboven gedefinieerd); 2. Hij volgt het bordes met inachtneming van de verplaatsingsregel; o de eerste bordesdeur van een appartement krijgt nummer 01; o het nummer wordt telkens met één eenheid verhoogd bij elke volgende bordesdeur die hij tegenkomt. Versie 2.2: oktober

18 Bijzonder geval: halve verdiepingen Voor de identificatie van de inkomdeur van het appartement op een halve verdieping gaat de certificateur voort op de nummering van een verdieping lager. Bijvoorbeeld: Als de inkomdeur zich bevindt op een halve verdieping tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping en er 4 appartementsdeuren op het gelijkvloers zijn, krijgt het appartement van de halve verdieping het nummer N+00/ Voorbeelden 1. Nummering van de verdiepingen Brussels huis verdeeld in appartementen De eerste bewoonde verdieping wordt bereikt via een eerste trapdeel. Dit huis wordt doorgaans een 'bel-etagewoning' genoemd. De verdieping wordt door code N+00 geïdentificeerd. STRA AT - 01 Afbeelding 3 Appartementscode: startverdieping 2. Nummering van de deuren 1ste VERDIEPING Afbeelding 4 Appartementscode: nummering van de deuren Versie 2.2: oktober

19 3. Startpunt op een verdieping die wordt bediend door een trap die uitgeeft op een sas met twee deuren. N+nn/02 Sas N+nn/01 De appartementen worden genummerd vanaf de sasdeur tegenover de lift. Afbeelding 5 Appartementscode: nummering vanaf een sas met 2 deuren 4. Nummering van de vleugels van een gebouw 1 ste toegang per eerst tegengekomen trap, volgens de verplaatsingsregel, vleugel A Vleugel A rechtstreekse toegang tot één enkele woning, geen vleugel Appartement bediend door trap nr. 1 op de eerste verdieping verdieping 01 van vleugel A Woning nr. 44 Appartement bediend door trap nr. 2 op de eerste tussenverdieping verdieping 00 van vleugel B Woning nr. 44 Woning nr. 44 N+01A01 N+00B01 A N+00/01 Kinderdagverblijf Handelszaak 2 toegang per trap vleugel Woning nr. 40 N+01B01 nr. 46 nr. 44 nr. 42 GV 1ste Afbeelding 6 - Appartementscode: identificatie van de vleugels 5. Verschillende toegangen tot een woning In geval van verschillende toegangen houdt de certificateur rekening met de 'bezoekersinkom' bij de samenstelling van de appartementscode. Bij twijfel past de certificateur de volgende regels toe: Versie 2.2: oktober

20 Regel nr.1: als de deuren zich op dezelfde verdieping bevinden, dan houdt de certificateur rekening met de 1 ste deur die hij tegenkomt. Appartement T2 N+nn/02 Appartement T1 N+nn/01 Afbeelding 7 Appartementscode: verschillende toegangen tot eenzelfde verdieping Regel nr.2: bij twee verschillende verdiepingen krijgen volledige verdiepingen de voorrang. Als beide deuren zich op verschillende verdiepingen bevinden, dan geldt de deur van de onderste verdieping als referentie voor de appartementscode. Studio N+01/01 Duplex N+01/02 1 ste 1 e tussenverdieping Afbeelding 8 Appartementscode: verschillende toegangen tot 2 verschillende verdiepingen Voorbeelden: Als de toegangsdeur van een appartement zich op de halfverdieping tussen de benedenverdieping en de 1e verdieping bevindt en de benedenverdieping 4 appartementsdeuren heeft, wordt aan het appartement op de halfverdieping het nummer N+00/05 toegekend Op de tussenverdieping van een opbrengsteigendom bevindt zich een studio die toegankelijk is via enkele treden aan de zijkant, vlak achter de ingang van het gebouw (kelderkeuken). Er zijn geen appartementen op een lager niveau. Deze studio krijgt het nummer N-01/01. De appartementen op de verhoogde benedenverdieping krijgen de nummers N+00/01, N+00/02, Versie 2.2: oktober

21 2.3 Algemene gegevens Thermische massa Zware bouwmaterialen zoals beton, metselwerk, steen, enz. beschikken over een grote warmteopslagcapaciteit. Deze materialen slaan de warmte op van zonnestraling of van omgevingslucht die warmer is dan de materialen zelf. De warmte wordt terug afgegeven van zodra de omgevingstemperatuur lager is dan de oppervlaktetemperatuur van het materiaal (door convectie) en/of van zodra de temperatuur van omliggende voorwerpen daalt tot onder die van de betreffende wand (door straling) (uittreksel uit Energie+). De EPB-certificatiemethode houdt rekening met dit verschijnsel door het concept 'thermische massa' toe te passen op een vereenvoudigde manier. De wanden van het BV die in aanmerking moeten worden genomen, zijn dus beperkt tot de verlieswanden (gevels, vloeren, plafonds en daken) met hun kaders (deuren en ramen), de binnenwanden tussen de verschillende BV (scheidingsmuren) en vloeren tussen de verdiepingen. De enige binnenwanden die in aanmerking moeten worden genomen, zijn dus de wanden die het BV begrenzen. Het 'massieve' karakter van een wand wordt bepaald volgens onderstaande Tabel 2 hieronder: WAND MASSIEF NIET MASSIEF Muur Alle betonnen muren, metselwerk, Cellenbetonmuur Muur van onbekende samenstelling Houtskeletwand Van binnenuit geïsoleerde muur Deuren en ramen Scheidingswand van onbekende Holle scheidingswand (gips-karton) samenstelling Hellende daken / Traditioneel hellend dak Plat dak Of Plafond onder de zolder Plankenvloer Plat dak (alle structuren behalve houtskelet) Betonnen plafond, welfsels, balkenvloer (alle niet-lichte structuren) Plat dak of plafond van onbekende samenstelling Massief houten vloeren en zwevende dekvloer, niet geïsoleerd aan de binnenkant. Cellenbetonvloer, niet geïsoleerd aan de binnenkant. Alle betonnen bouwelementen (breedplaten, welfsels, ter plaatse gegoten betonnen vloerplaten, (gemengde) plaatvloeren) al dan niet voorgespannen, niet geïsoleerd aan de binnenkant. Alle vloeren met een structuur samengesteld uit metalen balken en een druklaag, niet geïsoleerd aan de binnenkant. Vloer van onbekende samenstelling Tabel 2 Massieve eigenschappen van een wand Dakvenster Plat dak in houtskelet Alle houten plafonds (roostering + bebording) Lichtkoepel Alle van binnenuit geïsoleerde plafonds Alle houten vloeren (roostering + bebording) Alle aan de binnenkant geïsoleerde vloeren. Versie 2.2: oktober

22 % Massieve verticale en hellende constructiedelen Aanvaardbaar bewijsmateriaal: facultatief, maar verplicht onder de categorie 'EPB documenten' te plaatsen. Op basis van het al dan niet massieve karakter van het geheel van de geanalyseerde wanden kent de certificateur aan de individuele woning één van de volgende drie categorieën van thermische massa toe: Zwaar Half zwaar Matig zwaar Licht % Massieve horizontale constructiedelen Afbeelding 9 Bepaling van de categorie van thermische massa Zware thermische massa: Een woning waarvan minstens 90% van de horizontale wanden (vloeren, plafonds, platte daken) en minstens 90% van de verticale en hellende wanden (muren, hellende daken) massief zijn, heeft een 'zware' thermische massa. Dat is bijvoorbeeld het geval voor een appartement uit de jaren 70, zoals dat in Afbeelding 36, met gevels in metselwerk en betonnen vloeren en plafonds. De binnenmuren zijn van gipsplaten (en zijn dus massief) en de beglazing bedraagt 20% van de bruto vloeroppervlakte. In dit geval is 100% van de horizontale wanden (vloeren, plafonds) massief. Er is ongeveer 17 m² buitenschrijnwerk voor 257 m² muren (binnen- en buitenmuren), wat geeft dat 93,8% (17/274) van de verticale wanden massief is Halfzware/matig zware thermische massa: Een woning met een thermische massa die niet beantwoordt aan de definitie van 'zware' of 'lichte' thermische massa, bezit een 'halfzware of matig zware' thermische massa. De meeste wooneenheden hebben een thermische massa in deze tussenliggende, 'halfzware/matig zware' categorie. Een voorbeeld hiervan is een appartement met gemetste gevels en een houten vloer, of een eengezinswoning onder hellend dak in houtskelet, met gevels bestaande uit metselwerk, houten vloeren op de bovenverdiepingen en betonnen vloeren op de gelijkvloerse verdieping en in de kelder Lichte thermische massa Een woning waarvan minder dan 50% van de horizontale wanden (vloeren, plafonds, platte daken) en minder dan 50% van de verticale en hellende wanden (muren, hellende daken) massief zijn, heeft een 'lichte' thermische massa. Een voorbeeld hiervan is een appartement in houtskelet, dat bovenop een bestaand gebouw is bijgebouwd. Versie 2.2: oktober

23 2.3.2 Oriëntatie van het gebouw De EPB-certificatiemethode kijkt naar de voorgevel van het gebouw waarin de wooneenheid is ondergebracht om de oriëntatie van alle gevels van de wooneenheid te bepalen. De voorgevel van het gebouw is de gevel van de hoofdingang, die doorgaans uitgeeft op de straat. De oriëntatie van het gebouw wordt bepaald als men buiten staat, met de rug naar de hoofdingang gekeerd. De oriëntatie wordt bepaald met behulp van een kompas of een satellietbeeld (raadpleegbaar via UrbIS Online, BruGIS, o.a.). Het gebruik van een kompas-app op smartphone of gelijkwaardig is niet toegestaan omdat dergelijke apps niet voldoende betrouwbaar zijn. De certificatiemethode houdt rekening met een beperkt aantal oriëntaties: noord, noordoost, oost, zuidoost, zuid, zuidwest, west en noordwest. Voor tussenliggende waarden kiest de certificateur de dichtstbijzijnde oriëntatie Bouw- of renovatiejaar De EPB-certificatiemethode is gebaseerd op de hypothese dat het gebouwontwerp conform de reglementaire eisen was op het ogenblik dat de bouwaanvraag werd ingediend. Onder invloed van verschillende reglementeringen en de evolutie van de energieprijzen, gingen bouwheren steeds meer aandacht besteden aan isolatie en de prestaties van technische installaties. Deze verschillende vereistenniveaus worden in aanmerking genomen. De standaardwaarden zijn aldus gunstiger naarmate de woning recenter is. Dit betekent dan ook dat het juiste bouwjaar van een gebouw een belangrijke parameter is bij de opstelling van een EPB-certificaat Bouwjaar Het bouwjaar van het gebouw dat de wooneenheid omvat, is dus een gegeven dat wordt gebruikt om de verschillende parameters te bepalen die worden gebruikt bij de berekening van de energieprestaties van de wooneenheid. De certificateur moet dit verplicht bepalen aan de hand van aanvaardbaar bewijsmateriaal, waarbij hij indien nodig de corrigerende factor toepast die vermeld wordt in onderstaande Tabel 3 hieronder Bepaling van het bouwjaar op basis van aanvaardbaar bewijsmateriaal De certificateur beroept zich op de volgende, in volgorde van prioriteit gerangschikte documenten, voor zover deze voorhanden zijn: 1. Stedenbouwkundige vergunning: het bouwjaar dat moet worden ingevoerd in de EPB-software, is het jaar waarin de stedenbouwkundig aanvraag werd ingediend 2. Uitvoeringsplannen of -details: als de datum waarop de aanvraag werd ingediend onbekend is, dan mag de certificateur vertrouwen op de datum die vermeld staat op de documenten die hebben gediend voor de oprichting van het gebouw, middels toepassing van een forfaitaire correctiefactor, die rekening houdt met de geschatte termijn tussen de uitvoering van de in de documenten beschreven werken en de referentiedatum van de stedenbouwkundige aanvraag. 3. Eigendom: De certificateur mag steunen op een uittreksel uit de kadastrale legger, die voor de meer recente gebouwen het jaar van voltooiing van de werken vermeldt. Voor oudere gebouwen wordt een periode vermeld. In dat geval vult de certificateur het beginjaar in van de periode die overeenstemt met de gegeven code. Voor appartementen in mede-eigendom: de datum van de stedenbouwkundige aanvraag wordt vermeld in de basisakte. Versie 2.2: oktober

24 4. EPB documenten: voor woningen waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning na 2 juli 2008 werd afgeleverd, wordt de datum van de voorlopige oplevering in de EPB-aangifte vermeld. 5. Plaat van de lift: de certificateur kan gebruik maken van de gegevens vermeld op de plaat van de lift om na te gaan of deze lift van bij het begin was voorzien en geïnstalleerd. 6. Bruciel ( als geen van de bovenvermelde bronnen beschikbaar is, kan de certificateur het jaar van de meest recente luchtfoto waarop de constructie niet aanwezig is vermelden. Als de certificateur beschikt over documenten die deel uitmaken van een prijsaanvraag- of uitvoeringsdossier, dan kan hij geconfronteerd worden met sets van plannen of documenten die op verschillende data zijn opgesteld; bij de plannen worden dan herzieningsindexen vermeld. In dat geval dient de datum van het oudste document als basis voor de toepassing van de forfaitaire correctie Jaarcorrectie op basis van aanvaardbaar bewijsmateriaal Om rekening te houden met de termijn die verloopt tussen de datum van indiening van de aanvraag en de opstelling van een document, moet de certificateur een forfaitaire correctie toepassen, afhankelijk van het aanvaardbare bewijsstuk waarover hij beschikt. Deze factoren zijn opgenomen in de onderstaande tabel. Jaar van de indiening van de aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning van de toekenning van de vergunning van opleveringsverslag het van ingebruikname van de oorspronkelijke lift van de gegraveerde steen Categorie Aanvaardbaar bewijsstuk Omschrijving Correctie Vergunningen Stedenbouwkundige vergunning / Vergunningen Eigendom Uitvoeringsplannen of -documenten EPB documenten Foto Stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning Aanwezig in de historiek van het goed beschreven in de authentieke akte PV van voorlopige oplevering definitief Signalisatieplaat van de lift - 1 jaar - 4 jaar - 5 jaar - 3 jaar Foto van de gevelsteen - 2 jaar Bestek - 2 jaar uitvoeringsdocument Uitvoeringsplannen of -documenten - 3 jaar Facturen van de kennisgeving Eigendom Kennisgeving van het kadastrale inkomen - 3 jaar Foto Bruciel Foto Jaar van de luchtfoto -1 jaar Tabel 3 - Bouw-/renovatiejaar: aanvaardbare bewijsstukken en corrigerende factoren In geval van verschillende, mogelijk tegenstrijdige, informatiebronnen betreffende het bouwjaar, moet de certificateur rekening houden met het bouwjaar dat op de hoogste plaats staat in de prioriteitenlijst. Versie 2.2: oktober

25 Voorbeelden van correcties: 1. Als het enige beschikbare document de stedenbouwkundige vergunning is, gedateerd op 30 juni 2001, dan wordt de datum van indiening van de aanvraag beschouwd als zijnde 30 juni 2000 en wordt als bouwjaar (in de software te coderen) 2000 ( jaar) genomen. 2. Als het enige beschikbare document een plan is, dat werd gebruikt bij de raadpleging van de aannemers (bijv. plannen van de aanbesteding) en dat gedateerd is op 30 juni 2001, dan wordt de datum van indiening van de aanvraag beschouwd als zijnde 30 juni 1998 en het bouwjaar 1998 ( jaar). 3. De meest recente luchtfoto voor het gebouw aan de Mistralstraat 3 dateert van Bij gebrek aan andere bewijsstukken, kan 1970 als bouwjaar worden genomen. Het aanvaardbaar bewijsstuk dateert van 01/01/1970, het behoort tot de categorie "Foto" en de naam is "Bruciel". Merk op dat als de aanvraagdatum na 02/07/2008 valt, er reeds een EPB-certificaat is afgeleverd door Leefmilieu Brussel, zoals vermeld in Standaardwaarde: Als geen enkel van deze gegevens beschikbaar is, dan moet de certificateur als bouwjaar 1945 ingeven. In dit geval is het aanvaardbaar bewijsstuk het Protocol-Boek I, categorie "EPB-documenten en is de datum gebaseerd op die van het Protocol Jaar van renovatie Als sommige delen van de woning gewijzigd of gerenoveerd zijn na voltooiing van de bouwwerken en deze werken de energie-eigenschappen van de wanden van de woning wijzigen, dan moet de certificateur het jaar van de renovatiewerken bepalen zoals hij het bouwjaar heeft bepaald. Met deze informatie wordt rekening gehouden in de certificatiemethode, voor elk gewijzigd of gerenoveerd element. Deze procedure wordt uitgewerkt in boek II, per betreffend gegeven Gegevens betreffende luchtdichtheid Luchtlekken als gevolg van ondichtheden zijn oncontroleerbaar en ongelijk gespreid in een woning. Ze hebben een grote impact op de energieprestaties van een gebouw en leiden ook tot een buitensporige luchtverversing in bepaalde ruimten. De luchtdichtheid van een constructie bepaalt haar vermogen om de luchtdoorgang van buiten naar binnen en omgekeerd te verhinderen. De binnenlucht in een woning moet evenwel ververst worden. Luchtdichtheid en gecontroleerde ventilatie zijn aldus twee complementaire vereisten in een woning. Versie 2.2: oktober

26 Afbeelding 10 Luchtdichtheid van een woning (Bron: WTCB Contact nr.33 (1-2012) Luchtdichtheid wordt gekwantificeerd aan de hand van het lekdebiet ( 50 ) dat de gebouwschil doorkruist per eenheid oppervlakte bij een bepaald drukverschil tussen de buitenkant en de binnenkant van het gebouw. In België wordt luchtdichtheid meestal uitgedrukt voor een drukverschil van 50 Pa. De luchtdichtheid van een woning moet op het einde van de werkzaamheden worden gemeten met behulp van een infiltrometrietest, ook wel blower-doortest genoemd. De resultaten van die test worden beschreven in een rapport. Voor de meeste bestaande woningen bestaat er geen meetverslag; voor de berekening wordt aldus een standaardwaarde van 12 m³/(h.m²) gebruikt. Aanvaardbaar bewijsstuk: verplicht, te klasseren in de categorie 'EPB documenten' Om het standaard lekdebiet te wijzigen, moet de certificateur beschikken over een verslag van een dichtheidsproef uitgevoerd in overeenstemming met de norm NBN EN en aanvullende specificaties bepaald in de EPB-regelgeving. (zie De certificateur moet dit verslag gebruiken om het lekdebiet te bepalen: 1. ofwel hanteert hij het luchtlekdebiet V 50 (m³/h) bij een drukverschil van 50 Pa). 2. ofwel hanteert hij het ventilatievoud n 50 [/h]. v Soms geeft het verslag ook het specifieke lekdebiet w50 per m³/(h.m²). Dit verkrijgt men door het gemiddelde lekdebiet bij 50 Pa te delen door de netto vloeroppervlakte (= nuttige oppervlakte) en niet door de verliesoppervlakte van de wanden. Het mag in deze dus niet gebruikt worden. Versie 2.2: oktober

27 Afbeelding 11 Voorbeeld van een verslag van een infiltrometrietest Als de certificateur vaststelt dat de test is uitgevoerd voor een groter deel van het gebouw dan de woning die hij certificeert, kan enkel de waarde n50 [/h] ingegeven worden Opvatting betreffende elektrische verwarming Indien een woning elektrisch wordt verwarmd, is de isolatiegraad van het gebouw over het algemeen hoog (hoger). De standaard thermische-weerstandswaarde is dan ook hoger als deze isolatie visueel niet kan worden vastgesteld. De certificateur moet nagaan of de woning oorspronkelijk elektrisch werd verwarmd en of dat nog steeds is. Hij kan dit afleiden uit de aanwezigheid van elektrische convectoren aan de wanden, die dateren van de bouwperiode van het huis (voor meer informatie, raadpleeg boek III betreffende de installaties) of, als de verwarmingsmethode is veranderd, uit oude foto's van de woning waarop dit type toestel staat afgebeeld. Een woning die tegenwoordig met elektrische verwarming is toegerust, maar voorheen een andere energievector (bijv. gas) gebruikte, kan daarentegen nooit als woning bestemd voor elektrische verwarming beschouwd worden. Het is immers waarschijnlijk dat er bij de bouw niet voorzien werd in bijzondere isolatie voor elektrische verwarming. Als de certificateur voldoende aanvaardbare bewijzen kan aanvoeren waaruit blijkt dat de verandering van verwarmingswijze gepaard ging met een grondige renovatie van de woning, met inbegrip van de isolatie van de verscheidene wanden (muren, daken en vloeren), dan kan hij concluderen dat deze woning oorspronkelijk elektrisch verwarmd werd. Opgelet: voor dit gegeven beschouwt de certificatiemethode een verwarming met (elektrische) warmtepomp niet als een elektrische verwarming. Versie 2.2: oktober

28 2.3.6 Niet-residentiële functie De certificateur moet nagaan of de woning ruimten omvat die geen residentiële bestemming hebben. Hij moet onderzoeken of deze ruimten al dan niet moeten worden geïntegreerd in de woning om het EPB-certificaat op te stellen. Hij gebruikt hiervoor de onderstaande methode: Woning Woning 2 Woning 1 Woning Kapsalon Opp. < 75 m² Kapsalon Opp. < 75 m² Kapsalon Opp. 75 m² Privaat gedeelte achteraan - woning Kapsalon Het betreft een eengezinswoning met een aanpalende, kleine handelszaak op de gelijkvloerse verdieping. De bruto vloeroppervlakte van het nietresidentiële deel is in dit voorbeeld kleiner dan 75 m² en kleiner dan de vloeroppervlakte van de wooneenheid. De certificateur mag aldus de ruimten van het kapsalon integreren in de wooneenheid. Het betreft een opbrengsteigendom met een kleine handelszaak op de gelijkvloerse verdieping. Er is a priori geen reden om het kapsalon te integreren in het EPB-certificaat van één van de woningen van het gebouw als dit niet verkocht of verhuurd wordt samen met de woning. Het kapsalon maakt geen deel uit van de aangrenzende woning op de eerste verdieping, die een eigen ingang heeft. Het kapsalon wordt niet geïntegreerd in het EPB-certificaat van wooneenheid 1, en ook niet in dat van wooneenheid 2. Privaat gedeelte achteraan Kapsalon - woning Het betreft een eengezinswoning met een aanpalende handelszaak op de gelijkvloerse verdieping. De bruto vloeroppervlakte van het nietresidentiële deel is in dit voorbeeld groter of gelijk dan 75 m² en kleiner dan de vloeroppervlakte van de wooneenheid. De certificateur mag de ruimten van het kapsalon in geen geval integreren in de wooneenheid. Afbeelding 12 - Voorbeelden van wooneenheden met aanpalende, niet-residentiële EPB-eenheid. De aan de woning 9 aanpalende lokalen bestemd voor niet-residentiële beroepsactiviteiten (met of zonder afzonderlijke toegang), met een vloeroppervlakte die kleiner is dan 75 m² en de oppervlakte van de woning, mogen voor de berekening van de energieprestaties van de wooneenheid 10 en het opstellen van het EPB-certificaat, beschouwd worden als deel van de woning en enkel in dit geval een residentiële functie krijgen. In alle andere gevallen wordt dit geheel van lokalen beschouwd als een niet-residentiële EPBeenheid. Dit betekent dat hun verkoop of verhuur een eigen EPB-certificaat van het type 'nietresidentieel' vereist voor alle lokalen die bestemd zijn voor de beroepsactiviteit De bestemmingen zijn deze bedoeld in paragrafen 1.2 tot 1.10 van Bijlage 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen. 10 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 februari 2011 betreffende het door een certificateur opgestelde EPB-certificaat voor wooneenheden - artikel Voor meer informatie over de regelgeving betreffende het EPB-certificaat voor niet-residentiële EPB-eenheden, raadpleeg de website van Leefmilieu Brussel. Versie 2.2: oktober

29 3 Beschermd volume en bruto vloeroppervlakte 3.1 Vooraf De energieprestatie van een onroerend goed wordt bepaald door een methode die steunt op het begrip 'beschermd volume' waarvan de omtrek wordt getrokken overeenkomstig de berekening van het overdrachtverlies. Deze berekening splitst het verlies in drie types op: H D = verlies door een wand die in contact staat met de buitenlucht H G = verlies door een wand die in contact staat met de grond of een ondergrondse ruimte H U = verlies door een wand die in contact staat met een aangrenzende, niet verwarmde ruimte Deze methode hanteert ook het principe van afwezigheid van thermische overdracht door een wand die twee beschermde volumes verdeelt. De wand van het beschermde volume die energie verliest door transmissie, wordt een 'warmteverlieswand' genoemd. Het geheel van verlieswanden van het beschermde volume vormt de 'warmteverliesoppervlakte' van het beschermde volume. Om de energieprestatie van een wooneenheid te bepalen, gaat de certificateur aldus eerst als volgt te werk: 1. hij identificeert alle ruimten van de wooneenheid die gecertificeerd moet worden (bijvoorbeeld: het appartement op de derde verdieping). 2. Hij deelt de ruimten die deze eenheid vormen in de volgende 3 families in: de ondergrondse ruimten (OR) de ruimten in het beschermde volume de aangrenzende onverwarmde ruimten (AOR) Aan de hand van deze analyse kan de certificateur alle ruimten identificeren op basis waarvan de verschillende grootten worden berekend die gebruikt worden in de berekeningsmethode van de EPBcertificering: beschermd volume, warmteverliesoppervlakten en bruto vloeroppervlakte. De certificateur moet een schema van het beschermde volume van de wooneenheid opmaken om de omtrek ervan correct te beoordelen en te verantwoorden. Dat schema moet bij een kwaliteitscontrole worden voorgelegd en de herberekening van het BV en de bruto vloeroppervlakte mogelijk maken. Het kan ook, samen met de omschrijving van het BV, opgeslagen worden in de software (zie verder, punt 3.6 hieronder) De opmetingen en omschrijving van de warmteverlieswanden worden verder besproken in boek II van dit protocol. 3.2 Definities Beschermd volume (BV) De wetgeving definieert het beschermd volume (BV) bondig als 12 het geheel van de lokalen waarin doorlopend of met tussenpozen energie wordt verbruikt om het binnenklimaat te regelen en het comfort van de gebruikers te verzekeren; 12 Artikel 2.2.1, 26 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing definieert het begrip 'beschermd volume'. Deze definitie wordt vervolledigd met Bijlage 2 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26/01/2017 tot vaststelling van de richtsnoeren en de criteria nodig voor de berekening van de energieprestatie van de EPB-eenheden en houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing. Versie 2.2: oktober

30 Het beschermd volume omvat: de doorlopend of met tussenpozen verwarmde of gekoelde ruimten; de niet verwarmde en niet gekoelde ruimten die niet met behulp van een geïsoleerde wand afgescheiden zijn van verwarmde of gekoelde ruimten (definitie in onderstaand punt hieronder); deze ruimten worden immers beschouwd als indirect verwarmde of gekoelde ruimten door warmtetransmissie afkomstig van de verwarmde of gekoelde ruimten. Met indirecte verwarming door ventilatie wordt geen rekening gehouden bij de bepaling van het beschermde volume. In dit protocol wordt het begrip 'BV' toegepast per wooneenheid. Voor appartementen bepaalt de certificateur dus enkel het BV van het appartement, en niet van het gebouw Geïsoleerde wand Onder geïsoleerde wand verstaat men: een opake wand waarvan de waarden R min /U max beantwoorden aan de door de EPB-eisen gedefinieerde waarden voor nieuwe EPB-eenheden op het ogenblik dat deze hieraan onderworpen waren, of een opake wand die een materiaal bevat waarvan de warmtegeleidingscoëfficiënt lager is dan of gelijk aan 0,08 [W/(m.K)]. een doorzichtige/doorschijnende wand waarvan de waarden R min /U max beantwoorden aan de door de EPB-eisen gedefinieerde waarden voor nieuwe EPB-eenheden op het ogenblik dat deze hieraan onderworpen waren, of een doorzichtige/doorschijnende wand die bestaat uit dubbel of driedubbel glas, of een dubbel raam. Bij twijfel of onvoldoende informatie mag de certificateur die niet zeker is of een wand over de volledige oppervlakte geïsoleerd is, ervan uitgaan dat deze niet geïsoleerd is Bruto vloeroppervlakte Voor de certificatiemethode is de bruto vloeroppervlakte (of vloeroppervlakte) van de woning gelijk aan de som van de vloeroppervlakten van alle ruimten binnen het beschermde volume. De bruto vloeroppervlakte kan dus pas worden bepaald nadat het BV is vastgelegd. 3.3 Elementen van het beschermd volume (BV) Voor een correcte bepaling van het BV moet de certificateur de wanden en ruimten onderscheiden waarmee hij rekening houdt in zijn analyse Verlieswanden Verlieswanden zijn wanden die het beschermd volume begrenzen. Om het beschermd volume te bepalen, moeten de verlieswanden worden geïdentificeerd. Het bepalen van het beschermd volume en het bepalen van de verlieswanden zijn dus onderling nauw verbonden. Versie 2.2: oktober

31 Om een verlieswand te bepalen, moet de certificateur de volgende principes hanteren: 1. de wanden die verschillende gebouwen scheiden: de bebouwde ruimten van aangrenzende percelen worden beschouwd als verwarmde ruimten; algemeen wordt de oppervlakte van mandelige muren tussen twee gebouwen dus niet beschouwd als een verliesoppervlakte. De scheidingsmuren tussen twee (eengezins-)woningen of tussen twee appartementen in aanpalende panden worden dus niet beschouwd als warmteverliesoppervlakten. 2. Ruimten onder het grondniveau: bij gebrek aan bewijzen die de aanwezigheid van aanpalende ruimten in de aangrenzende woning aantonen, gaat de certificateur ervan uit dat de verticale wand van de betreffende ruimte een verlieswand is die in contact staat met de aarde. Als het aanpalende gebouw aangrenzende vertrekken heeft, worden die beschouwd als verwarmd. 3. Gemeenschappelijke vrije muur: als er geen aanpalende constructie tegen de muur staat die op de perceelgrens is gebouwd, beschouwt de certificateur dit muurdeel als een warmteverliesoppervlakte. Een bijgebouw dat tegen een bijgebouw van de aanpalende woning staat, en dezelfde diepte heeft maar minder hoog is, heeft een gemeenschappelijke verliesoppervlakte die gelijk is aan de oppervlakte van de muur die boven het aanpalende bijgebouw uitsteekt. 4. Aanpalend gebouw in constructiefase: als de ruwbouw niet is voltooid, dan moet de certificateur dit gebouw als bezet beschouwen en zich baseren op de plannen van de stedenbouwkundige vergunning van dit gebouw om de te certificeren wanden te identificeren die later in contact zullen komen met één van haar lokalen; bij gebrek aan dit document, moet de certificateur het gebouw in aanbouw negeren en de gemeenschappelijke muur van de te certificeren woning beschouwen als een verlieswand. 5. Wanden die de wooneenheid afscheiden van andere ruimten van het gebouw: Het is niet eenvoudig om te bepalen welke aanpalende ruimten binnen een appartementsgebouw verwarmd worden. De certificateur moet ervan uitgaan dat de volgende aanpalende ruimten verwarmd worden: de overige appartementen binnen hetzelfde gebouw; een niet-residentiële EPB-eenheid (handelszaak, kantoor,...) in hetzelfde gebouw; de traphallen; de inkomhallen; de liftkokers; de kamers onder de zoldering; de gangen naar de appartementen; de technische lokalen op verdiepingen waar appartementen gelegen zijn; de technische kokers die niet vermeld worden onder punt , zoals bijvoorbeeld de kokers met nummer 1 op Afbeelding 18. De wanden die in contact staan met deze lokalen zijn bijgevolg geen warmteverliesoppervlakten. Voorbeeld De certificateur moet ervan uitgaan dat een dokterspraktijk, een kapsalon, een handelszaak of een kantoor in het gebouw van de certificeerde woning, die aan de woning - huis of appartement - grenst maar er niet in is opgenomen, een verwarmde ruimte is. De methode om de verlieswanden van een appartement te bepalen, wordt hieronder geïllustreerd. De verlieswanden staan aangeduid met pijlen. Versie 2.2: oktober

32 Standaardappartement Penthouse Afbeelding 13 - Verlieswanden van een appartement (plattegrond) Aard van de ruimten De types van ruimten die aan de EPB-eenheid grenzen (het bestaan van verliezen naar deze ruimten) beïnvloeden de berekening van de verliezen en bepalen mee het beschermde volume. De certificateur moet de volgende ruimten onderscheiden: Ruimte bestemd voor menselijke bezetting Een ruimte bestemd voor menselijke bezetting is 13 een ruimte die bedoeld is om mensen een langere tijd te laten vertoeven. Deze definitie is gelijkaardig aan de definitie van bewoonde lokalen in de Huisvestingscode en de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening - GSV (luik 2). De belangrijkste residentiële ruimten voor menselijke bezetting zijn: woonkamer, living, eetkamer, kamer, bureau, keuken, bijkeuken, onthaalruimte, inkomhal, speelkamer, zwembad, bibliotheek, dressing. Bijgevolg definieert men een ruimte niet bestemd voor menselijke bezetting als een ruimte die bedoeld is om mensen bij een normaal gebruik maar een relatief korte tijd te laten vertoeven (gang, traphal, toilet, badkamer, garage, stookplaats, enz.). Voor de EPB-certificatiemethode worden de gangen en trappen naar lokalen bestemd voor menselijke bezetting gelijkgesteld aan lokalen voor menselijke bezetting. Om de ruimten bestemd voor menselijke bezetting te bepalen, baseert de certificateur zich op de volgende informatie, in deze volgorde: 13 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26/01/2017 tot vaststelling van de richtsnoeren en de criteria nodig voor de berekening van de energieprestatie van de EPB-eenheden en houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing. Versie 2.2: oktober

33 Prioriteit nr.1. de plannen van stedenbouwkundige vergunning; Prioriteit nr.2. de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) die de bewoonbaarheidsnormen van woningen bepaalt, en voor 'bewoonbare' lokalen de volgende normen oplegt: een minimale hoogte onder het plafond 14 die beantwoordt aan de volgende voorwaarden: Tabel 4 Minimumhoogte onder het plafond van de 'bewoonbare' lokalen (Bron GSV) We merken op dat voor deze analyse geen rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van een mezzanine. Een natuurlijke verlichting 15 die voldoet aan de volgende voorwaarden: o Alle bewoonbare lokalen moeten natuurlijk verlicht zijn, behalve de keuken; o De netto lichtdoorlatende oppervlakte bedraagt minstens 1/5 de van de vloeroppervlakte. Dit wordt teruggebracht op 1/12 de van de vloeroppervlakte voor bewoonbare lokalen waarvan de lichtdoorlatende oppervlakte zich onder hellend dak bevindt. Met het oog op vereenvoudiging mag de certificateur de netto lichtdoorlatende oppervlakte gelijkstellen met 4/5 van de glasoppervlakten van de muuropening, zoals hieronder geïllustreerd. Netto lichtdoorlatende oppervlakte (NLO) Volgens het GSV Vereenvoudigde methode B A1 (beglazing) A A Ondergrondse ruimte NLO = axb + 2 x cxd NLO = (A1 x B) x 4/5 Afbeelding 14 Netto lichtdoorlatende oppervlakte: berekeningswijze Voor de toepassing van dit protocol beantwoorden de termen 'ondergrondse', 'gedeeltelijk ondergrondse' en 'in de kelderverdieping gelegen' ruimten aan één en dezelfde notie: een ruimte die beantwoordt aan minstens één van de twee volgende voorwaarden: de ruimte is een al dan niet geventileerde kruipkelder; 14 GSV, Titel 2, art 4, waarbij 'bewoonbaar lokaal' gelijk wordt gesteld met een ruimte bestemd voor menselijke bezetting. 15 GSV, Titel 2, art. 10 Versie 2.2: oktober

34 de ruimte wordt niet rechtstreeks verwarmd/gekoeld en dient niet voor menselijke bezetting. Meer dan 70% van haar warmteverliesoppervlakte staat in contact met de grond, waarbij ten minste één van haar verticale wanden in contact staat met de grond of met een andere ondergrondse ruimte. Een voorbeeld: Een kelder met als enige verlieswanden een muur en een vloerplaat, die beide volledig in contact staan met de grond. Warmteverliesoppervlakte: 100% in aanraking met de grond. Verticale wand: 1 muur in aanraking met de grond Aangrenzende onverwarmde ruimte (AOR) Een niet verwarmde aangrenzende ruimte is een bufferruimte tussen het beschermde volume en de buitenomgeving. Voor de toepassing van dit protocol is een aangrenzende, onverwarmde ruimte: ofwel een luchtlaag met een dikte van meer dan 30 cm die in een bouwelement is geïntegreerd; ofwel een ruimte, d.w.z. een afgesloten ruimte, die geen deel uitmaakt van een BV en die: o aanpalend is aan een BV, of aan een AOR die aanpalend is aan het BV; o en die geen ondergrondse ruimte is. Voorbeelden: Alle ruimten die niet beantwoorden aan de voorwaarden om te kunnen worden geïntegreerd in het BV en die boven het maaiveld gelegen zijn: een onverwarmde/ongekoelde berging of zolder die thermisch gezien van de rest van het gebouw afgezonderd is; een koetspoort achteraan uitgerust met ondoorlatend schrijnwerk achteraan. 3.4 Omtrek van het beschermde volume Zoals reeds aangehaald in de inleiding, is het BV een belangrijke parameter bij de berekening van de energieprestatie van de wooneenheid. Het opnemen van een ruimte in het BV, heeft een aantal gevolgen: de in de berekeningsmethode gebruikte stellingen (d.w.z. de binnentemperatuur, de ventilatiefactor, enz.) zijn dan van toepassing op deze ruimten; de wanden die dit lokaal afscheiden van de ruimten die geen deel uitmaken van het BV moeten als warmteverliesoppervlakten worden ingerekend; de aanbevelingen betreffende de gebouwschil hebben enkel betrekking op deze wanden. In de praktijk is het de ontwerper die bepaalt welke ruimten deel uitmaken van het beschermde volume en die aldus de juiste wanden isoleert in functie van zijn keuze. Bij de certificatie van bestaande woningen is het bepalen van het beschermde volume niet altijd een eenvoudige klus. De certificateur die correct te werk gaat, moet hiervoor nauwgezet het hieronder beschreven stappenplan volgen. Telkens in een stap één of meerdere ruimten toegevoegd worden aan het beschermde volume, is het niet nodig deze ruimten verder te toetsen aan de volgende stap in het stappenplan. Enkel de overblijvende lokalen, die nog niet aan het BV zijn toegevoegd, moeten bij de volgende stappen beoordeeld worden. Versie 2.2: oktober

35 Voor de toepassing van het stappenplan, gaat de certificateur ervan uit dat: Een opening is af te dichten als zij kan worden gesloten door middel van schrijnwerkelementen (deur, deurraam, raam, rolluik of luik). Een gordijn wordt niet beschouwd als een element dat een muuropening dichtmaakt. De ruimten van een woning die met elkaar in verbinding staan door openingen (muuropeningen of uitsparingen) die niet afgesloten kunnen worden, worden niet beschouwd als afzonderlijke ruimten en vormen aldus één en dezelfde ruimte. Voorbeelden: Een Amerikaanse, open keuken die uitgeeft op de woonkamer, wordt samen met deze woonkamer als één enkele ruimte gezien. De inkomhal van een huis die in verbinding staat met de traphal en gangen (zonder afsluiting) wordt samen met deze delen beschouwd als één enkele ruimte. Versie 2.2: oktober

36 3.4.1 Stappenplan De certificateur analyseert elke ruimte van de woning volgens de onderstaande beslissingsboom (of het stappenplan) waarvan elke stap moet uitvoerig beschreven worden. Stappenplan voor het bepalen van het beschermde volume (BV) Telkens in een stap één of meerdere ruimten aan het Beschermd Volume zijn toegekend, is het niet nodig deze ruimten te toetsen aan de volgende stappen in het stappenplan. Een geheel van woonlokalen is opgenomen in een volume Stap 1 waarvan de volledige omtrek bestaat uit wanden die in contact staan met een aangrenzende EPB-eenheid of geïsoleerde wanden nee Ja BV Stap 2 De ruimte is bestemd voor menselijke bezetting ja BV nee Stap 3 De ruimte is de badkamer of de toilet Ja BV nee Stap 4 De ruimte is direct verwarmd/gekoeld Ja BV nee Stap 5 De ruimte is wind- en waterdicht, gemakkelijk toegankelijk, beloopbaar en niet ondergronds Ja nee Stap 6 De ruimte is indirect verwarmd/gekoeld Ja BV nee Stap 7 Overige ruimten nee nee nee Aangemerkt als een AOR Aangemerkt al seen ondergrondse ruimte >75% van de wanden zijn geïsoleerd of in contact met BV Overige ruimte Ja Ja Ja Ja Geen BV Geen BV BV Geen BV Afbeelding 15 - Het stappenplan voor de bepaling van het BV Versie 2.2: oktober

37 Stap 1: de warmteverliesoppervlakte van de woning is volledig geïsoleerd Als een geheel van aangrenzende lokalen een volume vormt waarvan de omtrek volledig uit wanden bestaat die in contact staan met een naburige EBP-eenheid of geïsoleerde wanden. 16 (zie definitie in punt 3.2.2), dan maken deze lokalen deel uit van het beschermd volume van de woning. De lokalen die niet worden geselecteerd in deze stap worden geanalyseerd in stap 2. Voorbeelden Als de wooneenheid een volledig gesloten bebouwing is (de aanpalende gebouwen zijn minstens even hoog en diep als de gecertificeerde woning) waarvan de gevels (muren en ramen), het dak en de vloer geïsoleerde wanden zijn, dan maken alle ruimte van de wooneenheid die in deze geïsoleerde gebouwschil zitten, deel uit van het BV, omdat de aanpalende gebouwen principieel beschouwd worden als bewoonde en verwarmde woningen. Alle ruimten van een appartement met als enige verlieswand een gevel die een 'geïsoleerde wand' is, maken deel uit van het BV van dat appartement. Daarentegen: Een rijwoning is opgebouwd uit twee bouwlagen en een zolderruimte onder een hellend dak. Het dak beantwoordt aan de definitie van een 'geïsoleerde wand. De voorgevel en de achtergevel zijn niet geïsoleerd en lopen nog een halve meter in de zolderruimte door. In deze stap mag de zolder niet bij het BV worden gerekend. Stap 2: identificeren van ruimten bestemd voor menselijke bezetting Alle ruimten bestemd voor menselijke bezetting zijn per definitie inbegrepen in het beschermde volume, zelfs als die niet verwarmd of gekoeld worden. De ruimten die in deze stap niet tot het beschermde volume behoren (en die dus niet door mensen gebruikt worden) worden beoordeeld in stap 3. Stap 3: één badkamer, één wc Zoals eerder aangehaald (cf. punt op pagina 5) beschikt een wooneenheid minstens over een keuken, een toilet en een badkamer. Doordat de keuken bestemd is voor menselijke bezetting, is de keuken al in stap 2 toegevoegd aan het BV. Het BV moet dus minstens één badkamer (bad of douche) en één wc omvatten. Indien op basis van stap 1 nog geen badkamer (bad of douche) of toilet deel uitmaken van het beschermde volume, moet de certificateur deze in deze stap toevoegen aan het BV, rekening houdend met de volgende elementen: Als de wooneenheid meer dan één badkamers heeft, dan kiest de certificateur de badkamer met de grootste nuttige oppervlakte. Voor de wc geeft de certificateur de voorkeur aan de ruimte die exclusief hiertoe bestemd is en die het dichtst bij de woonkamer gelegen is. Deze ruimte hoort bij het BV, ook al beschikt de reeds geselecteerde badkamer ook over een toilet. De andere ruimten, met inbegrip van de andere badkamers en wc's, worden getoetst aan de criteria van stap De définitie van Geïsoleerde wand: zie punt op pagina 30. Versie 2.2: oktober

38 Stap 4: Identificeren van de direct verwarmde/gekoelde ruimten Ruimten die beschikken over een vast verwarmingsafgifte- of koelsysteem, behoren tot het BV. De verwarmingslichamen waarmee de certificateur rekening houdt zijn de afgiftelichamen waarmee hij de energiesectoren kan bepalen (zie boek III). Voorbeelden Een veranda die uit enkelvoudige beglazing bestaat maar met radiatoren uitgerust is, behoort tot het BV. De aanwezigheid van een radiator in een garage geldt als een indicatie dat de ruimte bij het beschermde volume hoort, ongeacht of de radiator werkt; zelfs als de afsluiter ontbreekt, mag de radiator niet genegeerd worden. Daarentegen: De aanwezigheid van een verplaatsbaar verwarmingstoestel geldt niet als een indicatie dat de ruimte bij het beschermde volume hoort. Ook de centrale verwarmingsketel wordt niet als een afgiftesysteem beschouwd en zijn aanwezigheid in een ruimte geen indicatie over het deel uitmaken van deze ruimte van het BV. De beoordeelde ruimten die niet beschikken over een vast verwarmingslichaam worden getoetst aan stap 5. Stap 5: wind- en waterdicht, gemakkelijk toegankelijk, beloopbaar en niet ondergrondse ruimte Een ruimte die niet wind- en waterdicht is, wordt geïdentificeerd aan de hand van de minimale verplichte samenstelling van een hellend dak (minstens een onderdak, een bebording (aansluitend) of een binnenafwerking) en op basis van het gezond verstand. Een dergelijk lokaal is bijvoorbeeld: een lokaal met een openstaande opening naar buiten (een kelder met keldergat); een ruimte waarbij de dakpannen vanaf de binnenzijde zichtbaar zijn. We merken evenwel op dat voor de EPB-certificatiemethode, een (werkzame) garagedeur wordt beschouwd als wind- en waterdicht. Een ruimte die moeilijk toegankelijk is vanuit het BV, wordt niet tot het beschermde volume gerekend, zoals bijvoorbeeld een ruimte die enkel toegankelijk is door middel van een ladder of een opvouwbare trap een toilet op een binnenplaats, aanpalend aan het beschermde volume, maar enkel toegankelijk via de binnenplaats (en die niet werd geïntegreerd in stap 3). De afwerking van de vloer moet ook het gebruik van de ruimte mogelijk maken. Een zolder die toegankelijk is via een normale trap, maar zonder planken op de houten spanten van de zoldervloer, is bijvoorbeeld een niet beloopbare ruimte. Het beginsel ondergrondse ruimte wordt gedefinieerd in Ruimten die wind- en waterdicht zijn, gemakkelijk toegankelijk, beloopbaar en niet ondergronds zijn, worden getoetst aan stap 6. De overige ruimten worden getoetst aan stap 7. Stap 6: indirect verwarmd Ter herinnering: als de certificateur niet zeker is of een wand over de gehele oppervlakte geïsoleerd is, dan gaat hij ervan uit dat die wand niet geïsoleerd is. Versie 2.2: oktober

39 Een ruimte wordt beschouwd als indirect verwarmd/gekoeld als ten minste één van de wanden die haar afscheidt van de direct verwarmde/gekoelde ruimten van de rest van het BV van de gecertificeerde wooneenheid niet geïsoleerd is. Het feit dat een ruimte in contact staat met een aanpalende wooneenheid, die verondersteld wordt verwarmd te zijn, volstaat in deze stap niet om deze ruimte als indirect verwarmd te beschouwen. De ruimten die indirect verwarmd worden maken deel uit van het BV van de wooneenheid. De niet indirect verwarmde ruimten worden getoetst aan stap 7. Voorbeeld Een zolder met geïsoleerde vloer boven direct verwarmde kamers, die toegankelijk is via een trap vanaf een hal die niet direct verwarmd wordt. De zolder staat ook niet in contact met direct verwarmde ruimten van de gecertificeerde wooneenheid via een nietgeïsoleerde wand. Deze zolder is daarom niet indirect verwarmd en moet dan ook getoetst worden aan stap 7. Stap 7: overige ruimten De ruimten die in dit stadium overblijven, moeten worden getoetst aan de volgende regels: 1. Een ruimte die als ondergrondse ruimte kan worden aangemerkt, behoort niet tot het beschermde volume. 2. Een ruimte die als niet verwarmde aanpalende ruimte kan worden aangemerkt, behoort niet tot het beschermde volume. 3. Als ten minste 75% van de wanden van een ruimte geïsoleerde wanden zijn of wanden die in contact staan met een beschermd volume, dan behoort deze ruimte tot het beschermde volume. 4. De overige ruimten maken geen deel uit van het beschermde volume. Niet ondergrondse ruimten gelegen in een kelder of op zolder die niet tot het beschermde volume gerekend worden, kan de certificateur toch opnemen in het BV, op voorwaarde dat 75% van de kelder of zolder op basis van voornoemde stappen wel tot het BV behoort. Als een ruimte in een kelder of zolder deel uitmaakt van het BV, mag ook de gang (circulatie) naar deze ruimte tot het BV gerekend worden. Bij twijfel of een ruimte al dan niet tot het BV hoort, zal de certificateur beslissen om de ruimte niet op te nemen in de BV Aanvullende vereenvoudigingen: Om te grillige omtreklijnen voor de berekening van de verliesoppervlakte te vermijden mag de certificateur de volgende vereenvoudigingen toepassen: 1. Kleine nissen onder een hellend dak met een gezamenlijke oppervlakte gelijk aan of kleiner dan 10% van de bruto vloeroppervlakte van de verdieping waarop ze gelegen zijn, worden tot het beschermde volume gerekend. 2. Aangrenzende lokalen met een vergelijkbare functie en inrichting (twee kelders, een opslagruimte en een kelder enz.) kunnen worden geanalyseerd in stap 5 of 7 alsof ze één lokaal vormen. Versie 2.2: oktober

40 Bijvoorbeeld : Kelder 1 en kelder 2 kunnen als één kelder worden beschouwd (zelfde functie, zelfde inrichting). De kruipruimte mag daar echter niet worden bijgevoegd (niet toegankelijk lokaal). Dat geldt ook voor de traphal en de gang (doorgangsfunctie) Afbeelding 16 - Vereenvoudiging voor een traphal Een traphal of trap naar een ruimte die geen deel uitmaakt van het beschermde volume maar gelegen is op een verdieping die wel deel uitmaakt van het BV, wordt tot het beschermde volume gerekend. De begrenzing bevindt zich dan ter hoogte van de vloer of het plafond. Dit kan bijvoorbeeld - zoals is aangegeven op de onderstaande afbeeldingen. Geval 1: de trap naar de kelder is afgesloten ter hoogte van de benedenverdieping. Het bovenste gedeelte van de traphal, begrensd door een fictieve vloer op het niveau van de benedenverdieping, wordt opgenomen in het BV.. BV Trap buiten BV Geval 2: de zoldertrap is afgesloten aan het begin De traphal naar de zolder is afgesloten ter hoogte van de verdieping onder de zolder. Het onderste gedeelte van de traphal, begrensd door een fictief plafond op het niveau van de zolder, wordt opgenomen in het BV. BV Trap binnen BV Geval 3: de trap naar de zolder is afgesloten aan de ingang. De trap en zijn platform zijn volledig gesloten. Om het eenvoudig te houden, wordt zijn volume niet opgenomen in het BV, dat wordt begrensd door een fictief plafond onder de zolder. BV Trap binnen BV Afbeelding 17 - Vereenvoudiging voor een traphal - 1 Versie 2.2: oktober

41 Uitzonderingen: Bijsturingen van het stappenplan zijn enkel in uitzonderlijke situaties mogelijk, zoals een wooneenheid in slechte staat, een wooneenheid met een zeer beperkt aantal verwarmde ruimten,... De verantwoording van de bijsturing dient steeds bij de schets voor het afbakenen van het BV gevoegd te worden zodat bij een controle deze uitzondering kan gemotiveerd worden Bijzondere gevallen Technische kokers Wanden van ruimten die in contact staan met technische kokers die beantwoorden aan één of meer van de volgende kenmerken, zijn verlieswanden: ze bevatten een gastoevoerbuis; ten minste één van hun zijden staat in contact met de buitenomgeving. Dat is het geval van kokers van het type 2 op onderstaande Afbeelding 18. ze zijn sterk en op continue wijze geventileerd (= verluchtingen), d.w.z. dat er een opening aan de boven- en/of onderkant is voorzien en dat de tochtstroom voelbaar is; bij twijfel gaat de certificateur ervan uit dat de koker sterk geventileerd is; De wanden van het beschermde volume die in contact staan met deze kokers moeten beschouwd worden als in contact met de buitenomgeving. Technische koker Omtrek van het BV Verliesoppervlakte Afbeelding 18 - Bepalen van het BV: technische kokers Wanden die in contact staan met de volgende ruimten zijn eveneens verlieswanden : ondergrondse ruimten, doorgaans kelders, garages, stookplaatsen op de kelderverdieping; technische lokalen op het dak. We merken op dat de certificateur technische kokers met een zwakke grondinname (oppervlakte kleiner dan 0,5 m²) 17 mag negeren. 17 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26/01/2017 tot vaststelling van de richtsnoeren en de criteria nodig voor de berekening van de energieprestatie van de EPB-eenheden en houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing. bijlage 2, punt Versie 2.2: oktober

42 Wc's op gemeenschappelijke overloop Er bestaan een aantal gevallen van appartementen die over een wc op de overloop van de gemeenschappelijke traphal beschikken (aanname: het appartement beschikt reeds over een badkamer zonder wc en een keuken): Als de wc op de overloop de enige bruikbare wc is voor de bewoners van de wooneenheid, en die wc is gemeenschappelijk (wordt gebruikt door) verschillende andere wooneenheden (bijvoorbeeld een wc op de tussenverdieping die wordt gebruikt door het appartement boven en het appartement onder), en als er geen EPB-certificaat 'wooneenheid' kan worden afgeleverd omdat de woning niet beantwoordt aan de definitie van een wooneenheid. Als de enige wc die bruikbaar is voor de bewoners van de wooneenheid toegankelijk is vanuit een gemeenschappelijke ruimte, maar in de akte van verkoop of verhuur wordt aangegeven dat de wc uitsluitend behoort tot de wooneenheid, dan moet er een EPB-certificaat 'wooneenheid' worden afgeleverd dat deze 'wc-ruimte' opneemt in het BV. Als deze wc op de overloop bruikbaar is door de bewoners van de wooneenheid en toegankelijk is vanuit een gemeenschappelijke ruimte, maar er bestaat nog een andere wc (privé) in het appartement, dan moet er voor deze wooneenheid een EPB-certificaat worden opgesteld waarvan het beschermde volume deze ruimte 'overloop-wc' kan omvatten, op voorwaarde dat die wordt weerhouden in het stappenplan. We merken op dat deze ruimte niet kan worden geïntegreerd in stap Kelder of garage die samen met een appartement wordt verhuurd/verkocht Appartementen kunnen verhuurd of verkocht worden met een kelder, een parkingplaats binnen of een berging onder dak (een dakkamer) die niet direct toegankelijk is via de wooneenheid. Deze ruimten zijn niet bestemd voor huisvesting van personen en behoren ook niet tot hetzelfde beschermde volume als de wooneenheid. De certificateur zal deze ruimten dan ook niet bij het beschermde volume rekenen, zelfs niet wanneer deze uitgerust zijn met een verwarmingslichaam of zijn opgenomen in de transactieakte. Voor de analyse van het beschermde volume van de wooneenheid zal de certificateur deze ruimten gelijkstellen met aanpalende ruimten. 3.5 Meten van het beschermde volume (BV) Het beschermde volume van een gebouw wordt berekend op basis van de buitenafmetingen. Het BV bevat dus niet alleen het ingesloten luchtvolume, maar ook het volume van de binnen- en buitenwanden. De wanden die de scheiding vormen tussen twee verschillende beschermde volumes horen voor de helft van hun dikte bij de twee beschermde volumes die zij scheiden Meten ter plaatse en/of op plan Muren De meting van het beschermde volume stopt bij de onbeklede buitenzijde van de muur, wat ook de geventileerde aard van de eventuele bedekking is en zonder rekening te houden met de aanwezigheid van ramen of bouwelementen die minder dan 50 cm uitsteken. Versie 2.2: oktober

43 gemene hartlijn gemene hartlijn BUI BUI TEN TEN Gevelbekleding: meten loodrecht op de bedekking BUI TEN BUI TEN Lichte gevels: meten loodrecht op de bedekking Gemene muur De meting van het beschermde volume stopt bij de hartlijn van deze muur als de muur twee gebouwen scheidt, of aan de bekledingsloze buitenzijde van de muur indien de muur in contact staat met de buitenomgeving. BUI buur Vloer op volle grond en muur in contact met de grond Voor een vloerplaat op volle grond, maakt het volume van de vloerplaat (onder het maaiveld) deel uit van het BV. De meting van het beschermde volume eindigt bij de onderzijde van het vloergeheel dat in contact staat met de grond. De aanaarding en funderingen maken geen deel uit van het vloergeheel. De continue lijn van het beschermde volume bevindt zich aan de buitenzijde van de gevel en aan de onderzijde van de vloer. Versie 2.2: oktober

44 Hellend dak, opstaande dakdelen en dakkapellen De lijn die het BV omringt, bevindt zich aan de buitenkant van de gevels en de dakbedekking (dakpannen, leien, zink enz.). Het beschermde volume wordt gemeten tot aan de buitenzijde van het dakgeheel (onderdak, isolatiebak of -plaat, bebording, dakspanten ) dat in contact staat met de buitenlucht en houdt geen rekening met onderbrekingen door dakramen die de dakhelling volgen. Het volume van de dakoversteken wordt niet meegerekend. Hetzelfde principe geldt voor alle lichte bouwwerken op het dak (dakkapellen, uilegaten, Franse daken, enz.) Plat dak Het beschermde volume wordt gemeten tot aan de buitenzijde van de afdichting, de isolatie (voor omkeerdaken) of het groentapijt (bij groendaken). Het volume van de dakopstanden wordt niet meegerekend. Het beschermde volume wordt begrensd door het horizontaal vlak dat door het laagste punt gaat. BIN. BUIT. BIN Terras Het beschermde volume wordt gemeten tot aan de buitenzijde van de volle verharding of de afdichting in geval van een open-voegverharding. Het volume van de opstanden wordt niet meegerekend. Het beschermde volume wordt begrensd door het horizontaal vlak dat door het laagste punt gaat. Terras 1ste verdiep Versie 2.2: oktober

45 Uitstekende vloer Het beschermde volume wordt gemeten tot aan de onderzijde van het vloergeheel dat in contact staat met de buitenomgeving. BIN. BUIT. BIN Wanden die in contact staan met een aangrenzende, niet verwarmde ruimte Het beschermde volume wordt gemeten tot aan de bekledingsloze buitenzijde van het wandgeheel (aan de zijde van de aanpalende ruimte.) Conventionele dikten van de verlieswanden In sommige situaties moet bij de meting ter plaatse de wanddikte afgeleid worden. De muurdikte kan doorgaans ter hoogte van de openingen gemeten worden. Maar als er geen openingen zijn, dan is het moeilijk, zo niet onmogelijk om een meting uit te voeren. Alleen in dat geval moet rekening worden gehouden met de volgende dikten voor de berekening van het beschermd volume: in contact met de buitenlucht Muur in contact met de grond of een kelderruimte in contact met een aangrenzende onverwarmde ruimte (AOR) tussen twee beschermde volumes van eenzelfde woning 18 Tussen twee gebouwen (verbouwde gemene muur) Tabel 5 Conventionele dikten van de muren Dikte in BV 30 cm 30 cm 15 cm 15 cm 15 cm N.B.: met deze afspraken moet de dikte niet meer zoals voorheen door twee gedeeld worden. De dikte van de vloeren kan doorgaans gemeten worden ter hoogte van de trappen. Als dat niet mogelijk is, dan gelden de volgende diktes: Vloeren in contact met de buitenlucht in contact met de grond of ondergrondse ruimte in contact met een aangrenzende onverwarmde ruimte tussen twee beschermde volumes van eenzelfde gebouw Tabel 6 Conventionele dikten van de vloeren Dikte in BV 30 cm 30 cm 15 cm 15 cm Naar analogie met de andere oppervlaktebepalingen wordt bij zowel platte als hellende daken dezelfde redenering gebruikt, d.w.z. dat er ook gerekend wordt met buitenafmetingen (dus de bovenkant van de dakbedekking). Indien de dikte van het dak niet gekend is, wordt standaard rekening gehouden met 30 cm. 18 bijvoorbeeld: tussen twee appartementen, tussen een appartement en een traphal, tussen een appartement en een liftkoker,...) Versie 2.2: oktober

46 Daken en plafonds plat dak hellend dak (gebinte inbegrepen) plafond in contact met een AOR plafond tussen twee beschermde volumes van eenzelfde gebouw Tabel 7 Conventionele dikten van de daken Dikte in BV 30 cm 30 cm 30 cm 15 cm Bij ruimten met een verlaagd plafond moet de certificateur de hoogte tot de begrenzing van het beschermde volume meten. De grens van het BV bevindt zich slechts zelden ter hoogte van het verlaagd plafond, behalve als dit verlaagd plafond de isolatielaag tussen het BV en de niet-verwarmde omgeving eromheen vormt. De certificateur moet dus meten vanaf de vloer tot aan de plafondsteen en in functie van de aanpalende omgeving de dikte van deze elementen toevoegen (zie herboven). Zoals aangegeven op de voorbeelden (zie verder) worden volgende elementen niet in het BV ingerekend: het volume ingenomen door een dakopstand of een uitkragende terrasplaat; dakoversteken bij platte daken; de oversteken of goten van een hellend dak met een breedte kleiner of gelijk aan 1m; vrijstaande kolommen; uitstekende delen van een buitenwand (die geen binnenruimte omsluiten) zoals uitstekende muur, etc.; een niet-geïsoleerde zoldertip. De bovenzijde van het plafond is dan de bovenste grens van het beschermde volume. Daarentegen worden nissen in de gevel met een horizontale oppervlakte kleiner dan 0,5 m² niet afgetrokken van het BV. schalmgat schalmgat > 4 m² behoort niet tot de bruikbare vloeroppervlakte Afbeelding 19 - Meten van het BV: nissen, schalmgat, uitstekende delen etc. Versie 2.2: oktober

47 Afbeelding 20 - Meten van het BV en de bruto oppervlakte: oversteken, uitkragingen, enz. 3.6 Beschrijving van het beschermde volume Om de leesbaarheid van de gegevens van het EPB-certificaat te verbeteren, moet de certificateur de gecertificeerd woning beknopt maar duidelijk beschrijven, met vermelding van de eventuele bijzonderheden die het energieprestatieniveau beïnvloeden: de lokalisatie van een appartement op de hoogste verdieping (verklaring voor de aanwezigheid van een dak), de toevoeging van een ongebruikelijk lokaal aan het BV, het feit dat geen rekening wordt gehouden met een tussenverdieping enz. Deze beschrijving is verplicht en is opgenomen in het invoerverslag. De certificateur kan als voorbeeld de beschrijvingen nemen vermeld in punt 3.8 hieronder. De certificateur kan tegelijkertijd de BV-schets ook opslaan in de software (zie 3.1 hierboven). 3.7 Meten van de bruto vloeroppervlakte De bruto vloeroppervlakte wordt berekend op basis van de buitenvlakken van de gevelmuren, waarbij de vloeren geacht worden aan één stuk door te lopen, zonder rekening te houden met de onderbreking door de binnenmuren en wanden, technische kokers, traphallen en liftschachten. Om de dikte van de wanden te bepalen die niet ter plaatse of op plan kunnen worden gemeten, worden dezelfde conventionele dikten gebruikt als voor de berekening van het BV. De trappen, vides, kokers en liftschachten die deel uitmaken van het BV van de wooneenheid, worden op elke verdieping gemeten. Als een vide of een uitsparing (= een stuk vloer dat is 'weggelaten') een oppervlakte groter dan 4 m² heeft, wordt die niet in de bruto vloeroppervlakte meegerekend. Bij oppervlakten kleiner dan 4 m², negeert de certificateur de vide of uitsparing. Versie 2.2: oktober

48 Afbeelding 21 - Voorbeeld van een vide (als > 4 m², wordt de oppervlakte niet meegerekend in de bruto Enkele toepasselijke regels vloeroppervlakte) 1. In de berekening van de bruto-oppervlakte worden alleen de vloeren van de lokalen van het beschermd volume in aanmerking genomen die een vrije hoogte hebben van minstens 2,10 m (zie Afbeelding 22) 2. Als er een verlaagd plafond is, moet de certificateur de hoogte onder het verlaagde plafond in aanmerking nemen om te bepalen of ze 2,10 m bedraagt. 3. De bruto-oppervlakte van de vloer van een tussenverdieping wordt beschouwd als de resterende oppervlakte van een ononderbroken vloer waarvan men de oppervlakte van de lege ruimte aftrekt. Voor de berekening van de bruto-oppervlakte van de vloer moet de certificateur dus aan de vrije kant van de tussenverdieping een conventionele wanddikte toevoegen (zie Tabel 5). Afbeelding 22 - Bruto vloeroppervlakte onder een hellend dak 3.8 Voorbeelden voor de bepaling van het beschermde volume en de bruto vloeroppervlakte Geïsoleerd huis met vide Omschrijving De woninggevels zijn volledig geïsoleerd. De vloeren van de gelijkvloerse verdieping en de zolder zijn geïsoleerd De zoldertip heeft geen warmtelichaam, zijn wanden die in contact staan met de buitenomgeving zijn niet geïsoleerd en hij is niet toegankelijk vanuit de binnenkant van de woning. Versie 2.2: oktober

49 Beschermd volume Volgens stap 1 is de warmteverliesoppervlakte van de woning volledig geïsoleerd. Alle ruimten binnen de geïsoleerde omtrek vormen het BV. De zoldertip is uitgesloten uit het BV. Afbeelding 23 - Grondplan geïsoleerd huis met vide 2,10 m Variant 1: Afbeelding 24 - Doorsnede geïsoleerd huis met vide Bij deze variant is de zoldertip (dak + gevels) geïsoleerd en de zoldervloer (= het plafond boven de eerste verdieping) niet. De zolder is niet toegankelijk. In dit geval maakt de zoldertip deel uit van het BV (stap 1). Toch wordt de oppervlakte van de zoldertip niet bij de bruto vloeroppervlakte van de woning gerekend omdat de hoogte kleiner is dan 2,10 m. De hellende dakvlakken worden volledig als verliesoppervlakte ingerekend, in tegenstelling tot de zoldervloer (het plafond boven de eerste verdieping). Variant 2: Indien zowel de zoldertip als de zoldervloer (= het plafond boven de eerste verdieping) geïsoleerd zijn, wordt de zoldertip niet meer tot het beschermde volume gerekend (want thermisch geïsoleerd van de woning en dus beschouwd als een niet verwarmde aanpalende ruimte). Zijn oppervlakte wordt dus Versie 2.2: oktober

50 niet meegerekend in de bruto vloeroppervlakte van het BV. De zoldervloer (het plafond boven de eerste verdieping) wordt dan beschouwd als een geïsoleerde verliesoppervlakte. Variant 3: Bij deze variant wordt verondersteld dat de berging op het gelijkvloers niet toegankelijk is vanuit de keuken maar enkel vanuit de tuin. Aangezien de berging geïsoleerd is, behoort deze ruimte tot het BV (stap 1). Bruto vloeroppervlakte In de inkomhal bevindt zich een trap en een vide. De oppervlakte van de vide is groter dan 4 m² en wordt bijgevolg niet meegeteld in de bruto vloeroppervlakte. Er wordt ook geen rekening gehouden met de oppervlakte onder het hellende dak lager dan 2,1 m Gerenoveerde rijwoning Omschrijving Deze rijwoning van 1930 werd in 2005 gedeeltelijk gerenoveerd. Het hellend dak werd vervangen en geïsoleerd. Op het gelijkvloers werd de bestaande achterbouw vervangen door een geïsoleerde uitbreiding (zithoek). De aangrenzende woningen zijn hoger en dieper dan de rijwoning. De kelders zijn 2,08 m hoog. Ze zijn toegankelijk via een trap die is afgeschermd van de inkomhal door een deur en een glas- en houtwand op het niveau van de benedenverdieping. Kelder 1 heeft een beetje daglicht via een hoog raam, hij is niet afgewerkt en wordt gebruikt als bergruimte. Kelder 2 is niet afgewerkt en heeft geen daglicht. Afbeelding 25 - Plan van een gerenoveerde rijwoning Versie 2.2: oktober

51 Beschermd volume Stap 1: Geen enkel geheel van aangrenzende ruimten van de woning is volledig beschermd door geïsoleerde muren of in contact met een aangrenzende beschermd volume. Het beschermd volume moet dus worden bepaald in de volgende stappen. Stap 2: De volgende lokalen zijn bestemd voor menselijke bezetting en maken deel uit van het BV: woonkamer, eetkamer, slaapkamer 1, slaapkamer 2, slaapkamer 3, keuken, inkomhal/traphal. Stap 3: Stap 4: Stap 5: Stap 6: Stap 7: De badkamer is geïntegreerd in het BV. In deze stap is geen enkel lokaal geïntegreerd. De zolder en zijn traphal zijn wind- en waterdicht, gemakkelijk toegankelijk en beloopbaar. Ze bevinden zich uiteraard niet ondergronds. Deze lokalen worden geëvalueerd in stap 6. De kruipruimte is niet beloopbaar. ze zal worden geëvalueerd in stap 7. De traphal in de kelder en de twee kelders zijn wind- en waterdicht, gemakkelijk toegankelijk en beloopbaar. a) De traphal heeft 3 grondkeerverlieswanden: de vloer en de achtermuur aan 100%, en de rechte muur tegen de kruipruimte (veronderstelling: +/- 75%). Aangezien er geen enkele indicatie wordt gegeven over de ondergrond van de buur links, wordt de linkermuur eveneens als grondkeermuur beschouwd (100%). Er blijft alleen twijfel over de muren die in contact staan met de kelders. Als volgens berekening meer dan 70% van de verlieswanden in contact zijn met de grond, is dit een ondergronds lokaal en zal de eventuele opname ervan in het BV worden bepaald in stap 7. b) Kelder 1 heeft 3 grondkeerverlieswanden: de vloer (100%), de muur vooraan en de muur achteraan (veronderstelling: +/- 75%). De muur met de deur naar de gang is een verlieswand (100%) met een ondergronds lokaal. Kelder 2 heeft 3 grondkeerverlieswanden: de vloer en de muur links (100%) en de muur vooraan (75%). De muur met de deur naar de gang is een verlieswand (100%) met een ondergronds lokaal. Aangezien de twee lokalen dezelfde configuratie hebben, kunnen worden gegroepeerd (zie bijkomende vereenvoudigingen, pagina Erreur! Signet non défini.); hieruit kunnen we besluiten dat kelder 1 en 2 een ondergronds karakter hebben want, bevestigd door een berekening, meer dan 70% van de verlieswanden staat in contact met de grond of een ondergronds lokaal. In stap 7 zal worden bepaald of ze al of niet in het BV worden opgenomen. De zolder en zijn traphal worden indirect verwarmd omdat ze in contact staan met de lokalen van het BV en de binnenmuren en hun plafond onder de zolder niet geïsoleerd zijn. Deze lokalen worden dus opgenomen in het BV. De bruto-oppervlakte van de zoldervloer is de vloeroppervlakte met een vrije hoogte van minstens 2,10m. De twee kelders, de traphal en de kruipruimte zijn ondergrondse ruimten en maken dus geen deel uit van het BV. Versie 2.2: oktober

52 H=2,10 m. Afbeelding 26 - Doorsnede van een gerenoveerde rijwoning Variant 1: Als de traphal die uitgeeft op de kelder open zou zijn, zouden de kelder en de hal/de traphal naar de verdiepingen als één ruimte worden beschouwd. De gang van de kelder zou dan deel uitmaken van het BV. Dit heeft echter geen invloed op het ondergrondse karakter van kelder 1 en 2 omdat de wanden die in contact staan met deze traphal geen verlieswanden meer zijn Variant 2: De hoogte van de ruimtes in de kelder is 2,5 m en ze hebben elk een grote daglichtopening. De certificateur beschikt niet over de plannen van de stedenbouwkundige vergunning maar kelders 1 en 2 worden als kantoor gebruikt en worden centraal verwarmd. In deze situatie horen de keldergangen (stap 6) en de kelders 1 en 2 (stap 2) bij het beschermde volume Alleenstaande villa Deze villa werd gebouwd in De gevels in spouw en de vloer van de benedenverdieping zijn niet geïsoleerd, het dak met 4 vlakken is gedeeltelijk geïsoleerd (alleen de vlakken ter hoogte van de eerste verdieping) en het plafond onder de zolder is geïsoleerd (vloer tussen de eerste verdieping en de zolder). Het volledig dak beschikt over een onderdak. De vensters zijn voorzien van dubbele beglazing. De zolder is toegankelijk vanuit de hobbyruimte met een ladder. De nissen en de zolder zijn niet afgewerkt. In de hobbyruimte zijn de vloer, de geschilderde snelbouw en de spanten (draagstructuur) in het plafond zichtbaar. Alle ruimten, met uitzondering van de nissen, zijn minimaal 2,10 m hoog. De certificateur beschikt over de originele plannen. Versie 2.2: oktober

53 Beschermd volume Stap 1: Geen enkel geheel van aangrenzende ruimten van de woning is volledig beschermd door geïsoleerde muren of in contact met een aangrenzende beschermd volume. Het beschermd volume moet dus worden bepaald door over te gaan naar de volgende stappen. Stap 2: De woonkamer, het bureau, de keuken, slaapkamer 1, slaapkamer 2, slaapkamer 3, slaapkamer 4, de hal op de benedenverdieping en de 1e verdieping en de ontspanningsruimte (speelkamer) worden opgenomen in het BV omdat het ruimten zijn die bestemd zijn voor menselijke bezetting. Stap 3: Stap 4: Stap 5: Stap 6: Stap 7: Badkamer 1 (grotere gebruiksoppervlakte dan badkamer 2) en het toilet maken deel uit van het BV. Badkamer 2 is verwarmd en maakt deel uit van het BV. De zolder (boven de 1e verdieping) is enkel toegankelijk met behulp van een ladder vanuit de ontspanningsruimte. Omdat ze moeilijk toegankelijk is, wordt deze ruimte geanalyseerd in stap 7. De berging (benedenverdieping), de garage, de ontspanningsruimte zijn wind- en waterdicht, beloopbaar en gemakkelijk toegankelijk. De ontspanningsruimte is uiteraard geen ondergrondse ruimte, ze zal worden geëvalueerd in stap 6. De nissen zijn ruimten onder een hellend dak, met een vrije hoogte van minder dan 2,10m, ze hebben een totale bruto vloeroppervlakte van minder dan 10% van de totale bruto vloeroppervlakte van de verdieping. Deze nissen worden dus opgenomen in het BV (zie bijkomende vereenvoudigingen). Uit de configuratie van de villa kunnen we besluiten dat de garage en de berging op de benedenverdieping geen ondergrondse lokalen zijn. Ze zullen dus worden geëvalueerd in stap 6. De berging, de garage en de ontspanningsruimte worden indirect verwarmd. Ze worden dus opgenomen in het BV. De zolder kan niet als ondergrondse ruimte worden aangemerkt, maar als een aangrenzende niet-verwarmde ruimte. Hij maakt dus geen deel uit van het BV. H=2,10 m Afbeelding 27 - Doorsnede van een alleenstaande villa Versie 2.2: oktober

54 Afbeelding 28 - Grondplan van een alleenstaande villa Bel-etagewoning Omschrijving Deze bel-etagewoning werd gebouwd in 1970 en is niet geïsoleerd. De vensters zijn voorzien van dubbele beglazing. De aanpalende woningen zijn dieper dan en even hoog als de woning. Beschermd volume Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4: Geen enkel geheel van aangrenzende ruimten van de woning is volledig beschermd door geïsoleerde muren of in contact met een aangrenzende beschermd volume. Het beschermd volume moet dus worden bepaald door over te gaan naar de volgende stappen. De woonkamer, de eetkamer, kamer 1, kamer 2, de dressing, het bureau, de keuken, de inkomhal en de traphal behoren tot het BV omdat zij bestemd zijn voor menselijke bezetting. Het toilet op de benedenverdieping en de badkamer zijn inbegrepen in het BV. In deze stap wordt geen enkele ruimte toegevoegd. Versie 2.2: oktober

55 Stap 5: Stap 6: De garage en de berging zijn wind- en waterdicht, beloopbaar en gemakkelijk toegankelijk; geen van deze lokalen heeft grondkeermuren. Aangezien ze dezelfde configuratie en vergelijkbare functies hebben (er voorwerpen onderbrengen), kunnen ze worden geanalyseerd alsof ze één lokaal vormden om te bepalen of het om ondergrondse lokalen gaat. Uit de analyse blijkt dat de vloer in contact met de grond +/- 60% vertegenwoordigt van de totale verliesoppervlakte (te bevestigen door de berekening), deze lokalen zijn dus geen ondergrondse lokalen. De garage en de berging worden indirect verwarmd en behoren tot het BV. Afbeelding 29 - Grondplan van een bel-etagewoning Afbeelding 30- Doorsnede van een bel-etagewoning Versie 2.2: oktober

56 3.8.5 Alleenstaande villa met speelruimte op zolder Omschrijving Deze vrijstaande niet-geïsoleerde villa dateert van In 1992 werd een niet-verwarmde veranda (dubbele beglazing) tegen de woning gebouwd. De vloer werd geïsoleerd. Vanuit de leefruimte krijgt men toegang tot de veranda via een schuifraam met dubbele beglazing; de veranda wordt gebruikt als bijkomende zithoek. Vanuit de keuken vertrekt een trap naar de kelder, die dienst doet als berging. Deze is volledig ondergronds gelegen en beschikt dus niet over ramen. De zolder bevindt zich boven de garage. Een gedeelte van deze zolder wordt gebruikt als speelruimte, die verwarmd wordt; de rest van de zolder wordt niet verwarmd.; daarom werden de zoldervloer en de scheidingsmuur tussen de zolder en de speelruimte geïsoleerd. De ruimten hebben beide een ruimte van minstens 2,1 m hoog. Ze hebben geen van beide daglicht.. Wasruimte Afbeelding 31 - Alleenstaande villa met speelruimte op zolder Versie 2.2: oktober

57 Wasruimte Afbeelding 32 - Alleenstaande villa met speelruimte op zolder Beschermd volume Stap 1: Geen enkel geheel van aangrenzende ruimten van de woning is volledig beschermd door geïsoleerde muren of in contact met een aangrenzende beschermd volume. Het beschermd volume moet dus worden bepaald door over te gaan naar de volgende stappen. Stap 2: Stap 3: Stap 4: Stap 5: De woonkamer, de keuken, het bureau, de speelruimte, de hal, de 3 kamers behoren tot het BV omdat zij bestemd zijn voor menselijke bezetting. De badkamer en het toilet zijn inbegrepen in het BV. In deze stap wordt geen enkele ruimte toegevoegd. De wasplaats, de garage, de zolder en kelder voldoen aan de criteria inzake wind- en waterdichtheid, beloopbaarheid en toegankelijkheid. De zolder is uiteraard geen ondergrondse ruimte. Hij zal worden geëvalueerd in stap 6.. Versie 2.2: oktober

58 Alle verliesmuren van de kelder zijn grondkeermuren. Het is dus een ondergronds lokaal dat zal worden geëvalueerd in stap 7. Minder dan 70% van de verliesoppervlakte van de garage staat in contact met grond (te bevestigen door de berekening). Ze is dus een ondergronds lokaal en zal worden geëvalueerd in stap 6. De wasplaats heeft alleen de vloer als verliesmuur. Ze is dus geen ondergronds lokaal en zal worden geëvalueerd in stap Stap 6: De wasplaats en de garage worden indirect verwarmd. Ze maken dus deel uit van het BV. De zolder wordt daarentegen niet indirect verwarmd want hij staat in contact met een verwarmde ruimte via een geïsoleerde muur. Hij wordt dus niet opgenomen in het BV. Stap 7: De kelder is een ondergronds lokaal en maakt dus geen deel uit van het BV Villa (splitlevel) met een gedeeltelijk ondergrondse garage en bergruimte Omschrijving Deze alleenstaande villa (1965) beschikt over een gedeeltelijk ondergrondse garage en berging. De woning is niet geïsoleerd. De garage en de berging zijn rechtstreeks toegankelijk, beschikken over ramen, kleine ramen, en zijn 2,08 m hoog. Beschermd volume Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4: Stap 5: Geen enkel geheel van aangrenzende ruimten van de woning is volledig beschermd door geïsoleerde muren of in contact met een aangrenzende beschermd volume. Het beschermd volume moet dus worden bepaald door over te gaan naar de volgende stappen. De woonkamer, het bureau, de keuken, de inkomhal/gang/trap en de 2 slaapkamers zijn ruimten bestemd voor menselijke bezetting. Ze maken dus deel uit van het BV. De badkamer en het toilet worden toegevoegd aan het BV. In deze stap wordt geen enkel lokaal geïntegreerd. De garage en de opslagruimte voldoen aan de criteria inzake wind- en waterdichtheid, beloopbaarheid en toegankelijkheid. De opslagruimte heeft 3 muren en de vloer staat in contact met de grond. De verliesmuur rechts en de vloer staan voor 100% in contact met de grond. De achtermuur en de muur links staan gedeeltelijk in contact met de grond (raming te bevestigen door de berekening: 75%). In dit stadium kan de muur tussen de opslagruimte en de garage al of niet een verliesmuur zijn (onbekend). De oppervlakte van de opslagruimte laat niet toe om te beoordelen of ze al of niet ondergronds is. De garage heeft 2 muren en de vloer staat in contact met de grond. De verliesmuur rechts en de vloer staan 100% in contact met de grond. De muur links staat gedeeltelijk in contact met de grond (raming te bevestigen door de berekening: 75%). De voorste muur van de garage is een verliesmuur die voor 100% in contact staat met de buitenlucht. In dit stadium kan de muur tussen de opslagruimte en de garage al of niet een verliesmuur zijn (onbekend). Aangezien de garage en de opslagruimte niet dezelfde inrichting hebben, kan de muur tussen de opslagruimte en de garage niet worden genegeerd en moet het ondergrondse karakter van deze twee lokalen door een berekening worden bepaald. Versie 2.2: oktober

59 Stap 6: Als de opslagruimte geen ondergronds lokaal is, wordt ze indirect verwarmd door de keuken en wordt ze dus opgenomen in het BV. Als de garage geen ondergronds lokaal is, wordt ze indirect verwarmd door het bureau en wordt ze dus opgenomen in het BV. Stap 7: Als de garage en de opslagruimte ondergrondse ruimten zijn, maken ze geen deel uit van het BV. Afbeelding 33 - Grondplan van een villa (splitlevel) met een gedeeltelijk ondergrondse garage en bergruimte Afbeelding 34 - Doorsnede van een villa (splitlevel) met een gedeeltelijk ondergrondse garage en bergruimte Burgerwoning Versie 2.2: oktober

60 3.8.7 Omschrijving Deze (niet geïsoleerde) 19 de -eeuwse burgerwoning (rijwoning) beschikt over een gedeeltelijk ondergronds bureau en berging. Het bureau wordt verwarmd; de berging niet. De wasruimte beschikt over een raam dat uitgeeft op de tuin en heeft een hoogte van 2,3 m. De zolder is niet geïsoleerd en er is geen onderdak. In deze zolder is een slaapkamer ingericht. Deze slaapkamer is minstens 2,2 m hoog en beschikt over twee vensters (naar de straatzijde). Volume protégé Stap1: Stap2: Stap3: Stap4: Stap5: Stap6: Stap7: Geen enkel geheel van aangrenzende ruimten van de woning is volledig beschermd door geïsoleerde muren of in contact met een aangrenzende beschermd volume. Het beschermd volume moet dus worden bepaald door over te gaan naar de volgende stappen. De woonkamer, het bureau, de keuken, de inkomhal/gang en de 2 slaapkamers zijn ruimten bestemd voor menselijke bezetting en maken dus deel uit van het BV. De niet afgesloten traphal maakt integraal deel uit van het BV. De badkamer en het toilet worden toegevoegd aan het BV. In deze stap wordt geen enkel lokaal geïntegreerd. De wasplaats en de opslagruimte voldoen aan de criteria inzake wind- en waterdichtheid, beloopbaarheid en toegankelijkheid. Geen enkele muur van de wasplaats staat in contact met de grond of een ondergrondse ruimte. Ze is dus geen ondergronds lokaal en zal worden geëvalueerd in stap 6. Een gedeelte van de voorste muur van de opslagruimte staat in contact met de grond. Als minstens 70% van de verliesoppervlakte in contact staat met de grond, is dit een ondergronds lokaal dat zal worden geëvalueerd in stap 7. Als minder dan 70% van de verliesoppervlakte in contact staat met de grond, wordt ze geëvalueerd in stap 6. De zolder wordt niet als winddicht beschouwd (geen onderdak) en zal dus worden geëvalueerd in stap 7. Als de wasplaats geen ondergronds lokaal is omdat ze indirect wordt verwarmd via het bureau, wordt ze opgenomen in het BV. Als de opslagruimte geen ondergronds lokaal is omdat ze indirect wordt verwarmd door het bureau, wordt ze opgenomen in het BV. Als de opslagruimte een ondergronds lokaal is, wordt ze uitgesloten van het BV. De zolder is geen ondergrondse ruimte. De muren die in contact staan met de slaapkamer en de gang zijn niet geïsoleerd. De zolder kan dus niet als AOR worden beschouwd. Uit de afwezigheid van isolatie in het dak kan worden besloten dat, gezien zijn oppervlakte, minder dan 75% van de muren van de zolder geïsoleerd zijn of in contact staan met de BV. Daardoor kan hij dus niet worden opgenomen in het BV Tot slot vertegenwoordigt de bruto-oppervlakte van de vloer van de zolder op het niveau van de hoogste verdieping minder dan 25% van de oppervlakte van slaapkamer 2 en de gang, die in het BV werden opgenomen in stap 2. Hij mag dus worden opgenomen in het BV. Versie 2.2: oktober

61 Wasruimte Afbeelding 35 - Grondplan van een burgerwoning Wasruimte Afbeelding 36 - Doorsnede van een burgerwoning Versie 2.2: oktober

62 3.8.8 Appartement Omschrijving Dit appartement is gelegen op de vierde verdieping van een appartementsblok met 7 bouwlagen. Deze appartementen zijn niet geïsoleerd. Voor het energieprestatiecertificaat van een appartement moet alleen het BV van het appartement worden bepaald. De gemeenschappelijke ruimten maken dus geen deel uit van het BV.. De eventuele aangrenzende woningen en de gemeenschappelijke ruimten zijn echter zelf BV. De muren die in contact staan met deze ruimten zijn dus geen verliesmuren. Beschermd volume Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4: Stap 5: Stap 6: Geen enkele ruimte is rondom rond geïsoleerd of begrensd door ruimten van het BV. De woonkamer, de keuken, de gang en de twee slaapkamers zijn ruimten bestemd voor menselijke bezetting en behoren dus tot het BV. De badkamer en het toilet worden toegevoegd aan het BV. In deze stap wordt geen enkele ruimte toegevoegd. De opslagruimte voldoet aan de criteria inzake wind- en waterdichtheid, beloopbaarheid en toegankelijkheid. Ze is niet ondergronds en zal dus worden geëvalueerd in stap 6. De berging wordt indirect verwarmd en maakt dus deel uit van het BV. Afbeelding 37 - Grondplan van een appartement Afbeelding 38 - Doorsnede van een appartement met gemeenschappelijke ruimten Versie 2.2: oktober

63 3.8.9 Meesterhuis Omschrijving Dit gedeeltelijk gerenoveerd 19 de -eeuwse meesterhuis (rijwoning) beschikt over een gedeeltelijk ondergrondse verdieping (kelderverdieping) met een bureau, een kelder, een berging, een vergaderzaal met bureau. De oppervlakte van deze ruimten is kleiner dan 75 m². Het bureau en de vergaderzaal worden verwarmd maar de kelder niet. De kelder beschikt over een venster en een deur naar de overdekte ruimte en dus de buitenomgeving en heeft een hoogte van 2,1 m. De vergaderzaal in de kelder is aanpalend aan de traphal van het huis. Het hellend dak van de laatste verdieping is geïsoleerd en voorzien van een onderdak. Op het laatste niveau werd een mezzanine ingericht. Deze verdieping is gedeeltelijk lager dan 2,1 m en heeft twee dakvensters (aan straatzijde). De hoofdtraphal loopt tot de kelder en is niet gesloten tussen de gelijkvloerse verdieping en de kelderverdieping. De tweede verdieping is niet voorzien van een toilet en het gaat dus om een eengezinswoning (samengesteld uit één enkele wooneenheid). Beschermd volume Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4: Stap 5: Geen enkele ruimte is rondom rond geïsoleerd of begrensd door ruimten van het BV. Van de kelder tot de zolder: het bureau met vergaderzaal, de inkomhal/hoofdtraphal, de keuken, de eetkamer, de woonkamer, slaapkamer 1, slaapkamer 2, slaapkamer 3, de dressing van slaapkamer 1, de gang op de tweede verdieping, het bureau, de leefruimte en de keukenhoek zijn ruimten bestemd voor menselijke bezetting en maken dus deel uit van het BV. De traphal van de kelder tot aan de hoogste verdieping maakt deel uit van het BV, want ze is niet afgesloten en geeft dus toegang tot lokalen bestemd voor menselijke bezetting. De badkamer 1 en het toilet op de gelijkvloerse verdieping behoren tot het BV. Badkamer 2 is direct verwarmd en behoort dus tot het BV. Het toilet van de eerste verdieping voldoet aan de criteria inzake wind- en waterdichtheid, beloopbaarheid en toegankelijkheid. Het is geen ondergronds lokaal en zal dus worden geëvalueerd in stap 6. De kelder (achteraan) en de kelder vooraan voldoen aan de criteria inzake wind- en waterdichtheid, beloopbaarheid en toegankelijkheid. Voor de scheidingsmuren beschikken we niet over voldoende bewijzen voor de aanwezigheid van aangrenzende kelders in het aangrenzende gebouw en moeten we er dus van uitgaan dat ze in contact staan met de grond. De kelder vooraan heeft 3 verliesmuren: de scheidingsmuur (100% in contact met de grond), de vloer (100% in contact met de grond), en de muur vooraan, die gedeeltelijk ondergronds is. We gaan uit van de veronderstelling (te bevestigen door de berekening) dat het niet-ondergrondse gedeelte van de muur vooraan minder dan 30% van de totale verliesoppervlakte vertegenwoordigt. De kelder vooraan is dus een ondergronds lokaal dat zal worden geëvalueerd in stap 7. De kelder achteraan heeft 4 verliesmuren: de scheidingsmuur, de achtermuur en de vloer (100% in contact met de grond) en de muur in contact met de overdekte berging (buitenlucht). We gaan uit van de veronderstelling (te bevestigen door de berekening) dat minder dan 70% van zijn verliesmuren in contact staan met de grond. Het is geen ondergronds lokaal en zal dus worden geëvalueerd in stap 6. Versie 2.2: oktober

64 kelder overdekte Stap 6: Stap 7: De wc op de eerste verdieping en de kelder achteraan worden indirect verwarmd en maken dus deel uit van het BV. De kelder vooraan is een ondergrondse ruimte, die dus in dit geval niet tot het BV van de wooneenheid behoort. Het feit dat 75% van de kelderverdieping tot het BV behoort, mag in dit stadium dus niet worden aangewend om de kelder vooraan te integreren in het BV. Afbeelding 39- Doorsnede van een meesterhuis kelder keuken kamer 1 badkamer 1 bureau eetkamer kamer 2 badkamer 2 vergaderzaal woonkamer salon kamer 3 Versie 2.2: oktober

65 terras bureau Badka Leefruimte Badk. 2 keukenhoek en leefruimte en keukenhoek Keld er Vergaerza al Afbeelding 40 - Grondplan van een meesterhuis Versie 2.2: oktober

ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT VOOR WOONEENHEDEN PROTOCOL. Boek I Inleiding en algemene begrippen

ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT VOOR WOONEENHEDEN PROTOCOL. Boek I Inleiding en algemene begrippen ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT VOOR WOONEENHEDEN PROTOCOL Boek I Inleiding en algemene begrippen Boek I - Algemeen Inhoudsopgave 1 Algemene voorstelling 4 1.1 Inleiding 4 1.2 Doel en inhoud van het EPB-certificaat

Nadere informatie

NUMMERING VAN DE APPARTEMENTEN

NUMMERING VAN DE APPARTEMENTEN NUMMERING VAN DE APPARTEMENTEN De structuur van de hier voorgestelde code moet in alle gevallen worden gebruikt om een appartement in te voeren in de certificatiesoftware voor individuele wooneenheden.

Nadere informatie

Protocol v juni 2019

Protocol v juni 2019 Protocol v 2.3 3 juni 2019 Boek 1 - Algemeen EPB-certificatie voor wooneenheden ACTUALISERING VAN DE INSTRUMENTEN - DONDERDAG 9 MEI 2019 Voorafgaande opmerkingen Bijgewerkt protocol Om in overeenstemming

Nadere informatie

Herformulering van het toepassingsdomein van de certificering van wooneenheden.

Herformulering van het toepassingsdomein van de certificering van wooneenheden. Wijzigingen aan het protocol voor EPB-certificering van wooneenheden versie 2.2-oktober Dit document bevat de lijst met wijzigingen, correcties en toevoegingen die werden aangebracht aan versie 1.1 van

Nadere informatie

CERTIFICERING VAN DE ENERGIEPRESTATIE VAN

CERTIFICERING VAN DE ENERGIEPRESTATIE VAN CERTIFICERING VAN DE ENERGIEPRESTATIE VAN WOONEENHEDEN A 45 B 46-95 C 96-150 D 151-210 E 211-275 F 276-345 G > 345 PROTOCOL BOEK I ALGEMEEN Leefmilieu Brussel Afdeling Energie, lucht, klimaat en duurzame

Nadere informatie

I N S P E C T I E P R O T O C O L. DEEL I: Inleiding, toepassingsgebied en aanbevelingen. 1. Inleiding 2

I N S P E C T I E P R O T O C O L. DEEL I: Inleiding, toepassingsgebied en aanbevelingen. 1. Inleiding 2 I N S P E C T I E P R O T O C O L DEEL I: Inleiding, toepassingsgebied en aanbevelingen 1. Inleiding 2 1.1 Doel en inhoud van het energieprestatiecertificaat voor bestaande gebouwen met een woonfunctie

Nadere informatie

OFFICIEUZE COÖRDINATIE VAN:

OFFICIEUZE COÖRDINATIE VAN: OFFICIEUZE COÖRDINATIE VAN: HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 17 FEBRUARI 2011 BETREFFENDE HET DOOR EEN CERTIFICATEUR OPGESTELDE EPB- CERTIFICAAT VOOR WOONEENHEDEN (BIJGEWERKT TOT

Nadere informatie

LOGBOEK. Verwarmingssysteem type 2. van een flatgebouw. Gebouw:.

LOGBOEK. Verwarmingssysteem type 2. van een flatgebouw. Gebouw:. LOGBOEK Verwarmingssysteem type 2 van een flatgebouw Gebouw:. CONTEXT Het logboek is de 'referentie'-documentatie van de verwarmingssystemen. Het bijhouden van een logboek is een van de eisen van de EPB-reglementering

Nadere informatie

A ESR. Aanvrager. Minister Fremault Aanvraag ontvangen op 12 mei 2016 Aanvraag behandeld door

A ESR. Aanvrager. Minister Fremault Aanvraag ontvangen op 12 mei 2016 Aanvraag behandeld door ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht,

Nadere informatie

Vlaams gewest. Aard van het document. Administratieve geldboete van 500 tot 5.000. Enkel volle eigendom 5.000

Vlaams gewest. Aard van het document. Administratieve geldboete van 500 tot 5.000. Enkel volle eigendom 5.000 Overzicht Vlaams gewest Decreet houdende algemene bepalingen betreffende energiebeleid (energiedecreet) van 8 mei 2009. Belgisch Staatsblad: 07.07.2009 Van kracht sinds: 01.01.2011 Besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Opleiding Duurzaam Gebouw: Opleiding Duurzaam Gebouw: De EPB-eisen vanaf 2015: hoe ze toe te passen? Leefmilieu Brussel Regelgevend kader: Welke evolutie mogen we verwachten vanaf 2015? Frederic LUYCKX, architect & onderzoeker Doelstelling(en)

Nadere informatie

CERTIFICATIE EN EPB-VERWARMING

CERTIFICATIE EN EPB-VERWARMING CERTIFICATIE EN EPB-VERWARMING INFORMATIE OVER TE NEMEN UIT DE HANDELINGEN VAN EPB-VERWARMING. INLEIDING Het geldende protocol voor de "EPB-certificatie" van wooneenheden bepaalt dat de certificateur zich

Nadere informatie

DE ENERGIEPRESTATIES EN HET BINNENKLIMAAT VAN GEBOUWEN (EPB)

DE ENERGIEPRESTATIES EN HET BINNENKLIMAAT VAN GEBOUWEN (EPB) DE ENERGIEPRESTATIES EN HET BINNENKLIMAAT VAN GEBOUWEN (EPB) Nieuwe ordonnantie aangenomen op 1 juni 2007, van kracht in de loop van 2008 1. WAAROM EEN ORDONNANTIE OVER EPB? In Europa is de bouw verantwoordelijk

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Schuttersvest nummer 69 bus bestemming appartement type - softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 568 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Wolfstraat nummer 17_45 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 819 De energiescore laat toe om

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Fazantendreef nummer 7 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 545

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Voetsveld nummer 25 bus c bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 992 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Meisjesschoolstraat nummer 10 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping VEA/EPB-A-01 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be EPB-aangifte Aangifte van de energieprestatie

Nadere informatie

1216 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

1216 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Lammekensknok 94 8770 gemeente Ingelmunster bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1216 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Statiestraat_BE nummer 103 bus *3/1 bestemming appartement type - softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 839 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Grote Steenweg nummer 318 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.15.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Voldersstraat nummer 17 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.7.0 berekende energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Brugse baan nummer 170 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 549 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Grote Baan nummer 24 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 584 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

rergiepresteuecertificaat

rergiepresteuecertificaat rergiepresteuecertificaat straat Bloemenveldstraat nummer 4 bus bestemming eengezinswoning type open bebouwing bouwjaar 1900 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (klalh/m 2jaar 588 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat nummer postnummer Eugeen Leenlaan 3 bus 12 3500 gemeente Hasselt bestemming appartement type - bouwjaar 1978 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 406 PROEFCERTIFICAAT

Nadere informatie

351 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken.

351 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken. nummer postnummer Gentse steenweg 10 bus 5 9300 gemeente Aalst bestemming appartement type - bouwjaar 1971 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 351 De energiescore laat toe om de heid

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Rozenstraat nummer 26 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.15.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 565 De energiescore laat toe om

Nadere informatie

375 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

375 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Glazenleeuw 106 9120 gemeente Beveren bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 375 De energiescore laat

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Lange Leemstraat nummer 60 bus 3 bestemming appartement type - bouwjaar - softwareversie 9.7.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 277

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Hoogboomsteenweg nummer 2 bus 1 bestemming appartement type - softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 704 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Riemsterweg nummer 6A bus *2 bestemming appartement type - bouwjaar - softwareversie 9.7.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 606 De

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Opleiding Duurzaam Gebouw: Opleiding Duurzaam Gebouw: De EPB-eisen vanaf 2015: hoe ze toe te passen? Leefmilieu Brussel Regelgevend kader: Welke evolutie mogen we verwachten vanaf 2015? Frederic LUYCKX, architect & onderzoeker Doelstelling(en)

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Smidstraat nummer 41 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 771 De energiescore laat toe om

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat nummer postnummer Zilvervos 4 bus *1/1 2610 gemeente Antwerpen bestemming appartement type - bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 711 PROEFCERTIFICAAT

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Jan van Nassaustraat nummer 56 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.9.0 berekende energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Vissersstraat nummer 68 bus 3 bestemming appartement type - softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 299 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Brouwerijstraat nummer 1 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Edingensesteenweg nummer 581 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 514 De energiescore laat

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Isschotweg nummer 98 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1557 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Morekstraat nummer 18 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Doornikserijksweg nummer 381 bus bestemming appartement type - bouwjaar 2004 softwareversie 9.10.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Koning-Albertstraat nummer 5 bus 1ste bestemming appartement type - softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 303 De energiescore laat toe om de heid

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Stationsstraat nummer 8 bus 10 bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.7.2 berekende energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Kaaistraat nummer 23 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.15.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Edmond de Grimbergheplein nummer 22 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar 1899 softwareversie 9.7.0 berekende

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Herentalse Steenweg nummer 43 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 719 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Boekweitstraat nummer 3 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.19.3 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 627 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Boomlaarstraat nummer 59 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 432 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Stationsstraat nummer 48 bus 4 bestemming appartement type - softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²ar): 461 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat nummer postnummer Ooievaar 8 bus 1 2060 gemeente Antwerpen bestemming appartement type - bouwjaar 1965 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 379 PROEFCERTIFICAAT

Nadere informatie

525 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

525 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Dorps 23 2830 gemeente Willebroek bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar 1918 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 525 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Ledebaan nummer 221 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Collegiebaan nummer 2A bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.9.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Jeneverbeslaan nummer 21 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1906 De energiescore laat toe om

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Laaglandlaan nummer 687 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.15.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Haantjeslei nummer 17 bus 3 bestemming appartement type - softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 252 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Stalenstraat nummer 261 bus 1 bestemming appartement type - bouwjaar 1957 softwareversie 9.11.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 662

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Stoktmolenstraat nummer 1 bus 5 bestemming appartement type - softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 402 De energiescore

Nadere informatie

321 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken.

321 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken. nummer postnummer Driftweg 55 bus IV 20 8420 gemeente De Haan bestemming appartement type - bouwjaar 2004 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 321 De energiescore laat toe om de heid

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Marktstraat nummer 62 bus bestemming appartement type - softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1146 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Lorettestraat nummer 52 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.15.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Ganzendries nummer 116 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Oudenaardsesteenweg nummer 70 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 531 De energiescore laat

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Sint-Tillostraat nummer 7 bus 10 bestemming appartement type - softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 418 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Hamerstraat nummer 131 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 570 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Doelhaagstraat nummer 64 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Hoogstraat nummer 9 bus bestemming eengezinswoning type open bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.11.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Eendrachtstraat nummer 27 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Leugenberg nummer 123 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Brogelerweg nummer 84 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 683 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

321 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken.

321 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken. nummer postnummer Jozef Van Elewijck 107A bus 5 1853 gemeente Grimbergen bestemming appartement type - bouwjaar 1988 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 321 De energiescore laat toe

Nadere informatie

RESULTAAT VAN HET EPB-CERTIFICAAT

RESULTAAT VAN HET EPB-CERTIFICAAT RESULTAAT VAN HET EPB-CERTIFICAAT Voor een residentieel goed 1. WAT BETEKENT DE LETTER (A, B... G) OP MIJN EPB-CERTIFICAAT? 98 De letter stemt overeen met een theoretisch verbruik, gebaseerd op de kenmerken

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Oude Kuringerbaan nummer 55 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

368 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken.

368 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken. nummer postnummer Albert I laan 319 bus 0802 8620 gemeente Nieuwpoort bestemming appartement type - bouwjaar 1996 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 368 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat de Merodelaan nummer 70 bus 1 bestemming appartement type - softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 461 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Boomsesteenweg_WI nummer 397 bus 4 bestemming appartement type - softwareversie 9.18.0 berekende energiescore (kwh/m²ar): 316 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Minister A. De Taeyestraat nummer 8 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore

Nadere informatie

664 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

664 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Krekel 24 9052 gemeente Gent bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 664 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Van Notenstraat nummer 121 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Huis ten Halven nummer 12 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.15.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Sint Lenaartseweg nummer 38C bus 01 bestemming appartement type - softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²ar): 377 De energiescore laat toe om de heid van

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Katterekelaan nummer 1 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

466 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken.

466 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken. nummer postnummer Mechelse 15 bus 1 1840 gemeente Londerzeel bestemming appartement type - bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 466 De energiescore laat toe om de heid van

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Korte Moeie nummer 11 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 529 De energiescore laat toe om

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Weidenstraat nummer 13 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 513 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Kasteeldreef nummer 39 bus 39A bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Prosper Van Langendonckstraat nummer 9 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.9.0 berekende

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Burggravenlaan nummer 278 bus bestemming appartement type - softwareversie 9.19.3 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 444 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Kammenstraat nummer 78 bus 3deV bestemming appartement type - bouwjaar - softwareversie 9.12.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 444

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Leon Gillardlaan nummer 15 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1030 De energiescore laat

Nadere informatie

bestaand gebouw met woonfunctie

bestaand gebouw met woonfunctie Energiezuinigheid van de gebouwschil energiezuinig niet energiezuinig gemiddelde U-waarde van de gebouwschil Energiezuinigheid van de verwarmingsinstallatie energiezuinig niet energiezuinig gemiddeld installatierendement

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Mechelsesteenweg nummer 28 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.8.0 berekende energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Vaartstraat nummer 134 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Muilenstraat nummer 120 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.15.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

575 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van collectieve woongebouwen te vergelijken.

575 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van collectieve woongebouwen te vergelijken. nummer postnummer Smeyskens 64 bus 2 9200 gemeente Dendermonde bestemming collectief woongebouw type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 575 De energiescore

Nadere informatie