Nabestaanden- pensioen UWV

Transcriptie

1 Nabestaanden- pensioen UWV

2 Inleiding De pensioenregeling van UWV voorziet standaard in een nabestaandenpensioen als jij komt te overlijden. Met nabestaanden bedoelen we je partner en je eventuele kinderen. De hoogte van het nabestaanden- pensioen is afhankelijk van een aantal keuzes die je als deelnemer kunt maken. Het is ook afhankelijk van het moment waarop je overlijdt. Je partner moet bij je overlijden in beginsel zelf het partnerpensioen aanvragen. Je doet er goed aan je partner hierop te wijzen. Het recht op partnerpensioen blijft voortbestaan als je partner opnieuw trouwt en/of gaat samenwonen na je overlijden. Partnerpensioen Als je komt te overlijden tijdens je dienstverband met UWV Zolang je in dienst bent van UWV is de hoogte van het partnerpensioen afgeleid van je ouderdomspensioen. De uitkering bedraagt 70% van het te behalen ouderdomspensioen op 65 jaar. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand na je overlijden. Het eindigt op de laatste dag van de maand waarin je partner overlijdt. Je partner moet bij je overlijden in beginsel zelf het partnerpensioen aanvragen. Je doet er goed aan je partner hierop te wijzen. Het recht op partnerpensioen blijft voortbestaan als je partner opnieuw trouwt en/ of gaat samenwonen. Vrijwillige verzekering Tijdelijk Partnerpensioen Via het pensioenfonds kun je een vrijwillige verzekering afsluiten die voorziet in een tijdelijk partnerpensioen als je komt te overlijden mits je partner de AOW-leeftijd niet heeft bereikt. Uitgangspunt voor de verzekering is een jaarlijks uit te keren bedrag van ongeveer (2017) bruto per jaar tot het moment dat je partner de AOW-leeftijd bereikt. Je kunt ervoor kiezen dit uit te keren bedrag geheel (100%) of gedeeltelijk (75% of 50%) te verzekeren. Let op: voor deze verzekering moet je je binnen één maand na indiensttreding aanmelden. Ook na sluiting van een huwelijk/ Rekenvoorbeeld overlijden tijdens dienstverband met UWV Je bent 45 jaar. Stel, je komt te overlijden. Het ouderdomspensioen dat je tot dat moment hebt opgebouwd is nog gering. Toch is je partner op basis van de partnerpensioenregeling verzekerd van een uitkering van 70% van het ouderdomspensioen dat je zou hebben opgebouwd op je 65e. Opgebouwd ouderdomspensioen op datum overlijden: Te bereiken ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd: Partnerpensioen bij overlijden (70% x ):

3 Bij deelname aan de tijdelijk partnerpensioenverzekering betaal je een jaarpremie waarvan elke maand 1/12e wordt ingehouden op je salaris. Voor de Tijdelijke Partner- pensioenverzekering bedraagt de premie vanaf 1 april 2016: Leeftijd deelnemer Premie als % van het verzekerd bedrag Jonger dan 30 jaar 0,30% 30 tot 40 jaar 0,60% 40 tot 50 jaar 1,50% 50 tot 65 jaar 3,10% Het verzekerde bedrag vind je op de website van de Sociale Verzekeringsbank, Deze bedragen worden halfjaarlijks aangepast. geregistreerd partnerschap of de aanvang van een gemeenschappelijke huishouding heb je één maand de tijd om deze verzekering af te sluiten. Doe je dit later dan is een medische verklaring nodig waaruit blijkt dat je gezond bent. De premie voor deze verzekering wordt individueel vastgesteld en is afhankelijk van je leeftijd. De premie wordt uitgedrukt in een percentage van het verzekerde bedrag. Als je overlijdt na uitdiensttreding bij UWV (vóór pensioneren) Als je vóór je pensionering vertrekt bij UWV is er een partnerpensioen verzekerd als je overlijdt ná je pensioeningangsdatum. Dat partnerpensioen komt echter niet tot uitkering als je overlijdt vóór je pensioeningangsdatum. Je partner is dan niet verzekerd. Dat geldt dus als je van baan verandert en geen waardeoverdracht pleegt naar het pensioenfonds van je nieuwe werkgever. Bij het pensioenfonds van je nieuwe werkgever ben je waarschijnlijk opnieuw verzekerd voor partnerpensioen. Dat geldt dan echter alleen voor het deel dat je bij het pensioenfonds van die nieuwe werkgever nog kunt opbouwen en niet over de verstreken deelnemingstijd in pensioenfondsen via vorige werkgevers. Dit wordt vaak als een argument vóór waardeoverdracht gezien. Bij het beëindigen van je dienstverband met UWV heb je overigens wel de mogelijkheid om dit zogeheten uitgestelde partnerpensioen om te zetten in een direct ingaand partnerpensioen (dat wel tot uitkering komt, ongeacht het moment van overlijden). Daarvoor lever je een stukje van het opgebouwde ouderdomspensioen in. Partnerpensioen dat je hebt verkregen uit de overdracht van pensioenaanspraken bij indiensttreding komt als je overlijdt altijd tot uitkering. Als je overlijdt nadat je met pensioen bent gegaan Op het moment dat je met pensioen gaat, is er een partnerpensioen verzekerd dat je hebt opgebouwd tijdens je actieve dienst bij UWV. Tot 1 januari 2005 was dat 70% van het 3

4 ouderdomspensioen; vanaf 1 januari 2005 is dat 35% volgens de standaard regeling. Je kunt je vrijwillig bijverzekeren voor nog eens maximaal 35%. Zolang je deelneemt, bouw je een stukje extra partnerpensioen op. De premie die je hiervoor betaalt, is 1,5% van je pensioengrond- slag (jaarsalaris min de franchise). Aanmelden kan op elk moment en doe je via het HRM Shared Service Center; je kunt er op elk moment ook mee stoppen. Als je alleenstaand bent of je partner heeft zelf een goed pensioen, kun je ervoor kiezen het opgebouwde partnerpensioen om te zetten in een hoger ouderdomspensioen (deze keuze maak je bij je pensionering). Kinderen Als je overlijdt tijdens je dienstverband met UWV of nadat je met pensioen bent gegaan, heeft je kind recht op wezenpensioen. Het wezenpensioen bedraagt voor ieder kind 14% van het te bereiken of ingegane ouderdoms- pensioen. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin je bent overleden. Het wezen- pensioen eindigt op de laatste dag van de maand waarin het kind de 18-jarige leeftijd bereikt. Het wezenpensioen wordt doorbetaald tot de 27ste verjaardag van het kind als het nog studeert of een beroepsopleiding volgt. geregistreerd partnerschap krijgt Pensioen- fonds UWV automatisch bericht van de burgerlijke stand, net als bij een huwelijk. Ook een ongehuwde (niet geregistreerde) partner waarmee je samenwoont, kan onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op partnerpensioen. Eén voorwaarde is dat het partnerschap moet zijn vastgelegd in een notariële akte waarin je partner als begunstigde is aangewezen onder herroeping van eerdere begunstiging. Een andere voorwaarde is dat er op het moment van je overlijden volgens het bevolkingsregister sprake moet zijn van daadwerkelijk samen- wonen gedurende minimaal een halfjaar. Je samenwonende partner hoeft pas na je overlijden of op de pensioendatumaan te tonen dat aan de vermelde voorwaarden is voldaan. Wel kun je de inhoud van de notariële akte vooraf laten toetsen. Heb je vragen? Dan kun je ons tijdens kantooruren benaderen via telefoonnummer (050) Je kunt je vraag ook en: pensioendesk@tkppensioen.nl. Partnerregistratie Sinds 1 januari 1998 is de Wet partner- registratie van kracht. Deze wet regelt dat ongehuwde partners zich als partners kunnen laten registreren bij de burgerlijke stand. Voor de pensioenregeling is een geregistreerd partnerschap gelijk aan een huwelijk. Van een 4

5 1 1 Uitgegeven door: Stichting Pensioenfonds UWV Postbus AM Groningen (050) Januari 2017 Bij indi ensttreding bij UWV Je gaat je leven met iemand delen. Samen oud Elk jaar ontvang je van Pensioenfonds UWV een worden is natuurlijk het ideaal. Vergeet daarom Uniform Pensioenoverzicht (UPO). niet ook vast vooruit te kijken naar je pensioen. Welke infor matie kun je hierop terugvinden? Als je mi nder gaat werken heeft dit gevolgen voor je pensioenopbouw. Wat zijn de mogelijkheden, de gevolgen en welke acties kun je ondernemen? De tekst in deze folder is gebaseerd op wet- en regelgeving en het pensioenreglement zoals die gelden op 1 januari De tekst in deze brochure is met zorg samengesteld. De brochure beoogt slechts een vereenvoudigde indruk te geven van de pensioenregeling van Pensioenfonds UWV en het onderwerp nabestaandenpensioen. Er kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Als er onduidelijkheden zijn, of verschillen in interpretatie, zijn de wettekst en de tekst van het pensioenreglement bepalend. 5