Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing. Project GROOTER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing. Project GROOTER"

Transcriptie

1 Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Project GROOTER Opleidingskaders (incl. suggestie voor afsluitende toetsvorm binnen de opleiding) voor procesopleidingen Bevolkingszorg 1

2 Colofon Dit document beschrijft de kaders voor de procesopleidingen Bevolkingszorg (inclusief een suggestie voor een afsluitende toetsvorm binnen de opleiding). Het wordt aanbevolen om, bij het ontwikkelen van de procesopleidingen, naast dit document ook gebruik te maken van de volgende GROOTER-documenten: Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg en Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, beide uit Opdrachtgever Landelijk Overleg Coördinerend Gemeentesecretarissen (Veiligheidsberaad) Ministerie van Veiligheid en Justitie Opdrachtnemer Dhr. M. Dewachter, adjunct coördinerend gemeentesecretaris, Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Projectleiders Mw. K. Scheffers, gemeente Tilburg Dhr. R. van Zon, Advante Onderwijskundige ondersteuning Mw. A. Zonneveld, PLATO (Universiteit Leiden) Contactpersonen Expertgroepen Expertgroep Communicatie: Mw. S. van Petten, Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (+ secretaris GROOTER) Mw. M. Delfgaauw, Ministerie van Veiligheid en Justitie Expertgroep Publieke zorg: Mw. M. van Dalen, gemeente Den Haag Dhr. M. van de Wetering, Veiligheidsregio Zeeland Expertgroep Omgevingszorg: Dhr. J. van der Heijden, gemeente Lingewaard Dhr. P. van der Pol, Veiligheidsregio Flevoland en Gooi en Vechtstreek Expertgroep Ondersteuning: Mw. M. de Bas, gemeente Papendrecht Mw. A. Barrett, Veiligheidsregio Twente Expertgroep Informatie: Dhr. H. van den Berg, Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Dhr. M. Schipper, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Met dank aan mw. A. Vos, BMC (deskundige RCP/CENS2) en alle overige leden van de Expertgroepen. Adres Waar in dit document hij staat geschreven wordt bedoeld: hij/zij. Waar zijn staat wordt bedoeld zijn/haar. Waar hem staat wordt bedoeld hem/haar. Voor de leesbaarheid is steeds voor de verkorte vorm gekozen. Datum: 22 april 2013 Versie: 1.1 Status: Definitief Projectgroep GROOTER 2

3 Voorwoord Het project GROOTER richt zich op de bevolkingszorgprocessen binnen de crisisbeheersingsorganisatie. Hiertoe zijn binnen GROOTER een aantal documenten ontwikkeld. Het gaat om (beschrijvingen van): - Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg; - Taakkaarten Bevolkingszorg; - Opleidingskaders voor procesopleidingen Bevolkingszorg; - Kwalificatieprofielen, opleidingskaders en model voor 'Proeven van bekwaamheid' voor functiegerichte opleidingen Bevolkingszorg; - Kwalificatieprofielen, opleidingskaders en model voor 'Proeven van bekwaamheid' voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie (vastgesteld in september 2012 door het Landelijk Overleg Coördinerend Gemeentesecretarissen). Het eerste document, de beschrijving van taakorganisaties, processen en producten van bevolkingszorg, vormde de basis voor het opstellen van de taakkaarten voor bevolkingszorg en de opleidingskaders voor de procesgerichte opleidingen en de functiegerichte opleidingen (en daarbij behorende kwalificatieprofielen) 1. De documenten moeten dan ook in onderlinge samenhang worden bekeken. Doel project GROOTER Doel van de producten van GROOTER - en hiervoor GROOT - is enerzijds professionalisering van de bevolkingszorg en anderzijds betere uitwisselbaarheid tussen gemeenten en veiligheidsregio's. De producten van GROOTER zijn opgesteld door het veld en voor het veld. Dit betekent dat bij de ontwikkeling van de producten gebruik is gemaakt van functionarissen die in de praktijk een rol binnen de (gemeentelijke) crisisbeheersing vervullen en die daarin ook (praktijk)ervaring hebben opgedaan. Gedurende de looptijd van het project GROOTER zijn we geconfronteerd met enkele andere landelijke projecten, waaronder de uitkomsten van de Commissie 'Bevolkingszorg op orde' (juli 2012), 'Slachtofferinformatiesystematiek (SIS)' (november 2012) en 'Bovenregionale samenwerking' (januari 2013). Onderstaand wordt aangegeven, hoe binnen GROOTER gestalte is gegeven aan de relatie met deze projecten. Relatie met 'Bevolkingszorg op orde' Bij het opstellen van producten van GROOTER zijn de uitkomsten van de Commissie 'Bevolkingszorg op orde' en de visie op zelfredzaamheid waar mogelijk meegenomen. Daarnaast zijn, door de processen te beschrijven, de projectgroep en expertgroepen ook zelf tot de conclusie gekomen dat het verder ontwikkelen van kwalificatieprofielen en opleidingskaders voor bepaalde processen en functionarissen niet nodig was. Het belangrijkste voorbeeld daarvan is het proces Omgevingszorg. De werkzaamheden die vallen onder omgevingszorg zijn praktisch geheel vergelijkbaar met de werkzaamheden die reguliere gemeentelijke afdelingen zoals Milieu, Stadsbeheer en Bouw- en woningtoezicht dagdagelijks uitvoeren. Aanvullende specifieke procesopleidingen en/of functiegerichte opleidingen zijn daarom niet nodig. Wel is het belangrijk dat de betrokken leidinggevenden (HTo Omgevingszorg en teamleiders Milieubeheer, Ruimtebeheer en Bouwbeheer) en procesmedewerkers aansluiting vinden in de crisisorganisatie. Een algemene basisopleiding Bevolkingszorg (uit GROOT) of Crisisbeheersing (uit CENS2), en voor het hoofd taakorganisatie resp. de teamleiders tevens een algemene opleiding tot hoofd taakorganisatie resp. teamleider (uit GROOT), volstaan daarbij. Relatie met 'Slachtofferinformatiesystematiek (SIS) In verband met de ontwikkeling van een slachtofferinformatiesystematiek (SIS) was bij de start van het project GROOTER al besloten om het gemeentelijke proces Registratie van slachtoffers ( CRIB ) nog niet uit te werken. Wel is in de loop van het project besloten, na vaststelling van de slachtofferinformatiesystematiek, om het deelproces Verwanteninformatie niet te positioneren onder de taakorganisatie Communicatie, maar dit terug te geven aan het proces Registratie van slachtoffers. Informatieverstrekking over de uitvoering van verwanten- 1 Uitgangspunt voor het eerste document waren het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 en het product van de Werkplaats Oranje Kolom regionaal crisisplan (september 2011). 3

4 informatie is beschreven als onderdeel van het proces Pers- en publieksvoorlichting. Het project SIS zorgt voor een goede aansluiting met de regio's en de bevolkingszorgprocessen. De producten van GROOTER zijn daarbij een van de uitgangspunten. Relatie met 'Bovenregionale samenwerking' In januari 2013 heeft het Veiligheidsberaad ingestemd met de uitwerking van het advies van de bestuurlijke werkgroep 'Bovenregionale Samenwerking'. Het verbeteren van de samenwerking tussen overheden richt zich in dit advies o.a. op eenduidigheid in (bovenregionale) crisiscommunicatie (aspect 4). Bij de uitwerking van het advies is uitgegaan van de proces- en productbeschrijvingen, kwalificatieprofielen en opleidingskaders ontwikkeld in het project GROOTER. Verdere professionalisering bevolkingszorg Na vaststelling van bovengenoemde GROOTER-producten door het Landelijk Overleg Coördinerend Gemeentesecretarissen (opdrachtgever project GROOTER) zijn deze beschikbaar voor veiligheidsregio's, gemeenten en opleidingsinstanties. Zij kunnen op basis van deze producten hun medewerkers toerusten voor hun taak bij een crisis of incident. Ik hoop dat hiermee een volgende stap kan worden gezet in de verdere professionalisering van bevolkingszorg, maar ook in uniformiteit en uitwisselbaar van functionarissen in Nederland. Ik wil allen die hieraan hebben meegewerkt hartelijk dankzeggen voor hun professionele inbreng en betrokkenheid. Maarten Dewachter, Opdrachtnemer namens het Landelijk Overleg Coördinerend Gemeentesecretarissen 4

5 Inhoudsopgave Inleiding 6 1. Opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie 7 2. Opleidingskader voor de procesopleiding Opvang Opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften Opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier Opleidingskader voor de procesopleiding Informatiemanagement 48 Bijlage 1. (Voorlopige) opleidingsstructuur processen/functionarissen onder Bevolkingszorg 56 Bijlage 2. Lijst met afkortingen 60 5

6 Inleiding In dit document worden de kaders geschetst voor de volgende beoogde procesopleidingen Bevolkingszorg: 1. Crisiscommunicatie 2. Opvang 3. Voorzien in primaire levensbehoeften 4. Bijzondere uitvaartzorg 5. Verplaatsen mens en dier 6. Informatiemanagement Ook wordt bij elke procesopleiding een suggestie gegeven voor een afsluitende toetsvorm binnen de opleiding. Dit kan op een heel laagdrempelige manier plaatsvinden. In de documenten van GROOT en GROOTER wordt gesproken over opleidingen. Zo worden met betrekking tot bevolkingszorg basisopleidingen, procesopleidingen en functiegerichte opleidingen voorgesteld. Wanneer dit in de praktijk handig is, kan ervoor gekozen worden diverse (kleinere) opleidingen te clusteren tot een (grotere) opleiding. Bijvoorbeeld om functionarissen die instromen in een bepaalde functie, in een meerdaags traject de diverse opleidingen van basis tot en met functiegericht te laten volgen. Of om functionarissen die functies vervullen die in een regio erg verwant zijn, hetzelfde functiegerichte opleidingstraject te laten volgen. Op die manier kunnen de opleidingen dus modulair worden ingezet. Een totaaloverzicht van de (voorlopige) opleidingsstructuur voor processen en functionarissen onder bevolkingszorg is weergegeven in bijlage 1. Verder wordt bij elke procesopleiding afzonderlijk schematisch weergegeven, hoe deze past binnen de (voorlopige) opleidingsstructuur voor de betreffende taakorganisatie. In bijlage 2 is een lijst met afkortingen opgenomen. 6

7 1. Opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie gepresenteerd. Voor het ontwikkelen van deze procesopleiding is naast een opleidingskader ook inzicht in het proces zelf, de taakorganisatie waaronder dit valt en de taakuitvoering door de betrokkenen van belang. Hierin wordt voorzien door twee aanvullende GROOTER-documenten: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Het wordt daarom aanbevolen, bij het ontwikkelen van de procesopleiding de drie documenten naast elkaar te gebruiken. Op de volgende bladzijde wordt de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor processen/ functionarissen (crisis)communicatie onder Bevolkingszorg weergegeven. Daarin is te zien, welke positie de procesopleiding Crisiscommunicatie daarbinnen inneemt. 7

8 Noot: Dit betreft de Basisopleiding Bevolkingszorg uit GROOT. Is de functionaris niet afkomstig uit de gemeentelijke kolom maar uit een hulpverleningsdienst, dan betreft dit de Basisopleiding Crisisbeheersing uit CENS2. 8

9 Beschrijving van de taakorganisatie Communicatie, onderliggende processen en betrokkenen Zie voor een beschrijving van de taakorganisatie Communicatie, de onderliggende processen en de taakuitvoering door betrokkenen de volgende documenten van GROOTER: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Beschrijving van de procesopleiding Crisiscommunicatie 1.1. Titel van de opleiding Procesopleiding Crisiscommunicatie Opzet De procesopleiding Crisiscommunicatie maakt deel uit van een geheel van opleidingen met betrekking tot Bevolkingszorg. Op de vorige bladzijde is schematisch weergegeven, hoe deze opleiding past binnen de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor de taakorganisatie Communicatie. Een totaaloverzicht van de (voorlopige) opleidingsstructuur voor processen en functionarissen onder Bevolkingszorg is weergegeven in bijlage 1. In de projecten GROOT en GROOTER is deze (concept)opleidingsstructuur nader uitgewerkt Doelgroep Doelgroep van de procesopleiding Crisiscommunicatie is: alle functionarissen van de taakorganisatie Communicatie. Dit betreft: - uitvoerende procesmedewerkers m.b.t. de processen Analyse en advies en Pers- en publieksvoorlichting; - omgevingsanalisten; - redacteuren web en social media; - teamleiders m.b.t. de processen Analyse en advies en Pers- en publieksvoorlichting; - HTo s Communicatie; - communicatieadviseurs BT, ROT en CoPI. Daarnaast kunnen onderdelen van de procesopleiding Crisiscommunicatie geschikt/wenselijk zijn voor communicatiefunctionarissen van crisispartners (andere overheden en externe partners) en leidinggevende functionarissen op met name ROT- en BT-niveau. 9

10 1.4. Doel Het algemene doel van de procesopleiding Crisiscommunicatie is te komen tot de onder 1.3 aangegeven functionarissen met een rol in de crisiscommunicatie, die kennis hebben van en inzicht hebben in het proces crisiscommunicatie, hun plaats daarin en op hoofdlijnen de bijbehorende taken; dit alles binnen de randvoorwaarden, uitgangspunten en context van het proces. (NB. In de functiegerichte opleidingen wordt meer nadruk gelegd op de functiespecifieke taken.) Zij dienen hierbij op hoofdlijnen inzicht te hebben in het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen en dienen deze op een juiste manier te kunnen toepassen. (NB. In de functiegerichte opleidingen wordt dit nader uitgediept.) De procesopleiding maakt onderdeel uit van een vakbekwaamheidstraject, waarin functionarissen op basis van opleiden, trainen en oefenen vakbekwaam worden en blijven voor hun functie binnen het proces Instroomeisen voor de opleiding M.b.t. wenselijke algemene kennis en vaardigheden: - werk- en denkniveau: minimaal MBO; - ervaring met overheidscommunicatie. M.b.t. wenselijke eerder gevolgde opleidingen: - Basisopleiding Bevolkingszorg of Basisopleiding Crisisbeheersing. Welke versie, is afhankelijk van de rol in het proces: o procesmedewerkers, redacteuren web en social media en omgevingsanalisten: de versie voor procesmedewerkers; o teamleiders, HTo s en communicatieadviseurs BT, ROT en CoPI: de versie voor leidinggevenden/sleutelfunctionarissen; - een communicatieopleiding (buiten GROOT/GROOTER) Inhoud van de opleiding In de procesopleiding Crisiscommunicatie dient het volgende aan de orde te komen 2 : - Inleidend/beknopt: visie op crisiscommunicatie als operationeel proces (inzicht), gericht op het voorzien in de maatschappelijke informatiebehoefte op basis van drie operationele doelen: informatie verstrekken, schade beperken en betekenis geven. - Bewustwording van de benodigde attitude bij crisiscommunicatie (inzicht en kunnen toepassen). Het gaat er hierbij om, dat men zich in de opleiding bewust wordt dat samenwerking, omgevingsbewustzijn en rolvastheid essentieel zijn bij crisiscommunicatie. - Het functioneren van de taakorganisatie Communicatie (kennis en inzicht). O.a. de positie van crisiscommunicatie in de hoofdstructuur en de relatie met andere monodisciplinaire en multidisciplinaire processen en externe partners. - Positionering, doel en randvoorwaarden van crisiscommunicatie (kennis en inzicht). - Globaal beeld van de activiteiten/inhoud van het totale proces crisiscommunicatie (kennis en inzicht). Bij deze procesopleiding moet het generiek gaan om het belang van informatiedelen. Onder andere: o Welke informatielijnen liggen er tussen de verschillende functionarissen? o Welke informatie wissel je uit en waarom? o Wat gaat er mis als je informatie niet deelt? 2 Zie hiertoe ook de twee documenten, genoemd onder het kopje Beschrijving van de taakorganisatie Communicatie, onderliggende processen en betrokkenen. 10

11 Uitgewerkt in onder andere: het werkproces van analyse, advies, aanpak en effectmeting; de inrichting van de deelprocessen; de op te leveren producten en diensten; de mandaatregeling; de verschillende communicatiekanalen en ter beschikking staande middelen. - Globaal beeld van welke functies actief zijn in de taakorganisaties en (op hoofdlijnen) hun taken/ verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het totale proces crisiscommunicatie (kennis en inzicht). NB. Het gaat hier om een globaal beeld, omdat alle genoemde functionarissen met een rol in de crisiscommunicatie (uitgezonderd de uitvoerende procesmedewerkers) na deze procesopleiding Crisiscommunicatie nog een functiegerichte opleiding zullen volgen. Daarin wordt specifiek op de eigen functie-uitoefening ingegaan. Een aantal meer basale functiespecifieke taken dient in deze procesopleiding al wel aan de orde te komen. Concreet gaat het dan om het geven van voortgangs- of afwijkingsinformatie, en adviseren/ informeren/ rapporteren. In de functieopleidingen die volgen op deze procesopleiding, wordt daar namelijk vanuit gegaan en op voortgebouwd. - Hierbij onder andere aandacht voor: o het gebruik van beschikbare hulpmiddelen en informatieproducten bij de voorbereiding en uitvoering van crisiscommunicatie op hoofdlijnen (kennis en kunnen toepassen) (NB. In de functiegerichte opleidingen wordt dit nader uitgediept); o de monodisciplinaire afstemming/samenwerking bij voorbereiding en uitvoering van crisiscommunicatie (kennis en inzicht); o de eventuele multidisciplinaire afstemming/samenwerking bij voorbereiding en uitvoering van crisiscommunicatie (kennis en inzicht); o het belang van de eigen taakkaart en de erop aangegeven kerntaken (kennis en kunnen toepassen) 3 ; o het werken met gevalideerde en ongevalideerde procesinformatie en de rol die het netcentrisch informatiesysteem LCMS 4 hierin speelt (kennis en vaardigheid); o omgaan met algemene (niet functiespecifieke) keuzes/dilemma s bij crisiscommunicatie (inzicht en kunnen toepassen). Onder andere: operationeel leidinggevende versus regulier leidinggevende; prioritering van werkzaamheden; snelheid versus juistheid van handelen; tegengestelde belangen; vraagstelling lokale/regionale media versus landelijke media; beperkte/tegenstrijdige informatie; schaarste van middelen en menskracht (kwaliteit en kwantiteit); moeten improviseren; professioneel omgaan met mandaat; aflossing. NB. Bovenstaande opsomming omvat een selectie van de meest voorkomende keuzes en dilemma s, maar is niet uitputtend. M.b.t. bovenstaande punten zal de opleiding een combinatie zijn van een algemeen geldende (generieke) procesopleiding, die op onderdelen ook maatwerk moet leveren door aandacht te geven aan de lokale/regionale invulling van de crisisorganisatie. Er zullen dus ook lesstof en casussen (praktijkvoorbeelden) uit de eigen achterban aan de orde komen. Wanneer sprake is van een flinke dosis maatwerk, heeft een opleiding in de vorm van een in-company-opleiding de voorkeur. 3 Regionaal kan worden bepaald, waar en hoe de taakkaarten beschikbaar worden gesteld (vooraf of tijdens een incident). 4 LCMS = landelijk crisismanagementsysteem 11

12 1.7. Minimumeisen m.b.t. de opleiding Behalve het in paragraaf 1.6 genoemde omtrent de inhoud van de opleiding, dient de procesopleiding Crisiscommunicatie minimaal ook te voldoen aan de volgende eisen: - Opleidingsinstituut Het opleidingsinstituut dient een rechtspersoon te zijn. - Docent o o o o De docent dient minimaal hetzelfde werk- en denkniveau te hebben als de deelnemers aan de opleiding. Omdat er ook leidinggevenden aan de procesopleiding deelnemen, waarvoor het werk- en denkniveau is vastgesteld op HBO, dient de docent minimaal HBO werk- en denkniveau te hebben. De docent dient te beschikken over didactische vaardigheden en ervaring te hebben met volwassenenonderwijs. De docent dient zicht te hebben op het werkveld van de deelnemers aan de opleiding. De docent dient kennis en ervaring te hebben m.b.t. crisisbeheersing in het algemeen en het betreffende proces in het bijzonder. Dit betreft zowel de landelijke, regionale als lokale invulling daarvan. o De docent dient vaardig te zijn in het netcentrisch werken met de tool LCMS. - Didactiek Voor de procesopleiding wordt een mix van theoretische en praktische werkvormen aanbevolen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient Door opleidingsinstituut aan te geven aspecten Ter erkenning van de procesopleiding Crisiscommunicatie dient het opleidingsinstituut dat deze opleiding wil aanbieden keuzes te maken en toe te lichten m.b.t. de volgende onderdelen: - Opbouw van de opleiding Uit welke onderdelen (onderwerpen) zal de opleiding bestaan? De inhoud van de onderdelen moet helder zijn aangegeven. - Uitwerking van de leerdoelen per onderdeel van de opleiding Per onderdeel dient het opleidingsinstituut de leerdoelen aan te geven: wat moeten de deelnemers na deelname aan het betreffende onderdeel bereikt hebben? De leerdoelen moeten duidelijk en relevant zijn en tezamen (minimaal) de in dit opleidingskader aangegeven eindtermen dekken. - Werkvormen/leermethoden Welke mix van werkvormen/leeractiviteiten/ervaringen wordt gebruikt om de leerdoelen te bereiken? Er wordt aanbevolen gevarieerde werkvormen in te zetten: theoretische en meer praktische werkvormen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient. De projectgroep GROOTER geeft aan, dat het praktijkgerichte deel bijvoorbeeld casuïstiek of een table-top-oefening in de opleiding kan betreffen. Ook wordt aangeraden, waar mogelijk van concrete voorbeelden uit de praktijk uit te gaan. - Groeperingsvormen Hoe wordt de deelnemersgroep ingedeeld? Mogelijkheden zijn: klassikaal; in kleine groepjes; individueel. Door de projectgroep GROOTER wordt zo mogelijk een combinatie van deze vormen aanbevolen, namelijk een combinatie van klassikaal / in kleine groepjes met individueel (e-learning). - Opdrachtvormen binnen de opleiding Binnen de opleiding kunnen uiteenlopende opdrachtvormen worden gehanteerd. De opleiding sluit niet af met een formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER aanbevolen, dat de opleider in de opleiding een toets (bijvoorbeeld een schriftelijke toets) afneemt, om een (beknopt) beeld te krijgen van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Het opleidingsinstituut dient daarom aan te geven welke opdrachtvormen/studietaken binnen de opleiding worden ingezet, afgestemd en voorbereidend op zowel die toets als de toekomstige procesuitvoering. 12

13 - Monitoring en evaluatie Hoe heeft het opleidingsinstituut zicht op de beginsituatie/resultaten van de deelnemers ten aanzien van de eindtermen, hoe wordt feedback gegeven en hoe wordt de opleiding geëvalueerd? - Uitwerking van de studielast In paragraaf 1.11 is een indicatie van de studielast van deze opleiding weergegeven. Het opleidingsinstituut dient het exacte aantal contacturen aan te geven, evenals de eventueel ingeplande zelfstudie-uren. - Organisatie van de opleiding Hierbij worden de meer praktische kanten van de opleiding aangegeven, bijvoorbeeld: o locatie; o (studie)materialen zoals modules, handouts, boeken, practicummaterialen en (proef)toets in de opleiding; o communicatie met de deelnemers en de opdrachtgever; o planning in de tijd; o deelnemerskosten Eindtermen Eindterm van de procesopleiding Crisiscommunicatie is: weten hoe crisiscommunicatie uitgevoerd moet worden. Dat wil zeggen: na het volgen van de procesopleiding moet de deelnemer het geleerde omtrent crisiscommunicatie (zie paragraaf 1.6; het betreft zowel landelijke eindtermen als ook lokale/regionale eindtermen) in theorie geïntegreerd kunnen inzetten in voorbeeldsituaties die lijken op toekomstige werksituaties. NB 1. De vaardigheid om dit ook in praktijk te kunnen doen, is geen onderdeel van de opleiding. Over het algemeen zal deze vaardigheid pas na de opleiding verworven worden, in een totaaltraject van vakbekwaam worden en blijven. NB 2. Volgt de deelnemer na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding, dan zal daarin nader op de functiespecifieke taken worden ingegaan Toetsing in de opleiding; geen externe proeve van bekwaamheid Bij de procesopleiding Crisiscommunicatie is er (evenals bij de andere procesopleidingen) geen formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER het volgende aanbevolen: - In principe is aanwezigheid tijdens de procesopleiding voldoende. Daartoe dient dus aanwezigheidsregistratie plaats te vinden. - Aanvullend geeft een toets door de opleider in de opleiding (bijvoorbeeld een schriftelijke toets met open vragen en keuzevragen, of een toets in een e-learningmodule) een (beknopt) beeld van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Aanbevolen wordt dat de opleider bovenstaande twee punten doorgeeft aan de werkgever/opdrachtgever Studielast Een indicatie van het aantal contacturen voor de procesopleiding Crisiscommunicatie is: 2 dagdelen (uit te voeren op 1 dag of verspreid over meerdere dagen). Het exacte aantal contacturen hangt met name af van de invulling van de werkvormen in de opleiding: sommige werkvormen vergen meer tijd, andere minder tijd. De regio bepaalt met het opleidingsinstituut het aantal contacturen. Eventueel in te plannen zelfstudie-uren moeten in verhouding staan tot het aantal contacturen. 13

14 1.12. Minimum- en maximumaantal deelnemers Het minimum- en maximumaantal deelnemers voor de procesopleiding Crisiscommunicatie hangt af van de wijze waarop deze wordt ingericht. Hierbij gelden verschillende eisen: - Voor groepswerk/werkgroepen: ongeveer deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers in theorie met de stof omgaan en daar allen actief (cognitief) aan moeten meedoen, bijvoorbeeld door het bespreken van casussen of stellingen. - Voor echt praktische werkzaamheden: ongeveer 5 8 deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers zelf actief en praktisch aan concrete taken werken voor een gezamenlijk eindproduct. - Voor klassieke lesgroepen/hoorcolleges: vanaf ongeveer 25/30 deelnemers. Dit betreft bijeenkomsten waarbij sprake is van informatieoverdracht van de docent naar de deelnemers (eenrichtingsverkeer). 14

15 2. Opleidingskader voor de procesopleiding Opvang In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het opleidingskader voor de procesopleiding Opvang gepresenteerd. Voor het ontwikkelen van deze procesopleiding is naast een opleidingskader ook inzicht in het proces zelf, de taakorganisatie waaronder dit valt en de taakuitvoering door de betrokkenen van belang. Hierin wordt voorzien door twee aanvullende GROOTER-documenten: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Het wordt daarom aanbevolen, bij het ontwikkelen van de procesopleiding de drie documenten naast elkaar te gebruiken. Op de volgende bladzijde wordt de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor processen/ functionarissen m.b.t. publieke zorg onder Bevolkingszorg weergegeven. Daarin is te zien, welke positie de procesopleiding Opvang daarbinnen inneemt. 15

16 16

17 Beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, onderliggende processen en betrokkenen Zie voor een beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, de onderliggende processen en de taakuitvoering door betrokkenen de volgende documenten van GROOTER: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Beschrijving van de procesopleiding Opvang 2.1. Titel van de opleiding Procesopleiding Opvang Opzet De procesopleiding Opvang maakt deel uit van een geheel van opleidingen met betrekking tot Bevolkingszorg. Op de vorige bladzijde is schematisch weergegeven, hoe deze opleiding past binnen de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor de taakorganisatie Publieke zorg. Een totaaloverzicht van de (voorlopige) opleidingsstructuur voor processen en functionarissen onder Bevolkingszorg is weergegeven in bijlage 1. In de projecten GROOT en GROOTER is deze (concept)opleidingsstructuur nader uitgewerkt Doelgroep Doelgroep van de procesopleiding Opvang is: - groepsleiders Opvang; - medewerkers opvanglocatie; - medewerkers back office Opvang; - leiders opvanglocatie; - teamleiders Opvang Doel Het algemene doel van de procesopleiding Opvang is te komen tot medewerkers en leidinggevenden bij het proces Opvang die kennis hebben van en inzicht hebben in het proces Opvang, hun plaats daarin en de bijbehorende taken; dit alles binnen de randvoorwaarden, uitgangspunten en context van het proces. Zij dienen hierbij inzicht te hebben in het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen en dienen deze op een juiste manier te kunnen toepassen. (NB. De leiders opvanglocatie en teamleiders Opvang volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding, waarin hun functiespecifieke taken en het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen nader worden uitgediept.) 17

18 De procesopleiding maakt onderdeel uit van een vakbekwaamheidstraject, waarin functionarissen op basis van opleiden, trainen en oefenen vakbekwaam worden en blijven voor hun functie binnen het proces Instroomeisen voor de opleiding M.b.t. wenselijke algemene kennis en vaardigheden: - werk- en denkniveau: geen specifieke eisen; - affiniteit met het werkveld van het proces Opvang en de bijbehorende taken. M.b.t. wenselijke eerder gevolgde opleidingen: - Basisopleiding Bevolkingszorg. Welke versie, is afhankelijk van de rol in het proces: o groepsleiders Opvang, medewerkers opvanglocatie en medewerkers back office: de versie voor procesmedewerkers; o leiders opvanglocatie en teamleiders Opvang: de versie voor leidinggevenden/sleutelfunctionarissen Inhoud van de opleiding In de procesopleiding Opvang dient het volgende aan de orde te komen 5 : - Inleidend/beknopt: visie op het proces Opvang (inzicht). Bij de processen van Publieke zorg gaat het dan om o.a. het doel van het proces en de zorgplicht van de overheid versus zelfredzaamheid/zelfwerkzaamheid. - Bewustwording van de benodigde attitude bij het proces Opvang (inzicht en kunnen toepassen). Bij de processen van Publieke zorg dient men zich in de opleiding bewust te worden van hoe mensen in nood en in tijden van grote onzekerheid en zorgen kunnen reageren. Bij het omgaan met (groepen) mensen is het dan essentieel het eigen hoofd koel te houden en grenzen te stellen. Verder is specifiek bij het proces Opvang nog de attitude invoelend-klantgericht van belang. Het gaat om mensen die in een kwetsbare positie zijn geraakt. Hoe zou je zelf geholpen willen worden? Verplaats je in de beleving van de getroffene 6 : de mens gaat boven de procedure. Maar houd ook rekening met je eigen grenzen/beperkingen en maak die duidelijk. - Het functioneren van de taakorganisatie Publieke zorg, waaronder het proces Opvang valt (kennis en inzicht). - Positionering, doel en randvoorwaarden van het proces Opvang (kennis en inzicht). - Globaal beeld van de activiteiten, betrokkenen, taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het totale proces (kennis en inzicht). Het gaat hier om zowel de landelijke invulling als om de lokale/regionale invulling. - Specifiek beeld van de activiteiten, betrokkenen, taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het eigen deel in het proces (en ook waar het eigen deel eindigt, dus wat tot de verantwoordelijkheid van anderen hoort) (kennis, inzicht en kunnen toepassen; bijvoorbeeld in casuïstiekoefeningen waarin verschillende functies zijn opgenomen). Uitgesplitst naar: o groepsleider Opvang; o medewerker opvanglocatie; 5 Zie hiertoe ook de twee documenten, genoemd onder het kopje Beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, onderliggende processen en betrokkenen. 6 In lijn met de commissie Bruinooge wordt hier gesproken over getroffene, waar voorheen over slachtoffer werd gesproken. Dit past in de landelijke discussie over veerkracht en zelfredzaamheid. 18

19 o medewerker back office; o leider opvanglocatie; o teamleider Opvang. NB. De leiders opvanglocatie en teamleiders Opvang volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding (resp. Leider opvanglocatie en Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing ), waarin de functiespecifieke taken nader worden uitgediept. - Hierbij onder andere aandacht voor: o het gebruik van beschikbare hulpmiddelen en informatieproducten door de betreffende functionaris bij de voorbereiding en uitvoering van het proces Opvang (kennis en kunnen toepassen). NB. De leiders opvanglocatie en teamleiders Opvang volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding (resp. Leider opvanglocatie en Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing ), waarin het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen nader wordt uitgediept; o de monodisciplinaire afstemming/samenwerking door de betreffende functionaris bij voorbereiding en uitvoering van het proces (kennis en inzicht); o de eventuele multidisciplinaire afstemming/samenwerking door de betreffende functionaris bij voorbereiding en uitvoering van het proces (kennis en inzicht); o het belang van de eigen taakkaart en de erop aangegeven kerntaken (kennis en kunnen toepassen) 7 ; o omgaan met keuzes/dilemma s in het proces (inzicht en kunnen toepassen). Het gaat hierbij om onder andere de volgende keuzes: Opstart: Keuze van de opstartlocatie(s), rekening houdend met onder andere: ligging t.o.v. plaats incident; omvang en aard van de groep getroffenen; bereikbaarheid; voorzieningen; spontane opvangsituaties (wel of niet alsnog naar een voorbereide opvanglocatie verplaatsen) (keuze voor teamleider Opvang). Keuze van moment van openstellen opvanglocatie en informeren van getroffenen (keuze voor teamleider Opvang). Welke taken: Taakafbakening tussen de back office en opvanglocatie (keuze voor teamleider Opvang en leider opvanglocatie). Keuze voor taakverdeling in de back office en opvanglocatie (keuze voor teamleider Opvang, leider opvanglocatie en groepsleider). Keuze voor vorm, mate, inhoud en moment van registratie in relatie tot soort en omvang van het incident (keuze voor teamleider Opvang en leider opvanglocatie). Wat is jouw taak, waar eindigt die, wanneer moet je overdragen, aan wie en hoe (afstand houden) (m.n. keuze voor medewerkers in opvanglocatie). Wat kun je wel/niet voor anderen oplossen, wat doen ze zelf (zelfredzaamheid) (m.n. keuze voor medewerkers in opvanglocatie). Hoe voer je je taken verantwoord uit: prioriteit voor eigen welzijn en veiligheid (m.n. keuze voor medewerkers in opvanglocatie). Hoe ga je om met emoties, bijvoorbeeld eigen emoties of wrijving bij aanwezigen (m.n. keuze voor medewerkers in opvanglocatie). Inzet materieel en mensen: Keuze voor de inrichting van de opvanglocatie (keuze voor leider opvanglocatie; beknopt). Keuze voor samenstelling en bezettingsgraad van het opvangteam: zo goed mogelijk afstemmen op het incident en de getroffenen (keuze voor teamleider Opvang en leider opvanglocatie). 7 Regionaal kan worden bepaald, waar en hoe de taakkaarten beschikbaar worden gesteld (vooraf of tijdens een incident). 19

20 Keuze voor het verzorgingsniveau: beperkt of zeer uitgebreid (keuze voor HTo en teamleider Opvang). Keuze voor in te zetten andere processen en partijen (keuze voor teamleider Opvang en vervolgens leider opvanglocatie). Bij grote aantallen getroffenen en/of schaarste in tijd, menskracht of middelen: keuze welke prioriteiten er worden gesteld (onderdak, kleding, voedsel, eenvoudige medische hulp, troost et cetera). Tijdige keuze voor al of niet inrichten van nachtopvang (keuze voor HTo, evt. teamleider Opvang). Wel/niet/hoe (welke) informatie delen: Informatie-uitwisseling tussen back office en opvanglocatie (afstemming tussen teamleider Opvang en leider opvanglocatie). Op basis van welke informatie moet welke actie worden ondernomen (keuze voor allen). Keuze van momenten waarop belangrijke beslissingen moeten worden genomen en aard van daarvoor benodigde informatie (keuze voor HTo, teamleider Opvang en leider opvanglocatie). Waar haal je de informatie vandaan voor het uitvoeren van je taken (keuze voor allen). Wel of niet informatie delen met de getroffenen in de opvanglocatie (keuze voor teamleider Opvang en leider opvanglocatie). Wat is van belang bij het loggen van gegevens (keuze voor allen). Op de keuzes voor de leider opvanglocatie kan in de functiegerichte opleiding Leider opvanglocatie nader worden ingegaan. Het gaat hierbij om onder andere de volgende dilemma s: Moeten improviseren: Snel beslissen zonder volledig geïnformeerd te zijn (improviseren met kans op fouten) versus weloverwogen beslissingen nemen (op grond van veel informatie) (m.n. dilemma voor teamleider Opvang en leider opvanglocatie). Tegengestelde belangen: Concreet belang van getroffenen in opvanglocatie versus meer abstracte belangen van bijvoorbeeld informatievoorziening, politiek-bestuurlijke besluitvorming en voorbereiding van onderzoeken (m.n. dilemma voor teamleider Opvang en leider opvanglocatie, daarna ook voor medewerkers). Strakke aansturing van de opvangorganisatie versus meer vrijheid van handelen voor de leider opvanglocatie en zijn team (afhankelijk van o.a. kennis en ervaring) (dilemma voor teamleider Opvang). Beperkte/tegenstrijdige informatie: Waarop moet de opvangorganisatie zich voorbereiden: kortdurende/eenvoudige opvang of langdurige/grootschalige opvang (dilemma voor HTo). Hoe groot moet de opvangorganisatie worden opgeschaald, met het risico van grote inspanningen, hoge kosten et cetera die mogelijk al snel ten onrechte kunnen blijken te zijn (dilemma voor HTo en teamleider Opvang). Wens tot afschalen versus noodzaak tot openstaande acties / nazorg: uitgangspunt van zo snel mogelijk terugkeer naar de normale situatie tegenover voortzetten van veilige opvang op locatie (en mogelijk conflict met getroffenen) (dilemma voor HTo en teamleider Opvang). Op de dilemma s voor de leider opvanglocatie kan in de functiegerichte opleiding Leider opvanglocatie nader worden ingegaan. NB. Bovenstaande opsommingen omvatten een selectie van de meest voorkomende keuzes en dilemma s, maar zijn niet uitputtend. 20

21 M.b.t. bovenstaande punten zal de opleiding een combinatie zijn van een algemeen geldende (generieke) procesopleiding, die op onderdelen ook maatwerk moet leveren door aandacht te geven aan de lokale/regionale invulling van de crisisorganisatie. Er zullen dus ook lesstof en casussen (praktijkvoorbeelden) uit de eigen achterban aan de orde komen. Wanneer sprake is van een flinke dosis maatwerk, heeft een opleiding in de vorm van een in-company-opleiding de voorkeur Minimumeisen m.b.t. de opleiding Behalve het in paragraaf 2.6 genoemde omtrent de inhoud van de opleiding, dient de procesopleiding Opvang ook te voldoen aan de volgende eisen: - Opleidingsinstituut Het opleidingsinstituut dient een rechtspersoon te zijn. - Docent o o o o De docent dient minimaal hetzelfde werk- en denkniveau te hebben als de deelnemers aan de opleiding. Omdat er ook leidinggevenden aan de procesopleiding deelnemen, waarvoor het werk- en denkniveau is vastgesteld op HBO, dient de docent minimaal HBO werk- en denkniveau te hebben. De docent dient te beschikken over didactische vaardigheden en ervaring te hebben met volwassenenonderwijs. De docent dient zicht te hebben op het werkveld van de deelnemers aan de opleiding. De docent dient kennis en ervaring te hebben m.b.t. crisisbeheersing in het algemeen en het betreffende proces in het bijzonder. Dit betreft zowel de landelijke, regionale als lokale invulling daarvan. - Didactiek Voor de procesopleiding wordt een mix van theoretische en praktische werkvormen aanbevolen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient Door opleidingsinstituut aan te geven aspecten Ter erkenning van de procesopleiding Opvang dient het opleidingsinstituut dat deze opleiding wil aanbieden keuzes te maken en toe te lichten m.b.t. de volgende onderdelen: - Opbouw van de opleiding Uit welke onderdelen (onderwerpen) zal de opleiding bestaan? De inhoud van de onderdelen moet helder zijn aangegeven. - Uitwerking van de leerdoelen per onderdeel van de opleiding Per onderdeel dient het opleidingsinstituut de leerdoelen aan te geven: wat moeten de deelnemers na deelname aan het betreffende onderdeel bereikt hebben? De leerdoelen moeten duidelijk en relevant zijn en tezamen (minimaal) de in dit opleidingskader aangegeven eindtermen dekken. - Werkvormen/leermethoden Welke mix van werkvormen/leeractiviteiten/ervaringen wordt gebruikt om de leerdoelen te bereiken? Er wordt aanbevolen gevarieerde werkvormen in te zetten: theoretische en meer praktische werkvormen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient. De projectgroep GROOTER geeft aan, dat het praktijkgerichte deel bijvoorbeeld casuïstiek of een table-top-oefening in de opleiding kan betreffen. Ook wordt aangeraden, waar mogelijk van concrete voorbeelden uit de praktijk uit te gaan. - Groeperingsvormen Hoe wordt de deelnemersgroep ingedeeld? Mogelijkheden zijn: klassikaal; in kleine groepjes; individueel. Door de projectgroep GROOTER wordt zo mogelijk een combinatie van deze vormen aanbevolen, namelijk een combinatie van klassikaal / in kleine groepjes met individueel (e-learning). - Opdrachtvormen binnen de opleiding Binnen de opleiding kunnen uiteenlopende opdrachtvormen worden gehanteerd. De opleiding sluit niet af met een formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER aanbevolen, dat de opleider in de opleiding een 21

22 toets (bijvoorbeeld een schriftelijke toets) afneemt, om een (beknopt) beeld te krijgen van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Het opleidingsinstituut dient daarom aan te geven welke opdrachtvormen/studietaken binnen de opleiding worden ingezet, afgestemd en voorbereidend op zowel die toets als de toekomstige procesuitvoering. - Monitoring en evaluatie Hoe heeft het opleidingsinstituut zicht op de beginsituatie/resultaten van de deelnemers ten aanzien van de eindtermen, hoe wordt feedback gegeven en hoe wordt de opleiding geëvalueerd? - Uitwerking van de studielast In paragraaf 2.11 is een indicatie van de studielast van deze opleiding weergegeven. Het opleidingsinstituut dient het exacte aantal contacturen aan te geven, evenals de eventueel ingeplande zelfstudie-uren. - Organisatie van de opleiding Hierbij worden de meer praktische kanten van de opleiding aangegeven, bijvoorbeeld: o locatie; o (studie)materialen zoals modules, handouts, boeken, practicummaterialen en (proef)toets in de opleiding; o communicatie met de deelnemers en de opdrachtgever; o planning in de tijd; o deelnemerskosten Eindtermen Eindterm van de procesopleiding Opvang is: weten hoe het proces Opvang en de eigen taken daarbinnen uitgevoerd moeten worden. Dat wil zeggen: na het volgen van de procesopleiding Opvang moet de deelnemer het geleerde omtrent het proces (zie paragraaf 2.6; het betreft zowel landelijke eindtermen als ook lokale/regionale eindtermen) in theorie geïntegreerd kunnen inzetten in voorbeeldsituaties die lijken op toekomstige werksituaties. NB 1. De vaardigheid om dit ook in praktijk te kunnen doen, is geen onderdeel van de opleiding. Over het algemeen zal deze vaardigheid pas na de opleiding verworven worden, in een totaaltraject van vakbekwaam worden en blijven. NB 2. Volgt de deelnemer na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding, dan zal daarin nader op de functiespecifieke taken worden ingegaan Toetsing in de opleiding; geen externe proeve van bekwaamheid Bij de procesopleiding Opvang is er (evenals bij de andere procesopleidingen) geen formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER het volgende aanbevolen: - In principe is aanwezigheid tijdens de procesopleiding voldoende. Daartoe dient dus aanwezigheidsregistratie plaats te vinden. - Aanvullend geeft een toets door de opleider in de opleiding (bijvoorbeeld een schriftelijke toets met open vragen en keuzevragen, of een toets in een e-learningmodule) een (beknopt) beeld van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Aanbevolen wordt dat de opleider bovenstaande twee punten doorgeeft aan de werkgever/opdrachtgever Studielast Een indicatie van het aantal contacturen voor de procesopleiding Opvang is: 1 á 2 dagdelen (indien 2 dagdelen, dit dan uit te voeren op 1 dag of verspreid over meerdere dagen). Het exacte aantal contacturen hangt met name af van de invulling van de werkvormen in de opleiding: sommige werkvormen vergen meer tijd, andere minder tijd. De regio bepaalt met het opleidingsinstituut het aantal contacturen. 22

23 Eventueel in te plannen zelfstudie-uren moeten in verhouding staan tot het aantal contacturen Minimum- en maximumaantal deelnemers Het minimum- en maximumaantal deelnemers voor de procesopleiding Opvang hangt af van de wijze waarop deze wordt ingericht. Hierbij gelden verschillende eisen: - Voor groepswerk/werkgroepen: ongeveer deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers in theorie met de stof omgaan en daar allen actief (cognitief) aan moeten meedoen, bijvoorbeeld door het bespreken van casussen of stellingen. - Voor echt praktische werkzaamheden: ongeveer 5 8 deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers zelf actief en praktisch aan concrete taken werken voor een gezamenlijk eindproduct. - Voor klassieke lesgroepen/hoorcolleges: vanaf ongeveer 25/30 deelnemers. Dit betreft bijeenkomsten waarbij sprake is van informatieoverdracht van de docent naar de deelnemers (eenrichtingsverkeer). 23

24 3. Opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften gepresenteerd. Voor het ontwikkelen van deze procesopleiding is naast een opleidingskader ook inzicht in het proces zelf, de taakorganisatie waaronder dit valt en de taakuitvoering door de betrokkenen van belang. Hierin wordt voorzien door twee aanvullende GROOTER-documenten: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Het wordt daarom aanbevolen, bij het ontwikkelen van de procesopleiding de drie documenten naast elkaar te gebruiken. Op de volgende bladzijde wordt de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor processen/ functionarissen m.b.t. publieke zorg onder Bevolkingszorg weergegeven. Daarin is te zien, welke positie de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften daarbinnen inneemt. 24

25 25

26 Beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, onderliggende processen en betrokkenen Zie voor een beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, de onderliggende processen en de taakuitvoering door betrokkenen de volgende documenten van GROOTER: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Beschrijving van de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften 3.1. Titel van de opleiding Procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften Opzet De procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften maakt deel uit van een geheel van opleidingen met betrekking tot Bevolkingszorg. Op de vorige bladzijde is schematisch weergegeven, hoe deze opleiding past binnen de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor de taakorganisatie Publieke zorg. Een totaaloverzicht van de (voorlopige) opleidingsstructuur voor processen en functionarissen onder Bevolkingszorg is weergegeven in bijlage 1. In de projecten GROOT en GROOTER is deze (concept)opleidingsstructuur nader uitgewerkt Doelgroep Doelgroep van de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften is: - coördinatoren distributiepunt; - medewerkers distributiepunt; - medewerkers back office Voorzien in primaire levensbehoeften; - teamleiders Voorzien in primaire levensbehoeften Doel Het algemene doel van de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften is te komen tot medewerkers en leidinggevenden bij het proces Voorzien in primaire levensbehoeften die kennis hebben van en inzicht hebben in het proces Voorzien in primaire levensbehoeften, hun plaats daarin en de bijbehorende taken; dit alles binnen de randvoorwaarden, uitgangspunten en context van het proces. Zij dienen hierbij inzicht te hebben in het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen en dienen deze op een juiste manier te kunnen toepassen. (NB. De teamleiders Voorzien in primaire levensbehoeften volgen na deze procesopleiding nog de functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin de functiespecifieke 26

27 taken van een teamleider en het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen daarbij nader worden uitgediept.) De procesopleiding maakt onderdeel uit van een vakbekwaamheidstraject, waarin functionarissen op basis van opleiden, trainen en oefenen vakbekwaam worden en blijven voor hun functie binnen het proces Instroomeisen voor de opleiding M.b.t. wenselijke algemene kennis en vaardigheden: - werk- en denkniveau: geen specifieke eisen; - affiniteit met het werkveld van het proces Voorzien in primaire levensbehoeften en de bijbehorende taken. M.b.t. wenselijke eerder gevolgde opleidingen: - Basisopleiding Bevolkingszorg. Welke versie, is afhankelijk van de rol in het proces: o coördinatoren distributiepunt, medewerkers distributiepunt en medewerkers back office Voorzien in primaire levensbehoeften: de versie voor procesmedewerkers; o teamleiders Voorzien in primaire levensbehoeften: de versie voor leidinggevenden/sleutelfunctionarissen Inhoud van de opleiding In de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften dient het volgende aan de orde te komen 8 : - Inleidend/beknopt: visie op het proces Voorzien in primaire levensbehoeften (inzicht). Bij de processen van Publieke zorg gaat het dan om o.a. het doel van het proces en de zorgplicht van de overheid versus zelfredzaamheid/zelfwerkzaamheid. - Bewustwording van de benodigde attitude bij het proces Voorzien in primaire levensbehoeften (inzicht en kunnen toepassen). Bij de processen van Publieke zorg dient men zich in de opleiding bewust te worden van hoe mensen in nood en in tijden van grote onzekerheid en zorgen kunnen reageren. Bij het omgaan met (groepen) mensen is het dan essentieel het eigen hoofd koel te houden en grenzen te stellen. Verder is specifiek bij het proces Voorzien in primaire levensbehoeften nog de attitude praktisch-klantgericht van belang. - Het functioneren van de taakorganisatie Publieke zorg, waaronder het proces Voorzien in primaire levensbehoeften valt (kennis en inzicht). - Positionering, doel en randvoorwaarden van het proces Voorzien in primaire levensbehoeften (kennis en inzicht). - Globaal beeld van de activiteiten, betrokkenen, taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het totale proces (kennis en inzicht). Het gaat hier om zowel de landelijke invulling als om de lokale/regionale invulling. - Specifiek beeld van de activiteiten, betrokkenen, taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het eigen deel in het proces (kennis, inzicht en kunnen toepassen; bijvoorbeeld in casuïstiekoefeningen waarin verschillende functies zijn opgenomen). Uitgesplitst naar: o coördinator distributiepunt; o medewerker distributiepunt; 8 Zie hiertoe ook de twee documenten, genoemd onder het kopje Beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, onderliggende processen en betrokkenen. 27

28 o medewerker back office Voorzien in primaire levensbehoeften; o teamleider Voorzien in primaire levensbehoeften. NB. De teamleiders Voorzien in primaire levensbehoeften volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin de functiespecifieke taken van een teamleider nader worden uitgediept. - Hierbij onder andere aandacht voor: o het gebruik van beschikbare hulpmiddelen en informatieproducten door de betreffende functionaris bij de voorbereiding en uitvoering van het proces Voorzien in primaire levensbehoeften (kennis en kunnen toepassen). NB. De teamleiders Voorzien in primaire levensbehoeften volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen door een teamleider nader wordt uitgediept; o de monodisciplinaire afstemming/samenwerking door de betreffende functionaris bij voorbereiding en uitvoering van het proces (kennis en inzicht); o de eventuele multidisciplinaire afstemming/samenwerking door de betreffende functionaris bij voorbereiding en uitvoering van het proces (kennis en inzicht); o het belang van de eigen taakkaart en de erop aangegeven kerntaken (kennis en kunnen toepassen) 9 ; o omgaan met keuzes/dilemma s in het proces (inzicht en kunnen toepassen). Het gaat hierbij om onder andere de volgende keuzes: Opstart: Keuze van het aantal distributiepunten. Keuze van locatie van de distributiepunten, rekening houdend met onder andere: ligging t.o.v. plaats incident; omvang en aard van de producten; bereikbaarheid; voorzieningen; spontane opvangsituaties (wel of niet alsnog naar een voorbereide opvanglocatie verplaatsen). Keuze van het moment van openstellen van de distributiepunten en informeren van getroffenen. Keuze van in te zetten functionarissen (beoordeling op inzetbaarheid, stressbestendigheid, ervaring, deskundigheid). Keuze in prioritering: welke producten verstrekken we en welke hebben prioriteit (kleding, voedsel, drinkwater, medicamenten, noodhuisvesting, et cetera)? Keuze van hoe te communiceren over de openstelling en sluiting van het distributiepunt en de beschikbaarheid van de goederen/middelen. Keuze van sluiting van de distributiepunten. Het gaat hierbij om onder andere de volgende dilemma s: Tegengestelde belangen: Concreet belang van getroffenen t.o.v. meer abstracte belangen van informatievoorziening, politiek-bestuurlijke besluitvorming en voorbereiding van onderzoeken. Schaarste van middelen en menskracht: Welke producten/middelen moeten we verstrekken en met welke kwaliteit? Worden deze gratis verstrekt of dient er een (kleine) vergoeding betaald te worden? Verdeling schaarse producten/middelen: wel of niet inzetten van externe partijen? Wat valt onder de verzekering? Moet de gemeente hierin participeren? Wat regelt de verzekering en wat de gemeente en wanneer? Wanneer houdt het verstrekken van producten/middelen op en wanneer verwijst de gemeente naar de zelfredzaamheid van de burger? NB. Bovenstaande opsommingen omvatten een selectie van de meest voorkomende keuzes en dilemma s, maar zijn niet uitputtend. 9 Regionaal kan worden bepaald, waar en hoe de taakkaarten beschikbaar worden gesteld (vooraf of tijdens een incident). 28

29 M.b.t. bovenstaande punten zal de opleiding een combinatie zijn van een algemeen geldende (generieke) procesopleiding, die op onderdelen ook maatwerk moet leveren door aandacht te geven aan de lokale/regionale invulling van de crisisorganisatie. Er zullen dus ook lesstof en casussen (praktijkvoorbeelden) uit de eigen achterban aan de orde komen. Wanneer sprake is van een flinke dosis maatwerk, heeft een opleiding in de vorm van een in-company-opleiding de voorkeur Minimumeisen m.b.t. de opleiding Behalve het in paragraaf 3.6 genoemde omtrent de inhoud van de opleiding, dient de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften ook te voldoen aan de volgende eisen: - Opleidingsinstituut Het opleidingsinstituut dient een rechtspersoon te zijn. - Docent o o o o De docent dient minimaal hetzelfde werk- en denkniveau te hebben als de deelnemers aan de opleiding. Omdat er ook leidinggevenden aan de procesopleiding deelnemen, waarvoor het werk- en denkniveau is vastgesteld op HBO, dient de docent minimaal HBO werk- en denkniveau te hebben. De docent dient te beschikken over didactische vaardigheden en ervaring te hebben met volwassenenonderwijs. De docent dient zicht te hebben op het werkveld van de deelnemers aan de opleiding. De docent dient kennis en ervaring te hebben m.b.t. crisisbeheersing in het algemeen en het betreffende proces in het bijzonder. Dit betreft zowel de landelijke, regionale als lokale invulling daarvan. - Didactiek Voor de procesopleiding wordt een mix van theoretische en praktische werkvormen aanbevolen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient Door opleidingsinstituut aan te geven aspecten Ter erkenning van de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften dient het opleidingsinstituut dat deze opleiding wil aanbieden keuzes te maken en toe te lichten m.b.t. de volgende onderdelen: - Opbouw van de opleiding Uit welke onderdelen (onderwerpen) zal de opleiding bestaan? De inhoud van de onderdelen moet helder zijn aangegeven. - Uitwerking van de leerdoelen per onderdeel van de opleiding Per onderdeel dient het opleidingsinstituut de leerdoelen aan te geven: wat moeten de deelnemers na deelname aan het betreffende onderdeel bereikt hebben? De leerdoelen moeten duidelijk en relevant zijn en tezamen (minimaal) de in dit opleidingskader aangegeven eindtermen dekken. - Werkvormen/leermethoden Welke mix van werkvormen/leeractiviteiten/ervaringen wordt gebruikt om de leerdoelen te bereiken? Er wordt aanbevolen gevarieerde werkvormen in te zetten: theoretische en meer praktische werkvormen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient. De projectgroep GROOTER geeft aan, dat het praktijkgerichte deel bijvoorbeeld casuïstiek of een table-top-oefening in de opleiding kan betreffen. Ook wordt aangeraden, waar mogelijk van concrete voorbeelden uit de praktijk uit te gaan. - Groeperingsvormen Hoe wordt de deelnemersgroep ingedeeld? Mogelijkheden zijn: klassikaal; in kleine groepjes; individueel. Door de projectgroep GROOTER wordt zo mogelijk een combinatie van deze vormen aanbevolen, namelijk een combinatie van klassikaal / in kleine groepjes met individueel (e-learning). - Opdrachtvormen binnen de opleiding Binnen de opleiding kunnen uiteenlopende opdrachtvormen worden gehanteerd. De opleiding sluit niet af met een formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER aanbevolen, dat de opleider in de opleiding een 29

30 toets (bijvoorbeeld een schriftelijke toets) afneemt, om een (beknopt) beeld te krijgen van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Het opleidingsinstituut dient daarom aan te geven welke opdrachtvormen/studietaken binnen de opleiding worden ingezet, afgestemd en voorbereidend op zowel die toets als de toekomstige procesuitvoering. - Monitoring en evaluatie Hoe heeft het opleidingsinstituut zicht op de beginsituatie/resultaten van de deelnemers ten aanzien van de eindtermen, hoe wordt feedback gegeven en hoe wordt de opleiding geëvalueerd? - Uitwerking van de studielast In paragraaf 3.11 is een indicatie van de studielast van deze opleiding weergegeven. Het opleidingsinstituut dient het exacte aantal contacturen aan te geven, evenals de eventueel ingeplande zelfstudie-uren. - Organisatie van de opleiding Hierbij worden de meer praktische kanten van de opleiding aangegeven, bijvoorbeeld: o locatie; o (studie)materialen zoals modules, handouts, boeken, practicummaterialen en (proef)toets in de opleiding; o communicatie met de deelnemers en de opdrachtgever; o planning in de tijd; o deelnemerskosten Eindtermen Eindterm van de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften is: weten hoe het proces Voorzien in primaire levensbehoeften en de eigen taken daarbinnen uitgevoerd moeten worden. Dat wil zeggen: na het volgen van de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften moet de deelnemer het geleerde omtrent het proces (zie paragraaf 3.6; het betreft zowel landelijke eindtermen als ook lokale/regionale eindtermen) in theorie geïntegreerd kunnen inzetten in voorbeeldsituaties die lijken op toekomstige werksituaties. NB 1. De vaardigheid om dit ook in praktijk te kunnen doen, is geen onderdeel van de opleiding. Over het algemeen zal deze vaardigheid pas na de opleiding verworven worden, in een totaaltraject van vakbekwaam worden en blijven. NB 2. Volgt de deelnemer na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding, dan zal daarin nader op de functiespecifieke taken worden ingegaan Toetsing in de opleiding; geen externe proeve van bekwaamheid Bij de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften is er (evenals bij de andere procesopleidingen) geen formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER het volgende aanbevolen: - In principe is aanwezigheid tijdens de procesopleiding voldoende. Daartoe dient dus aanwezigheidsregistratie plaats te vinden. - Aanvullend geeft een toets door de opleider in de opleiding (bijvoorbeeld een schriftelijke toets met open vragen en keuzevragen, of een toets in een e-learningmodule) een (beknopt) beeld van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Aanbevolen wordt dat de opleider bovenstaande twee punten doorgeeft aan de werkgever/opdrachtgever Studielast Een indicatie van het aantal contacturen voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften is: 1 á 2 dagdelen (indien 2 dagdelen, dit dan uit te voeren op 1 dag of verspreid over meerdere dagen). Het exacte aantal contacturen hangt met name af van de invulling van de werkvormen in de opleiding: sommige werkvormen vergen meer tijd, andere minder tijd. De regio bepaalt met het opleidingsinstituut het aantal contacturen. 30

31 Eventueel in te plannen zelfstudie-uren moeten in verhouding staan tot het aantal contacturen Minimum- en maximumaantal deelnemers Het minimum- en maximumaantal deelnemers voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften hangt af van de wijze waarop deze wordt ingericht. Hierbij gelden verschillende eisen: - Voor groepswerk/werkgroepen: ongeveer deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers in theorie met de stof omgaan en daar allen actief (cognitief) aan moeten meedoen, bijvoorbeeld door het bespreken van casussen of stellingen. - Voor echt praktische werkzaamheden: ongeveer 5 8 deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers zelf actief en praktisch aan concrete taken werken voor een gezamenlijk eindproduct. - Voor klassieke lesgroepen/hoorcolleges: vanaf ongeveer 25/30 deelnemers. Dit betreft bijeenkomsten waarbij sprake is van informatieoverdracht van de docent naar de deelnemers (eenrichtingsverkeer). 31

32 4. Opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg gepresenteerd. Voor het ontwikkelen van deze procesopleiding is naast een opleidingskader ook inzicht in het proces zelf, de taakorganisatie waaronder dit valt en de taakuitvoering door de betrokkenen van belang. Hierin wordt voorzien door twee aanvullende GROOTER-documenten: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Het wordt daarom aanbevolen, bij het ontwikkelen van de procesopleiding de drie documenten naast elkaar te gebruiken. Op de volgende bladzijde wordt de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor processen/ functionarissen m.b.t. publieke zorg onder Bevolkingszorg weergegeven. Daarin is te zien, welke positie de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg daarbinnen inneemt. 32

33 33

34 Beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, onderliggende processen en betrokkenen Zie voor een beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, de onderliggende processen en de taakuitvoering door betrokkenen de volgende documenten van GROOTER: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Beschrijving van de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg 4.1. Titel van de opleiding Procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg Opzet De procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg maakt deel uit van een geheel van opleidingen met betrekking tot Bevolkingszorg. Op de vorige bladzijde is schematisch weergegeven, hoe deze opleiding past binnen de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor de taakorganisatie Publieke zorg. Een totaaloverzicht van de (voorlopige) opleidingsstructuur voor processen en functionarissen onder Bevolkingszorg is weergegeven in bijlage 1. In de projecten GROOT en GROOTER is deze (concept)opleidingsstructuur nader uitgewerkt Doelgroep Doelgroep van de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg is: - medewerkers Bijzondere uitvaartzorg; - teamleiders Bijzondere uitvaartzorg Doel Het algemene doel van de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg is te komen tot medewerkers en teamleiders bij het proces Bijzondere uitvaartzorg die kennis hebben van en inzicht hebben in het proces Bijzondere uitvaartzorg, hun plaats daarin en de bijbehorende taken; dit alles binnen de randvoorwaarden, uitgangspunten en context van het proces. Zij dienen hierbij inzicht te hebben in het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen en dienen deze op een juiste manier te kunnen toepassen. (NB. De teamleiders Bijzondere uitvaartzorg volgen na deze procesopleiding nog de functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin de functiespecifieke taken van een teamleider en het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen daarbij nader worden uitgediept.) 34

35 De procesopleiding maakt onderdeel uit van een vakbekwaamheidstraject, waarin functionarissen op basis van opleiden, trainen en oefenen vakbekwaam worden en blijven voor hun functie binnen het proces Instroomeisen voor de opleiding M.b.t. wenselijke algemene kennis en vaardigheden: - werk- en denkniveau: geen specifieke eisen - affiniteit met het werkveld van het proces Bijzondere uitvaartzorg en de bijbehorende taken. M.b.t. wenselijke eerder gevolgde opleidingen: - Basisopleiding Bevolkingszorg. Welke versie, is afhankelijk van de rol in het proces: o medewerkers Bijzondere uitvaartzorg: de versie voor procesmedewerkers; o teamleiders Bijzondere uitvaartzorg: de versie voor leidinggevenden/sleutelfunctionarissen Inhoud van de opleiding In de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg dient het volgende aan de orde te komen 10 : - Inleidend/beknopt: visie op het proces Bijzondere uitvaartzorg (inzicht). Bij de processen van Publieke zorg gaat het dan om o.a. het doel van het proces en de zorgplicht van de overheid versus zelfredzaamheid/zelfwerkzaamheid. - Bewustwording van de benodigde attitude bij het proces Bijzondere uitvaartzorg (inzicht en kunnen toepassen): o De attitude voor de medewerker Bijzondere uitvaartzorg is: daadkrachtig zijn, gecombineerd met inlevend zijn. De medewerker Bijzondere uitvaartzorg is een specialist op het vakgebied (dus dit is meestal een externe deskundige), heeft vanuit die expertise een netwerk en kan samenwerken met zowel interne als externe partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van de opdracht aan het team Bijzondere uitvaartzorg. o De attitude voor de teamleider Bijzondere uitvaartzorg is: een netwerker zijn (lokaal, regionaal of landelijk; dit is nodig om expertise te kunnen vergaren) en daadkrachtig zijn (ergens op af durven stappen, doorvragen). De teamleider start het proces immers niet met een klaarstaand team op, maar moet in staat zijn snel een team met gemeentelijke/ regionale/ landelijke experts samen te stellen. Verder dient men zich bij de processen van Publieke zorg in de opleiding bewust te worden van hoe mensen in nood en in tijden van grote onzekerheid en zorgen kunnen reageren. Bij het omgaan met (groepen) mensen is het dan essentieel het eigen hoofd koel te houden en grenzen te stellen. - Het functioneren van de taakorganisatie Publieke zorg, waaronder het proces Bijzondere uitvaartzorg valt (kennis en inzicht). - Positionering, doel en randvoorwaarden van het proces Bijzondere uitvaartzorg (kennis en inzicht). - Globaal beeld van de activiteiten, betrokkenen, taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het totale proces (kennis en inzicht). Het gaat hier om zowel de landelijke invulling als om de lokale/regionale invulling. - Specifiek beeld van de activiteiten, betrokkenen, taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het eigen deel in het proces (kennis, inzicht en kunnen toepas- 10 Zie hiertoe ook de twee documenten, genoemd onder het kopje Beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, onderliggende processen en betrokkenen. 35

36 sen; bijvoorbeeld in casuïstiekoefeningen waarin verschillende functies zijn opgenomen). Uitgesplitst naar: o medewerker Bijzondere uitvaartzorg; o teamleider Bijzondere uitvaartzorg. NB. De teamleiders Bijzondere uitvaartzorg volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin de functiespecifieke taken van een teamleider nader worden uitgediept. - Hierbij onder andere aandacht voor: o het gebruik van beschikbare hulpmiddelen en informatieproducten door de betreffende functionaris bij de voorbereiding en uitvoering van het proces Bijzondere uitvaartzorg (kennis en kunnen toepassen). NB. De teamleiders Bijzondere uitvaartzorg volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen door een teamleider nader wordt uitgediept; o de monodisciplinaire afstemming/samenwerking door de betreffende functionaris bij voorbereiding en uitvoering van het proces (kennis en inzicht); o de eventuele multidisciplinaire afstemming/samenwerking door de betreffende functionaris bij voorbereiding en uitvoering van het proces (kennis en inzicht); o het belang van de eigen taakkaart en de erop aangegeven kerntaken (kennis en kunnen toepassen) 11 ; o omgaan met keuzes/dilemma s in het proces (inzicht en kunnen toepassen). Het gaat hierbij om onder andere de volgende keuzes: Welke expertise is nodig en welke specialist past daar het beste bij? Hoeveel medewerkers zijn nodig om het proces vorm te geven? Waar haal je snel veel handjes vandaan voor de praktische ondersteuning? Hoe is de rolverdeling tussen gemeenten en derden, zoals uitvaartonderneming en slachtofferhulp? Welke rol stel je voor / adviseer je voor de gemeente bij herdenkingstochten of stille tochten: organisator, meedoen, op de achtergrond blijven? Hoe zorg je ervoor dat de gemeente de herdenking niet overneemt? Hoe bepaal je de benodigde budgettaire ruimte (= welke omvang van de Bijzondere uitvaartzorg en daarmee gepaard gaande kosten schat je in)? Wat stel je voor / adviseer je voor de financiële onderbouwing: over welke posten moeten de kosten verdeeld worden en op welke wijze kan dekking gevonden worden? Indien meerdere groepen/organisaties een herdenking willen organiseren: wie regelt de herdenking? Wat is een gepast moment voor een herdenking? Welke locatie is geschikt voor een herdenking (i.v.m. bereikbaarheid, openbare orde, et cetera)? Wie worden wel en niet uitgenodigd voor een herdenking? Hoe om te gaan met pers? Wordt de voortgang uitsluitend bij de opdrachtgever (gemeente) gerapporteerd, of ook bij andere betrokkenen? Het gaat hierbij om onder andere de volgende dilemma s: Hoe krijg je een duidelijke opdrachtomschrijving? Hoe is de verhouding tussen regisseren en begeleiden? Met andere woorden: neemt een gemeente de leiding bij de Bijzondere uitvaartzorg (en is zij regisserend) of volgt en begeleidt zij meer de activiteiten? Huur je externe capaciteit in of werk je met eigen medewerkers? Blijf je met dezelfde mensen werken (zware belasting) of werk je met aflossing? 11 Regionaal kan worden bepaald, waar en hoe de taakkaarten beschikbaar worden gesteld (vooraf of tijdens een incident). 36

37 Hoe bepaal je de inhoud van herdenkingen, als je de belangen van velen moet meewegen en/of als er tegengestelde belangen zijn (bijvoorbeeld vanuit geloofsovertuiging of politieke overtuiging)? Welke inbreng van getroffenen gebruik je bij bijvoorbeeld een herdenkingsdienst? Wat als de nabestaanden een locatie voor een herdenking willen, die het team Bijzondere uitvaartzorg minder geschikt acht (i.v.m. bereikbaarheid, openbare orde, et cetera)? Nabestaanden kiezen een uitvaartonderneming; hoe ga je, bij meerdere getroffenen, om met verschillende keuzes hierin? Hoe wordt omgegaan met het niet tegelijk vrijgeven van lichamen? Aparte uitvaarten, verschillende uitvaartondernemers, et cetera? Hoe ga je om met financiële problemen van getroffenen (bijvoorbeeld bij kosten voor uitvaart)? NB: coulance schept een precedent. Hoeveel mandaat is er om afspraken te maken? Of moet alles via het college van B&W? Hoe om te gaan met (andere dan locale) gezagsdragers? Bij echt grote crises komen ook hoogwaardigheidsbekleders langs die geen directe verantwoordelijkheid dragen (bijvoorbeeld minister of minister-president). Vanuit betrokkenheid kunnen zij toezeggingen doen, die (mogelijk) niet waargemaakt kunnen worden. Lokale bestuurders kunnen hier weer op aangekeken worden. Afspraken maken aan de voorkant hierover is daarom van belang. Hoe bewaak je de voortgang van het proces, zonder voorbij te gaan aan emoties van betrokkenen? Hoe ga je om met eventuele spanningen en onrust? Hoe monitor je onrust, welke partners en middelen zijn hiervoor nodig? NB. Bovenstaande opsommingen omvatten een selectie van de meest voorkomende keuzes en dilemma s, maar zijn niet uitputtend. M.b.t. bovenstaande punten zal de opleiding een combinatie zijn van een algemeen geldende (generieke) procesopleiding, die op onderdelen ook maatwerk moet leveren door aandacht te geven aan de lokale/regionale invulling van de crisisorganisatie. Er zullen dus ook lesstof en casussen (praktijkvoorbeelden) uit de eigen achterban aan de orde komen. Wanneer sprake is van een flinke dosis maatwerk, heeft een opleiding in de vorm van een in-company-opleiding de voorkeur Minimumeisen m.b.t. de opleiding Behalve het in paragraaf 4.6 genoemde omtrent de inhoud van de opleiding, dient de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg ook te voldoen aan de volgende eisen: - Opleidingsinstituut Het opleidingsinstituut dient een rechtspersoon te zijn. - Docent o o o o De docent dient minimaal hetzelfde werk- en denkniveau te hebben als de deelnemers aan de opleiding. Omdat er ook teamleiders aan de procesopleiding deelnemen, waarvoor het werk- en denkniveau is vastgesteld op HBO, dient de docent minimaal HBO werk- en denkniveau te hebben. De docent dient te beschikken over didactische vaardigheden en ervaring te hebben met volwassenenonderwijs. De docent dient zicht te hebben op het werkveld van de deelnemers aan de opleiding. De docent dient kennis en ervaring te hebben m.b.t. crisisbeheersing in het algemeen en het betreffende proces in het bijzonder. Dit betreft zowel de landelijke, regionale als lokale invulling daarvan. - Didactiek Voor de procesopleiding wordt een mix van theoretische en praktische werkvormen aanbevolen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient. 37

38 4.8. Door opleidingsinstituut aan te geven aspecten Ter erkenning van de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg dient het opleidingsinstituut dat deze opleiding wil aanbieden keuzes te maken en toe te lichten m.b.t. de volgende onderdelen: - Opbouw van de opleiding Uit welke onderdelen (onderwerpen) zal de opleiding bestaan? De inhoud van de onderdelen moet helder zijn aangegeven. - Uitwerking van de leerdoelen per onderdeel van de opleiding Per onderdeel dient het opleidingsinstituut de leerdoelen aan te geven: wat moeten de deelnemers na deelname aan het betreffende onderdeel bereikt hebben? De leerdoelen moeten duidelijk en relevant zijn en tezamen (minimaal) de in dit opleidingskader aangegeven eindtermen dekken. - Werkvormen/leermethoden Welke mix van werkvormen/leeractiviteiten/ervaringen wordt gebruikt om de leerdoelen te bereiken? Er wordt aanbevolen gevarieerde werkvormen in te zetten: theoretische en meer praktische werkvormen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient. De projectgroep GROOTER geeft aan, dat het praktijkgerichte deel bijvoorbeeld casuïstiek of een table-top-oefening in de opleiding kan betreffen. Ook wordt aangeraden, waar mogelijk van concrete voorbeelden uit de praktijk uit te gaan. - Groeperingsvormen Hoe wordt de deelnemersgroep ingedeeld? Mogelijkheden zijn: klassikaal; in kleine groepjes; individueel. Door de projectgroep GROOTER wordt zo mogelijk een combinatie van deze vormen aanbevolen, namelijk een combinatie van klassikaal / in kleine groepjes met individueel (e-learning). - Opdrachtvormen binnen de opleiding Binnen de opleiding kunnen uiteenlopende opdrachtvormen worden gehanteerd. De opleiding sluit niet af met een formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER aanbevolen, dat de opleider in de opleiding een toets (bijvoorbeeld een schriftelijke toets) afneemt, om een (beknopt) beeld te krijgen van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Het opleidingsinstituut dient daarom aan te geven welke opdrachtvormen/studietaken binnen de opleiding worden ingezet, afgestemd en voorbereidend op zowel die toets als de toekomstige procesuitvoering. - Monitoring en evaluatie Hoe heeft het opleidingsinstituut zicht op de beginsituatie/resultaten van de deelnemers ten aanzien van de eindtermen, hoe wordt feedback gegeven en hoe wordt de opleiding geëvalueerd? - Uitwerking van de studielast In paragraaf 4.11 is een indicatie van de studielast van deze opleiding weergegeven. Het opleidingsinstituut dient het exacte aantal contacturen aan te geven, evenals de eventueel ingeplande zelfstudie-uren. - Organisatie van de opleiding Hierbij worden de meer praktische kanten van de opleiding aangegeven, bijvoorbeeld: o locatie; o (studie)materialen zoals modules, handouts, boeken, practicummaterialen en (proef)toets in de opleiding; o communicatie met de deelnemers en de opdrachtgever; o planning in de tijd; o deelnemerskosten Eindtermen Eindterm van de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg is: weten hoe het proces Bijzondere uitvaartzorg en de eigen taken daarbinnen uitgevoerd moeten worden. Dat wil zeggen: na het volgen van de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg moet de deelnemer het geleerde omtrent het proces (zie paragraaf 4.6; het betreft zowel landelijke eindtermen als ook lokale/regionale eindtermen) in theorie geïntegreerd kunnen inzetten in voorbeeldsituaties die lijken op toekomstige werksituaties. 38

39 NB 1. De vaardigheid om dit ook in praktijk te kunnen doen, is geen onderdeel van de opleiding. Over het algemeen zal deze vaardigheid pas na de opleiding verworven worden, in een totaaltraject van vakbekwaam worden en blijven. NB 2. Volgt de deelnemer na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding, dan zal daarin nader op de functiespecifieke taken worden ingegaan Toetsing in de opleiding; geen externe proeve van bekwaamheid Bij de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg is er (evenals bij de andere procesopleidingen) geen formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER het volgende aanbevolen: - In principe is aanwezigheid tijdens de procesopleiding voldoende. Daartoe dient dus aanwezigheidsregistratie plaats te vinden. - Aanvullend geeft een toets door de opleider in de opleiding (bijvoorbeeld een schriftelijke toets met open vragen en keuzevragen, of een toets in een e-learningmodule) een (beknopt) beeld van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Aanbevolen wordt dat de opleider bovenstaande twee punten doorgeeft aan de werkgever/opdrachtgever Studielast Een indicatie van het aantal contacturen voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg is: 1 á 2 dagdelen (indien 2 dagdelen, dit dan uit te voeren op 1 dag of verspreid over meerdere dagen). Het exacte aantal contacturen hangt met name af van de invulling van de werkvormen in de opleiding: sommige werkvormen vergen meer tijd, andere minder tijd. De regio bepaalt met het opleidingsinstituut het aantal contacturen. Eventueel in te plannen zelfstudie-uren moeten in verhouding staan tot het aantal contacturen Minimum- en maximumaantal deelnemers Het minimum- en maximumaantal deelnemers voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg hangt af van de wijze waarop deze wordt ingericht. Hierbij gelden verschillende eisen: - Voor groepswerk/werkgroepen: ongeveer deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers in theorie met de stof omgaan en daar allen actief (cognitief) aan moeten meedoen, bijvoorbeeld door het bespreken van casussen of stellingen. - Voor echt praktische werkzaamheden: ongeveer 5 8 deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers zelf actief en praktisch aan concrete taken werken voor een gezamenlijk eindproduct. - Voor klassieke lesgroepen/hoorcolleges: vanaf ongeveer 25/30 deelnemers. Dit betreft bijeenkomsten waarbij sprake is van informatieoverdracht van de docent naar de deelnemers (eenrichtingsverkeer). 39

40 5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier gepresenteerd. Voor het ontwikkelen van deze procesopleiding is naast een opleidingskader ook inzicht in het proces zelf, de taakorganisatie waaronder dit valt en de taakuitvoering door de betrokkenen van belang. Hierin wordt voorzien door twee aanvullende GROOTER-documenten: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Het wordt daarom aanbevolen, bij het ontwikkelen van de procesopleiding de drie documenten naast elkaar te gebruiken. Op de volgende bladzijde wordt de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor processen/ functionarissen m.b.t. publieke zorg onder Bevolkingszorg weergegeven. Daarin is te zien, welke positie de procesopleiding Verplaatsen mens en dier daarbinnen inneemt. 40

41 41

42 Beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, onderliggende processen en betrokkenen Zie voor een beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, de onderliggende processen en de taakuitvoering door betrokkenen de volgende documenten van GROOTER: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Beschrijving van de procesopleiding Verplaatsen mens en dier 5.1. Titel van de opleiding Procesopleiding Verplaatsen mens en dier Opzet De procesopleiding Verplaatsen mens en dier maakt deel uit van een geheel van opleidingen met betrekking tot Bevolkingszorg. Op de vorige bladzijde is schematisch weergegeven, hoe deze opleiding past binnen de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor de taakorganisatie Publieke zorg. Een totaaloverzicht van de (voorlopige) opleidingsstructuur voor processen en functionarissen onder Bevolkingszorg is weergegeven in bijlage 1. In de projecten GROOT en GROOTER is deze (concept)opleidingsstructuur nader uitgewerkt Doelgroep Doelgroep van de procesopleiding Verplaatsen mens en dier is: - medewerkers in het veld (proces Verplaatsen mens en dier); - medewerkers back office Verplaatsen mens en dier; - teamleiders Verplaatsen mens en dier Doel Het algemene doel van de procesopleiding Verplaatsen mens en dier is te komen tot medewerkers en teamleiders bij het proces Verplaatsen mens en dier die kennis hebben van en inzicht hebben in het proces Verplaatsen mens en dier, hun plaats daarin en de bijbehorende taken; dit alles binnen de randvoorwaarden, uitgangspunten en context van het proces. Zij dienen hierbij inzicht te hebben in het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen en dienen deze op een juiste manier te kunnen toepassen. (NB. De teamleiders Verplaatsen mens en dier volgen na deze procesopleiding nog de functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin de functiespecifieke taken van een teamleider en het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen daarbij nader worden uitgediept.) 42

43 De procesopleiding maakt onderdeel uit van een vakbekwaamheidstraject, waarin functionarissen op basis van opleiden, trainen en oefenen vakbekwaam worden en blijven voor hun functie binnen het proces Instroomeisen voor de opleiding M.b.t. wenselijke algemene kennis en vaardigheden: - werk- en denkniveau: geen specifieke eisen; - affiniteit met het werkveld van het proces Verplaatsen mens en dier en de bijbehorende taken. M.b.t. wenselijke eerder gevolgde opleidingen: - Basisopleiding Bevolkingszorg. Welke versie, is afhankelijk van de rol in het proces: o medewerkers in het veld (proces Verplaatsen mens en dier) en medewerkers back office Verplaatsen mens en dier: de versie voor procesmedewerkers; o teamleiders Verplaatsen mens en dier: de versie voor leidinggevenden/sleutelfunctionarissen Inhoud van de opleiding In de procesopleiding Verplaatsen mens en dier dient het volgende aan de orde te komen 12 : - Inleidend/beknopt: visie op het proces Verplaatsen mens en dier (inzicht). Bij de processen van Publieke zorg gaat het dan om o.a. het doel van het proces en de zorgplicht van de overheid versus zelfredzaamheid/zelfwerkzaamheid. - Bewustwording van de benodigde attitude bij het proces Voorzien in primaire levensbehoeften (inzicht en kunnen toepassen). Bij de processen van Publieke zorg dient men zich in de opleiding bewust te worden van hoe mensen in nood en in tijden van grote onzekerheid en zorgen kunnen reageren. Bij het omgaan met (groepen) mensen is het dan essentieel het eigen hoofd koel te houden en grenzen te stellen. Verder is specifiek bij het proces Verplaatsen mens en dier nog de attitude invoelend in getroffenen in het veld van belang. - Het functioneren van de taakorganisatie Publieke zorg, waaronder het proces Verplaatsen mens en dier valt (kennis en inzicht). - Positionering, doel en randvoorwaarden van het proces Verplaatsen mens en dier (kennis en inzicht). - Globaal beeld van de activiteiten, betrokkenen, taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het totale proces (kennis en inzicht). Het gaat hier om zowel de landelijke invulling als om de lokale/regionale invulling. - Specifiek beeld van de activiteiten, betrokkenen, taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden bij de voorbereiding en uitvoering van het eigen deel in het proces (kennis, inzicht en kunnen toepassen; bijvoorbeeld in casuïstiekoefeningen waarin verschillende functies zijn opgenomen). Uitgesplitst naar: o medewerker in het veld (proces Verplaatsen mens en dier); o medewerker back office Verplaatsen mens en dier; o teamleider Verplaatsen mens en dier. NB. De teamleiders Verplaatsen mens en dier volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin de functiespecifieke taken van een teamleider nader worden uitgediept. 12 Zie hiertoe ook de twee documenten, genoemd onder het kopje Beschrijving van de taakorganisatie Publieke zorg, onderliggende processen en betrokkenen. 43

44 - Hierbij onder andere aandacht voor: o het gebruik van beschikbare hulpmiddelen en informatieproducten door de betreffende functionaris bij de voorbereiding en uitvoering van het proces Verplaatsen mens en dier (kennis en kunnen toepassen). NB. De teamleiders Verplaatsen mens en dier volgen na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding Teamleider in de gemeentelijke crisisbeheersing, waarin het gebruik van de beschikbare informatieproducten en hulpmiddelen door een teamleider nader wordt uitgediept; o de monodisciplinaire afstemming/samenwerking door de betreffende functionaris bij voorbereiding en uitvoering van het proces (kennis en inzicht); o de eventuele multidisciplinaire afstemming/samenwerking door de betreffende functionaris bij voorbereiding en uitvoering van het proces (kennis en inzicht); o het belang van de eigen taakkaart en de erop aangegeven kerntaken (kennis en kunnen toepassen) 13 ; o omgaan met keuzes/dilemma s in het proces (inzicht en kunnen toepassen). Het gaat hierbij om onder andere de volgende keuzes: Keuze ten aanzien van de taken die door het team Verplaatsen mens en dier worden opgepakt, dan wel functioneel beter passen bij een van de andere taakorganisaties Bevolkingszorg of dienst/organisatie (afstemming). Keuze in de prioritering van taken die door het team Verplaatsen mens en dier worden opgepakt. Keuze in welke informatie met wie moet worden uitgewisseld. Keuze gegeven de ontwikkeling van een incident op welk moment een beroep moet worden gedaan op bijstand (ter aflossing van het team Verplaatsen mens en dier). Het gaat hierbij om onder andere de volgende dilemma s: Moeten improviseren: Men kan geconfronteerd worden met een situatie waarin de faciliteiten niet optimaal aanwezig zijn, waardoor een beroep wordt gedaan op het improvisatievermogen van de taakorganisatie. Men kan geconfronteerd worden met regels, plannen en procedures die niet optimaal toepasbaar zijn door de taakorganisatie Publieke zorg / het team Verplaatsen mens en dier. Tegengestelde belangen: Men maakt een belangenafweging ten aanzien van de uitvoering van de taken in relatie tot de veiligheid van de eigen medewerkers. Men kan geconfronteerd worden met diverse verzoeken die op dat moment allemaal even urgent overkomen, waardoor prioritering noodzakelijk is. Men kan geconfronteerd worden met tegengestelde belangen tussen de eigen taakorganisatie en andere taakorganisaties en diensten. Schaarste van middelen en menskracht: Men kan geconfronteerd worden met monodisciplinaire schaarste van middelen, en beperking in materiaal en menskracht. Beperkte/tegenstrijdige informatie: Men kan geconfronteerd worden met beperkte, ongevalideerde en tegenstrijdige informatie. Men kan onvoldoende inzicht hebben in welke informatie relevant kan zijn voor de eigen taakorganisatie, overige taakorganisaties en de ACBz. NB. Bovenstaande opsommingen omvatten een selectie van de meest voorkomende keuzes en dilemma s, maar zijn niet uitputtend. M.b.t. bovenstaande punten zal de opleiding een combinatie zijn van een algemeen geldende (generieke) procesopleiding, die op onderdelen ook maatwerk moet leveren door aandacht te geven aan de lokale/regionale invulling van de crisisorganisatie. Er zullen dus ook lesstof en casussen (praktijkvoorbeelden) uit de eigen ach- 13 Regionaal kan worden bepaald, waar en hoe de taakkaarten beschikbaar worden gesteld (vooraf of tijdens een incident). 44

45 terban aan de orde komen. Wanneer sprake is van een flinke dosis maatwerk, heeft een opleiding in de vorm van een in-company-opleiding de voorkeur Minimumeisen m.b.t. de opleiding Behalve het in paragraaf 5.6 genoemde omtrent de inhoud van de opleiding, dient de procesopleiding Verplaatsen mens en dier ook te voldoen aan de volgende eisen: - Opleidingsinstituut Het opleidingsinstituut dient een rechtspersoon te zijn. - Docent o o o o De docent dient minimaal hetzelfde werk- en denkniveau te hebben als de deelnemers aan de opleiding. Omdat er ook teamleiders aan de procesopleiding deelnemen, waarvoor het werk- en denkniveau is vastgesteld op HBO, dient de docent minimaal HBO werk- en denkniveau te hebben. De docent dient te beschikken over didactische vaardigheden en ervaring te hebben met volwassenenonderwijs. De docent dient zicht te hebben op het werkveld van de deelnemers aan de opleiding. De docent dient kennis en ervaring te hebben m.b.t. crisisbeheersing in het algemeen en het betreffende proces in het bijzonder. Dit betreft zowel de landelijke, regionale als lokale invulling daarvan. - Didactiek Voor de procesopleiding wordt een mix van theoretische en praktische werkvormen aanbevolen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient Door opleidingsinstituut aan te geven aspecten Ter erkenning van de procesopleiding Verplaatsen mens en dier dient het opleidingsinstituut dat deze opleiding wil aanbieden keuzes te maken en toe te lichten m.b.t. de volgende onderdelen: - Opbouw van de opleiding Uit welke onderdelen (onderwerpen) zal de opleiding bestaan? De inhoud van de onderdelen moet helder zijn aangegeven. - Uitwerking van de leerdoelen per onderdeel van de opleiding Per onderdeel dient het opleidingsinstituut de leerdoelen aan te geven: wat moeten de deelnemers na deelname aan het betreffende onderdeel bereikt hebben? De leerdoelen moeten duidelijk en relevant zijn en tezamen (minimaal) de in dit opleidingskader aangegeven eindtermen dekken. - Werkvormen/leermethoden Welke mix van werkvormen/leeractiviteiten/ervaringen wordt gebruikt om de leerdoelen te bereiken? Er wordt aanbevolen gevarieerde werkvormen in te zetten: theoretische en meer praktische werkvormen, waarbij de procesuitvoering in een daadwerkelijke situatie als uitgangspunt dient. De projectgroep GROOTER geeft aan, dat het praktijkgerichte deel bijvoorbeeld casuïstiek of een table-top-oefening in de opleiding kan betreffen. Ook wordt aangeraden, waar mogelijk van concrete voorbeelden uit de praktijk uit te gaan. - Groeperingsvormen Hoe wordt de deelnemersgroep ingedeeld? Mogelijkheden zijn: klassikaal; in kleine groepjes; individueel. Door de projectgroep GROOTER wordt zo mogelijk een combinatie van deze vormen aanbevolen, namelijk een combinatie van klassikaal / in kleine groepjes met individueel (e-learning). - Opdrachtvormen binnen de opleiding Binnen de opleiding kunnen uiteenlopende opdrachtvormen worden gehanteerd. De opleiding sluit niet af met een formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER aanbevolen, dat de opleider in de opleiding een toets (bijvoorbeeld een schriftelijke toets) afneemt, om een (beknopt) beeld te krijgen van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Het opleidingsinstituut dient daarom aan te geven welke 45

46 opdrachtvormen/studietaken binnen de opleiding worden ingezet, afgestemd en voorbereidend op zowel die toets als de toekomstige procesuitvoering. - Monitoring en evaluatie Hoe heeft het opleidingsinstituut zicht op de beginsituatie/resultaten van de deelnemers ten aanzien van de eindtermen, hoe wordt feedback gegeven en hoe wordt de opleiding geëvalueerd? - Uitwerking van de studielast In paragraaf 5.11 is een indicatie van de studielast van deze opleiding weergegeven. Het opleidingsinstituut dient het exacte aantal contacturen aan te geven, evenals de eventueel ingeplande zelfstudie-uren. - Organisatie van de opleiding Hierbij worden de meer praktische kanten van de opleiding aangegeven, bijvoorbeeld: o locatie; o (studie)materialen zoals modules, handouts, boeken, practicummaterialen en (proef)toets in de opleiding; o communicatie met de deelnemers en de opdrachtgever; o planning in de tijd; o deelnemerskosten Eindtermen Eindterm van de procesopleiding Verplaatsen mens en dier is: weten hoe het proces Verplaatsen mens en dier en de eigen taken daarbinnen uitgevoerd moeten worden. Dat wil zeggen: na het volgen van de procesopleiding Verplaatsen mens en dier moet de deelnemer het geleerde omtrent het proces (zie paragraaf 5.6; het betreft zowel landelijke eindtermen als ook lokale/regionale eindtermen) in theorie geïntegreerd kunnen inzetten in voorbeeldsituaties die lijken op toekomstige werksituaties. NB 1. De vaardigheid om dit ook in praktijk te kunnen doen, is geen onderdeel van de opleiding. Over het algemeen zal deze vaardigheid pas na de opleiding verworven worden, in een totaaltraject van vakbekwaam worden en blijven. NB 2. Volgt de deelnemer na deze procesopleiding nog een functiegerichte opleiding, dan zal daarin nader op de functiespecifieke taken worden ingegaan Toetsing in de opleiding; geen externe proeve van bekwaamheid Bij de procesopleiding Verplaatsen mens en dier is er (evenals bij de andere procesopleidingen) geen formele proeve van bekwaamheid door een externe toetsende instantie. Wel wordt door de projectgroep GROOTER het volgende aanbevolen: - In principe is aanwezigheid tijdens de procesopleiding voldoende. Daartoe dient dus aanwezigheidsregistratie plaats te vinden. - Aanvullend geeft een toets door de opleider in de opleiding (bijvoorbeeld een schriftelijke toets met open vragen en keuzevragen, of een toets in een e-learningmodule) een (beknopt) beeld van de mate waarin de cursist de eindtermen heeft bereikt. Aanbevolen wordt dat de opleider bovenstaande twee punten doorgeeft aan de werkgever/opdrachtgever Studielast Een indicatie van het aantal contacturen voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier is: 1 á 2 dagdelen (indien 2 dagdelen, dit dan uit te voeren op 1 dag of verspreid over meerdere dagen). Het exacte aantal contacturen hangt met name af van de invulling van de werkvormen in de opleiding: sommige werkvormen vergen meer tijd, andere minder tijd. De regio bepaalt met het opleidingsinstituut het aantal contacturen. Eventueel in te plannen zelfstudie-uren moeten in verhouding staan tot het aantal contacturen. 46

47 5.12. Minimum- en maximumaantal deelnemers Het minimum- en maximumaantal deelnemers voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier hangt af van de wijze waarop deze wordt ingericht. Hierbij gelden verschillende eisen: - Voor groepswerk/werkgroepen: ongeveer deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers in theorie met de stof omgaan en daar allen actief (cognitief) aan moeten meedoen, bijvoorbeeld door het bespreken van casussen of stellingen. - Voor echt praktische werkzaamheden: ongeveer 5 8 deelnemers (op 1 docent). Dit betreft bijeenkomsten waarin de deelnemers zelf actief en praktisch aan concrete taken werken voor een gezamenlijk eindproduct. - Voor klassieke lesgroepen/hoorcolleges: vanaf ongeveer 25/30 deelnemers. Dit betreft bijeenkomsten waarbij sprake is van informatieoverdracht van de docent naar de deelnemers (eenrichtingsverkeer). 47

48 6. Opleidingskader voor de procesopleiding Informatiemanagement In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het opleidingskader voor de procesopleiding Informatiemanagement gepresenteerd. Voor het ontwikkelen van deze procesopleiding is naast een opleidingskader ook inzicht in het proces zelf, de taakorganisatie waaronder dit valt en de taakuitvoering door de betrokkenen van belang. Hierin wordt voorzien door twee aanvullende GROOTER-documenten: - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg, 2013; - Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Taakkaarten Bevolkingszorg, Het wordt daarom aanbevolen, bij het ontwikkelen van de procesopleiding de drie documenten naast elkaar te gebruiken. Op de volgende bladzijde wordt de (voorlopige) aanbevolen opleidingsstructuur voor processen/ functionarissen m.b.t. informatie onder Bevolkingszorg weergegeven. Daarin is te zien, welke positie de procesopleiding Informatiemanagement daarbinnen inneemt. 48

49 49

1. Opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie

1. Opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie 1. Opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het

Nadere informatie

2. Opleidingskader voor de procesopleiding

2. Opleidingskader voor de procesopleiding 2. Opleidingskader voor de procesopleiding Opvang In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het opleidingskader

Nadere informatie

5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier

5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier 5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt

Nadere informatie

3. Opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften

3. Opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften 3. Opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder

Nadere informatie

3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator

3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator 3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. In dit hoofdstuk

Nadere informatie

2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase

2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase 2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. In dit

Nadere informatie

4. Opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg

4. Opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg 4. Opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt

Nadere informatie

5. Opleidingskader voor de functie teamleider Pers- en publieksvoorlichting

5. Opleidingskader voor de functie teamleider Pers- en publieksvoorlichting 5. Opleidingskader voor de functie teamleider Pers- en publieksvoorlichting In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie.

Nadere informatie

4. Opleidingskader voor de functie hoofd taakorganisatie Communicatie

4. Opleidingskader voor de functie hoofd taakorganisatie Communicatie 4. Opleidingskader voor de functie hoofd taakorganisatie Communicatie In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie.

Nadere informatie

Basisopleiding Bevolkingszorg. Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties

Basisopleiding Bevolkingszorg. Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Basisopleiding Bevolkingszorg Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Versie: 2.0, 1 augustus 2017 Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg

Nadere informatie

GROOTER. in één oogopslag. Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg

GROOTER. in één oogopslag. Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg GROOTER in één oogopslag Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg GROOTER Voorwoord GROOTER is een informeel kwaliteitslabel voor opleidingen en trainingen. Voor u ligt

Nadere informatie

3. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur CoPI

3. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur CoPI 3. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur CoPI In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan

Nadere informatie

1. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur BT

1. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur BT 1. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur BT In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan

Nadere informatie

2. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur ROT

2. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur ROT 2. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur ROT In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan

Nadere informatie

1. Kwalificatieprofiel voor de leider opvanglocatie

1. Kwalificatieprofiel voor de leider opvanglocatie 1. Kwalificatieprofiel voor de leider opvanglocatie In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. Een functie waarbij

Nadere informatie

Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing. Project GROOTER. Taakkaarten Bevolkingszorg

Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing. Project GROOTER. Taakkaarten Bevolkingszorg Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Project GROOTER Taakkaarten Bevolkingszorg 1 Colofon Dit document bevat taakkaarten bij de diverse taakorganisaties en processen binnen

Nadere informatie

5. Teamleider Pers- en publieksvoorlichting

5. Teamleider Pers- en publieksvoorlichting 5. Teamleider Pers- en publieksvoorlichting In het project GROOTER wordt onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan is de functie

Nadere informatie

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur Ondersteuning Proces: Preparatie nafase Positionering van proces in structuur Doel van proces Ondersteunen van de overdracht van de crisisorganisatie naar de projectorganisatie Nafase 11, door in de acute

Nadere informatie

Publieke Zorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Publieke Zorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Publieke Zorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Publieke Zorg Handboek Bevolkingszorg Deel C Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing. Project GROOTER. Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg

Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing. Project GROOTER. Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Project GROOTER Taakorganisaties, processen en producten van Bevolkingszorg Colofon Dit document beschrijft de taakorganisaties, processen

Nadere informatie

Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing. Project GROOTER

Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing. Project GROOTER Opleiden, trainen en oefenen in de gemeentelijke crisisbeheersing Project GROOTER Kwalificatieprofielen, opleidingskaders en model voor Proeven van bekwaamheid voor functiegerichte opleidingen Bevolkingszorg:

Nadere informatie

3. Communicatieadviseur CoPI

3. Communicatieadviseur CoPI 3. Communicatieadviseur CoPI In het project GROOTER wordt onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan is de functie communicatieadviseur

Nadere informatie

Alle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren.

Alle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren. Introduceren en in gebruik nemen Regionaal Crisisplan: Wij zijn gespecialiseerd in de rampenbestrijding en crisisbeheersing en uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen rondom het Regionaal CrisisPlan

Nadere informatie

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Handboek Bevolkingszorg Deel D Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

7. Redacteur web en social media

7. Redacteur web en social media 7. Redacteur web en social media In het project GROOTER wordt onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan is de functie redacteur

Nadere informatie

4. Hoofd taakorganisatie Communicatie

4. Hoofd taakorganisatie Communicatie 4. Hoofd taakorganisatie Communicatie In het project GROOTER wordt onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan is de functie hoofd

Nadere informatie

Hoofd Taakorganisatie Communicatie. Kwalificatiedossier Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties

Hoofd Taakorganisatie Communicatie. Kwalificatiedossier Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Hoofd Taakorganisatie Communicatie Kwalificatiedossier Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Versie: 2.0, 18 oktober 2017 Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010 6801

Nadere informatie

6. Opleidingskader voor de procesopleiding Informatiemanagement

6. Opleidingskader voor de procesopleiding Informatiemanagement 6. Opleidingskader vr de prcespleiding Infrmatiemanagement In het prject GROOTER wrden nder andere een aantal pleidingskaders ntwikkeld vr prcessen nder Bevlkingszrg. Hiernder wrdt het pleidingskader vr

Nadere informatie

1. Communicatieadviseur BT

1. Communicatieadviseur BT 1. Communicatieadviseur BT In het project GROOTER wordt onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan is de functie communicatieadviseur

Nadere informatie

Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties. Project GROOT. Opleidingskaders

Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties. Project GROOT. Opleidingskaders Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Project GROOT Opleidingskaders 1 Colofon Dit document beschrijft de kaders voor de opleidingen voor gemeentelijke sleutelfunctionarissen

Nadere informatie

Productbeschrijvingen (proces)specifiek

Productbeschrijvingen (proces)specifiek en (proces)specifiek 118 Omgevingsanalyse Inzicht verkrijgen in wat zich in de buitenwereld (bij media, bij het publiek en op het internet) afspeelt, welk gevoel in de samenleving bestaat over de ramp

Nadere informatie

ADVIES LOGGER/ ASSISTENT HOOFD/ INFORMATIECOÖRDINATOR OMGEVINGSANALISTEN

ADVIES LOGGER/ ASSISTENT HOOFD/ INFORMATIECOÖRDINATOR OMGEVINGSANALISTEN 6. Omgevingsanalist In het project GROOTER wordt onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan is de functie omgevingsanalist. Aan de

Nadere informatie

Algemeen Commandant Bevolkingszorg

Algemeen Commandant Bevolkingszorg Algemeen Commandant Bevolkingszorg Functie Als Algemeen Commandant Bevolkingszorg ben je lid van het Regionaal Operationeel Team bij opschaling vanaf GRIP 2. Je bent aanspreekpunt voor de Operationeel

Nadere informatie

Handboek Bevolkingszorg

Handboek Bevolkingszorg Handboek Bevolkingszorg Opzet Handboek Bevolkingszorg Dit hoofdstuk is opgedeeld in vijf delen. Deel A bevat de samenvattingen van de vijf taakorganisaties bevolkingszorg. De delen B tot en met F bevatten

Nadere informatie

Omgevingszorg. Proces: Ruimtebeheer. Positionering van proces in structuur

Omgevingszorg. Proces: Ruimtebeheer. Positionering van proces in structuur Omgevingszorg Proces: Ruimtebeheer Positionering van proces in structuur Doel van proces Voorkomen en beperken van schade aan de openbare ruimte door het geven van adviezen, het coördineren van maatregelen

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Hoofd crisiscommunicatie

Kwalificatiedossier Hoofd crisiscommunicatie Kwalificatiedossier Hoofd crisiscommunicatie Werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing Versie: 3.0, definitief, 1 augustus 2019 Instituut Fysieke Veiligheid Afdeling Postbus 7010 6801 HA Arnhem

Nadere informatie

Kwalificatiedossier. Algemeen commandant bevolkingszorg werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing. Versie: 2.

Kwalificatiedossier. Algemeen commandant bevolkingszorg werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing. Versie: 2. Kwalificatiedossier Algemeen commandant bevolkingszorg werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing Versie: 2.0, 19 juni 2018 Instituut Fysieke Veiligheid Afdeling Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg

Nadere informatie

Ondersteuning. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Ondersteuning. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Ondersteuning Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Ondersteuning Handboek Bevolkingszorg Deel F Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Hoofd crisiscommunicatie

Kwalificatiedossier Hoofd crisiscommunicatie Kwalificatiedossier Hoofd crisiscommunicatie Werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing Versie: 2.1, definitief, 19 oktober 2018 Instituut Fysieke Veiligheid Afdeling Postbus 7010 6801 HA Arnhem

Nadere informatie

Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie. Project GROOTER. Model voor Proeven van bekwaamheid

Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie. Project GROOTER. Model voor Proeven van bekwaamheid Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie Project GROOTER Model voor Proeven van bekwaamheid 1 Colofon Dit document beschrijft het model voor de proeven van bekwaamheid, in het verlengde

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Communicatieadviseur CoPI werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing. Versie: 2.0, 19 oktober 2018

Kwalificatiedossier Communicatieadviseur CoPI werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing. Versie: 2.0, 19 oktober 2018 Kwalificatiedossier Communicatieadviseur CoPI werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing Versie: 2.0, 19 oktober 2018 Instituut Fysieke Veiligheid Afdeling Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg

Nadere informatie

2. Kwalificatieprofiel voor de teamleider Preparatie nafase

2. Kwalificatieprofiel voor de teamleider Preparatie nafase 2. Kwalificatieprofiel voor de teamleider Preparatie nafase In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. Een functie

Nadere informatie

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg Colofon Opdrachtgever dhr. H.A.M. Arkesteijn Auteur(s) mw. D. Aarts dhr. B.M.J. Peute Versie geschiedenis: Versiedatum Veranderingen

Nadere informatie

Voorstel AGP 13. Onderwerp : Voorstel uitvoering bevolkingszorgprocessen

Voorstel AGP 13. Onderwerp : Voorstel uitvoering bevolkingszorgprocessen Voorstel AGP 13 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : Steller : C. Verschuren Onderwerp : Voorstel uitvoering bevolkingszorgprocessen Algemene toelichting Op 27 juni 2012 heeft het Algemeen

Nadere informatie

3. Kwalificatieprofiel voor de informatie- coördinator

3. Kwalificatieprofiel voor de informatie- coördinator 3. Kwalificatieprofiel voor de informatie- coördinator In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidin- gen voor Bevolkingszorg. Een functie waarbij

Nadere informatie

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden B.1 1. Algemeen Onderwerp: Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden Implementatie Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS) in de VRHM en opzeggen convenanten Nederlandse Rode Kruis Opgesteld door:

Nadere informatie

Productbeschrijvingen generiek

Productbeschrijvingen generiek en generiek 108 Totaalbeeld Toelichting Het totaalbeeld is een informatieproduct dat wordt gegenereerd in de multidisciplinaire hoofdas van de crisisbeheersingsorganisatie in het landelijk crisismanagementsysteem

Nadere informatie

Kwalificatiedossier. Officier van dienst bevolkingszorg werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing. Versie: 2.

Kwalificatiedossier. Officier van dienst bevolkingszorg werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing. Versie: 2. Kwalificatiedossier Officier van dienst bevolkingszorg werkzaam binnen de organisatie van crisisbeheersing Versie: 2.0, 19 juni 2018 Instituut Fysieke Veiligheid Afdeling Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg

Nadere informatie

Kwalificatieprofiel voor de Informatiecoördinator Bevolkingszorg

Kwalificatieprofiel voor de Informatiecoördinator Bevolkingszorg Kwalificatieprofiel voor de Informatiecoördinator Bevolkingszorg In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. Een functie

Nadere informatie

2. Communicatieadviseur ROT

2. Communicatieadviseur ROT 2. Communicatieadviseur ROT In het project GROOTER wordt onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan is de functie communicatieadviseur

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Doorontwikkeling Bevolkingszorg Zaanstreek- Waterland 2016

Doorontwikkeling Bevolkingszorg Zaanstreek- Waterland 2016 Doorontwikkeling Bevolkingszorg Zaanstreek- Waterland 2016 Inleiding Bevolkingszorg ten tijde van een crisis of calamiteit zet zich in voor die mensen die betrokken zijn en die niet in staat zijn zichzelf

Nadere informatie

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Reader bij e-learning basiskennis SIS Projectgroep SIS Redactie: Sjan Martens Foto omslag In Amsterdam zijn op

Nadere informatie

Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie. Project GROOTER. Kwalificatieprofielen

Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie. Project GROOTER. Kwalificatieprofielen Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie Project GROOTER Kwalificatieprofielen 1 Colofon Dit document beschrijft de kwalificatieprofielen voor zeven sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie,

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 16 juli 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit

Nadere informatie

Opleiding Officier van Dienst Bevolkingszorg. De praktijk is de leermeester van alle dingen (Julius Caesar)

Opleiding Officier van Dienst Bevolkingszorg. De praktijk is de leermeester van alle dingen (Julius Caesar) Opleiding Officier van Dienst Bevolkingszorg De praktijk is de leermeester van alle dingen (Julius Caesar) Internet: www.bevolkingszorgacademie.nl BTW.nr: NL8207.01.713.B01 KvK: 05063931 Opleiding Officier

Nadere informatie

1 Opdracht aan kwartiermaker/directeur Grooter Bruinooge Organogrammen / schema s Functiekaarten

1 Opdracht aan kwartiermaker/directeur Grooter Bruinooge Organogrammen / schema s Functiekaarten 1 Bijlagenboek 1 Opdracht aan kwartiermaker/directeur... 2 2 Grooter... 2 3 Bruinooge... 2 4 Organogrammen / schema s... 2 5 Functiekaarten... 2 5.1 Functiekaarten Communicatie... 2 5.2 Functiekaarten

Nadere informatie

Taakkaarten Bevolkingszorg

Taakkaarten Bevolkingszorg Taakkaarten Bevolkingszorg 2014-2018 Inhoud Taakorganisatie Crisiscommunicatie... 4 Hoofd taakorganisatie Crisiscommunicatie... 5 Communicatieadviseur GBT... 8 Pers- en Publieks- voorlichting... 10 Teamleider

Nadere informatie

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Uitgangspunten Opdracht Ontwikkelen van een opleiding om vertegenwoordigers van zorginstellingen toe te rusten als liaison in het CoPI. Pilot voor vijf Limburgse

Nadere informatie

06-20094781. Van: S. Kempink Tel.nr. : Datum: 6 mei 2014. Nummer: 14A.00335. Team: Jeugd, leefbaarheid en veiligheid. Tekenstukken: Nee Afschrift aan:

06-20094781. Van: S. Kempink Tel.nr. : Datum: 6 mei 2014. Nummer: 14A.00335. Team: Jeugd, leefbaarheid en veiligheid. Tekenstukken: Nee Afschrift aan: VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: S. Kempink Tel.nr. : Datum: 6 mei 2014 Tekenstukken: Nee Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.): N.v.t. 06-20094781 Team: Jeugd, leefbaarheid en veiligheid

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

1. Opleidingskader voor de opleiding Leider opvanglocatie

1. Opleidingskader voor de opleiding Leider opvanglocatie 1. Opleidingskader vr de pleiding Leider pvanglcatie In het prject GROOTER wrden nder andere pleidingskaders ntwikkeld vr drie functiegerichte pleidingen vr Bevlkingszrg. In dit hfdstuk wrdt het pleidingskader

Nadere informatie

Communicatie. Het functioneren van de taakorganisatie Communicatie. Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur

Communicatie. Het functioneren van de taakorganisatie Communicatie. Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur Communicatie Het functioneren van de taakorganisatie Communicatie Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur Doel van taakorganisatie Voorzien in de maatschappelijke informatiebehoefte

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

Opleidingsgids Compaijen C&C

Opleidingsgids Compaijen C&C Opleidingsgids Compaijen C&C Compaijen Crisismanagement & Communicatie, Johan Huizingalaan 763A, 1066 VH Amsterdam E: tom@compaijen.com; T: 020-2617649; KvK: 67578713; www.compaijen.com 1 De opleidingen

Nadere informatie

Informatie. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Informatie. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Informatie Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Informatie Handboek Bevolkingszorg Deel E Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Voor u liggen de nota's "Beleidskader 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord" en "3e wijziging van de Programmabegroting 2015".

Voor u liggen de nota's Beleidskader 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord en 3e wijziging van de Programmabegroting 2015. VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD Veiligheidsregio Brabant-Noord Postbus 218 5201 AE 's-hertogenbosch T 073-6889555 F 073-6889599 Aan de Raden van de aangesloten gemeenten Datum 05 februari 2015 Behandeld

Nadere informatie

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage. Voorstel AGP 10 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 3 november 2014 Bijlagen : 1 Steller : Christel Verschuren Onderwerp : Regionaal Crisisplan 2014 Algemene toelichting Aanleiding Voor u ligt het. Veiligheidsregio

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

PROGRAMMA BEVOLKINGSZORG EN CRISISCOMMUNICATIE. Colofon Sector: Veiligheidsbureau Auteur(s):

PROGRAMMA BEVOLKINGSZORG EN CRISISCOMMUNICATIE. Colofon Sector: Veiligheidsbureau Auteur(s): PROGRAMMA BEVOLKINGSZORG EN CRISISCOMMUNICATIE 2015-2018 Colofon Sector: Veiligheidsbureau Auteur(s): Veiligheidsbureau, Werkgroep Beleid, Beheer en Financiën Bevolkingszorg Datum: 6 augustus 2015 Versienummer:

Nadere informatie

Kennisprogramma Bevolkingszorg

Kennisprogramma Bevolkingszorg Kennisprogramma Bevolkingszorg Stand van zaken Versie 13 februari 2018 Instituut Fysieke Veiligheid Expertisecentrum Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl 026 355

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Reader bij e-learning basiskennis SIS Redactie: Sjan Martens 2 3 Foto omslag SIS is ingezet bij het kraanongeval

Nadere informatie

Verankering van SIS in opleidingen. Sjan Martens, programmamanager SIS 21 april 2016

Verankering van SIS in opleidingen. Sjan Martens, programmamanager SIS 21 april 2016 Verankering van in en Sjan Martens, programmamanager 21 april 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Relevante en 3 3 Aanpak van de inventarisatie 4 4 Trainingen voor landelijke voorziening 5 5 Bevindingen uit de

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Opleidingsgids Compaijen C&C

Opleidingsgids Compaijen C&C Opleidingsgids Compaijen C&C Compaijen Crisismanagement & Communicatie, Johan Huizingalaan 763A, 1066 VH Amsterdam E: tom@compaijen.com; T: 020-2617649; KvK: 67578713; www.compaijen.com 1 De opleidingen

Nadere informatie

Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties. Project GROOT. Model voor Proeven van bekwaamheid

Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties. Project GROOT. Model voor Proeven van bekwaamheid Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Project GROOT Model voor Proeven van bekwaamheid 1 Colofon Dit document beschrijft het model voor de proeven van bekwaamheid, in

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Zaaknummer: BVJL11 Onderwerp Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Collegevoorstel Inleiding Met de vaststelling van de Wet veiligheidsregio s heeft de veiligheidsregio Brabant-Noord de verplichting

Nadere informatie

Concept Regionaal crisisplan deel II

Concept Regionaal crisisplan deel II Concept Regionaal crisisplan deel II Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding... 4 Hoofdstuk 2 Leiding en coordinatie... 7 3. Bevolkingszorg... 8 3. 1 Proces Communicatie... 9 3.1.1 Deelproces analyse en advies...

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg

Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg Versie definitief Vastgesteld door Cluster Veiligheid GGD GHOR Nederland op 17 september 2015 1 Inhoud Leeswijzer... 3 Deel A Algemene informatie... 4

Nadere informatie

DIENSTVERLENING BEVOLKINGSZORG DOOR HET NEDERLANDSE RODE KRUIS

DIENSTVERLENING BEVOLKINGSZORG DOOR HET NEDERLANDSE RODE KRUIS DIENSTVERLENING BEVOLKINGSZORG DOOR HET NEDERLANDSE RODE KRUIS Het Rode Kruis ondersteunt een aantal taakorganisaties Bevolkingszorg van de gemeentelijke kolom in de Veiligheidsregio, met de volgende dienstverlening:

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Omgevingszorg. Het functioneren van de taakorganisatie Omgevingszorg. Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur

Omgevingszorg. Het functioneren van de taakorganisatie Omgevingszorg. Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur Omgevingszorg Het functioneren van de taakorganisatie Omgevingszorg Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur Doel van taakorganisatie Voorzien in maatregelen t.b.v. een veilige

Nadere informatie

DIENSTVERLENING BEVOLKINGSZORG DOOR NEDERLANDSE RODE KRUIS

DIENSTVERLENING BEVOLKINGSZORG DOOR NEDERLANDSE RODE KRUIS DIENSTVERLENING BEVOLKINGSZORG DOOR NEDERLANDSE RODE KRUIS Het Rode Kruis ondersteunt een aantal taakorganisaties Bevolkingszorg van de gemeentelijke kolom in de Veiligheidsregio, met de volgende dienstverlening:

Nadere informatie

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04.

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04. Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : 1 Steller : Ruud Huveneers Onderwerp : Continuïteitsplan sleutelfunctionarissen hoofdstructuur Algemene toelichting De Veiligheidsregio

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

Stappenplan tot samenwerking crisispartners

Stappenplan tot samenwerking crisispartners Stappenplan tot samenwerking crisispartners Dit document beschrijft de stappen die u kunnen ondersteunen om te komen tot een adequate opstart en aansluiting van uw crisispartners op de netcentrische werkwijze

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

Kwalificatieprofiel. Hoofd Informatie GZ (HIN)

Kwalificatieprofiel. Hoofd Informatie GZ (HIN) Kwalificatieprofiel Hoofd Informatie GZ (HIN) Inleiding Voortvloeiend uit de Wet veiligheidsregio s hebben de veiligheidsregio s in Nederland een aantal beleidsdocumenten vastgesteld, Het Regionaal Risicoprofiel,

Nadere informatie

Project Bevolkingszorg. Versie nr. 1.4. d.d. 13 november 2013. ORGANISATIEPLAN (concept) ORGANISATIEPLAN

Project Bevolkingszorg. Versie nr. 1.4. d.d. 13 november 2013. ORGANISATIEPLAN (concept) ORGANISATIEPLAN Project Bevolkingszorg Versie nr. 1.4 d.d. 13 november 2013 ORGANISATIEPLAN (concept) ORGANISATIEPLAN Over dit document Status Dit plan beschrijft de nieuwe organisatie voor Bevolkingszorg, de randvoorwaarden

Nadere informatie

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Reader bij e-learning basiskennis SIS Redactie: Sjan Martens 3 Foto omslag SIS is ingezet bij het kraanongeval

Nadere informatie

Modeluitwerking Stappenplan

Modeluitwerking Stappenplan Modeluitwerking De modeluitwerking is opgesteld om crisispartners en veiligheidsregio s te ondersteunen bij het maken van afspraken om netcentrisch met elkaar te gaan samenwerken. Het bevat concrete vragen

Nadere informatie

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Crisismodel GHOR Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Status Definitief Besluit Raad DPG d.d. 26 april 2013 Beheer PGVN

Nadere informatie

Sheets over SIS basisset voor presentaties

Sheets over SIS basisset voor presentaties Sheets over SIS basisset voor presentaties Bestemd voor regionale SIS-coördinatoren en andere experts die een selectie van de sheets kunnen gebruiken voor eigen presentaties Sjan Martens 16 juni 2016 Algemeen

Nadere informatie

Stappenplan Netcentrische Samenwerking

Stappenplan Netcentrische Samenwerking Stappenplan Netcentrische Samenwerking Instituut Fysieke Veiligheid Expertisecentrum Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl 026 355 24 00 Colofon Titel: Stappenplan

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 10 oktober 2005 te Arnhem vastgesteld door het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel.

Nadere informatie

Publieke zorg. Het functioneren van de taakorganisatie Publieke zorg. Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur

Publieke zorg. Het functioneren van de taakorganisatie Publieke zorg. Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur Publieke zorg Het functioneren van de taakorganisatie Publieke zorg Positionering van taakorganisatie in operationele hoofdstructuur Doel van taakorganisatie Tijdelijk voorzien in de basisbehoeften van

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Hoofd Acute Gezondheidszorg

Kwalificatiedossier Hoofd Acute Gezondheidszorg Kwalificatiedossier Hoofd Acute Gezondheidszorg Versie definitief Vastgesteld door Cluster Veiligheid GGD GHOR Nederland op 17 september 2015 1 Inhoud Leeswijzer... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Nadere informatie