Subsidieregeling zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs met declaratiebekostiging

Transcriptie

1 Subsidieregeling zij-instromers voor primair onderwijs met declaratiebekostiging OCenW-Regelingen Bestemd voor: besturen van scholen of instellingen waarop de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra van toepassing is; besturen van scholen voor speciaal voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs waarop het declaratiestelsel van toepassing is. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 11 juni 2002 Kenmerk: PO/PJ-2002/22316 Datum inwerkingtreding: zie artikel 18 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: artt. 2 en 4 Wet overige OCenW-subsidies Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t. Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/PO, CFI/ICO/VO, De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Gelet op: de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCenW-subsidies; a. minister: de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen; b. Interimwet: de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs; c. bevoegd gezag: het bevoegd gezag van één of meer scholen of instellingen waarop de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra van toepassing is of van één of meer scholen voor voortgezet ; d. zij-instromer: degene die wordt benoemd met toepassing van artikel 2 van de Interimwet; e. geschiktheidsverklaring: de in artikel 3, eerste lid, van de Interimwet bedoelde verklaring; f. geschiktheidsonderzoek: het in artikel 4 van de Interimwet bedoelde onderzoek; g. scholings- en begeleidingsovereenkomst: de in artikel 5 van de Interimwet bedoelde overeenkomst; h. verletkosten: de salariskosten over dat deel van de benoemingsomvang waarbinnen de scholing wordt gevolgd die is overeengekomen in de scholings- en begeleidingsovereenkomst. Besluit Deel I Algemeen Artikel 1. Begripsbepaling In deze regeling wordt verstaan onder: Artikel 2. Doelomschrijving 1. De minister verstrekt subsidie als bijdrage in de kosten van de benoeming of aanstelling van één of meerdere zij-instromers. Het bevoegd gezag besteedt deze bijdrage aan het geschiktheidsonderzoek, de begeleiding en alle in het schooljaar 2002/2003 benoemde of aangestelde zij-instromers, alsmede de verletkosten. 2. De minister verstrekt deze subsidie om de zij-instroom van leraren in het onderwijs, alsmede de bredere en NUMMER juni 2002

2 Subsidieregeling zij-instromers planmatige aanpak van de werving, selectie en begeleiding van de zij-instromers te bevorderen. 3. Deze subsidie wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. Subsidie die niet is besteed, of niet overeenkomstig de voorwaarden van deze regeling is besteed, kan worden teruggevorderd. Artikel 3. Subsidieaanvrager Subsidie wordt verleend aan: a. het bevoegd gezag dat een zij-instromer heeft benoemd of aangesteld; b. het bevoegd gezag dat zich door middel van een subsidieaanvraag heeft verplicht tot de aanstelling of benoeming van minimaal vijftien zij-instromers als bedoeld in deel III van deze regeling, dan wel; c. maximaal vijf samenwerkende bevoegde gezagsorganen die zich door middel van een subsidieaanvraag hebben verplicht tot de aanstelling of benoeming van minimaal vijftien zij-instromers als bedoeld in deel III van deze regeling. Artikel 7. Aanvraagvereisten 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie in het kader van deze regeling wordt een scholings- en begeleidingsovereenkomst opgesteld tussen de school, de lerarenopleiding en de zij-instromer. 2. Geen aanvraag kan worden ingediend voor personen waarvoor al eerder subsidie is verstrekt als bedoeld in de subsidieregeling zij-instromers van 16 november 2000 (Uitleg Gele Katern 28 van 29 november 2000), de subsidieregeling zij-instromers van 13 juli 2001 (Uitleg Gele Katern 18a van 25 juli 2001) of in de gewijzigde subsidieregeling zij-instromers voor primair van 30 november 2001 (Uitleg Gele Katern 30 van 12 december 2001). 3. Geen aanvraag kan worden ingediend voor personen die ingeschreven zijn als student aan een lerarenopleiding en collegegeld verschuldigd zijn op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Artikel 4. Subsidiebedrag per benoemde of aangestelde zij-instromer Het subsidie bedrag per benoemde of aangestelde zij-instromer bedraagt: 9000,00. Artikel 5. Niet vervullen begrotingsvoorwaarde Subsidie ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Deel II Subsidie voor individuele zijinstromers Hoofdstuk 1. Subsidieaanvraag Artikel 6. Subsidieaanvraag en aanvraagprocedure 1. Subsidie wordt op aanvraag verleend. 2. Een aanvraag vindt plaats door het inzenden van het volledig ingevulde en door het bevoegd gezag ondertekende aanvraagformulier met het kenmerk CFI Dit formulier is te bestellen met het plaketiket CFI of via CFI online. Artikel 8. Termijn indiening 1. Aanvragen kunnen tot en met 31 juli 2003 worden ingediend. Aanvragers ontvangen binnen zes weken na indiening bericht. 2. Aanvragen die betrekking hebben op het tijdvak van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2003 maar die na 31 juli 2003 worden ingediend, worden afgewezen. Hoofdstuk 2. Subsidieverlening Artikel 9. Toekenningsvoorwaarden voor subsidie 1. Voor subsidie als bedoeld in artikel 4 kan een bevoegd gezag in aanmerking komen indien: a. het bevoegd gezag zich blijkens de scholings- en begeleidingsovereenkomst ertoe verplicht de zijinstromer op de werkplek te begeleiden of te laten begeleiden, en het erop toe ziet dat de zij-instromer de gelegenheid krijgt om de op grond van het geschiktheidsonderzoek noodzakelijk gebleken scholing te volgen, en; b. het bevoegd gezag de minister op zijn verzoek beleidsinformatie verstrekt en tevens terstond aan de minister: 1. een voortijdige beëindiging van het dienstverband van de zij-instromer meldt onder vermelding van de al bestede gelden; NUMMER juni 2002

3 2. meldt of de scholings- en begeleidingsperiode al dan niet met het verkrijgen van het getuigschrift van het bekwaamheidsonderzoek, bedoeld in artikel 6 van de Interimwet, is afgesloten. 2. Voor een zij-instromer wordt, ongeacht het aantal al dan niet opeenvolgende dienstverbanden bij scholen of instellingen, slechts aan één bevoegd gezag subsidie toegekend. 3. Het bevoegd gezag is verplicht de minister en de door hem aangewezen ambtenaren desgevraagd alle inlichtingen te geven die deze in verband met deze subsidie verlangen. Het bevoegd gezag geeft desgewenst aan voornoemde ambtenaren de boeken en bescheiden ter inzage. Deel III Subsidie voor collectieve aanmeldingen van zij-instromers van 16 november 2000 (Uitleg Gele Katern 28 van 29 november 2000), de subsidieregeling zij-instromers van 13 juli 2001 (Uitleg Gele katern 18a van 25 juli 2001) of in de gewijzigde subsidieregeling zijinstromers voor primair van 30 november 2001 (Uitleg Gele Katern 30 van 12 december 2001) Artikel 12. Termijn indiening 1. Aanvragen kunnen tot en met 31 juli 2003 worden ingediend. Aanvragers ontvangen binnen 1 maand na indiening bericht. 2. Aanvragen die betrekking hebben op het tijdvak van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2003 maar die na 31 juli 2003 worden ingediend, worden afgewezen. Hoofdstuk 2. Subsidieverlening Subsidieregeling zij-instromers Hoofdstuk 1. Subsidieaanvraag Artikel 10. Subsidieaanvraag en aanvraagprocedure 1. Subsidie wordt op aanvraag verleend. De subsidieaanvraag wordt ingediend bij: Cfi t.a.v. FTO/TBD Postbus ML Zoetermeer 2. Een aanvraag vindt uitsluitend schriftelijk plaats door middel van een door het bevoegd gezag of door elk van de samenwerkende bevoegde gezagsorganen ondertekende brief die per bevoegd gezag de volgende gegevens bevat: a. naam, adres, bestuursnummer, betalingsnummer; b. het aantal zij-instromers dat zal worden aangesteld of benoemd; c. het totale subsidiebedrag dat door elk bevoegd gezag wordt gevraagd. Artikel 11. Aanvraagvereisten Geen subsidie kan worden aangevraagd voor: a. personen die ingeschreven zijn als student aan een lerarenopleiding en collegegeld verschuldigd zijn op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; b. personen waarvoor al eerder subsidie is verstrekt als bedoeld in de subsidieregeling zij-instromers Artikel 13. Toekenningsvoorwaarden voor subsidie 1. Voor subsidie als bedoeld in artikel 4 kan een bevoegd gezag in aanmerking komen, indien: a. het bevoegd gezag in het tijdvak van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2003, al dan niet samen met maximaal vier andere bevoegde gezagsorganen, minimaal vijftien zij-instromers zal aanstellen of benoemen, en; b. het bevoegd gezag, dan wel bij een aanvraag door meerdere bevoegde gezagsorganen elk bevoegd gezag afzonderlijk, zich ertoe verplicht de zij-instromer op de werkplek te begeleiden of te laten begeleiden en erop toe ziet dat de zij-instromer de gelegenheid krijgt om de op grond van het geschiktheidsonderzoek noodzakelijk gebleken scholing te volgen. 2. Voor een zij-instromer wordt, ongeacht het aantal al dan niet opeenvolgende dienstverbanden bij scholen of instellingen, slechts aan één bevoegd gezag subsidie toegekend. 3. Het bevoegd gezag, dan wel bij een aanvraag door meerdere bevoegde gezagsorganen elk bevoegd gezag afzonderlijk, houdt een dusdanige administratie bij dat gecontroleerd kan worden dat aan de subsidievoorwaarden is voldaan. 4. Het bevoegd gezag, dan wel bij een aanvraag door meerdere bevoegde gezagsorganen elk bevoegd gezag afzonderlijk, is verplicht de minister en de door hem aangewezen ambtenaren desgevraagd alle inlichtingen te geven die deze in verband met deze subsidie verlangen. Het bevoegd gezag geeft desgewenst aan voor- NUMMER juni 2002

4 Subsidieregeling zij-instromers noemde ambtenaren de boeken en bescheiden ter inzage. 5. Het bevoegd gezag, dan wel bij een aanvraag door meerdere bevoegde gezagsorganen de bevoegde gezagsorganen gezamenlijk, overlegt een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 14. Voor 1 oktober 2003 meldt de subsidieontvanger per BRIN-nummer het aantal zij-instromers dat is benoemd of aangesteld in de periode tussen 1 augustus 2002 en 31 juli. Deel IV Subsidievaststelling en slotbepalingen Hoofdstuk 1. Subsidievaststelling bedoeld in het eerste lid, benodigde gegevens en bewijsstukken aanwezig zijn. 3. De minister kan de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien uit de accountantsverklaring blijkt dat de subsidie niet is besteed, of niet overeenkomstig de voorwaarden van deze regeling is besteed. Hoofdstuk 2. Betaling Artikel 16. Betaling van de subsidie Het bevoegd gezag waarvan de aanvraag om subsidie is toegewezen, ontvangt uiterlijk 1 maand na deze toewijzing het subsidiebedrag bedoeld in artikel 4. Artikel 14 Activiteitenverslag 1. Uiterlijk 1 oktober 2005 dient de subsidieontvanger, dan wel de subsidieontvangers gezamenlijk, een activiteitenverslag in bij de Centrale Financiën Instellingen (Cfi) t.a.v. Productgroep Verantwoorden. 2. Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt. Het besteedt daarbij aandacht aan de gezamenlijke inrichting, werkwijze en ervaringen met betrekking tot de werving van zij-instromers en het geschiktheidsonderzoek, de begeleiding en de schoolinterne opleiding van de zij-instromers. 3. In het verslag wordt per aangestelde of benoemde zijinstromer tevens aangegeven of de scholings- en begeleidingsperiode al dan niet met het verkrijgen van het getuigschrift van het bekwaamheidsonderzoek bedoeld in artikel 6 van de Interimwet is afgesloten. 4. De minister kan nadere aanwijzingen geven voor inrichting van het activiteitenverslag. Hoofdstuk 3. Slotbepalingen Artikel 17. Bekendmaking Deze regeling zal met toelichting in Uitleg OCenW- Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Artikel 18. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2002 Artikel 19. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: subsidieregeling zijinstromers voor primair. Artikel 15. Vaststellen van de subsidie 1. De aanvraag tot vaststelling van het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 4, respectievelijk de vaststelling daarvan, maken onderdeel uit van de aanvraag tot vaststelling van de rijksvergoeding over het jaar waarin de scholing en begeleiding van alle in het schooljaar 2002/2003 benoemde of aangestelde zij-instromers zijn beëindigd. De accountant geeft zijn oordeel of de subsidie is besteed in overeenstemming met de bepalingen van deze regeling. 2. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat in de financiële administratie van de school voor iedere benoemde of aangestelde zij-instromer de voor het oordeel, De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund NUMMER juni 2002

5 Toelichting Algemeen 1. Waarover gaat deze regeling? Deze regeling gaat over de zij-instromer in het basisonderwijs, de speciale scholen voor basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs waarvoor declaratiebekostiging van toepassing is. Voor de kosten die voortvloeien uit het geschiktheidsonderzoek en de begeleiding van deze zij-instromers en het verlet om de zij-instromers in staat te stellen de scholing te volgen, kan een bijdrage worden verstrekt. Voor deze regeling geldt dat de school zelf kan bepalen voor welke van de vier kostenposten men de middelen wil inzetten. Daarnaast kunnen middelen uit het schoolbudget ten behoeve van de zij-instromers worden ingezet. In deze regeling wordt aangegeven hoe en op welke voorwaarden een bevoegd gezag in aanmerking kan komen voor de subsidie. Deze regeling is niet van toepassing op de leraar in opleiding of de zij-instromer in de opleiding die als zodanig aan een opleiding zijn ingeschreven. De zij-instromer in het beroep is niet als student ingeschreven en is een (voorwaardelijk) bevoegde leerkracht met een zelfstandige verantwoordelijkheid voor het door haar of hem gegeven onderwijs. Deze regeling is ten opzichte van de vorige subsidieregeling zij-instromers enigszins gewijzigd. Er zijn een aantal redactionele verbeteringen aangebracht, het subsidiebedrag is verhoogd en daarnaast is de regeling op een aantal punten inhoudelijk gewijzigd. De artikelsgewijze toelichting gaat in op deze wijzigingen. 2. Achtergrond en context Op 26 juli 2000 is de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs (Staatsblad 2000, 306) in werking getreden. Deze wet maakt het mogelijk om personen die niet in het bezit zijn van de wettelijke bevoegdheid als leerkracht of directeur te benoemen. Deze personen worden geacht in staat te zijn om zowel op een kwalitatief verantwoorde wijze onderwijs te geven, als tegelijkertijd met behulp van een toegesneden scholing en begeleiding na maximaal 2 jaar te voldoen aan de geldende bekwaamheidseisen. 3. Verschil tussen de individuele en collectieve aanvraag van de subsidie voor zij-instromers De regeling maakt een onderscheid tussen de individuele en de collectieve subsidieaanvraag voor zij-instromers. Deel II van de regeling beschrijft de mogelijkheid van een individuele aanvraag. De aanvraagprocedure gebeurt met behulp van standaardformulieren. Deze formulieren vragen gedetailleerd naar de gegevens van zij-instromer. Bij het gebruik van deze aanvraagmogelijkheid moet vooraf al bekend zijn wie de beoogd zij-instromer is. Deel III beschrijft de mogelijkheid voor het aanvragen van subsidie voor collectieve aanmeldingen van groepen van minimaal 15 zij-instromers, de zogenaamde bulkcontracten. Aldus is het mogelijk om als bevoegd gezag, of in samenwerking met maximaal 4 andere bevoegde gezagsorganen, voor minimaal 15 zij-instromers subsidie aan te vragen. Niet vereist is dat al bekend is wie deze zij-instromers zullen zijn. De twee genoemde mogelijkheden hebben dus beide betrekking op de zij-instromer en gaan uit van dezelfde subsidiebedragen per zij-instromer maar verschillen in voorwaarden, aanvraagprocedure en wijze van vaststelling en verantwoording. In tegenstelling tot de individuele aanvraag gaat het bij de collectieve aanvraag om een voorfinanciering van de middelen: voordat het bevoegd gezag een zij-instromer heeft aangesteld, kan het al beschikken over de middelen. Zodoende kan het bevoegd gezag een brede (gezamenlijke) aanpak organiseren voor de werving van zij-instromers. Ook de inrichting van de schoolinterne en de schoolexterne begeleiding en het maken van collectieve afspraken over de assessments en de scholing met de desbetreffende instituten wordt gemakkelijker. Artikelsgewijs Deel I, Algemeen Artikelen 3 t/m 5 Er kan alleen subsidie worden aangevraagd voor een benoeming of aanstelling die is ingegaan tussen 1 augustus 2002 en 31 juli De looptijd van een benoeming of aanstelling kan uiteraard wel de datum van 31 juli 2003 overschrijden omdat de duur van de scholing en begeleiding, en daarmee de benoemingsperiode, afhankelijk is van de resultaten van het geschiktheidsonderzoek en maximaal 2 aaneengesloten jaren kan omvatten. Er wordt per zij-instromer éénmalig een bijdrage verstrekt. Met ingang van schooljaar is het subsidiebedrag Subsidieregeling zij-instromers NUMMER juni 2002

6 Subsidieregeling zij-instromers verhoogd naar Reden voor de verhoging is de stijging van de loonsom. Daarnaast wil ik de bevoegde gezagsorganen meer tegemoetkomen in de kosten voor de scholing en begeleiding van zij-instromers. De bijdrage geldt ongeacht de betrekkingsomvang. Deze bijdrage is bedoeld voor de vergoeding van kosten die verband houden met het in dienst nemen van een zij-instromer, zoals het geschiktheidsonderzoek, de begeleiding, de scholing en het verlet. Voor de dekking van kosten voor de benoeming of aanstelling van een zij-instromer kan het bevoegd gezag ook gebruik maken van het schoolbudget. Daarnaast verwijs ik naar paragraaf 5 van de regeling Financiële arbeidsvoorwaarden 1 januari 1999, Afdrachtverminderingsregeling scholing non-profit, gepubliceerd in Uitleg, Gele katern nummer 4 van 3 februari gevolgd door benoeming of aanstelling bij een ander bevoegd gezag blijft de subsidie toegekend aan het bevoegd gezag waar de eerste benoeming of aanstelling plaatsvindt. De bevoegde gezagsorganen zullen onderling afspraken moeten maken over de besteding van resterende gelden. Bij voortijdige beëindiging, die niet gevolgd wordt door een andere benoeming of aanstelling, geldt dat niet bestede middelen of middelen die in strijd met de subsidievoorwaarden zijn gebruikt (zie ook artikel 2, lid 3) worden teruggevorderd. De naleving van deze voorwaarden vormt een onderwerp voor de controle door de instellingsaccountant. Deel III, Subsidie voor collectieve aanmeldingen van zij-instromers Deel II, Subsidie voor individuele zijinstromers Artikelen 10 t/m 12 Artikelen 6 t/m 8 De aanvraagformulieren zijn vanaf 1 augustus a.s. beschikbaar. Voor de aanvraag van de bijdrage in de kosten van het geschiktheidsonderzoek, de begeleiding en het verlet dient men per zij-instromer een aanvraagformulier volledig ingevuld en ondertekend terug te zenden. Het bevoegd gezag dient na te gaan of de zij-instromer is ingeschreven bij zijn opleiding en daarbij collegegeld verschuldigd is. In dat geval wordt reeds voorzien in een vergoeding aan de opleiding. Een subsidie in het kader van deze subsidieregeling zij-instroom is dan niet mogelijk. Artikel 7 is aangepast conform de aanvulling op de gewijzigde subsidieregeling zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet. (Uitleg Gele katern 11, 24 april 2002) Ook vakleerkrachten die groepsleraar willen worden komen in aanmerking voor subsidie op basis van deze regeling. Artikel 9 Dit artikel stelt een aantal voorwaarden voor toekenning van een subsidie. Er kan voor een zij-instromer maar één keer subsidie worden verstrekt. Bij benoeming of aanstelling bij meer dan één bevoegd gezag dienen de verschillende bevoegde gezagsorganen onderling te bepalen wie van hen de subsidie aanvraagt. Bij vertrek of bij ontslag Voor de collectieve aanvraag van de bijdrage in de kosten van het geschiktheidsonderzoek, de begeleiding en het verlet dient het bevoegd gezag, of de samenwerkende bevoegde gezagsorganen een schriftelijke aanvraag te doen. Dit kan door middel van een brief ter attentie van Cfi. Deze brief moet door alle aanvragers worden ondertekend en in ieder geval per bevoegd gezag de naam, het adres, het bestuursnummer, het betalingsnummer, het aantal zij-instromers dat men gaat aanstellen en het totale subsidiebedrag bevatten. Het bevoegd gezag dient na te gaan of de zij-instromer collegegeldplichtig is bij de opleiding. Indien de zij-instromer is ingeschreven bij de opleiding en hier collegegeldplichtig is, wordt reeds voorzien in een vergoeding aan de opleiding. Een subsidie in het kader van deze subsidieregeling zij-instroom is dan niet mogelijk. Het is uiteraard ook niet mogelijk voor de zij-instromer waarvoor reeds een individuele subsidieaanvraag is ingediend, subsidie aan te vragen door middel van de collectieve aanvraag, en omgekeerd. Artikel 13 In dit artikel wordt een aantal voorwaarden gesteld voor toekenning van de bijdrage. Ten opzichte van de vorige subsidieregeling is de tekst van dit artikel aangepast. Hiermee is beoogd de strekking van dit artikel te verduidelijken. Bij een subsidieaanvraag van meerdere bevoegde gezagsorganen wordt de totale subsidie op één rekening gestort. Onderling kunnen de bevoegde gezagsorganen dan de voor hen meest gewenste verdeling van de subsidie regelen. NUMMER juni 2002

7 Er kan voor een zij-instromer maar één keer subsidie worden verstrekt. Bij benoeming of aanstelling bij meer dan één bevoegd gezag dienen de verschillende bevoegde gezagsorganen onderling te bepalen wie van hen de subsidie aanvraagt. Bij vertrek of bij ontslag gevolgd door benoeming of aanstelling bij een ander bevoegd gezag blijft de subsidie toegekend aan het bevoegd gezag waar de eerste benoeming of aanstelling plaatsvindt De bevoegde gezagsorganen zullen onderling afspraken moeten maken over de besteding van resterende gelden. Het bevoegd gezag meldt voor 1 oktober 2003 per BRINnummer het aantal daadwerkelijk benoemde of aangestelde zij-instromers aan. Tevens doet het bevoegd gezag opgave van het aantal niet gerealiseerde benoemingen of aanstellingen. De desbetreffende subsidiemiddelen zullen worden teruggevorderd. De naleving van deze voorwaarden vormt een onderwerp voor de controle door de instellingsaccountant. a. een afschrift van het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 5; b. een afschrift van de geschiktheidverklaring; c. een bewijs van de benoeming of aanstelling als zij-instromer. Deze bescheiden kunnen ook worden gecontroleerd door de departementale accountantsdienst. De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund Subsidieregeling zij-instromers Deel IV, Subsidievaststelling en slotbepalingen Artikel 14 Uiterlijk 1 oktober 2005 dient het bevoegd gezag, dan wel de bevoegde gezagsorganen gezamenlijk een activiteitenverslag in. Eventuele overschotten of middelen die in strijd met de subsidievoorwaarden zijn gebruikt kunnen worden teruggevorderd. Artikel 15 De definitieve vaststelling van de subsidie vindt achteraf in één keer plaats tegelijkertijd met de vaststelling van de rijksvergoeding van het jaar waarin de begeleiding van alle in het schooljaar 2002/2003 benoemde of aangestelde zijinstromers zijn beëindigd. Indien een bevoegd gezag voor meer dan één zij-instromer subsidie heeft ontvangen, kunnen eventuele hogere kosten ten aanzien van de ene worden gecompenseerd door overschotten ten aanzien van de andere zij-instromer. Als onderdeel van de aanvraag rijkssubsidie beoordeelt de instellingsaccountant de rechtmatigheid van de besteding van de verstrekte en bestede subsidie. Het bevoegd gezag moet uiteraard deze controle mogelijk maken. Daartoe dienen een aantal bescheiden waaruit kan worden afgeleid dat de wettelijke bepalingen zijn nageleefd te worden opgenomen in de financiële administratie. Het gaat dan per zij-instromer (in elk geval) om: NUMMER juni 2002