ECB-PUBLIC. Aanbeveling voor een

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECB-PUBLIC. Aanbeveling voor een"

Transcriptie

1 NL ECB-PUBLIC Frankfurt, 16 april 2014 Aanbeveling voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2532/98 met betrekking tot de bevoegdheid van de European CB om sancties op te leggen (ECB/2014/19) (ingediend door de Europese Centrale Bank) TOELICHTING INLEIDING Op 23 november 1998 heeft de Raad van de Europese Unie Verordening (EG) nr. 2532/98 vastgesteld 1. Rekeninghoudend met de ervaring die gedurende een aantal jaren is opgedaan met het toepassen van Verordening (EG) nr. 2532/98 op de verschillende bevoegdheidsterreinen van de Europese Centrale Bank (ECB) en het feit dat het toepassingsgebied van de bevoegdheden van de ECB is uitgebreid door middel van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad 2, dienen thans bepaalde wijzigingen van Verordening (EG) nr. 2532/98 overwogen te worden. In dat kader dient de procedure gevolgd te worden zoals bepaald in artikel 129, lid 4 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. II. ALGEMENE OVERWEGINGEN Teneinde de taken te kunnen uitoefenen die aan de ECB zijn opgedragen bij Verordening (EU) nr. 1024/2013, kan de ECB op basis van artikel 18 van die Verordening administratieve geldelijke sancties opleggen indien kredietinstellingen, financiële holdings of gemengde financiële holdings opzettelijk of uit onachtzaamheid een krachtens relevante rechtstreeks toepasselijke handelingen van het Unierecht geldend vereiste niet naleven waarvoor administratieve geldelijke sancties aan de bevoegde autoriteiten beschikbaar gesteld moeten worden krachtens het toepasselijke Unierecht 3, en sancties 1 Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van , blz. 4). De Europese Centrale Bank legde al eerder haar Aanbeveling ECB/1998/9 voor een verordening van de Raad met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (PB C 246 van , blz.9) voor aan de Raad. 2 Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van , blz. 63). 3 Artikel 18, lid 1 van Verordening (EU) nr. 1024/2013.

2 wanneer een inbreuk op haar verordeningen of besluiten wordt gepleegd 4 (hierna gezamenlijk de administratieve boetes ). Met betrekking tot inbreuken op nationale wetgeving in het kader van het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (GTM), blijven de nationale bevoegde autoriteiten bevoegd tot oplegging van administratieve sancties, maar zij mogen deze sancties slechts opleggen aan onder direct toezicht van de ECB staande kredietinstellingen indien zij door de ECB zijn verzocht een procedure voor dit doel in te leiden. De beginselen en procedures die van toepassing zijn op de oplegging van administratieve geldelijke sancties in verband met inbreuken op het rechtstreeks toepasselijke Unierecht op basis van Artikel 18, lid 1 van Verordening (EU) nr. 1024/2013, zijn neergelegd in Verordening (EU) nr. 1024/2013 en in Verordening (EU) nr. [xx]/2014 (ECB/2014/17 van de Europese Centrale Bank 5. Ingevolge artikel 18, lid 7 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 mag de ECB in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 2532/98 sancties opleggen indien inbreuk wordt gepleegd op ECB-verordeningen of -besluiten. Op basis van artikel 18, lid 4 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 past de ECB naar gelang van het geval artikel 18 toe overeenkomstig de in artikel 4, lid 3 eerste alinea van Verordening (EU) nr. 1024/2013 vermelde handelingen, met inbegrip van de in Verordening (EG) nr. 2532/98 vervatte procedures. Tegen deze achtergrond is het met name van belang dat een coherente regeling wordt vastgesteld met betrekking tot de oplegging door de ECB van alle administratieve sancties in het kader van de uitvoering door de ECB van haar toezichttaken op basis van Verordening (EU) nr. 1024/2013, indien toepasselijk. Daarnaast wijken bepaalde regels uit Verordening (EG) nr. 2532/98 af van de regels in Verordening (EU) nr. 1024/2013. Dit betreft vooral de bovengrenzen van boetes en dwangsommen, procedurele regels en de verjaringstermijnen die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2532/98. Om die reden worden de volgende wijzigingen van Verordening (EG) nr. 2532/98 aanbevolen: (a) (b) Een nieuw artikel 1bis dient ingevoegd te worden, waarin bepaalde algemene beginselen worden gedefinieerd die betrekking hebben op door de ECB op te leggen administratieve boetes in verband met haar toezichttaken en op te leggen sancties in verband met haar niet-toezichttaken en het toepassingsgebied wordt gespecificeerd van de verschillende daarop toepasselijke bepalingen. Er dienen nieuwe artikelen 4bis tot en met 4ter ingevoegd te worden met betrekking tot de regeling die van toepassing is op administratieve geldelijke sancties die door de ECB worden opgelegd in het kader van de uitoefening van haar toezichttaken. Het doel van deze nieuwe artikelen is het aanbrengen van een differentiatie tussen enerzijds de regeling die van toepassing is op de oplegging van administratieve boetes door de ECB in het kader van haar toezichttaken en anderzijds de bepalingen die van toepassing zijn op sancties die de ECB kan opleggen in het kader 4 Artikel 18, lid 7 van Verordening (EU) nr. 1024/ Verordening (EU) nr. [XX]/2014 (ECB/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 ter vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/[XX]). Nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. 2

3 van haar niet-toezichttaken. Hiermee wordt verzekerd dat een uniforme regeling van toepassing is op alle administratieve sancties van de ECB in het kader van toezicht, terwijl tevens rekening wordt gehouden met de in Verordening (EU) nr. 1024/2013 vastgelegde regels. (c) Daarnaast dient door middel van aanvullende wijzigingen verzekerd te worden dat de beginselen en procedures die van toepassing zijn op de oplegging van sancties zoals vastgelegd in artikel 2 tot en met 4 van Verordening (EG) nr. 2532/98 niet strijdig zijn met die welke van toepassing zijn op de oplegging door de ECB van administratieve boetes in het kader van de uitoefening van haar toezichttaken op basis van Verordening (EU) nr. 1024/2013. III. OPMERKINGEN BIJ DE ARTIKELEN Artikelen 1 - Definities Definitie van dwangsommen De definitie van dwangsommen dient om twee redenen gewijzigd worden. Ten eerste dient, in lijn met andere Unierechtbepalingen op dit gebied 6, nauwkeurig vastgelegd te worden dat de ECB dwangsommen niet alleen mag toepassen ter bestraffing van een geval van voortdurende niet-naleving, maar ook ter afdwinging van naleving door ondernemingen van een ECB-verordening of -besluit. Ten tweede verwijst de huidige definitie naar de tweede alinea van artikel 3, lid 1 van Verordening (EG) nr. 2532/98 met betrekking tot de kennisgeving van een besluit waarin de beëindiging van niet-naleving wordt opgelegd. Aangezien een andere besluitvormingsprocecedure van toepassing dient te zijn op sancties die worden opgelegd in het kader van toezichttaken van de ECB, dient een verwijzing naar een dergelijke procedure opgenomen te worden in de definitie. Om die reden dient de definitie van sancties ook aangepast te worden in die zin dat de verwijzing naar de oplegging van dwangsommen als gevolg van niet-naleving wordt geschrapt. 6 Zie bijvoorbeeld de tweede alinea van artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 946/2012 van de Commissie van 12 juli 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus opgelegde geldboetes, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen (PB L 282 van , blz. 23); artikel 66, lid 1 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van , blz. 1); artikel 16, lid 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 646/2012 van de Commissie van 16 juli 2012 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake boetes en dwangsommen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 187 van , blz. 29); artikel 36, sub b), lid 1 van Verordening (EU) nr. 513/2011 van 11 mei 2011 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (PB L 145 van , blz. 30); artikel 25, lid 1, sub b) van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PB L 79 van , blz. 1); artikel 15 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de "EG-concentratieverordening ") (PB 23 van , blz. 1); artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van , blz.1). 3

4 Artikel 1bis - Algemene beginselen en toepassingsgebied Toepassingsgebied Waar Verordening (EG) nr. 2532/98 op basis van artikel 34.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank de voorwaarden bepaalt waaronder de ECB bevoegd is sancties op te leggen aan ondernemingen die de in ECB-verordeningen of -besluiten neergelegde verplichtingen niet naleven, dient rekening gehouden te worden met Verordening (EU) nr. 1024/2013 waar een brede reeks bepalingen is vastgelegd die rechtstreeks betrekking hebben op de bevoegdheden van de ECB tot oplegging van administratieve boetes in het kader van de uitoefening van haar toezichttaken. Om die reden, hoewel de bepalingen van Verordening (EG) nr. 2532/98 in principe van toepassing zijn op iedere sanctie die de ECB mag opleggen inzake schendingen van ECBverordeningen of -besluiten, dienen een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 2532/98 die in strijd zijn met Verordening (EU) nr. 1024/2013 voor wat betreft de oplegging van administratieve boetes die betrekking hebben op de toezichttaken van de ECB, ofwel niet meer van toepassing te zijn of gewijzigd te worden. Publicatie De ECB is bevoegd ieder besluit tot oplegging van een administratieve boete in het kader van haar toezichttaken dan wel een sanctie in het kader van haar niet-toezichttaken, ongeacht of voor een dergelijk besluit al dan niet beroep open staat, zodat alle door de ECB genomen besluiten onderworpen zijn aan hetzelfde publicatieregime. De ECB zal met betrekking tot dergelijke publicaties het toepasselijke Unierecht toepassen, onafhankelijk van nationale wetten of regelingen, en moet dienovereenkomstig de evenredigheid overwegen van publicatie van een besluit ten opzichte van de ernst van de opgelegde sanctie of administratieve sanctie, alsmede de invloed van de publicatie op de stabiliteit van het financiële stelsel. Artikel 2 - Sancties Niet voldoen aan een verplichting Artikel 2, lid 4 verwijst naar de in artikel 3, lid 4 van Verordening (EG) nr. 2532/98 vastgelegde procedure, die niet van toepassing dient te zijn op de oplegging van administratieve boetes in het kader van toezichttaken van de ECB. Om die reden dient een verwijzing toegevoegd te worden naar de in artikel 4ter beschreven besluitvormingsprocedure. 4

5 Artikel 3 - Procedurele regels Bevoegdheid tot instelling van een niet-nalevingsprocedure De verwijzing in de eerste zin van artikel 3, lid 1 naar de directie als het orgaan dat bevoegd is een nietnalevingsprocedure in te stellen dient geschrapt te worden, zodat de ECB de mogelijkheid krijgt te bepalen, krachtens een conform artikel 6, lid 2 vast te stellen verordening, welk intern orgaan het onderzoek van een gestelde niet-naleving dient uit te voeren. De bevoegdheid tot vaststelling van besluiten waarbij een sanctie wordt opgelegd blijft op grond van het nieuwe artikel 4ter bij de directie. Relatie ten opzichte van nationale bevoegdheid Artikel 3, lid 10 dient zodanig gewijzigd te worden dat het niet alleen verwijst naar taken die zijn toevertrouwd aan het Europees Stelsel van centrale banken, maar ook naar taken die zijn toevertrouwd aan de ECB op basis van artikel 127, lid 6 van het Verdrag. De laatste zin van artikel 3, lid 10 dient zodanig gewijzigd worden dat deze ook de nieuwe toezichtbevoegdheid van de ECB weergeeft. Artikel 4bis - specifieke regels met betrekking tot de bovengrenzen van sancties die zijn opgelegd door de ECB in de uitoefening van haar toezichttaken. De bovengrens van administratieve geldelijke sancties die de ECB kan opleggen op basis van artikel 18, lid 1 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 ter zake van inbreuken op rechtstreeks toepasselijk Unierecht is aanzienlijk hoger dan de bovengrens uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2532/98. Dit verschil valt niet te rechtvaardigen aangezien niet-naleving van een ECB-verordening of -besluit niet noodzakelijkerwijs minder ernstig is dan een inbreuk op rechtstreeks toepasselijk Unierecht. Daarom dienen alle administratieve boetes die zijn opgelegd door de ECB aan kredietinstellingen waar zij toezicht op uitoefent binnen het GTM onderworpen te worden aan dezelfde bovengrenzen. De bovengrens voor dwangsommen die door de ECB worden opgelegd in het kader van toezicht dienen ook gewijzigd te worden in overeenstemming met wat hierboven is vermeld. Om die reden dient artikel 2, lid 1 niet van toepassing te zijn op administratieve boetes die worden opgelegd door de ECB tijdens de uitoefening van haar toezichttaken. Artikel 4ter - Specifieke procedurele regels voor sancties die zijn opgelegd door de ECB in het kader van uitoefening van haar toezichttaken. Besluitvormingsprocedure Artikel 25, lid 2 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 legt het scheidingsbeginsel vast, waarbij de krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan de ECB opgedragen taken gescheiden dienen uitgeoefend te worden ten opzichte van de monetaire beleidstaken en andere taken van de ECB. Op basis van dit artikel moet Verordening (EG) nr. 2532/98 gewijzigd worden in die zin dat hierin een 5

6 besluitvormingsproces wordt vastgelegd waar de Raad van toezicht en de Raad van bestuur van de ECB onderdeel van uitmaken, in lijn met artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1024/2013, met betrekking tot de oplegging van administratieve boetes op toezichtgebied. Dit is tevens in overeenstemming met de Basisbeginselen voor effectief banktoezicht van het Bazels Comité voor Bankentoezicht 7 en de noodzaak te verzekeren dat de autoriteiten die sancties opleggen aan entiteiten dezelfde zijn als de autoriteiten die daar toezicht op uitoefenen. Toetsingsprocedure Een door de Raad van bestuur in het kader van toezicht genomen besluit tot oplegging van een administratieve boetes wordt onderworpen aan toetsing door de Administratieve Raad voor Toetsing, zoals voorzien in artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1024/2013, indien een natuurlijke persoon of rechtspersoon om toetsing van een dergelijk besluit verzoekt, mits het besluit is gericht tot, of van direct en individueel belang is voor die persoon. Om die reden dient Verordening (EG) nr. 2532/98 gewijzigd te worden in die zin dat er een toetsingsprocedure in wordt opgenomen waar de Administratieve Raad voor Toetsing bij wordt betrokken, in overeenstemming met artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 met betrekking tot de oplegging van administratieve boetes op toezichtgebied. Om die reden dient artikel 3, lid 1 tot en met 8 niet van toepassing te zijn op administratieve boetes die betrekking hebben op de uitoefening door de ECB van haar toezichttaken. Artikel 4quater Specifieke termijnen voor administratieve boetes die zijn opgelegd in het kader van toezicht Termijnen Er is gebleken dat de termijnen die van toepassing zijn op de oplegging en handhaving van sancties met betrekking tot de niet-toezichttaken van de ECB goed functioneren, met name dankzij de relatief eenvoudige vereiste onderzoek dat moet uitwijzen of er sprake is geweest van niet-naleving, bijvoorbeeld niet-naleving van vereisten inzake minimumreserves, regels met betrekking tot beleenbaar onderpand, statistische rapportagevereisten. Gezien het feit dat onderzoek van beweerde gevallen van niet-naleving op toezichtgebied complexer is, zouden voor de bevoegdheid tot oplegging en handhaving van een administratieve boetes op dat gebied langere termijnen moeten gelden dan voor sancties met betrekking tot niet-toezichttaken. Dit sluit ook aan bij de termijnen die zijn neergelegd in Verordening (EG) 7 Zie Basisbeginsel 1, meer specifiek Essentieel Criterium 6, sub b), en Basisbeginsel 11, meer specifiek Essentieel Criterium 7 van de Basisbeginselen voor effectief banktoezicht van het Bazels Comité voor Bankentoezicht van september 2012: beide vereisen dat voor een effectief systeem van banktoezicht duidelijke verantwoordelijkheden en doelen moeten worden vastgelegd voor iedere autoriteit die betrokken is bij het toezicht van banken en bankgroepen, inclusief de bevoegdheid van de toezichthouder om verscheidene sancties op te leggen, en vereisen tevens dat de toezichthouder een aantal toereikende toezichtinstrumenten tot zijn beschikking heeft waarmee tijdige corrigerende acties kunnen worden gerealiseerd, inclusief het opleggen van sancties aan banken. Beschikbaar op de website van de Bank voor Internationale Betalingen: 6

7 nr. 1/2003 met betrekking tot inbreuken op mededingingsregels. Aangezien alle administratieve sancties die de ECB kan opleggen aan ondernemingen in het kader van toezicht onderworpen moeten zijn aan dezelfde termijnen, ongeacht of deze betreking hebben op inbreuk op een ECB-besluit of -verordening of op niet-naleving van rechtstreeks toepasselijk Unierecht, dienen de in artikel 4quater vastgelegde termijnen van toepassing te zijn op administratieve boetes die door de ECB worden opgelegd in het kader van de uitoefening van haar toezichttaken. De opschorting en stuiting van deze termijnen moet dienovereenkomstig gereguleerd worden, waarbij rekening gehouden wordt met het feit dat niet-nalevingsprocedures in het kader van toezicht kunnen overlappen met strafrechtelijke onderzoeken en procedures met betrekking tot dezelfde feiten. Om die reden dient artikel 4 niet van toepassing te zijn op administratieve boetes die betrekking hebben op de uitoefening door de ECB van haar toezichttaken. 7

8 Aanbeveling voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2532/98 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid op artikel 132, lid 3, Gezien de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 34.3, Gezien de aanbeveling van de Europese Centrale Bank 1, Gezien het advies van het Europees Parlement 2, Gezien het advies van de Europese Commissie 3, Handelend in overeenstemming met de procedure die is vastgelegd in artikel 129, lid 4 van het Verdrag en in artikel 41 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EG) nr. 2532/98 4 specificeert, in overeenstemming met artikel 34.3 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de 'ESCB-statuten), de maxima en de condities op basis waarvan de Europese Centrale Bank (ECB) gerechtigd is boetes of dwangsommen op te leggen aan ondernemingen die verplichtingen op basis van haar verordeningen en besluiten niet naleven. (2) De ECB heeft Verordening (EG) nr. 2532/98 toegepast bij de oplegging van sancties inzake de diverse bevoegdheidsterreinen van de ECB, waaronder in het bijzonder de implementatie van het monetaire beleid van de Unie, de werking van betalingssystemen en het verzamelen van statistische informatie. 1 [verwijzing naar PB invoegen] 2 [verwijzing naar PB invoegen] 3 [verwijzing naar PB invoegen] 4 Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van , blz. 4). 8

9 (3) Verordening (EU) nr. 1024/ verschaft de ECB het recht om aan kredietinstellingen waarop zij toezicht uitoefent: (a) administratieve geldelijke boetes op te leggen indien deze instellingen vereisten op basis van rechtstreeks toepasbaar Unierecht schenden; en (b) sancties op te leggen indien een ECB-verordening of -besluit niet nageleefd wordt (hierna gezamenlijk administratieve boetes ). (4) Artikel 18, lid 7 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 stelt dat de ECB, voor de uitvoering van de aan haar bij deze verordening opgedragen taken, krachtens Verordening (EG) nr. 2532/98 sancties kan opleggen wanneer een inbreuk op ECB-verordeningen of -besluiten wordt gepleegd. (5) Verordening (EU) nr. 1024/2013 bevat een brede reeks bepalingen die rechtstreeks relevant zijn voor de bevoegdheden van de ECB tot oplegging van administratieve boetes in het kader van haar toezichttaken. In dit opzicht is een aantal bepalingen uit Verordening (EG) nr. 2532/98 in strijd met Verordening (EU) nr. 1024/2013. Het is daarom noodzakelijk om vast te stellen welke regels uit Verordening (EG) nr. 2532/98 gewijzigd moeten worden teneinde een coherente regeling vast te stellen met betrekking tot de oplegging van sancties door de ECB in het kader van de uitoefening van de toezichttaken die aan haar zijn opgedragen bij Verordening (EU) nr. 1024/2013. (6) De ECB dient besluiten te publiceren waarbij administratieve geldelijke boetes worden opgelegd vanwege schendingen van rechtstreeks toepasbaar Unierecht en sancties vanwege schendingen van ECB-verordeningen of besluiten op zowel toezichtgebied als niet-toezichtgebied, tenzij een dergelijke publicatie disproportioneel zou zijn gezien de ernst van een aan een onderneming opgelegde sanctie of indien dit de stabiliteit van de financiële markten in gevaar zou brengen. (7) Teneinde een consistente aanpak te garanderen van in gelijke mate ernstige gevallen van nietnaleving, dient de bovengrens van een boete die de ECB in het kader van toezicht kan opleggen aan een onderneming bij niet-naleving van een ECB-verordening of -besluit niet te verschillen van de bovengrens van een boete die de ECB kan opleggen aan een onderneming voor een inbreuk op rechtstreeks toepasselijk Unierecht. Alle boetes die door de ECB worden opgelegd in het kader van de uitoefening van haar toezichttaken dienen daarom dezelfde bovengrens te hebben. (8) De ECB moet in staat zijn dwangsommen op te leggen aan ondernemingen teneinde hen te dwingen een ECB-verordening of -besluit in het kader van toezicht na te leven of om een einde te maken aan een geval van voortdurende niet-naleving. De bovengrens van dwangsommen dient afgestemd te zijn op de bovengrens van de boetes die van toepassing zijn in het kader van toezicht. (9) Artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 legt het scheidingsbeginsel vast, waarbij de ECB de krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan haar opgedragen taken gescheiden uitoefent van, en zonder afbreuk te doen aan, de monetairebeleidstaken en andere taken. Ter versterking van dit scheidingsbeginsel is een Raad van toezicht ingesteld op basis van artikel 26, die onder meer 5 Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van , blz. 63). 9

10 verantwoordelijk is voor de voorbereiding van ontwerpbesluiten voor de Raad van bestuur van de ECB op toezichtgebied. Daarnaast zijn de door de Raad van bestuur van de ECB genomen besluiten, krachtens de voorwaarden van artikel 24 daarvan, onderworpen aan toetsing door de Administratieve Raad voor Toetsing. Rekening houdend met het scheidingsbeginsel en de instelling van de Raad van toezicht en de Administratieve Raad voor Toetsing, dienen twee aparte procedures van toepassing te zijn: (a) indien de ECB het opleggen van administratieve boetes overweegt in het kader van uitoefening van haar toezichttaken, worden besluiten daartoe genomen door de Raad van bestuur van de ECB op basis van een compleet ontwerpbesluit van de Raad van toezicht en afhankelijk van toetsing door de administratieve raad voor toetsing; en (b) indien de ECB het opleggen van sancties overweegt in het kader van de uitoefening van haar niettoezichttaken, worden besluiten daartoe genomen door de directie van de ECB, afhankelijk van toetsing door de Raad van bestuur van de ECB. (10) Vanwege de complexiteit van het onderzoek van niet-naleving op toezichtgebied dient de bevoegdheid tot oplegging en handhaving van administratieve boetes met betrekking tot de toezichttaken van de ECB onderworpen te zijn aan langere termijnen dan de voor sancties met betrekking tot de niet-toezichttaken van de ECB geldende termijnen. De opschorting en stuiting van deze termijnen moet dienovereenkomstig gereguleerd worden, waarbij rekening gehouden wordt met het feit dat niet-nalevingsprocedures op toezichtgebied kunnen overlappen met strafrechtelijke onderzoeken en procedures die op dezelfde feiten zijn gebaseerd. (11) Verordening (EG) nr. 2532/98 dient dienovereenkomstig gewijzigd te worden. HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Wijzigingen Verordening (EG) nr. 2532/98 wordt als volgt gewijzigd: 1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: (a) Punt 6 wordt als volgt vervangen: dwangsommen : door een onderneming te betalen geldbedragen, als sanctie voor een geval van voortdurende niet-naleving, of met het oog op het dwingen van de betrokken personen tot naleving van de ECB-toezichtverordeningen en -besluiten. Dwangsommen worden in rekening gebracht voor elke dag dat de niet-naleving voortduurt (a) gerekend vanaf de dag van kennisgeving van een beschikking krachtens artikel 3, lid 1, tweede alinea, die beëindiging van de niet-naleving voorschrijft; of (b) indien de voortdurende niet-naleving valt onder artikel 18, lid 7 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 10

11 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen*, in overeenstemming met de procedure die is vastgelegd in artikel 4ter van deze Verordening ; * PB L 287 van , blz. 63. (b) Alinea 7 wordt vervangen door: sancties : boetes en dwangsommen. ; 2. het volgende artikel 1bis wordt ingevoegd: Artikel 1bis Algemene beginselen en toepassingsgebied 1. Deze Verordening is van toepassing op de oplegging door de ECB van sancties aan ondernemingen bij niet-naleving van verplichtingen die voortvloeien uit ECB-besluiten en - verordeningen, tenzij expliciet anders bepaald. 2. De regels die van toepassing zijn op de oplegging door de ECB van administratieve geldelijke boetes in het kader van haar toezichttaken, zulks vanwege schendingen van direct toepasselijk Unierecht en sancties vanwege schendingen van ECB-verordeningen en besluiten (hierna gezamenlijk de administratieve boetes ) wijken af van de regels die zijn vastgelegd in de artikelen 2 tot en met 4 in de mate zoals bepaald in de artikelen 4bis tot en met 4quater. 3. De ECB kan ieder besluit tot oplegging van een administratieve geldelijke sanctie aan een onderneming wegens schendingen van direct toepasselijk Unierecht en sancties vanwege schendingen van ECB-verordeningen of besluiten, zulks zowel op toezichtgebied alsook op niet-toezichtgebied publiceren, ongeacht of hiertegen beroep is ingesteld of niet. De ECB verricht een dergelijke publicatie in overeenstemming met het betreffende Unierecht, onafhankelijk van nationale wetten of regelingen, en tevens, indien het betreffende Unierecht bestaat uit richtlijnen, nationale wetgeving die deze richtlijnen implementeren. ; 3. Artikel 2, lid 4 wordt als volgt vervangen: 4. Indien een schending het niet-uitvoeren van een taak betreft, betekent sanctieoplegging niet dat het bedrijf ontheffing van die taakuitvoering verkijgt, tenzij het vastgestelde besluit overeenkomstig artikel 3, lid 4 of artikel 4ter expliciet het tegendeel vermeldt. ; 4. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: (a) de eerste zin van lid 1 wordt als volgt vervangen: Het besluit van de ECB al dan niet een niet-nalevingsprocedure in te stellen wordt ofwel op eigen initiatief genomen ofwel op basis van een motie daartoe die bij de ECB is ingediend 11

12 door de bevoegde nationale centrale bank van de lidstaat in wiens rechtsgebied de vermeende niet-naleving zich heeft voorgedaan. ; (b) Lid 10 wordt als volgt vervangen: Als de niet-naleving uitsluitend verband houdt met een krachtens de ESCB-statuten en het Verdrag aan het ESCB of de ECB opgedragen taak, kan een niet-nalevingsprocedure alleen op grond van deze verordening worden ingeleid, ongeacht eventuele bestaande nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die voorzien in een aparte procedure. Als de niet-naleving tevens verband houdt met een of meer gebieden die buiten de bevoegdheid van het ESCB of de ECB vallen, bestaat het recht om een niet-nalevingsprocedure krachtens deze verordening in te leiden ongeacht enig recht van een bevoegde nationale instantie om andere procedures in te leiden in verband met deze buiten de bevoegdheid van het ESCB of de ECB vallende gebieden. Deze bepaling geldt onverminderd de toepassing van het strafrecht en de bevoegdheden op het gebied van bedrijfseconomisch toezicht in de deelnemende lidstaten, in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad. ; 5. De volgende artikelen 4bis tot en met 4quater worden ingevoegd: Artikel 4bis Specifieke regels met betrekking tot de bovengrenzen van sancties die zijn opgelegd door de ECB in de uitoefening van haar toezichttaken. 1. In afwijking van artikel 2, lid 1 dient de ECB, in geval van niet-naleving van besluiten en verordeningen die door de ECB zijn vastgesteld in het kader van de uitoefening van haar toezichttaken, bij het opleggen van boetes en dwangsommen de volgende maxima in acht te nemen: (a) (b) Boetes bedragen ten hoogste tweemaal het bedrag van de behaalde winsten of vermeden verliezen als gevolg van de niet-naleving indien deze kunnen worden bepaald, of 10% van de totale jaaromzet van de onderneming. Dwangsommen bedragen ten hoogste 5% van de gemiddelde dagomzet per dag dat de niet-naleving voortduurt. Dwangsommen kunnen gedurende maximaal zes maanden worden opgelegd vanaf de datum die is bepaald in het besluit waarbij de dwangsom is opgelegd. 2. Voor de toepassing van lid 1 gelden de volgende definities: (a) jaaromzet : de jaaromzet van een rechtspersoon, zoals gedefinieerd in relevant Unierecht, op basis van de meest recente beschikbare jaarrekening van een dergelijke persoon. Indien de onderneming een dochter is van een moederonderneming wordt de betreffende totale jaaromzet gevormd door de totale jaaromzet die blijkt uit de meest recente beschikbare geconsolideerde jaarrekening van de 12

13 uiteindelijke moederonderneming in de groep die onder toezicht staat van de ECB; (b) gemiddelde dagomzet : de jaaromzet zoals gedefinieerd onder (a) en gedeeld door 365. Artikel 4ter Specifieke procedurele regels voor sancties die zijn opgelegd door de ECB in de uitoefening van haar toezichttaken. 1. In afwijking van artikel 3, lid 1 tot en met 8 zijn de regels die in dit artikel zijn vastgesteld van toepassing op niet-naleving van besluiten en verordeningen die door de ECB zijn vastgesteld in de uitoefening van haar toezichttaken. 2. Nadat de niet-nalevingsprocedure is afgerond in overeenstemming met de regels die door de ECB vastgesteld worden op basis van artikel 6, lid 2 legt de Raad van toezicht een compleet ontwerpbesluit tot oplegging van een sanctie aan de betreffende onderneming voor aan de Raad van bestuur, in overeenstemming met de procedure die is vastgelegd in artikel 26, lid 8 van Verordening (EU) nr. 1024/2013. Voorafgaande aan de indiening door de Raad van toezicht van het complete ontwerpbesluit aan de Raad van bestuur vindt een hoorzitting plaats met betrekking tot de vermeende niet-naleving door de betreffende onderneming. 3. De betreffende onderneming heeft het recht om een verzoek in te dienen tot toetsing door de Administratieve Raad voor Toetsing van het besluit krachtens lid 2 dat is genomen door de Raad van bestuur, in overeenstemming met de procedure die is vastgesteld in artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1024/2013. Artikel 4quater Specifieke termijnen administratieve boetes die zijn opgelegd door de ECB in de uitoefening van haar toezichttaken. 1. In afwijking van artikel 4 vervalt het recht tot het nemen van een besluit tot oplegging van een administratieve boete met betrekking tot niet-naleving van rechtstreeks toepasselijke Unierechthandelingen alsmede besluiten en verordeningen die door de ECB zijn vastgesteld in de uitoefening van haar toezicht taken vijf jaar nadat de niet-naleving zich heeft voorgedaan of, in een geval van voortdurende niet-naleving, vijf jaar nadat de niet-naleving eindigde. 2. Acties die door de ECB worden ondernomen in het kader van het onderzoek van of procedures met betrekking tot niet-naleving hebben als gevolg dat de in lid 1 bedoelde termijn wordt gestuit. De verjaringstermijn wordt gestuit met ingang van de datum waarop de betreffende onder toezicht staande entiteit in kennis wordt gesteld van de actie. Iedere stuiting zorgt ervoor dat de termijn opnieuw aanvangt. De termijn is echter niet langer dan 13

14 een periode van 10 jaar nadat de niet-naleving zich voordeed of, in een geval van voortdurende niet-naleving, 10 jaar nadat de niet-naleving eindigde. 3. De in de voorgaande leden beschreven termijnen kunnen verlengd worden indien: (a) een besluit van de Raad van bestuur onderworpen is aan toetsing door de Administratieve Raad voor Toetsing of onderwerp is van een beroepsprocedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; of (b) een strafrechtelijke procedure aanhangig is tegen de betreffende onderneming met betrekking tot dezelfde feiten. In dat geval worden de in de vorige leden beschreven termijnen verlengd met een periode die benodigd is voor de toetsing van het besluit door de Administratieve Raad voor Toetsing of het Hof van Justitie of totdat de strafrechtelijke procedure tegen de betreffende onderneming is beëindigd. 4. Een handeling van de ECB die bedoeld is om betaling af te dwingen of ter handhaving van betalingstermijnen en -voorwaarden op basis van de opgelegde administratieve boete heeft als gevolg dat de verjaringstermijn voor de handhaving van de sancties wordt gestuit. Het recht van de ECB tot handhaving van een besluit tot oplegging van een administratieve boete verjaart vijf jaar nadat een dergelijk besluit is vastgesteld. De verjaringstermijn voor de handhaving van administratieve boetes wordt opgeschort: (a) (b) totdat de uiterste termijn voor betaling van de opgelegde administratieve boete is verstreken; indien handhaving van betaling van de opgelegde administratieve boete is opgeschort als gevolg van een besluit van de Raad van bestuur of van het Hof van Justitie. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op [xx]. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten, zulks overeenkomstig het Verdrag. Gedaan te Frankfurt am Main, 16 april De President van de ECB Mario DRAGHI 14

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK C 144/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 14.5.2014 III (Voorbereidende handelingen) EUROPESE CENTRALE BANK Aanbeveling voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2532/98

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 3.2.2015 L 27/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/159 VAN DE RAAD van 27 januari 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2532/98 met betrekking tot de bevoegdheid

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0807(CNS) Ontwerpverslag Kay Swinburne (PE v01-00)

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0807(CNS) Ontwerpverslag Kay Swinburne (PE v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie economische en monetaire zaken 17.10.2014 2014/0807(CNS) AMENDEMENTEN 9-25 Ontwerpverslag Kay Swinburne (PE537.491v01-00) Ontwerp van Verordening van de Raad tot

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 1.6.2017 L 141/21 BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 november 2016 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 6.4.2018 L 90/105 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 15 maart 2018 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van eigenvermogenbesluiten (ECB/2018/10) DE

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 306/32 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 november 2016 tot vaststelling van de beginselen voor de coördinatie van de beoordeling krachtens Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN 28.8.2019 L 224/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN BESLUIT (EU) 2019/1376 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 23 juli 2019 inzake de delegatie van de bevoegdheid tot de vaststelling van besluiten

Nadere informatie

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) [2017/XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 24 april 2017

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) [2017/XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 24 april 2017 NL ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) [2017/XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 24 april 2017 betreffende het totale bedrag van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht voor 2017 (ECB/2017/11) DE RAAD VAN BESTUUR

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132, L 314/66 1.12.2015 BESLUIT (EU) 2015/2218 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 20 november 2015 betreffende de procedure tot vaststelling van de niet-toepasselijkheid op personeelsleden van het vermoeden

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 5.7.2014 L 198/7 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 januari 2014 betreffende de nauwe samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten van deelnemende lidstaten die niet de euro als munt hebben

Nadere informatie

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) 2019/[XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 april 2019

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) 2019/[XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 april 2019 NL BESLUIT (EU) 2019/[XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 18 april 2019 betreffende het totale bedrag van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht voor 2019 (ECB/2019/10) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE

Nadere informatie

Geconsolideerde TEKST

Geconsolideerde TEKST NL Geconsolideerde TEKST samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen CONSLEG: 1999R2157 24/06/2001 Aantal bladzijden: 10 < Bureau voor officiële

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13)

VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) 31.3.2015 NL L 86/13 VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 14.5.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 141/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 468/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 april 2014 tot vaststelling van een

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE L 3/41 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2016 betreffende het gezamenlijk indienen en het uitwisselen van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

INLEIDEND HOOFDSTUK. Artikel 1. Aanvullende karakter

INLEIDEND HOOFDSTUK. Artikel 1. Aanvullende karakter L 179/72 VERORDENING (EU) Nr. 673/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 2 juni 2014 betreffende de oprichting van een bemiddelingspanel en zijn reglement van orde (ECB/2014/26) DE RAAD VAN BESTUUR VAN

Nadere informatie

ECB-PUBLIC ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 augustus 2011

ECB-PUBLIC ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 augustus 2011 NL ECB-PUBLIC ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 18 augustus 2011 betreffende de bescherming tegen valsemunterij en de handhaving van de kwaliteit van de geldomloop (CON/2011/64) Inleiding en rechtsgrondslag

Nadere informatie

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 28/03/2018 ESMA70-151-435 NL Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied... 2 2 Doel...

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2015/530 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2015/530 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 28.3.2015 NL L 84/67 BESLUIT (EU) 2015/530 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 11 februari 2015 betreffende de methodologie en procedures voor de gegevensvaststelling en -verzameling aangaande voor de berekening

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/03/2017

Datum van inontvangstneming : 09/03/2017 Datum van inontvangstneming : 09/03/2017 Vertaling C-52/17 Zaak C-52/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 februari 2017 Verwijzende rechter: Bundesverwaltungsgericht (Oostenrijk)

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.8.2017 C(2017) 5635 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 16.8.2017 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 wat betreft de afzet

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S

EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S 3.4.2014 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 98/3 EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S BESLUIT VAN HET EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISISCO'S van 27 januari 2014 inzake een coördinatiekader betreffende

Nadere informatie

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag L 225/16 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 12. 8. 98 RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK C 93/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.3.2015 EUROPESE CENTRALE BANK Gedragscode voor de leden van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank (2015/C 93/02) DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.7.2018 C(2018) 4438 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 13.7.2018 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 13.3.2013 Publicatieblad van de Europese Unie C 73/5 III (Voorbereidende handelingen) EUROPESE CENTRALE BANK ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 19 oktober 2012 betreffende een voorstel voor een verordening

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 18 mei 2016 (OR. en) 2015/0295 (COD) PE-CONS 13/16 EF 68 ECOFIN 261 CODEC 361 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

(Door de Commissie ingediend op 18 oktober 1996) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

(Door de Commissie ingediend op 18 oktober 1996) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten /* COM/96/0496 DEF - CNS 96/0248 */ Publicatieblad

Nadere informatie

Artikel 1. Onderwerp en werkingssfeer

Artikel 1. Onderwerp en werkingssfeer L 107/76 25.4.2015 BESLUIT (EU) 2015/656 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 februari 2015 betreffende de voorwaarden krachtens welke kredietinstellingen overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Verordening

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie BESLUITEN

Publicatieblad van de Europese Unie BESLUITEN 25.2.2019 L 55/7 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2019/322 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 januari 2019 inzake de delegatie van de bevoegdheid om besluiten vast te stellen inzake krachtens nationaal recht toegewezen

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.12.2015 COM(2015) 648 final 2015/0295 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat vrijstellingen

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 18.10.2014 NL L 300/57 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 september 2014 houdende de tenuitvoerlegging van scheiding tussen de monetaire beleidsfunctie en de toezichtfunctie van de Europese Centrale

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 162/14 23.6.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1111 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures en formulieren voor de verstrekking

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 913 definitief 2006/0301 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/6/EG

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/22 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1945 VAN DE COMMISSIE van 19 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot kennisgevingen door en aan vergunningaanvragende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Ontwerp Brussel, C VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE van [ ] tot vaststelling van technische voorschriften en administratieve procedures met betrekking tot

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2018 C(2018) 3973 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 27.6.2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 181/2014 wat betreft een aantal

Nadere informatie

L 95/56 Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/56 Publicatieblad van de Europese Unie L 95/56 Publicatieblad van de Europese Unie 29.3.2014 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 januari 2014 tot wijziging van Besluit ECB/2004/2 houdende goedkeuring van het reglement van orde van

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 230/56 Publicatieblad van de Europese Unie 30.6.2004 EUROPESE CENTRALE BANK BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 3 juni 2004 betreffende de voorwaarden voor en de wijze van uitvoering van onderzoeken

Nadere informatie

(2014/360/EU) INLEIDEND HOOFDSTUK. Artikel 1. Aanvullende karakter

(2014/360/EU) INLEIDEND HOOFDSTUK. Artikel 1. Aanvullende karakter 14.6.2014 L 175/47 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 14 april 2014 betreffende de oprichting van een administratieve raad voor toetsing en zijn werkwijze (ECB/2014/16) (2014/360/EU) DE RAAD VAN

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 19.9.2015 L 244/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1555 VAN DE COMMISSIE van 28 mei 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 22.2.2014 Publicatieblad van de Europese Unie C 51/3 III (Voorbereidende handelingen) EUROPESE CENTRALE BANK ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 19 november 2013 inzake het voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0745/ ingediend overeenkomstig artikel 198 van het Reglement

ONTWERPBESLUIT. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0745/ ingediend overeenkomstig artikel 198 van het Reglement Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0745/2016 3.6.2016 ONTWERPBESLUIT ingediend overeenkomstig artikel 198 van het Reglement over de instelling, bevoegdheden, aantal leden en duur van het

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen EIOPA-BoS-12/069 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringsondernemingen 1/8 1. Richtsnoeren Inleiding 1. Artikel 16 van de Eiopa-verordening 1 (European Insurance and Occupational

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van XXX. betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening. (Voor de EER relevante tekst)

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van XXX. betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening. (Voor de EER relevante tekst) EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX C(2011) 4977 AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van XXX betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening (Voor de EER relevante tekst) {SEC(2011) 906} {SEC(2011) 907} NL

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 160/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN http://www.emis.vito.be d.d.25-06-2018 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/895 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2017 (OR. en) 7431/17 EF 52 ECOFIN 216 DELACT 53 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

1) Overal in de tekst wordt de Commissie van de Europese ( 1 ) Standpunt van het Europees Parlement van 18 april 2012 (nog niet

1) Overal in de tekst wordt de Commissie van de Europese ( 1 ) Standpunt van het Europees Parlement van 18 april 2012 (nog niet L 149/4 Publicatieblad van de Europese Unie 8.6.2012 VERORDENING (EU) Nr. 465/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0180(COD) van de Commissie begrotingscontrole. aan de Begrotingscommissie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0180(COD) van de Commissie begrotingscontrole. aan de Begrotingscommissie EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie begrotingscontrole 21.11.2014 2014/0180(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie begrotingscontrole aan de Begrotingscommissie inzake het voorstel voor een verordening

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 23.6.2017 L 162/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1110 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.6.2016 L 173/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1055 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.8.2017 C(2017) 5812 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 wat betreft de specificatie

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 17 november 2008. tot vaststelling van het kader voor de gezamenlijke aanbesteding van het Eurosysteem

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 17 november 2008. tot vaststelling van het kader voor de gezamenlijke aanbesteding van het Eurosysteem NL BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 november 2008 tot vaststelling van het kader voor de gezamenlijke aanbesteding van het Eurosysteem (ECB/2008/17) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. 1163/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41)

VERORDENING (EU) Nr. 1163/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41) 31.10.2014 L 311/23 VERORDENING (EU) Nr. 1163/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.3.2018 C(2018) 1558 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.3.2018 betreffende de procedurele stappen van de raadplegingsprocedure om vast te stellen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.8.2017 C(2017) 5825 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195 van de Commissie tot

Nadere informatie

VRAGEN EN ANTWOORDEN VOOR DE OPENBARE RAADPLEGING BETREFFENDE DE CONCEPT-GTM-VERORDENING VAN DE ECB

VRAGEN EN ANTWOORDEN VOOR DE OPENBARE RAADPLEGING BETREFFENDE DE CONCEPT-GTM-VERORDENING VAN DE ECB VRAGEN EN ANTWOORDEN VOOR DE OPENBARE RAADPLEGING BETREFFENDE DE CONCEPT-GTM-VERORDENING VAN DE ECB 1 WANNEER BEGINT DE ECB TOEZICHT UIT TE OEFENEN OP DE BANKEN? De ECB neemt op 4 november 2014 de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217),

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217), P7_TA-PROV(2012)0267 Verzekering en herverzekering (Solvabiliteit II) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2012 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Artikel 1. Wijzigingen

Artikel 1. Wijzigingen 20.6.2019 L 163/103 BESLUIT (EU) 2019/1006 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 7 juni 2019 tot wijziging van Besluit ECB 2011/20 tot vaststelling van gedetailleerde regels en procedures voor de tenuitvoerlegging

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3316 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 tot vaststelling van voorschriften

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 10.12.2013 2013/0309(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK NL Deze inofficiële versie van de Gedragscode voor de leden van de Raad van Bestuur dient uitsluitend ter informatie B EUROPESE CENTRALE BANK GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR (2002/C 123/06)

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.9.2007 COM(2007) 522 definitief 2007/0192 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE 21.6.2018 L 158/5 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2018 betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.5.2018 COM(2018) 249 final 2018/0117 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.1.2015 L 15/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/81 VAN DE RAAD van 19 december 2014 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de toepassing van Verordening

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2004D0003 NL 29.03.2015 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 maart

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 18.7.2001 COM(2001) 411 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende het statuut en de algemene

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9, L 104/20 NL 20.4.2017 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2017/710 VAN DE RAAD van 3 april 2017 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 22 mei 2012 (OR. en) 2010/0380 (COD) LEX 1271 PE-CONS 11/2/12 REV 2 SOC 154 CODEC 497 VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT WIJZIGING

Nadere informatie

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 12.3,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 12.3, L 79/34 BESLUIT (EU) 2016/456 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 maart 2016 betreffende de voorwaarden voor onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding ten aanzien van de Europese Centrale

Nadere informatie

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2 en 5,

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2 en 5, 16.8.2019 L 214/3 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2019/1348 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 18 juli 2019 inzake de procedure voor de erkenning van niet-eurogebiedlidstaten als rapporterende lidstaten krachtens

Nadere informatie

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10 ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO De Associatieraad Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) UE-MA 2706/10 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-MAROKKO

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

C 120/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 120/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 13.4.2017 AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 april 2017 betreffende gemeenschappelijke specificaties voor de wijze waarop nationaal bevoegde

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2015/856 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2015/856 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 2.6.2015 L 135/29 RICHTSNOER (EU) 2015/856 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 12 maart 2015 houdende vaststelling van de beginselen van een Ethisch Kader voor het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (ECB/2015/12)

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 september 2011 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) 10765/1/11 REV 1 DRS 87 COMPET 217 ECOFIN 294 CODEC 917 PARLNAT 203 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/4 VERORDENING (EU) 2016/293 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING L 82/56 2.6.204 REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING REGLEMENT VAN ORDE VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK, Gezien

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.9.2012 COM(2012) 512 final 2012/0244 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2017 COM(2017) 164 final 2017/0075 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de bilaterale overeenkomst tussen de

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD

RICHTLIJN VAN DE RAAD 1989L0665 NL 09.01.2008 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 21 december 1989 houdende

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. het voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. het voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.3.2017 COM(2017) 111 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2014 COM(2014) 391 final 2014/0198 (NLE) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot aanpassing van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad in verband

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz. Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in verband met de omzetting van Richtlijn 2014/104/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 november

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 28.1.2016 L 21/45 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/100 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen tot bepaling van het gezamenlijke besluitvormingsproces met

Nadere informatie

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie 10.4.2019 A8-0020/585 Amendement 585 Pavel Svoboda namens de Commissie juridische zaken Verslag A8-0020/2018 József Szájer Aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 29.12.2017 L 348/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2454 VAN DE RAAD van 5 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve

Nadere informatie