Een rendabele Zuidas?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een rendabele Zuidas?"

Transcriptie

1 Een rendabele Zuidas? MKBA naar verdere ontwikkeling van de Amsterdamse Zuidas Pelle de Wit Maart 2009 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade AC Amsterdam telefoon telefax

2 Een rendabele Zuidas? MKBA naar verdere ontwikkeling van de Amsterdamse Zuidas Amsterdam/Delft, februari 2009 MKBA uitgevoerd in kader van stage bij RIGO Research & Advies Auteur: Pelle de Wit Begeleiders/Medeauteurs: Geurt Keers Freddie Rosenberg Edgar Wever Rob de Wildt

3 Inhoudsopgave SAMENVATTING 1 1 INLEIDING DOELSTELLING: EEN RENDABELE ZUIDAS RELEVANTIE NIEUWE MKBA ONDERZOEKSVRAGEN OPZET RAPPORTAGE DE MKBA METHODE 8 2 HISTORISCH KADER DE OORSPRONG VAN HET PROJECT HISTORIE VAN DE ALTERNATIEVEN KANTTEKENINGEN BIJ DE PLANNEN OPRICHTING NV ZUIDAS RECENTE ONTWIKKELINGEN 14 3 CONCEPTUALISATIE NULALTERNATIEF KEUZES TER BEPALING VAN ALTERNATIEVEN DE PROJECTALTERNATIEVEN VERGELIJKING KENMERKEN PROJECTALTERNATIEVEN 26 4 OMGEVING VAN HET PROJECT RELEVANTE MARKT OMGEVINGSFACTOREN IMPLICATIES OMGEVINGSFACTOREN 33 5 SPECIFICATIE TYPOLOGIE VAN EFFECTEN DIRECTE EFFECTEN INDIRECTE EFFECTEN EXTERNE EFFECTEN 44

4 5.5 RISICOWAARDERING, DISCONTOVOETEN EN PRIJSONTWIKKELINGEN 46 6 RESULTATEN MKBA RESULTATEN PER ALTERNATIEF GEVOELIGHEIDSANALYSE VERDELINGSVRAAGSTUK 54 7 DISCUSSIE KANTTEKENINGEN BIJ UITKOMST MKBA ONDERSCHEID MET CPB STUDIE BIJDRAGE AAN ZUIDAS DEBAT 59 8 BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN BEANTWOORDING DEELVRA GEN BEANTWOORDING HOOFDVRAAG 61 LITERATUURLIJST 61 BIJLAGE 1: FINANCIEEL OVERZICHT DOKMODEL 61 BIJLAGE 2: INFRASTRUCTUUR PROJECTALTERNATIEVEN 61 BIJLAGE 3: KOSTEN PROJECTALTERNATIEVEN 61 BIJLAGE 4: BEREKENING GRONDPRIJS 61

5 SAMENVATTING 1 Samenvatting Dit rapport beschrijft de uitvoering van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) naar de verdere ontwikkeling van de Zuidas in Amsterdam. Doel van het onderzoek is het zoeken van een maatschappelijk rendabel alternatief voor de Zuidas. Dit doel is om meerdere redenen relevant. Ten eerste hadden eerdere KBA s van het CPB negatieve uitkomsten voor het Dokmodel, het voorkeursmodel van de gemeente Amsterdam. Ten tweede is recent veel kritiek op het project gekomen en zijn er vertragingen opgetreden. De begroting van de business case die voor het Dokmodel is opgesteld is slechts door grote overheidsbijdragen winstgevend. Ondanks deze voorspelde winst zijn marktpartijen momenteel niet bereid om te investeren omdat zij grote risico s in de ondergrondse aanleg van de infrastructuur zien. De onderzoeksvraag luidt dan ook: Is er een alternatief voor verdere ontwikkeling van de Zuidas dat maatschappelijk rendabel is? Toegevoegde waarde van deze KBA ten opzichte van eerdere studies door het CPB bestaat in het bijzonder uit het definiëren en doorrekenen van nieuwe alternatieven. Alternatieven In deze KBA zijn naast het Dokmodel nog twee nieuwe alternatieven meegenomen, het Dijk-plus-model en het Lange as model. Deze projectalternatieven zijn vergeleken met een nulalternatief. De projectalternatieven worden onderscheiden op vier cruciale issues, namelijk de gebiedsafbakening, sturing op vraag of aanbod, het ruimtegebruik en duurzaamheid. De scores van de alternatieven staan weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 1: Indeling projectalternatieven Projectalternatief Nul alt. Dokmodel Dijk plus Lange As Gebiedsafbakening - - +/- + Vraag of aanbod sturing Vraag Aanbod Vraag Vraag Multifunctioneel ruimtegebruik /- Duurzaamheid / Externe effecten - + +/- +/- 1 Het nulalternatief gaat uit van beperkte ontwikkeling waarbij de nu aanwezige ontwikkelingscapaciteit op de Zuidas slechts half wordt benut en de A10 wordt uitgebreid met één rijbaan per richting.

6 2 SAMENVATTING 2 Het Dokmodel is het huidige voorkeursmodel van de gemeente. De infrastructuur wordt sterk uitgebreid en ondergronds in een dok aangelegd. Op het Dok wordt een nieuw stadscentrum ontwikkeld met woningen, kantoren en voorzieningen. 3 Het Dijk-plus-model is een uitgebreide versie van het oorspronkelijke Dijkmodel waarbij extra vastgoed ontwikkeld kan worden door de aanleg van overkluizingen over de infrastructuur. Tevens kan als optie een glazen overkapping over de A10 worden gerealiseerd voor het verbeteren van de luchtkwaliteit. 4 In het Lange As model wordt de vastgoedontwikkeling minder geconcentreerd rond station Zuid maar meer gespreid op diverse locaties langs de A10 en A4 in de richting van Schiphol. Deze vastgoedontwikkeling wordt gekoppeld aan het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol. Doordat de ontwikkeling plaatsvindt op diverse kleinere locaties biedt dit alternatief meer mogelijkheden voor fasering en risicospreiding. In de navolgende tabel staan per alternatief het te ontwikkelen vastgoed en de belangrijkste infrastructuur kenmerken weergegeven. Er zitten aanzienlijke verschillen tussen de vastgoedvolumes van de alternatieven. Echter, binnen het Langeas-model is naast het hieronder weergegeven vastgoed extra capaciteit beschikbaar. Bovendien kunnen het Dijk-plus-model en het Lange-as-model gecombineerd worden waarmee een gelijke of hogere totale capaciteit beschikbaar komt dan in het Dokmodel. De verschillen tussen de infrastructuurconfiguraties zijn beperkt. Tabel 2: Vastgoed en infrastructuur projectalternatieven Nul alternatief Dokm odel Dijk- plusmodel Lange- asmodel Kantoren (m2 bvo) Woningen (m2 bvo) Winkels & voorzieningen (m2 bvo) Totaal vastgoed (m2 bvo) Rijbanen A10 2*4 2* 5 2*5 2*5 # Sporen zware rail # Sporen metro Schiphol Figuur 1: Impressie van de projectalternatieven Dokmodel en Dijk-plus-model

7 SAMENVATTING 3 Figuur 2: Overzicht van enkele ontwikkelingslocaties in Lange As model Specificatie kosten en baten Voor alle projectalternatieven is een specificatie gemaakt van de maatschappelijke kosten en baten. De kosten en baten zijn ingedeeld in directe effecten, indirecte effecten en externe effecten. Deze worden hieronder kort behandeld en weergegeven in Tabel 3. De directe baten van de alternatieven bestaan uit de inkomsten van gronduitgifte en in mindere mate uit verkeerseffecten van de infrastructuuruitbreiding. In het Dokmodel wordt het meeste vastgoed ontwikkeld en zijn de baten daarom het hoogst. De projectalternatieven dragen bij aan een hogere stedelijke kwaliteit op de Zuidas, bijvoorbeeld door de toename van voorzieningen, en hierdoor stijgen de lokale vastgoedprijzen. Deze indirecte effecten zijn het sterkst in het Dokmodel omdat daar het meeste vastgoed gerealiseerd wordt en de overlast van de infrastructuur verdwijnt. Andere indirecte baten zijn de werkgelegenheidseffecten en de agglomeratie-effecten. Hoewel deze effecten niet exact zijn berekend, hebben deze op landelijke schaal slechts een zeer beperkte invloed. Een van de externe effecten is het consumentensurplus dat het project creëert door de ontwikkeling van huurwoningen. Andere externe effecten zijn overlast tijdens de ontwikkeling en de invloed op externe veiligheid. De waarde van deze effecten kon niet goed worden berekend en zijn daarom als PM opgenomen. Tabel 3: Kosten en baten van de alternatieven t.o.v. het nulalternatief in mln. euro Directe effecten Indirecte effecten Externe effecten Totaal Baten Nulalternatief Dokmodel Dijk-plus-model Lange As PM 180 +PM 50 +PM PM 30 +PM 0 +PM PM PM PM Totaal Kosten Saldo PM PM 230 +PM De kosten van de alternatieven worden gedomineerd door de investeringen in de uitbreiding van de infrastructuur. Deze zijn vooral voor het Dokmodel erg hoog. Daarnaast is de grondproductie in alle alternatieven een belangrijke kostenpost.

8 4 SAMENVATTING Het nulalternatief heeft een positief saldo van 120 miljoen. Het Dokmodel heeft een negatief saldo van 1,9 miljard, het Dijk-plus-model een negatief saldo van 550 miljoen en het Lange as model een positief saldo van 230 miljoen. De nog niet berekende PM posten hebben nog in beperkte mate invloed op deze saldi. Gevoeligheden Er is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd op het kostenbaten saldo van de projectalternatieven. Deze analyse toont aan dat er nog sterke schommelingen kunnen optreden in het saldo, zeker als meerdere wijzigingen tegelijk optreden. Drie factoren die sterke wijzigingen in het saldo kunnen veroorzaken zijn: 1 Andere aannames voor de risico-opslag bij de berekening van de baten 2 Een stijging in de kosten van de infrastructuur 3 Wijzigingen in de prijsontwikkeling op de vastgoedmarkt De invloeden op het kostenbaten saldo zijn weergegeven in tabel 4. Tabel 4: Gevoeligheden: wijzigingen in kostenbaten saldo in mln. euro Verwacht kostenbaten saldo Dokmodel Dijk- plu s Lange As PM PM 230 +PM Risico-opslag 1% hoger (4% i.p.v. 3%) Risico-opslag 1% lager (2% i.p.v. 3%) Kosten infrastructuur + 10% Kosten infrastructuur + 20% Reële prijsontwikkeling vastgoed + 1% Reële prijsontwikkeling vastgoed - 1% Conclusie Het Dokmodel heeft een sterk negatief maatschappelijk saldo. Ook het Dijk-plusmodel zoals gedefinieerd in deze MKBA is maatschappelijk niet rendabel, maar heeft wel een aanmerkelijk beter saldo dan het Dokmodel. Het Lange as model heeft wel een positief kostenbaten saldo en is daarmee een maatschappelijk rendabel alternatief voor de Zuidas. Ook het nulalternatief heeft een positief saldo. Aangetekend moet worden dat de berekening van diverse PM posten het saldo van bovenstaande projecten nog enigszins kan beïnvloeden. Daarnaast is in de ontwikkeling van het Dijk-plus-model en met name het Lange as model nog veel flexibiliteit mogelijk, waarmee het saldo gestuurd kan worden. Tevens kunnen deze twee projectalternatieven ook gecombineerd worden. Tot slot wordt opgemerkt dat een MKBA mogelijk niet alle effecten van de Zuidas goed kan meten, dit geldt bijvoorbeeld voor positieve effecten op het imago van Amsterdam. Ondanks bovenstaande kanttekeningen toont deze MKBA aan dat er maatschappelijk rendabelere alternatieven zijn dan het Dokmodel en dat een nadere evaluatie

9 SAMENVATTING 5 van mogelijke alternatieven voor de Zuidas is aan te bevelen. In eerdere KBA s door het CPB is te veel gefocust op het Dokmodel als enige alternatief. Bij keuze voor een alternatief hoeft de gemeente Amsterdam één tot twee miljard euro minder voor de Zuidas te betalen. Dat kan dan worden ingezet voor de vele andere belangrijke beleidsdoelen van Amsterdam. Als een alternatief de kans krijgt is de infrastructuur tussen Almere -Amsterdam -Schiphol (SAAL) ook op veel kortere termijn te verbeteren dan met het Dokmodel. De mogelijke baten van deze snellere verbetering van bereikbaarheid zijn in MKBA Zuidas nog niet meegenomen.

10 6 INLEIDING 1 Inleiding 1.1 Doelstelling: een rendabele Zuidas De ontwikkeling van de Zuidas in Amsterdam is in zijn soort het grootste bouwproject van Nederland. Het gebied dat bekend staat als de Zuidas is een strook met een oppervlakte van ongeveer 225 hectare rond de A10 zuid in Amsterdam. Op dit gebied worden momenteel al in hoog tempo kantoren ontwikkeld rond het NS en metro station Amsterdam Zuid. Maar de ambities van de gemeente voor de Zuidas reiken verder. In het gebied moeten ook grote hoeveelheden woningen en in mindere mate recreatieve en culturele voorzieningen ontwikkeld worden (Gemeente Amsterdam, 2007a). Voor deze verdere ontwikkeling wordt door de gemeente uitgegaan van het zogenaamde Dokmodel. Dit voorkeursmodel behelst het onderbrengen van de hoofdinfrastructuur (A10, spoor, metro) in een tunnel onder het gebied, waarmee ruimte wordt gecreëerd voor extra vastgoedontwikkeling bovengronds. In eerdere fases van de ontwikkeling van de Zuidas zijn ook andere alternatieven bestudeerd zoals het Dijkmodel (Gemeente Amsterdam, 2004). Het CPB heeft in 2003 een eerste kengetallen kostenbaten analyse naar de diverse alternatieven voor de Zuidas gemaakt. Uitkomst van dat onderzoek was dat zowel het Dijk- als het Dokmodel een negatieve NCW had. De resultaten bedroegen respectievelijk ongeveer 500 miljoen en 1 miljard negatief (Besseling, e.a., 2003). Recenter, in 2006 is een nieuwe kosten-batenanalyse gemaakt waarbij alleen het Dokmodel als projectalternatief is meegenomen. Conclusie is dat de extra investeringen van 1,5 miljard voor ondertunneling een negatief saldo van 80 miljoen opleveren. Dit komt bovenop de kosten van 1,1 miljard voor uitbreiding van de infrastructuur (Eijgenraam & Ossokina, 2006). 1.2 Relevantie nieuwe MKBA In de afgelopen jaren hebben er veel ontwikkelingen plaatsgevonden rond de Zuidas. Hoewel de ontwikkeling van kantoren op de flanken van de Zuidas in rede-

11 INLEIDING 7 lijk hoog tempo doorgaat, hebben de projectpartners moeite om private investeerders te vinden ter financiering van het Dok. In diverse recente publicaties hebben deskundigen de huidige ontwikkelingen rond de Zuidas bekritiseerd (Keers & De Wildt, 2008a; Oudenampsen & Uitermark, 2008b). Zij vrezen onder andere grote kostenoverschrijdingen en hoge financiële risico s voor de betrokken overheden. De Delftse hoogleraar Flyvbjerg wijst erop dat de bestuurders niet meer in staat lijken van hun koers te wijken hoewel de omstandigheden zijn gewijzigd (Oudenampsen & Uitermark, 2008a). Bovendien zouden er goedkopere alternatieven voor handen zijn. Omstandigheden die verdere ontwikkeling van de Zuidas mogelijk financieel nadelig kunnen beïnvloeden zijn onder andere recente fraudezaken, zich terugtrekkende ontwikkelaars, diverse bezwaarprocedures en het wegvallen van diverse grote financiële instellingen, waaronder ABN Amro, als partner in het project. In de laatste maanden heeft de kredietcrisis het op korte termijn vinden van private investeerder voor de Zuidas welhaast geheel onmogelijk gemaakt. Bovengenoemde ontwikkelingen maken het interessant om de alternatieven en bijbehorende kosten en baten van het Zuidas project opnieuw onder de loep te nemen. Als de huidige critici van het Zuidas project gelijk hebben, dienen bij de huidige omstandigheden ook andere alternatieven en effecten te worden meegenomen in een KBA. 1.3 Onderzoeksvragen Met deze achtergrond stelt dit onderzoek zich tot doel inzicht te verschaffen in de meest actuele kosten en baten van een nader te selecteren set alternatieven voor het Zuidas project in Amsterdam. De onderzoeksvraag is daarom als volgt geformuleerd: Is er een alternatief voor verdere ontwikkeling van de Zuidas dat maatschappelijk rendabel is? Om deze hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden zijn vier deelvragen opgesteld. 1 Welke reële alternatieven zijn er voor de verdere ontwikkeling van de Zuidas? 2 Wat zijn de directe kosten van deze alternatieven? 3 Wat zijn de directe en indirecte baten van deze alternatieven? 4 Wat zijn de externe effecten van deze alternatieven? In het bijzonder door de beantwoording van deelvraag 1, waarbij diverse alternatieven nader onderzocht zullen worden, kan deze KBA een meerwaarde vormen ten opzicht van bestaande onderzoeken zoals de eerste genoemde CPB studies, waarin sterk is gefocust op het Dokmodel.

12 8 INLEIDING 1.4 Opzet rapportage In hoofdstuk 2 start de rapportage met een historisch kader van de ontwikkeling van de Zuidas, waarbij gekeken wordt naar ontwikkeling van de alternatieven en de Zuidas NV. Hoofdstuk 3 bevat de conceptualisatie waarbij het nulalternatief en de projectalternatieven worden geformuleerd. Hoofdstuk 4 gaat in op de omgeving van het project en de invloeden hiervan op de kosten en baten. In hoofdstuk 5 is de specificatie van de alternatieven beschreven waarbij de effecten worden gedefinieerd en gekwantificeerd. Gebaseerd op deze specificatie bevat hoofdstuk 6 de resultaten voor de projectalternatieven. In hoofdstuk 7 worden de opzet en resultaten van deze rapportage bediscussieerd. Hoofdstuk 8 sluit af met de beantwoording van de onderzoeksvragen. 1.5 De MKBA Methode Ter beantwoording van deze deelvragen zal gebruik worden gemaakt van een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Deze analyse is geschikt om een heldere ve rgelijking te maken tussen afzonderlijke kosten en baten van een project. Deze posten kunnen onderscheiden worden naar diverse fasen in het proces, naar diverse varianten en toegerekend worden aan betrokken partijen. De KBA wordt uitgevoerd volgens de OEI leidraad (Eigenraam, e.a., 2000). Een maatschappelijke kosten-batenanalyse heeft als voordeel dat ook indirecte baten gekapitaliseerd kunnen worden en zodoende meegewogen in de eindscore. Dit is belangrijk omdat het in dit project er niet om gaat om wat het beste is voor de Zuidas, maar welke Zuidas het beste is voor de stad en het land (Oudenampsen & Uitermark, 2008b). De ontwikkeling zonder de projectmaatregelen wordt het nulalternatief genoemd. Deze wordt doorgaans afgezet tegen enkele mogelijke projectalternatieven met diverse uitvoeringsmogelijkheden. Door naar de verschillen tussen de ontwikkelingen te kijken zijn de effecten van het project te identificeren. De kosten-batenanalyse gaat vervolgens deze effecten waarderen volgens daarbij passende mechanismen. Zodoende kunnen de effecten in monetaire termen worden berekend. Soms blijkt dit toch onvoldoende mogelijk. In dat geval kunnen de effecten soms nog wel kwalitatief worden beschouwd (Eigenraam e.a., 2000). In Nederland moet verplicht een KBA worden gemaakt voor nationaal belangrijke infrastructurele projecten. Hiervoor is de OEI-leidraad opgesteld. Gedeeltelijk is deze ook toepasbaar op deze KBA op ruimtelijk gebied, al gelden er andere karakteristieken voor bijvoorbeeld waardebepaling. Ook de geldende relevante markt, namelijk de kantorenmarkt, zorgt voor verschillen en complicaties in verhouding tot de meeste KBA s. Hier wordt later op teruggekomen. Voor waarderingsmethoden van ruimtelijke effecten kan gedeeltelijk geput worden uit de enkele beschikbare kosten-batenanalyses over ruimtelijke vraagstukken (Korteweg, 2006).

13 HISTORISCH KADER 9 2 Historisch kader Een KBA is in principe een instrument ter ondersteuning van de besluitvorming en wordt zodoende vaak voorafgaand aan een project of in een vroegtijdig projectstadium uitgevoerd. De ontwikkeling van de Zuidas kent echter al een lange geschiedenis. Een geschiedenis waarin ook diverse projectalternatieven de revue zijn gepasseerd. Het doel van dit historisch kader is om kort stil te staan bij de geschiedenis van de Zuidas. Dit is belangrijk om de positie van de nader te formuleren projectalternatieven te begrijpen. Tevens toont de beschrijving van de meer recente geschiedenis nog extra aan waarom de uitvoering van een KBA nog steeds interessant en relevant kan zijn. Voor de beschrijving van de projectgeschiedenis is voor een belangrijk deel geput uit de afstudeerscriptie De Glazen Stad van Merijn Oudenampsen (Oudenampsen, 2008, pp 49-64). 2.1 De oorsprong van het project De ambities en het planningsproces voor de Zuidas zijn, vooral in de beginfase, sterk beïnvloed door de niet gehaalde doelstellingen van het IJ-oevers project. In de jaren tachtig had de gemeente Amsterdam de ambitie om het centrum en meer specifiek de IJ-oevers te ontwikkelen als belangrijkste vestigingslocatie voor het bedrijfsleven. De voorspoedige ontwikkeling van de Zuidas, toen nog gedefinieerd als de as van Schiphol naar Amsterdam Zuidoost, die gelijktijdig en zonder ondersteunend beleid plaatsvond werd in die periode binnen de gemeente als een bedreiging voor het IJ-oevers project gezien. De welvarende ontwikkeling langs die as (de Zuidas, PdW) heeft echter ook een keerzijde: er vindt een dusdanige krachtige economische zuiging plaats dat dat ten koste dreigt te gaan van het traditionele economische centrum: de binnenstad, aldus de directeur van de Dienst Ruimteli jke Ontwikkeling (DRO 1989, p 2). Echter, nadat diverse private partners voor het IJoevers project afhaakten, werden de plannen niet uitgevoerd.

14 10 HISTORISCH KADER Figuur 2-3: Illustratie uit begin jaren negentig met positionering van de IJ-oevers ten opzichte van de Zuidas. (Bron: Meyer e.a, 2005) Kort na het echec van de IJ-oevers, en wel in 1994, besluit de gemeente de ontwikkelingen aan de Zuidas, die tot dan toe een incidenteel karakter hadden, niet la nger slechts in beperkte mate toe te staan maar juist actief te gaan faciliteren aan de hand van een masterplan, waarin het gebied wordt bestemd als een kantoorlocatie in het topsegment van de markt (Gemeente Amsterdam, 1994). De ontwikkeling van de Zuidas heeft dan al aanzienlijke vormen aangenomen. Vanaf 1985 behoren de huren er tot de hoogste in Nederland en kent het gebied de sterkst stijgende werkgelegenheid van Amsterdam (DRO 1995, Nagengast 1997), maar tot 1994 werd de hoeveelheid uitgegeven grond beperkt met het oog op de ontwikkeling van de IJ-oevers. Het nieuwe masterplan van de gemeente in 1994 behelst op dat moment niet veel meer dan het uitbouwen van de locatie om de gestegen vraag in het topsegment van de kantorenmarkt te kunnen bedienen. 2.2 Historie van de alternatieven Al in de beginfase van het project worden diverse alternatieven geformuleerd voor de ontwikkeling van de Zuidas en specifiek voor de mogelijkheden met de infrastructuurbundel. Aanvankelijk is er sprake van drie verschillende modellen: het Dijkmodel, het Dek- en/of Kunstwerkmodel, en het Dokmodel. Het dijkscenario gaat uit van het uitbreiden van de infrastructuur op een dijklichaam waarbij het plangebied in tweeën gedeeld blijft. Het Dokmodel gaat uit van het onderbrengen van de infrastructuur in een tunnel onder het gebied. Deze duurste optie heeft al

15 HISTORISCH KADER 11 vanaf het begin de voorkeur van het Amsterdamse stadsbestuur, mede vanwege de hoge stedelijke kwaliteit die gerealiseerd kan worden. 1 Het Dek- en/of Kunstwerkmodel is een soort tussenscenario waarbij een deel van de infrastructuur ondergronds wordt aangebracht maar de rails bovengronds blijft. Boven de infrastructuur wordt een lichtere dek constructie aangebracht waarop alleen lichte bebouwing mogelijk is. Voor dit derde alternatief bestaat weinig steun en het wordt al snel terzijde geschoven (Gemeente Amsterdam, 1997; Gemeente Amsterdam, 2001a). In deze beginfase wordt de Zuidas in de plannen nog vooral gezien als kantorengebied. Diverse partijen, zoals de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling pleiten voor meer woningen en multifunctionaliteit in het ruimtegebruik (Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling, 1997). Figuur 2-4: Impressie van de Zuidas bij uitvoering van het Dokmodel 2.3 Kanttekeningen bij de plannen Recent zijn er diverse kritische publicaties over de Zuidas verschenen, maar ook in eerder fases van het project zijn er kanttekeningen geplaatst bij de plannen. Van 1998 tot 2003 wordt de ontwikkeling van de Zuidas en het Dokmodel nog lang niet als een realistische optie gezien. Bij de rijksoverheid en zelfs in de vastgoedsector is men ronduit cynisch over de vooruitzichten. Het gemeentebestuur is de belangrijkste trekker van het project en probeert samen met lokale marktpartijen meer geld van de weerspannige Rijksoverheid binnen te krijgen (Oudenampsen, 2008). In 2003 voert het CPB in opdracht van het ministerie van Verkeer & Waterstaat een KKBA uit naar de projectalternatieven Dijk en Dok. Het CPB is in deze KKBA zeer kritisch over het project en de alternatieven Dijk en Dok scoren een saldo respectievelijk ongeveer 500 miljoen en 1 miljard negatief (Besseling, e.a., 2003). Het CPB stelt in een latere reactie over de Zuidas nog eens: ''Slechte plannen kunnen beter niet ten uitvoer worden gebracht, die schaden de maatschappelijke welvaart (Stil, 2004). voetnoot 1 In paragraaf 3.3 staat meer informatie over de motivatie van de Gemeente Amsterdam voor het Dokmodel.

16 12 HISTORISCH KADER In een eerder stadium hebben ook marktpartijen al hun bedenkingen geplaatst bij de uitvoering van het Dokmodel. De markt heeft haar twijfels over het ambitieniveau van 1,2 miljoen m² kantoorruimte. Het is juist de schaarste in het gebied die de hoge huurprijzen mogelijk maakt. Die schaarste dreigt met de plannen van de gemeente te verdwijnen, waardoor de huurprijzen niet gerealiseerd kunnen worden (Vastgoedmarkt, 2000). Figuur 2-5: Schets van de Zuidas met Dokmodel (Gemeente Amsterdam, 2004) 2.4 Oprichting NV Zuidas Ondanks deze kritiek in een vroegtijdig stadium wordt door de gemeente Amsterdam en enkele partners ingezet op het Dokmodel. Er zijn een aantal argumenten die worden aangedragen voor het Dokmodel. Het Dokmodel maakt de realisatie van de stedelijke ambities van de gemeente mogelijk doordat de barrière die de infrastructuur nu opwerpt wordt verwijderd. Daarnaast sluit het Dok door de mogelijkheid van het afvangen van uitlaatgassen aan bij de ambities op het gebied van duurzaamheid. Hierdoor wordt ook woningbouw op de Zuidas in een grotere mate mogelijk, wat aansluit bij de ambities voor meervoudig ruimtegebruik. Diverse onderzoekers betogen ook dat de keuze voor een gemengde ontwikkelingsstrategie voor de gemeenten ook een legitimatie van het Dokmodel is (Salet & Majoor, 2005) Een winstgevende business case? In 2004 wordt Elco Brinkman aangesteld als informateur van de NV Zuidas in oprichting. Hij gaat op zoek naar private partners voor het project. Tevens dient een oplossing gevonden te worden voor een financieel gat van 700 miljoen in de plannen. De belangrijkste wijzigingen die hiervoor in de business case worden aangebracht zijn versoberingen van de plannen en grotere publieke investeringen. Een belangrijke extra financieringsbron zijn de opbrengsten van de gemeentelijke grondexploitaties op de flanken van de Zuidas. Daarnaast zal de gemeente Amsterdam de rechten op toekomstige erfpachtinkomsten verkopen. In de business case die in september 2006 wordt opgesteld bedragen de kosten van de infrastructuur en het dok ruim 2 miljard en de grondopbrengsten van het dok bijna 840 miljoen. De rest van de kosten wordt in deze business case gedekt door de opbrengsten uit de flanken en investeringen van diverse ministeries, de provin-

17 HISTORISCH KADER 13 cie, ROA en de gemeente Amsterdam.2 Ten behoeve van de concept prospectus wordt in november 2007 een nieuwe business case opgesteld. De totale kosten zijn hierbij opgelopen tot ruim 4 miljard, inclusief de grondproductiekosten van de flanken zelfs 5 miljard. Hier staat 2,5 miljard aan grondopbrengsten op het dok en 2,2 miljard aan grondopbrengsten op de flanken tegenover. Daarnaast zijn er overheidsbijdragen van bijna 1 miljard.3 Hoewel de totale business case door overheidsbijdragen en het positieve resultaat van de flanken een positief saldo heeft, kent de exploitatie van het dok zelf een tekort van ongeveer 1,5 miljard. Tabel 5: Financiën business case Dokmodel ( bron: concept prospectus Zuidas) Kosten en opbrengsten Miljoenen Euro Kosten infrastructuur 3839 Kosten grondproductie 1348 Kosten totaal 5187 Grondopbrengsten 4761 Subtotaal Overheidsbijdragen 975 Totaal 549 De bovenstaande tabel toont de hoge overheidsbijdragen die de business case sluitend maken. Belangrijk om te vermelden is dat ondanks de op het oog aantrekkelijke winst van bijna 0,5 miljard private investeerders niet enthousiast zijn over de prospectus. In mei 2008 geeft de zakenbank Credit Suisse voor potentiële investeerders een negatief financieel advies over de Zuidas. De investeringsvoorwaarden in de prospectus worden voor banken als te risicovol gezien. De aanleg van infrastructuur kenmerkt zich door risico s waar de ontwikkelaars geen expertise in hebben, zo wordt gesteld Bijdrage SAAL infrastructuur voetnoot Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft de intentie een financiële bijdrage te leveren aan het Zuidas project. Deze bijdrage is gebaseerd op de ook in het Dijk alternatief noodzakelijk investeringen in de infrastructuur ter verbetering van de bereikbaarheid in de SAAL (Schiphol-Amsterdam-Almere) corridor. De omvang van de bijdrage is nog niet definitief maar bedraagt ongeveer 500 miljoen. Verbetering van met name de spoorinfrastructuur in deze corridor wordt door het ministerie als urgent beschouwd en dient in principe uiterlijk in 2013 plaats te vinden. Verder uitstel van het Zuidas project, om het Dokmodel met de door Amsterdam gewenste hoge stedelijke kwaliteit te realiseren, wordt dan ook niet wenselijk geacht. Als realisatie van het dok niet op korte termijn mogelijk blijkt, geeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de voorkeur aan het verbeteren van de infrastructuur op de huidige Dijk (Zalm en Dekker, 2005). Als het Dokmodel daarna wordt aangelegd vervalt de overheidsbijdrage voor de spooruitbreiding en lopen de kosten voor de business case hoger op. 2 Het financieel overzicht van het Dokmodel uit 2006 is opgenomen in Bijlage 1. 3 Het financieel overzicht van de business case uit november 2007 is opgenomen in Bijlage 1. Dit zijn de meest recente openbare financiële gegevens van het Zuidas project.

18 14 HISTORISCH KADER 2.5 Recente ontwikkelingen Het opstellen van de prospectus en de daarop geplande verkoop van aandelen in de NV Zuidas loopt in 2007 en 2008 verder vertraging op. Deze vertraging wordt mede veroorzaakt door enkele tegenvallers. Belangrijke projectpartner ABN Amro valt al in 2007 weg als het door een internationaal consortium wordt overgenomen. Ondanks deze tegenvaller en andere negatieve signalen uit de markt is de projectdirecteur Jan Stoutenbeek begin 2008 nog zeer optimistisch over de toekomst van de Zuidas. Zo stelt hij in een interview over de Zuidas: Wij worden maatgevend op wereldschaal, en in hetzelfde interview benadrukt Stoutenbeek dat: hoe het ook loopt, de ambities van het project niet worden bijgesteld (Reijngoed, 2008). Later in 2008 komt diverse fraudezaken met projectontwikkelaars aan het licht, waarvan sommige ook betrokken waren bij het Zuidas project. Dit levert extra vertraging op. Tot slot leidt ook de internationale kredietcrisis tot het wegvallen van diverse mogelijke projectpartners zoals de Schotse bank HBOS (Soetenhorst, 2008) en beperktere financiële mogelijkheden voor nog wel overeind staande partners zoals ING. Echter, zoals eerder projectdirecteur Stoutenbeek al stelde, laat ook de gemeente Amsterdam weten nog onverminderd vast te houden aan haar ambitie voor het Dokmodel. Indien ontwikkeling van het dok nu financieel niet mogelijk blijkt, geeft de gemeente in de persoon van verantwoordelijk wethouder Maarten van Poelgeest de voorkeur aan het tijdelijk uitstellen van het Dokmodel boven het ontwikkelen van andere alternatieven. Namens de Zuidas Onderneming biedt ook Elco Brinkman tegenwicht aan de kritiek op de ontwikkeling van de Zuidas. Zo schrijft hij eind september in de media over het vermeende vertrek van de projectontwikkelaars op de Zuidas: Het tegendeel is het geval, ze staan in de rij voor nieuwe projecten (Brinkman, 2008). Begin november 2008 sluit de gemeente Amsterdam een nieuwe deal met de Vrije Universiteit over ontwikkeling van het VU kwartier op de Zuidas (Reijn, 2008). De afspraken omvatten een grondruil waardoor sportvelden die nu aan de rand van de Zuidas liggen op termijn van plaats zullen wisselen met de VU Campus.4 In december 2009 wordt door het Rijk dhr. Oosterwijk, voorzitter van het CvB van de Erasmus Universiteit, aangesteld als rijksvertegenwoordiger voor het Zuidas project (Cramer, 2009). Hij zal in samenwerking met de gemeente Amsterdam in de eerste helft van 2009 een poging doen om de door de kredietcrisis versterkte impasse rond de Zuidas te doorbreken en een nieuwe rendabele businesscase te presenteren. Geconcludeerd kan worden dat de Zuidas zich in roerig vaarwater bevindt, waarbij de tegenslagen het goede nieuws lijken te overheersen. In het vervolg van dit rapport zal gezocht worden naar alternatieven om binnen deze context de Zuidas op maatschappelijk rendabele wijze verder te ontwikkelen. voetnoot 4 Gezien de recente besluitvorming en het ontbreken van details in de planvorming, zijn eventuele effecten van het VU kwartier nog niet meegenomen in deze KBA.

19 CONCEPTUALISATIE 15 3 Conceptualisatie In dit hoofdstuk vindt de conceptualisatie voor de KBA plaats, waarbij de alternatieven worden geformuleerd. In paragraaf 3.1 wordt eerst ingegaan op het nulalternatief. Paragraaf 3.2 beschrijft enkele cruciale keuzes die gemaakt moeten worden bij het formuleren en kiezen van de projectalternatieven. De projectalternatieven zijn zelf beschreven in paragraaf 3.3. Tot slot worden de kwantitatieve kenmerken van de projectalternatieven in paragraaf 3.4 naast elkaar gezet. 3.1 Nulalternatief De vergelijking van de maatschappelijke kosten en baten van verdere ontwikkeling van de Zuidas moeten vergeleken worden met de situatie zonder extra investeringen in vergroting van de ontwikkelingscapaciteit of verbetering van de stedelijke kwaliteit. Dit betekent niet dat een vergelijking wordt gemaakt met de huidige situatie. Het nulalternatief volgt de autonome ontwikkeling waarmee de meest waarschijnlijke toekomstige situatie zonder het project wordt geschetst. Hierbij wordt rekening gehouden met de waarschijnlijke ontwikkelingen op economisch en ruimtelijk gebied. Dit houdt in dat ook in het nulalternatief geïnvesteerd wordt in uitbreiding van de infrastructuur, mede ter verbetering van de bereikbaarheid in de corridor Schiphol Amsterdam Almere (SAAL). De ontwikkeling van de Amsterdamse Zuidas is een proces wat al ongeveer 10 jaar wordt uitgevoerd. Deze ontwikkeling bestaat vooral uit nieuwbouw van kantoren maar er zijn ook kleinschalige investeringen gedaan in de verbetering van het NS station Amsterdam Zuid. De grootste investeringen die voorzien zijn, namelijk in de uitbreiding en ondertunnelen van de infrastructuur, hebben echter nog niet plaatsgevonden. Ontwikkeling van de Zuidas als kantorengebied is op zichzelf dus geen proces dat is voorbehouden aan de projectalternatieven. Ook het nulalternatief, dat gebaseerd is op de ontwikkeling in de afgelopen 10 jaar, kent kantorenontwikkeling. De ontwikkeling waarmee in het nulalternatief gerekend wordt omvat een autonome ont-

20 16 CONCEPTUALISATIE wikkeling. Voor de uitbreiding van de infrastructuur wordt een relatief goedkoop alternatief uitgevoerd. Dit betekent dat één extra rijbaan per richting wordt aangelegd5 zodat in beide richtingen op de Zuidas 4 rijstroken beschikbaar zijn. 6 Deze maatregel wordt gezien de groei in het vastgoedprogramma als urgent gezien. Daarnaast worden geluidsschermen geplaatst en kleine uitbreidingen gedaan aan het NS-station Amsterdam Zuid. De totale investeringen zijn verhoudingsgewijs laag. Ontwikkeling van vastgoed voor kantoren en eventuele andere functies in het gebied vindt plaats zonder coördinatie door het projectbureau Zuidas. Specifieke samenwerking tussen overheden en marktpartijen ontbreekt. De verdere ontwikkeling wordt niet gefaciliteerd door een verbeterde infrastructuur. Ook komt geen groter areaal aan beschikbare bouwgrond beschikbaar waardoor de ontwikkeling van vastgoed op langere termijn tegen de grenzen van de beschikbare ruimte aanloopt. Het tempo en de schaal van de ontwikkelingen in dit nulalternatief komen niet overeen met de ambities van de Gemeente Amsterdam. 3.2 Keuzes ter bepaling van alternatieven Naast het doorrekenen van het bestaande voorkeursalternatief (Dokmodel) wordt in deze KBA ook een set andere alternatieven meegenomen. Om deze set van projectalternatieven systematisch te formuleren zijn vier cruciale issues gedefinieerd, namelijk de gebiedsafbakening, sturing op vraag of aanbod, de vorm van ruimtegebruik en duurzaamheid. Voor alle vier deze issues kan een keuze worden gemaakt tussen twee of meer opties. Door een combinatie van opties op deze issues samen te stellen, worden een set projectalternatieven geformuleerd. Het Dokmodel is als huidige voorkeursmodel in ieder geval een van de projectalternatieven. Ook het Dokmodel wordt echter ingedeeld op de vier issues. Gebiedsafbakening Het eerste issue is de gebiedsafbakening van de Zuidas. In de huidige plannen wordt uitgegaan van een ontwikkeling van de Zuidas op een gebied van ongeveer 1,5 kilometer lengte tussen de Schinkel aan de westzijde en de groene zone rond de Amstel (de zogenaamde Amstel scheg ) aan de oostzijde. Er kan echter ook gekozen worden voor een meer gespreide Zuidas ontwikkeling, waarbij de As aan de westkant via knooppunt Badhoevedorp langs de A10 en A4 kan worden doorgetrokken tot Schiphol. Aan de oostkant is een zelfde scenario denkbaar waarbij ontwikkeling langs de A10 kan plaatsvinden richting Almere, zij het dat hierbij meer bebouwing in bestaand stedelijk gebied zal moeten plaatsvinden. Deze gespreide voetnoot 6 In verband met verkeersveiligheid en groeiende verkeersstromen wordt een complete extra baan per richting een reëlere oplossing geacht voor het nulalternatief dan het omzetten van de vluchtstrook in een extra rijbaan zoals toegepast in het nulalternatief van de KBA van het CPB.

21 CONCEPTUALISATIE 17 ontwikkeling over een groter gebied is recent ook aangedragen als optie door Geurt Keers & Rob de Wildt (Keers & de Wildt, 2008b). Tevens sluit het aan bij de oorspronkelijke definitie van de Zuidas, zoals de begin jaren negentig gebruikelijk was. In de te bepalen projectalternatieven zal op dit punt gevarieerd worden. Vraag of aanbod sturing Een tweede issue is of de investeringen in de Zuidas vraag gestuurd of aanbod gestuurd zijn. Tot op heden is de Zuidas vooral op eigen kracht ontwikkeld en zijn er door de overheid slechts beperkte investeringen gedaan om aan te sluiten op bestaande vraag. De investeringen zijn dus vraag gestuurd. Vraaggestuurde ontwikkeling vraagt om een meer geleidelijke ontwikkeling, zoals nu succesvol is bij de IJ-oevers. Planoloog Jos Gadet van de dienst Ruimtelijke Ordening bij de Gemeente Amsterdam is een van de betrokken die stelt dat deze geleidelijke vraag gestuurde aanpak ook voor de Zuidas te prefereren is (Oudenampsen en Van Loon, 2008). De ontwikkeling van het Dokmodel is gebaseerd op een ander uitgangspunt. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat veel aanbod van kantoren in het topsegment op een toplocatie nieuwe vraag genereert. Een vraag die momenteel nog niet aanwezig is. Deze nieuwe vraag moet opgeroepen worden door de Zuidas als nieuw product in de markt te zetten en mee te dingen in de lijst van internationale toplocaties. Hoewel de Zuidas als product al 15 jaar oud is, dient door middel van het Dokmodel zodanig stedelijke kwaliteit, bereikbaarheid en vastgoed capaciteit te worden toegevoegd, dat het een nieuwe positie in de markt kan verwerven. Dit vraagt echter wel grote(re) investeringen. Deze investeringen zijn aanbod gestuurd. Ruimtegebruik Een derde issue is de keuze voor de invulling van het ruimtegebruik. Momenteel is het ruimtegebruik op de Zuidas nog sterk monofunctioneel en gericht op kantoren. De ambities en het Dokmodel gaan echter uit van multifunctioneel ruimtegebruik waarbij ook woningen en andere voorzieningen in het gebied gerealiseerd dienen te worden. Ook in deze strategie kan een keuze worden gemaakt. Enerzijds kan de huidige stedelijke ambitie geradicaliseerd worden waarbij nog sterker wordt ingezet op functiemenging en waarbij ook plaats wordt gemaakt voor de creatieve economie. Deze optie wordt voorgestaan door de planoloog Stan Majoor (Majoor, 2008). Anderzijds kan ook voor een veel bescheidener scenario worden gekozen waarbij de ambities voor multifunctioneel ruimtegebruik tot een kleinere schaal beperkt worden. Duurzaamheid / externe effecten Tot slot is duurzaamheid een belangrijk issue bij het formuleren van de alternatieven. Duurzaamheid hangt sterk samen met de externe effecten de alternatieven. Hierbij moet gedacht worden aan de mobiliteit, de luchtkwaliteit, de geluidoverlast en ook externe veiligheid. Ten aanzien van mobiliteit hebben de projectalternatieven invloed op de OVbereikbaarheid en de modal split, dit is de verhouding van vervoer tussen de ver-

22 18 CONCEPTUALISATIE schillende vervoerwijzen zoals auto, openbaar vervoer en fiets. Ontwikkeling van vastgoed op en nabij een station kan een positieve werking hebben op het aandeel openbaar vervoer in de modal split, en daarmee de duurzaamheid van het project verbeteren. Gespreide ontwikkeling over een langere strook langs de snelweg, zonder nabijgelegen station, kan een groter aandeel autovervoer tot gevolg hebben In verband met bestaande regelgeving is woningbouw in de directe nabijheid van snelwegen bijna niet mogelijk als gevolg van de slechte luchtkwaliteit. De ambities op het gebied van luchtkwaliteit en de realisatie hiervan, hebben dus directe implicaties voor het ruimtegebruik in de projectalternatieven. Inzetten op grootschalige functiemenging is alleen mogelijk in het geval van voldoende luchtkwaliteit. Dit betekent dat de uitstoot van schadelijke stoffen door de vervoersstromen afgevangen moet worden. Dit kan op verschillende manieren, onder andere door een tunnel zoals in het Dokmodel. Maar ook andere opties kunnen overwogen worden, zoals een lichte koepelconstructie of een overkluizing over een deel van de A De Projectalternatieven Zoals aangegeven worden op basis van bovenstaande issues drie projectalternatieven geformuleerd. Het Dokmodel, het huidige voorkeursmodel van de gemeente Amsterdam Een Dijk-plus-model, een nieuwe, uitgebreide variant van het Dijkmodel. Een Lange-as-model waarbij de ontwikkeling verspreid langs de as van Schiphol naar Amsterdam Zuid zal plaatsvinden Eerst worden belangrijke keuzes, die gemaakt zijn bij het formuleren van deze alternatieven, gemotiveerd. Daarna worden de alternatieven ingedeeld op de hiervoor beschreven issues. Motivatie alternatieven Voor de variatie in de gebiedsafbakening wordt gekozen voor een projectalternatief met ontwikkeling tussen de huidige Zuidas en Schiphol. Ontwikkeling tussen Amsterdam Zuid en Almere wordt niet in de alternatieven meegenomen. Dit wordt als minder aantrekkelijk gezien door de mindere bereikbaarheid ten opzichte van Schiphol en de beperktere mogelijkheden voor geconcentreerde ontwikkeling. Ontwikkeling van kantorenlocaties in de corridor Amsterdam Zuid Almere zal meer diffuus van aard zijn, binnen bebouwde omgeving en valt buiten de scope van deze KBA. Voorwaarde voor een alternatief met een krappe gebiedsafbakening is een aanzienlijke ontwikkelingscapaciteit. De beperkte capaciteit is een van de belangrijkste argumenten tegen het Dijkmodel. Daarom is een alternatief gezocht voor het Dokmodel waarbij wel een aanzienlijke ontwikkelingcapaciteit aanwezig is. In het Dijk-plus-model worden daarom overkluizingen over de infrastructuur gebouwd.

23 CONCEPTUALISATIE 19 Daarnaast kan een glazen overkapping over de infrastructuur bijdragen aan de duurzaamheid van het projectalternatief. In Tabel 6 zijn de drie projectalternatieven ingedeeld naar de in paragraaf 3.2 beschreven issues. In de volgende paragrafen worden de alternatieven uitgebreider beschreven. Tabel 6: Indeling projectalternatieven Projectalternatief Nul alt. Dokmodel Dijk plus Lange As Gebiedsafbakening +/- - +/- + Vraag of aanbod Vraag Aanbod Vraag Vraag Multifunctioneel /- Duurzaamheid - + +/ Dokmodel Voor het projectalternatief Dokmodel wordt uitgegaan van nagenoeg dezel fde omschrijving als in de CPB rapporten uit 2003 en uit Uitgangspunt is dat over een lengte van ongeveer 1200 meter rond het station Zuid de bundel van infrastructuur ondergronds wordt aangebracht in een dok. De A10 wordt gesplitst in 3 hoofdrijbanen en 2 parallel banen per richting. Ook het spoor en metro worden uitgebreid, onder andere vooruitlopend om de toekomstige komst van de HSL naar de Zuidas. Voordeel van het Dokmodel is dat bovenop het dok veel ruimte ontstaat voor de ontwikkeling van vastgoed en een multifunctioneel centrum voor de Zuidas kan ontstaan op en rond het nieuwe station. De totale extra ontwikkelingscapaciteit als gevolg van de aanleg van het dok is 1,35 miljoen m2 bvo. Figuur 3-1: Dwarsprofiel infrastructuur Dokmodel

24 20 CONCEPTUALISATIE De gemeente Amsterdam draagt nog diverse andere argumenten uit die pleiten voor het Dokmodel. Ten eerste sluit het project aan bij het idee van de compacte stad door het bouwen in hoge dichtheden. Ten tweede is het bouwen op en rond het station goed voor de modal split. Momenteel komen al relatief veel mensen met het openbaar vervoer naar de Zuidas en de verwachting is dat dit aandeel verder zal stijgen. De intentie is om de schadelijke uitstoot van het verkeer af te vangen zodat er sprake is van minder schadelijke emissies. 7 De extra ruimte op het dok in combinatie met het ontbreken van schadelijke uitstoot en geluidsoverlast schept goede voorwaarden voor het realiseren van een aanzienlijk aandeel woningen en voorzieningen op de Zuidas. Daarnaast moet op het dok ruimte komen voor de aanleg van een busstation. Het Dokmodel is complexer dan andere projectalternatieven doordat een zeer grote infrastructurele ingreep in het gebied moet worden gedaan. Deze werkzaamheden vragen hoge investeringen gecombineerd met financiële risico s vooraf en kunnen veel overlast veroorzaken in het gebied. Daarnaast heeft het alternatief hogere afzetrisico s door het gelijktijdig realiseren van een groot aanbod aan ontwikkelingscapaciteit op het dok. Tot slot levert de ondergrondse infrastructuur beperkingen op voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Figuur 3-2: Kaart van het Masterplan voor de Zuidas met het Dokmodel (De Architecten Cie, 2008) voetnoot 7 Deze techniek is echter nog niet op grote schaal toegepast

25 CONCEPTUALISATIE Dijk-plus-model Het Dijk-plus-model vormt een ambitieuzere en vooruitstrevende invulling van het bestaande Dijkmodel. Het bestaande Dijkmodel kende enkele nadelen ten opzichte van het Dokmodel. Dit zijn met name minder ontwikkelruimte voor vastgoed, minder stedenbouwkundige kwaliteit en meer emissies van schadelijke stoffen. Het Dijk-plus-model komt (gedeeltelijk) aan deze minpunten tegemoet. Infrastructuur De ontwikkeling van de infrastructuur zal grotendeels plaatsvinden zoals in het Dijkmodel van de CPB KBA uit Dit betekent een uitbreiding van de weg- en railinfrastructuur op de bestaande dijk. Een wijziging die ten opzichte van het oorspronkelijke Dijkmodel zal worden aangebracht is de aanleg van keersporen. Er werd in het Dijkmodel uitgegaan van de aanleg van vier keersporen waarop treinen gestald kunnen worden. Deze keersporen nemen veel ruimte in op de Dijk en beperken daarmee de ruimte voor uitbreiding van de overige infrastructuur. Daarom wordt in het Dijk-plus-model uitgegaan van een verplaatsing van de keersporen naar bestaande rangeerterreinen. Hierbij valt te denken aan de locaties Watergraafsmeer of Hoofddorp. Figuur 3-3: Dwarsprofiel infrastructuur Dijk Stedenbouwkundige kwaliteit Ter verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit worden in het Dijk-plusmodel enkele extra investeringen gedaan. In hoofdzaak wordt gedacht aan de aanleg van enkele zogenaamde overkluizingen van de infrastructuur op de doorgaande noord-zuid routes op de Zuidas. Bij een overkluizing wordt gedacht aan een constructie zoals over de A10 West is gerealiseerd bij het Bos & Lommerplein. Deze moderne brug constructies kunnen bijdragen aan het vergroten van de uitstraling en verbeteren van het imago van het Dijkmodel. Tevens levert de aanleg van deze moderne Ponte Vecchio s specifieke zichtlocaties op. Ook biedt het mogelijkheden om de twee delen van het gebied met elkaar te koppelen als er ook openbare ruimte op deze overkluizingen wordt gerealiseerd. Dit kan in de vorm van een weg, maar ook in de vorm van een fiets- en voetgangersbrug. In het geval van Bos & Lommer was koppelen van de twee delen van de buurt ook een specifiek doel van

26 22 CONCEPTUALISATIE de overkluizing (Ministerie v. VROM, 2008). Concreet zouden dergelijke overkluizingen ontwikkeld kunnen worden voor de noord-zuid verbindingen Amstelveenseweg, Parnassusweg-Buitenveldertselaan en Beethovenstraat-Van Leijenberghlaan. Naast de aanleg van deze overkluizingen kan de stedenbouwkundige kwaliteit worden bevorderd door de onderdoorgangen van de A10 een betere uitstraling te geven, bijvoorbeeld door ontwikkeling van functies in de viaducten. Figuur 3-4: Voorbeelden van overkluizing op de A10 bij Bos en Lommer en A12 bij Den Haag Ontwikkelingscapaciteit Ter vergroting van de ontwikkelingscapaciteit worden enkele maatregelen genomen in het Dijk-plus-model. In de huidige plannen voor de Zuidas zijn diverse sportvelden op de flanken ingepland. Deze sportvelden zijn door middel van relatief lichte constructies boven de A10 te realiseren. Hierdoor ontstaat extra ontwikkelingscapaciteit op de flanken van de Zuidas. Een concreet voorbeeld zijn de voetbalvelden van AFC die boven de A10 gekoppeld aan het Beatrixpark geplaatst worden. Hiermee ontstaat extra ruimte op de flanken tussen de deelplannen Ravel en Vivaldi. Daarnaast is op de flanken van de Zuidas in enige mate nog extra capaciteit te realiseren door hogere bouwhoogtes te ontwikkelen. De maximale bouwhoogte van ruim 100 meter wordt niet overal op de Zuidas daadwerkelijk gerealiseerd en bovendien zijn er mogelijkheden om op een aantal locaties hoger te bouwen. Uiteraard leveren ook de eerder besproken overkluizingen extra ontwikkelcapaciteit op. In navolging hiervan wordt in het Dijk-plus-model aan de oostkant van de Zuidas nog een kantoorgebouw over de A10 gerealiseerd als een poort naar de

27 CONCEPTUALISATIE 23 Zuidas. Tot slot kan ook binnen het Dijkmodel het station Zuid aanzienlijk worden opgeknapt. De realisatie van een nieuw station kan samengaan met de realisatie van vastgoed boven en naast de sporen. Daarnaast wordt gezien de grote onzekerheid over de marktvraag in met name het topsegment uitgegaan van een meer geleidelijke ontwikkeling. Er wordt in het Dijk plus model expliciet vanuit gegaan dat indien de ontwikkelingscapaciteit op de Zuidas volledig benut is, de ontwikkeling voortgezet kan worden langs de A10 richting Schiphol, bijvoorbeeld in de Haagse weg zone. In dat geval worden de projectalternatieven Dijk plus en Lange as gecombineerd. Tabel 7: Extra ontwikkelingscapaciteit Dijk-plus-model t.o.v. huidige capaciteit Locatie Overkluizing A10 t.h.v. Parnassusweg Overkluizing A10 t.h.v. Beethovenstraat Overkluizing A10 t.h.v. Amstelveenseweg Zuidas poort t.h.v. Europaboulevard AFC terrein na aanleg velden boven A10 (flanken) Vastgoed op nieuw station Zuid Optimalisatie flanken Totaal Capaciteit Bvo Ca m2 Ca m2 Ca m2 Ca m2 Ca m2 Ca m2 Ca m2 Ca m2 Figuur 3-5: Uitwerking van het Dijk-plus -model met overkluizingen en sportvelden boven A10 Emissies Een minpunt dat genoemd werd ten aanzien van het Dijkmodel is de hoeveelheid emissies aan schadelijke stoffen en de geluidsoverlast, met name door autoverkeer op de snelweg. Deze emissies en geluidsoverlast kunnen gedeeltelijk verhinderen dat er woningbouw rond de A10 kan worden gerealiseerd.

28 24 CONCEPTUALISATIE Als oplossing voor deze problematiek wordt binnen het Dijk-plus-model een optie opgenomen waarbij de A10 op de Zuidas door middel van een glazen overkapping wordt afgesloten, zodat ook de schadelijke emissies (NOx, CO2, fijnstof) kunnen worden afgevangen. Een voorbeeldproject dat mogelijk binnenkort wordt ontwikkeld is de Duurzame A12 bij Arnhem. De kosten voor de aanleg van een dergelijke overkapping bedragen afhankelijk van het type tussen de 6 en 50 miljoen per kilometer snelweg. Tevens biedt dit mogelijkheden voor het afzuigen en vervolgens zuiveren van de lucht op fijnstof en andere schadelijke stoffen (Vakar, 2008) Lange-as-model Het alternatief Lange-as-model gaat uit van een gespreide ontwikkeling langs de A10 en A4 richting Schiphol, in het gebied dat oorspronkelijk ook als Zuidas gedefinieerd werd. Op de diverse locaties langs deze as is veel ontwikkelingscapaciteit op zichtlocaties aanwezig. Uitgangspunt van dit alternatief is een meer gespreide ontwikkeling die beter aansluit op de actuele marktvraag naar kantoren. Tevens wordt de nadruk gelegd op de snelle en goede connectie met Schiphol. Doordat in dit alternatief op de huidige Zuidas relatief minder vastgoed ontwikkeld wordt, behoeven ook geen specifieke extra investeringen in de lokale infrastructuur gedaan te worden. Dit alternatief heeft geen ambities om de Zuidas als nieuwe stedelijk centrum te ontwikkelen boven de reeds ontstane functies en daardoor kunnen veel investeringen achterwege blijven. Wel moet de bereikbaarheid van de nieuwe ontwikkelingslocaties gegarandeerd worden. Wat betreft het openbaar vervoer kan op de korte termijn nog volstaan worden met een snelle busdienst maar is het doortrekken van de Noord/Zuidlijn richting Schiphol op langere termijn van groot belang voor de ontsluiting. Deze metrolijn kan grotendeels bovengronds worden aangelegd en tevens de nieuw te ontwikkelen terminal op Schiphol Noordwest aandoen. Dit metrotracé is uitgewerkt in de OV visie en de metronetstudie (Gemeente Amsterdam, 2007c; Gemeente Amsterdam, 2007d ) van de gemeente Amsterdam. Ook zijn diverse studies naar de mogelijkheden voor deze metrolijn uitgevoerd in het kader van de openbaar vervoersverbinding Corridor Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (o.a. Stadsregio Amsterdam, 2006). Deze metrolijn kan een bijdrage leveren aan een modal split voor dit projectalternatief met een hoog aandeel openbaar vervoer. Figuur 3-6: Actuele plannen voor ontwikkeling op de Lange as bij de Riekerpolder

29 CONCEPTUALISATIE 25 Gezien deze plannen wordt er voor de bepaling van de kosten en baten van dit projectalternatief vanuit gegaan dat deze metrolijn onafhankelijk van dit project wordt ontwikkeld. Vanuit de exploitatie van het project wordt een nader te bepalen financiële bijdrage geleverd aan de aanleg van deze metrolijn. Deze bijdrage wordt als kostenpost aan het projectalternatief toegerekend. Naast de openbaar vervoer verbindingen dient ook de weginfrastructuur op de toekomstige ontwikkelingen aangepast te worden. De capaciteit van de A10 wordt vergroot van 3 naar 5 rijbanen per rijrichting. De uitbreiding van de infrastructuur komt in paragraaf 3.4 nader aan de orde. In bijgaande tabel en kaart staan mogelijke ontwikkelingslocaties langs de A4 en de A10 tussen Schiphol en de Amsterdam Zuid vermeld. Enkele gebieden zijn momenteel al in ontwikkeling of er zijn reeds concrete plannen voor de ontwikkeling. Deze ontwikkeling zal dus plaatsvinden ongeacht het gekozen alternatief op de Zuidas en kan niet worden meegerekend in dit alternatief. Tabel 8: Huidige ontwikkelingscapaciteit op as Zuidas Schiphol in m2 bvo. Locatie Naam Bestemming nu Oppervlakte Reeds gepland Extra capaciteit A RID park Kantoor/groen m2 - B Sportpark Riekerhaven Sport m2 - C Riekerpol der Kantorenpark 12 ha m2 - D Riekerweg Groen /Volkstuinen 3,75 ha m2 E Haagse weg zone oost Restgroen 4 hectare m2 F Haagse weg zone west Restgroen 9 hectare m2 G Schuilhoeve B dorp Kantorenpark m2 - H Badhoevedorp Zuid Agrarische functie m2 I Schiphol Noord Geen 3 hectare m2 J Schiphol Elzenhof In ontwikkeling 11 hectare m2 K Schiphol LP P40 Parkeerterrein 24 hectare m2 L Schiphol Noordwest Luchthaventerrein m2 M Schiphol Centrum Kantoren m2 Totaal Schiphol As m m2 Bronnen: Duijvestijn & Tellinga, 2006; Ecorys, 2008; Gemeente Haarlemmermeer, 2006 en SADC, Voor het Lange as model wordt alleen gerekend met de extra beschikbare ontwikkelingscapaciteit. Voor een deel van de locaties zijn nog geen concrete plannen voor de ontwikkeling. Daarnaast wordt op een aantal locaties in de plannen slechts een deel van de capaciteit benut, om niet teveel concurrerend aanbod voor de Zuidas te realiseren. In dit alternatief kan deze capaciteit wel volledig benut worden. Als voor een ontwikkelingslocatie alleen de oppervlakte van het gebied bekend is, is een FSI (floor space index) van 2 toegepast om tot een indicatie van de BVO capaciteit te komen 8. Tevens liggen binnen het plangebied nog diverse locaties die momenteel een andere functie vervullen maar op de langere termijn mogelijk nog extra capaciteit kunnen bieden. Hierbij kan gedacht worden aan diverse Volkstuincomplexen en het Sportpark Sloten. Voorlopig is het niet wenselijk deze te vervoetnoot 8 Een Floor Space Index van 2 is een gemiddelde dichtheid voor kantorenparken in de omgeving van Schiphol, waar slechts tot beperkte hoogte gebouwd kan worden.

30 26 CONCEPTUALISATIE plaatsen. Voor de verre toekomst liggen hier echter wel mogelijkheden, bijvoorbeeld in combinatie met de realisatie van sportvelden boven de A4. Figuur 3-7: Ontwikkelingslocaties langs A10/A4 tussen Zuidas en knooppunt Badhoevedorp Figuur 3-8: Ontwikkelingslocaties langs de A4 tussen knooppunt Badhoevedorp en Schiphol 3.4 Vergelijking kenmerken projectalternatieven In deze paragraaf worden de drie beschreven alternatieven met elkaar vergeleken om een betere indruk te krijgen van de specifieke kenmerken die elk alternatief heeft. De beschrijving van de kenmerken zal ook dienen als basis voor het bepalen van de kosten en baten van de project alternatieven. Er zijn in deze paragraaf 4 tabellen opgenomen. Eerst worden de algemene voor- en nadelen van de alternatieven benoemd. Daarna komt de ontwikkelingscapaciteit en bijbehorende vastgoedontwikkeling aan bod. Tot slot worden de infrastructuur kenmerken benoemd, die moeten aansluiten bij de toename in vastgoed. R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V

PPS Zuidas Amsterdam Elco Brinkman

PPS Zuidas Amsterdam Elco Brinkman PPS Zuidas Amsterdam Elco Brinkman 15 september 2008 NVBK en DACE Inhoud Bestuurlijke voorgeschiedenis Gebiedsontwikkeling Zuidas en doelstellingen Private betrokkenheid Businesscase Risico s en uitdagingen

Nadere informatie

Stadsdeel Zuid. Reactie Stadsdeel Zuid op het Ambtitiedocument (Masterplan) ZuidasDok 28 november 2013

Stadsdeel Zuid. Reactie Stadsdeel Zuid op het Ambtitiedocument (Masterplan) ZuidasDok 28 november 2013 Postbus 74019 1070 BA Amsterdam Telefoon 14 020 Fax 020 252 4365 X X X z Stadsdeel Zuid Dagelijks bestuur Retouradres: Postbus 74019, 1070 BAAmsterdam College van B & W Stadhuis, Amstel 1 Postbus 202 1000

Nadere informatie

In voorliggend addendum op het rapport MKBA Feyenoord City staan de resultaten hiervan beschreven.

In voorliggend addendum op het rapport MKBA Feyenoord City staan de resultaten hiervan beschreven. Notitie Aan Gemeente Rotterdam Van Edgar Wever, Peter Berkhout Datum 7 maart 2017 Onderwerp Addendum MKBA Feyenoord City Eind 2016 is de MKBA Feyenoord City verschenen (Twynstra Gudde en Rigo Research

Nadere informatie

De waarde van ondergronds bouwen: In beeld brengen van kosten, baten en argumenten van gerealiseerde ondergrondse projecten (ex post evaluatie)

De waarde van ondergronds bouwen: In beeld brengen van kosten, baten en argumenten van gerealiseerde ondergrondse projecten (ex post evaluatie) De waarde van ondergronds bouwen: In beeld brengen van kosten, baten en argumenten van gerealiseerde ondergrondse projecten (ex post evaluatie). slide 2 Actualiteit op leefbaarheidsbaten bij opening A2

Nadere informatie

Second opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere

Second opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere CPB Notitie Datum : 26 januari 2007 Aan : Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DG Personenvervoer) Second opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere Samenvatting Rijkswaterstaat

Nadere informatie

wordt door Zuidasdok nog beter bereikbaar De feiten op een rijtje

wordt door Zuidasdok nog beter bereikbaar De feiten op een rijtje wordt door Zuidasdok nog beter bereikbaar De feiten op een rijtje Waarom Zuidasdok? Zuidasdok is een van de grootste infrastructurele projecten van Nederland. Het project zorgt voor een betere bereikbaarheid

Nadere informatie

Past de Noord-Zuidlijn in de toekomst visie van Amsterdam, op het gebied van verkeer en ruimtelijke inrichting?

Past de Noord-Zuidlijn in de toekomst visie van Amsterdam, op het gebied van verkeer en ruimtelijke inrichting? Praktische-opdracht door een scholier 2606 woorden 17 februari 2006 6 16 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Deze praktische opdracht maken we over de Noord-Zuidlijn om meerdere redenen. Ten eerste

Nadere informatie

MKBA Windenergie Lage Weide Samenvatting

MKBA Windenergie Lage Weide Samenvatting MKBA Windenergie Lage Weide Delft, april 2013 Opgesteld door: G.E.A. (Geert) Warringa M.J. (Martijn) Blom M.J. (Marnix) Koopman Inleiding Het Utrechtse College en de Gemeenteraad zetten in op de ambitie

Nadere informatie

PPS Zuidas investeren in een duurzame toekomst

PPS Zuidas investeren in een duurzame toekomst PPS Zuidas investeren in een duurzame toekomst leden Ir. J.D. Doets 8 februari 2007 PLANVORMING EN DOELSTELLING ZUIDAS 2 8 februari 2007 3 8 februari 2007 Zuidasopgave Integrale gebiedsontwikkeling Totaalprogramma

Nadere informatie

"! " # $ % & ' ( ) % * ' ( $ +, -! *

!  # $ % & ' ( ) % * ' ( $ +, -! * ! "!"#$ %&' () %*' ($ +,-!* Maatschappelijke kosten baten analyses Jeroen Frissen Maatschappelijk rendement in het nieuws De maatschappelijke nutsfunctie van schiphol als mainport van Nederland wordt de

Nadere informatie

ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN

ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN Datum: 28januari 2015 Onze ref. NL221-30019 Deze rapportage geeft de resultaten weer van de actualisatie van de maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) daken en gevelpanelen,

Nadere informatie

RISICOBESCHOUWING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN OVER HET SPOOR

RISICOBESCHOUWING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN OVER HET SPOOR GEMEENTE TILBURG RISICOBESCHOUWING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN OVER HET SPOOR Clarissenhof Tilburg Auteur L. Jansen Datum 25 augustus 2014 Pagina 1 van 14 Pagina 2 van 14 Inhoud 1 Inleiding... 4 1.1 Onderzoek...

Nadere informatie

150 pp. Busstation. 150pp

150 pp. Busstation. 150pp Busstation en hoogspanningskabel 150 pp Busstation 150pp 0 m 20 m 40 m 60 m 80 m 100 m huidige busstation en Momenteel is de verspreidt over 2 locaties. Beide locaties zijn tijdelijk ingericht voor parkeren

Nadere informatie

Module: Ontbrekende schakel in netwerk

Module: Ontbrekende schakel in netwerk Module: Ontbrekende schakel in netwerk Invullen In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Investeringen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie

Nadere informatie

Maatschappelijke Kosten- Batenanalyses

Maatschappelijke Kosten- Batenanalyses Maatschappelijke Kosten- Batenanalyses Wat kun en moet je ermee? Imagine the result Agenda Introductie Thermometers, informatie en beslissingen Theoretische achtergrond MKBA Stappen in toepassing MKBA

Nadere informatie

Aanvullingsbesluit planvorming Plateelgebied [Vastgesteld door college op 16 januari 2018, registratienummer ]

Aanvullingsbesluit planvorming Plateelgebied [Vastgesteld door college op 16 januari 2018, registratienummer ] Aanvullingsbesluit planvorming Plateelgebied [Vastgesteld door college op 16 januari 2018, registratienummer 1410634] 1. Inleiding 1 2. De noodzakelijke investeringen in infrastructuur in het Plateelgebied

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

Bereikbaarheid: de kracht van Zuidas

Bereikbaarheid: de kracht van Zuidas Bereikbaarheid: de kracht van Zuidas Bereikbaarheid: de kracht van Zuidas De Amsterdamse Zuidas is volop in ontwikkeling. Met Zuidas groeit ook het verkeer en daarmee de belasting op de bestaande wegen,

Nadere informatie

SECOND OPINION. Finaal tegenbod ING-projecten Overhoeks, Centrumgebied Amsterdam Noord (CAN) en Beethoven

SECOND OPINION. Finaal tegenbod ING-projecten Overhoeks, Centrumgebied Amsterdam Noord (CAN) en Beethoven SECOND OPINION Finaal tegenbod ING-projecten Overhoeks, Centrumgebied Amsterdam Noord (CAN) en Beethoven Amsterdam, 10 februari 2011 Gobert Beijer Projectnummer: 37644 Amsterdam, datum Projectnummer: Inhoud

Nadere informatie

Vervoersknooppunt voor 110.000 reizigers per dag

Vervoersknooppunt voor 110.000 reizigers per dag Vervoersknooppunt voor 110.000 reizigers per dag Een aantrekkelijk gebied, met een uitgebreid aanbod aan werkgelegenheid Onder de noemer Arnhem Centraal ondergaan station Arnhem en zijn directe omgeving

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Jeroen van Spijk. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem

Gemeente Haarlem. Jeroen van Spijk. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem Gemeente Haarlem Haarlem Jeroen van Spijk wethouder ruimtelijke ordening en monumenten, MRA, financiën, dienstverlening en burgerparticipatie Retouradres: Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Haarlem Aan de leden

Nadere informatie

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Kiezen om ruimte te maken Den Haag 2040 Den Haag is volop in beweging, de stad is in trek. Verwacht wordt dat Den Haag groeit, van 530.000 inwoners in 2017 naar

Nadere informatie

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van

Nadere informatie

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)

Nadere informatie

Hengelo, Hart van Zuid

Hengelo, Hart van Zuid Hengelo, Hart van Zuid Nota Ruimte budget 14,5 miljoen euro Planoppervlak 50 hectare Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ROC van Twente Internationale potentie

Nadere informatie

Overkappen A1 en A10-Oost verbetert leefkwaliteit

Overkappen A1 en A10-Oost verbetert leefkwaliteit Overkappen A1 en A10-Oost verbetert leefkwaliteit Mei 2008 Overkappen A1 en A10-Oost verbetert leefkwaliteit Uitbreiding snelwegen vraagt extra aandacht voor leefbaarheid In deze brochure wordt een oplossing

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag. Rapport Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag. Datum: 10 september 2011 Rapportnummer: 2011/271 2 Klacht Verzoekster klaagt

Nadere informatie

Onderwerp Keuze voor nieuwbouw n.a.v. onderzoek uitbreiding huisvesting Recreatie Noord-Holland NV

Onderwerp Keuze voor nieuwbouw n.a.v. onderzoek uitbreiding huisvesting Recreatie Noord-Holland NV Adviescommissie 28 oktober 2009 Dagelijks bestuur 4 november 2009 Algemeen bestuur 25 november 2009 Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 14 Onderwerp Keuze voor nieuwbouw n.a.v. onderzoek uitbreiding huisvesting

Nadere informatie

SPOORZONE DELFT. Charlie Martens 15-11-2012 [1]

SPOORZONE DELFT. Charlie Martens 15-11-2012 [1] SPOORZONE DELFT Van ROK naar GUO Charlie Martens 15-11-2012 [1] Geluidoverlast en hinder [2] Bestaande situatie tot 2010 [3] Plangebied in de stad [4] Mijlpalen in het proces 1993: Motie voor duurzame

Nadere informatie

Vervolg platform bewoners Aanpak Ring Zuid Projectbureau Aanpak Ring Zuid te Groningen 16 april 2012, 20.00 22.00 uur

Vervolg platform bewoners Aanpak Ring Zuid Projectbureau Aanpak Ring Zuid te Groningen 16 april 2012, 20.00 22.00 uur Verslag Overleg: Locatie: Datum: Vervolg platform bewoners Aanpak Ring Zuid Projectbureau Aanpak Ring Zuid te Groningen 16 april 2012, 20.00 22.00 uur Aanwezig Bewonersplatform: Mw. Welp, dhr. Dijkhuis,

Nadere informatie

Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst

Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst Projectbureau ViA15 Datum: 22 oktober 2008 Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst Op 28 augustus 2008 heeft projectbureau ViA15 formeel de met erratum

Nadere informatie

Raads inforrnatiebrief

Raads inforrnatiebrief gemeente Eindhoven Raadsnummer o3.r6os.oox Inboeknummer oasoo4y48 C!assificatienummer x.sxs.ax Dossiernummer 340.403 20 september 2003 Raads inforrnatiebrief Betreft ontwikkeling Stationslocatie Zuid-Oost,

Nadere informatie

MKBA N247 Broek in Waterland Quick scan analyse maatschappelijke effecten. Eline Devillers Casper van der Ham

MKBA N247 Broek in Waterland Quick scan analyse maatschappelijke effecten. Eline Devillers Casper van der Ham MKBA N247 Broek in Waterland Quick scan analyse maatschappelijke effecten Eline Devillers Casper van der Ham MKBA methodiek Onderwerpen Effecten MKBA N247 Uitkomsten MKBA N247 Achtergrond MKBA Uniforme

Nadere informatie

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Leiden

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Leiden Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Leiden Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Leiden Dit rapport is geschreven door: Hans Voerknecht, Michiel

Nadere informatie

Memo van het College van B&W

Memo van het College van B&W Aanleiding In de commissie Ruimte van 22 mei 2014 zijn vragen gesteld over het risicoprofiel van de parkeerexploitatie gerelateerd aan het project Waterfront. In deze commissie is het voorstel van administratieve

Nadere informatie

Parkeerbalans supermarktontwikkeling Alblasserdam

Parkeerbalans supermarktontwikkeling Alblasserdam Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast). Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald

Nadere informatie

Schijndelseweg 170. Nota van Kaders en kansen

Schijndelseweg 170. Nota van Kaders en kansen Schijndelseweg 170 Nota van Kaders en kansen Inhoudsopgave Inleiding 2 Bestaande situatie 3 Historie 3 Huidige situatie 5 Geldend bestemmingsplan 6 Kaders, kansen en risico s 8 Kaders 8 Kansen 8 Risico

Nadere informatie

Schuytgraaf Made in [Arnhem]

Schuytgraaf Made in [Arnhem] Schuytgraaf Made in [Arnhem] Een nieuwe BASISGREX voor Schuytgraaf 02-04-2012 DIENST STADSONTWIKKELING 1 1. Inleiding In het onderhandelingstraject over de toekomst van de constructie rond de GEM Schuytgraaf,

Nadere informatie

MKBA RRAAM. Lessen voor andere projecten? Wim Spit. Symposium Betere Besluitvorming met MKBA, 2 oktober 2013

MKBA RRAAM. Lessen voor andere projecten? Wim Spit. Symposium Betere Besluitvorming met MKBA, 2 oktober 2013 MKBA RRAAM Lessen voor andere projecten? Wim Spit Symposium Betere Besluitvorming met MKBA, 2 oktober 2013 Centrale vragen 1. Waar staat RRAAM voor? 2. Wat is er speciaal aan de MKBA RRAAM? 3.Uitkomsten

Nadere informatie

rendement van cultureel erfgoed

rendement van cultureel erfgoed 29 januari 2013: Het effect van investeringsprojecten op het maatschappelijk rendement van cultureel erfgoed Floris Lazrak VU University RIGO Research en Advies Floris.Lazrak@rigo.nl Inleiding De bescherming

Nadere informatie

Module: Aanpassing kruispunt

Module: Aanpassing kruispunt Module: Aanpassing kruispunt Invullen van de tool In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie reistijd

Nadere informatie

Convenant gezamenlijk werken aan de stedelijke ontwikkeling van Heerlen

Convenant gezamenlijk werken aan de stedelijke ontwikkeling van Heerlen Convenant gezamenlijk werken aan de stedelijke ontwikkeling van Heerlen In het provinciale coalitieakkoord 2015-2019 is aangegeven dat de provincie de economische en sociale structuur binnen de provincie

Nadere informatie

Analyse Kempkensbergtunnel. Van: KeKempkensbergtunnelMemo

Analyse Kempkensbergtunnel. Van: KeKempkensbergtunnelMemo Analyse Datum: 26 februari 2013 Van: KeMemo Projectorganisatie Aanpak Ring Zuid 1. Aanleiding Arthur Kamminga heeft in december 2012 een alternatief voorstel gedaan voor de Esperantotunnel, de zogenaamde

Nadere informatie

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan

Nadere informatie

Naar een ondergrondse parkeervoorziening Tapijn? Scenario s ter discussie

Naar een ondergrondse parkeervoorziening Tapijn? Scenario s ter discussie Naar een ondergrondse parkeervoorziening Tapijn? Scenario s ter discussie Waarom nu? Raadsbesluit in september is noodzakelijk, omdat anders 1 van de 3 scenario s niet meer volledig mogelijk is. Immers:

Nadere informatie

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Ruimtelijk economische effecten corridor Den Haag Rotterdam Eindrapport oktober 2009 Titel Datum Versie Kenmerk Opdrachtgever Uitvoering Colofon Programma Hoogfrequent

Nadere informatie

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Nota Ruimte budget 75 miljoen euro voor Brainport Eindhoven en 6,8 miljoen voor ontwikkeling A2-zone Planoppervlak 3250 hectare (Brainport Eindhoven) Trekker

Nadere informatie

Verstedelijkingsopgave Delft: We geven de stad een kwaliteitsimpuls :36

Verstedelijkingsopgave Delft: We geven de stad een kwaliteitsimpuls :36 Verstedelijkingsopgave Delft: We geven de stad een kwaliteitsimpuls 30-05-2018 12:36 Delft heeft de ambitie om tot 2040 maar liefst 15.000 woningen, 10.000 banen en bijbehorende voorzieningen aan de stad

Nadere informatie

Kantorenmarkt Amsterdam

Kantorenmarkt Amsterdam Kantorenmarkt Amsterdam 2014 Kantorenmarkt Amsterdam De gemeente Amsterdam telt circa 810.000 inwoners en 554.730 banen, verdeeld over 112.800 vestigingen (bron: Lisa). De kantorenvoorraad heeft een omvang

Nadere informatie

De rol van stations: vele stakeholders

De rol van stations: vele stakeholders Utrecht University De rol van stations: vele stakeholders De rol van stations Den Haag 16 november 2018 Een beetje reclame Nederland als een verzameling sterren monocentrisch model van de stad 5 Implicaties

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

5 Opstellen businesscase

5 Opstellen businesscase 5 Opstellen In de voorgaande stappen is een duidelijk beeld verkregen van het beoogde project en de te realiseren baten. De batenboom geeft de beoogde baten in samenhang weer en laat in één oogopslag zien

Nadere informatie

Congres Ademloos

Congres Ademloos Congres Ademloos 12.09.12 VAN OOSTERWEELVERBINDING TOT OVERKAPPING VAN DE ANTWERPSE RING VAN MOBILITEIT TOT VOLKSGEZONDHEID 10 JAAR VOORTSCHRIJDEND INZICHT 1. De voorgeschiedenis 1 e Masterplan in 1998

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad, 1. Gevraagd raadsbesluit Bij de herontwikkeling van Bergwijkpark Noord te streven naar een multifunctioneel gebied

Aan de gemeenteraad, 1. Gevraagd raadsbesluit Bij de herontwikkeling van Bergwijkpark Noord te streven naar een multifunctioneel gebied RAADSVOORSTEL Nr.: 07-39 Onderwerp: Rapportage Bergwijkpark Noord Diemen, 1 mei 2007 Aan de gemeenteraad, 1. Gevraagd raadsbesluit Bij de herontwikkeling van Bergwijkpark Noord te streven naar een multifunctioneel

Nadere informatie

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID

Nadere informatie

Synergie-effecten van ruimtelijk-infrastructurele projecten

Synergie-effecten van ruimtelijk-infrastructurele projecten Synergie-effecten van ruimtelijk-infrastructurele projecten Drs. N. Mouter TU Delft n.mouter@tudelft.nl Dr. J.A. Annema TU Delft j.a.annema@tudelft.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk

Nadere informatie

Spooruitbreiding Amstelveenseweg Maart 2014

Spooruitbreiding Amstelveenseweg Maart 2014 Spooruitbreiding Amstelveenseweg Maart 2014 Spooruitbreiding Amstelveenseweg Maart 2014 Het traject Schiphol en Lelystad wordt een moderne spoorsnelweg met meer capaciteit. Dat is nodig omdat steeds meer

Nadere informatie

Studie fietsroutes Beethoven

Studie fietsroutes Beethoven Studie fietsroutes Beethoven mogelijkheden tbv fietsroutes Zuidas concept 12-10-2011 1 bron: Hoofdnet Fiets dienst IVV 2005 1ste fase project Beethoven (plot 1,3en5) Hoofdnet Fiets toekomstig Hoofdnet

Nadere informatie

Hellendoorn. Aan de raad. Noord. Punt 5 : Financiën Stationsomgeving LjCMlCClIlC

Hellendoorn. Aan de raad. Noord. Punt 5 : Financiën Stationsomgeving LjCMlCClIlC Punt 5 : Financiën Stationsomgeving LjCMlCClIlC Noord Hellendoorn Aan de raad Samenvatting: In september 2012 dient het NS-station verplaatst te zijn naar het centrum van Nijverdal. De stationsomgeving

Nadere informatie

Tracébesluit SAA Aanvullende beschouwing Externe veiligheid

Tracébesluit SAA Aanvullende beschouwing Externe veiligheid Notitie Datum 30 mei 2012 Kenmerk N001-1207995RTG-pws-V02-NL Tracébesluit SAA Aanvullende beschouwing Externe veiligheid 1 Inleiding Het Tracébesluit Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2011) heeft

Nadere informatie

Bereikbaarheid, MKBA en bekostiging

Bereikbaarheid, MKBA en bekostiging Bereikbaarheid, MKBA en bekostiging De MKBA is meer dan alleen maar een instrument om subsidie op te halen Dag van de lightrail, 28 Januari 2015 Barry Ubbels www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525

Nadere informatie

Bijlage 2 Financiële resultaten

Bijlage 2 Financiële resultaten Financiële resultaten 1 , Financiële resultaten Alle bedragen in miljoenen euro s Uitvoeringsplanning Jaren 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Infrastructurele maatregelen

Nadere informatie

Hoogeveen. Gemeente. Raad 3 1 MRT Conform besloten. Raadsvoorstel. Datum raadsavond 31 maart 2017 Programma. Krachtige wijken & dorpen Onderwerp

Hoogeveen. Gemeente. Raad 3 1 MRT Conform besloten. Raadsvoorstel. Datum raadsavond 31 maart 2017 Programma. Krachtige wijken & dorpen Onderwerp Gemeente Hoogeveen Conform besloten Raad 3 1 MRT 2017 Raadsvoorstel Datum raadsavond 31 maart 2017 Programma Krachtige wijken & dorpen Onderwerp Kunstijsbaan Hoogeveen Samenvatting De stichting kunstijsbaan

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG. Datum 9 februari 2012 Betreft Project Zuidas. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG. Datum 9 februari 2012 Betreft Project Zuidas. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Waterberging in gebouwde voorziening loont

Waterberging in gebouwde voorziening loont P. 52 Rutger Veldhuijzen van Zanten en Frans Taselaar Waterberging in gebouwde voorziening loont Bijschrift bijvoorbeeld over ruimtegebruik van vijvers P. 53 Om voor voldoende waterberging te zorgen worden

Nadere informatie

Versie

Versie Inleiding Programma van Eisen Stenen Poort Randvoorwaarden, Uitgangspunten en overige ambities voor de herontwikkeling van het gebied de Stenen Poort Op 20 september heeft de raad ingestemd met de projectopdracht

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad Oranjewoud Ruimte en Mobiliteit OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie Uitgangspuntennotitie Datum 23 november 2009 OJW100/Gsa/0674 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding Oranjewoud Ruimte & Mobiliteit

Nadere informatie

Raadsvoorstel richtinggevende uitspraak initiatiefnemer zwembad april 2015 Bijlage 1: Informatie over de initiatieven

Raadsvoorstel richtinggevende uitspraak initiatiefnemer zwembad april 2015 Bijlage 1: Informatie over de initiatieven Raadsvoorstel richtinggevende uitspraak initiatiefnemer zwembad april 2015 Bijlage 1: Informatie over de initiatieven Zoals bekend zijn er drie initiatiefnemers: ZIB Wijk bij Duurstede, Wijkzwemt en ZwembadInnovatieGroep.

Nadere informatie

ontwerpvoorstel aan de raad

ontwerpvoorstel aan de raad Page 1 of 9 ontwerpvoorstel aan de raad Rotsoord: Ontwikkeling locatie De Boo - vaststelling Stedenbouwkundig Progrmma van Eisen Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor het volgende

Nadere informatie

5,4. Hoofdstuk1: Hoofdstuk2: Hoofdstuk3: Praktische-opdracht door een scholier 1964 woorden 17 juni keer beoordeeld.

5,4. Hoofdstuk1: Hoofdstuk2: Hoofdstuk3: Praktische-opdracht door een scholier 1964 woorden 17 juni keer beoordeeld. Praktische-opdracht door een scholier 1964 woorden 17 juni 2002 5,4 16 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aanleiding: De Zuidas was oorspronkelijk het onderwerp voor mijn profielwerkstuk, maar om twee

Nadere informatie

Ruimtelijk onderzoek Gent-Dampoort Korte stavaza voor de klankbordgroep Oude Dokken 17/10/2011 VOORGAANDE AANPAK

Ruimtelijk onderzoek Gent-Dampoort Korte stavaza voor de klankbordgroep Oude Dokken 17/10/2011 VOORGAANDE AANPAK Ruimtelijk onderzoek Gent-Dampoort Korte stavaza voor de klankbordgroep Oude Dokken 17/10/2011 VOORGAANDE AANPAK Stedelijke strategische projectstudie Gent Dampoort 1999 2004-2008 VOORGAANDE AANPAK Stedelijke

Nadere informatie

GEMEENTE LOPIK VOORSTEL. Raadsvergadering d.d. 19 juni 2007 Nr. : 6. Aan de raad van de gemeente Lopik.

GEMEENTE LOPIK VOORSTEL. Raadsvergadering d.d. 19 juni 2007 Nr. : 6. Aan de raad van de gemeente Lopik. VOORSTEL GEMEENTE LOPIK Raadsvergadering d.d. 19 juni 2007 Nr. : 6 Aan de raad van de gemeente Lopik. Onderwerp: Noordoostelijke uitbreiding kern Uitweg Behandelend ambtenaar: A. Vruggink Voorstel: 1.

Nadere informatie

Waarde van de Waterwolftunnel

Waarde van de Waterwolftunnel Waarde van de Waterwolftunnel Albert Kandelaar (provincie Noord-Holland) - Jeroen Klooster en Bas Gerretsen (Arcadis) Sessieleider: Lidwien Besselink (gemeente Amsterdam) Vrijdag 22 juni 2018 Wat gaan

Nadere informatie

Centrum Zeist. Stedenbouwkundige verkenning. April 2019

Centrum Zeist. Stedenbouwkundige verkenning. April 2019 Centrum Zeist Stedenbouwkundige verkenning April 2019 ar chitectuur en stedenbouw 2 Inhoud INLEIDING 05 ANALYSE 07 SCENARIO S 21 CONCLUSIE 49 BIJLAGEN 51 BIJLAGE 1: overige analysekaartjes 53 BIJLAGE 2:

Nadere informatie

ontwerpvoorstel aan de raad

ontwerpvoorstel aan de raad pagina 1 van 8 ontwerpvoorstel aan de raad Tijdelijke studentenhuisvesting Van Lieflandlaan Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1 Vooruitlopend op de

Nadere informatie

Businesscase: titel. Businesscase. Titel. Auteur: Versie: Datum: Pagina 1 van 5

Businesscase: titel. Businesscase. Titel. Auteur: Versie: Datum: Pagina 1 van 5 Businesscase Titel Pagina 1 van 5 Versie historie Versie Auteur Datum Omschrijving Akkoord Naam Rol Voor akkoord: Eigenaar businesscase Pagina 2 van 5 Management samenvatting Beschrijf de managementsamenvatting

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

Maatschappelijke kosten-batenanalyse N343 Rondweg Weerselo: Samenvatting en conclusies

Maatschappelijke kosten-batenanalyse N343 Rondweg Weerselo: Samenvatting en conclusies Maatschappelijke kosten-batenanalyse N343 Rondweg Weerselo: Samenvatting en conclusies Achtergrond en aanleiding De N343 Oldenzaal Slagharen gaat door de bebouwde kom van Weerselo en leidt hier tot hinder

Nadere informatie

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Verslag In kader van: Ruimtelijke Visie Grootschalige Duurzame Energie Gemeente Heumen Datum: 30 november 2018 HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Ons kenmerk: BG2639N004D01 Onderwerp: Verslag

Nadere informatie

B76j De transformatie van het vooroorlogse stationsgebied: Een integrale ontwerpopgave

B76j De transformatie van het vooroorlogse stationsgebied: Een integrale ontwerpopgave B76j De transformatie van het vooroorlogse stationsgebied: Een integrale ontwerpopgave Bas Govers Goudappel Coffeng BV Aart de Koning Goudappel Coffeng BV Martijn Ebben Goudappel Coffeng BV Samenvatting

Nadere informatie

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 scenario s en gevoeligheidsanalyse

Nadere informatie

SPOORZONE DELFT, NIEUWE RUIMTE IN EEN HISTORISCHE BINNENSTAD

SPOORZONE DELFT, NIEUWE RUIMTE IN EEN HISTORISCHE BINNENSTAD SPOORZONE DELFT, NIEUWE RUIMTE IN EEN HISTORISCHE BINNENSTAD Van een bovengrondse fietsenzee naar een ondergrondse stalling 98 Gebiedsontwikkeling Tot 2015 doorkliefde de spoorlijn het oude Delft en konden

Nadere informatie

Schiedamse aanpak biedt basis voor. goede samenwerking

Schiedamse aanpak biedt basis voor. goede samenwerking Schiedamse aanpak biedt basis voor goede samenwerking 1 2 Schiedamse aanpak biedt basis voor goede samenwerking Medio 2019 moet Nieuw-Mathenesse een modern, gemengd bedrijventerrein zijn waarmee de gemeente

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan

Nadere informatie

Samenvatting: Winst en waarde van energie renovaties in de woningbouw

Samenvatting: Winst en waarde van energie renovaties in de woningbouw Samenvatting: Winst en waarde van energie renovaties in de woningbouw De opgave is groot De Rijksoverheid streeft naar een energieneutrale bebouwde omgeving in 2050. Op weg daar naar toe is de ambitie

Nadere informatie

Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011

Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011 Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011 Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad eindparaaf wathcürk:. 1 i, v-»? bou der ^Vüv^.. Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Doelstelling Registratie nr. Stuk Onderwerp College

Nadere informatie

Presentatie SAA-project A9BAHO. Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen. 27 september Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS. Inhoud presentatie

Presentatie SAA-project A9BAHO. Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen. 27 september Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS. Inhoud presentatie Presentatie SAA-project A9BAHO Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen 27 september 2018 Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS HB3600750 28-9-2018 Inhoud presentatie Voorgeschiedenis programma Schiphol-Amsterdam-Almere

Nadere informatie

Bouwen en groen, wat gaan de partijen in Zuidoost doen?? Bouwen en groenstandpunten in de verkiezingsprogramma s 2010

Bouwen en groen, wat gaan de partijen in Zuidoost doen?? Bouwen en groenstandpunten in de verkiezingsprogramma s 2010 Bouwen en groen, wat gaan de partijen in Zuidoost doen?? Bouwen en groenstandpunten in de verkiezingsprogramma s 2010 Standpunten van de kandidaat-politieke partijen, voor zover bekend. Tekst is bekort

Nadere informatie

Memo * * Registratienummer / 16Z : Guido de Bruijn. : College van burgemeester en wethouders. Datum : 16 november 2016

Memo * * Registratienummer / 16Z : Guido de Bruijn. : College van burgemeester en wethouders. Datum : 16 november 2016 Memo Registratienummer 2016-36408 / 16Z.002701 Van Aan : Guido de Bruijn : College van burgemeester en wethouders Datum : 16 november 2016 Onderwerp : Parkeeroplossingen Centrum Schipluiden Inleiding De

Nadere informatie

Achtergrond dossier serious game Gebiedsontwikkeling - Programma - Beschrijving casus

Achtergrond dossier serious game Gebiedsontwikkeling - Programma - Beschrijving casus Achtergrond dossier serious game Gebiedsontwikkeling - Programma - Beschrijving casus Van tot actie Wie toelichting 14.00 14.15 Ontvangst Koffie en cake 14.15 14.30 Introductie Strategis Algemene intro

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 215-218 3.5 Ruimtelijke ontwikkeling Gouda heeft bijna 71. inwoners en is een stad waar het prettig is om te wonen. Een stad met een mooie historische binnenstad en waar inwoners betrokken

Nadere informatie

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden Capaciteitsuitbreiding spoor Den Haag - Rotterdam Doel Baanvak Den Haag Rotterdam geschikt maken om te voldoen aan de toenemende vraag naar spoorvervoer en tegelijkertijd het aanbod aan openbaar vervoer

Nadere informatie

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Beter Benutten: kosteneffectieve maatregelen Rijk, regio en bedrijfsleven werken in het programma Beter Benutten samen om de bereikbaarheid in de drukste

Nadere informatie

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom: Verzoek VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District De A16 is voor de Metropoolregio en de Randstad een belangrijke verbinding met Antwerpen,

Nadere informatie

MEMO. De maatregelen per alternatief zijn beschreven in Tabel 2 (in de bijlage).

MEMO. De maatregelen per alternatief zijn beschreven in Tabel 2 (in de bijlage). MEMO Aan: Van: Onderwerp Gemeente Nederweert en Provincie Limburg Ecorys (Eline Devillers, Michiel Modijefsky, Guus van den Born) Afwegingsnotitie bij MKBA N / N75 Nederweert Datum: mei 019 Onze ref. NL500-3

Nadere informatie