HOME HET GEWICHT VAN ZWAARGEWICHTEN. DEEL III KANT VOOR EN MIDDELERWIJL INHOUD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOME HET GEWICHT VAN ZWAARGEWICHTEN. DEEL III KANT VOOR EN MIDDELERWIJL INHOUD"

Transcriptie

1 HOME HET GEWICHT VAN ZWAARGEWICHTEN. DEEL III KANT VOOR EN MIDDELERWIJL INHOUD

2 INHOUD Voorwoord I. Bij Kants 'Versuch den Begriff der negativen Größen in die Weltweisheit einzuführen' slot II. Bespreking van tekstfragmenten uit de Kritiek der zuivere Rede Overzicht van de door mij behandelde stukken uit de kritiek van de zuivere rede 1. Over een grondbegrip van Kant. De transcendentale eenheid van apperceptie 2. Het transcendentale ideaal (prototypon transcendentale) 3. Over de bewijsgronden van de speculatieve rede, om tot het bestaan van een hoogste wezen te besluiten 4. Over de onmogelijkheid van een ontologisch bewijs van het bestaan van God 5. Over de onmogelijkheid van een kosmologisch bewijs van het bestaan van God 6. Over de onmogelijkheid van het physicotheologisch bewijs 7, Capita Selecta, A. De Antinomie van de zuivere Rede, 1. Systeem der kosmologische Ideeën B. Waar de natuurlijke dialectiek van de menselijke rede uiteindelijk op gericht is III.APPENDIXEN Appendix Alternatief I Over de verhouding KANT HUME/RUSSELL Appendix Alternatief 2

3 Voorwoord Dit boek behandelt hoofdzakelijk een aantal teksten die cruciaal zijn voor Kant en waarmee wij een goed uitzicht hebben op zijn filosofie, minstens goed genoeg om erop in te kunnen gaan teneinde het nodige te evalueren. Echter heb ik deze uitgekozen teksten geplaatst tussen een stuk tekst waaraan te zien is hoe het allemaal begon, het betreft zijn geschrift 'Versuch den Begriff der negativen Größen in die Weltweisheit einzuführen' uit 1763, en deel V mijn behandeling van een later geschrift van Kant waaraan te zien is hoe het allemaal afliep, dat de titel draagt Ueber eine Entdeckung nach der alle neue Critik der reinen Vernunft durch eine ältere entbehrlich gemacht werden soll von Immanuel Kant. Königsberg, Zo zien we als begin hoe Kant kritisch werd én dat Kant ook na zijn Kritik der reinen Vernunft en Prolegomena zu einer jeden künftigen Metaphysik nog een min of meer heimelijke wending gemaakt heeft in idealistische richting. Uiteraard is ook bij deze twee teksten mijn hoofdbedoeling evaluatie.

4 I. Bij 'Versuch den Begriff der negativen Größen in die Weltweisheit einzuführen' n1 slot (Allgemeine Anmerkung) Over het ontstaan van Kants kijk op causaliteit Het gaat hier om een van Kants zg. prekritische geschriften. Of deze betiteling hiervoor terecht is vraag ik mij af. Zoals bekend is causaliteit voor Kant (KdrV, P) een subjectieve wet van ons verstand. Hoe deze kijk van hem ontstaan is, daarop wordt licht geworpen in dit vroege geschrift van zijn hand 'Versuch den Begriff der negativen Größen in die Weltweisheit einzuführen'. In het betreffende gedeelte maakt Kant onderscheid tussen logische grond en reale grond. Logische grond is implicatief, en daarmee direct inzichtelijk, reale grond niet. De voorlaatste alinea luidt: Wat nu deze reale grond en de betrekking ervan op het gevolg aangaat, is mijn vraag in eenvoudige gestalte deze: hoe moet ik verstaan, dat, omdat iets is, iets anders is? Gods wil bevat de reale grond van de existerende wereld. Gods wil is iets. De existerende wil is iets geheel anders. Nochtans wordt het een door het andere gezet... Een lichaam A is in beweging, een ander B is in de rechte lijn ervan in rust. De beweging van A is iets, die van B is iets anders, en toch wordt door de ene de andere gezet. Gij moogt het begrip van het goddelijk willen uitsplitsen zoveel gij wilt, gij zult nooit een existerende wereld daarin aantreffen als dat ze daarin bevat is en omwille van de identiteit daardoor gezet is, en net zo in de overige gevallen. Ik laat me ook door de woorden oorzaak en werking, kracht en handeling niet afschepen. Want, als ik iets reeds als een oorzaak-waaruit, of er het begrip van kracht in leg, dan heb ik erin reeds de betrekking van de reale grond tot het gevolg gedacht, en dan is het gemakkelijk de positie van het gevolg volgens de regel van identiteit in te zien, b.v. kan men door de almachtige wil Gods geheel duidelijk het bestaan van de wereld verstaan. Alleen hier betekent de macht dat Iets in God, waardoor andere dingen gezet worden. Dit woord echter betekent reeds de betrekking van een reale grond op het gevolg, die ik me graag laat verklaren... Naar onze begrippen is de reale grond nooit een logische grond volgens de regel der identiteit. De door ons gemaakte onderscheiding tussen logische en reale tegenstelling n2 loopt parallel met de hier gedachte van logische en reale grond. De eerste zie ik duidelijk middels het beginsel van tegenspraak en ik begrijp hoe, indien ik de oneindigheid Gods zet, daardoor het predikaat der sterfelijkheid wordt opgeheven, namelijk omdat het daarmee in tegenspraak is. Maar hoe door de beweging van een lichaam de beweging van een ander lichaam wordt opgeheven, daar deze met die immers niet strijdig is, is een andere vraag. Wanneer ik de ondoordringbaarheid vooronderstel, die met elke kracht die tracht binnen te dringen in de ruimte die een lichaam inneemt in reale tegenstelling staat, kan ik de opheffing der bewegingen reeds verstaan., maar in dat geval heb ik wél van de reale tegenstelling een andere gemaakt. Wat?! Doe je net, alsof je er een implicatieverhouding van maakt? Men probere nu, of men de reale tegenstelling eigenlijk wel verklaren en duidelijk aan het daglicht kan brengen, hoe daarom dat iets is iets anders opgeheven wordt, en of men iets meer kan zeggen dan wat ik ervan zei, alleen dat het niet door het beginsel van tegenspraak geschiedt. Ik heb over de natuur van onze kennis t.a.v. onze oordelen betreffende gronden en gevolgen nagedacht, en zal het resultaat van deze beschouwingen ooit eenmaal uitvoerig uiteenzetten

5 Hoewel dit geschrift prekritisch heet, vraag ik mij af, wanneer het was, dat Kant door Hume uit zijn dogmatische sluimer gewekt werd, want hier stelt hij zijn latere kritische program al in het vooruitzicht en hebben wij hier zelfs de nucleus ervan te pakken! Daaruit laat zich vinden, dat de betrekking van een reale grond op iets wat erdoor gezet of opgeheven wordt, geenszins door een oordeel, maar alleen door een begrip kan worden uitgedrukt (wordt vervolgd) Ik neem aan, dat voor Kant oordelen constateringen betreffen, maar begrippen intellectueel van aard zijn en niet per se evidenties, hetgeen overeenkomt met zijn latere onderscheiding tussen synthetische oordelen a posteriori die op empirie, analytische oordelen, en verstandsccategorieën die worden uitgezegd in synthetische oordelen a priori, maar die Kant nu nog niet als aparte soort oordelen ontdekt heeft). : De oordelen die Kant hier op het oog heeft zijn de oordelen van de formele logica en komen neer op implicaties: Iets heeft iets als implicatie. Dit is een abstracte figuur, op concrete ietsen toepasbaar. Zijn die ietsen hardfeitelijkheden, dan zijn ze als zodanig onvernietigbaar. Is nu deze, onvernietigbare, hardfeitelijkheid der dingen zó gesteld, dat ze bij ontmoeting weerstand bieden i.p.v. (alleen maar) meegeven, in de mechanische ordening van de kosmos, maar evengoed b.v. bij strijdige gevoelens, dan is oorzaak en gevolg hierin geïmpliceerd. Begrip heb je van stof, daarvan dát wat je in je handen hebt echt substantie in de dagelijkse zin des woords is, een categorie die je paraat hebt als je eigen hardfeit zijn: ik denk dus ik ben. Wat kan wát iets tactiels is (dat is dus q.q. naar zijn begrip) anders zijn dan hardfeit? Ons begrip van causaliteit is datgene wat door hardfeitelijkheid van twee identiteiten zélf bewerkstelligd wordt, en niet twee verschillende identiteiten, wier eigen gedrag als zodanig niets met dat van de andere te maken heeft, maar alleen bestaat in het gehoorzamen aan een begrip. Wat men hier ziet gebeuren is, dat hier intellectueel contact met het voorwerp ontbreekt, dat de vervoorwerpelijking door het denken van de Nieuwe Tijd is uitgelopen in het zich oplossen van het voorwerp. Het begrip begrijpt niet meer wat het bedoelt. Alleen, het kan van zichzelf, dus wat het nog steeds betekent, nooit loskomen. Dus we kunnen het ook weer terugvinden. Wat hier aan de hand is, dat de fysici als onwillekeurige inspirators van Hume en Kant (Kant was zelf fysicus) veeleer werken met begrijpen naar wetten, dan de wetten willen begrijpen, ofschoon de opstellers zonder inzicht erin of vermoedens eromtrent nooit zover gekomen waren ze te vinden. De zaak waar Kant zich hier en t/m zijn Prolegomena druk om maakt is dus gevolg van de formalisatie van de natuurwetenschap, die weer het gevolg is van methodisatie en het vinden van wetten. Bij Hume al blijkt, dat de kritisch-methodische analyse van wat men bij mechanische aanstoten ziet gebeuren bevindt: het inlegggen van je denkbeweging in een waarneemsel, welke je substantie noemt en die je a.h.w. het werk van de aanstoot laat doen, maar dat wat we zien gebeuren enkel en alleen opeenvolging van gebeurtenissen is; Kant zegt in KrV en P: ik leg de categorie substantie in en zo heeft het waarneemsel voor mij, maar alleen voor mij, d.w.z. ons, substantie maar (nog) niet objectief. Het aanstoten-kunnen door deze substantie van een andere is niet meer dan de wet, dat bij raken het gevolg niet uitblijft of omgekeerd er geen gevolg is zonder antecedens. : Hieruit blijkt, dat Kants substantiecategorie niet nalaat bij botsing van substanties wegstoting te sorteren. Het is ook geen schijn, dat de substanties dat zelf doen, maar het hele stoten is niets anders dan krachtens de verstandscategorie causaliteit, zijnde dat gevolgen van aanstoot niet uitblijven of omgekeerd: deze niet kunnen ontberen. Nu spreekt Kant alhier van ondoordringbaarheid, die je veronderstelt, die in tegenstelling staat tot de ruimte die een lichaam inneemt en waarvan hij zegt het te kunnen verstaan, dat daardoor de beweging van het ene lichaam die van het andere opheft. Hij is hier nog niet aan zijn Kritik

6 der reinen Vernunft toe. Wij zouden denken, dat hij hier, anders dan later, nog begrijpt, dat bij botsing de ene hardfeitelijkheid, als daar waar ze is onvernietigbaar, q.q. de andere niet door kán laten, maar dit later niet meer tot hem doordringt. Maar wat hij doet is zeggen, dat het opheffen van de andere beweging geen implicatie van één identiteit is, maar wel zo wordt behandeld. Hij ziet dus de objectieve equivalentie niet. Wat schort er dan precies aan? Wel niets anders dan dat hij de mensen die dit doen verwijt, dat er sprake is van twee identiteiten i.p.v. één en dat het feit dat die oorzaak dat gevolg heeft moet liggen aan toch een brug, en deze is dan het begrip een oorzaak moet een gevolg hebben (en, naar we, denk ik, wel mogen aannemen, ook omgekeerd). Wat hieruit blijkt, is dat de de beweging van het andere afstoppende en terugkaatsende niet door hem doorgrond wordt, in overeenstemming met wat, naar ik hierboven zei, fysici wel eens te verwijten valt. Maar misschien is het erger en dan is er het volgende aan de hand: Hij verwijt degenen tegen wie hij zich hier keert, dat ze dit gebeuren behandelen als implicatie van één identiteit, die volgens hem de enige inzichtelijke, evidente, want analytische, objectieve gebeuren is, dus alsof er geen variant hierop mogelijk is, daar alleen deze figuur de enig bij uitsluiting evidente is. Dat elkaar afstoppen van ondoordringbaarheden haalt het niet bij de strakte van de logische figuur. Kortom: hij ziet er een afwijking van de logica in, a.h.w. een mindere god dan deze. Ze rammelt meer. Laten wij daarom nu eens nagaan wat er bij mechanische botsingen gebeurt, maar niet zo klakkeloos als Kant dit vanaf hier in zijn oeuvre doet. Maar eerst laten we Kant zijn betoog afmaken: (vervolg) die men wel door oplossing tot eenvoudiger begrippen van reale gronden kan terugbrengen, dan toch zo, dat tenslotte al onze kennis van deze betrekking in eenvoudige en onoplosbare begrippen van de reale gronden eindigt, wier verhouding tot het gevolg helemaal niet kan worden duidelijk gemaakt. Tot zover zullen degenen wier aangematigd inzicht geen beperkingen kent de methoden van hun filosofie uitproberen om te zien hoe ver ze in zo n probleem kunnen komen. (M.a.w. analyse leidt helemaal niet tot het vinden van de bestanddelen die het hem doen, de oplossing van het vraagstuk komt geen stap dichterbij, het blijft hetzelfde probleem.) Om te beginnen moet er echter op gewezen worden, dat het beginsel van voldoende grond niet aan mechanische processen hangt, maar aan wat ik de vork in huls heb genoemd, een aan 0 gelijke onbepaaldheid, waaraan een empirisch ding of los geval moet zijn toegevoegd, daar de vork/huls, zolang de absolute onvoorwaardelijkheid niet gezien wordt, de enige algemene waarheid is, zodat er überhaupt geen van zichzelf bestaan van dingen mogelijk is. Toch is dit het geval, want er is in strikte zin geen overgang van niet-zijn naar zijn en omgekeerd. Maar dan moet zijn au fond van niet-empirische aard noch los geval zijn, hetgeen bij Kant, die geen inzicht heeft in het wel degelijk inzichtelijke absoluut onvoorwaardelijke dan ook tot antinomie leidt. Op de gedachte van analyse naar wat ik met vork en huls aanduid is Kant nooit gekomen, gebiologeerd als hij was door wat Hume over mechanische causaliteit schreef. Tegenover diens uitleg van alles heeft een oorzaak als zover tot dusverre gebleken is heeft hij het over een altijd opgaande dynamische wet. Omdat hij het bemiddeld implicatieve nl. van het empirische of losse geval, van het beginsel van voldoende grond niet ziet, noemt hij het evident synthetisch, maar dit is, dat hij niet verder komt dan te leren, dat ons verstand deze aan de dingen oplegt. Maar deze figuur is even analytisch-tautologisch als premisse en conclusie en heeft niets te maken met de lastige inzichtelijkheid van de natuur, een vak apart. De vork / huls a v a, waaraan a een toevoeging is, vergt adequate grond, waar die ook schuilen moge. Is alle verandering een toevoeging? : Ook afhaling. Maar beide zijn óf met behulp van iets anders, óf werk van het veranderende zelf, dan vanuit een nog onbekend kunnen-veranderen, dat actief wordt. Beide zijn een extra: dus: toevoeging.

7 Bij mechanische causaliteit, b.v. bij biljarten, is zowel het zelf afremmen van de stoot als het gaan rollen van de bal ieder vanuit door het beginsel van voldoende grond gevergde adequate toevoeging, maar dat de stoot verantwoordelijk is voor beide is alleen maar ultiem waarschijnlijk. Immers, indien goed humeaans beschouwd, bij een mechanisch proces zou het kunnen wezen, dat wat wij waarnemen, de antecedens alleen maar lijkt aan te stoten tot een consequens, maar in werkelijkheid opeens ophoudt, en uit het niets de consequens optreedt. En als je je vinger ertussen houdt en de aanstoot en wegstoting voelt, dan kan de gevoelde druk nog altijd in de vinger zelf zitten. Maar dit is dan nog een bijkomende onwaarschijnlijkheid, die de vorige onwaarschijnlijkheid alleen maar vergroot. Als de wereld wie weet een droom is, is de weerstand die de dingen tactiel bieden zelf slechts te duiden in termen van hardfeitelijkheid, dus als hardfeit erkennen. En wat betreft causaliteit, de kennelijke kandidaat voor aanstoot afwijzen ten gunste van een wie weet mogelijk alternatief, zodat je toch in een film leeft (waar de causaliteit immers onecht is), is de verklaring zoeken waar deze niet zit. Dat oorzaak en gevolg qua inzichtelijkheid achter zou blijven bij de logische conclusies als geïmpliceerd in de premissen, ligt daaraan, dat er niet die eenvoudige identiteit is van de conclusies met wat in de premissen vervat is. Daarom gaan wij scherper na wat de aard is van wat er tussen oorzaak en gevolg aan de hand is. Of er inderdaad, zoals Kant later leert, bij geen echte analytische conclusie uit premissen is, oftewel, gevolg niet noodzakelijk uit wat objectief gebeurt voortvloeit i.p.v. volgens Kant vanwege een subjectieve dynamische wet die die noodzakelijkheid aan de dingen oplegt. We zijn nu met bespreken van het mechanische begonnen,. Men lette echter wel, dat dit metafysisch gesproken een onderafdeling is, maar dat de geldigheid het beginsel van voldoende grond zelf, met name wat betreft het vergen van het absoluut onvoorwaardelijke door het als zodanig claire- et distinctement voorwaardelijke in het geheel niet in het geding is, doch alleen de objectiviteit van de newtoniaanse mechanica hier ter discussie staat. Deze zou volgens Kant niet de zelfevidentie van die van premissen en gevolgtrekkingen in de logica hebben. Laten wij dit eens nagaan. Twee elkaar aanstotende voorwerpen zijn terecht duidbaar als hard Zijn (substantie, erzijnde grondstof. Zijn is zijn, maar dit betekent meteen een doen, act, het er-zijn. De ondoordringbaarheid van feit als feit, zijn niet weg te krijgen zijn, is is een onbeperkte weerstand, kracht waar geen kracht tegenop kan, oneindige kracht. Toch heeft een ding maar een beperkte kracht van weerstand, m.a.w. feiten zijn onverwoestbaar, maar dit sluit geplet worden niet uit. Hoe staat weerstand tot zijn? Hij is er een functie van. Weerstand is sowieso weerstand van van iets, van zijn. Het is Zijn in een bepaalde gedaante. Zijn is onbeperkte act als weerstand en weerstand als van Zijn in een bepaalde gedaante is de act die hét Zijn überhaupt is in een bepaald gedaante. Zo is elk ding act, in zich van oneindige weerstand, maar naar buiten, d.i. naar elkaar, een bepaalde eindige. Wanneer nu twee zulke acten elkaar raken, ze zijn dan als deel van een hele kosmos zo ingesteld, gericht, dat ze dit kennelijk kunnen, dan wordt er niets van absoluut geannhiliseerd, maar houden elkaar om te beginnen tegen met de kracht van weerstand die ze hebben. Hoe ontstaat kracht? (Metafysisch is het Zijnact(itiviteit) die een bepaalde kant op koerst, dat is dan: een bepaalde gestalte aanneemt.) Fysisch is het iets, om te beginnen, met een beperkte weerstand in beweging. Bij elkaar raken van twee wordt dit frustratie van beweging en dat is spanning. Alle act vermag zo onder spanning te zetten. De spanning is evenredig aan de beweging. De netgenoemde hyperonwaarschijnlijkheid alvast maakt het verschil evenredig hyperklein, zeg maar: verdwijnend klein. De mechanische causaliteit is al niet zo geheimzinnig als Hume en Kant denken, doordat duiden in termen van substantie niet alleen is in denktermen, maar enigmogelijke duiding is van wat zich als weerstand, als hard, vermag te presenteren: hardfeitelijkheid.

8 Houdt Kant dan nog steeds gelijk in dier voege, dat het mechanische proces niet glashelder evident is, m.a.w. slechts gedeeltelijk begrijpelijk is? En dus causaliteit achterblijft bij logische implicaties? Toch hangt het beginsel van voldoende grond als voor wat hoort wat hier niet aan, en is de verging van adequate grond van logische inzichtelijkheid. Maar ook causaliteit door directe aanstoot is inzichtelijk en in omgekeerde richting, van gevolg naar oorzaak hyperwaarschijnlijk. Het hoofdmoment van de ondoorzichtigheid zat in de duwkracht van inerte massa. Het causaliteitsprobleem was niet: wat is causaliteit, zuiver beschouwd, maar geheel uit te drukken in termen van mechanische aanstoot met als centrum: wat is inerte massa precies? Het probleem van de causale overdracht zou m.i. niet gerezen zijn, als het om simpel opzijschuiven door een object van een ander zou gaan, want dat lijkt nogal wiedes en is het ook, want dat iets door duwen-op-duwen-in-één (= stoten, immers een zware massa stoot een lichtere harder/sneller weg) met kracht wordt weggestoten is inzichtelijk, maar niet inzichtelijk was de inertie, leverancier van deze klem. Het is niet alleen maar: Een voorwerp duwt een ander voorwerp weg, maar ook: Een voorwerp kan zwaar en zwaarder wezen en er zo duwkracht en grotere duwkracht op na houden en doen gelden als equivalent van harder kunnen duwen-opduwen (=stoten). Hoe dit kan, de aard van de impact is geheimzinnig. Zodoende kreeg Kant: A stoot B weg, je ziet op de keper beschouwd A B alleen maar bereiken, i.p.v. alleen maar wegschuiven is er iets -met-duwkracht dat het later en geïnstigeerd hierdoor: krachtens de transcendentale dynamische wet der causaliteit als gevolg lijkt te sorteren, maar dit is eigenlijk niets anders dan: wat is massa eigenlijk? De vraag is nu niet het nog onopgeloste: hoe behelst massa kracht of beter: hoe kan sommige energie massa zijn? Wie weet helpt CERN met het vinden van het Higgs-boson ons binnenkort een stuk verder. Maar de vraag is: wat heeft hoeveelheid duwkracht van een massa met alleen maar iets van zijn plaats duwen te maken? Alle gerichte act heeft duwvermogen en wel een dat met de snelheid harder duwt. Zo kan een geringe beweging tussen twee zware (trage) massa s evenveel spanning zetten als snelle beweging tussen twee waarvan er minstens één lichter is. Met de beweging van een inerte massa, die hetzelfde blijft, neemt er iets toe dat equivalent is aan inertie. In het licht van het feit dat iets, ook al is het niet inert, in grotere beweging harder duwt, is het zelfs zo, dat inertie (van een massa) zo zelfs equivalent is aan (iets in) snelle beweging van iets zonder inertie: energie in zuivere vorm. Wat is de relatie hiervan met de inertie van massa dan? Wel, energie, act, heeft q.q. duwvermogen. Is de inertie van massa dan alleen maar een gestalte van het duwvermogen van energiegolven? Dan is dit maar een zeer gering deel van de totale energie. Kan ze niet iets ánders zijn dan dit duwvermogen? Het is in ieder geval substantie, die act is. Alle act is (van) substantie, alle werking, zelfs alle gelden (b.v. van wetten) is substantie, is iets dat werkt. Alle act is q.q. duwvermogen. Dan is zuivere energie alleen maar uiterst snelle act en massa inerte? Massa is equivalent aan een stilgezette energie met dien verstande dat de beweging niet is opgedoekt, als men zou kunnen denken vanuit m = e/c 2, maar in massa golf/deeltje op de een of andere manier is opgetast, vorm van energie is, dus energie máákt die massa. (Maar hoe kan ze dan pas na vermenigvuldiging met [het kwadraat van] de lichtsnelheid energie zijn? : Het is niet de massa die gaat bewegen, maar energie als ontbonden massa. Einstein beschrijft hoe vanwege de van de beweging van zender en ontvanger van onafhankelijke snelheid van een lichtsignaal met de bewegingssnelheid van een voorwerp de massa dat is dan door gevolglijke tijdindikking toeneemt, vanwaar dan de equivalentie van massa en energie, ook goed voor het geval van stilstand.) Het gaat in ieder geval om grondstof alias substantie alias zijnds in een bepaalde intensieve hoeveelheid = een navenante hoeveelheid energie, maar deze geconcentreerd. Een bepaald deel hiervan biedt weerstand = werkt naar buiten, hetgeen o.a. blijkt bij aanduwen. Als intensieve hoeveelheid is substantie energie hetzij inerte massa als gedaante van energie. Zodoende is de

9 inertie een deel van de totale energie van de statische massa. Die kan dan met welke snelheid men wil binnen het kader van de lichtsnelheid vermenigvuldigd worden. Inertie is dus een bepaalde hoeveelheid act en niet is er alleen maar een geheimzinnig iets met (terug)duwkracht. Ze kan uit Zijn begrijpelijk gemaakt worden. Hoe energie soms massa kan worden begrijpen wij nog steeds niet. Opmerking: Tijdsverdichting waardoor massatoename lijkt in tegenspraak met behoud van substantie door de tijd heen. Iets is wat het is en het ergens heen verdwijnen ten gunste van nieuwe substantie is hyperonwaarschijnlijk. Nee, het is iets wat op een eerdere plek in de tijd was en nu op de huidige plek in de tijd is. De massa doorvliegt de tijd, maar alle verleden tijdposities zijn ter plekke in de tijd feiten. Beide gaat dus zonder meer samen. Zoals ik nog altijd dezelfde ben (volgens hetzelfde principe als dat niet mijn teen pijn heeft en mijn neus jeuk, maar ik pijn aan mijn teen heb en jeuk aan mijn neus en dit kan ook in tijdsvolgorde) en toch ook weer niet voor wat betreft mij-in-toestanden, zo ook het ding. De veelheid aan opgetelde massa, zoals metterdaad bij relativistische tijdindikking, maakt het eenvoudig zichzelf zijn van het ding niet ongedaan. Het vermenigvuldigt zich als uitgestrekt door de tijd en toch het het huidige voorwerp hetzelfde identieke ding als eerst. Een ding, net zoals ik, heeft een tijddimensie. Uit het bovenstaande blijkt: Of ik nu in een syllogisme de conclusie trekt Een auto heeft koplampen, een Opel is een auto, dus een Opel heeft koplampen, dan zet ik het feit dat een Opel een auto is in het feit dat auto s koplampen hebben, zo komen de koplampen des Opels naar voren. Ik laat dit oplichten in dat een Opel óók een auto is. Een algemeenheid heeft iets altijd in zich, een bijzonder geval van deze algemeenheid dus ook. Wat voor de algemeenheid geldt, geldt ook voor de bijzonderheid. Laten we hier nu de volgende draai aan geven: Auto s hebben koplampen, als merk X een auto is, dan heeft X ook koplampen. Wordt door X aan een voorwaarde voldaan, dan vloeit het gevolg hieruit wegens identiteit voort. Het grotere behelst het kleinere. Zodoende zijn de eigenchappen van het grotere ook die van het kleinere. Vergelijk: Het ondoordringbare dat beweegt duwt q.q. een iets anders dat ondoordringbaar is weg. Ook dit is een behelzen, nu door twee identiteiten. Maar ook hier is het in hun begrip begrepen. Niet was in hun begrip, d..i. dan: begrepenwording, begrepen hun inertie, hun mate aan duwvermogen. Daarmee is echter die massa met die snelheid t..o.v. een andere geeft bij hun ontmoeting dát effect niet een onbegrijpelijke opvolging vn gebeurtenissen. Het gaat om opzijduwen zó dat b.v. een zwaardere massa op één moment 2x zo sterkt druk, zo duw op duw geeft en de lichtere sneller wegschiet. Het duwvermogen is zonder meer inherent aan act, substantie, waarvan massa alleen maar een bepaalde vormgeving is en alleen deze is nog onbegrepen. Maar wat in ieder geval wel begrepen kan worden is het feit dat deze causaliteit niets anders is als dat iets van een bepaalde kwantiteit iets anders en viceversa wegduwt. Even inzichtelijk als een syllogisme. Gezien de aarde van de massa s moet een oorzaak, d.i, niet alleen het bereiken van elkaar, maar een aanstoot, een gevolg hebben. Omgekeerd: de bepaalde verandering van beweging van de twee massa s is iets dat er al inzat, identiteit dus, hyperwaarschijnlijk die aanstoot. Er komt dan niet een identiteit, i.c. een substantie, over, of begint een substantie wat we nog niet wisten dat het er inzat te roeren als alternatief voor wat er wél aan de hand is: dat de nieuwe beweging, die de massa s ieder van beide hebben, niet ieder van henzelf was, maar bestaat in meegenomen (geduwd, gestoten) worden op de beweging van elkaar. De andere positie, beweging, was er niet, maar is de uitwerking van, gedwongen worden door, werking op elkaar die al in ieder als vermogen inzat. Het nieuwe eigengedrag dat er bij ieder eerst niet inzat is een toevoeging, dus de creatie van een nieuwe identiteit, niet door overgang van een behouden wordende substantie naar een andere, maar door bewerking, vormgave, zoals dat ook gebeurt bij een steen door een beeldhouwer. Bij deze verandering gaat geen identiteit over, zoals b.v. bij het metselen van een muur uit stenen. Er is hier niet behouden, d.i. aanblijvende, d.i. zichzelf zijnde, dus niet niet

10 absoluut niet-zijn kunnende substantie, maar dit laatste als principe van ondoordringbaarheid (dat ik in mijn eigen Zijn als bespeur, en wel als objectief noodzakelijk, bij twee elkaar in de weg zittende gedachten en emoties en in alle act), hetgeen weer op de een of andere manier als duwkracht is vormgegeven, wat in casu is: bewerkingscapaciteit. Kortom: bewerking is een ander kant van de medaille van ondelgbarheid van substantie. Tot slot: Kant ziet in KdrV de duwkracht van wat enigduidbaar is als hardfeit niet en alhier alleen maar, dat iets iets anders met iets geheimzinnigs lijkt aan te stoten. M.a.w. zijn latere synthetisch oordeel a priori betreffende causaliteit heeft zijn aanleiding in de niet volledige evidentie voor hem van de newtoniaanse mechanica.. Maar wij kunnen wat dit betreft worden geholpen door Zijn, feitelijkheid, vanuit onze bekendheid ermee, immers ik denk, dus ik ben als hoe kan het anders? zijnscategorieën te blijven erkennen waarmee wij direct de kandidaten hiervoor, de zich aandienende feiten alleen als feit te zijn kunnen duiden en hun gehalte, implicaties, plaats in het geheel kunnen beschouwen. Hoe de dingen dan precies in elkaar zitten, dat is het werk van de natuurwetenchap, waarvan de denkwijze echter beperkt is, maar die wel het denken van hele volkstammen, ja, de cultuur is gaan beheersen, vaak ook ten nadele van de levende empirie en van het contemplatieve ontologische denken meta (na [2 betekenissen]) ta physika. Munten de uitspraken der fysica en logica uit in helderheid, dan toch maar met beperkt doorzicht

11 II. Bespreking van tekstfragmenten uit de Kritiek der zuivere Rede 1. Over een grondbegrip van Kant. De transcendentale eenheid van apperceptie Kant behandelt hier de eenheid van ons denken a.h.w. ónder het vatten van alle ding in mijn kenvermogen. Hierop ben ik al ingegaan in mijn opstel: Over Kant. De discipline van de zuivere rede ten aanzien van haar bewijzen. In deze bijlage hierbij wil ik goed bekijken, hoe Kant dit onderwerp uiteenzet. Inleidend De eerste afdeling van hs. 2 van Kants Transcendentale Analytica over de deductie van de zuivere verstandsbegrippen n3 eindigde met een aantal opmerkingen die van belang zijn voor delen van het vervolg. Nadat Kant verklaard heeft tussen het empiristisch extremisme van John Locke en het al even extremistisch scepticisme van David Hume te zullen gaan filosoferen, zegt hij: De eerste van deze beroemde mannen gaf alle ruimte aan dweperij, omdat de rede, wanneer haar eenmaal bevoegdheden terzijde staan, zich niet meer door onbestemde aanmaningen tot matiging binnen de perken laat houden; de tweede gaf zich helemaal over aan scepticisme, toen hij eenmaal een voor rede gehouden bedrieglijkheid van ons kenvermogen geloofde ontdekt te hebben. Wij staan nu op het punt een poging te doen om te zien, of het niet lukt de menselijke rede tussen deze beide klippen heen te voeren, haar op bepaalde grenzen te wijzen, en nochtans het gehele veld voor haar doelmatige activiteit voor haar te kunnen openhouden, Eerst wil ik nog de verklaring van de categorieën naar voren halen. Dit zijn begrippen van een voorwerp zonder meer, waardoor de aanschouwing ervan met het oog op de logische functies voor het oordelen als bepaald gezien wordt. Zo was de functie van het categorisch oordeel de verhouding van het subject tot het predikaat, b.v. alle lichamen zijn deelbaar. Alleen met het oog op louter logisch gebruik van het verstand bleef onbepaald welk van beide begrippen men de functie van subject, en welke die van predikaat geven wil. Want men kan ook zeggen: Enig deelbaar iets is een lichaam. Door de categorie der substantie echter, wanneer ik het begrip van een lichaam daaronder breng, wordt bepaald, dat zijn empirische aanschouwing in de ervaring enkel als subject, nooit als predikaat beschouwd moet worden; en zo gaat het bij alle overige categorieën. 1. Wat krijg je zo? Een subject dat bepaald wordt door, subjectieve, verstandscategorieën, dat in synthetische oordelen a priori waar Kant het later over gaat hebben ter gehoorzaming aan deze categorieën wordt verbonden met een predikaat. Je krijgt hier dan de figuur: Een lichaam is een substantie, een lichaam, iets substantieels, - gehoorzamend aan de categorie kwantiteit is deelbaar. Alle categorieën maken zo aldus iets empirisch tot subject. Behalve het beginsubject dat dat louter empirische nog is. Inconsequent? Nee, want al het empirische is al voorbepaald door de categorieën. Maar dan krijg je, zou je zeggen, i.p.v. synthetische, analytische oordelen. En toch is dit niet waar. Want per saldo begint dit set van uitzeggingen met dat eerste lege subject, zodat je wel kunt zeggen: de predikaten zeggen de categoriële bepaling van hun subject eerst uit. Ze wijzen uit hoe hun categorie het subject bepaalt. 2. Alvast: Van formele omkeerbaarheid verkrijgt zo het oordeel body, die echter nog veel minder formeel is dan Kant zelf denkt, ja allesbehalve formeel is, want substantialiteit is niet alleen maar een, toegepaste, subjectieve categorie, iets waar Kant zal oncluderen, doch het kenmerk van het ware en wel meer dan dat: het is hetzelfde als: feitelijkheid: iets duiden in termen van feitelijkheid is niets anders dan wat psychologisch wel een Aha-Erlebnis is genoemd. Dit is echter het enige subjectieve eraan.

12 De deductie der zuivere verstandsbegrippen, tweede afdeling Transcendentale deductie van de zuivere verstandsbegrippen 15 De mogelijkheid van een verbinding als zodanig Het menigvuldige der voorstellingen kan in een aanschouwing gegeven worden, die louter zintuiglijk, d.i. niets als ontvankelijkheid is, en de vorm van deze aanschouwing kan a priori in ons voorstellingsvermogen liggen, zonder toch iets anders dan de manier te zijn waarop het subject geprikkeld wordt. Alleen de verbinding (coniunctio) van iets menigvuldigs als zodanig kan nooit door de zintuigen in ons komen, en kan dan ook niet in de zuivere vorm der zintuiglijke aanschouwing mede-inbegrepen zijn: want ze is een act van spontaneïteit van het voorstellingsvermogen, en, daar men deze, ter onderscheiding van de zintuiglijkheid, verstand moet noemen, is alle verbinding, of we ons ervan bewust zijn of niet, hetzij dat het een verbinding van het menigvuldige der aanschouwing of van allerlei begrippen of aan de eerste (: de zuivere vorm) van de zintuiglijke, of niet-zintuiglijke aanschouwing is, een daad van het verstand, die wij onder de algemene noemer synthese zouden kunnen vatten, om daardoor de lezer erop opmerkzaam te maken, dat wij ons niets, anders dan verbonden in het object, kunnen voorstellen, zonder het van tevoren zelf verbonden te hebben, en onder alle voorstellingen de verbinding de enige is, die niet door objecten gegeven, doch slechts door het subject zelf totstandgebracht kan worden, omdat ze een act van haar eigen werkzaamheid is. Men wordt hier licht gewaar, dat deze handeling oorspronkelijk één, en voor alle verbinding even geldig moet zijn, en dat de op-lossing, analyse, die haar tegendeel schijnt te zijn, ze toch steeds vooronderstelt: want waar het verstand van tevoren niets heeft verbonden, daar kan het ook niets op-lossen. Omdat het slechts als erdoor verbonden aan de voorstellingskracht gegeven is kunnen worden. Maar het begrip van verbinding brengt behalve het begrip van menigvuldigheid, en van synthese ervan, nog dat van de eenheid ervan met zich. Verbinding is voorstelling van de synthetische eenheid van het menigvuldige. n4 De voorstelling van deze eenheid kan dus niet uit de verbinding ontstaan, veeleer maakt ze, doordat ze nog bij de voorstelling van menigvuldigheid komt, het begrip van verbinding allereerst mogelijk. Deze eenheid, die a priori optreedt vóór alle begrippen van verbinding, is niet zoiets als de categorie eenheid ( 10); want alle categorieën zijn gebaseerd op logische functies in oordelen, in deze echter is er reeds verbinding, daarmee eenheid van gegeven begrippen gedacht. De categorie veronderstelt dus al verbinding. Derhalve moeten wij deze eenheid (als kwalitatieve 12) nog hogerop zoeken, nl. in datgene dat zelf de grond bevat van de eenheid van verscheiden begrippen in oordelen, daarmee de mogelijkheid van verstand, zelfs in zijn logisch gebruik. Dit is te weinig levend uitgedrukt, We zullen zien: Er is geen grond van de eenheid, maar eenheid en die is grond. En niet is is er met (= door) die eenheid, d.i. dankzij eenmaking de mogelijkheid van (= voor) het verstand, doch het bewustzijn, een eenheid, genereert reflectie(momenten). Men leze door. 16 De oorspronkelijk-synthetische eenheid van apperceptie Het ík denk moet al mijn voorstellingen kunnen begeleiden: want anders zou er iets in mij voorgesteld worden, dat helemaal niet gedacht zou kunnen worden, hetgeen op hetzelfde neerkomt als dat de voorstelling óf onmogelijk, of althans voor mij niets, zou zijn. Die voorstelling die voor alle denken gegeven kan zijn, heet aanschouwing. Dus heeft al het menigvuldige van de aanschouwing een noodzakelijke betrekking op het ik denk, in hetzelfde subject, waarin dit menigvuldige wordt aangetroffen. Deze voorstelling is echter een act van

13 spontaneïteit, d.i. ze kan niet anders beschouwd worden dan als tot de zintuiglijkheid behorende. Ik noem haar de zuivere apperceptie, om haar van de empirische te onderscheiden, of ook de oorspronkelijke apperceptie, omdat ze dat zelfbewustzijn is, dat, doordat het de voorstelling ik denk voortbrengt, die alle andere moet kunnen begeleiden, en in alle bewustzijn een en hetzelfde is en verder door geen enkele andere begeleid kan worden. Ik noem ook de eenheid ervan (: van de apperceptie) transcendentale eenheid van het zelfbewustzijn, om de mogelijkheid vanuit haar van kennis a priori aan te geven. Want de menigvuldige voorstellingen die in een zekere aanschouwing gegeven worden, zouden niet gezamenlijk mijn voorstellingen zijn, indien ze niet gezamenlijk tot een zelfbewustzijn behoorden, d.i. als mijn voorstellingen (ook al ben ik me van deze niet als zodanig bewust) moeten ze toch noodzakelijk in overeenstemming met de voorwaarde zijn waaronder ze zich alleen in een algemeen bewustzijn kunnen samenbevinden, omdat ze anders niet steeds mij zouden toebehoren. Uit deze oorspronkelijke verbinding laat zich het volgende concluderen: Namelijk de altijd aanwezige identiteit der apperceptie, van in de aanschouwing gegeven veelvuldigheid, bevat een synthese van de voorstellingen, en is slechts door het bewustzijn van deze synthese mogelijk. Dit laatste is een vreemd dubbelop, aangezien het slechts om gradatie van een en hetzelfde gaat. Wat Kant zegt is in volgorde: De menigvuldige aanschouwing door mij houd er als gezamenlijkheid op na (synthetiseer) ik (bewustzijn). Waar het op neerkomt is: Mijn voorstellingen zijn er op voorwaarde dat ik ze denk. Ik ben hun eenheid. Wat had Kant ánders gedacht? Voorwaarde is hier een schijnvoorwaarde, binnen een tautologie. Kant doet ( ook al ben ik niet bewust ) voorkomen, of ik iets van zich los door het te registreren een gezamenlijkheid maak door het me bewust te worden/zijn, het van zich losse wordt door mij verbonden. Van zich hoeft het helemaal geen onderlinge relatie te hebben, maar als in mijn waarneming kan het niet anders dan een eenheid van waarnemingsveld zijn. Maar echt naar wat zij voor zichzelf voorstellen wel?, zodat de stelling wel degelijk opgaat? Wat Kant zegt is niets anders, dan dat ze waarneemsels zijn in mijn waarnemingsveld, hetgeen wil zeggen, dat ik ze tegelijk waarneem.van zich los zijn gaat dan wel op als dat ze stuk voor stuk aanzijn hebben, maar hun af-zonder-lijkheid t.o.v. elkaar is dan hun zich binnen mijn waarnemingsveld onderscheiden van elkaar. Inderdaad, hen verbinden doe ik die ze waarneem, wat hun eigen onderlinge relatie (als dit buiten mij iets zou kunnen voorstellen) ook moge wezen. Maar dit is niets anders zeggen dan: ik neem ze waar. Kant maakt hiervan: ik geef, door ze waar te nemen, een plaats om samen te komen. Want het empirische bewustzijn, dat verscheidene voorstellingen begeleidt, is op zich verstrooid en zonder betrekking op de identiteit van het subject Nou zonder?, het is altijd wel met, maar in variabele mate van zelfbewustzijn. Het is toch veel nauwkeuriger om te zeggen, dat het ene, met zichzelf samenhangende, subject, zolang gedesoriënteerd, onsamenhangende voorstellingen heeft. Ook reeds als het zwakkere waarneming-überhaupt-van-me ben ik deszelfs eenheid, en slingeren ze ten opzichte hiervan niet los rond. Deze betrekking vindt dus nog niet daardoor plaats, dat ik iedere voorstelling met bewustzijn begeleid {moet zijn: een even sterke mate van bewustzijn}, maar dat ik er een bij de andere zet en me de synthese hiervan bewust ben

14 Door het laatste vindt niet deze betrekking plaats, maar wel degelijk reeds door het eerste, want meer is ze niet. Het me bewust zijn van mijn samenstellen, hetgeen niets anders is dan me alles tegelijk voorstellen, van het geheel van het waargenomene legt niet pas de betrekking met mijn identiteit, maar deze was er al doordat mijn bewustzijn, let wel mijn bewustzijn, reeds drager was van alle voorstelling, en ik me van deze mijn reeds bestaande identiteit bewust ben (geworden), ja, legt als synthetiseren, als zetten van menigvuldigheid helemaal die betrekking niet, doch slechts als mijn mentaal actief zijn überhaupt dat mijn bewustzijn is en waarvan ik me alleen meer realiseer, dat ik zo doende ben, i.p.v. dat op het moment van me dit realiseren de betrekking met de identiteit van het subject dat ik ben pas tot stand komt. Wel is er zo de gang van bewustzijn naar zelfbewustzijn, maar dit is alleen maar een verschuiving van mijn aandacht. Dieren kennen deze niet, maar dit is niets anders dan deze een lage graad van zelfbewustzijn hebben. Er is dus alleen maar een gradueel onderscheid. Nog wat betreft een bij de andere zet. Dit is niet iets dat ik met mijn voorstellingen doe als volgende stap, maar: ik synthetiseerde bij elke én alle waarneming reeds. Het is dus geen tussenstap voor mijn zelfbewustzijn. In Hegels Phänomenologie des Geistes is dit gaan van eerste noties naar ik-bewustzijn alleen maar zo bij wijze van filosofisch-methodisch nagaan, maar dit is alleen analyse (overigens van synthese als zijnde nader bepalen) van wat spontaan al meteen het geval is. Dit is ook hier bij Kant het geval. Maar het is wat anders of ik filosoferenderwijs aan het licht breng, of dat dit laatste pas wat aan het licht komt zou maken n5. Mijn meerder zelfbewustzijn dank ik aan een verschuiving van mijn aandacht door wakkerworden, mocht dit nodig zijn, door me, extra, te realiseren, dat ik aan het waarnemen ben, dan: dat ik aan het waarnemen, althans denken, bem. Dus slechts daardoor, dat ik een veelvuldigheid van gegeven voorstellingen in een bewustzijn kan verbinden, is het mogelijk, dat ik mij de eenheid van het bewustzijn in deze voorstellingen zelf voorstel, d.i. de analytische eenheid der apperceptie is slechts onder de voorstelling van een synthetische mogelijk. n6 A. Korte samenvatting: Doordat ik analyserend verbind oftewel verbindend analyseer, is het mogelijk tot voorstelling van de eenheid van bewustzijn hieronder te komen hetgeen hetzelfde is als: dat ik verbindend analyseer oftewel analyserend verbind, wordt mogelijk gemaakt, wanneer ik mij een synthetische eenheid van het bewustzijn voorstel.- : Om met het laatste te beginnen: Mij voorstel ook nog? Ja, want Kant bedoelt: ze is er niet zonder haar te reflecteren, d.i. haar als zodanig voorstellen. Maar juist ware geweest, als hij had i.p.v. is mogelijk gezegd: blijkt duidelijk mogelijk. Voorts: Waarom die omkering van mogelijkheid? Wel, als de synthetische eenheid onder de analytische blijkt te schuilen, dan is dit meteen de conditio sine qua non hiervoor, nl. als het eigenlijke dat nu geïncludeerd dit analytische werk verricht.. B. : Ik analyseer als veeleenheid van gegeven voorstellingen, maar niet: die ik kan verbinden, m.a.w. die ik dan verbind, maar: die ik reeds verbindende was en waarvan ik me rekenschap geef, dat ik het ben die dat doe. Is onder de voorstelling mogelijk. Kant moet bedoelen: blijkt bij het zich voorstellen te zijn wat het is. Nogmaals: Pas dan? Alsof ik het ontplooien van deze activiteit pas zie bij ontplooiing? Ik moet mijn eenheid dus actueel aan mezelf bewijzen? Is het niet veeleer: Ik die dit noteer ben reeds van meet af aan degene die ook dat noteer, een gelijkoorspronkelijke verrichting uit één adem?, dit alleen ten volle opmerk achteraf? Ja, de zaak gaat nóg verder: Ik ben überhaupt mijn eigen wat achteraf, d.i. na deze samentelling vanuit de samentelling beschouwd, heet: volte en genereer, onder limitatie toespitsend menigvuldigheid van voorstelling(en), anders gezegd: ik ben reeds op gang zijnde levendige creativiteit.

15 De gedachte: deze in de aanschouwing gegeven voorstellingen behoren mij gezamenlijk toe, wil dan ook zoveel zeggen als dat ik ze in een zelfbewustzijn verenig, of ze tenminste daarin kan verenigen, en ofschoon deze gedachte zelf nog niet het bewustzijn van de synthese der voorstellingen is, M.a.w. ik heb ze wel (al), maar ben me daarmee nog niet bewust, dat ik ze synthetiseer. veronderstelt ze toch de mogelijkheid van de laatste, d.i. slechts daardoor, dat ik het veelvuldige ervan in mijn bewustzijn kan begrijpen, noem ik ze zelf gezamenlijk mijn voorstellingen; Ik begrijp: het bewustzijn is al impliciet goed voor de synthese. want anders zou ik een zo veelkleurig verscheiden Zelf hebben als ik voorstellingen heb, waarvan ik me bewust ben. Is dit wel een construeerbaar alternatief, want wel een alternatief? Immers dit heb ik nu ook al. Er is helemaal geen verschil. Hoe kómt Kant er dan bij? Hij heeft onder alles een aan de apperceptie eigen eenheid, die dus gemaakt is uit niet-eenheid. Uit der aard der zaak lukt het Kants ik niet om zich dit voor te stellen, zodat hem niets rest dan het maar te doen met een vermeend soortement on-eenheid. Maar jammer voor deze kijk is het, dat ook reeds het spontane ongereflecteerde, d.w.z. niet extra reflecterende, bewustzijn deze eenheid al heeft. Het verstand opereert vanuit de eenheid van bewustzijn, is inherente bewustzijnsfunctie. Het enige logisch kloppende alternatief zou zijn geweest, dat er evenveel ikken zouden zijn als voorstellingen, en daar die indeelbaar zijn, dus menigvuldig, zó n menigvuldigheid aan zó kleine ikjes opleveren, dat deze niets meer qua ik-zijn voorstellen. Synthetische eenheid van het veelvuldige der aanschouwingen, als a priori gegeven {het zetten op een rijtje }, is dus de grond van {constitueert} de identiteit der apperceptie zelf, die a priori aan al mijn bepaalde denken voorafgaat. Verbinding is niet gelegen in de voorwerpen, en kan uit deze niet door waarneming ontleend en in het verstand daardoor allereerst opgenomen worden, maar is alleen de verrichting van het verstand, : Ík zet op een rijtje dat verder niets anders is dan het vermogen om a priori te verbinden en het veelvuldige van gegeven voorstellingen onder de eenheid der apperceptie te brengen, wat het opperste principe in het hele menselijke kennen is. Dit principe, dat van de noodzakelijke eenheid der apperceptie, is nu weliswaar zelf identiek, dus een analytische uitspraak, M.a.w. ze moet doorgaan omdat er anders slechts een onsamenhangend ratjetoe zou zijn, en dit is een vanzelfsprekend vereiste oftewel vloeit uit de eis analytisch voort, waarvan acte. maar verklaart niettemin een synthese van het in een aanschouwing gegeven veelvuldige als noodzakelijk, Veronderstelt om totstand te komen een synthese.

16 zonder welke die steeds aanwezige identiteit van het zelfbewustzijn niet gedacht kan worden Dus de spontane voorstelling van een ik heeft een synthese nodig om überhaupt de identiteit van het zelfbewustzijn te kunnen denken. Want door het ik, als eenvoudige voorstelling, is niets menigvuldigs gegeven; Inderdaad niet helemaal meteen, maar alle protuberansen van gedachten is reeds dat spontane, maar wel is het zo, dat de notie ik niet identiek is met b.v. gevoelens, toch mag ik wel zeggen: gelijkoorspronkelijk. Ik genereer, maar heb dit vermogen, een bepaald vermogen, tóch als ingeschapen faculteit, in dier voege dat ik aan mijn beperkte vermogens, mijn respectieve zintuigen vastzit, er wel mee moet opereren om ook mezelf bewust te zijn, toch is dit alleen maar een facilitering van mijn genereren, niettemin is dit laatste niet zomaar nieuwcreatie, maar wat een vormgave van wat ik überhaupt kan doen en daarmee dan ook doe als modus van zichzelf (ik val dus bij als hoe ik geschapen ben), bovendien daarmee nader iets kan bepalen te doen, of te laten. in de aanschouwing, die daarvan onderscheiden is, kan het menigvuldige slechts gegeven en door verbinding in een bewustzijn gedacht worden. Een verstand waarin door het zelfbewustzijn tegelijk al het menigvuldige gegeven zou worden, zou aanschouwen; het onze kan alleen denken en moet de aanschouwing zoeken in de zintuigen. Maar het denken staat principieel en bij voorbaat nooit los van enige vorm van zintuiglijkheid, die bij ons alleen geordend is ondergebracht in de zintuigen, waartoe dan ook het innerlijk gevoels- en voorstellingsleven moet worden gerekend. Ik ben mij dus van het identieke Zelfbewust, ten aanzien van het menigvuldige van de mij in mijn aanschouwing gegeven voorstellingen, omdat ik ze gezamenlijk mijn voorstellingen noem, die er één constitueren. Dat is echter zoveel als dat ik mij van een noodzakelijke {d.i. het moet geschieden, wil het zijn wat het is} synthese daarvan a priori bewust ben, die de oorspronkelijke synthetische eenheid der apperceptie heet, waaronder al mijn voorstellingen staan, maar waaronder ze ook door een synthese gebracht moeten worden Ik moet mijn voorstellingen op mijn eenheid enten. Toch is dit mij veel te syn thetisch, want het ik is reeds een eenheid, die, omgekeerd, principieel en bij voorbaat haar bewustzijnsleven zet. Ik denk wordt dus meteen een of andere manier van aanschouwing, zou hierzonder dan ook geen ik denk zijn, afgedacht dus van de concrete vormgave in de zintuigen en gevoelsen voorstellingsleven (om dit te zien hoef je je ogen maar dicht te doen). Kantiaans formalisme. &17. De opperste grondstelling van de mogelijkheid van alle aanschouwing in relatie tot de zinnelijkheid was luidens de transcendentale esthetica, dat al het menigvuldige daarvan onder de formele voorwaarden van de ruimte en de tijd staan. De opperste grondstelling juist daarvan in relatie tot het verstand is: dat al het menigvuldige van de aanschouwing onder de voorwaarden van de oorspronkelijk-synthetische eenheid der apperceptie staan. Onder de eerste eerste staan alle menigvuldige voorstellingen van de aanschouwing zover ze ons gegeven worden, onder de tweede, zover ze in een bewustzijn moeten kunnen worden verbonden; want zonder dat kan niet daardoor gedacht of gekend worden, omdat de gegeven voorstellingen de act der apperceptie, ik denk, niet gemeen hebben, en daardoor niet in een zelfbewustzijn zouden zijn samengevat.

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53 Ten geleide Kant en de grenzen van de rede 15 Geraadpleegde literatuur 39 Verantwoording bij de vertaling 41 Immanuel Kant aan Marcus Herz (21 februari 1772) Het 'geboorteuur' van de Kritiek van de zuivere

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen Ten geleide Kants derde Kritiek: hoe kan de vrijheid worden verwerkelijkt? 15 Geraadpleegde literatuur 46 Verantwoording bij de vertaling 49 Immanuel Kant aan Johann Friedrich Reichardt 51 Immanuel Kant

Nadere informatie

DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT

DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT TRANSCENDENTALE COGNITIEVE PSYCHOLOGIE Input - Via de zintuigen - Indruk van tafel De apperceptie Het zelfbewustzijn, het ik denk De

Nadere informatie

Waarom bestaat God? Emanuel Rutten

Waarom bestaat God? Emanuel Rutten 1 Waarom bestaat God? Emanuel Rutten In een dansclub in Amsterdam zag ik ooit iemand die zich op de dansvloer ineens omdraaide en tegen een vrouw waarmee hij aan het begin van de avond kort gesproken had,

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten 1 Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012 Emanuel Rutten Goedemiddag. Laat ik beginnen met studievereniging Icarus en mijn promotor Rene van Woudenberg te bedanken

Nadere informatie

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005 Uit: Niks relatief Vincent Icke Contact, 2005 Dé formule Snappiknie kanniknie Waarschijnlijk is E = mc 2 de beroemdste formule aller tijden, tenminste als je afgaat op de meerderheid van stemmen. De formule

Nadere informatie

HEGEL S LOGICA. door Mr Drs A.Börger

HEGEL S LOGICA. door Mr Drs A.Börger HEGEL S LOGICA door Mr Drs A.Börger HEGEL S LOGICA door Mr Drs A.Börger Het begin is het abstracte Zijn, dat niets is. Dit Zijn in dus tevens Niet-Zijn. Eenheid: Worden. Zijn is negatie van Niet-Zijn;

Nadere informatie

Niet-feitelijke waarheden (2)

Niet-feitelijke waarheden (2) Niet-feitelijke waarheden (2) Emanuel Rutten Wat is waarheid? Er zijn weinig wijsgerige vragen die vaker zijn gesteld dan deze. In wat volgt ga ik er niet rechtstreeks op in. In plaats daarvan wil ik een

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen

Nadere informatie

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014 Opgave 2 Spiritueel scepticisme tekst 6 Jed McKenna is de schrijver van verschillende boeken over spiritualiteit. In zijn boeken speelt hij de hoofdrol als leraar van een leefgemeenschap. McKenna is spiritueel

Nadere informatie

Cultureel verslag Filosofie Immanuel Kant

Cultureel verslag Filosofie Immanuel Kant Cultureel verslag Filosofie Immanuel Kant Cultureel-verslag door een scholier 3826 woorden 8 juni 2018 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Durf te denken Kantisiaanse filosofie Copernicaanse wending

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Deel 1, Hoofdstuk 1 - Dat er iets buiten ons bestaat. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 In de inleidende toelichting nummer 0 heb ik gesproken

Nadere informatie

III De transcendentale benadering

III De transcendentale benadering III De transcendentale benadering 1 De transcendentale benadering van kennis 1.1 Rationalisme versus empirisme Immanuel Kant (1724-1804) heeft lange tijd in de Wolffiaanse traditie gewerkt. Het is vooral

Nadere informatie

Inhoud. 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7. 2 De termen logica en dialectiek 69

Inhoud. 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7. 2 De termen logica en dialectiek 69 Inhoud 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7 2 De termen logica en dialectiek 69 3 De dialectiek van Aristoteles in de Topica 73 Nawoord door Tjark Kruiger 81 [5] 1 Eristische dialectiek

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 5

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 5 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 5 Deel 1, Hoofdstuk 4 en 6 De volmaakte natuur en het niet bestaan van toeval Rikus Koops 24 juni 2012 Versie 1.0 Hoewel het vierde hoofdstuk op

Nadere informatie

Transcendentale vrijheid tegenover natuurlijke kausaliteit bij Immanuel Kant

Transcendentale vrijheid tegenover natuurlijke kausaliteit bij Immanuel Kant Transcendentale vrijheid tegenover natuurlijke kausaliteit bij Immanuel Kant Ulrich Grün, stud.nr.: 9212647 7 juli 2006 Inleiding In een wereld bestaande uit materie vinden veranderingen, zoals wij ze

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Kant over het mathematisch verhevene

Kant over het mathematisch verhevene Kant over het mathematisch verhevene G.J.E. Rutten Om te komen tot zijn conceptie van het mathematisch verhevene introduceert Kant eerst het onderscheid tussen groot-zijn (magnitudo) en een-grootte-zijn

Nadere informatie

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen

Nadere informatie

DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z.

DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z. DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z. subjectieve beleving) bij dieren wordt soms geopperd dat het analogie-principe

Nadere informatie

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil pagina 1 van 5 Home > Bronteksten > Plato, Over kunst Vert. Gerard Koolschijn. Plato, Constitutie (Politeia), Amsterdam: 1995. 245-249. (Socrates) Nu we [...] de verschillende elementen van de menselijke

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek NLP Test. 2012 Stichting NLP Kring Joost van der Leij

Wetenschappelijk onderzoek NLP Test. 2012 Stichting NLP Kring Joost van der Leij Wetenschappelijk onderzoek NLP Test 2012 Stichting NLP Kring Joost van der Leij Inleiding NLP is geen wetenschap, maar we kunnen er wel een van maken. Om hiermee te beginnen dienen we eerst de volgende

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Spinoza s Visie Dag 3 Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Module 3 Herhaling Belangrijke lessen dag 1 en 2 Kennis is de bron van ons geluk. Kennis van het hoogst denkbare geeft het grootst mogelijke

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Deel 1, Hoofdstuk 3 Dat de Natuur de oorzaak is. Rikus Koops 15 juni 2012 Versie 1.0 In de vorige toelichting heb ik de organisatie van de Natuur

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

Het Beeld van Onszelf

Het Beeld van Onszelf Het Beeld van Onszelf Onze natuurlijke staat van zijn is bewust-zijn, een bewustzijn dat niet van iets is, maar een allesomvattende staat van zuiver ervaren. Binnen dit bewustzijn is onze geest evenwichtig,

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/67507

Nadere informatie

Oplossing van opgave 6 en van de kerstbonusopgave.

Oplossing van opgave 6 en van de kerstbonusopgave. Oplossing van opgave 6 en van de kerstbonusopgave. Opgave 6 Lesbrief, opgave 4.5 De getallen m en n zijn verschillende positieve gehele getallen zo, dat de laatste drie cijfers van 1978 m en 1978 n overeenstemmen.

Nadere informatie

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: deel hoofdstuk Ko René 1 I II.A II.B II.C III.A III.B IV V 2 I II III IV V VI VII VIII IX X Besluit 1 VIA GOD NAAR DE ANDER is een studie van Ko Steketee

Nadere informatie

Inleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006

Inleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006 Inleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006 Freud (1917) Narcistische krenking Copernicus (1543) Darwin (1859/1871) Galileo Galileï (1564-1642)

Nadere informatie

Boeren op een Kruispunt vzw. Het helpend gesprek

Boeren op een Kruispunt vzw. Het helpend gesprek Boeren op een Kruispunt vzw Helpt je discreet op weg gratis 0800 99 138 Het helpend gesprek Geef LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen Wat mensen eerst en vooral willen, is iemand waaraan ze hun verhaal

Nadere informatie

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Naam: Violette van Zandbeek Vak: Social research Datum: 15 april 2011 1 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Als onderdeel van het vak social research

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 2

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 2 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 2 Deel 1, Hoofdstuk 2 - Wat God is. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 Inmiddels hebben we van Spinoza begrepen dat God bestaat, dat heeft hij ons

Nadere informatie

Leren Filosoferen. Tweede avond

Leren Filosoferen. Tweede avond Leren Filosoferen Tweede avond Website Alle presentaties zijn te vinden op mijn website: www.wijsgeer.nl Daar vind je ook mededelingen over de cursussen. Hou het in de gaten! Vragen n.a.v. vorige keer

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht. 4 Modulair rekenen Oefening 4.1. Merk op dat 2 5 9 2 2592. Bestaat er een ander getal van de vorm 25ab dat gelijk is aan 2 5 a b? (Met 25ab bedoelen we een getal waarvan a het cijfer voor de tientallen

Nadere informatie

Waarom een samenvatting maken?

Waarom een samenvatting maken? Waarom een samenvatting maken? Er zijn verschillende manieren om actief bezig te zijn met de leerstof. Het maken van huiswerk is een begin. De leerstof is al eens doorgenomen; de stof is gelezen en opdrachten

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 Kolom 4 Betrokken: je gaat meteen heel serieus in op de mening van de schrijver

Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 Kolom 4 Betrokken: je gaat meteen heel serieus in op de mening van de schrijver Leerstijltest NAAM, Voornaam: Figuur 1: invullijst. Per rij kun je door middel van een cijfer aangeven welke van de vier weergegeven woorden het meest of het minst passen bij jouw manier van leren. Het

Nadere informatie

Uit een inleiding en gesprek te Gouda 14 mei 2008 -

Uit een inleiding en gesprek te Gouda 14 mei 2008 - Jaargang 9 nr. 10 ( 3 juni 2008) Non-dualiteit van de ervaring Uit een inleiding en gesprek te Gouda 14 mei 2008 - Ja, we hebben het hier steeds over het herkennen van non-dualiteit. Het is duidelijk:

Nadere informatie

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden.

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden. Actief luisteren Om effectief te kunnen communiceren en de boodschap van een ander goed te begrijpen, is het belangrijk om de essentie te achterhalen. Je bent geneigd te denken dat je een ander wel begrijpt,

Nadere informatie

De lichtsnelheid kromt de ruimte. Mogelijke verklaring voor de grens van het heelal

De lichtsnelheid kromt de ruimte. Mogelijke verklaring voor de grens van het heelal 1 De lichtsnelheid kromt de ruimte Mogelijke verklaring voor de grens van het heelal Inleiding 2 De lichtsnelheid, zo snel als 300.000.000 meter per seconde, heeft wellicht grote gevolgen voor de omvang

Nadere informatie

Onze geestelijke werkelijkheid. uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956

Onze geestelijke werkelijkheid. uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956 uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956 Wanneer je leeft en je zoekt naar hogere krachten, dan vind je veel verbluffende verschijnselen. Je vindt de grote goden en de kleine goden als werkzame krachten

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3 Kennen en Weten

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3 Kennen en Weten Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3 Kennen en Weten Samenvatting door een scholier 2177 woorden 15 juni 2010 5,9 17 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Het oog in de storm 3. Kennen en Weten 2 soorten

Nadere informatie

Een beeld dat ons gevangen houdt. Over de epistemische status van de metafysica in het vertoog van Guido Vanheeswijck

Een beeld dat ons gevangen houdt. Over de epistemische status van de metafysica in het vertoog van Guido Vanheeswijck 1 Een beeld dat ons gevangen houdt. Over de epistemische status van de metafysica in het vertoog van Guido Vanheeswijck Emanuel Rutten Het essay van Vanheeswijck laat zich lezen als een boeiend en gepassioneerd

Nadere informatie

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

Wiskundige beweringen en hun bewijzen Wiskundige beweringen en hun bewijzen Analyse (en feitelijk de gehele wiskunde) gaat over het bewijzen van beweringen (proposities), d.w.z. uitspraken waaraan de karakterisering waar of onwaar toegekend

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht. 4 Modulair rekenen Oefening 4.1. Merk op dat 2 5 9 2 = 2592. Bestaat er een ander getal van de vorm 25ab dat gelijk is aan 2 5 a b? (Met 25ab bedoelen we een getal waarvan a het cijfer voor de tientallen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 De (on)werkelijkheid in Goodbye, Lenin!

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 De (on)werkelijkheid in Goodbye, Lenin! Opgave 3 De (on)werkelijkheid in Goodbye, Lenin! 12 maximumscore 2 een uitleg dat volgens Hume het uniformiteitsprincipe filosofisch niet te verantwoorden is: omdat het uniformiteitsprincipe niet is te

Nadere informatie

NL_BL_Signaalwoorden_verbandenV2012_1.doc www.harnmeijer.nl 1

NL_BL_Signaalwoorden_verbandenV2012_1.doc www.harnmeijer.nl 1 Signaalwoorden Signaalwoorden geven een signaal dat er een bepaald verband staat tussen zinsdelen, zinnen of alinea s. Het signaalwoord geeft zelf het verband aan. Hieronder een aantal van de meest gebruikte

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl. 9 februari 2009 BEWIJZEN

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl. 9 februari 2009 BEWIJZEN Discrete Structuren Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 9 februari 2009 BEWIJZEN Discrete Structuren Week1 : Bewijzen Onderwerpen Puzzels

Nadere informatie

De schepping van de mens Studieblad 6

De schepping van de mens Studieblad 6 -1- GODS PLAN MET MENSEN Dit is een uitgave van de Volle Evangelie Gemeente Immanuël Breda Auteur: Cees Visser (voorganger) De schepping van de mens Studieblad 6 Inleiding Mensbeeld Uitgangspunt Stof In

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn?

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? 11 maximumscore 2 een uitleg met een citaat uit tekst 7 dat Nagels probleem van de vleermuizen een epistemologisch probleem van andere geesten is: we weten

Nadere informatie

PROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens

PROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens PROPOSITIELOGICA fundament voor wiskundig redeneren Dr. Luc Gheysens PROPOSITIELOGICA Een propositie of logische uitspraak, verder weergegeven door een letter p, q, r is een uitspraak die in een vastgelegde

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

Propositie: inhoud van een uitspraak (In welke taal dan ook, de inhoud blijft hetzelfde).

Propositie: inhoud van een uitspraak (In welke taal dan ook, de inhoud blijft hetzelfde). Boekverslag door L. 1713 woorden 22 januari 2014 6.2 35 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Scepticisme: geen enkele bron van kennis is betrouwbaar Empirisme: bron van kennis zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Wie iets van de diepe lagen van het Johannesevangelie wil begrijpen, moet goed lezen en goed luisteren.

Wie iets van de diepe lagen van het Johannesevangelie wil begrijpen, moet goed lezen en goed luisteren. Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Ik vind het evangelie volgens Johannes een moeilijk evangelie. Soms moet ik 2, 3 keer lezen wat er staat en dan nog vraag ik me af of ik er iets van

Nadere informatie

Onthullingen van Kennis

Onthullingen van Kennis Onthullingen van Kennis Caleidoscoop van Kennis Facetten verschuiven door tijd Vorm en structuur doemen op Gestalte gegeven door Kennis Patronen behouden het ritme De potentie van het punt Hoofdstuk 2

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

De mens en het religieuze

De mens en het religieuze 1 De mens en het religieuze Een humanistisch-antropocentrische fundering van een spiritueel-monotheïstische wereldbeschouwing Initiële opzet van driedelig project G.J.E. Rutten Opmerking vooraf: Het is

Nadere informatie

SATSANG VAN 2 MAART De kracht van positief denken. Sem spreekt:

SATSANG VAN 2 MAART De kracht van positief denken. Sem spreekt: SATSANG VAN 2 MAART 2008 De kracht van positief denken. Sem spreekt: Als eerste wil ik duidelijk maken dat het is zo als ik nu denk, dat het is op dit moment. Als jij er anders over denkt dan is dit geen

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Gemeente van de levende,

Gemeente van de levende, 10 maart 2019 1 e van de Veertigdagen Lucas 4, 1 13 Als jij Gods zoon bent kan je eens te meer mens zijn Gemeente van de levende, We kennen ze vast uit de krant Twee tekeningetjes die op het eerste gezicht

Nadere informatie

Alexander Zöllner: "Ego wil overal zijn behalve in het nu omdat het in nu niet kan bestaan."

Alexander Zöllner: Ego wil overal zijn behalve in het nu omdat het in nu niet kan bestaan. Alexander Zöllner: "Ego wil overal zijn behalve in het nu omdat het in nu niet kan bestaan." Aan boeken en cursussen voor coaches is geen gebrek. Toch vult Alexander Zöllner met zijn opleidingen en nu

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

Ratio en Rede. essays

Ratio en Rede. essays Fysica en Metafysica Ratio en Rede essays Godfried Kruijtzer 2018 Delft Academic Press Uitgegeven door by Delft Academic Press (VSSD Publishers) Leeghwaterstraat 42, 2628 CA Delft, The Netherlands tel.

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Enkele valkuilen om te vermijden

Enkele valkuilen om te vermijden Enkele valkuilen om te vermijden Dit document is bedoeld om per onderwerp enkele nuttige strategieën voor opgaven te geven. Ook wordt er op een aantal veelgemaakte fouten gewezen. Het is géén volledige

Nadere informatie

Ondernemerschapsblokkades

Ondernemerschapsblokkades Ondernemerschapsblokkades Wat houdt je tegen om je droom werkelijkheid te laten worden? En hoe los je dat op? 7 tips om in actie te komen! Samengesteld door Willemijn Lau Hoi toekomstig professional, Wat

Nadere informatie

BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN

BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN BEWUSTZIJN BEWUSTZIJN ZELFBEWUST-ZIJN N.B. KANT (APPERCEPTIE) BEWUSTZIJN LEVEND WEZEN BEWUSTZIJN (CREATURE CONSCIOUSNESS) BEWUSTZIJN VAN MENTALE TOESTANDEN

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie vwo II

Eindexamen Filosofie vwo II 3 Antwoordmodel Opgave 1 De empirische werkelijkheid 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een goede uitleg van wat het verificatie- en het confirmatieprincipe inhouden 2 een goede uitleg dat

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

WISKUNDE B -DAG 2002 1+ 1 = 2. maar en hoe nu verder? 29 november 2002

WISKUNDE B -DAG 2002 1+ 1 = 2. maar en hoe nu verder? 29 november 2002 - 0 - WISKUNDE B -DAG 2002 1+ 1 = 2 maar en hoe nu verder? 29 november 2002 De Wiskunde B-dag wordt gesponsord door Texas Instruments - 1 - Inleiding Snel machtverheffen Stel je voor dat je 7 25 moet uitrekenen.

Nadere informatie

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2 Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

Kansrekenen: Beliefs & Bayes

Kansrekenen: Beliefs & Bayes Kansrekenen: Beliefs & Bayes L. Schomaker, juni 2001 Bereik van kansen 0 P (A) 1 (1) Kansen op valide en onvervulbare proposities P (W aar) = 1, P (Onwaar) = 0 (2) Somregel P (A B) = P (A) + P (B) P (A

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3, Wat is kennis?

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3, Wat is kennis? Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3, Wat is kennis? Samenvatting door een scholier 2877 woorden 26 mei 2006 8 42 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Paragraaf 1: soorten kennis Ervaringskennis

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017 IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 017 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Gegeven is cirkel ω met middellijn AK. Punt M ligt binnen de cirkel, niet op lijn AK. De lijn AM snijdt

Nadere informatie

Hieronder staan 80 uitspraken. Kruis aan of je het er mee eens bent of juist niet. Sla geen uitspraken over.

Hieronder staan 80 uitspraken. Kruis aan of je het er mee eens bent of juist niet. Sla geen uitspraken over. Leerstijl test Vragenlijst leerstijl Hieronder staan 80 uitspraken. Kruis aan of je het er mee eens bent of juist niet. Sla geen uitspraken over. Eens 1. Ik heb uitgesproken ideeën over recht, onrecht,

Nadere informatie

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon 1.1 Wie is Christus? Deze vraag (Matth. 16:15) is de belangrijkste die je ooit onder ogen zult krijgen. Het Evangelie naar Johannes werd geschreven opdat u gelooft

Nadere informatie

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd http://lemniscaatacademie.com francis@lemniscaatacademie.be Lemniscaat Kompas 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd RELATIE Verhouding INHOUD FOCUS Het thema waar het echt om gaat CONTEXT Cultuur

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2002-I

Eindexamen filosofie vwo 2002-I Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen Maximumscore 3 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een antwoord op de vraag of de Weense Kring de uitspraak zinvol zou vinden: ja 1 een omschrijving

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking * PTA code: ED/st/05 * Docent: MLR * Toetsduur: 100 minuten. * Deze toets bestaat uit 11 vragen. Het totaal aantal punten dat je kunt behalen is: 32. * Kijk voor je begint telkens eerst de vraag kort door,

Nadere informatie

3. Structuren in de taal

3. Structuren in de taal 3. Structuren in de taal In dit hoofdstuk behandelen we de belangrijkst econtrolestructuren die in de algoritmiek gebruikt worden. Dit zijn o.a. de opeenvolging, selectie en lussen (herhaling). Vóór we

Nadere informatie

-2010/AR/18.B - Folio 32.31- die daden van koophandel uitoefent en daarvan hoofdzakelijk of aanvullend zijn gewoon beroep maakt. ambachtsonderneming: de onderneming opgericht door een private persoon die

Nadere informatie

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0.

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0. REKENEN VIJFDE KLAS en/of ZESDE KLAS Luc Cielen 1. REGELS VAN DEELBAARHEID. Luc Cielen: Regels van deelbaarheid, grootste gemene deler en kleinste gemeen veelvoud 1 Deelbaarheid door 10, 100, 1000. Door

Nadere informatie

Een interpretatie van communicatie Rumi Knoppel

Een interpretatie van communicatie Rumi Knoppel Deel 1 Een interpretatie van communicatie Rumi Knoppel Voorwoord Om te beginnen met het uiteenzetten van een interpretatie van communicatie en de daarbij behorende analyse ben ik gehouden om aan te geven

Nadere informatie

Het bewijs van het bestaan van God

Het bewijs van het bestaan van God Spinoza notitie Nummer 8 Een analyse van Ethica deel 1 stelling 1 tot en met 11 Rikus Koops 6 december 2016 Versie 1.0 Steekwoorden Spinoza, bewijs van God, Korte Verhandeling Samenvatting In deze notitie

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie