RICHTLIJNEN VOOR DE BEBAKENING EN MARKERING VAN WEGEN. Hoofdstuk III MARKERINGEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM
|
|
- Simon van den Berg
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 RICHTLIJNEN VOOR DE BEBAKENING EN MARKERING VAN WEGEN Hoofdstuk III MARKERINGEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM
2
3 I l l MARKERINGEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM INHOUD 0 ALGEMEEN 0.1 Dverzicht van de figuren 1 INLEIDING 2 WEGVAKKEN TUSSEN KRUISPUNTEN 2.1 Indeling van het dwarsprofiel 2.2 Wisselstroken 2.3 Parkeergelegenheden 2.4 Parkeerfaciliteiten 2.5 Taxistandplaatsen 2.6 Bushalten 2.7 Laad- en loshavens 2.8 Gele streep als markering voor parkeerverbod 3 AANSLUITINGEN 3.1 Aansluiting van een weg op een voorrangsweg; voorrangsaans1uiting 3.2 Aansluiting van twee niet-voorrangswegen 3.3 Aansluiting met weg voor eenrichtingverkeer 4 KRUISPUNTEN 4.1 Kruispunt van een weg met een voorrangsweg; voorrangskruispunt 4.2 Kruispunt van twee niet-voorrangswegen 4.3 Kruispunt waarbij e & n der wegen al dan niet plaatselijk van gescheiden rijbanen is voorzien 4.4 Kruispunt met vrijliggende trambaan, goederenspoor of havenspoor BM Afl. 1 januari 1976
4 I l l KRUISPUNTEN MET VERKEERSLICHTEN 5.1 Opstelstroken voor motorvoertuigen en/of voor gemengd verkeer 5.2 Opstelstroken voor (brom)fietsen 6 VERKEERSPLEINEN 6.1 Verkeersplein zonder verkeerslichtenregeling 6.2 Verkeersplein met verkeerslichtenregeling 7 GEMARKEERDE PLAATSEN BIJ KRUISPUNTEN WAAR [BROM)FIETSEN OVERSTEKEN 7.1 (Brom)fietspad, dat tot de voorrangsweg behoort fl VOETGANGERSOVERSTEEKPLAATSEN 9 BIJZONDERE MARKERINGEN OP KRUISPUNTEN 9.1 Markering met geleidingsstrepen 9.2 Markering met een afgekruist vak 9.3 Markering, die aangeeft dat linksafslaande voertuigen voor elkaar langs moeten draaien 10 VOORBEELDEN VAN UITGEWERKTE KRUISPUNTMARKERINGEN 11 UITRITTEN 11.1 Eenvoudige uitrit 11.2 Uitrit van allure 12 INLEIDENDE MARKERING VOOR TRAMHEUVELS 13 MARKERING VRIJE BUS- EN TRAMBANEN 13.1 Vrije busbaan 13.2 Vrije trambaan januari 1976
5 3 - I l l 14 BIJ ZONDERE PIJLMARKERINGEN 14.1 Bajonetpijl 14.2 Vishaakpijl 14.3 Dubbele p i j l 14.4 P i j l met brugsymbool 14.5 Fonteinpij Drie-richtingenpij1 15 MARKERINGEN VAN (BROM)FIETSPADEN 15.1 Markeringen van (brom)fietspaden binnen de bebouwde kom 16 VERMINDERING VAN HET AANTAL RIJSTROKEN 16.1 Vermindering van het aantal rijstroken binnen de bebouwde kom 17 MARKERING VAN EEN VERKEERSDREMPEL BM Afl.3 juni 1986
6
7 IIl-U ALGEMEEN 0.1 Overzicht van de figuren Algemene dwarsprofielen van wegen binnen de bebouwde kom (tweerichtingverkeer) Algemene dwarsprofielen van wegen binnen de bebouwde kom (eenrichtingverkeer) t/m Weg voor tweerichtingverkeer (lengtemarkeringen) t/m Weg voor eenrichtingverkeer (lengtemarkeringen) Rijbaan voor tweerichtingverkeer met drie rijstroken waarvan * er n wisselstrook is en Parkeerhavens voor langsparkeren en Parkeerhavens voor gestoken parkeren en Langsparkeervakken met parkeermeters Insteekparkeervakken op parkeerterreinen en Parkeerfaciliteit (bijvoorbeeld voor invaliden) t/m Parkeerfaciliteit (bijvoorbeeld voor invaliden) in insteekparkeerhavens Taxistandplaatsen t/m Bushalten en Laad- en loshavens t/m Aansluiting van een weg op een voorrangsweg Aansluiting van een weg, smaller dan 5,10 m, op een voorrangsweg en Aansluiting van een weg op een voorrangsweg indien bord 10 van bijlage II van het RVV is geplaatst Afmetingen van de "geknikte" stopstreep Inleidende markering van verkeersgeleiders BM Afl. 1 januari 1976
8 III-O t/m en en en en t/m en Aansluiting van twee niet-voorrangswegen Aansluiting van twee niet-voorrangswegen met geverfde verkeersdruppel Aansluiting van een weg met eenrichtingverkeer op een voorrangsweg Aansluiting van een weg met eenrichtingverkeer op een niet-voorrangsweg Kruispunt van een weg met een voorrangsweg Kruispunt van twee niet-voorrangswegen Kruispunt van twee niet-voorrangswegen (woonstraten) Kruispunt van een weg met een voorrangsweg met een smalle middenberm Kruispunt van een weg met een voorrangsweg met een brede middenberm Kruispunt van een weg met een voorrangsweg met een brede middenberm en een linksaf-vak in de versmalde middenberm Kruispunt van een weg met een voorrangsweg met een middenberm en een linksaf-vak in de versmalde middenberm Spoorwegovergang of kruispunt met een vrijliggende trambaan (ruitmarkering) Voorbeelden van markering van opstelstroken op t/m kruispunten en aansluitingen met verkeerslichten binnen de bebouwde kom Verschuiving van de rijstroken bij een kruispunt Opstelstroken voor (brom)fietsen 5,2.1 en Fietssymbool Verkeersplein in kleinere uitvoering zonder verkeerslichtenregeling en Verkeersplein van kleinere afmetingen met verkeers lichtenregeling januari 1976
9 t/m Aansluiting van een weg op een voorrangsweg met (brom)fietspad dat tot de voorrangsweg behoort Aansluiting van een weg op een voorrangsweg met naastliggend (brom)fietspad dat tot de voorrangsweg behoort, indien bord 10 van bijlage II van het RVV is geplaatst en Gecombineerde oversteekplaats voor (brom) fietsen en voetgangers t/m Oversteekplaats voor (brom)fietsen bij een in beide richtingen bereden fietspad Geleidestrepen Markering die de eis tot vrijhouden van het kruispunt benadrukt Markering van rijstroken voor 1inksafslaand verkeer op hoofdrijbanen van voorrangswegen bij van verkeerslichten voorziene kruispunten met smalle middengeleiders Idem, met pijlmarkering Markering van rijstroken bij met verkeerslichten geregelde kruispunten voor linksafslaand verkeer op hoofdrijbanen van voorrangswegen, die voorzien zijn van een middenberm (breder dan 5 m) Idem, met pijlmarkering Markering van rijstroken bij met verkeerslichten geregelde kruispunten voor linksafslaand verkeer op wegen, die beide zijn voorzien van een middenberm t/m Voorbeeld van markering in een bestaande situatie BM Afl.3 juni 1986
10 III-Q U i t r i t t/m Tramheuvels Markering vrije busbaan Markering vrije busbaan bij een met verkeerslichten geregeld kruispunt Markering vrije trambaan en Bajonetpijl Vishaakpijl en Dubbele p i j l t/m P i j l met brugsymbool Fonteinpijl Toepassing van de drie-richtingenpij Markering van (onverlicht) (brom)fietspad in twee richtingen bereden, binnen de bebouwde kom Markering van (onverlicht) (brom)fietspad in twee richtingen bereden, binnen de bebouwde kom (waarschuwingsstreep) Verdrijfpijlen op de rijbaan van een stadsautosnelweg Verdrijfpijlen op de rijbaan van een dubbel baansweg waarop een snelheid is toegestaan van 70 km/h Verdrijfpijlen op de rijbaan na een met verkeerslichten geregeld kruispunt 17.1 Taludmarkering t.b.v. verkeersdrempeis juni 1986
11 III INLEIDING Binnen de bebouwde kom worden wegen van een zeer verschillend algemeen karakter aangetroffen, terwijl op de meeste van deze wegen de beslissingspunten relatief kort na elkaar zijn gelegen. Daarbij wordt het stedelijk wegennet belast door verkeer van zeer uiteenlopende aard. De snelheid op stedelijke wegen is beperkt tot 50 km/h (met uitzondering van enkele wegen waarop een hogere snelheid is toegestaan). Deze richtlijnen zijn bedoeld voor wegen waarop niet sneller mag worden gereden dan 50 km/h. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de afmetingen van een aantal markeringen en de soms wat uitgebreidere informatie die aan de weggebruiker wordt gegeven. Het verdient aanbeveling. voor de markering van stedelijke wegen waarop sneller mag worden gereden dan 50 km/h, hoofdstuk II, "Markeringen buiten de bebouwde kom" overeenkomstig toe te passen. Indien stedelijke wegen zijn voorzien van een uit kleine elementen bestaande bestrating en voor de markering speciale witte elementen worden gebruikt, is een geringe afwijking van de voorgeschreven maten toegestaan. Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat in dit gedeelte alleen die markeringen worden behandeld, die niet of slechts in beperkte mate in het algemene gedeelte zijn behandeld. BM Afl. 1 januari 1976
12
13 2-1 2 WEGVAKKEN TUSSEN KRUISPUNTEN 2.1 Indeling van het dwarsprofiel Gezien het sterk uiteenlopende karakter van stedelijke wegen lengbe- mavkevlng kan niet zonder meer worden gesteld, dat deze van een lengtemarkering moeten worden voorzien. Het verdient aanbeveling stedelijke wegen die een belangrijke verkeersfunctie vervullen, in ieder geval van lengtemarkeringen te voorzien. Voor de wegen die van een lengtemarkering worden voorzien, worden de volgende maten aangehouden. Rijbanen die breder zijn dan 5,80 m, kunnen van as- en kantstrepen worden voorzien. Indien rijbanen echter begrensd warden door een verhoogde band, kunnen de kantstrepen achterwege worden gelaten. Rijbanen die smaller zijn dan 5,80 m, doch breder dan 5,10 m, mogen wel van een asstreep, maar niet van een kantstreep worden voorzien. Rijbanen worden niet van een lengtemarkering voorzien indien zij smaller zijn dan 5,10 m. Voor de indeling van het dwarsprofiel worden de volgende maten dwarsprofiei tussen de lengtemarkeringen aangehouden: - Rijstrook 3,50 m (min. 2,75 mj (in sommige situaties kan worden volstaan met 2,50 m) - Strook voor rijdende en gepar- keerde motorvoertuigen min. 4,50 m - -Strook voor motorvoertuigen en (brom)fietsen 4,50 m (min. 3,50 m) (indien naast deze strook motor voertuigen worden geparkeerd, bedraagt het minimum 4,00 m) - Strook voor (brom)fietsen ca. 2,00 m (min. 1,50 m) - Strook bestemd voor langsparkeren ca. 2,00 m (parkeerhavens, keermeters) vakken bij par BM Afl. 1 - Met behulp - januari 1976
14 III-2 Het behulp van deze maten kunnen de meeste dwarsprofielen worden samengesteld. In de figuren en zijn overzichten gegeven van een aantal dwarsprofielen voor wegen met respectievelijk tweerichtingverkeer en eenrichtingverkeer. In de figuren tot en met zijn de bijbehorende lengtemarkeringen weergegeven. asstreep De asstreep, die een weg in twee stroken verdeelt, wordt in het algemeen onderbroken uitgevoerd en wel in een 1-3 patroon; dat wil zeggen, dat strepen van 1 m lengte worden afgewisseld door tussenruimten van 3 m. De toepassing van doorgetrokken as- of deelstrepen moet, gezien het stringente overschrijdingsverbod (art. 122 van het RVV), worden beperkt tot die gevallen, waarin het overschrijden uit veiligheidsoverwegingen ontoelaatbaar is. In het algemeen zullen dergelijke situaties slechts aanwezig zijn in onoverzichtelijke bogen in wegen met tweerichtingverkeer en bij veranderingen van het aantal rijstroken in dergelijke wegen. De asstreep voor wegen met vier of meer rijstroken is in het algemeen een doorgetrokken streep. In voorkomende gevallen kan, afhankelijk van de situatie, bijvoorbeeld bij de aanwezigheid van uitritten, over korte lengten ook een onderbroken streep met een 3-1 patroon worden toegepast. deelstreep (brom)fietsstrook De deelstrepen tussen rijstroken zijn onderbroken strepen met een 1-3 patroon. De scheiding tussen een strook voor (brom)fietsen, anders dan bedoeld in het eerste l i d van artikel 128 van het RVV, en een rijstrook bestaat uit een onderbroken streep met een 1-1 patroon. breedte van de lengtemarkering Alle lengtemarkeringen hebben een breedte van 0,10 m, tenzij anders aangegeven. 2.2 Wisselstroken Wisselstrook Een wisselstrook wordt op het wegdek aangegeven door middel van januari dubbele -
15 III dubbele waarschuwingsstrepen ter weerszijden van deze strook. Deze strepen hebben een 3-1 patroon. De breedte is 0,10 m, de onderlinge afstand tussen de strepen bedraagt eveneens 0,10 m. In figuur is een toepassing weergegeven. Bij gebrek aan ruimte in het dwarsprofiel kan een enkele in plaats van een dubbele waarschuwingsstreep worden toegepast. 2.3 Parkeergelegenheden Ter plaatse van parkeerhavens krijgt de kantstreep een 1-1 langsparkeren patroon. Indien de rijbaan geen kantstrepen heeft, wordt de parkeerhaven door middel van een 1-1 streep van de rijbaan gescheiden (fig en 2.3.2). Deze markering kan achterwege blijven indien een verschil in verharding of kleur de scheiding voldoende accentueert. Indien in deze havens gestoken moet worden geparkeerd, dient dit door middel van een vakindeling te worden aangegeven met gestoken parkeren behulp van strepen of door middel van een kleur- en/of materiaalverschil (fig en 2.3.4). Bij parkeermeters wordt a l t i j d een vakindeling toegepast. De markering is weergegeven in de figuren en De strepen, die in parkeerhavens of parkeerstroken de vakkenindeling aangeven, mogen een minimumbreedte van 5 cm hebben. parkeren bij parkeermeter afmetingen parkeervak Indien ten gevolge van de afmetingen van de parkeervakken geen regelmatig patroon van de 1-1 streep verkregen wordt, kan van de lengte van streep en interval enigszins worden afgeweken. Bij langsparkeren bedraagt de breedte van een vak voor personenauto's ca. 2,00 m en de lengte ca. 6,00 m. Bij gestoken parkeren bedraagt de breedte van een dergelijk vak 2,30-2,50 m. De breedte van parkeervakken kan afhankelijk zijn van de aard van de voertuigen waarvoor z i j bedoeld zijn. Bijvoorbeeld voor vrachtauto's zullen de maten groter zijn dan hierboven aangegeven. BM Afl. 1 - Op - januari 1976
16 III-2 insteek-parkeevvak op parkeertevrein p parkeerterreinen kan voor insteekparkeervakken een markering a l s i n f i g U L j r worden toegepast, waardoor een zorgvuldiger wijze van parkeren wordt bevorderd. 2.4 Parkeerfaciliteiten gevesevveevde parkeerplaats Indien een parkeerplaats is gereserveerd (parkeerfaciliteit), wordt dit door middel van een bord aangegeven. De betrokken parkeerplaats kan dan gemarkeerd worden door middel van doorgetrokken strepen en voorzien van een kruis ( afgekruist vak). Dok indien dit vak in een parkeerhaven is gelegen, wordt aan de r i j - baanzijde de doorgetrokken streep aangebracht (fig t/m 2.4.5). 2.5 Taxistandplaatsen taxistandplaats Een taxistandplaats wordt aangeduid door egn of meer borden. p het wegdek wordt de taxistandplaats aangegeven door middel van afgekruiste vakken (fig ). Het aantal vakken is gelijk aan het op het bord aangegeven aantal taxi's. De breedte van een vak is ca. 2,00 m; de lengte ca. 5,00 m. Deze markering wordt op of buiten de rijbaan aangebracht. 2.6 Bushalten bushalte afmetingen Een bushalte wordt aangeduid door middel van een bord. Het verdient aanbeveling de afstand waarover het stopverbod bij de bushalte van kracht is, nader aan te duiden door middel van een r i j afwisselend zwarte en witte blokken direct achter de trottoirband. In het algemeen worden hiervoor zwarte en witte trottoirtegels gebruikt. De lengte van een gemarkeerde bushalte bedraagt, gemeten evenwijdig aan de as van de rijbaan, 24 tot 36 m per bushaltebord (zie artikel 81 l i d 2 onder f van het RVV). Indien ter weerszijden van een bushalte geparkeerd mag worden, wordt rekening gehouden met voldoend grote in- en uitrijhoeken, echter met inachtneming van het vorengenoemde maximum van 36 m (fig ). -Indien - januari 1976
17 1II Indien een bushalte b i j een straathoek i s gelegen, wordt de markering als weergegeven in figuur bushalte bij straathoek In gebieden met parkeercongestie, bijvoorbeeld in binnensteden, kan het gewenst zijn de bushalte extra te accentueren door extra markering middel van afgekruiste vakken, waarbij tussen de kruisen geen dwarsstrepen voorkomen (fig ). Indien een bushalte buiten de r i j b a a n i s gelegen, wordt de kantstreep ter plaatse van de bushalte doorgezet. Ontbreekt een kantstreep, dan wordt de bushalte door middel van een doorgetrokken bushalte buiten de rijbaan streep gescheiden van de rijbaan. Een voorbeeld van de markering van een dergelijke haven voor een bushalte is opgenomen in figuur Indien de rijbaan is voorzien van een strook voor (brom)fietsen of indien langs de rijbaan een aanliggend (brom)fietspad aanwezig i s, wordt deze voorziening bij voorkeur achter de bushalte om gevoerd. bushalte in parkeerhaven Indien de bushalte onderdeel uitmaakt van een parkeerhaven, verdient het aanbeveling naast de blokmarkering bovendien de markering met kruisen toe te passen als weergegeven in figuur Laad- en loshavens Laad- en loshavens worden aangeduid met bord 54 d van bij]age II, behorende bij het RVV. laad- en loshaven Vooral in gebieden met parkeercongestie kan het gewenst zijn de laad- en loshavens extra te accentueren. i t kan gebeuren door middel van kruisen, waarbij tussen de kruisen geen dwarsstrepen voorkomen (fig en 2.7.2). Gele streep als markering voor parkeerverbod p plaatsen waar een parkeerverbod geldt, kan alleen over korte gele streep afstand een aanduiding door middel van een gele streep worden toegepast, zoals omschreven in art. 126 van het RVV. Het gebruik van deze gele streep als markering voor een parkeerverbod is echter aan de volgende beperkingen onderhevig. beperking toepassing BM Afl. 1 p plaatsen - januari 1976
18 III-2 Op plaatsen waar het reeds om andere redenen verboden is s t i l te staan of te parkeren, dient deze markering niet toegepast te worden. Dit betekent dat er in ieder geval geen gele streep aangebracht dient te worden op de volgende plaatsen: - bushaltes, - in- en uitritten, - vanaf 5 meter voor een zebra, - bochten waar een parkeerverbod geldt volgens art. 83 l i d d van het RVV, - doorgetrokken streep zoals omschreven in art. 83 l i d e van het RVV, - taxistandplaats, - parkeerplaats invaliden, - laad- en loshavens januari 1976
19 I l l 2 ALGEMENE DWARSPROFIEL EN VAN WEGEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM ( TWEERICHTINGVERKEER) L- K S > ' w profiel A. Voor lengtemarkeringen zie fig kc I ^ 3.50 ( 2.75 ) ^ ^ 3 50 ( S 2.75 ) y strook voor (motor) voer. tuiqen en (brom) fietsen fc- 2 profiel B. Voor lengtemarkeringen zie fig ca 2 ^ 3.50 (, 2.75 )' ^ ( > 2.75 ) ^ < ( &, 5 0 > > ( 2.75 )* ^ strook voor (brom) fietsen k * profiel C. Voor lengtemarkeringen zie fig ca. 2 > A ( > ( > 2 75) 4<e strook be. stemd voor ^parkeren ^ strook voor (motor)voertuigen en I brom ) fietsen profiel D. Voor lengtemarkeringen zie fig ca ca 2 (21.50) 3 50 ( 2.75 ) 3.50 ( > 2.75; ^ strook bestemd voor strook voor (brom) ^fietsen profiel E. Voor lengtemarkeringen zie fig * in sommige situaties kan eventueel tot 2,50 worden teruggegaan. maten in m fig BM Af I 1 jan "76
20
21 Ill 2 ALGEMENE DWAR5PR0FIELEN VAN WEGEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM (EENRICHTINGVERKEER) als profiel B.C.D of E (zie fig.2.1.1) _ 3.50 ( > 2 75 )* ^, ^ 3.50 (S 2 75 )* - K >- < > - K >- I - i profiel F. Voor lengtemarkeringen zie fig ( > 2.75) ^ > A.50 als profiel B. C, D of E zie fig.2.1.1) prof lei G. Voor lengtemarkeringen zie fig rs strook voor rijdende en geparkeerde(motor) voertuigen ( > 2.75)' ( > 2.75) * ^. ca <S > als profiel (zie fig.2.1.1) B.C.DotE strook bestemd voor ai Keren profiel H. Voor lengtemarkeringen ; le fig In sommige situaties kan eventueel tot 2 50 worden teruggegaan maten in m fig M Af 1.1 jan '76
22
23 Ill-2 WEG VOOR TWEERICHTINGVERKEER ( LENGTEMARKERINGEN) t 0,10 jj A rj 1 trottoirband m profiel A maten in m fig BM Af 1.1 jan 76
24
25 111-2 WEG VOOR TWEERICHTINGVERKEER (LENGTEMARKERINGEN) 0,10 0,10 0,10 4,50 = 3.50) J. 3, 50 I 2.75)' 1^3.50 (= 2.75)* ^ 4,50(g 3,50) trot toi rband -ET strook voor (motor) voertuigen en (brommietsen strook voor (motor) voertu i gen en (brom)fietsen 55 v- * In sommige situaties kan eventueel tot 2,50 worden teruggegaan. In voorkomende gevallen afhankelijk van de situatie een 3-1 streep toepassen. profiel B BM Afl.1 maten in m fig jan - 76
26
27 WEG VOOR TWEERICHTINGVERKEER (LENGTEMARKERINGEN) co 2 Ji' \ 2.751*-I" 3.50(= 2.75)*. ^> 'JI ^ 5 r CO. L trottoirband * In sommige situaties kan eventueel tot 2.50 worden teruggegaan N.B. In deze situatie kan een parkeerverbod gewenst zijn profiel C maten in m fig BM AP..1 jan 76
28
29 111-2 WEG VOOR TWEERICHTINGVERKEER ( LENGTEMARKERINGEN) 0,10 0,10 0, c a 2 = &. 3,50 (2 2,75)*^ _ 3,50 ( = 2,75)*. K < c o 2 > C > tj =* ^ e J t " n trottoirband TJ E strook voor ( motor) voertuigen en (brom) fietsen strook voor ( motor) voertuigen en (brom) fietsen J 1 f 1 ' J 1 ' v- t t _ L In sommige situaties kan eventueel tot 2,50 worden teruggegaan. In voorkomende gevallen afhankelijk van de situatie een 3-1 streep toepassen. profiel D m at e n in m fig BM Afl. 1 jan '76
30 4
31 111-2 WEG VOOR TWEERICHTINGVERKEER ( LENGTEMARKERINGEN) *ln sommige situaties kan eventueel tot 2.50 worden teruggegaan. profiel E BM Afl.1 m aten i n m fig j a n ' 76
32 *
33 II I- 2 WEG VOOR EENRICHTINGVERKEER (LENGTEMARKERINGEN) 0,10 0,10 A, 3,50 (S 2,75) X 3.50 l= 2,75)* als profiel B,C,D of E [zie fig trottoirband < 4 ( \ ' f In sommige situaties kan eventueel tot 2,50 worden teruggegaan. profiel F maten in m fig BM Aft. 1 jan'76
34
35 III -2 WEG VOOR EENRICHTINGVERKEER ( LENGTEMARKERINGEN) 0,10 0,10 3,50 (= 2,75)* C~ S 1,50 als prof iei B,C,D of E (zie fig 2 11 ) trottoirband strook voor njdende en geparkeerde (motor) voertuigen 1 \ I J I III 3 T T T 5 1 i In sommige situaties kan eventueel tot 2,50 worden teruggegaan. profiel G maten in m fig BM Afl. 1 jan '76
36
37 -2 WEG VOOR EENRICHTINGVERKEER MET PARKEERSTROOK (LENGTEMARKERINGEN) 0,10 0,1_0 I", 3,50 ( = 2.75)* 0,10 < c a 2 3 als prof lei B,C,D of E, (zie fig t r ot t oi r ba n d In sommige situaties kan tot 2,50 worden teruggegaan. eventueel prof let H maten i n m fig BM Aft. 1 jan '76
38
39 Ill 2 RIJBAAN VOOR TWEERICHTINGVERKEER MET DRIE RIJSTROKEN, WAARVAN ER E'EN WISSELSTROOK IS 0,15 3x 0,10 3x 0,10 0,15 X wisselstrook maten in m fig BM Af 1.1 jan 76
40 4
41 111-2 PARKEERHAVENS VOOR LANGSPARKEREN weg voor gemengd verkeer 0, I I I I I I 1 V I I I, 1 I' I I I I I - 4 fig weg met strook voor (brom) fietsen I' 0, ill 53 TXT fig PARKEERHAVENS VOOR GESTOKEN PARKEREN. SI 0, r tig 2,3.3 f ig Kan eventueel achterwege worden gelaten, indien de parkeernaven door een andere verharding of-kleur voldoende is geaccentueerd maten in m f ig Mn BM Afl. 1 jan 76
42
43 III - 2 LANGSPARKEERVAKKEN MET PARKEERMETERS 0,10 0, ' 111' i! i! 1 ' 1 t 1 r 1 r 1 fig ^ as \ 1 I 0,10 ^ T ^ T V fig INSTEEKPARKEERVAKKEN OP PARKEERTERREINEN 0,10.co 2,50 fig dubbele enkele parkeermeter parkeermeter * Kan eventueel achterwege worden gelaten. indien de parkeerhaven door een andere verharding of kleur voldoende is geaccentueerd maten in m BM Afl.1 fig t/m jan '76
44
45 III - 2 PARKEERFACIUTEIT ( BIJVOORBEELD VOOR INVALIDEN ) in parkeerhavens i i i i i' fig op de rijbaan = ; 1 i i ± i i i i i I I fig PARKEERFACILITEIT (BIJVOORBEELD VOOR INVALIDEN) IN INSTEEKPARKEERHAVENS ,10 fig fig aanwijzingsbord volgens bijlage II van het RVV maten in m fig 2.4.1t/m BM Af I. 1 jan 76
46
47 Ill 2 TAXISTANDPLAATSEN Bord 54 A bijlage J van het RVV maten in m fig B M Af I 1
48
49 Ill 2 BUSHALTEN op de rijbaan gelegen (voor 1 bus) na een kruising fig op rijbanen met parkeercongesties ( voor 1 bus) ^ * «f> _12 0, i < / J-EJ-L -D-O-d- * H buiten de rijbaan gelegen min,0,10 BM Afl.1 maten in m fig t/m jan'76
50
51 III -2 LAAD- EN LOSHAVENS maten in m fig en BM AM 1 jan '76
52
53 III-3 AANSLUITINGEN 3.1 Aansluiting van een weg op een voorrangsweg; voorrangsaansluiting Bij de aansluiting van een weg op een voorrangsweg wordt ter aansluitingen plaatse van de aansluiting in het verlengde van de Kant van de doorgaande rijbaan over de breedte van het weggedeelte van de aansluitende weg, bestemd voor het verkeer dat de voorrangsweg nadert, een r i j driehoeken aangebracht en een 1-1 streep over de resterende breedte. Indien de voorrangsweg is voorzien van kantstrepen, wordt in het verlengde van de kantstreep van de doorgaande weg ter plaatse van de aansluiting dezelfde markering aangebracht als in de situatie zonder kantstreep. Uit constructieve overwegingen wordt soms de kantstreep als 1-1 streep voor de r i j driehoeken langs doorgezet. Is de aansluitende weg ook van kantstrepen voorzien, dan worden de kantstrepen met elkaar verbonden (hoofdstuk I, fig t/m 3.2.5]. Het patroon van de asstreep of deelstreep op de voorrangsweg verandert ter plaatse van de aansluiting in een 1-1 patroon. De 1-1 markering wordt in het algemeen begonnen bij het tangentpunt van de boog in de doorgaande rijbaan. Indien de voorrangsweg niet van een asstreep is voorzien, verdient het aanbeveling deze ter plaatse van de aansluiting over ten minste 40 m ter weerszijden van de 1-1 markering aan te brengen. Dp de aansluitende weg wordt, indien bord 9 van bijlage II van het RVV is geplaatst, bij voorkeur een voorwaarschuwingsdriehoek voor de aansluiting aangebracht in elk van de rijstroken bestemd voorwaarschuwingsdriehoek voor het verkeer, dat de voorrangsweg nadert (hoofdstuk I, fig ). De afstand van de voorwaarschuwingsdriehoek tot de r i j driehoeken bedraagt op rijbanen, breder dan 5,10 m en voorzien van een asstreep, ca. 25 m en op rijbanen zonder asstreep ca, 10 m. Indien zich in de aansluitende weg een verhoogde verkeersgeleider bevindt, mag, als de situatie dit vereist, een grotere afstand dan 25 m worden aangehouden.. - Voor de - BM Afl. 1 januari 1976
54 III Voor de uitvoering wordt verwezen naar de figuren t/m stopstreep p de aansluitende weg wordt, indien een voorrangsweg wordt genaderd en bord 10 van bijlage II van het RVV is geplaatst, in plaats van een r i j driehoeken een stopstreep ter breedte van minimaal 0,30 m aangebracht en voor de stopstreep het woord STOP (fig en en hoofdstuk I - 4.3). Voor de afstand van het woord STOP tot de stopstreep gelden dezelfde maten als eerder genoemd voor de plaatsing van de voor waarschuwingsdriehoek. e stopstreep loopt evenwijdig aan de as van de voorrangsweg over de breedte van het weggedeelte van de aansluitende weg, bestemd voor het verkeer dat de voorrangsweg nadert. geknikte stopstreep De stopstreep kan ook worden aangebracht over een lengte die ten minste gelijk is aan de breedte van de rijstro(o)k(en) van de aansluitende weg, met daarop aansluitend een gedeelte,. dat loodrecht staat op de afrondingsboog van de bocht, waardoor de zogenaamde geknikte stopstreep ontstaat. Dit laatste gedeelte is ten minste 1,50 m en ten hoogste 2,50 m lang (zie fig ). waarschuwingsstreep Indien de breedte van de aansluitende weg dit toelaat worden, ter waarschuwing van het verkeer dat de aansluiting nadert, waarschuwingsstrepen aangebracht over een lengte van bij voorkeur 40 m. Deze lengte is maximaal 100 m en minimaal 25 m. Dp een weg smaller dan 5,10 m wordt in de uitmonding een asstreep of een verkeersdruppel ter lengte van 5 m aangebracht. inleidende markering verkeersgeleider Wanneer zich in de aansluitende weg een verkeersgeleider bevindt, wordt deze i n g e l e i d door twee getrokken s t r e p e n d i e met de g e l e i- der een driehoek vormen. De helling van de zijden van de driehoek mag niet groter zijn dan 1:15. Indien de breedte van de verkeersgeleider meer dan 1,50 m bedraagt, wordt de driehoek voorzien van verdrijvingsstrepen of sergeantstrepen. De breedte van deze strepen is 0,50 m en de onderlinge afstand, gemeten langs de wegas, 3,00 m. De helling is 1:2. januari 1976 Indien -
55 III-3 Indien de breedte van de verkeersgeleider 1,50 m of minder bedraagt, wordt het vlak van de driehoek wit geverfd of voorzien van verdrijvingsstrepen of sergeantstrepen. e breedte van deze strepen bedraagt ten minste 0,20 m en de onderlinge afstand, gemeten langs de wegas, 2,00 m. De helling is 1:2 (fig ). e driehoek kan eventueel nog worden ingeleid door een getrokken streep van ca.10 m. De hierboven omschreven principes voor de markering van een aan- voorrangsaans IwLt'vnQ sluiting van een weg op een voorrangsweg gelden eveneens voor de markering van een voorrangsaansluiting. Voor toepassing wordt verwezen naar de figuren t/m Aansluiting van twee niet-voorrangswegen Bij een aansluiting van twee niet-voorrangswegen wordt de kantstreep op de doorgaande weg ter plaatse van de aansluiting niet doorgezet. Het patroon van de asstreep of de deelstreep op de doorgaande weg verandert ter plaatse van de aansluiting in een 1-1 patroon. De 1-1 markering wordt begonnen bij het tangentpunt van de boog in de doorgaande rijbaan. De 1-3 (3-9) asstreep of deelstreep op de doorgaande weg aan elke zijde van de zijweg aansluitend op de 1-1 markering wordt aansluiting twee nietvoorrangswegen waarschuwingsstreep over een lengte van bij voorkeur 40 m, doch ten minste 25 m, vervangen door een 3-1 (9-3) waarschuwingsstreep. Indien de breedte van de aansluitende weg het toelaat, wordt op deze weg over een lengte van bij voorkeur 40 m, doch ten minste 25 m, een waarschuwingsstreep als asstreep aangebracht. Indien de breedte van de aansluitende weg kleiner is dan 5,10 m, wordt in de uitmonding van deze weg een asstreep ter lengte van 5 m aangebracht. Voor de toepassing wordt verwezen naar de figuren t/m Bij de aansluiting van een weg op een andere weg kunnen op wegen, waar doorgaans geen asstrepen worden toegepast, zoals dat b i j - geverfale verkeersdruppei - voorbeeld - BM Afl. 1 januari 1976
56 III voorbeeld het geval is in woonstraten, geverfde verkeersdruppels worden toegepast. Deze worden ongeveer 1 m achter het verlengde van de kant van de doorgaande rijbaan aangebracht. De lengte van de druppel is 5 m en de breedte 0,50 m, ingeleid door een doorgetrokken streep van ca. 10 m. Deze streep kan worden voorafgegaan door een 3-1 waarschuwingsstreep over ca. 25 m. Voor de toepassing wordt verwezen naar de figuren en Aansluiting met weg voor eenrichtingverkeer aansluiting weg met eenvichtingverkeev Bij de aansluiting van een weg met eenrichtingverkeer op een voorrangsweg of bij een voorrangsaansluiting wordt op de doorgaande weg in het verlengde van de kant van de rijbaan over de voile breedte een r i j driehoeken of een 1-1 streep aangebracht, al naar gelang de aansluitende weg al dan niet bestemd is voor verkeer in de richting van de aansluiting. Bij de aansluiting van een weg met eenrichtingverkeer op een andere weg wordt of de bovengenoemde r i j driehoeken of de 1-1 streep weggelaten. Indien de doorgaande weg van kantstrepen is voorzien, worden de benodigde markeringen in het verlengde van de kantstreep aangebracht. Voor de toepassing wordt verwezen naar de figuren t/m januari 1976
57 111-3 AANSLUITING VAN EEN WEG OP EEN VOORRANGSWEG co, co.25 co.40(5 25) 1 col V N i i 1-1 fig fig maten in m BM Afl.1 fig en jan 76
58
59 111-3 AANSLUITING VAN EEN WEG OP EEN VOORRANGSWEG BM Afl.1 maten in m fig en jan - 76
60
61 III- 3 AANSLUITING VAN EEN WEG, SMALLER DAN 5,10m, OP EEN VOORRANGSWEG 1-1 BM Afl.1 maten in m fig jan 76
62
63 Ill - 3 AANSLUITING VAN EEN WEG OP EEN VOORRANGSWEG INDIEN BORD 10 VAN BIJLAGE II VAN HET RVV IS GEPLAATST C C _ * = 0,30 ca.25 ca. 40 (=25) STOP 1-1 variant zie ook fig BM Afl.1 maten in m fig jan '76
64
65 Ill -3 AANSLUITING VAN EEN WEG OP EEN VOORRANGSWEG INDIEN BORD 10 VAN BIJLAGE II VAN HET RW IS GEPLAATST g 0,30 BM Afl.1 maten in m fig jan '76
66
67 III -3 AFMETINGEN VAN DE "GEKNIKTE" STOPSTREEP BM Afl.1 maten in m fig jan 75
68
69 Ill 3 maten in m tig BM Afl.1 jan. 76
70
71 Ill 3 AANSLUITING VAN TWEE NIET-VOORRANGSWEGEN camo IS25 ca.i.0 (5 25) fig ca.iol? 25) ca. 40 (J 25 ] ii N3 < 5.10 fl maten in m fig t/m BM Af 1.1 jan. '76
72
73 Ill 3 AANSLUITING VAN TWEE NIET-VOORRANGSWEGEN MET GEVERFDE VERKEERSDRUPPEL fig maten in m BM Afl.1 fig en jan. '76
74
75 Ill - 3 AANSLUITING VAN EEN WEG MET EENRICHTINGVERKEER OP EEN VOORRANGSWEG 4 verkeersrichting A 1-3 fig A> verkeersrichting I" 3 fig 3.32 BM Afl.1 maten in m fig en jan. '76
76 \
77 111-3 AANSLUITING VAN EEN WEG MET EENRICHTINGVERKEER OP EEN NIET-VOORRANGSWEG verkeersrichting co.40 1=25) ca.40 ( = 25) 4- ^ it "//- 1-3 fig verkeersrichting fig BM Afl.1 maten i n m f ig en jan '76
78
79 III KRUISPUNTEN 4.1 Kruispunt van een weg met een voorrangsweg; voorrangskruispunt Bij een kruispunt van een weg met een voorrangsweg of bij een voorrangskruispunt worden in principe dezelfde markeringen aangebracht als bij de aansluiting van een weg op een voorrangsweg kruispunt weg met voorrangsweg (zie III-3.13, maar nu aan beide zijden van het kruispunt. Voor de toepassing wordt verwezen naar de figuren en Kruispunt van twee niet-voorrangswegen Bij een kruispunt van twee niet-voorrangswegen worden in principe dezelfde markeringen aangebracht als bij de aansluiting van twee niet-voorrangswegen (zie III-3.2). maar nu aan beide zijden van kruispunt twee niet^ooorrangswegen het kruispunt, echter met dien verstande, dat de asstrepen of de deelstrepen ter plaatse van het kruispunt niet worden doorgezet. Voor de toepassing wordt verwezen naar de figuren t/m 4.2.7, 4.3 Kruispunt waarbij Sen der wegen al dan niet plaatselijk van gescheiden rijbanen is voorzien Indien een der kruisende rijbanen een voorrangsweg is en al dan niet plaatselijk van gescheiden rijbanen is voorzien, wordt het middenberm < 5 m vak tussen de beide middenbermen bij een middenbermbreedte kleiner dan 5,00 m aan beide zijden voorzien van een 1-1 streep. Indien in een voorrangsweg de breedte van het vak groter dan of gelijk aan 5,00 m is, terwijl afslaande voertuigen niet kunnen middenberm > 5 m voorsorteren in een plaatselijke versmalling van de middenberm en om elkaar heen draaien, wordt aan beide zijden verspringend over de halve lengte een r i j driehoeken aangebracht. e rijen driehoeken worden in dit geval in dwarsrichting verbonden door een 1-1 blokmarkering met blokken van 0,30 m breed. Voor de toepassing wordt verwezen naar de figuren en Indien het linksafslaande verkeer moet voorsorteren in een plaatselijke versmalling van de middenberm en de breedte van deze voorsorteren linksafs laand verkeer - plaatselijk BM Afl. 1 januari 1976
80 III plaatselijk versmalde middenberm gelijk aan of groter is dan 5,00 m, dan wordt b i j een voorrangsweg i n d i t vak aan beide z i j den verspringend en over de halve lengte een r i j driehoeken aangebracht in het verlengde van de versmalde kant van de middenberm. e rijen driehoeken worden in dwarsrichting verbonden door een 1-1 blokmarkering met blokken van 0,30 m breed. Indien de weg geen voorrangsweg i s, worden de driehoeken weggelaten. Is de breedte van de versmalde middenberm kleiner dan 5,00 m, dan worden in het middenvak geen markeringen aangebracht. Voor de toepassing wordt verwezen naar de figuren en e bovenvermelde markeringen kunnen ook worden toegepast indien een rijbaanscheiding slechts over korte lengte aanwezig is. 4.4 Kruispunt met vrijliggende trambaan, goederenspoor of havenspoor ruitmarkering Wordt een weg gekruist door een spoorbaan, een goederen- of een havenspoor of door een vrijliggende trambaan, dan kan indien mogel i j k over het kruisingsvlak een ruitmarkering worden aangebracht als weergegeven in figuur Deze markering wordt toegepast naast de eventueel voor deze s i tuatie voorgeschreven bebakening. januari 1976
81 111-4 KRUISPUNT VAN EEN WEG MET EEN VOORRANGSWEG maten in m BM Afl.1 fig en jan. 76
82
83 Ill -4 KRUISPUNT VAN TWEE NIET-VOORRANGSWEGEN co i 1-3 ca.40 1=251 1 J Ih - * = ' - 1 i ro ca.40 (=25) _ J ^ i - ' - ca.40 ( = 25) ca.40 (=25) T CO fig. A.2.1 CO ^1 ca.40 ( =25) -ii- J=!. ca.40 ( = 25) 1 II r co.40 (=25) 1 > fig CO ±1 maten fig en BM Afl. 1 jan '76
84
85 Ill-u KRUISPUNT VAN TWEE NIET-VOORRANGSWEGEN maten in m tig BM Afl.1 jan 76
86
87 Ill - u KRUISPUNT VAN TWEE NIET-VOORRANGSWEGEN 1 CO ^. 1 ir «II t ca. 25? I ca.40 (=25)! J j \ i ca.40 (^25) ca. 25 II I II 3-1 = 0,50 1 r 5 I ro I ^1 fig I \/ \ I cn 1 ) 10 ca.40 (=25) J 3 j I f I / 1 l\ f ca.40 (=25) I 1 CO 1 1 fig maten in m BM Afl.1 fig en jan '76
88
89 111-6 KRUISPUNT VAN TWEE NIET-VOORRANGSWEGEN (WOONSTRATEN)» 3-1 Ii II f = 0.50 fig ! fig maten in m BM Afl.1 fig en jan 76
90
91 KRUISPUNT VAN EEN WEG MET EEN VOORRANGSWEG MET EEN SMALLE MIDDENBERM
92
93 KRUISPUNT VAN EEN WEG MET EEN VOORRANGSWEG MET EEN BREDE MIDDENBERM
94
95
96
97 III-/. KRUISPUNT VAN EEN WEG MET EEN VOORRANGSWEG MET EEN MIDDENBERM EN EEN LINKSAF-VAK IN DE VERSMALDE MIDDENBERM T J ca i- 10 t i \ i CO f i ca. 25 \ 7 \ ,30 t J b<5 maten in m fig. 4.34' BM Afl.1 jan. '76
98
99 SPOORWEGOVERGANG OF KRUISPUNT MET EEN VRIJLIGGENDE TRAMBAAN ( RUITMARKERING ) A5 =a =60 (50gr=ag67gr) * Afhankelijk van de (rijbaan-) rijstrookbreedte 1,50 = b = 2 BM Afl.1
100
101 III KRUISPUNTEN NET VERKEERSLICHTEN 5.1 Opstelstroken voor motorvoertuigen en/of voor gemengd verkeer Opstelstroken die, blijkens de op het wegdek aangebrachte pijlen, uitsluitend voor dezelfde verkeersrichting bestemd zijn, worden door middel van een 1-3 markering van elkaar gescheiden. opstelstroken voor dezelfde verkeersrichting Opstelstroken die, blijkens de op het wegdek aangebrachte pijlen, niet voor dezelfde richting bestemd zijn, worden bij meer uitgebreide kruispunten en bij kruispunten waar een der beide verkeersrichtingen uitvoegt, door middel van een 1-3 blokmarkering opstelstroken voor verschillende verkeersrichtingen gescheiden. Deze blokmarkering bestaat uit een r i j witte rechthoeken met een breedte van 0,30 m en een lengte van 1 m. e 1-3 blokmarkering gaat naar de stopstreep toe over in een dubbele doorgetrokken streep. Elke streep is 0,10 m breed, met een onderlinge tussenruimte van 0,10 m. De lengte van deze dubbele doorgetrokken streep bedraagt bij voorkeur 10 m, doch niet meer dan 20 m. Bij de overige kruispunten bestaat deze markering uit een 1-3 streep van 0,10 m breed, die naar de stopstreep toe overgaat in overige gevallen een getrokken streep van dezelfde breedte. De lengte van deze streep bedraagt bij voorkeur 10 m, doch niet meer dan 20 m. Tussen opstelstroken die niet onder deze beschrijving vallen (dit zijn opstelstroken die blijkens de op het wegvak aangebrachte pijlen voor een of twee richtingen bestemd zijn), wordt een 1-3 markering toegepast. De stopstreep is ten minste 0,30 m breed. De afstand tussen de stopstreep en het eindpunt van de laatste pijlmarkering bedraagt stopstreep ten minste 5 m en ten hoogste 10 m. e afstanden tussen de beginpunten van de overige pijlmarkeringen in opstelstroken bedragen bij toepassing van pijlen met een lengte van 7,50 m ten minste 20 m en ten hoogste 30 m; bij pijlen met afstand tussen pijlmarkeringen een lengte van 5,00 m ten minste 15 m en ten hoogste 30 m (zie ook 1-4.1). - Voor de - BM Afl. 1 januari 1976
102 III Voor de verschillende toepassingen wordt verwezen naar de figuren tot en met versohuiving Indien bij een met verkeerslichten geregeld kruispunt het rechtsrij stroken afslaande verkeer afzonderlijk moet voorsorteren, doch het dwarsprofiel hiertoe aan de rechterzijde van de rijbaan niet kan worden uitgebreid, wordt het rechtdoorgaande verkeer geattendeerd op de verschuiving van de rijstrook door deelstrepen met een 1-1 patroon. e hoek van deze strepen met de as van de rijbaan bedraagt bij voorkeur 1:30, doch niet minder dan 1:20 (fig ). 5.2 Opstelstroken voor (brom)fietsen algemeen Opstelstroken voor (brom)fietsen worden voorzien van fietssymbolen op het wegdek en zonodig van pijlen. soheiding van andere opstelstroken Een opstelstrook voor (brom)fietsen wordt van een opstelstrook voor andere voertuigen, blijkens op het wegdek aangebrachte p i j len eveneens bestemd voor dezelfde verkeersrichting, gescheiden door middel van een 1-1 streep met een dikte van 0,10 m. Deze streep gaat naar de stopstreep toe over in een doorgetrokken streep van ca. 10 m. De opstelstrook voor (brom)fietsen wordt van een opstelstrook voor andere voertuigen, blijkens op het wegdek aangebrachte pijlen voor een andere richting bestemd, gescheiden door een 1-1 blokmarkering. De breedte van deze blokken bedraagt in het algemeen 0,30 m. De blokmarkering gaat naar de stopstreep toe over in een dubbele getrokken streep. e breedte van de strepen en van de tussenruimte bedraagt 0,10 m. e lengte van de dubbele getrokken streep bedraagt bij voorkeur 10 m. De breedte van een opstelstrook voor (brom)fietsen ware te beperken tot 2,00 m. e (brom)fietspijlen zijn weergegeven in figuur van hoofdstuk I. De toppen van de pijlen liggen op gelijke hoogte met die van de opstelstroken voor motorvoertuigen. januari 197B - Het -
103 III Het fietssymbool is weergegeven in figuur van hoofdstuk I. fietssymbool Binnen de bebouwde kom kan ook een kleiner fietssymbool worden toegepast (fig ). De onderkant van de afbeelding van de fiets ligt op gelijke hoogte met de onderkant van de pijlen voor het autoverkeer. Het verdient aanbeveling alleen daar een opstelstrook voor situeving (brom)fietsen toe te passen, waar het (brom)fietsverkeer niet meer dan 6Sn stroom andere voertuigen behoeft te kruisen. Voorbeelden voor de toepassing zijn gegeven in de figuren en Wanneer de baan van het (brom)fietsverkeer wordt doorkruist door andere voertuigen kan het gewenst zijn de opstelstrook voor (brom)fietsen in te leiden door middel van twee 1-1 strepen, onder een helling van 1:15 of flauwer, die in S6n punt beginnen. BM Afl. 1 januari 1976
104
105 Ill s VOORBEELDEN VAN MARKERING VAN OPSTELSTROKEN OP KRUISPUNTEN EN AANSLUITINGEN MET VERKEERSLICHTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM OPSTELSTROKEN 0,10 = # 3 e > Indien de afslaande bewegmgen uitvoegen uit de doorgaande richting, wordt tussen de uitvoegstrook en de doorgaande rijstrook een 1-3 blokmarkering 10.30) toegepast met naar de stopstreep toe een dubbele streep (zie fig ) maten in m fig BM Afl.1 jan. 76
106
107 Ill s VOORBEELDEN VAN MARKERING VAN OPSTELSTROKEN OP KRUISPUNTEN EN AANSLUITINGEN MET VERKEERSLICHTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM = 0,30 3 OPSTELSTROKEN > > 0,10 1 0,10 10 Op meer urlgebreide kruispunten kan, tussen opstelstroken die met voor dezelfde richtingen bestemd z.jn, de combinatie van 1-3 streep en enkele getrokken streep worden vervangen door 1-3 blokken en dubbele getrokken streep. Indien de afslaande bewegmgen uitvoegen uil de doorgaande richting. wordt tussen de u.tvoegstrook en de doorgaande rijstrook een 1-3(0.30] blokmarkering toegepast met naar de stopstreep toe een dubbele streep. (z.e f.g.5.1.3) maten in m fig BM Afl.1 jan. '76
108
109 III S VOORBEELDEN VAN MARKERING VAN OPSTELSTROKEN OP KRUISPUNTEN EN AANSLUITINGEN MET VERKEERSLICHTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM U OPSTELSTROKEN OF MEER = 0, ,10 0, «0,10 maten in m fig BM Afl.1 jan. '76
110
111 Ill s VERSCHUIVING VAN DE RIJSTROKEN BIJ EEN KRUISPUNT
112
113 OPSTELSTROKEN VOOR (BROM) FIETSEN Ill s
114 1 1
115 OPSTELSTROKEN VOOR (BROM)FIETSEN maten in BM Afl.1 fig. 5.2 jan. '
116
117 Ill - 5 maten in m fig BM Afl.1 jan. 75
118
119 III VERKEERSPLEINEN Verkeerspleinen worden onderscheiden naar het al dan niet met verkeerslichten geregeld zijn. verkeerspleinen 6.1 Verkeersplein zonder verkeerslichtenregeling Het niet met verkeerslichten geregelde verkeersplein heeft in het algemeen slechts twee rijstroken, evenals de toeleidende en zonder verkeerslichten afvoerende rijbanen. Een dergelijk plein wordt als volgt gemarkeerd. e beide rijstroken op het plein worden gescheiden door middel van een 1-3 markering. deelstreep De deelstrepen van de toeleidende en afvoerende wegen worden doorgezet tot, respectievelijk beginnen op het punt waar zij de denkbeeldige l i j n snijden die langs de buitenste omtrek van het verkeersplein gedacht kan worden (fig ). Pijlmarkeringen worden niet toegepast, tenzij de toeleidende r i j -, pig Imarkering baan drie rijstroken heeft en de meest rechtse van dez rijstroken niet op het plein wordt doorgezet en uitsluitend bestemd is voor rechtsafslaand verkeer. In dat geval wordt ook de markering van deze rijstrook over het plein doorgezet (fig ). Alle puntstukken worden voorzien van een witgeverfde driehoek. puntstuk 6.2 Verkeersplein met verkeerslichtenregeling Deze verkeerspleinen hebben in het algemeen op het plein drie r i j - c.q. o p s t e l s t r o k e n. De t o e l e i d e n d e r i j b a n e n z i j n i n het a l- met verkeerslichten gemeen voorzien van drie opstelstroken.en de afvoerende rijbanen in het algemeen van twee rijstroken. De markering van de opstelstroken is in principe dezelfde als vermeld in de hoofdstukken II-5 en III-5. e toe te passen pijlmarkeringen zijn in principe overeenkomstig markering opstelstroken pijimarkering het gestelde in II-6. BM Afl. 1 Indien januari 1976
120 Indien het niet nodig is bepaalde dominerende verkeersstromen over het plein te geleiden, verdient het de voorkeur op het plein zelf alleen de linker rijstrook van een pijlmarkering te voorzien. markering rig stroken De linker rijstrook op het plein wordt volledig aangegeven door middel van een 1-3 markering. De overige markeringen worden doorgezet tot of begonnen op de snijpunten van de denkbeeldige rijstrookbegrenzingen. Alleen de markering van de rechter rijstrook van de toeleidende weg wordt over het plein doorgezet indien deze uitsluitend voor rechtsafslaand verkeer bestemd is. puntstuk kleinere verkeerspleinen Alle puntstukken worden voorzien van een witgeverfde driehoek. Bij kleinere verkeerspleinen - dit zijn verkeerspleinen met een diameter kleiner dan ca. 60 m, waarbij het verkeersplein nog als een kruispunt wordt ervaren - kunnen op de toeleidende rijbanen pijlen voor de drie verkeersrichtingen worden toegepast (fig ). januari 1976
121 III e VERKEERSPLEIN ZONDER VERKEERSLICHTENREGELING BM Afl.1 maten in m fig jan. 76
122
123 maten in m tig BM Afl.1 jan. '76
124
125 111 6 VERKEERSPLEIN VAN KLEINERE AFMETINGEN MET VERKEERSLICHTENREGELING BM Afl.1 maten in m fig jan. 76
126
127 III GEMARKEERDE PLAATSEN BIJ KRUISPUNTEN WAAR (BROM)FIETSEN DVERSTEKEN 7.1 (Brom)fietspad dat tot de voorrangsweg behoort e wegdekmarkering voor deze oversteekplaatsen is voor wat de hoofdzaken betreft reeds behandeld in hoofdstuk Indien voor een oversteekplaats bord 9 of bord 10 van bijlage markering oversteekplaats (brom) fietsen II van het RVV is geplaatst, wordt op een afstand van 0,50 m (minimaal 0,30 m) voor de bloklijn van de oversteekplaats op de ondergeschikte weg een r i j driehoeken aangebracht over de breedte van het weggedeelte, bestemd voor het verkeer, dat de aansluiting of het kruispunt nadert. Indien de oversteekplaats echter op minder dan 5 m van de kant van de rijbaan van de voorrangsweg is gesitueerd en bord 10 van bijlage II van het RVV is geplaatst, wordt in plaats van de bovengenoemde r i j driehoeken een stopstreep voor de oversteekplaats aangebracht. In dat geval behoeft de stopstreep niet bij de hoofdrijbaan van de voorrangsweg herhaald te worden, doch wordt daar een r i j driehoeken aangebracht. m het van het kruispunt of de aansluiting afrijdende verkeer opmerkzaam te maken op de verplichting voorrang aan (brom)fietsen te verlenen, wordt bij de oversteekplaats tussen de kant van de voorrangsweg en de oversteekplaats een r i j driehoeken aangebracht over de breedte van het weggedeelte bestemd voor dit verkeer. Deze r i j driehoeken wordt achterwege gelaten, indien de oversteekplaats voor (brom)fietsen op minder dan 5 m van de kant van de voorrangsweg is gesitueerd (zie de fig t/m 7.1.4). Deze principes gelden ook ten aanzien van de voorrangskruispunten. combinatie oversteekplaatsen (brom)- fietsen en voetgangers Indien de oversteekplaats voor (brom)fietsen is gecombineerd met een voetgangersoversteekplaats, waarbij aan het (brom)fietsverkeer voorrang moet worden verleend en de afstand tussen de markering van de oversteekplaats voor (brom)fietsen en de voetgangersoversteekplaats 1,50 m of meer bedraagt, dan worden de bovengenoemde markeringen eveneens toegepast. Indien deze afstand minder dan 1,50 m bedraagt, worden tussen beide oversteekplaatsen geen driehoeken aangebracht. - In dat - BM Afl. 1 januari 1976
128 III In dat geval wordt voor de voetgangersoversteekplaats een r i j driehoeken aangebracht (zie fig en 7.1.6). (brom)fietspad met tweerichtingverkeer Indien een fietspad in twee richtingen wordt bereden en het fietspad tot de voorrangsweg behoort, worden ter plaatse van een oversteekplaats in het algemeen alleen die blokmarkeringen aangebracht, die de buitenste grenzen van de oversteekplaats aangeven. Voor de eventuele markering van de as kan een 1-1 streep worden toegepast. e figuren tot en met geven enkele voorbeelden. januari 1976
129 Ill -7 AANSLUITING VAN EEN WEG OP EEN VOORRANGSWEG MET (BROM) FIETSPAD DAT TOT DE VOORRANGSWEG BEHOORT 1-1 TTTTTTTTTT ca. 25 LJJ a =0.50 tot 0.60 lea 25^ maten in m BM Afl.1 fig jan. '76
130
131 111-7 AANSLUITING VAN EEN WEG OP EEN VOORRANGSWEG MET (BROM) FIETSPAD DAT TOT DE VOORRANGSWEG BEHOORT maten in m fig BM Afl. 1 jan. '76
132
133 III- AANSLUITING VAN EEN WEG OP EEN VOORRANGSWEG MET (BROM)FIETSPAD DAT TOT DE VOORRANGSWEG BEHOORT ' fig CO Jj AANSLUITING VAN EEN WEG OP EEN VOORRANGSWEG MET NAASTLIGGEND (BROM)- FIETSPAD DAT TOT DE VOORRANGSWEG BEHOORT, INDIEN BORD IO VAN BIJLAGE II VAN HET RVV IS GEPLAATST
134
135 Ill -7 GECOMBINEERDE OVERSTEEKPLAATS VOOR (BROM) FIETSEN EN VOETGANGERS Indien <5 zie fig BM Afl.1 maten in m fig jan. '76
136
137 111-7 GECOMBINEERDE OVERSTEEKPLAATS VOOR (BROM)FIETSEN EN VOETGANGERS BM Afl.1 maten in m fig jan. '76
138
139 111-7 OVERSTEEKPLAATS VOOR (BROM) FIETSEN BIJ EEN IN BEIDE RICHTINGEN BEREDEN FIETSPAD 1 R 1-1 ' _ J A A A A \ V 1-3 ca.10 r * ca.10 fig BM Afl.1 maten in m fig en 71.8 jan. '76
140
141 III-7 OVERSTEEKPLAATS VOOR (BROM) FIETSEN BIJ EEN IN BEIDE RICHTINGEN BEREDEN FIETSPAD maten in m BM Afl.1 fig jan. '76
BORCHI DI TRAFIKO NOBO ANEKSO LEI DI TRAFIKO 2000
BORCHI DI TRAFIKO NOBO ANEKSO LEI DI TRAFIKO 2000 Willemstad, juli 2000 Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving _ Noot Ingeval de in deze bijlage opgenomen borden op een electronisch signaleringsbord
Nadere informatieCiteertitel: Regeling verkeersaanwijzingen en -borden. Vindplaats : AB 2000 no. 10 (inwtr. AB 2000 no. 11)
Intitulé : MINISTERIELE REGELING van 18 januari 2000 no. 1 ter uitvoering van artikel 3, tweede lid, en artikel 8, eerste lid, van het Landsbesluit verkeersregels (AB 1999 no. 39) Citeertitel: Regeling
Nadere informatiefc>y. Of BIBUOïlfêE; 11. i Koningiftade venbsge V r C<^< ioo'i-
1 f^-n-é s I I r fc>y. Of BIBUOïlfêE; 11. i Koningiftade venbsge V r C
Nadere informatieVERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen 2014. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg
VERKEERSBEGRIPPEN bij het Verkeersexamen 2014 Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard
Nadere informatieal. voertuigen: fietsen, bromfietsen, GEHANDICAPTENVOERTUIGen, motorvoertuigen, trams en wagens;
Artikel 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: r. GEHANDICAPTENVOERTUIG: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter
Nadere informatieEinde Autosnelweg. Woonerf
Autosnelweg min 60 - max 130 km/u Einde Autosnelweg max 80 km/u Autoweg min 50 - max 100 km/u Einde Autoweg min 50 - max 100 km/u Woonerf max 15 km/u - stapvoets Woonerf met snelheidsbeperking Einde woonerf
Nadere informatiePLATEN DEEL III: WEGMARKERINGEN
ALGEMENE OMZENDBRIEF NOPENS DE WEGSIGNALISATIE (versie 20140710) PLATEN DEEL III: WEGMARKERINGEN COLOFON Werkgroep Gert De Wilde Sophie De Vlieger Paul Bossuyt Dirk Van Bellegem Tom Viaene Tekeningen Ellen
Nadere informatieVerkeersborden en tekens
Verkeersborden en tekens A1. Maximum snelheid B3. Voorrangskruispunt A2. Einde maximumsnelhei d B4. Voorrangskruispunt zijweg links A3. Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord B5. Voorrangskruispunt
Nadere informatieAlgemene regel. Soorten borden
Algemene regel Je bent verplicht verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden op te volgen. Verkeerstekens zijn: verkeersborden verkeerslichten verkeerstekens op het wegdek Soorten borden De verkeersborden
Nadere informatieEEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum
EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum Wat betekenen al die strepen toch? In Gelderland verplaatsen
Nadere informatieVERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen 2011. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg
VERKEERSBEGRIPPEN bij Verkeersexamen 2011 Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard aan
Nadere informatieSTILSTAAN EN PARKEREN LES 5
27 STILSTAAN EN PARKEREN LES 5 STOPPEN : STOPPEN IS IETS WAT JE NIET VRIJWILLIG DOET, MAAR OMDAT HET MOET. BIJVOORBEELD OM VOORRANG TE VERLENEN OF EEN VOETGAN- GER EEN VOETGANGERSOVERSTEEKPLAATS OVER TE
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. A. Oversteekplaatsen voor voetgangers (plaat 17)... 9
1 INHOUDSOPGAVE 0. ALGEMEENHEDEN... 5 1. MARKERINGEN DIE DE RAND VAN DE RIJBAAN AANDUIDEN... 5 WERKELIJKE RAND (PLAAT 3)... 5 DENKBEELDIGE RAND (PLAAT 3)... 5 2. RIJSTROOK- EN LANGSMARKERINGEN... 6 ALGEMEEN:
Nadere informatieVerkeersborden: Groep A - Snelheid
Verkeersborden: Groep A - Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid Verkeersborden: Groep B
Nadere informatieEen STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek
Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek Wat betekenen al die strepen toch? In Nederland verplaatsen zich dagelijks miljoenen personen lopend, fietsend en rijdend in het verkeer.
Nadere informatieVragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1
Theorie Verkeersregels Deel 1 Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1 (wordt je aangeboden door Autorij-instructie.nl) Onderstaand vind je -in totaal 30- afbeeldingen over
Nadere informatiedat bij Koninklijk Besluit van 12 augustus 1978, Staatsblad 458, is vastgesteld het Besluit wegslepen van voertuigen;
De burgemeester van Ferwerderadiel, overwegende: dat bij Wet van 30 juni 1976, Staatsblad 412, wijzigingen in de Wegenverkeerswet zijn aangebracht, ertoe strekkende nieuwe voorzieningen te treffen, teneinde
Nadere informatieBijlage 1 Verkeersborden met omschrijving
Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang
Nadere informatieMoet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.
TeraKnowledge Nationaal Kampioen Verkeersexamen De Resultaten per afzonderlijke vraag Moet je voorrang verlenen aan de fietser? en het goede antwoord is 1. Ja De fietser is een bestuurder en komt hier
Nadere informatieVerkeersborden Nederland voor Onderweg
Verkeersborden Nederland voor Onderweg Voor iedere Nederlandse weggebruiker is het van belang de verkeersregels en de verkeersborden te kennen. Voor velen zal de betekenis -en het vereiste gedrag of handelen-
Nadere informatieVerkeersborden met omschrijving
Verkeersborden met omschrijving............................................................. Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord
Nadere informatieBijlage 1 Verkeersborden met omschrijving
Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving........................................................................ Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch
Nadere informatieEssentiële herkenbaarheidskenmerken
Bijlage 9 Essentiële herkenbaarheidskenmerken Bijlage 9 Essentiële herkenbaarheidskenmerken Algemene Duurzaam Veilig Inrichtingscriteria Bibeko GOW ETW (A) ETW (B) Snelheid km/u 50 30 30 Fiets Fietspad/fietsstrook
Nadere informatieBijlage 1 Verkeersborden met omschrijving
Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang
Nadere informatieBijlage 1 Verkeersborden
Bijlage 1 Verkeersborden Hoofdstuk A. Snelheid A 1 A 2 Noot Ingeval de in deze bijlage opgenomen borden op een electronisch signaleringsbord worden weergegeven kan het zwarte symbool in wit worden uitgevoerd
Nadere informatieVERKEERSBORDEN. www.gratisrijbewijsonline.be
VERKEERSBORDEN www.gratisrijbewijsonline.be GEVAARSBORDEN ALGEMEEN Zoals de naam van deze reeks het laat vermoeden, wijzen de gevaarsborden op een mogelijk gevaar. De gevaarsborden worden rechts geplaatst.
Nadere informatieVerkeerswetgeving fietsers
Verkeerswetgeving (Koninklijk besluit 1 december 1975) INDIVIDUELE FIETSERS of GROEPEN van MINDER DAN 15 FIETSERS Een verplicht fietspad wordt aangegeven met bord G11. Fietsers en snor MOETEN hier gebruik
Nadere informatieGevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links
1 VERKEERSBORDEN Gevaarlijke bocht. Bocht naar links Gevaarlijke bocht. Bocht naar rechts Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links Gevaarlijke bocht.
Nadere informatieBijlage 1 Verkeersborden met omschrijving
Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang
Nadere informatieB&W-Aanbiedingsformulier
B&W.nr.: 07.0447 d.d. 24-04-2007 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Verkeersbesluit tijdelijke herinrichting Bargelaan BESLUITEN Behoudens advies van de commissie VM 1. in te stemmen met het ontwerp-verkeersbesluit
Nadere informatieVeilig je draai vinden...
Veilig je draai vinden... op rotondes in Gelderland Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum Rotondes in Gelderland Na hun introductie zo n 30 jaar geleden, zijn rotondes
Nadere informatieArtikel 06c gedrag bij in- en uitrijden werkvakken en tijdelijke uitritten en het laden en lossen
Bron: Titel: CROW Artikel 06c gedrag bij in- en uitrijden werkvakken en tijdelijke ten en het laden en lossen Inhoud: 1. Inleiding In de artikelen 'Maatregelen bij in- en uitrijden werkvakken' en 'Maatregelen
Nadere informatieHet vaststellen van de openingstijden kan wel aan het college worden gedelegeerd of gemandateerd.
TOELICHTING WEGSLEEPVERORDENING DORDRECHT Artikel 1 In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd. Artikel 2 De uitvoering van de wegsleepverordening is een bevoegdheid van het college. Het wegslepen
Nadere informatieVERKEER. Handleiding. Proeflessen THEMA 1
8 VERKEER Proeflessen Handleiding THEMA 1 Wat u vooraf moet weten In dit pakket vindt u het werkboek van thema 1 van groep 8. Het werkboek kunt u optioneel inzetten voor zelfstandig werken. Kinderen slijpen
Nadere informatieGEMEENTE SCHERPENZEEL
GEMEENTE SCHERPENZEEL MANDAATBESLUIT WEGSLEEPREGELING SCHERPENZEEL 2002 Burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel; gelet op het bepaalde in de Wegenverkeerswet 1994, het Besluit wegslepen
Nadere informatieTheorieboek. rijbewijs A
Theorieboek rijbewijs A 1. Basiskennis Wegenverkeerswetgeving Doelstelling De belangrijkste wetgeving waarin wij onze verkeersregels vinden zijn de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement Verkeersregels
Nadere informatieUitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens
svoorschriften BABW inzake verkeerstekens VW «Wegenverkeerswet 1994» Regeling houdende voorschriften over de toepassing, plaatsing en uitvoering van verkeerstekens, uitgezonderd verkeerslichten (svoorschriften
Nadere informatie: Van Voordenpark 1b, 5301KP Zaltbommel
V erkeersbeslui t Besluit, 6 april 2018 Wij verlenen een ontheffing voor vrijstelling van de Wegenverkeers en de RVV voor voertuigen van Cyclomedia: Activiteit : vrijstelling van de Wegenverkeers en de
Nadere informatieVijf soorten verkeersborden
Vijf soorten verkeersborden Er zijn vijf soorten borden. Als je goed naar de vorm en de kleur van een bord kijkt, weet je al met wat voor soort bord je te maken hebt. Het teken op een bord vertelt je de
Nadere informatieGemeentebestuur AARTSELAAR
Gemeentebestuur AARTSELAAR (Datum afdruk:03/07/2018) UITTREKSEL van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 2 juli 2018 Aanwezig: Sophie De Wit, burgemeester-voorzitter, Eddy Vermoesen,
Nadere informatieToelichting op Wegsleepverordening Rozendaal 2016
Toelichting op Wegsleepverordening Rozendaal 2016 Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van
Nadere informatieVERKEERSBEGRIPPEN. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg. verkeersbegrip uitleg
VERKEERSBEGRIPPEN Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard aan de teugel. voetganger
Nadere informatieBijzondere weggedeelten
Hoofdstuk 5 ijzondere weggedeelten 5.1 Rotondes Een rotonde is eigenlijk een ronde eenrichtingsweg. Je moet altijd rechts om het middeneiland heen rijden. Op dat middeneiland staat bord rotonde (D1). Vaak
Nadere informatie5. De plaats van de fietser op de openbare weg 1 M. Is er een fietspad, dan moeten fietsers daar op rijden, tenminste indien het berijdbaar is.
5. De plaats van de fietser op de openbare weg 1 M Is er een fietspad, dan moeten fietsers daar op rijden, tenminste indien het berijdbaar is. 2 E Is het fietspad op de grond aangeduid met twee witte evenwijdige
Nadere informatieHERKENNEN VAN KRUISPUNTEN
HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN Kruispunten zijn op veel verschillende manieren te herkennen, ik zal hier een uitleg geven en duidelijk maken waar we kruispunten aan kunnen herkennen. Allereerst gaan we eens
Nadere informatiea. op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter "P" aangebracht is;
Reglement 20170619-008 Politieverordening betreffende de gemeentelijk administratieve sancties voor overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en overtredingen betreffende de verkeersborden C3
Nadere informatieArtikel 4 In voetgangerszones is het parkeren verboden. Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve
POLITIEVERORDENING BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VOOR OVERTREDINGEN BETREFFENDE HET STILSTAAN EN HET PARKEREN EN OVERTREDINGEN BETREFFENDE DE VERKEERSBORDEN C3 EN F103, VASTGESTELD
Nadere informatieVerkeersbegrippen. Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Fietspad/tweerichtingenfietspad. Bestuurder. Voetganger.
Verkeersbegrippen Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Bestuurder Je bent bestuurder: Als je fietst. Als je paardrijdt of loopt met je paard aan de teugel. Voetganger Je bent
Nadere informatieVerkeersborden overzicht
Verkeersborden overzicht Een overzicht van de meest voorkomende Nederlandse verkeersborden, bebakeningen en bewegwijzeringen Verkeersleermiddelen EU NL Inhoudsopgave Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens
Nadere informatieVerkeersborden. voorbeeld blad 1 tm 8
Verkeersborden overzicht Een overzicht van de meest voorkomende Nederlandse verkeersborden, bebakeningen en bewegwijzeringen Verkeersleermiddelen EU NL Inhoudsopgave Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens
Nadere informatieIK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN
IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN De Fietsersbond komt op voor de belangen van fietsers in Nederland en zet zich in voor meer en betere mogelijkheden om te fietsen. Dat kan dankzij de steun
Nadere informatieReglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
(Tekst geldend op: 15-03-2011) Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) Bijlage 1. Verkeersborden Hoofdstuk A. Snelheid Bord Omschrijving A1 Maximumsnelheid Bord Omschrijving A2 Einde
Nadere informatieB&W-Aanbiedingsformulier
B&W.nr. 10.0120, d.d. 9 februari 2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Ontwerp-verkeersbesluit Aanleg rotonde Schuttersveld-Dellaertweg Behoudens advies van de commissie BESLUITEN 1. in te stemmen met
Nadere informatieDe citeertitel is in de regeling vastgesteld. Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kenmerk Ondertekening Bekendmaking
svoorschriften BABW inzake verkeerstekens (Tekst geldend op: 22072012) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort : Departementaal kenmerk:
Nadere informatiePolitiereglement betreffende stilstaan en parkeren. Gemeente De Panne
Politiereglement betreffende stilstaan en parkeren Gemeente De Panne Inhoud Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2. Overtredingen van de eerste categorie volgens KB van 1 december 1975 openbare
Nadere informatieVERKEER VERKEERSDEELNEMERS WEGGEBRUIKERS
1 VERKEER VERKEERSDEELNEMERS WEGGEBRUIKERS VOETGANGERS BESTUURDERS IEDEREEN DIE LOOPT; ZONDER VOERTUIG MET BEHULP VAN EEN VOORWERP( ROLSCHAATSEN, STEP. ED) MET EEN VOERTUIG AAN DE HAND ( FIETS, BROMFIETS,
Nadere informatie1\\ o 1 AF«2009. Provincie Zeeland J..\... Directie Economie en Mobiliteit ~ ~ Infrabeheer. Infrabeheer. W.W. van de Kreke
Directie Economie en Mobiliteit Infrabeheer o 1 AF«2009 1\\ Provincie Zeeland bericht op brietvan; 10 maart 2009 uw kenmerk: PZDB-B-09040 ons kenmerk: 05)0 I '-t r\3 afdeling: Infrabeheer bijlage(n): behandeld
Nadere informatieB&W-Aanbiedingsformulier
B&W.nr. 07.0312 d.d. 27-03-2007 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Verkeersbesluit tijdelijke Dellaertweg BESLUITEN Behoudens advies van de commissie VM 1. in te stemmen met het ontwerp-verkeersbesluit
Nadere informatieDefinitief verkeersbesluit rotonde Hamburgerstraat-Oude Telgterweg gemeente Ermelo
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13414 11 maart 2016 Definitief verkeersbesluit rotonde Hamburgerstraat-Oude Telgterweg gemeente Ermelo Het college van
Nadere informatieGemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2010 / 078. Naam Wegsleepverordening gemeente Nijmegen (2004) Publicatiedatum 21 juli 2010.
Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2010 / 078 Naam Nijmegen (2004) Publicatiedatum 21 juli 2010 Opmerkingen - Vaststelling van de verordening bij raadsbesluit van 9 juni 2004 (raadsvoorstel nummer
Nadere informatieVERKEERSBESLUIT. Gedempte Zuiderdiep 98. Afdeling Stadsontwikkeling. Postbus JB Groningen. Datum Bijlage(n) 1 Kenmerk
Afdeling Stadsontwikkeling VERKEERSBESLUIT Bezoekadres Gedempte Zuiderdiep 98 Postadres Postbus 7081 9701 JB Groningen Datum 19-05-2016 Bijlage(n) 1 Kenmerk 5559632 Opsteller Luc van der Hoogen Tel. (050)
Nadere informatieWETTELIJKE TEGENSTRIJDIGHEDEN VERKEER NIEUWEMEERDIJK
WETTELIJKE TEGENSTRIJDIGHEDEN VERKEER NIEUWEMEERDIJK 0 Inhoudsopgave pagina: 1 Inhoudsopgave pagina: 2 Wettelijke tegenstrijdigheid (Nieuwemeerdijk) pagina: 7 Onderhoud asfalt (Nieuwemeerdijk) pagina:
Nadere informatieLokale Politie LAN. Foutparkeren. Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor!
Lokale Politie LAN Foutparkeren Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! beste inwoner Stilstaan en parkeren Het gevaar en de hinder die veroorzaakt worden door foutparkeerders
Nadere informatieDienstorder MOW/AWV/2014/15
Dienstorder MOW/AWV/2014/15 d.d. 17 oktober 2014 Titel: Gekleurde wegoppervlakken voor fietsvoorzieningen - fietsgeleiding op kruispunten. Voorgesteld door: (stuurgroep) Kenniscluster: Verspreiding: Vervangt
Nadere informatieNaderingssnelheid gelijkwaardig kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling Naderingssnelheid gevaarlijk kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling
19 Voorrangregel LES 3 Soorten Kruisingen Gelijkwaardige kruising Als je een gelijkwaardig kruispunt nadert, moet je je snelheid aanpassen en zorgen dat je het overzicht bewaart. Als er van rechts een
Nadere informatie5. PLAATS OP DE OPENBARE WEG RIJBEWIJS OP SCHOOL
51 5. PLAATS OP DE OPENBARE WEG 52 5.1 Hoofdregel 53 Wanneer een openbare weg een rijbaan omvat, moet je die volgen. Dat betekent dat je niet op de gelijkgrondse bermen of op andere delen van de openbare
Nadere informatieAlgemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie Deel III Wegmarkeringen
Agentschap Wegen en Verkeer Algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie Deel III Wegmarkeringen ii Deel III wegmarkeringen 2019 Colofon Uitgegegeven door Informatie Datum Bijlage bij dienstorder Agentschap
Nadere informatiebesluit van de gemeenteraad
besluit van de gemeenteraad voorstelnummer 63 onderwerp: Wegsleepregeling iz-nummer 480773 de raad van de gemeente gouda Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 juni
Nadere informatieTheorieboek. rijbewijs B
Theorieboek rijbewijs B 1 1. Begripsbepalingen hfst1 In de verkeerswetgeving zijn diverse begrippen opgenomen. Dat is gedaan om duidelijk te maken voor wie en in welke situatie de verkeersregels gelden.
Nadere informatieDijklint Alblasserdam
Dijklint Alblasserdam Ontwerpvisie Inrichtingsplan Dijklint Beeld plaatsen ter grootte van dit kader 24 januari 2013 Henk van Zeijl Viviane de Groot 2 Inhoud Inleiding Resultaat discussies in ontwerpwerkgroep
Nadere informatieGemeentebestuur AARTSELAAR
Gemeentebestuur AARTSELAAR (Datum afdruk:11/12/2018) UITTREKSEL van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 10 december 2018 Aanwezig: Sophie De Wit, burgemeester-voorzitter, Eddy
Nadere informatie12 STILSTAAN EN PARKEREN
12 STILSTAAN EN PARKEREN 12.1 Algemene regels 77 Waar moet het voertuig worden opgesteld? De rijbaan is bedoeld voor het rijdende verkeer. Daarom moet je zoveel mogelijk buiten de rijbaan stilstaan of
Nadere informatieHerinrichting Zuiderlaan 16 januari 2013 - beschrijving ontwerp - mpl--158 Gemeente Meppel. 1. Inleiding. 2. Beschrijving huidige situatie
Herinrichting Zuiderlaan 16 januari 2013 - beschrijving ontwerp - mpl--158 Gemeente Meppel 1. Inleiding In opdracht van de gemeente Meppel werkt buro Hollema aan de uitwerking van de planvorming voor de
Nadere informatieBromfiets klasse B op de rijbaan
2 technische fiche juni 2006 klasse B op de rijbaan binnen de bebouwde kom Sinds 1 januari 2005 moeten de bromfietsers klasse B binnen de bebouwde kom op de rijbaan rijden. klasse B op de rijbaan 2 1.
Nadere informatieGEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2
13 GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2 GESCHEIDEN RIJBANEN : MIDDENBERM, EEN BOMENRIJ OF EEN GROEN VOORZIENING BEHOREN OOK BIJ DE WEG. (VERBOD OM IN TE RIJDEN D.M.V. BORD MOGELIJK) FIETSSTROOK : VERBODEN RIJSTROOK
Nadere informatieVerkeersbesluit gemeente Amersfoort wijk Vermeerkwartier/Leusderkwartier: verkeersmaatregelen ten behoeve van de Kersenbaan.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9392 2 april 2015 Verkeersbesluit gemeente Amersfoort wijk Vermeerkwartier/Leusderkwartier: verkeersmaatregelen ten behoeve
Nadere informatieFOUTPARKEREN. U doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! PZ HerKo. Lokale Politie Herent- Kortenberg
FOUTPARKEREN PZ HerKo U doet er toch niet aan mee? Lokale Politie Herent- Kortenberg Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! Beste inwoner, Het gevaar en de hinder die veroorzaakt worden door foutparkeerders
Nadere informatieBESLUITEN. Aanpassingen ten behoeve van nieuwbouw ROC Lammenschanspark. B&W-nr.: d.d
B&W-nr.: 06.0986 d.d. 08-08-2006 Onderwerp Aanpassingen ten behoeve van nieuwbouw ROC Lammenschanspark BESLUITEN 1. in te stemmen met het ontwerp verkeersbesluit Aanpassingen t.b.v. nieuwbouw ROC Lammenschanspark
Nadere informatieKies het goede verkeersbord
Kies het goede verkeersbord Antwoorden Aangeboden door: Oefeningen voor het schoolverkeersexamen Kies het goede verkeersbord Toelichting antwoorden In dit document treft u elf printbare pagina s aan, elk
Nadere informatieWet + Regelgeving. Vraag 4 Hoeveel uur nachtdienst mag u volgens de overleg regeling verrichten per 2 weken? A..20 uur B. 22 uur C.
Wet + Regelgeving Vraag 1 Worden lijndienstbussen altijd als bestemming verkeer gezien? A.. Ja B. nee C. Alleen tijdens spits uur. Vraag 2 Wat is de max. snelheid op de parkeerplaats van een autosnelweg?
Nadere informatieAanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende gemeentewegen (Duinenstraat)
Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende gemeentewegen (Duinenstraat) Artikel 1 De gemeenteraad heft op zijn beslissing d.d. 24/06/2013 houdende opheffen en opnieuw vaststellen
Nadere informatieGemengd verkeer - fietssuggestiestroken
Gemengd verkeer - fietssuggestiestroken Doel Het doel van een fietssuggestiestrook is het optisch versmallen van de rijbaan en het aanduiden van de positie van de fietser. Het overige verkeer wordt gewezen
Nadere informatieTip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart
Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Enkele belangrijke pas op. Borden Pas op een gevaarlijk kruispunt Pas op er kunnen tegemoet komers zijn Pas
Nadere informatie10. 11. 12. 13. 14. 15. 18.
1. Op de fietspad en fietsstrook mogen alleen fietsers en snorfietsers rijden. 2. Alarmnummer is 112. 3. Rijbewijs is 10 jaar geldig. 4. Alle betrokkenen bij een aanrijding moeten blijven wachten. (Plaats
Nadere informatieBijzondere bestuurlijke verordening VERKEER
Bijzondere bestuurlijke verordening VERKEER betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de
Nadere informatieVerkeersbesluit verkeersmaatregelen Europaweg Haarlem
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814 Nr. 34984 20 juni 2018 Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Europaweg Haarlem Nr. 2018/179186 Burgemeester en wethouders van
Nadere informatieKies het goede verkeersbord
Kies het goede verkeersbord Opgaven Aangeboden door: Oefeningen voor het schoolverkeersexamen Kies het goede verkeersbord Toelichting In dit document treft u elf printbare pagina s aan, elk met 6 verkeersborden
Nadere informatieVerkeersbesluit verkeersmaatregelen Floraplein
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814 Nr. 17261 23 maart 2018 Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Floraplein Nr. 2018/99505 Burgemeester en wethouders van Haarlem;
Nadere informatiedat Westergracht gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34135 28 juni 2016 Verkeersbesluit verkeersmaatregelenwestergracht Haarlem Nr. 2016/235814 Burgemeester en wethouders
Nadere informatieDe meest genoemde probleem locaties of kruisingen zijn:
Beschrijving van meest genoemde kruisingen. Doel van deze beschrijving is de actuele situatie weer te geven en een aantal oplossingen voor de geconstateerde problemen aan te dragen. Voorafgaand aan deze
Nadere informatiedistrictscollege Antwerpen Zitting van 19 juni 2017
beraadslaging/proces verbaal Kopie districtscollege Antwerpen Zitting van 19 juni 2017 Besluit B-punt GOEDGEKEURD District Antwerpen Samenstelling de heer Paul Cordy, voorzitter districtscollege; mevrouw
Nadere informatieMemo. Inleiding. (bron CROW publicatie 216 Fietsstraten in hoofdfietsroutes). datum 08 oktober 2014 referentie BT/011/141737 pagina 1 van 5
Memo Ter attentie van Gemeente Utrecht T.a.v. dhr. R. Hilhorst Datum 8 oktober 2014 Distributie R. Hilhorst, A. Wenning, J. Blok Projectnummer 141737 VVA Fietsstraat Leidseweg Onderwerp Fietsstraat Leidseweg:
Nadere informatieWegsleepverordening 2003
Wegsleepverordening 2003 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Dordrecht Officiële naam regeling Wegsleepverordening 2003 Citeertitel Wegsleepverordening 2003
Nadere informatieVOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE
VOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE Inleiding De voorschriften voor de scenario's toets simulator C en D zijn gelijk. De scenario s in de basiskwalificatie zijn gebaseerd
Nadere informatieAanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende gewestwegen (Koninklijke Baan)
Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende gewestwegen (Koninklijke Baan) Artikel 1 De gemeenteraad heft op zijn beslissing d.d. 26/03/2012 houdende opheffen en opnieuw vaststellen
Nadere informatieModule 2 Handelingsanalyses Verkeersdeelname
Module 2 Handelingsanalyses Verkeersdeelname 1. BERIJDEN KRUISPUNTEN VAN GELIJKE ORDE Wat (belangrijke stap) Hoe (kritiek punt) Motivatie (waarom) Herkennen. Beoordelen. Aan de hand van punten die duidelijk
Nadere informatieVerkeersbesluit verkeersmaatregelen Amsterdamsevaart
STAATSCOURANT 7 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814 Nr. 63412 november 2018 Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Amsterdamsevaart Nr. 2018/433509 Burgemeester en wethouders van
Nadere informatieVerkeersbesluit verkeersmaatregelen Kinderhuisvest en omgeving Haarlem
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814 Nr. 32291 7 juni 2018 Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Kinderhuisvest en omgeving Haarlem Nr. 2018/193143 Burgemeester en
Nadere informatieVerkeersbesluit provinciale weg N278 Maastricht-Vaals. Reconstructiewerkzaamheden kom Vaals/ definitieve verkeersmaatregelen Ons Kenmerk 2013/ 7398
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3601 8 februari 2013 Verkeersbesluit provinciale weg N278 Maastricht-Vaals Reconstructiewerkzaamheden kom Vaals/ definitieve
Nadere informatieArtikelsgewijze toelichting. Begripsomschrijvingen. In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990 : Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; b. wet : de Wegenverkeerswet 1994;
Nadere informatie