-s-. ' Gennep Goch , \. 2. (leve. jmegefl\ Wesel. Kamp- Lintfort Moers. Eindhoven. l(ref t1. Ø s Hertogenbosch. %Cuijk \ Boxmee.

Transcriptie

1 Ifl, \. 2 -s-. / S jmegefl\ (leve Ø s Hertogenbosch %Cuijk \ ' Gennep Goch Wesel Boxmee c? Kamp- Lintfort Moers Eindhoven ES H. rvenls 1 l(ref t1 Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatje Postbus BA Rotterdam 4839

2

3 Rij kswaterstaat Dienst Verkeerskunde N.B Bureau Dokumentatie s.v.p. tijdig postbus 1031 verlenging 3000 BA Rotterdam aanvragen tel.: Naam lezer 1 Paraaf Datum

4 m

5 VLi, li?p Autosnelweg Noijsmegen - Krefeld Bundesautobahn Krefeld - Nimwegen

6 Uitgave van: / Herausgeber: Der Bundesminister für Verkehr. Der Minister für Stadtentwicklung, Wohnen und Verkehr des Landes Nordrhein-Westfalen. Landschaftsverband Rheinland, StraBenbauverwaltung. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat.

7 Documentatie naar aanleiding van de openstelling van het gedeelte Nijmegen Goch op 22 oktober 1986 Inhoudsopgave Inhaitsverzeichnis Ten geleide 4 Geleitworte 4 Het belang van de autosnelweg 6 Die Verkehrsbedeutung der Autobahn 6 Het cultuurlandschap langs de autosnelweg 7 Die Kulturlandschaft links und rechts der Autobahn 7 Plannen en tracébepaling 13 Planung und Trassierung 13 Geologie en grondwerken 18 Geologie und Erdbau 18 Bruggenbouw 22 Briickenbau 22 De rijbaanverhardingen 30 Fahrbahndeckenbau 30 De weg en het milieu 32 StraBe und Umwelt 32 Gemeenschappelijke doorlaatpost Gennep/Goch 37 Gemeinschaftszollanlage Goch/Gennep 37 Knooppunten en aansluitingen 39 Knotenpunkte und AnschluBstellen 39 Chronologie van ontwerp en uitvoering 44 Zeitablauf bei Planung und Bau 44 Kosten en financiering 45 Kosten und Finanzierung 45 Hoeveelheden 46 Massenzusammenstellung 46 lmpressum 47 lmpressum 47 Dokumentation anlablich der Verkehrsfreigabe des Abschnittes Goch Nimwegen am 22. Oktober 1986

8 Allen die zich hebben ingezet bij de voorbereiding en aanleg van de A-57 - A-73 - A-77 kortom de E-31, wegwerkers, ingenieurs, technici, ambtenaren, milieudeskundigen, wil ik hartelijk danken voor hun werk en prestaties. Ik ben ervan overtuigd dat deze nieuwe autosnelweg een positieve bijdrage zal leveren aan de Duits-Nederlandse betrekkingen en in breder verband aan de handel en het toerisme in de EG. Ik wens alle gebruikers van deze weg een veilige en plezierige reis toe. Mevr. Drs. N. Smit-Kroes Minister van Verkeer en Waterstaat Voorwoord Met het gereedkomen van het traject Nijmegen Boxmeer Goch, is ruim 42 kilometer nieuwe autosnelweg ter beschikking gekomen van het Europese wegverkeer. Deze weg is op Nederlands gebied aangeduid als A-73 en A-77, in Duitsland als A-57 en in Europees verband bekend als de E-31. Het traject vormt het sluitstuk in de doorgaande hoofdverbinding op de linker Rijnoever tussen het havenen industriegebied Rijnmond, het Ruhr-gebied en Zuid-Duitsland. De nieuwe autosnelweg is niet alleen een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling van de handels en industriebetrekkingen tussen Nederland en Duitsland, maar ook van het toerisme en personenvervoer in groter verband. Met het openstellen van deze weg wordt de verkeersdruk op de secundaire wegen in de streek belangrijk verminderd. Dit is goed voor het leefmilieu en de verkeersveiligheid. Ik ben verheugd dat over deze belangrijke weg deze gezamenlijke Nederlands-Duitse brochure is uitgebracht. Hierin worden niet alleen de economische aspecten van de weg belicht, maar komen ook de maatschappelijke en milieutechnische aspecten duidelijk naar voren. Want daarover geen misverstand. Grote inspanningen zijn getroost met het oog op het leefmilieu voor mens en dier. Het traject Nijmegen Boxmeer Goch voert door een zowel historisch als natuurwetenschappelijk mooi en interessant gebied: In dit boekwerk wordt een duidelijk beeld van de veelzijdige betekenis van de nieuwe weg geschetst door middel van een combinatie van teksten, foto's en grafieken.

9 Der Bau grenzüberschreitender Autobahnen ist in meinen Augen immer auch ein Zeichen guter Nachbarschaft. Die freundschaftlichen Beziehungen zwischen der Bundesrepublik Deutschland und den Niederlanden werden auf besonders eindrucksvolle Weise dadurch hervorgehoben, dab lhre Majestât Königin Beatrix der Niederlande und Herr Bundesprâsident Dr. Richard von Weizsâcker die Verkehrsfreigabe der neuen Autobahnverbindung vornehmen. All denen, die an der fristgerechten Fertigstellung der neuen Autobahn Krefeld Nimwegen mitgewirkt haben, sage ich Dank und Anerkennung. Ganz besonders freue ich mich, dal3 es bei der Planung und Bauausführung gelungen ist, eine Lösung zu finden, die auch den Belangen des Naturund Landschaftsschutzes in beispielhafter Weise Rechnung trâgt. Den Verkehrsteilnehmern wünsche ich eine gute und unfallfreie Fahrt. Geleitwort des Bundesministers für Verkehr Herrn Dr. Werner Dollinger Dr. Werner Dollinger Bundesminister für Verkehr Mit der Fertigstellung der grenznahen Abschnitte der A 57 auf deutscher und der A 73/77 auf niederlândischer Seite steht eine weitere leistungsfâhige Autobahnverbindung zwischen der Bundesrepublik Deutschiand und den Niederlanden für den Verkehr zur Verfügung. Die Autobahn verbindet den südwestdeutschen Ballungsraum und das Industriegebiet an Rhein und Ruhr mit dem niederlândischen Wirtschaftszentrum und Rheinmündurigshafen Rotterdam. Als EuropastraBe E 31 Rotterdam Krefeld Ludwigshafen ist sie ein weiteres wichtiges Bindeglied innerhaib der europischen Gemeinschaft. Neben ihrer internationalen Bedeutung bildet die neue Autobahn zugleich eine wichtige StrukturmaBnahme für den linken Niederrhein. Die jahrelangen Bemühungen der Bürger dieser Region und ihrer parlamentarischen Vertreter finden damit ihren erfoigreichen AbschluB. Die Verbesserung der örtlichen Standortbedingungen wird zu aligemeinem wirtschaftlichen Aufschwung beitragen. Durch die verkehrsgünstige Anbindung ergeben sich neue Entwickiungschancen mit zusâtzlichen Erwerbsmöglichkeiten für die heimische Bevölkerung. SchlieBlich wird durch die A 57 das nachgeordnete Stral3ennetz - hier insbesondere die B 57 - vom Durchgangsverkehr entlastet. Für die betroffenen Bürger bedeutet dies wieder mehr Ruhe und Sicherheit. Die Stâdte und Gemeinden erhalten neue Möglichkeiten der stâdtebaulichen Entwicklung.

10 Het belang van de autosnelweg Die Verkehrsbedeutung der Autobahnen Het op 22 oktober 1986 voor het verkeer opengestelde autosnelwegtraject Krefeld-Goch-Boxmeer-Nijmegen, bestaande uit de A 57 in de Bondsrepubliek Duitsland en de A 77 en A 73 in Nederland is het sluitstuk van een ca. 510 km lange, doorgaande verkeersader. Deze voert van de Randstad Holland, met name van het haven- en industriegebied Rijnmond, via de recreatie- en woongebieden op de linker Rijnoever tot in Zuid-Duitsland. De grote betekenis van deze snelwegverbinding voor het internationale lange-afstandsverkeer wordt benadrukt door de route Ludwigshafen- Koblenz- Krefeld-Goch -Nijmegen-Gorinchem -Rotterdam als Europese weg aan te duiden. De verbetering van de wegen-infrastructuur is voor de ontwikkeling van de handels- en industriebetrekkingen en in de recreatieve sfeer aan beide zijden van de landsgrens van bijzonder grote betekenis. De autosnelweg Krefeld-Goch- Boxmeer-Nijmegen geeft het gebied op de linker Rijnoever de volledige aansluiting op het supra-regionale- en internationale hoofdwegennet en biedt mogelijkheden voor de verdere infrastructurele ontwikkeling van dit gebied. In de nieuw ontsloten gebieden worden in dat opzicht hoge verwachtingen gekoesterd. Oost-west lopende autosnelwegen in de omgeving van Keulen, Düsseldorf en Duisburg, vormen dwarsverbindingen naar de aggiomeraties op de rechter Rijnoever en naar de daargelegen A 3/E 35, die in Nederland als A 12/E 35 verder loopt. Het ligt voor de hand, dat de autosnelweg op de linker Rijnoever ook voor de industrie- en woongebieden op de rechter oever, vooral voor het Roergebied, van grote betekenis is. De A 57 maakt het de bewoners van dit gebied mogelijk snel de recreatiegebieden en plaatsen van tewerkstelling aan de Benedenrijn en in het Maasdal te bereiken. Naast verbetering van de ontsluiting van het gebied wordt de ontlasting van de parallel aan de A 57 lopende Bondswegen 9 en 57 en de in het tracé van deze wegen gelegen stadstraversen nagestreefd. Door de overheveling van het doorgaande verkeer naar de snelweg worden de bestaande wegen in belangrijke mate ontlast en wordt de rust langs die wegen vergroot, zodat de autosnelweg tevens een positieve bijdrage aan het woon- en leefmilieu levert. Daardoor ontstaan weliswaar nieuwe nadelige invloeden op het menselijke - en natuurlijke milieu, maar deze dienen door passende maatregelen zo klein mogelijk te worden gehouden. Het gedeelte Boxmeer-Nijmegen-Ewijk is, na het gereedkomen van de ontworpen Rijksweg 73 door het Maasdal, een integrerend bestanddeel van het Nederlandse hoofdverkeerswegennet, dat de provincie Limburg en het oosten van Noord-Brabant moet gaan verbinden met Oost- en Noord-Nederland, vervolgens Midden- en Noord-Limburg en de oosthoek van Noord-Brabant economisch moet ontsluiten en tenslotte de rijks- en provinciale wegen op beide Maasoevers moet ontlasten. Voorloping zullen de nu gereedgekomen A 77 en A 73 slechts aan de bestaande wegen ten noorden van Heijen en Boxmeer verlichting kunnen geven. De Nederlandse autosnelweg A 73 kan, als hij verder naar het zuiden tot Venlo zal zijn gerealiseerd, ook verkeer van Der jetzt dem Verkehr zur Verfügung stehende Autobahnabschnitt Krefeld - Goch - Boxmeer - Nimwegen, bestehend aus der A 57 in der Bundesrepublik Deutschland und den niederlândischen Autobahnen A 77 und A 73, ist das letzte Glied eines ca. 510 Kilometer langen, durchgehenden Verkehrsweges, der von dem Ballungsraum Rotterdam, insbesondere dem Hafen- und Industriegebiet Rijnmond, über die Erholungs- und Siedlungszentren in der linken Rheinzone bis in den süddeutschen Raum verlâuft. Die grol3e Bedeutung dieser Autobahnverbindung für den internationalen Fernverkehr wird durch die Bezeichnung als EuropastraBe (E 31) Rotterdam - Gorinchem - Nimwegen - Goch - Krefeld - Köln - Koblenz - Ludwigshafen unterstrichen. Die Verbesserung der verkehrlichen lnfrastruktur ist für die Entwickiung der gegenseitigen Beziehungen im Privaten, Handel und Gewerbe beiderseits der Staatsgrenze wichtig. Die Autobahn Krefeld - Goch - Nimwegen bringt für das Gebiet des linken Niederrheins die volle Anbindung an das überregionale und internationale FernstraBennetz und bietet Chancen zur infrastrukturellen Entwickiung dieses Gebietes. Insoweit werden in den verkehrlich neu erschiossenen Regionen hohe Erwartungen in die Autobahn gesetzt. Durch die in Ost-West-Richtung verlaufenden Autobahnen im Raume Köln, Düsseldorf und Duisburg bestehen Querverbindungen zu den rechtsrheinischen Ballungszentren und der dort verlaufenden Autobahn A 3/E 35, die sich in den Niederlanden als A 12/E 35 fortsetzt. Es liegt somit auf der Hand, dab die linksrheinische Autobahn auch für die rechtsrheinischen Wirtschafts- und Siediungsgebiete, insbesondere das Ruhrgebiet, Bedeutung hat. Den Bewohnern dieses Raumes ermöglicht die A 57 ein schnelleres Erreichen von Naherholungsgebieten und Arbeitsplâtzen am Niederrhein und im Maastal. Neben einer besseren ErschlieBung des Raumes wird durch die neue Autobahn eine Entiastung der parallel zu ihr verlaufenden BundesstraBen 9 und 57 und der im Zuge dieser StraBen liegenden Ortsdurchfahrten angestrebt. Durch Umlagerung des Durchgangsverkehrs soli auf den parallel verlaufenden bestehenden StraBen für die Menschen und die Umwelt eine Verkehrsentlastung spürbar werden. Daraus erwachsen freilich neuerliche Einwirkungen auf Mensch und Umwelt im Zuge der neuen Autobahn; durch besondere Vorkehrungen ist jedoch soweit wie möglich gewhrleistet, dab sie im Rahmen des Edrglichen bleiben. Die Teilstrecke Boxmeer - Nimwegen - Ewijk ist nach Fertigstellung der geplanten StaatsstraBe A 73 durch das Maastal ein wesentlicher Bestandteil des niederlmndischen Hauptverkehrsnetzes. Die A 73 soli die Provinz Limburg und den Ostteil Nord-Brabants zukünftig mit den Ost- und Nordniederlanden verbinden, darüber hinaus Mittel- und Nord- Limburg sowie das östliche Nord-Brabant zwecks Förderung der wirtschaftlichen Entwicklung erschlieben und letztlich die Staats- und ProvinzialstraBen an beiden Maasufern entlasten. Zunâchst jedoch werden die jetzt fertiggesteilten A 77 und A 73 lediglich die untergeordneten StraBen nördlich Heijen und Boxmeer entlasten können.

11 de A 61, Ludwigshafen-Koblenz-Duits/Nederlandse grens (Venlo) overnemen, zodra ook het gedeelte Kerpen- Bergheim (Erft) in gebruik is en de A 61 bij Venlo op het Nederlandse hoofdverkeerswegennet zal zijn aangesloten. De A 61 is ten zuiden van Erftstad onderdeel van de E 31. De,,Linksrheinische Autobahn" met zijn vervolg in het Maasdal, is naast de autosnetwegverbinding op de rechter Rijnoever de tweede grote lange-afstands-verbinding in noord-zuid richting. De betekenis blijkt nu reeds uit de hoge verkeersintensiteit op de al voor het verkeer opengestelde weggedeelten. Met het gereedkomen van de weg in het Duits- Nederlandse grensgebied, wordt tegemoetgekomen aan de verkeersbehoeften langs de waterwegen Rijn en Maas als eeuwenoude verkeersaders van West-Europa. Het cultuurlandschap langs de autosnelweg. Anders dan de wegen uit vroegere tijden, die van het ene stadscentrum naar het andere voerden, zeg maar van marktplein naar marktplein, van cultuurcentrum naar cultuurcentrum, vaak langs de rivieren, blijven de autosnelwegen van onze dagen op afstand van de bebouwingskernen, opdat hun doel, het snel overbruggen van grote afstanden, kan worden bereikt. De nieuwe snelweg raakt weliswaar de periferieën van de steden Moers, Kamp-Lintfort en Rheinberg in het zuiden en van Nijmegen in het noorden, en daartussen nog die van Goch, Boxmeer en Cuijk, maar voert voornamelijk door dunbevolkt gebied, door bossen, heiden en venen; namen als Leucht (Staatsbos), Bunninghardt, Winkels Bos, Pirloër Heide, Asperheide, Heijen, Haterse- en Overasseltse Vennen wijzen daar al op. Het ongeveer 15 km lange midden-stuk Alpen-Kervenheim valt bijna samen met de grens van de streekgewesten Wesel en Kleef. Het Nederlandse gedeelte loopt door de grensstreek van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland, waarvan de grens - de Maas - tweemaal wordt overgestoken. Bijna halverwege de nieuwe weg wordt de Duits- Nederlandse grens gekruist. Staats- en provinciegrenzen OQ o 1 Q co II Die niederlândische Autobahn A 73 kann, wenn ihr südlicher Abschnitt bis Venlo realisiert sein wird, auch den Verkehr der A 61 - Ludwigshafen - Venlo - übernehmen, sobald auch die Teilstrecke der A 61 von Kerpen bis Berg heim (Erft) in den nâchsten Jahren in Betrieb und diese Autobahn bel Venlo an das hollandische HauptverkehrsstraBennetz angebunden ist. Die A 61 ist südlich Erftstadt Teil der E 31. Die linksrheinische Autobahn mit ihrer Fortsetzung im Maastal ist neben dem rechtsrheinischen Autobahnzug A 3/A 12 die zweite leistungsfâhige FernstraBe in Nord-Süd-Richtung. lhre Verkehrsbedeutung ist schon heute an der starken Belastung auf den bereits in Betrieb befindlichen Abschnitten erkennbar. Mit der Fertigstellung im deutschniederlândischen Grenzbereich wird dem Verkehrsbedü rfnis entlang der Wasserwege Rhein und Maas als jahrhundertealten Verkehrsadern Westeuropas Rechnung getragen. Die Kulturlandschaft links und rechts der Autobahn Anders als die StraBen früherer Zeiten, die von einem Stadtzentrum zum nâchsten, also von Marktplatz zu Marktplatz, von Kulturzentrum zu Kulturzentrum führten, hâufig entlang der Flüsse, bleiben die Autobahnen unserer Tage abseits der stâdtischen Siedlungskerne, um so ihrem Zweck, der raschen Uberwindung grol3er Entfernungen, zu dienen. Die neue Autobahn berührt zwar die Randbereiche der Stâdte Moers, Kamp-Lintfort und Rheinberg im Süden und Nimwegen im Norden, dazwischen noch diejenigen von Goch, Boxmeer und Cuijk, doch führt sie meist durch dünnbesiedeltes Gebiet, durch Wâlder, Heiden und Moore. Namen wie Leucht (Staatsforst), Bönninghardt, Winkelscher Busch, Pirloer Heide, Kalbecker Heide, Asperheide, Heijen, Haterter und Overasselter Vennen weisen darauf hin. Diese siediungsferne Strecke sucht geradezu die Nâhe der Territorialgrenzen; Regionen, wo Fuchs und Hase sich gute Nacht sagen". Das etwa 15 Kilometer lange Mittelstück Alpen-Kervenheim ist beinahe identisch mit der Grenze der Kreise Wesel und Kleve. Das niederlândische Teilstück bewegt sich im Grenzbereich der Provinzen Limburg, Nord- Brabant und Gelderland, deren Grenze, die Maas, zweimal überquert wird. Und ziemlich genau auf halber Strecke der neuen Bahn wird die deutsch-niederlândische Staatsgrenze gekreuzt. Staats- und Provinzialgrenzen sind übrigens, historisch betrachtet, ziemlich jung. Sie gehen zurück auf a 0 o 0 0 5m Fig, 1 Opgraving in Heijen. / Ausgrabungen in Heijen, o Paalgaten / Hauspfostensetzungen Paalresten 1 Hauspfostenreste Foto 1 Reconstructie woning uit de ijzertijd / Rekonstruktion einer Eisenzeitwohnung

12 zijn overigens - historisch bezien - Vrij recent. Ze gaan terug tot het Congres van Wenen en de stichting van het koninkrijk der Nederlanden ( ). De Iandsgrens werd toen op ca. 3,5 km (kanonschotsafstand) ten oosten van de Maas bepaald, om de ongestoorde scheepvaart op de Maas te garanderen. Met deze grensbepaling werden eeuwenoude territoria in stukken gesneden. Bij de aanleg van de autosnelweg werden sporen van menselijke bewoning in praehistorische tijden gevonden en onderzocht. In het Kalbecker Bos en nabij Heijen vonden archeologen resten van palen, die tot boerderijen hebben behoord. De scherven, die bij de opgravingen aan het licht kwamen, zijn afkomstig van voorraad- en kookpotten en dateren de nederzetting in de ijzertijd (ca. 700 v. Chr.). Het boerderijtype van Heijen staat niet op zichzelf. In Haps (N. Br.) is in de 60-er jaren een dergelijke nederzetting uit dezelfde periode opgegraven. Op een van de daar gevonden plattegronden is een reconstructie gebaseerd, die zich in het Noordbrabants Museum bevindt. Al deze nederzettingen bevonden zich op hoge watervrije plaatsen nabij vruchtbare laagten. den Wiener Kongrel3 und die Gründung des Königreichs der Niederlande ( ). Die Staatsgrenze wurde als Parallele zur Maas, und zwar östlich in etwa 3,5 Kilometer Abstand (,,mehr als Kanonenschul3weite'), festgelegt, um ungestörte Schiffahrt auf der Maas zu gewâhrleisten. Mit dieser Grenzziehung wurden jahrhundertealte Territorien zerschnitten. Beim Autobahnbau wurden Spuren menschlicher Siedlung aus vorgeschichtlicher Zeit gefunden und untersucht. Im Kalbecker Forst und in der Nâhe von Heijen fanden Archâologen Hauspfostenreste von Bauernhâusern. Die dabei aufgefundenen Scherben von Vorrats- und Kochtöpfen datieren die Siediungen in die Eisenzeit (ca. 700 v. Chr.). Der Heijener Bauernhof ist kein Einzeltyp. In Haps (Nord- Brabant) wurde in den sechziger Jahren eine âhnliche Siedlung aus jener Zeit ausgegraben. Die Rekonstruktion im Nord-Brabanter Museum stützt sich auf einen der dort aufgefundenen Grundrisse. All diese bâuerlichen Ansiediungen befanden sich an hohen, wassertreien Plâtzen nahe der fruchtbaren Niederungen. Die Römer machten den Rhein zur Grenze ihres Reiches. Entlang dieser Grenze (Limes) schufen sie HeerstraBen und befestigte Militârsiedlungen. Eine dieser HeerstraBen führte von Süden tjber Köln, NeuB, Xanten und Nimwegen nach Lugdunum an der Nordsee (heute unter Wasser vor Katwijk). Die neue Autobahn folgt derselben Strecke in der Höhe von Moers An der LimesstraBe bei Moers-Asberg lag das Kasteli Asciburgium, em strategisch wichtiges Reiterlager halbwegs zwischen den Lagern Novaesium (NeuS) und Castra Vetera (Birten bei Xanten). Eine grobe Zivilstadt bei Xanten (Colonia Ulpia Trajana) ist in den letzten Jahren teilweise rekonstruiert worden und kann im Archâologischen Park in Xanten besichtigt werden. Aul3erdem führte ein Römerweg am westlichen Maasufer entlang von Maastricht nach Nimwegen. Reste der StraBe wurden beim Autobahnbau in der Nâhe von Boxmeer aufgefunden. Hier stieb man auch auf eine 100 mal 500 Meter grobe Römersiedlung. Schon vorher wurden bei Cuijk (Ceuclum) Reste einer römischen Zivil-Siedlung mit zwei Tempein aus dem zweiten/dritten Jahrhundert sowie ein Kasteil aus dem vierten Jahrhundert entdeckt, und zwar zwischen der Maas und der Pfarrkirche, deren Doppeltürme schon von weitem ins Auge fallen. Foto 2 Xanten, Archeotogisch park met amfitheater, herberg en haventempel Xanten, Archâologischer Park mit Amphitheater. Herberge und Hafentempel. De Romeinen maakten de Rijn tot de grens van hun rijk. Langs die grens (Limes) legden zij heerbanen met militaire forten aan. Een van die heerbanen liep vanuit het zuiden over Keulen, Neuss, Xanten en Nijmegen naar Lugdunum aan de Noordzee (thans onder de zeespiegel bij Katwijk). De nieuwe autosnelweg volgt ter hoogte van Moers hetzelfde tracé. Aan de Limesweg lag bij Moers-Asberg het Romeinse kamp Asciburgium, een strategisch belangrijke legerplaats van bereden troepen, halverwege de Romeinse forten Novesium (Neuss) en Castra Vetera (Birten bij Xanten). Een grote burgernederzetting bij Xanten (Colonia Ulpia Trajana) wordt gerestaureerd en is te bezichtigen. Bovendien liep er een Romeinse weg over de linker Maas- Foto 3 Parochiekerk van Cuijk. 1 Pfarrkjrche von Cuijk

13 oever van Maastricht naar Nijmegen. Resten daarvan zijn bij de wegaanleg teruggevonden in de buurt van Boxmeer. Hier stuitte men toen ook op een nederzetting uit de Romeinse tijd, ca. 100 x 500 m groot. Reeds eerder waren bij Cuijk (Ceuclum) resten van een Romeinse nederzetting met twee tempels uit de 2e en 3e eeuw n. Chr. en van een militair kamp uit de 4e eeuw ontdekt. Deze lagen tussen de Maas en de parochiekerk, waarvan de beide torens al van verre in het oog vallen. Am Ende des Maasweges erreichte man Nimwegen. Die heutige Stadt steht auf den Resten mehrerer römïscher Siedlungen, von denen eine ein Militârlager war (das gröl3te in den Niederlanden) und eine andere bereits Stadtcharakter hatte (Noviomagus). Auf dem,,valkhof" genannten Hügel am Nimweger Waalufer, wo vorher schon die Bataver und die Rômer ihre Befestigungen anlegten, liel3 Karl der Grol3e eine Pfalz bauen. In ihr residierten auber ihm in oft wochenlangen Aufenthalten Ludwig der Fromme und alle nachfolgenden Kaiser bis zum dreizehnten Jahrhundert. Aus diesen Zeiten sind auf dem Valkhof die teilweise noch karolingische Nikolauskapelle und die Chorruine der staufischen Martinskapelle erhalten. Nimwegen war bis 1247 Reichsstadt und fiel dann an die Grafen von Geldern. Das moderne Nimwegen, kulturelles Zentrum mit grober Universitat und mehreren Museen, bietet vom Waalufer eine der schönsten Stadtsilhouetten der Niederlande, die vom reichverzierten historischen Glockenturm der Stephanskirche gekrbnt wird. Foto 4 Nikolaaskapel op het Valkhof / Nikolauskapelle am Valkhof. Aan het einde van de Maasweg bereikte men Nijmegen. De huidige stad staat op resten van verschillende Romeinse nederzettingen, waarvan er een het karakter van een militair kamp (het grootste van Nederland) had en een ander dat van een stad (Noviomagus). Op de aan de Nijmeegse Waaloever gelegen heuvel, het Valkhof, waar Batavieren en Romeinen reeds hun sterkten bouwden, liet Karel de Grote een palts (paleis) bouwen. Hier resideerde hij vaak weken achtereen, en na hem Lodewijk de Vrome en alle opvolgende keizers tot in de 13e eeuw. Uit deze periode zijn op het Vaikhof de gedeeltelijk Karolingse Nikolaaskapel en de koorruene van de uit de tijd der Stauftenkeizers stammende Maartenskapel (Barbarossa-r(jïnë) behouden. Nijmegen was tot 1247 Rijksstad en kwam daarna in handen van de graven van Gelre. Het moderne Nijmegen, cultureel centrum met zijn grote universiteit en verscheidene musea, biedt vanaf de tegenovergelegen Waaloever een van de mooiste stadssilhouetten van Nederland, bekroond door de rijk versierde historische klokkentoren van de Stevenskerk. Tot in de 18e eeuw bestond in de door de autosnelweg doorsneden gebieden niet zon scherpe grens als de huidige landsgrens. Integendeel, de in de late middeleeuwen tot macht komende hertogdommen Gelre en Kleef maakten deel uit van een open culturele en economische eenheid. Hier werd Nederlands gesproken; dezelfde bouwmeesters, ', i 1. i r r II w W, Na -- /4I Bis ins achtzehnte Jahrhundert hinein hat es in dem Raum, den die neue Autobahn Moers - Nimwegen durchzieht, eine so einschneidende Grenze wie die heutige Staatsgrenze nicht gegeben, im Gegenteil. Die im spâten Mittelalter aufstrebenden Herzogtümer Geldern und Kleve gehörten einem offenen und einheitlichen Kultur- und Wirtschaftsraum an. Hier wurde Niederindisch gesprochen und geschrieben; dieselben Baumeister, Goldschmiede, Maler arbeiteten hier stark unter westeuropâisch-burgundischem EinfluB ; die in dem heute niederlândischen Teil Geldern entstandene Bewegung religiöser Erneuerung, Devotio moderna genannt, durchdrang den ganzen Raum. Erst die Glaubenskriege der frühen Neuzeit mit dem Aufstieg des reformierten Hollands in seinem,,goldenen Zeit- -- W.

14 goudsmeden, schilders werkten hier sterk onder Westeuropees-Bourgondische invloed. De in het thans Nederlandse deel van Getre ontstane religieuze vernieuwingsbeweging, de Moderne Devotie, drong in het hele gebied door. Toen echter in het begin van de nieuwe tijd de godsdienstoorlogen ontbrandden, oefenden de opkomst van de Reformatie in Noord-Nederland tijdens de Gouden Eeuw en de zware Spaans-Katholieke druk op de Zuidelijke Nederlanden, elk van hun kant, hun invloed uit, hetgeen tot het uiteenlopen van de ontwikkelingen leidde. Naast de heersende Nederlandse taal kwam geleidelijk het Duits op, eerst in het Kleefse, tot het uiteindelijk als gevolg van de Pruisische schoolpolitiek in de eerste helft van de 19e eeuw de overhand kreeg. Maar keren we terug naar de autosnelweg. Deze voert, gezien in het licht van de geschiedenis, vanuit het graafschap Moers het Amt Rheinberg (een Keur-Keulse exclave) doorkruisend, verder tot aan de Maas langs de zuidelijke grens van het Hertogdom Kleef, en wel op korte afstand van het gebied van de Gelderse hertogen. Eerst bij Heumen op de noordoever van de Maas, gaat de weg het Gelderse gebied binnen. Het slot van Moers - nu huisvesting van het graafschappelijk museum - was eens een deel van de grote burcht van de Moerser graven en het Moerser land. Deze burcht is - evenals de kastelen Linn en Hülchrath - een omgrachte ringmuurburcht met vrijstaande donjon (versterkte toren) in het midden. De thans verdwenen donjon dateerde uit de 12e eeuw. De nog bestaande toren, waarvan de vier benedenverdiepingen uit de 14e eeuw stammen, was eens als poorttoren bestanddeel van de ringmuur. De burcht werd de kiemcel van de tegenwoordige grote stad Moers, die in 1300 stadsrechten verkreeg, en alter" und die spanisch-katholische Prâgung der südlichen Niederlande erfaf3ten unseren Raum von zwei Seiten und fuhrten zu Sonderentwicklungen. Neben die herrschende niederindische Sprache trat allmâhlich, zunachst im Klevischen, das Deutsche, dessen endgültiges Durchsetzen erst durch die preubische Schulpolitik in der ersten Hâlfte des neunzehnten Jahrhunderts herbeigeführt wurde. Kehren wir zurück zur Autobahn. Diese führt, historisch gesehen, aus der Grafschaft Moers und durch das Amt Rheinberg, eine kurkölnische Exklave, dann bis zur Maas entlang der Südgrenze des Herzogtums Kleve, und zwar in kurzem Abstand vom Gebiet des Herzogtums Geldern; erst bei Heumen am Nordufer der Maas führt sie dann in geldrisches Gebiet hinein. Das Moerser Schlo(3, heute Domizil des Grafschafter Museums, war einst Teil der grol3en moersischen Landes- und Grafenburg. Diese gehörte wie die Burgen Linn und Hülchrath dem Typus der wasserumwehrten Ringmauerburgen mit freistehendem Bergfried in der Mitte an. Der Bergfried ist heute verschwunden, aber archâologisch erforscht und stammt aus dem zwölften Jahrhundert. Der heute noch stehende Turm, dessen vier Untergeschosse aus dem vierzehnten Jahrhundert stammen, war einst als Torturm Bestandteil der Ringmauer. Die Burg wurde zur Keimzelle der heutigen GroBstadt Moers, die im Jahre 1300 Stadtrechte erhielt, und war Zentrum des Landes Moers. Die Grafen von Moers erlebten im fünfzehnten Jahrhundert einen kometenhaften Aufstieg. lhre Nachfolger waren die Grafen von Neuenahr, die hier die Reformation einführten. Nach dem Aussterben der Neuenahrer kamen Stadt und Grafschaft Moers an das Haus Oranien, danach 1702 an PreuSen. Das Schlo13 Moers ist heute in einen gepflegten Park eingebettet, der wiederum Bestandteil des sehenswert sanierten Stadtkerns ist. Verll3t man im Raum Moers/Kamp-Lintfort, wo noch Hochspannungsleitungen, Abraumhalden und Fördertürme die dichtbesiedelte Landschaft beherrschen, die Autobahn über die Abfahrt Rheinberg, so gelangt man mittels der BundesstraBe 510 nach wenigen Kilometern zum ehemaligen Zisterzienserkloster Kamp. Die im wesentlichen aus dem siebzehnten und achtzehnten Jahrhundert stammenden Klostergebâude erheben sich weithin sichtbar auf dem Kamper Berg. Sie lassen aber nicht erkennen, dal3 es sich um eine Gründung aus dem Jahre 1122 handelt, die im 115 Foto 6 Kasteel Moers. / SchioB Moers. Foto 7 Kamp-Lintfort, AbdLjkerk Kamp / Kamp-Lintfort. Abteikrce Kamp iii:

15 was het centrum van het land Moers. De graven van Moers beleefden in de 15e eeuw een komeetachtige opkomst. Hun opvolgers waren de graven van Neuenahr, die hier de hervorming invoerden. Na het uitsterven van de Neuenahrs kwamen stad en graafschap Moers aan het huis Oranje en later, in 1702, aan Pruisen. Het slot Moers ligt thans ingebed in een verzorgd park in het bezienswaardig gesaneerde centrum der stad. Verlaat men de autosnelweg over de afrit Rheinberg in de regio Moers/Kamp-Lintfort, waar hoogspanningsleidingen, steenbergen en schachttorens het dichtbebouwde landschap domineren, dan bereikt men over de B 510 na enkele kilometers het v.m. Cistercienserklooster Kamp. De uit de 17e en 18e eeuw stammende kloostergebouwen verheffen zich, van verre zichtbaar, op de Kamper Berg. Ze doen niet vermoeden, dat het gaat om een stichting uit 1122, die in de middeleeuwen tot de belangrijkste kunst- en cultuurcentra in het Nederrijnse behoorde. Mocht de streek rond 1122 ook niet meer zo eenzaam zijn geweest als de Keulse aartsbisschop Frederik 1 het in de stichtingsoorkonde wilde doen geloven, vast staat, dat de monniken van Kamp destijds in een agrarisch nog niet ontsloten gebied grote boerenbedrijven met voor die tijd moderne bedrijfsmethoden hebben ingevoerd. Foto 8 Bedevaartsoord Kevelaer. Genadekapel (gebouwd 1654(, Marienwalltahrtsort Kevelaer, GnadenkapeUe (erbaut 1654( De twee volgende afritten, Alpen en Sonsbeck, nodigen uit om Rijnwaarts te rijden om Wesel, in de middeleeuwen de belangrijkste stad tussen Neuss en Nijmegen, met haar Willibrordusdom en de restanten van vestingwerken uit de nieuwe tijd te bezoeken, of naar Xanten te gaan met de reeds vermelde Romeinse stad, de gerestaureerde Victorsdom en het streekmuseum. Men kan ook naar het westen Mittelalter zu den bedeutendsten Kunst- und Kultursttten des Niederrheins gehört hat. Wenn auch die Gegend um 1122 schon nicht mehr ganz so einsam gewesen sein dürfte, wie der Kölner Erzbischof Friedrich 1. es in der Stiftungsurkunde behauptete, so steht doch fest, dab die Kamper Mönche damals in einem agrarisch noch unerschlossenen Gebiet grol3e bâuerliche Wirtschaftshöfe mit modernen Betriebsmethoden eingeführt haben. Die zwei nchsten Abfahrten, Alpen und Sonsbeck, verlocken dazu, entweder doch wieder zum Rhein zu fahren, um dort die im Mittelalter bedeutendste Stadt zwischen NeuB und Nimwegen, Wesel, mit ihrem Willibrordi-Dom und den Resten der neuzeitlichen Befestigungsanlagen zu besuchen, oder Xanten mit der schon erwahnten Rörnerstadt, dem restaurierten Viktorsdom voller Kunstschtze und dem Regionalmuseum zu besichtigen. In westlicher Richtung bietet sich der Besuch des Wallfahrtsortes Kevelaer mit dem wunderschönen historischen Ensemble des Kapellenplatzes an. In dem Bereich, in dem die Autobahn bei Goch über die BundestraBe 9 führt, ergibt sich ein Uberblick über diese Stadt aus wechselnder Perspektive. Den Hauptakzent bildet die gotische Maria-Magdalena-Kirche. Goch verdankt seinen Aufstieg der Textilindustrie, die im vierzehnten und fünfzehnten Jahrhundert blühte. lhre Rohwolle bezog sie von den Herden auf der Gocher Heide sowie durch Import aus dem Land von Maas und Waal. Von der Abfahrt Goch/Kleve, westlich Goch, ist es nicht weit bis Asperden, wo man ungefâhr einen Kilometer vom Ortskern entfernt die eindrucksvollen Reste der ehemaligen Abtei Grafenthal, eines Zisterzienserinnenklosters, findet. Sie hat ihren Namen von der Lage im Nierstal und nach ihrem Gründer, Graf Otto II. von Geldern. Er stiftete 1248 umfangreichen Grundbesitz, besonders im sogenannten Reich von Nimwegen und im Land von Maas und Waal gelegen, von dessen Ertragen die meist adeligen Nonnen leben und den reisenden Grafenhof bewirten konnten. Grafenthal war die feudale Raststtte auf dem Wege zwischen dem Südteil der Grafschaft Geldern, dem sogenannten Oberquartier von Roermond, und den wirtschaftlich bedeutenderen geldrischen Landesteilen (Quartieren) Nimwegen, Arnheim und Zi.itphen im Norden. Am rechten Niersufer, Grafenthal gegenüber, steigen die Höhen des Reichswaldes an. Der Reisende auf der Autobahn hat vom Raum Goch an bis zur Landesgrenze, dann wiederum von Cuijk an der rechten Seite stets die dunkle Kulisse dieses groben historischen Forstes im Blick. Die Autobahn umgeht den Wald, der noch heute das Gebiet zwischen Nimwegen, Kleve und Goch ausfüllt, in weitem Bogen. Der schon in karolingischer Zeit erwâhnte Königsforst war lange mit der Kaiserpfalz Nimwegen verbunden und stellte ein beliebtes Jagdrevier der Herrscher dar. Wâhrend die Stadt Geldern (Abfahrt Alpen) als Erinnerung an die Zeiten der landesherrlichen Residenz nur noch die Messinggrabplatte der geldrischen Herzogstochter Katharina (t 1497) in der Pfarrkirche St. Maria Magdalena vorzuweisen hat - die Herzogsburg mul3te schon 1637 den modernen Festungsanlagen weichen -, wird das Bild der Stadt Kleve (Abfahrt Goch/Kleve) noch heute beherrscht von der Schwanenburg, einst Residenz der Grafen und Herzöge von Kleve, danach im siebzehnten und achtzehn- ii

16 rijden waar het bedevaartsoord Kevelaer met de prachtige historische gebouwenverzameling aan de Kapellenplatz is te bezichtigen. Waarde autosnelweg bij Goch hoog over de B9 voert, krijgt men een panorama over deze stad met wisselende perspectieven. Het voornaamste accent hierin vormt de gothische Maria Magdalenakerk. Goch dankt haar groei aan de textielindustrie, die in de 14e en 15e eeuw bloeide en de ruwe wol betrok van de kudden op de Gocher Heide en door import uit het land van Maas en Waal. Van de afrit Goch-Kleef ten westen van Goch is het niet ver naar Asperden, waar men ongeveer 1 km uit het dorpscentrum de indrukwekkende resten van de vroegere Abdij Grafental, een klooster van Cisterciensernonnen, vindt. Het klooster dankt zijn naam aan de ligging in het Niersdal en aan zijn stichter Graaf Otto II van Gelre. Deze schonk de abdij in 1248 een uitgebreid grondbezit, vooral in het z.g. Rijk van Nijmegen en in het land van Maas en Waal, waarvan de opbrengst de overwegend adellijke nonnen in staat stelde te leven, en het reizende hof van de graaf gastvrijheid te bieden. Grafental was n. 1. het feodale "motel' op de weg tussen het zuidelijk deel van het graafschap, het opperkwartier van Roermond, en deeconomische belangrijkere noordelijke Gelderse gebiedsdelen (kwartieren) Nijmegen, Arnhem en Zutphen. Op de rechter Niersoever, tegenover Grafental, rijzen de hoogten van het Reichswald op. De reiziger over de autosnelweg heeft vanaf Goch tot aan de Duits-Nederlandse grens en verder weer vanaf Cuijk aan zijn rechterhand, steeds de donkere coulisse van dit uitgestrekte, historische bosgebied aan zijn horizon. De autosnelweg buigt in een wijde boog om deze bossen heen, die ook nu nog de ruimte tussen Nijmegen, Kleef en Goch vullen. Het reeds in de Karolingse tijd vermelde Koningswoud was lange tijd verbonden met de keizerpalts te Nijmegen en was een geliefd jachtgebied van de heersers. In de stad Geldern (afrit Alpen) zijn de herinneringen aan de Gelderse vorsten beperkt tot een koperen grafplaat van de hertogsdochter Catharina (t 1497) in de parochiekerk St. Maria Magdalena. Het hertogelijke kasteel moest in 1637 wijken voor de aanleg van vestingwerken. In Kleef (afrit Goch/Kleef) daarentegen beheerst de Zwanenburcht nog altijd de stad. Deze burcht, eens residentie van de Kleefse vorsten en later van de Pruisische/Brandenburgse gouverneurs, is tegenwoordig zetel van een gerechtshof. In de Stiftskerk zijn nog de praalgraven van de Kleefse landsheren te vinden. Enkele kilometers voorbij de Duits-Nederlandse grens, waar de autosnelweg de Rijksweg 271, Nijmegen Venlo, kruist en vervolgens een afgesneden Maasbocht en een nieuwgegraven rivierbedding overbrugt, ontwaart men tot zijn verrassing het ruime uitzicht over het Maasdal. Dicht bij de bruggen op de rechter oever, ziet de reiziger het in vroegere tijden omgrachte kasteel Heijen met zijn trap-, hals- en klokgevels uit de late gothiek en de renaissance (16e/17e eeuw). Boven de ingangspoort van het kasteel, te bereiken via de afrit Gennep/Bergen, toont een steen, dat het kasteel in 1715 in bezit was van het adellijk geslacht Diepenbroik- Vittinghoff genaamd Scheil. ten Jahrhundert der Regierungsbehörden Brandenburg- PreuBens, heute Sitz eines Landgerichts; die Hochgrber klevischer Landesherren findet man in der Stiftskirche nahe der Burg...- L-!. -? 1,w, ida : Foto 9 Kasteel Heijen / SeFloB Heijen. Wenige Kilometer jenseits der Landesgrenze, wo die Autobahn die Staatsstraf3e 271 Venlo-Nimwegen überquert und dann nacheinander eine abgekürzte Maasschlinge und ein neugegrabenes FluBbett überbrückt, erlebt man überraschend den weiten Blick über die Maasniederung. Ganz nahe an den Brücken findet der Reisende die in früheren Zeiten von Wassergrâben umgebene Burg Heijen mit ihren Treppen, Hals- und Glockengiebeln aus Spatgotik und Renaissance (sechszehntes/siebzehntes Jahrhundert). Uber dem Vorhoftor der Burg, die uber die Abfahrt Gennep/Bergen zu erreichen ist, zeigt ein Stem, dal3 die Burg 1715 im Besitz der adligen Familie Diepenbroik-Vittinghoff genannt SchelI war. Über diese Abfahrt gelangt man auch in das einst klevische Gennep, wo das Renaissance-Rathaus von 1641/1659 und die schöne evangelische Kirche von 1632 eine Besichtigung lohnen. Im nahezu flachen Raum von Boxmeer, Oeffelt und Cuijk am linken Maasufer, bis vor kurzem ein Agrargebiet, ist in den letzten Jahren die Industrie im Aufmarsch. Am Nordufer der Maas bei Heumen steht der nördliche Pfeiler der Maasbrücke auf historischem Boden, nâmlich mitten in den Fundamenten der Vorburg der aus dem vierzehnten Jahrhundert stammenden und im neunzehnten Jahrhundert dem Erdboden gleich gemachten Burg Heumen, einst Sitz der Herren von Groesbeek. Die kürzlich archâologisch untersuchten und registrierten Reste sind wieder mit Erde abgedeckt. Die Grenzen der Burg sind mit Baumreihen markiert, whrend die innere Burgbebauung sich an Höhenunterschieden erkennen lâbt. Die kulturelle Bedeutung Nimwegens wurde schon mehrmais erwâhnt. An dieser Stadt vorbei führt die Autobahn westwârts durch ein flaches Weidegebiet bis zum Autobahnkreuz Ewijk mit der A 50. Ip'

17 Planung und Trassierung In der Bundesrepublik Deutschland Die linksrheinische Autobahn, nach ihrer Gesamtfertigstellung ein durchgehender StraBenzug überregionaler, ja europaischer Bedeutung, verdankt ihr Entstehen nicht einer,,planung aus einem GuS", sondern wurde im Laufe der Jahre aus mehreren Einzeiplanungen zusammengefügt. Zu den Planungsabschnitten ist in der,,dokumentation Bundesautobahn Krefeld - Ludwigshafen" aus dem Jahre 1975 eine ausführliche Darstellung enthalten. Foto 10 Raadhuis van Gerinep / Rathaus von Gennep. Over dezelfde afrit kan men ook Gen nep bereiken, waar het renaissance raadhuis uit 1641/1659 en de mooie protestantse kerk uit 1632 een bezichtiging meer dan waard zijn. In het nagenoeg vlakke gebied van Boxmeer, Oeffelt en Cuijk op de linker Maasoever, tot voor kort agrarisch gebied, komt in de laatste tijd industrie tot ontwikkeling. Op de noordelijke oever van de Maas bij Heumen staat de noordelijke pijler van de Maasbrug op historische grond, namelijk midden op de fundamenten van de voorburcht van het uit de 14e eeuw stammende - doch in de 19e eeuw met de grond van Groesbeek. De onlangs onderzochte fundamenten van het kasteel zijn weer met grond afgedekt. De grens van het kasteel is aangeduid door een rij bomen, terwijl de binnenbebouwing van het kasteel is gemarkeerd door verschillen in hoogte. De culturele betekenis van Nijmegen is reeds meermalen aangeduid. Voorbij deze stad loopt de autosnelweg naar het westen door een vlak weidegebied tot aan het klaverblad Ewijk met de A 50. Plannen en tracé-bepaling. In de Bondsrepubliek Duitsland. De autosnelweg op de linker Rijnoever, na zijn voltooiing een doorgaande route van supra-regionale - ja zelfs van Europese betekenis, dankt zijn ontstaan niet aan een plan uit één stuk", doch werd in de loop der jaren uit diverse afzonderlijke gedeelten samengevoegd. Over de verschillende deel-ontwerpen werd uitvoerig bericht in de,,dokumentation Bundesautobahn Krefeld Ludwigshafen" uit het jaar Ook het thans tot één geheel voltooide deel Auch derjetzt durchgehendfertiggestellte Abschnitt Moers - niederlândische Grenze bei Goch ist in zwei Planungsschritten entstanden. Im Raume Krefeld war seit langem zwischen Bockum und Uerdingen eine Trasse für die Osttangente freigehalten worden. Seit dem Ende der fünfziger Jahre wurde daran nördlich anschlie3end die Planung einer Ersatzstra3e für die überlastete Bundesstral3e 57 betrieben. Da ein Ausbau der bestehenden StraBe wegen der vielen Ortsdurchfahrten nicht möglich war, entschlob man sich zu einer neuen Führung bis nördlich von Rheinberg; dort sollte die Trasse wieder in die bestehende BundesstraBe 57 einmünden. Für diese Planung wurde in den Jahren 1961 /62 ein landesplanerisches Anhörungsverfahren durch den Ruhrsiedlungsverband - heute Kommunalverband Ruhr (KVR) - durchgeführt. Foto t t A 57, gedeelte Alpen Sonsbeck, roet aansluiting Alpen A 57, Strecke Aipen Sonsbeck, mit Anschiui3steiie Aipen. Mitte der sechziger Jahre kam in Zusammenarbeit mit der niederlândischen StraBenbauverwaltung die Uberlegung auf, die Stral3e bis in den Raum Goch weiterzuführen und dort mit dem niederindischen Autobahnnetz zu verbinden. Im Jahr 1967 wurde ein Erörterungsverfahren im Rahmen des 16 BundesfernstraBengesetz durchgeführt, die Linie wurde 1972 durch den Bundesminister für Verkehr bestimmt. Schwierigkeiten ergaben sich im sogenannten,,rheinberger Bogen'. Dort mul3te die Trasse im Interesse der angrenzenden Wohnbebauung nach Westen verschoben werden; die Bestimmung der Linie nach 16 BundesfernstraBengesetz erfolgte erst Ende Die A 57 Moers bis Rheinberg verlâuft - entsprechend ihrer eingangs geschilderten ursprünglichen Funktion als Ersatz- 13

18 Moers-Nederlandse grens (bij Goch) is in twee planfasen ontstaan. In de regio Krefeld was al lange tijd tussen Bockum en Uerdingen een tracé voor een oost-tangent gereserveerd. Sedert het einde der 50-er jaren werd, in aansluiting daarop, een plan voor een vervangende weg voor de overbelaste Bundesstrasse 57 (B 57) ontwikkeld. Omdat een verbetering van de bestaande weg wegens zijn vele bebouwings-traversen niet mogelijk was, besloot men tot een nieuw tracé tot ten noorden van Rheinberg. Daar zou dit tracé weer uitkomen op de B 57. Voor dit ontwerp werd in de jaren 1961 /62 een planologische inspraakprocedure gehouden door het Ruhrsiedlungsverband (thans Kommunalverband Ruhr-KVR). In het midden der 60-er jaren ontstond in samenwerking met de Nederlandse Rijkswaterstaatsdienst het plan om de weg tot in de omgeving van Goch door te trekken om daar op het Nederlandse autosnelwegennet aan te sluiten. In 1967 werd hiervoor een inspraakprocedure in het kader van par. 16 van het,,bundesfernstrassengesetz" gehouden. Het tracé werd in 1972 door de Bundesminister für Verkehr vastgesteld. Moeilijkheden rezen in de z.g.,,rheinberger Bogen. Daar moest het tracé in het belang van de aangrenzende woonbebouwing naar het westen worden opgeschoven. De vaststelling van dit tracégedeelte in het kader van par. 16 vond eerst in 1973 plaats. Van Moers tot Rheinberg loopt de A 57 - als gevolg van de bovenbedoelde oorspronkelijke bestemming tot vervangende weg - parallel aan de B 57. De weg maakt gebruik van de open ruimte tussen de plaatsen Moers en Neukirchen- Vluyn en tussen Moers-Repelen en Kamp-Lintfort. Het traceren werd bemoeilijkt door diverse dwangpunten, zoals: het knooppunt met de autosnelweg A 42, de nabijgelegen aansluiting Kamp-Lintfort en de daar liggende mijnsteenbergen. Ten zuid-westen van Rheinberg buigt de A 57 uit de tot nu toe gevolgde zuid-noord-richting naar het westen en vormt de zg.,, Rheinberger Bogen". In een flauwe, langgerekte klim door het Staatsbos,,de Leucht bereikt het tracé de Bönninghardt, een deel van de Nederrijnse Heuvelrug. Deze wordt overlangs doorsneden tot Sonsbeck. Het verdere verloop gaat in een royaal opgezet alignement door de dalen van de Grosse Ley, de Kervenheimer Mühlenfleuth, de Niers en de Kendel, onderbroken door een ca. 2km lange doorsnijding van het Kalbecker Bos. De A57 bereikt de Nederlandse grens bij Goch-Hommersum. Voor de aanleg van nieuwe lange-afstands-verbindingen, dus ook van de A 57, schrijft het,,bundesfernstrassengesetz" een Planvaststellings-procedure voor, waarbij aan alle bij de aanleg betrokkenen de mogelijkheid wordt geboden suggesties en bezwaren in te dienen. Het Planvaststellingsbesluit, dat deze procedure afsluit, verschaft de juridische grondslag voor de aanleg van de weg. Voor de A 57 tussen Moers en de Nederlandse grens werden 10 planprocedures doorlopen. Nog twee procedures waren nodig voor het klaverblad A 57/A 2 bij Moers en voor de aansluiting Kevelaer-Kervenheim. Wegens verschillen van mening met betrokken instanties moest, na het verkrijgen van de beslissing van de Bundesminister für Verkehr, een aanvullend Planvaststellingsbesluit worden genomen. In de planprocedure voor de laatste 5 km v66r de Nederlandse grens werd het gezamenlijke Duits/Nederlandse douane-emplacement Goch-Hommersum opgenomen. stral3e - parallel zur BundesstraBe 57. Sie benutzt die Freiraume zwischen den Ortslagen Moers und Neukirchen- Vluyn sowie zwischen Moers-Repelen und Kamp-Lintfort; die Trassierung wurde jedoch durch verschiedene Zwangspunkte - Verknotung mit der Autobahn A 42, nahegelegene Anschlul3stelle Kamp-Lintfort und Bergehalden - erschwert. Südwestlich von Rheinberg schwenkt die A 57 in dem schon erwâhnten,,rheinberger Bogen" aus der bisherigen Nord- Süd-Richtung nach Westen ab. In einer flachen, langgestreckten Steigung durch den Staatsforst,,Leucht" erreicht die Trasse die Bönninghardt, einen Teil der,,niederrheinischen Höhen', den sie lângs durchluft und bei Sonsbeck wieder verlbt. Der weitere Verlauf führt in einer grobzügigen Linienführung durch die Niederungsgebiete der GroBen Ley, der Kervenheimer Mühlenfleuth, der Niers und der Kendel, unterbrochen von einer ca. zwei Kilometer langen Schneise durch den Kalbecker Forst. Die niederindische Grenze erreicht die A 57 bei Goch-Hommersum. Als Voraussetzung für den Bau neuer Bundesfernstral3en, SO auch der A 57, fordert das Bundesfernstra3engesetz die Durchführung eines förmlichen Verfahrens, des Planfeststellungsverfahrens, an dem alle durch die Planung Betroffenen beteiligt werden und in dessen Verlauf Anregungen zur und Bedenken gegen die StraBe vorgetragen werden können. Die rechtliche Grundlage für den Bau ist letztlich durch den Planfeststellungsbeschlu@ gegeben. Für die A 57 von Moers bis zur niederlândischen Grenze wurden zehn Planfeststellungsverfahren durchgeführt. Weitere zwei Planfeststellungsverfahren waren für das Autobahnkreuz A 57/A 2 in Moers und für die Anschlul3stelle Kevelaer-Kervenheim notwendig. Wegen Meinungsverschiedenheiten mit beteiligten Behörden wurde nach Einholen der Weisung des Bundesministers für Verkehr ein Nachtragsplanfeststellungsbeschlul3 erlassen. In das Planfeststellungsverfahren für die Ietzten fünf Autobahnkilometer bis zur niederlandischen Grenze wurde die Zollanlage des deutsch-niederlândischen Gemeinschaftszollamtes Goch-Hommersum einbezogen. Fo 0 12 Auto neiweg ten zuid westen van Goch met aansluiting Goch/Kieef. Autobahn sudwesthch Goch mit AnschiuBstelie Goch/Kieve 14

19 In totaal werden 10 bezwaarschriften ontvangen. In enige gevallen kon zonder tussenkomst van de rechter tot overeenstemming worden gekomen. In de andere gevallen kon worden volstaan met een uitspraak op het laagste gerechtelijke niveau. Insgesamt sind zehn Anfechtungsklagen der Betroffenen eingereicht worden, die in der ersten Instanz entschieden wurden beziehungsweise durch aul3ergerichtliche Einigungen geregelt werden konnten. Ontwerpnormen - Dwarsprofiel. Het zuidelijk deel van de thans als geheel voltooide autosnelweg, tussen het klaverblad Moers en de,,rheinberger Bogen" werd i.v.m. zijn oorspronkelijke bestemming als vervangende Bundestrasse, gedimensioneerd vanuit een ontwerpsnelheid van 100 km/h. Daarbij werden de volgende boogstralen gehanteerd: min, horizontale boog R = 2000 m min. bovenafronding R = m min. benedenafronding R = m Deze minimum boogstralen zijn slechts incidenteel bij enkele dwangpunten toegepast. Voor het resterende weggedeelte tot aan de grens werd uitgegaan van een ontwerpsnelheid van 120 km/h, waarbij de minimale waarden als volgt lagen: min, horizontale boog R = 5000 m min, bovenaf ronding R = m min. benedenafronding R = m Het grootste stijgingspercentage tussen het Klaverblad Moers en de grens bedraagt 1,74%. Als algemeen dwarsprofiel werd in het zuidelijke gedeelte de,,regelquerschnrtt 30" (kruinbreedte 30 m) toegepast. In verband met de intussen ingevoerde richtlijnen RAL-Q 1974 werd voor het overige de RQ 29 (kruinbreedte 29 m) gekozen. De voor de wegaanleg benodigde gronden werden verkregen door grondaankoop, of door toedeling in het kader van ruilverkavelingen. Voor het ca. 54 km lange wegvak Krefeld-grens moesten ca. 392 ha grond worden verworven. Tussen de A 2 en de aansluiting Sonsbeck (ca. 25 km) werden de gronden aangekocht. Daarvoor moesten 199 koopakten worden gesloten en 457 regelingen voor vergoeding van pacht- en huurschaden, rechten van opstal, waardeverminderingen enz. worden getroffen. Hiermee waren 22,5 min DM gemoeid. Het grootste van één eigenaar aangekochte oppervlak bedroeg m 2, het kleinste 1 m 2. Voor het weggedeelte aansluiting Sonsbeck-Nederlandse grens werden de gronden in 4 ruilverkavelingen toegewezen, waarbij met de verwerving van 166 ha grond 14,3 min DM gemoeid waren. Trassierungselemente - Querschnitt Dem südlichen Teil des jetzt durchgehend fertiggestellten Abschnittes vom Autobahnkreuz Moers bis zum Rheinberger Bogen wurde aufgrund der Tatsache, dal3 er zunâchst als Ersatzbundesstral3e geplant war, eine Entwurfgeschwindigkeit von VE = 100 km/h zugrundegelegt. Die verwendeten Entwurfselemente Min desthalbmesser = m Mindestkuppenhalbmesser = m Mindestwannenhalbmesser = m sind jedoch nur an wenigen Stellen, die sich durch Zwangspunkte ergaben, vorhanden. Für den weiteren Verlauf bis zur Grenze wurde eine Entwurfsgeschwindigkeit von VE = 120 km/h vorgegeben. Die Mindestelemente betragen hier Mindesthalbmesser = m, Mindestkuppenhalbmesser = m, Mindestwannenhalbmesser = m. Die gröbte Steigung zwischen dem Autobahnkreuz Moers und der niederlândischen Grenze betrâgt 1,74 Prozent. Als Querschnitte wurden im südlichen Bereich ein Regelquerschnitt (RQ) 30,00, im weiteren Verlauf gemâb der inzwischen eingeführten RAL-Q 1974 ein RO 29,00 gewahlt. Fg 2 A'gemeen dwarsprofiel. / Regelquerschnitt. Q2g t 1 Die fur den Stral3enbau erforderlichen Grundflachen wurden entweder in Verhandlungen mit den betroffenen Eigentümern von der Straf3enbauverwaltung erworben oder im Rahmen von Flurbereinigungsverfahren zur VerI'Llgung gestellt. Für den rund 54 Kilometer langen Streckenabschnitt zwischen Krefeld und Bundesgrenze mul3ten etwa 392 Hektar Land erworben werden. Im Abschnitt von der A 2 bis zur Anschlul3stelle Sonsbeck (ca. 25 Kilometer lang) wurden die Flâchen im Wege von Verhandlungen mit den Eigentümern gekauft. Dazu mul3ten 199 Kaufvertrge und 457 Entschdigungsvertrâge über Pâchter- und Mieteransprüche, Aufwuchs, Wertminderungen usw. geschlossen werden. Der Aufwand hierfür umfabte etwa 22,5 Millionen Mark. Die grö@te erworbene Flâche eines Eigentümers mai Quadratmeter. die kleinste einen Quadratmeter. Die Teilstrecke von Sonsbeck bis zur Bundesgrenze wurde in vier Flurbereinigungsverfahren ausgewiesen. Der Kostenaufwand für 166 Hektar bereitgestellte Flâche belâuft sich auf etwa 14,3 Millionen Mark. 15

20 In Nederland. Vanaf het begin der 60-jaren kwamen plannen tot ontwikkeling voor een hoofdverkeersverbinding tussen de reeds in uitvoering zijnde autosnelweg Maastricht Eindhoven (A 2) en de regio Nijmegen. Op de bestaande rijks- en provinciale wegen op de beide Maasoevers, die dwars door steden en dorpen lopen, waren als gevolg van de explosieve groei van het verkeer en van de stads- en dorpsuitbreidingen na 1945 conflictsituaties ontstaan tussen de belangen van het verkeer en van het woon/leefmilieu. Deze konden niet blijvend worden opgelost door de aanleg van rondwegen en door plaatselijke situatie-verbeteringen. Bovendien was het in het belang van de economische ontwikkeling van Midden- en Noord-Limburg en van oostelijk Noord-Brabant gewenst de wegeninfrastructuur te verbeteren door de aanleg van een hoofdverkeersweg langs de Maas, die deze gebieden zou ontsluiten. Deze verbinding, bij Maasbracht aftakkend van de A2 en ten westen van Nijmegen (bij Ewijk) aansluitend op de autosnelweg 's-hertogenbosch Arnhem (A 50), werd als rijksweg 73 op het Rijkswegenplan 1968 opgevoerd. Tegelijkertijd verscheen ook de rijksweg 77, Nederlands- Duitse grens (Gennep) Boxmeer op het Rijkswegenplan. Deze zou ingevolge met de Bondsrepubliek Duitsland gemaakte afspraken de Duitse,,Linksrheinische Autobahn" A 57 op Nederlands grondgebied voortzetten en op de A73 aansluiten. Deels als gevolg van de sterke aandrang van het bedrijfsleven in Nederland en de Bondsrepubliek, en om te kunnen profiteren van grote hoeveelheden vrijkomend zand uit verbeteringswerken aan Maas en Maas-Waal-Kanaal, werd de aandacht, vooruitlopend op de voorbereiding van de volledige A73, geconcentreerd op de A77 en het gedeelte Boxmeer Nijmegen Ewijk van de A 73. Voor deze Bocht om Nijmegen" werden begin 1974 de plannen met een toelichtende nota gepubliceerd en in de inspraak gebracht. De bij die inspraak door instanties en individuele burgers ingebrachte bezwaren en commentaren werden door de Raad van de Waterstaat samengevat en geëvalueerd. Ze resulteerden in het advies van de Raad aan de minister van Verkeer en Waterstaat, die aan de hand daarvan in juli 1975 het tracé onder enkele voorbehouden vaststelde; de definitieve tracé-vaststelling vond in december 1979 plaats. Voor de A 77 kende het tracé-voorstel 3 varianten, waarvan één langs de noordzijde van Gennep en twee langs de zuidkant van Heijen. De Minister bepaalde de keus op de zuidelijke tracé-variant A, die het sterkst gebundeld is met de Hommersumseweg. Van een, oorspronkelijk overwogen, zuidwaartse verlegging van het knooppunt Boxmeer moest na nader onderzoek worden afgezien wegens gebleken planologische bezwaren in de gemeente Boxmeer en in het belang van de drinkwaterwinning. De A 77 doorsnijdt het Maasdal, dat door zijn typische heggenlandschap van hoge landschappelijke waarde is. De weg steekt een nieuwgegraven rivierbedding en een afgesneden rivierbocht over. De daarbij in het geding komende belangen van landschap, flora en fauna en behoud van voldoende afvoercapaciteit werden nader onder- In den Niederlanden Ab Anfang der sechziger Jahre wurden Plâne für eine Hauptverkehrsverbindung zwischen der sich im Bau befindlichen Autobahn Maastricht-Eindhoven (A 2) und dem Nimwegener Raum entwickelt. Auf den bestehenden Staats- und ProvinzialstraBen an beiden Maasufern, die Stâdte und Dörter durchquerten, waren wegen des explosiven Wachstums des Kraftverkehrs und der Bebauung nach 1945 Konflikte zwischen den Verkehrsinteressen und der Wohnbebauung entstanden. Diese konnten durch den Bau von Ortsumgehungen oder durch lokale Verkehrslageverbesserungen nicht endgültig gelöst werden. AuBerdem war es im Hinblick auf die wirtschaftliche Entwicklung von Nord- und Mittel- Limburg und des östlichen Nord-Brabant erwünscht, die Verkehrsinfrastruktur durch den Bau einer HauptstraBe im Maastal zu verbessern, die diese Gebiete zu erschlieben vermochte. Diese Verkehrsverbindung, die bei Maastricht von der A 2 abbiegt und westlich von Nimwegen an der Autobahn 's-hertogenbosch-arnheim (A 50) endet, wurde als StaatsstraBe A 73 im Jahr 1968 in den Rijkswegenplan (StaatsstraBenbedarfsplan) aufgenommen. Zur selben Zeit erschien auch die A 77 n/d Grenze (Gennep) - Boxmeer in dem Bedarfsplan. Die A 77 sollte die linksrheinische Autobahn auf niederlândischem Boden fortführen und mit der A 73 verbinden. Zum Teil auf Drangen der Industrie- und Handelskammern in den Niederlanden sowie in der Bundesrepublik, aber auch, um die bei Regulierungsarbeiten an Maas und Maas-Waal-Kanal anfallenden groben Mengen von Bodenmassen verwenden zu können, wurde die Planung auf die A 77 und im Vorgriff auf die Planung der vollstandigen A 73 auf die Teilstrecke Boxmeer-Nimwegen-Ewijk der A 73 konzentriert. Die Plane dieses,,bogens um Nimwegen" wurden Anfang 1974 mit einer Erlâuterungsschrift veröffentlicht und der Bürgerbeteiligung unterworfen. Die eingereichten Kommentare und Beschwerden von Behörden und Bürgern wurden von einem BeratungsausschuB (,,Raad van de Waterstaat") zusammengefal3t und gewertet und führten zum Gutachten des Raad van de Waterstaat an den Minister für Verkehr und Wasserwirtschaft. Dieser stellte anhand des Gutachtens die Trasse mit einigen Vorbehalten test, die komplette Linienbestimmung erfolgte im Dezember Für die A 77 boten die Trassenplâne 3 Varianten, eine davon nördlich von Gennep und zwei an der Südseite von Heijen. Der Minister entschied sich für die südliche Variante A, die in unmittelbarer Nâhe des Hommersumschen Weges geplant war. Eine anfangs beabsichtigte Verlegung des Autobahnkreuzes Boxmeer nach Süden wurde nach nâherer Abwâgung wegen stadtebaulicher Beschwerden der Gemeinde Boxmeer und im Interesse der Trinkwassergewinnung aufgegeben. Die A 77 überquert das mit seiner typischen Heckenlandschaft landschaftlich hoch bewertete Maastal. Die Autobahn kreuzt eine abgekürzte Maaschleife und ein neugegrabenes Strombett der Maas. Das Studium der damit verbundenen Interessen von Landschaft, Flora und Fauna und der Erhaltung genügender AbfluBkapazitât führte - aus sieben untersuchten Varianten - zur WahI eines hohen Stral3en-

21 zocht, hetgeen leidde tot de keuze van een hooggelegen weglichaam met twee bruggen van 780 m en 400 m. De keuze werd gemaakt uit zeven varianten. Ook de A 73 is zoveel mogelijk gebundeld met andere infrastructurele elementen, zoals de spoorlijn Venlo Nijmegen, de bovengrondse hoogspanningsleiding Venlo Nijmegen en het Maas-Waal-Kanaal. Met het oog op stedebouwkundige belangen, werd bij Haps en bij Cuijk het tracé enigszins verschoven; hetzelfde gebeurde ook bij Heumen, maar nu in verband met gevonden resten van het vroegere kasteel. "1 Foto 13 Opgraving Kasteel Heumeri / Ausg abunq Bu g Heur ' '.: Tussen Heumen en de spoorlijn's-hertogenbosch-nijmegen, moest gebruik worden gemaakt van een laaggelegen gebied tussen het Maas-Waal-Kanaal en de daaroverheengroeiende stadsuitbreidingen van Nijmegen enerzijds en de Hatertse en Overasseltse Vennen - een uniek natuurgebied - anderzijds. De te verwachten ongunstige beinvloeding van dat natuurgebied door de autosnelweg, wordt min of meer gecompenseerd door de te bieden afscherming van dit gebied tegen ongewenste recreatiedruk vanuit de nabijgelegen Nijmeegse stadswijken. Een door de Minister opgedragen nader onderzoek naar de omvang van die recreatiedruk gaf geen aanleiding om af te zien van twee ongelijkvloerse kruisingen met dwars door het vennengebied voerende wegen. Voorbij de spoorlijn 's-hertogenbosch-nijmegen buigt het tracé iets in oostelijke richting, waardoor het mogelijk werd de grote boerenhoeve Biesterhuizen te sparen. Bij het knooppunt Neerbosch buigt het tracé naar het westen, richting Klaverblad Ewijk met de A 50. Tussen deze knooppunten is voor het tracé van de A 73 gebruik gemaakt van het eerder vastgestelde en in ruilverkavelingsverband vrijgehouden tracé voor de S 107. Voorbij het Klaverblad Ewijk gaat de S 107 in het verlengde van de A 73 weer verder in de richting Tiel als provinciale autoweg. Om een dominerende invloed van de autosnelweg in het landschapsbeeld te voorkomen zijn de A 77 en de A 73 zo veel mogelijk op of nabij maaiveldhoogte ontworpen; bij rivier- en spoorwegkruisingen en kruisingen van betrekkelijk dicht daarlangs gelegen wegen moest de autosnelweg in ophoging worden gebouwd. In het zeer vlakke komgronden- damms mit zwei Brücken von unterschiedlicher Lânge Meter und 400 Meter. Auch die A 73 ist so weit wie möglich in der Nâhe anderer lnfrastrukturelemente geführt, zum Beispiel der Eisenbahn Venlo - Nimwegen, der überirdischen Hochspannungsleitung Venlo - Nimwegen und des Maas-Waal-Kanals. Stâdtebaulicher Interessen wegen wurde die Trasse bei Haps und Cuijk verschoben; das gleiche geschah bei Heumen wegen aufgefundener Reste der früheren Burg. Zwischen Heumen und der Eisenbahn 's-hertogenbosch- Nimwegen benutzt die Trasse eine Niederung zwischen dem Maas-Waal-Kanal und den darüber hinauswachsenden Stadtteilen Nimwegens zur einen Seite und den Haterter - und Overasselter Vennen (ein einzigartiges Naturgebiet) zur anderen Seite. Die zu erwartende ungünstige Beeintrchtigung dieses Naturgebietes durch die Autobahn wird mehr oder weniger behoben durch die von der FernstraBe ausgehende Abschirmung gegen zu gror3e Belastung durch Erholungssuchende aus den naheliegenden Nimwegener Stadtteilen. Eine vom Minister angeordnete Untersuchung des Umfangs dieser Belastung führte nicht zum Wegfall zweier planfreier Kreuzungen mit quer durch das Vennengebiet führenden Stral3en. Nach Kreuzung der Eisenbahn biegt die Trasse ein wenig in Ostrichtung, um die Erhaltung des groben Bauernhofes,,Biesterhuizen" zu ermöglichen. Am Autobahndreieck Neerbosch dreht sich die Trasse nach Westen in Richtung Autobahnkreuz Ewijk mit der A 50. Zwischen diesen Knotenpunkten benutzt die Trasse der A 73 eine vorher bestimmte und in einer Flurbereinigung freigehaltene Trasse der Provinzialstral3e S 107. Am Autobahnkreuz Ewijk vorbei setzt die Trasse der A 73 sich weiter fort als Provinzial-Autostral3e S 107 nach Tiel. Zur Vermeidung dominierender Einflüsse der Autobahn auf die Landschaft wurden die A 77 und die A 73 so viel wie möglich in Gelândehöhe entworten; lediglich bei FluB- und Eisenbahnkreuzungen und bei Kreuzungen mit dicht daneben liegenden Stral3en mubte die Autobahn in Dammlage erbaut werden. Im sehr flachen Niederungsgebiet zwischen Nimwegen und Ewijk sind âuberst flache Böschungen gewhlt worden. Am Autobahndreieck Boxmeer führt die A 73 in Dammlage über die A 77. Letztens führt die A 73 auch in Dammlage über die ProvinzialstraBe S 28 Cuijk-Grave. Die A 77/A 73 sind nach den,,richtlijnen voor het Ontwerpen van Autosnelwegen" (R.O.A.) entworfen. Nach der Trassenbestimmung durch den Minister wurden die Plâne von 13 Gemeinden in die gemeindlichen Bauleitplane aufgenommen. In Nimwegen wurden von BLirgerseite eingereichte Beschwerden gegen diese Aufnahme bis zur höchsten lnstanz (,,Krone" = Raad van Staat) vorgebracht. Infolgedessen wird die AnschluBstelle Nimwegen-Dukenburg spter fertiggestellt sein. Im Vorgriff auf die Weiterführung der A 73 in Richtung Venlo, deren Trasse bereits vom Minister bestimmt wurde, ist zwischen dem Autobahndreieck Boxmeer und der Provinzialstral3e Boxmeer-St. Anthonis (S 23) die westliche Fahrbahn der Autobahn gebaut und provisorisch an die S 23 angebunden. irn

22 gebied tussen Nijmegen en Ewijk is met uiterst flauwe taludhellingen gewerkt. Bij het knooppunt Boxmeer gaat de A 73 hoog over de daarop aansluitende A 77. Voorts gaat de A 73 ook in hoge ligging over de provinciale weg S 28 Cuijk-Grave. MATEN 11 M 1 W.&SZE IN M De A 77/A 73 is ontworpen met inachtneming van de Richtlijnen voor het Ontwerpen van Autosnelwegen (ROA). Na de tracé-vaststelling werden de plannen door een 13-tal gemeenten ingepast in de gemeentelijke bestemmingsplannen. In de gemeente Nijmegen werden tegen de wijziging van het bestemmingsplan door derden ingebrachte bezwaren tot bij de Kroon (Raad van State) doorgezet, als gevolg waarvan de aansluiting Nijmegen-Dukenburg niet tijdig gereed zal zijn. Vooruitlopend op de doortrekking van de A73 tot Venlo, waarvoor de minister in april 1982 het tracé vaststelde, werd tussen het knooppunt Boxmeer en de provinciale weg S 23, Boxm eer-st. Anthonis, de westelijke rijbaan aangelegd en voorlopig op de S 23 aangesloten. De voor de aanleg van de A 77 en de A 73 nodige gronden, tesamen 562 ha, werden deels (104 ha) verworven door toedeling in het kader van ruilverkavelingen; de overige 458 ha werden rechtstreeks aangekocht; in 6 gevallen moest worden onteigend. Geologie en grondwerken. De geologie. Het door de autosnelweg Krefeld Nijmegen doorsneden gebied werd in de Pleistoceen-periode vrijwel geheel gevormd door Rijn en Maas. Beide rivieren zetten voornamelijk grind en zand af. Waar - door welke oorzaak ook - de stroomsnelheden gering waren, werden ook fijnkorreliger materiaal (klei) en zwevende organische stoffen afgezet. Tijdens de voorlaatste ijstijd (Saaie) drong het landijs uit het noorden het verst zuidwaarts op. De ijsmassa's stuwden immense hoeveelheden sedimenten van de Rijn op en lieten die na hun wegsmelten, vermengd met morene-materiaal van noordse oorsprong, als een stuwwal achter. Resten van deze stuwwal zijn de heuvels ten zuiden van Nijmegen, het aangrenzende Reichswald, de Monreberg bij Kalkar, het Xantener Forst en de Hees bij Xanten en de hoogten in de Bönninghardt en ten westen van Kamp-Lintfort, Moers en Hüls. Aan de oost- en westzijde van de stuwwal erodeerden Rijn en Maas hun dalen en rivierbeddingen tot in hun huidige situatie. Tussen de grote rivieren zochten zijriviertjes meanderend hun weg door het betrekkelijk vlakke land. In latere stormachtige, koude, maar relatief droge perioden kwamen vanuit het westen grote hoeveelheden zand in beweging en zetten zich in zwakgolvende formaties af over de riviersedimenten. Zo ontstonden de dekzanden op de linker Maasoever. Krachtige winden verplaatsten zandmassa's uit het vaak droogvallende Maasdal naar de rechter oever, waar tussen Fig. 3 Algemeen dwarsprofiei. / Regelquerschnitt. Die für den Bau der A 77 und der A 73 erforderlichen Grundflchen, insgesamt 562 Hektar, wurden zum Teil (104 Hektar) durch Zuteilung im Rahmen von Flurbereinigungen erworben, die weiteren 458 Hektar wurden durch Kauf erworben, wobei in sechs Fllen Enteignungen erforderlich waren. Geologie und Erdbau Die Geologie Der von der Autobahn Krefeld-Nimwegen durchquerte Raum ist in der Pleistozânzeit von Rhein und Maas geformt worden. Die beiden Flüsse setzten vorwiegend Kiese und Sande ab, aber in Bereichen der - aus unterschiedlichen Gründen - verringerten Fliel3geschwindigkeiten auch feinkörnigeres Material (Klei) und organische Schwebstoffe. Whrend der vorletzten Eiszeit (Saaie) drang das Landeis von Norden am weitesten nach Süden vor. Die Eismassen schoben gewaltige FluBsedimente des Rheins vor sich her und lieben diese nach ihrem Rückschmelzen, vermischt mit Morânematerial nordischer Herkunft, als einen Stauchwall zurück. Reste dieses Stauchwalles sind die Hügel südlich von Nimwegen, daran anschliebend der Reichswald, weiter der Monreberg bel Kaikar, der Xantener Forst und die Hees bel Xanten sowie die Höhenzüge der Bönninghardt und westlich von Kamp-Lintfort, Moers und Hüls. Östlich und westlich des Stauchwalles erodierten Rhein und Maas ihre Tâler und Strombetten bis zur heutigen Lage. Zwischen den Strömen fanden Nebenflüsse mâandrierend ihren Weg durch das relativ flache Land. In spâteren, stürmischen, kalten und relativ trockenen Perioden gerieten grobe Sandmengen von Westen her in Bewegung und setzten sich über FluBsediment ab in schwachwelligen Formationen. Hierdurch entstanden die Decksandgebiete am linken Maasufer. Krâftige Winde beförderten Sandmassen aus dem manchmal trockenfallenden Maastal auf das rechte Ufer, wo sich zwischen Venlo und Mook eine Kette von FluBdünen bildete. Im ebenfalls zu den FluBdünen gehörenden Staubsandgebiet der Haterter und Overasselter Vennen entstanden durch Winderosion Mulden, die sich mit Regenwasser füllten und in denen eine typische Vennvegetation entstand. Im Raum Moers - Kamp-Lintfort - Rheinberg verluft die Trasse durch Bergbaugebiet. Die hier anstehende Stemkohle bildete sich vornehmlich in der Zeit des Oberkarbons. Insgesamt erreichen die steinkohleführenden Schichten hier eine Mâchtigkeit von bis zu m und sie enthalten abbauwürdige Flöze von 0,8 bis 3,0 m Dicke. Die kohleführenden Schichten fallen nach Norden hin ab und werden in nördlicher Richtung zunehmend mit immer machtigeren Sedimentmassen überdeckt.

23 Venlo en Mook een keten van rivierduinen werd gevormd. In het eveneens tot de rivierduinen te rekenen stuifzandgebied van de Hatertse en Overasseltse Vennen ontstonden door winderosie kommen, waarin zich regenwater verzamelde en een typische ven-vegetatie ontstond. In de regio Moers Kamp-Lintfort Rheinberg loopt het tracé door mijnbouwgebied. De hier in de bodem aanwezige steenkool werd hoofdzakelijk in het Boven-Carboon gevormd. In totaal bereiken de steenkoolhoudende lagen dikten tot 2500 m, terwijl de winbare lagen 0,8 m tot 3 m dik zijn. De steenkoollagen hellen naar het noorden af en zijn naar het noorden toe met steeds dikkere sedimentlagen bedekt. Bouw van de aardebaan in de Bondsrepubliek Duitsland. Het tracé van de autosnelweg loopt ongeveer in zuid-noord richting en buigt bij Rheinberg naar het noord-westen. Het ligt grotendeels in vlak terrein met zeer hoge grondwaterstanden. Hierdoor moest het weglichaam over grote lengte in ophoging worden aangelegd. Slechts tussen Rheinberg en Alpen, waar het tracé in de Bönninghardt een morenestuwwal uit de ijstijden doorsnijdt, is de weg in ingraving gelegd, tot 12 m. V66r de bouw van de weg werd door de bouwdienst aan derden een bodemonderzoek opgedragen. Over grote Iengten werden voldoende draagkrachtige zanden grindgronden aangetroffen. In de laagten van riviertjes en beken is deze vaste grondslag overdekt met onbruikbare, niet draagkrachtige slib- en veenlagen in dikten tot 4 m toe. Deze deklagen werden grotendeels uitgekast en vervangen door grindhoudend materiaal. Zi -, Foto 14 Ontgraven van veen en slappe grond voor grondverbetering Auskotferung von Torf und Untergrundverbesserung. De ontgraven, minder draagkrachtige grond kon grotendeels weer worden gebruikt bij de aanleg van opritten van landwegen en van geluidwallen volgens de z.g. sandwichmethode, waarbij lagen slappe/leemhoudende grond werden afgewisseld met lagen slibvrij materiaal. Ook de veenachtige grond kon weer worden gebruikt bij het ophogen van laagliggende, natte weiden en op overhoeken van de autosnelweg. Erdbau in der Bundesrepublik Die Trasse der Autobahn verlâuft etwa in Süd-Nordrichtung und schwenkt bei Rheinberg nach Nordwesten ab. Sie liegt überwiegend in flachem Gelande mit sehr hohem Grundwasserstand. Dieser Umstand bedingt weitgehend eine Gradientenführung in Dammlage. Lediglich im Abschnitt Rheinberg-Alpen, in dem die A 57 die eiszeitliche Endmorâne der Bönninghardt quert, wird die Trasse in einem bis zu 12 m tiefen Einschnitt geführt. Zur Erkundung des Baugrundes hat die StraBenbauverwaltung Bodengutachten in Auftrag gegeben. Als Baugrund wurden auf langen Strecken Kies und Sand in ausreichend dichter Lagerung angetroffen. Dieser Baugrund wird jedoch in den F1u13- und Bachniederungen überlagert von unbrauchbaren bindigen, zum Teil organisch durchsetzten, nicht tragfâhigen Schichten in einer Mchtigkeit von bis zu 4 m Dicke. Diese Uberlagerungen wurden gröl3tenteils ausgekoffert und durch den Einbau von kiesigem Material wieder verfuilt. Der ausgekofferte bindige Boden konnte gröbtenteils bei der Herstellung von Feldwegrampen und Lârmschutzwllen in der sogenannten Sandwichbauweise, in der schluffiger und lehmiger Boden in Schichten abwechselnd mit nichtbindigem Boden eingebaut wird, wieder verwendet werden. Auch die torfigen, organisch durchsetzten Böden tanden zum Teil Verwendung bei der Aufhöhung von feuchten, tiefliegenden Wiesen sowie in den NebenfIchen der Autobahn. Der Bau der ca. 54 Kilometer langen Bundesautobahn- Strecke zwischen dem Autobahnkreuz Moers und der niederindischen Grenze bei Hommersum erfolgte in einem Zeitraum von 14 Jahren. Begonnen wurde im Frühjahr 1972 mit dem Teilstück zwischen dem Autobahnkreuz Moers und der Anschlul3stelle Kamp-Lintfort. Da die planerischen und planungsrechtlichen Voraussetzungen für den kontinuierlichen Weiterbau nach Norden ab Kamp-Lintfort noch nicht gegeben waren, wurde im November 1974 mit dem Bau des Teilstückes zwischen der BundesstraBe 58 bei Alpen und der BundesstraBe 9 bei Goch begonnen. Erst im Frühjahr 1982 wurden die Arbeiten zur Schliel3ung der noch bestehenden Lücke zwischen den Anschlu3stellen Kamp-Lintfort und Alpen, dem sogenannten,,rheinberger Bogen", aufgenommen. Gleichzeitig wurde westlich der BundesstraBe 9 mit der Fortführung des Autobahnbaus bis zur B 9 neu südlich von Goch begonnen. Schliel3lich konnte im Januar 1985 der letzte BAB-Abschnitt von der B 9 n bis zur niederlândischen Grenze bei Hommersum in Angriff genommen werden. Die Erdarbeiten wurden entsprechend den einzelnen Bauabschnitten in mehreren Losen ausgeschrieben. Als Dammbaumaterial wurde überwiegend sandiger und kiesiger Boden, im Raum Moers/Kamp-Lintfort/Rheinberg auch Bergematerial eingebaut. Das Bergematerial, das als Nebengestein bei der Kohleförderung gewonnen wird, eignet sich gut als Dammbaustoff im Stral3enbau. Es konnte preisgünstig von den nahegelegenen Zechen geliefert werden. Neben dem wirtschaftlichen Aspekt war auch zu berücksichtigen, dal3 der Einbau im Stral3enkörper den Entsorgungsproblemen des Bergbaues entgegenkam und andererseits WE

24 De bouw van de ca. 54 km lange autosnelweg tussen het klaverblad Moers en de Nederlands grens was gespreid over een periode van 14 jaren. In het voorjaar van 1972 werd begonnen met het wegvak tussen het klaverblad Moers en de aansluiting Kamp-Lintfort. Omdat de planologische procedures voor het aansluitende gedeelte nog niet waren afgerond, werd in november 1974 verder gegaan met het wegvak tussen de B 58 bij Alpen en de B 9 bij Goch. Eerst in het voorjaar van 1982 kon een begin worden gemaakt met de bouw van het overgeslagen gedeelte tussen Kamp-Lintfort en Alpen, de zg.. Rheinberger Bogen". Tegelijkertijd werd ten zuiden van Goch begonnen met het wegvak tussen de B 9 en B 9 neu. Tenslotte kon in januari 1985 het laatste wegvak van de B 9 neu tot aan de Nederlandse grens worden aangepakt. Het grondwerk voor de diverse wegvakken werd in verschillende bestekken aanbesteed. Als materiaal voor de bouw van de aardebaan kwamen voornamelijk zand en grindzand in aanmerking. In de omgeving van Moers, Kamp-Lintfort en Rheinberg werd ook mijnsteen gebruikt. Mijnsteen, een afvalproduct van de steenkolen-mijnbouw, leent zich goed als aanvulmateriaal in de wegenbouw en kan voordelig worden betrokken van de nabijgelegen mijnen. Naast het kostenaspect biedt het gebruik van mijnsteen in het weglichaam ook voordelen met het oog op de afvoerproblemen van de steenkolenmijnen en geeft het besparingen op het gebruik van waardevol grindzand uit de omgeving. Taluds en bermen van de aardebaan werden bekleed met een 0,50 m dikke laag klei om uitspoeling van de mijnsteen te verhinderen. auch die Entnahme von wertvollem Kies in der Umgebung ersparte. Die Böschungen und Seitenstreifen des Dammkörpers wurden zur Abdichtung mit einer 50 Zentimeter dicken Lehmschicht abgedeckt, um ein Auswaschen des Gesteins zu verhindern. Im Bereich der,,bönninghardt" bei Alpen verlâuft die Trasse auf etwa zwei Kilometern in einem Einschnitt, aus dem etwa Kubikmeter kiesig-sandige Bodenmassen gewonnen und vornehmlich in den Dammstrecken südlich bis zur Bundesstral3e 510 eingebaut wurden Der Transport erfolgte mit Scrapern, Dumpern und Erdtransportern je nach Entte rn u ng. Nordwestlich der BundesstraBe 58 verlâuft die A 57 auf etwa 35 Kilometer Lânge ausschlieblich in Dammlage. Der sandig-kiesige Dammbaustoff wurde aus Seitenentnahmen gewonnen, die von den Auftragnehmern zu beschaffen waren. Die Entkiesungsgenehmigungen enthielten regelmâl3ig besondere Auflagen für die Gestaltung der Entnahmestellen und die landschaftsgerechte Einbindung in die Landschaft nach Beendigung der Entnahme. Die Gewinnung der Schüttmaterialien erfolgte teils im Trokkenbetrieb durch Abbaggerung und anschliel3endem Transport mit Lastkraftwagen zu den Einbaustellen. Zum grol3en Teil jedoch wurde der Dammboden, bedingt durch die hohen Grundwasserstânde in den Entnahmestellen, mittels Schwimmbaggern gelöst und über ein variables Rohrleitungssystem in die Trasse gespült. Das mit dem Kiessand in die Spülfelder gepumpte Wasser mul3te über Kanale in die Entnahmestellen zurückgeleitet werden. Eine besondere Verdichtung des im,,spülverfahren" hergestellten Dammkörpers war nicht erforderlich, da die nach den Vorschriften geforderte Verdichtung des Dammes durch das Einspülen des Bodens erreicht wurde. Aut der rund 54 Kilometer langen Strecke der A 57 waren Erdbewegungen in einem Umtang von etwa 9 Millionen Kubikmeter erforderlich. Foto 15 Verwerking van mijnsteen in het weglichaam Einbau von Waschbergen in die Dammstrecke '._-_ ,-.. - r In de Bönninghardt bij Alpen ligt het tracé over ca. 2 km in ingraving. Hieruit kwam m3 grindzand vrij, dat voornamelijk weer werd verwerkt in het aardebaangedeelte tussen de winplaats en de zuidelijker gelegen B 510. Het transport geschiedde met scrapers, dumpers en zandauto's, al naar gelang de transportaf standen. Ten noord-westen van de B 58 ligt de A 57 over ca. 35 km uitsluitend in ophoging. Het grindzand voor de aardebaan kwam uit door de aannemers te verschaffen zandwinplaatsen in de omgeving. In de daarvoor verleende ontgrondings-vergunningen was de landschappelijke herinrichting van de zandputten na het beëindigen van de winning voorgeschreven. De winning van aanvulmateriaal geschiedde gedeeltelijk in droge ontgraving, gekoppeld aan vervoer over de weg. Het Foto 16 Opspuiten van zand in de aardebaan. Einspüien von Send in den Autobahndamm. Erdbau in den Niederlanden Für den Bau der Autobahn wurde in der Trasse vorhandene humose Bodenoberschicht abgegraben und seitlich deponiert. Bei Heijen mul3te auberdem über etwa einen Kilometer 20

25 grootste deel van de aanvulspecie werd wegens de hoge grondwaterstanden met drijvende baggerwerktuigen ontgraven en door verplaatsbare persleidingen in het werk gebracht. Het perswater werd door sloten van het zandstort naar de zandputten teruggeleid. De opgespoten aanvullingen behoefden niet nader te worden verdicht, omdat de voorgeschreven verdichting reeds bij het opspuiten werd bereikt. In het rond 54 km lange gedeelte van de A 57 werden ongeveer 9 mln m3 grond verzet. Bouw van de aardebaan in Nederland Voor de bouw van de aardebaan werd de aanwezige teelaarde ontgraven en ter zijde gezet. Bij Heijen moest bovendien over ca. 1 km lengte minder draagkrachtige grond tot plaatselijk 2 m diepte worden ontgraven voor grondverbetering. Elders was nergens grondverbetering nodig; wel moesten tussen Cuijk en Linden in drie oude rivierlopen aanwezige slappere grondlagen door het aanbrengen van een tijdelijke overhoogte van de zandaanvulling en het aanbrengen van verticale drainage worden gecomprimeerd. Op de opgeschoonde en verbeterde grondslag kon vervolgens aanvulzand worden opgebracht totdat aan de ontworpen zand profielen was voldaan. ne Folo 17 Aainleg aardebaan bij Heumen i B0uSt.iI ' 44 i. Taluds en bermen van de aardebaan werden bekleed met de afgekomen teelaarde en de t.b.v. grondverbetering ontgraven afvalgrond, zo nodig aangevuld met op het werk aangevoerde klei. Tussen de beide bruggen in het Maasdal bij Boxmeer werd het zandlichaam aangebracht tussen twee zware kaden van goede klei uit de Maasverbetering. De aanvulspecie voor het zandlichaam werd grotendeels betrokken uit nagenoeg in dezelfde periode - eveneens voor de Rijkswaterstaat - uitgevoerde grote waterbouwkundige werken. Van deze werken maakten het graven van een dubbele bochtafsnijding in de Maas, tussen de sluis Sambeek (Boxmeer) en de vluchthaven Heijen en het westwaarts verleggen van het rivierbed tussen die vluchthaven Lânge nicht tragfhiger Boden bis zu zwei Meter Tiefe ausgekoffert und durch kiesigen Boden ersetzt werden. Ansonsten waren, mit Ausnahme zwischen Cuijk und Linden, wo in drei alten Fluf3lâufen vorhandene, wenig tragfahige Bodenschichten durch eine vorlâufige Uberhôhung der Erdanschüttung und vertikale Dranage konsolidiert werden mubten, keine Baugrundverbesserungen erforderlich. Auf den in dieser Weise vorbereiteten Baugrund konnte dann die Sandanschüttung bis zum vorgesehenen Erdplanum erfolgen. Böschungen und Seitenstreifen wurden abgedeckt mit dem ausgekofferten humosen Boden und mit den von der Baugrundverbesserung stammenden Auskofferungsmassen, nach Bedarf ergânzt durch zugelieferten Kleiboden. Zwischen den Brucken im Maastal bei Boxmeer wurde der StraBendamm zwischen zwei mâchtigen Dammen aus von der Maasverbesserung stammenden gutem Kleiboden angeschüttet.!: :- '1 T S 4 - Foto to N. t noot.npo ui 0.0 t tinq erke- Sandtransport aus der Maasverbesserung im Sputverfahren Das Schüttmaterial für den Straf3endamm wurde gröbtenteils bezogen aus den nahezu zur gleichen Zeit - ebenfalls für Rijkswaterstaat - ausgeführten groben Wasserbauwerken. Hiervon bestand eins in der Abkürzung zweier Schleifen der Maas zwischen der Schiffahrtsschleuse Sambeek (Boxmeer) und dem Nothafen Heijen sowie der Stro m- bettverlegung stromabwârts des Nothafens bis zur Verkehrsbrücke Oeffelt-Gennep, Teile eines aus dem Jahre 1926 stammenden Planes von Dr. C. W. Lely für die totale Verbesserung der Abflul3kapazitât der Maas. Dieser Strom überschwemmte vorher regelmâbig in betrchtlicher Weise sein Ufergebiet, mit Rekordhöhen im Jahre Mit dieser Stromverkürzung Boxmeer ist die Maasverbesserung jetzt völlig fertiggesteilt. Die daneben in Angriff genommene Verbreiterung des Maas-Waal-Kanals hat zum Ziel, den Schiffahrtsweg Nimwegen Maastricht für gröl3ere Binnenschiffe und für die Schubfahrt herzurichten. Die Kombination von Stral3en- und Wasserbauwerken ermöglichte die Beschaffung grober Mengen Anschüttmaterials ohne schwere Eingriffe in die Landschaft. Zwischen der deutsch-niederlândischen Grenze und der Heumener Brucke wurden ca. 3 Millionen Kubikmeter Sand aus der Maasverbesserung und rund eine Million Kubikmeter anderer Herkunft verarbeitet, zwischen Heumen und dem Autobahnkreuz Ewijk mehr als eine Million Kubikmeter aus der Kanalverbreiterung und rund eine Million Kubikmeter aus einer nassen Sandgrube bei Ewijk. Sand aus den Wasserbauwerken und ein Teil des Sandes aus Ewijk wurden fast völlig in Spülverfahren in die Trasse eingebracht, nach Möglichkeit direkt in das Einbauprofil und sonst in Deponien, aus denen die weitere Erdbewegung mit Scrapern, 21

26 en de verkeersbrug Oeffelt-Gennep deel uit van in 1926 door Dr. C.W. Lely opgestelde plannen voor de algehele verbetering van de afvoercapaciteit van de Maas. Deze rivier overstroomde voorheen steeds in ernstige mate haar gebied, met een recordhoogte in Met de bochtafsnijding Boxmeer is de Maasverbetering thans voltooid. De eveneens uitgevoerde verbreding van het Maas-Waal- Kanaal beoogt de vaarroute Nijmegen Maastricht geschikt te maken voor grotere binnenschepen en duwvaart. Door de combinatie van droge en natte waterstaatswerken konden grote hoeveelheden aanvulspecie worden verkregen zonder ernstige ingrepen in het landschap. Van de Duits-Nederlandse grens tot de brug bij Heumen werden ca. 3 mln m3 zand verwerkt uit de Maasverbetering, aangevuld met ca. 1 mln m3 van andere herkomst. Tussen Heumen en het knooppunt Ewijk werden voorts ruim 1 mln m3 aanvulmateriaal uit de verbreding van het Maas- Waal-Kanaal betrokken en ca. 1 mln m3 uit een natte zandwinning van de Rijkswaterstaat bij Ewijk. Nagenoeg al het zand uit de waterbouwkundige werken en een deel van het zand uit Ewijk, werd opgespoten in het tracé, waar mogelijk direct in het wegprofiel en voor het overige in depôts, van waaruit het per vrachtwagen of met grondwerktuigen werd verplaatst. Het overige zand werd over de weg aangevoerd. Bijzondere maatregelen waren nodig waar het gedeelte van de A 73 ten zuiden van het knooppunt Boxmeer door een waterwingebied loopt. Het ca. 1 m boven maaiveld ontworpen zandlichaam werd naast de verhardingen over ongeveer 2500 m lengte met een zware kleilaag afgedekt, waarboven hemelwater en eventueel door het verkeer gemorste vloeistoffen via een gesloten afwateringssysteem tot buiten het wingebied kunnen worden afgevoerd. Bruggenbouw. De kunstwerken in de Bondsrepubliek Duitsland. In het vlakke Nederrijnse landschap behoeven bij de aanleg van nieuwe verkeerswegen zelden spectaculaire kunstwerken te worden gebouwd. In het tracé van de A 57 werden wegen en kleine waterlopen met betrekkelijk kleine bouwwerken gekruist. In het ca. 54 km lange wegvak van Moers tot aan de Nederlandse grens waren 48 onderdoorgangen en 28 viaducten nodig, de vele duikers (minder dan 2 m dagwijdte) niet meegeteld. Het licht golvende lint van de autosnelweg stijgt omhoog, waar de autosnelweg over spoorlijnen, waterlopen of reeds verbeterde verkeerswegen moet gaan. Landbouwwegen en andere wegen van lagere orde gaan over de autosnelweg heen. Grondslag en Fundering. De bouwgrond bestaat overwegend uit dicht onder maaiveld gelegen grind en zand. Terplaatse van waterlopen of Dumpern und Lastwagen erfoigte. Weiter-es Anschüttmaterial wurde über die StraSe zugeführt. Sondermal3nahmen waren erforderlich an einer Teilstrecke der A 73 südlich vom Autobahnkreuz Boxmeer, die em Trinkwassergewinnungsgebiet durchquert. Der etwa em Meter in Dammlage geplante Sandkörper wurde neben den Fahrbahndecken über rund Meter Lânge mit einer schweren Kleischicht abgedeckt. Uber diese Abdeckung werden Niederschlagswasser und vom Verkehr stammende Flüssigkeiten über ein geschlossenes Entwâsserungssystem bis auberhalb des Wassergewinnungsgebietes abgefü hrt. Brü ckenbau Brückenbau in der Bundesrepublik Deutschland In der flachen niederrheinischen Landschaft entstehen beim Bau neuer Verkehrswege selten spektakulare Bauwerke. So werden im Zuge der A 57 die kreuzenden Verkehrswege und kleineren Wasserlâufe mit relativ geringem baulichen Aufwand überquert. Immerhin waren aber für die ca. 54 Kilometer lange Strecke vom Autobahnkreuz Moers bis zur niederindischen Grenze 48 Unterführungen und 28 Uberführungen erforderlich, die Vielzahl von Durchlâssen (unter zwei Meter Lichtweite) nicht mitgezhlt. Das leicht auf- und abschwingende Band der Autobahn steigt dort an, wo Eisenbahnen und Wasserlâufe oder auch bereits ausgebaute FernstraBen überwunden werden mubten. Uberführungen wurden vornehmlich dort errichtet, wo Wirtschaftswege oder andere untergeordnete StraBen kreuzten. Baugrund und Gründung Der Baugrund besteht überwiegend aus Sand sowie Kies und steht bereits in geringer Tiefe an. Im Bereich von Wasserlâufen oder verlandeten Flul3niederungen ist der Kiessand von Schluffen, auch Torfschichten überlagert, die eine Machtigkeit von mehreren Metern haben können. Alle Bauwerke wurden flach gegründet, mit Ausnahme eines Bauwerkes in der Kendelniederung, das auf Bohrpfâhlen steht. Kleinere Graben- und Bachdurchlasse wurden mit Spundwandwiderlagern erstelit, die unverkleidet blieben. Unterführungen Bei den Unterführungen handelt es sich meistens um Bauwerke mit geringer Lichtweite - ausgenommen Autobahnkreuze - mit einem Uberbau als Platte, oft nur schlaff bewehrt. Aufgrund eines Nebenangebotes kamen bei der Niersbrücke in der Néhe von Goch Fertigteile für den einfeldrigen Uberbau zur Ausführung und das Kreuzungsbauwerk in der AnschluBstelle Goch/Weeze (BundesstraBe 9) erhielt 22

27 verlande rivierarmen is het grindzand met slib- of veenlagen van soms meerdere meters dikte bedekt. Alle kunstwerken werden op staal gefundeerd, met uitzondering van één in het Kendeldal, dat op boorpalen staat. Kleinere sloot- en beekduikers werden geconstrueerd met damwand-landhoofden, die niet werden bekleed. Onderdoorgangen. Bij onderdoorgangen gaat het - behalve bij onderlinge kruisingen van autosnelwegen - meestal om kunstwerken met geringe dagwijdten, veelal met een lichtgewapende plaat als bovenbouw. Op grond van een alternatieve inschrijving werden voor de Niersbrug bij Goch geprefabriceerde elementen in de uit één overspanning bestaande bovenbouw toegepast. Voor het viaduct over de B 9 (aansluiting Goch/Weeze) werd de bovenbouw gebouwd volgens de,,stahlverbund-methode" (de gewapend betonnen plaat d.m.v. op de stalen draagbalken gelaste wapening daarmee verbonden). Bijna overal werden de gewapend - of voorgespannen betonnen kunstwerken gebouwd volgens het ontwerp van de bouwdirectie. De toenemende zorg voor de ecologie bij het ontwerpen van wegen en het daaruit voortvloeiend onderzoek naar de milieu-effecten is ook geboden bij de bouw van kunstwerken. De milieu-effectrapportage in het Kendeldal bij Goch heeft er toe geleid, dat i.p.v. twee kleine onderdoorgangen voor de Kendel en een landbouwweg één brug van 90 m lang over het hele dal is gebouwd. Hierdoor kon de schade aan het milieu zoveel mogelijk worden beperkt. einen Überbau in Stahlverbundbauweise. Fast in allen Fâllen kamen die Verwaltungsentwürfe in Stahl- und Spannbeton zur Ausführung. Die zunehmende Beachtung ökologischer Zusammenhange bei der Stral3enplanung und die damit verbundene Umweltvertrâglichkeitsprüfung kommen auch bei der Bnickenplanung zum Tragen. So hat die ökologische Uberprüfung der Trassierung im Bereich der Kendelniederung bei Goch zu folgender Lösung geführt: Statt zweier kleinerer Unterführungen für die Kendel und einen Wirtschaftsweg hat die StraBenbauverwaltung eine ca. 90 Meter lange Brücke über die Bachaue errichtet. Hierdurch wird eine Beeintrâchtigung des Kleinklimas vermieden. Ü berfü h ru ngen Die UberfLihrungen wurden vorwiegend mit zurückversetzten Widerlagern entworfen - mehr eigentlich, um dem Autofahrer einen weiten Durchblick zu gewâhren als der Verbreiterungsmöglichkeit der Fahrbahn wegen. Die Mehrkosten für den Uberbau wurden durch das Entfallen der Flügelfundamente und das Höherlegen der Widerlagerfundamente meistens ausgeglichen. Es kamen fast ausschlieblich em- oder mehrstegige Plattenbalken zur Ausführung. Alle Widerlager der Unter- und Uberführungen wurden in Sichtbeton hergestelit. Bei Wirtschaftswegkreuzungen sind meistens mehrere Wege zu einem Hauptwirtschaftsweg zusammengefabt worden, so dal3 die Fahrbahnbreite innen fünf Meter betrug. Es kamen auch in drei Fallen Typenentwürfe zur Anwendung.. i Foto 20 Wicluel van een bosweg bij Alpen / Fo stweguberfuh unq bei Alpen Einflüsse des Bergbaus Viaducten. De viaducten werden overwegend met teruggeplaatste landhoofden ontworpen. Eigenlijk meer om de weggebruiker een ruime doorkijk te verschaffen dan met het oog op latere verbreding van de rijbaan. De hogere kosten voor de bovenbouw worden meestal gecompenseerd door besparingen wegens het wegvallen van funderingen voor vleugelmuren en het hoger aanleggen van de funderingen van de landhoofden. Er werden bijna uitsluitend enkele of meervoudige T-balkconstructies toegepast. Alle landhoofden van viaducten en onderdoorgangen werden uit in het zicht blijvend beton vervaardigd. Bij kruisingen van landbouwwegen werden vaak meer wegen gebundeld tot een centrale kruisende weg, waarvan de rijbaanbreedte maximaal Im Raume von Moers bis Alpen (ca. 21 Kilometer) war mit Einwirkungen aus dem untertâgigen Kohlenabbau zu rechnen. In dem Abschnitt Alpen bis Goch (ca. 20 Kilometer bis etwa zur Landesstraf3e 5) wurden an den Bauwerken Sicherungsvorkehrungen für den möglichen Abbau in 15 bis 20 Jahren getroffen. Der Kohlenabbau begann (im Raum Moers) etwa bei 300 Meter Teufe und setzte sich in den darunter liegenden Fl6- zen fort. Bereits wenige Tage nach dem Abbau ist mit Bewegungen an der Erdoberflche zu rechnen. Diese müssen bei der Entwurtsplanung der Bauwerke berücksichtigt werden. um Schden am Bauwerk zu vermeiden. Es war notwendig, mit den Markscheidern der Ruhrkohle AG (RAG) für jedes Bauwerk die mglichen Bewegungen an 23

28 5 m bedroeg. In drie gevallen werd naar standaardontwerpen gebouwd. Invloed van de mijnbouw. In het gebied tussen Moers en Alpen (± 21 km) moest rekening worden gehouden met mijnverzakkingen. Tussen Alpen en Goch (ca. 20 km tot ongeveer aan de Landesstrasse 5) werden, met het oog op mogelijke mijnbouw in de komende 15 â 20 jaren, aan de kunstwerken veiligheidsvoorzieningen aangebracht. De kolenexploitatie begon (bij Moers) op een diepte van ongeveer 300 m en ging verder in dieper gelegen lagen. Reeds enkele dagen na de winning bestaat kans op zettingen aan het aardoppervlak. Hiermee moet bij het ontwerpen van kunstwerken rekening worden gehouden, om schade te voorkomen. Het bleek nodig om in samenwerking met de mijnmeters van de Ruhrkohle A.G. (RAG) voor elk bouwwerk de mogelijk te verwachten zettingen aan het aardoppervlak als gevolg van de kolenwinning in te schatten of te berekenen. De grote moeilijkheid daarbij was, dat niet alleen rekening moest worden gehouden met de huidige winnings-activiteiten maar ook met die in de nog komende jaren en op grotere diepten. De richting en de tijdstippen van toekomstige exploitaties kunnen slechts door schatting worden bepaald. Daarom moesten de randvoorwaarden voor de bouw zo worden bepaald, dat de mijnschade-voorzieningen zinvol, maar toch economisch verantwoord waren. Bij de onderbouw van de kunstwerken konden de mogelijke mijnzettingen door doelmatige toepassing van dilatatievoegen (10-5 cm) met bijzonder plooibaar voegenband en afdekkingen met verzinkte plaat worden opgevangen. Voorzieningen tegen scheurvorming in de funderingen waren slechts zelden nodig, omdat deze dwarswapeningen hebben. Bij de bovenbouw was het van belang rekening te houden met voldoende speling om eventuele bewegingen in de langsrichting te kunnen opvangen. De algemeen toegepaste opleggingen van Elastomeer zijn 2 â 3 cm dikker genomen, om schuifmogelijkheden in langsrichting te vergroten. Na het bereiken resp. overschrijden van de maximaal toelaatbare verschuivingen hoeven die opleggingen enkel te worden vervangen. Met het oog op mijnverzakkingen werden geen bijzondere constructies toegepast voor de overgangen van de verhardingen van brugdekken op de landhoofden. Het is ni. voordeliger eventuele vervormingen van de verhardingen bij te werken, zodra van tijd tot tijd toch herstel van spoor- en scheurvorming en andere deformatie aan de hele weg nodig is. De voor viaducten met twee overspanningen aanvankelijk ontworpen statisch bepaalde constructie van de bovenbouw met voegen boven de middensteunpunten werd later niet meer toegepast, omdat nergens duidelijke zettingen zijn opgetreden. Er hoefden geen oplegplaten te worden gemonteerd of gedemonteerd. Bij doorgaande bovenbouwconstructies werden zettingen van 3 cm ingecalculeerd en werd voor het ondervangen der Erdoberflache aus dem Abbau abzuschâtzen oder gar rechnerisch zu ermitteln. Die besondere Schwierigkeit bestand darm, nicht nur den gerade stattfindenden Abbau zu berücksichtigen, sondern auch den in künftigen Jahren und in gröl3erer Teufe. Künftiger Abbau kann hinsichtlich Abbaurichtung und Zeitablauf praktisch nur abgeschâtzt werden, so dal3 vernünftige Randbedingungen ermittelt wurden und die Vorsorge auch unter wirtschaftlichen Gesichtspunkten betrachtet werden mu(3te. Bel den Unterbauten konnte den möglichen Einwirkungen nur durch die gezielte Anordnung von senkrechten Raumfugen (10 bis 15 Zentimeter) mit besonders dehnfhigen Fugenbândern und Zin kblechabdeckungen begegnet werden. Zerrbewehrungen in den Fundamenten waren wegen der vorhandenen Querbewehrung nur selten notwendig. Bei den Uberbauten wurde grol3er Wed auf Lângsbeweglichkeit gelegt, wenn Zerrungen und Pressungen in Lângsrichtung zu erwarten waren. Die ausschlieblich verwendeten Elastomer-Lager wurden zwei bis drei Zentimeter höher ausgeführt, um die Langsverschieblichkeit zu vergrobern. Nach Erreichen beziehungsweise Uberschreiten der maximal zulassigen Verschiebung brauchen diese Lager nur ausgewechselt zu werden. Besondere Fahrbahnübergânge nur für Bergbaubewegungen wurden nicht angeordnet. Es ist wirtschaftlicher, an den Uberbauenden die Fahrbahndecke nachzuarbeiten, die auf freier Strecke ohnehin bei Pressungen und Zerrungen von Zeit zu Zeit repariert werden mul3 Die für den zweifeldrigen Uberbau anfangs vorgesehene statisch bestimmte Bauweise mit Fugen über den Mittelstijtzen wurde spâter nicht fortgesetzt, da keine unterschiedlichen Setzungen aufgetreten sind. Futterplatten brauchten nicht aus- oder eingebaut zu werden. 3_4 5bk EJEN HAPS \ WANROY Fig. 4 Situering der kunstwerken. / Lagepian der Kunstbauten uy t GENNEP FYF \BOXMEERT 24

29 n, Kunstwerk 0)- Type Brugdek Schema Overspanning Kunstbauten Brucken- 8 in M. deckentyp Ubersparinung nm Klaverblad Ewijk viaduct over A 50 J/r 22, ,50 1 Liggers 'j Voorgespannen 2 2 Viaduct in de Ewijkse steeg _// abeton plaat 2x24,50 - Übeduhrung der Ewijkse steeg platte Viaduct in detertiaire weg Voorgespannen Uberfuhrung der Kommunatstra- Spannbeton- Wijchen-Bevningen-Ewijk plaat 2x2650 te Wyctsen-Bevningen-Ewijk platte 4 Viaduct in de Wilhelminataan AK Ewijk Untertuhrung A 50 Trdger 1 1 (5 Vorgespannen 1\ plaat 2x25,11 Überfuhrung der Wilhelminalaan -, Neerbosch Viaduct Voorgespannen AS Neerbosch Ubertuhrung in S107 plaat / 2x32.00 der S 107 Voorgespannen 6 Viaduct in de Broekstraat --// plaat 2x26,50 Überfiihrung der Broekstraat 7 Viaduct over S Viaduct over de Spoorlijn Nijmegen - Den Bosch 9 Viaduct over de Rijksweg N 321 gebied Berendonck 11 Viaduct in de van Boetbergweg Vorgespannen plaat '1\ 2x22,33 Unterführung der S 109 Spannbetonplatte Spannbetonplatte Spannbetonplatte Spannbetonplatte Liggers 20,80 Unterführung der Eisenbahn Trager 8 Voorgespannen r // 27, Unterführung der Staatsstralte Spannbetonplaat N 321 platte Gewapend beton 5,00 Voorgespannen plaat 2x26,70 Unterführung Freizeitgel5nde Berendorick Uberführung des van Boetberg Stahlbeton 10 Spannbetonplatte 12 Viaduct in de Staddijk Liggers \, 2s28,00 Uberführung des Staddijks Trger Viaduct in de Looistraat Liggers '\ T_T_T /f 23,00 + 2x 27, ,00 Ubertiihrung der Loointraat Trager 13 c t4 Viaduct in de Provinciale weg Voorgespannen -r. /f' jiberfuhrung der Provinzial- T 2s26.56 Spannbeton- E SltO plaat stra3e S 110 platte 15, , ,00 15 Viaduct over de Dorpstraat Liggers 5's, - t L)berfuhrung der Dorpstraat Trager 15 Voorgespannen. ' 5-' 16 Brug... over de Maas bij Heumen beton 5- a5 (S'S, Maasbrucke bei Heumen Spannbeton- 16 Co 17 ]T ] 1 L'' platte 0 Brug over de Kraaien- Voorgespannen "". 7-40,00 Brucke uber Kraaienbergse Plas Spanribetonbergse plas beton platte 17 - in 18 Tunnel in de Oostermeerweg Unterführung des Oostermeer- Gewapend beton j 12,25 wegs Stahlbeton 18 i Fiets en Veetunnel Gewapend beton 370 Radtahrer und Viehtunnel Stahlbeton 19 //5-26, ,00 Viaduct over de Provinciale Voorgespannen 201 Unterführung der Provinzial- Spannbetonweg S28 plaat stralije S 28 platte 21 Tunnel in de Beerseweg Gewapend beton - J 8,00 Unterfuhrung des Beersewegs Stahlbeton Fietstunnel in de Beversestraat Gewapend beton 3,50 23 Viaduct in de Hapsebaan Radfahrertunnel der Beversestraat Stahlbeton 22 Voorgespannen plaat / 29, ,00 UnteHiihrung der Hapsebahn 24 Fietstunnel in de Cuijkse weg Gewapend beton 4,50 25 Viaduct in de Hertrakestraat Radfahrertunnel des Cuijksewegs Spannbetonplatte Stahlbeton 24 Voorgespannen '----,/"5-26, ,50 Überführung der Hertrakse- Spannbeton' plaat straat platte 26 Viaduct in de Provinciale Voorgespannen jjbertr/hrung der Provinzial- SparinbetonwegS27 plaat,/" stralte S 27 platte n 0 29 Fietstunnel onder W. bent bij KW 26 Fietstunnel onder 0 toont bij KW 26 Fietstunnel onder Rw. 73 bil KW 26 o 1 30 Viaduct in de Hapseweg Gewapend beton 4,50 Radfahrertunnel bei 26 Stahlbeton 27 Gewapend beton 4,50 Radfahrertunnel bei 26 Stahlbeton 29 Gewapend beton 4,50 Radfahrertunnel bei 26 Stahlbeton 29 Voorgespannen plaat 31 Viaduct Knooppunt Rw. 73/77 Liggers '5-\,/r' 2x26,50 CD 32 Viaduct over Hoogeindsentraat Liggers x41,13 Übehuhrung des Hapsewegs AD Boemeer Ubertührung der A 73 ÜbeHührung der Hoogeindsestraat Spannbetonplatte Trager 31 Trager Viaduct over de Voordtstraat Liggers - 27,77 Unterführung der Voordtstraat Trâger Viaduct over de Spoorlijn Liggers, J ,50 +25,00 Unterführung der Eisenbahn Trager Tunnel Lagestartwijk Gewapend beton 7,50 Tunnel Lagestartwijk Stahlbeton 35 Fietstunnel onder Rw, 77 bij Gepretabriceerd 36 5,00 Vorgetertigter KW37 Gewapened beton Radfahrertunnel bei 37 Stahlbeton Viaduct in de Provinciale weg Voorgespannen,,,.,, Übertuhrung der Provinzial- Spannbeton- S28 plaat strajte S 28 platte - 37 Tunnel ijke onder toerij Zuidel 38 o bij KW37 Gewapend beton 6,00 Tunnel bei 37 - Stahlbeton 38 o 39 Voorgespannen Viaduct over de Heerstraat Spannbeton- - plaat 40,00 Untertuhrung der Heerstraat platte 40 Brug over de Bochtafsnijding Voorgespannen 5664* Spannbetonr- van de Maas bij Boxmeer beton 1 LL.'rrJ,/ * Maasbrücke bei Boemeer platte Brug over de oude Maasarm bij 32, ,00v 41 Brdcke Uber alle Maasschleife Trager 41 - Heijen 33,46+32,66 beil-teijen , ,00 42 Viaduct over de Hoofdstraat Liggers,i + Trager ,00 Unterfuhrurig der Hoofdstraat in S Voorgespannen. 43 Viaduct over de Rijksweg N ,,/"" 2x31,50 Unterführung der Staats- Spannbetorn- 43 (5 plaat stral3e N 271 platte - 12,4 Liggers Ii i_i 1 L Onderdoorgang ede weg voor 44 lokaal verkeer Gewapend beton 8,40 Tunnel fur Ortsverkehr Stahlbeton 44 Viaduct in de Brugfortlaan Voorgespannen plaat / Spansbeton 2v36,00 Übebuhrung der Brugtortlaan platte 45 g 40

30 daarvan gerekend op 5 cm dikke oplegplaten. Bij doorgaande liggers is uiteraard regelmatige controle op zettingen gewenst, als mijnverzakkingen zijn te verwachten. Op het reeds sedert 1973 door het verkeer in gebruik zijnde wegvak Moers-Goch hebben bovenbedoelde veiligheidsvoorzieningen goed voldaan. De kunstwerken in Nederland. Behalve de drie grote bruggen in het Maasdal moesten in de A 77 en de A 73 nog 42 kleinere kunstwerken worden gebouwd. Beekduikers, dassentunnels, e.d. zijn niet meegerekend. Met inbegrip van de brug over de Kraaienbergse Plas werden 29 viaducten gebouwd, terwijl 13 onderdoorgangen voor lokaal verkeer, fietsers en vee nodig waren. De grote bruggen De brug over de afgesneden Maasbocht bij Heijen is 400 m lang. Het 28,94 m brede rijdek biedt plaats aan 2 x 2 rijstroken met vluchtstroken en redresseerstroken. Een aantal pijlers in de uiterwaard staan op staal, terwijl de overige, alsmede de landhoofden op gladde voorgespannen betonpalen staan. De vier steunpunten in de rivier zijn gefundeerd Bei durchlaufenden Überbauten wurden unterschiedliche Setzungen (drei Zentimeter) eingerechnet und fünf Zentimeter starke Futterplatten zum Ausgleich vorgesehen. Bel Durchlauftrâgern ist allerdings eine hâufigere Kontrolle der Setzungen erforderlich, wenn Abbaueinwirkungen zu erwarten sind. Auf dem bereits seit 1973 unter Verkehr befindlichen St rekkenabschnitt haben sich die genannten SicherungsmaBnahmen bestens bewâhrt. Brückenbau in den Niederlanden AuBer den drei groben Brücken im Maastal waren für die A 77 und die A 73 noch 42 kleinere Kunstbauten (Dachstunnel, Bachdurchl.sse usw. nicht mitgerechnet) erforderlich. EinschlieBlich der BrLicke über den,,kraaienbergse Plas" wurden 29 Viadukte erbaut, zudem 13 Unterführungen für Ortsverkehr, Radfahrer und Vieh. Die groben Brücken Die Brücke über der abgekürzten Maasschleife bei Heijen ist 400 Meter lang. Der 28,94 m breite Uberbau bietet Platz für 2 X 2 Fahrspuren mit Standspuren und Randstreifen NAP NAR STALEN PALEN 0 Langsdoorsnede / Langsschnitt STAHLPFAHLE 0 llillhhjv -- WW DJ KREFELD Situatie / Lageplan OELEIDERAIL LEITPLANKE -1 TRALIELIGOER HOH 500 RER8UNDBEWEF1RUNG ASFALTSLIJTLAAG ASPHALTDECKE GIETASTALT - - GDSZASPHALT LEUNING OELÂNDER G0 _iij PLATTEN 2250 Constructie van de druklaag Konstruktion der Druckverteilungsplatte Fig. 5 Brug over de afgesneden Maasarm bij Heijen. Bricke über abgekürzte Maasschleife bei Heijen k_5 WATERAFVOER ENTWASSERUNO RUBBER OPLEGINGEN_ GUMMILAGERN Randconstructie / Randkonstruktion 26

31 op stalen buispalen 01,20 m zonder bodemplaat. Elk steunpunt bestaat uit vier palen, waarover een ter plaatse gestorte oplegbalk met oplegconsoles is aangebracht. Op die manier vallen de oplegbalken in het zijaanzicht zo min mogelijk op. De bovenbouw bestaat uit geprefabriceerde, voorgespannen betonliggers, waarop een terplaatse gestorte druklaag is aangebracht. De druklaag is opgebouwd uit geprefabriceerde betonplaten voorzien van tralieliggertjes, waarop een betonlaag is gestort. De constructiehoogte van de bovenbouw bedraagt tenminste 1,60 m. Eine Anzahi Pfeiler im Vorland sind flach gegründet, die anderen sowie die Widerlager stehen auf glatten Spannbetonpfâhlen. Die vier Strompfeiler sind gegründet worden auf unten offenen Stahlrohren ø 1,20 m. Jeder Pfeiler setzt sich zusammen aus 4 Pfâhlen, über denen ein am Ort gefertigter Trâger mit Lagerkonsolen liegt. Auf diese Weise sind die Trâger in Seitenansicht relativ unauffallig. Der Uberbau der Brücke setzt sich zusammen aus vorgefertigten Spannbetontrâgern, über denen eine Druckverteilungsplatte liegt. Diese Platte ist aus vorgefertigten Betonplatten aufgebaut und mit Verbundbewehrung versehen; darüberwurde eine Betonschicht geschüttet. Die Mindesthöhe der Uberbaukonstruktion betrâgt 1,60 m. Foto 21 Brug bij Heijen. 1 Brucke bei He/Jen De brug over de nieuwe Maasbedding bij Boxmeer is in totaal 780 m lang en heeft 11 overspanningen. De brug heeft twee gescheiden brughelften, samen 28,94 m breed, die plaats bieden aan 2 x 2 rijstroken met vlucht- en redresseerstroken. De bovenbouw bestaat over de hele lengte uit twee eencellige kokerliggers, hoog 2,85 m, naar de steunpunten op de rivierpijlers toenemend tot 7 m. Fig. 6 Maasbrug bij Boxmeer. / Maasbrbcke bei Boxmeer. Langsdoorsnede / Lângsschnitt Foto 22 Fr,. 1 Boxmeer Die Brücke über dem neuen Strombett der Maas bei Boxmeer ist im Ganzen 780 m lang und hat 11 Felder. Die Brücke hat zwel getrennte Brückenhalften, mnsgesamt 28,94 m breit, Platz bietend für 2 X 2 Fahrspuren mit Standspuren und Randstreifen. Der Uberbau besteht über der ganzen Brückenlânge aus zwei einzelligen Kastentragern, 2,85 m hoch, nach den Strompfeilern hin auf 7 m Höhe zunehmend. TER PLAATSE GESTORT - SCHUIFGEDEELTE / VORSCHUBTEIL UITBOUWGEOEELTE 1 FREIVORBAUTEIL jn SOHALUNG GEFERTIGT - 21, * AS BOCHTAFSNIJOISG / AOHSE FL0506ERKURZWO NAF /F -'---, ' T6LEN QAMW1Lb<,JP /STAHLS800CWSOIJ NAP _ _ / Dwarsdoorsnede schuifgedeelte Querschnitt Verschubteil Dwarsdoorsnede uit bouwgedeelte Querschnitt Freivorbauteil 27

32 De brug is gebouwd volgens drie verschillende bouwmethoden: - de rivieroverspanning en de beide aangrenzende overspanningen volgens de steigerloze uitbouwmethode; - de oostelijke aanbrug ter plaatse gestort; - de westelijke aanbrug volgens de schuifmethode, die eerder bij de ljsselbrug te Zutphen en bij de Maasbrug te Well werd toegepast. Van de 12 steunpunten moesten een 6-tal worden gefundeerd op gladde, voorgespannen betonpalen; bij de 5 andere lag de draagkrachtige laag voldoende hoog om op staal te kunnen funderen; één rivierpijler is gefundeerd op een koek van ongewapend onderwaterbeton. De brug over de Maas bij Heumen werd als eerste van de drie in 1979 in twee versies aanbesteed. Als betonnen brug bleek zij 26 0/0 goedkoper dan een stalen. Er werd dan ook voor beton gekozen. De totale lengte bedraagt 686 m, onderverdeeld in 11 overspanningen. De brug reikt van bandijk tot bandijk, waardoor het natte profiel van de Maas nauwelijks wordt gereduceerd. De brug heeft twee gescheiden brughelften, tesamen 36,82 m breed, en biedt plaats aan 2 x 2 rijstroken met vlucht- en redresseerstroken en aan weerszijden een 3,50 m breed fietspad. Die Brücke wurde nach drei verschiedenen Baumethoden erbaut: die StromLiberspannung und die beiden anschliel3enden Uberspannungen im Freivorbau, die östliche Vorlandbrücke örtlich in Schalung und die westliche Vorlandbrücke in einem Vorschubverfahren, das schon vorher beim Bau der ljsselbrücke bei Zutphen und der Maasbrücke bei Well angewendet wurde. Von den 12 Pfeilern wurden 6 auf glatte Spannbetonpfhle gesteilt; bei 5 anderen Pfeilern lag der tragfâhige Boden hoch genug zum Flachgründen; ein Strompfeiler wurde auf einer Sohle von Unterwasserbeton gegründet. Die Maasbrücke bei Heumen wurde als erste der drei Brükken im Jahre 1979 in zwei Versionen ausgeschrieben. Die Betonbrücke war 26 % billiger als die Stahlbrücke. Die WahI fiel dann auf eine Betonbrücke. Die Gesamtlânge betrâgt 686 m, aufgeteilt in 11 Uberspannungen. Die Brücke reicht vom Banndeich bis zum Banndeich; demzufolge wird das AbfluBprofil der Maas kaum eingeschrankt. Die Brücke hat zwei getrennte Brückenhâlften, insgesamt 36,82 m breit, und bietet Platz fiir 2 X 2 Fahrspuren mit Standspuren und Randstreifen und aul3erdem zwei Radfahrbahnen von je 3,50 m Breite. Fig 7 Maasbrug bij Heumen. / Maasbrucke bei Heumen. ZUID NOORD suo - UITBÛUWGEDEELTE / FREIVORBAUTEIL - AANBRUG / VORLANDBRUCKE e0_55Q _ NAP 20310' 20862' 18652' M0AS ' NA o D Langsdoorsnede / Lângsschnitt 50. p750 i7o Dwarsdoorsnede uitbouwgedeelte Querschnitt Freivorbauteil De 157,50 m lange hoofdoverspanning en de beide naastgelegen overspanningen zijn gebouwd volgens de z.g. steigerloze uitbouwmethode, waarbij is gekozen voor twee eencellige kokerliggers met een constructiehoogte, die verloopt van 7 m boven de oeverpijlers tot 2,75 m in het midden van de rivieroverspanning, boven het zuidelijk landhoofd en boven de eerste uiterwaardpijler. De aanzetstukken boven de oeverpijlers zijn gemaakt van grindbeton; voor het uitbouwgedeelte is lichtbeton gebruikt. Bij de later gebouwde brug bij Boxmeer werd van het gebruik van lichtbeton afgezien wegens de inmiddels sterk gestegen kosten van het toeslagmateriaal. De aanbrug over de uiterwaard bestaat uit 7 overspanningen van 45,15 m en een eindoverspanning van 34,45 m. Deze is om economische redenen uitgevoerd als twee z.g. dubbele T-liggers en op verrijdbare Dwarsdoorsnede aanbrug Querschnitt Vorlandbrücke Die 157,50 m lange Stromüberspannung und die beiden anliegenden Uberspannungen wurden im Freivorbauverfahren erbaut und bestehen aus zwei einzelligen Kastentrâgern mit einer Voutenhöhe von 7 m an den Lagerungen auf den Strompfeilern und zur Bogenmitte; zur Vorlandbrücke und zur Lagerung auf dem südlichen Widerlager verjüngt sich die Uberbauhöhe auf 2,75 m. Die Ansatzstücke sind aus Stahibeton angefertigt. Für den Ausbau wurde Leichtbeton verwendet. Beim spteren Bau der Boxmeerer Brücke wurde Leichtbeton nicht mehr verwendet wegen des starken Preisanstiegs der Zuschlagstoffe. Die Vorlandbrücke hat 7 Uberspannungen von 45,15 m und eine Endüberspannung von 34,45 m. Sie ist aus wirtschaftlichen Gründen zusammengesetzt aus zwei doppelten T-Trâgern, erbaut mit Hilfe von verfahrbarer Schalung. Vier Pfeiler der Vorlandbrücke konn- 28

33 bekisting gebouwd. Een viertal pijlers van de aanbrug konden op staal worden gefundeerd met een grondverbetering tot op de dicht onder maaiveld gelegen draagkrachtige laag; de overige pijlers werden gefundeerd op gladde, voorgespannen betonpalen. ten flach gegründet werden mit einer Sohlenverbesserung auf dem in geringer Tiefe vorhandenen tragfâhigen Boden; sonstige Pfeiler wurden auf glatte Spannbetonpfâhle gestelit. Foto 23 Maasbug bij Heumen / Maasbrucke bel Heumen De viaducten. De viaducten bestaan voor het merendeel uit terplaatse gestorte rijdekken van voorgespannen beton op - zoals in Nederland terwille van de kosten en de eenvoud van de uitvoering gebruikelijk - hooggefundeerde landhoofden. De landhoofden en het merendeel van de tussensteunpunten zijn gefundeerd op gladde, voorgespannen betonpalen; bij een aantal viaducten konden de tussensteunpunten op staal worden gefundeerd. Het viaduct in de A 77 over de Voordtstraat te Box meer is een van de eerste in Nederland, waarbij de bovenbouw (van prefab liggers) is opgelegd op landhoofden van gewapende grond (terre armée). De ter plaatse gestorte rijdekken zijn voor het merendeel massief uitgevoerd. Waar echter grote overspanningen moesten worden overbrugd, werden omwille van gewichten materiaalbesparing, boven de voorspankabels in de velden sparingen gemaakt d.m.v. polystyreenblokken. Dit was om. het geval bij het viaduct in de Hapseweg, dat als gevolg van de nogal kleine kruisingshoek en het vereiste profiel van Vrije ruimte moest worden uitgevoerd als z.g. parapluie-viaduct (doorgaande plaat over 3 steunpunten) met twee overspanningen van 41 m en een constante constructiehoogte, die niet meer dan 1,35 m mocht bedragen. Ook bij de brug over de Kraaienbergse Plas en het viaduct over de Heerstraat, die rijdekken hebben van meercellige kokerliggers, zijn sparingen gemaakt met polystyreenblokken. Bij enkele viaducten was het uitvoerings-technisch en financieel aantrekkelijk het rijdek op te bouwen uit geprefabriceerde, voorgespannen betonnen liggers, waarop dan een gewapend betonnen druklaag is aangebracht. De onderdoorgangen bestaan voor het merendeel uit ter plaatse gestorte betonnen, waterdicht met elkaar verbonden moten. Als gevolg van de gunstige bodemgesteldheid konden ze alle op staal worden gefundeerd. Die sonstigen Kunstbauten Die Viadukte setzen sich gröl3tenteils zusammen aus am Ort in Schalung gefertigten Spannbetondecken auf - wie in den Niederlanden der Wirtschaftlichkeit und der Einheitlichkeit der Ausführung wegen üblich - hochgelegten Widerlagern. Die Widerlager und die meisten Zwischenunterstützungen wurden auf glatten Spannbetonpfâhlen gegründet; bel einigen Viadukten war es möglich, Zwischenunterstützungen flach zu gründen. Der Viadukt im Zuge der A 77 über die Voordtstraat in Boxmeer ist einer der ersten in den Niederlanden, bei denen der Uberbau (aus vorgefertigten Spannbetontrâgern) auf Widerlager aus bewehrter Erde (Terre Armèe) gelagert wurde. Die meisten der in Schalung angefertigten Brückenplatten sind massiv. Wo aber grol3e Breiten zu überspannen waren, wurden zur Gewicht- und Materialeinsparung mittels Polystyrenblöcken Aussparungen angeordnet. Dies war der FalI beim Viadukt im Zuge des Hapseweges, der wegen des geringen Kreuzungswinkels und des geforderten Freiraumprofils als s. g.,, Parapluie-Viadukt (durchlaufende Platte über 3 Unterstützungen) mit zwel Uberspannungen von je 41 m und konstanter Bauhöhe, nicht mehr als 1,35 m, erbaut werden sollte. Auch Liberbauten der Brücke über dem Kraaienbergse Plas und des Viadukts über der Heerstraat sind mit Aussparungen mit Hilfe von Polystyrenblöcken gefertigt worden. Bel einigen Viadukten war es der Ausführung wegen und auch wirtschaftlich interessant, den Uberbau aus vorgefertigten Spannbetontrâgern zusammenzusetzen, über die eine Druckverteilungsschicht aus Stahibeton gelegt wurde. Die Unterfuhrungen sind überwiegend am Ort in Schalung angefertigte, wasserdicht miteinander verbundene Scheiben aus bewehrtem Beton. Wegen des günstigen Baugrundes konnten sie alle flach gegründet werden. 29

34 - GRONDAANVULLINO BEQENANSCHUUUNG VW6ÏLNSt BEWEHRUNG AUS STAHLBANDERN ONI3EWAPENIJ BTUN UN 6E WE HRTER BE TON LANGS000RSNEDE LANGSSCHNITT Fig. 9 Viaduct in de Hapseweg. Bovenbouw met sparingen Uberführung des Hapsewegs, Überbau mit Aussparungen LANGS000RSNEDE LANG SSCHNITT iiït _\ DWARS000RSNEDE QUERSCHNITT Fig 8 Landhoofdconstructie Terre Armee Widerlagerkonstruktion Bewehrte Erde". DWARSDOORSNEDE QUERSCHNITT Fig 10 Viaduct over de Heerstraat. Bovenbouw met sparingen. Unterführung der Heersiraat, Uberbau mit Aussparungen..510_600 AS A73 T ACHSE A ASFALTSLIJTLAAG ASPHALTDECKE Foto 25 Brug over ee Kiaeienoergse Plas / Brucke Uber Kraaienbergse Plas. RUBBEROPLEGGINGEN GUMNIILAGER VOEG FUGE Fig. 11 Detail van bovenbouw met pretab-baiken. / Detail Uberbau mit Fertigtragern. De rijbaanverhardingen. In de Bondsrepubliek Duitsland. In totaal werden in het tracé van de autosnelweg rond m2 rijbaanverhardingen aangebracht, met inbegrip van vluchtstroken en nevenbanen. Hierin bedroeg het aandeel van de bitumineuze verhardingen ca m2 en van de betonverhardingen ca m2. Het hoge aandeel aan bit umineuze verhardingen heeft verscheidene oorzaken. Ten eerste waren flexibele verhardingen nodig, omdat het tracé vanuit het zuiden tot Alpen door een bestaand mijnbouwgebied loopt, dat nog zal worden uitgebreid. Voor het volgende wegvak tot Goch moet op Fahrbahndeckenbau In der Bundesrepublik Deutschiand Einschliel3lich aller Standspuren und Nebenfahrbahnen wurden im Zuge der Autobahnstrecke Fahrbahndecken mit einer Gesamtflche von ca. 1,5 Millionen Quadratmeter emgebaut. Der Anteil des Betondeckenbaues betrâgt hierbei ca Quadratmeter. Der hohe Anteil an bituminösen Decken hat mehrere Ursachen: Erstens war eine flexible Ausführung erforderlich, weil die Trassenführung von Süden bis Alpen durch vorhandenes und zu erweiterndes Bergbaugebiet verlâuft. Für den weiteren Abschnitt bis Goch ist langfristig mit bergbaulichen Aktivitâten zu rechnen. Auch 30

35 -- t Foto 27 Gietasfaitverharding tussen Alpen en Kamp-Lintfort. Gu(tasphaltfahrbahn im Abschnitt Alpen Kamp-Lintfort lange termijn op mijnbouwactiviteiten worden gerekend. Ook liet de wisselende kwaliteit van de grondslag geen andere constructie toe. Tenslotte werkte het kostenaspect ten gunste van bitumen. Alleen het laatste wegvak tussen B 9 en de Nederlandse grens werd (over ca. 5 km lengte) in beton uitgevoerd. De totale verhardingsaanleg lag gespreid over een periode van 13 jaren en werd in 6 verhardingsbestekken aanbesteed. In deze relatief lange periode zijn de technische voorschriften en de richtlijnen voor de bepaling van de verhardingsafmetingen sterk gewijzigd. De in bitumen uitgevoerde rijbaanverhardingen werden hoofdzakelijk overeenkomstig de richtlijnen RSTO, bouwklasse II, uitgevoerd. Bit umineuze verhardingsopbouw: 3,5 cm gietasfalt 0/12 mm 3,5 cm binder 0/18 mm 5,0 cm bin der 0/22 mm 12,0 cm grindasfaitbeton 0/32 mm 15,0 cm gestabiliseerd grindzand min. 35,0 cm grindzand (Frostschutz). De betonverharding werd, met inbegrip van de vluchtstroken, in één arbeidsgang over een breedte van 11 m aangebracht met een spreidmachine met glijdende bekisting. Het ongewapende dek is 22 cm dik en ligt op een 15 cm dikke laag schrale beton. Op afstanden van 5 m werden overdwarse schijnvoegen aangebracht, die van deuvels waren voorzien. Ter voorkoming van zijwaartse verschuivingen zijn in de langsvoegen ankers aangebracht. Als voegdrainage werden onder de schijnvoegen drainage-stroken aangebracht, die - al naar gelang de richting der verkanting - naar de middenberm of naar de zij bermen lozen. lieben die wechselnden Untergrundverhâltnisse auf lângeren Strecken keine andere Bauweise zu. Letztlich haben auch wirtschaftliche Gründe den bituminösen Bauweisen den Vorzug gegeben. Lediglich im Ietzten Bauabschnitt von der B 9 neu bis zur niederlândischen Grenze wurde ein ca. 5 Kilometer langes Teilstück mit einer Betondecke ausgeführt. Die gesamten Deckenbauarbeiten erstreckten sich über einen Zeitraum von ca. 13 Jahren und waren in 6 Deckenlose aufgeteilt. In diesem relativ langen Zeitraum haben sich die technischen Vorschriften und somit die Vorgaben für die Bemessung der Deckenstârken geândert. Die in bituminöser Bauweise hergesteliten Fahrbahnen wurden vorwiegend in Regelbauweise nach der RSTO, Bauklasse II, ausgeführt. Bituminöser Deckenaufbau: 3,5 cm Gul3asphalt 0/1 2 mm, 3,5 cm Binderü/l8mm, 5,0 cm Binder 0/22 mm, 12,0 cm Bitumenkies 0/32 mm, 15,0 cm zementvermörtelter Frostschutzkies, mindestens 35,0 cm Frostschutzkies. Die Betondecke wurde einschliel3lich der Standspuren in einem Arbeitsgang in 11 Meter Breite mit einem Gleitschalungsfertiger eingebaut. Die Decke ist 22 cm stark, unbewehrt und liegt auf der 15 cm stark vermörtelten Frostschutzschicht. Im Abstand von fünf Metern wurden verdübelte Querscheinfugen angeordnet. Zur Verhinderung eines seitlichen Abwanderns sind an den Lângsfugen Anker eingelegt. Als Fugenentwâsserung wurden unter den Querscheinfugen Drânbânder verlegt, die je nach QuergeflIe in den Mitteistreifen oder in die Seitenstreifen entwâssern. In den Niederlanden Seit einer Reihe von Jahren werden Fahrbahndecken von Autobahnen fast nur aus Asphalt hergesteilt, weil Asphaltdecken (besonders in Gebieten mit weniger tragfhigem Baugrund) konstruktiv, aber auch wirtschaftlich, den Vorzug vor Betondecken geniel3en. Diesbezügliche Rechnungen wiesen jedoch aus, dab bel den immer mehr ansteigenden Bitumenpreisen kaum mehr die Rede von Baukostenunterschied sein konnte, aber die Unterhaltungskosten im Hinblick auf die manchmal schon früh auftretenden Schaden (Spur- und Riffel-Formung und Frostschâden) an Asphaltdecken für StraBen auf stabilem Baugrund zugunsten von Beton tendieren lassen. In Nederland. Sedert een reeks van jaren worden bij de bouw van autosnelwegen de rij baanverhardingen in asfalt uitgevoerd, omdat asfaltverhardingen (vooral in gebieden met minder goed draagkrachtige grondslag) constructief - maar ook wegens de geringere kosten - te verkiezen waren boven beton. V66r de aanleg opgemaakte berekeningen wezen uit dat bij de toen steeds stijgende bitumenprijzen nauwelijks meer Foto 28 Betonspreidmachine aan het werk. / Betondeckenfertiger im Einsatz. 31

36 sprake was van verschil in kosten tussen de beide verhardingssoorten. De verwachting was destijds dat de onderhoudskosten van wegen op stabiele grondslag zouden doorslaan in het voordeel van beton. Daarom werd voor een 10 km lang wegvak ten zuiden van de brug bij Heumen gekozen voor een rijbaanverharding van cementbeton, totaal 37 cm dik en opgebouwd uit een onderlaag van schrale beton, dik 15 cm en een bovenlaag van 22 cm constructiebeton. De verharding is ongewapend en heeft om de 5 m van deuvels voorziene dwarsvoegen (systeem,,sparverdübelung"), gevuld met bitumineuze voegvulling. De beide lagen werden over de volle rijbaanbreedte van 11 m in één arbeidsgang aangebracht met een spreidmachine met glijdende bekisting (Slipformpaver). Voor cementbeton werd ook gekozen op het Nederlandse deel van het douane-emplacement, in aansluiting op het Duitse gedeelte. De beide delen vormen hierdoor een visuele eenheid en de verharding is bestand tegen ribbelen spoorvorming door veelvuldig afremmend en optrekkend verkeer. Op het douaneterrein is een 20 cm dikke constructielaag aangebracht op een eveneens 20 cm dikke onderlaag van schrale beton. Alle overige verhardingen werden in asfalt uitgefoerd De weg en het milieu. Met het oog op het milieu betekent een verkeersweg een uitdaging aan de plannenmakers". Hun opgave is het om bij de aanleg van wegen door middel van inventarisatie en waardebepaling van milieuelementen de milieubelangen reeds vanaf het begin van de tracé-ontwikkeling in de besluitvorming te betrekken. Daarbij wordt ernaar gestreefd schade aan menselijk en natuurlijk milieu zoveel mogelijk te vermijden dan wel te compenseren. Voor wat natuur en landschap betreffen kunnen compensatiewerken niet beperkt blijven tot het aanbrengen van beplantingen en groenvoorzieningen. Naast inpassing van het weglichaam in het landschap hebben zij tot doel aangetaste milieufuncties te herstellen. De milieuzorg in de Bondsrepubliek Duitsland De autosnelweg gaat tussen het klaverblad Moers en de grensovergang naar Nederland bij Hommersum door verschillende natuurgebieden. Tussen Moers en Alpen ligt het tracé in de,,midden-nederrijnse Vlakte", het laagterras van de Rijn; tussen Sonsbeck en de Nederlandse grens rijdt men door de brede laagterrasvlakte van het Niersdal, die in het noord-westen uitmondt in het Maasdal. Tussen deze vlakten, waarop rivierlopen hun stempel drukten, doorloopt het tracé de heuvelrug van de Bönninghardt, een onderdeel van de,,nederrijnse Hoogten". Het zuidelijke deel van het tracé gaat door het,,moerser Donken land", een landschap dat typisch is voor de linker Nederrijn. De laagterras-plateaus worden hier door in elkaar grijpende, gebogen, ca. 2 â 3 m diepe en tot 200 m brede geulen, zg.,,kendels" geleed en zo in op eilanden gelijkende plateaus, de,,donken", verdeeld. Deshalb wurde für eine 10 km lange Teilstrecke der A 73 südlich der Heumener Brücke eine 37 cm starke Zementbetondecke gewâhlt, zusammengesetzt aus einer 15 cm starken Unterschicht aus Magerbeton und einer 22 cm starken Oberschicht aus Zementbeton (Bauklasse 45). Die Betondecke ist unbewehrt und hat im Abstand von 5 m verdübelte Querscheinfugen mit Bitumenfüllung (System Sparverdübelung). Die beiden Schichten wurden in voller Fahrbahnbreite (11 m) mit einem Gleitschalungsfertiger in einem Arbeitsgang eingebaut. Zementbeton wurde auch am niederlândischen Teil der ZoUabfertigungsanlage gewhlt, im AnschluB an den deutschen Teil. Die beiden Teile bilden hiermit eine visuelle Einheit, und die Deckenkonstruktion ist widerstandsfâhig gegen Spur- und Riffelverformung, verursacht vom bremsenden und anfahrenden Verkehr. Am Zollgelânde ist die Oberschicht 20 cm stark und die Unterschicht aus Magerbeton ebenfalls 20 cm. Im übrigen wurden alle Fahrbahndecken aus Asphaltgemischen hergestellt. Stral3e und Umwelt Aus Umweltgesichtspunkten stellt eine moderne, für den Fernverkehr konzipierte Stral3e eine Herausforderung an die StraBenplanung dar. lhre Aufgabe ist es, Belange der Umwelt durch eine Bestandsaufnahme und Bewertung der örtlichen Gegebenheiten schon vom Beginn der Trassenüberlegungen an in den Planungsprozel3 einzubringen. Dabei wird angestrebt, Beeintrâchtigungen von Mensch und Umwelt nach Möglichkeit zu vermeiden oder auszugleichen. Im Hinblick auf Natur und Landschaft gehen Ausgleichsmal3- nahmen in heutiger Zeit über reine Begrünungen und Bepflanzungen hinaus. Sie dienen neben der Eingliederung des Stral3enkörpers dem Ziel, beeintrâchtigte Umweltfunktionen wiederherzustellen. StraBe und Umwelt in der Bundesrepublik Deutschland Die Autobahn durchlâuft zwischen dem Autobahnkreuz Moers und dem Grenzübergang zu den Niederlanden bei Goch-Hommersum unterschiedliche Naturrâume. Zwischen Moers und Alpen liegt die Trasse in der,,mittieren Niederrheinebene" als Niederterrasse des Rheins; zwischen Sonsbeck und der niederlândischen Grenze wird die breite Niederterrassenebene der,,niersniederung" durchfahren, die nach Nordwesten in die Maasebene mündet. Zwischen diesen gro3en von FluBlâufen geprâgten Ebenen durchquert die Trasse den dazwischen liegenden Höhenrücken der Bönninghardt, eine Untereinheit der,,niederrheinischen Höhen". Der südiiche Teil der Trasse durchlâuft das,,moerser Donkenland", eine für den linken Niederrhein typische Landschaft. Die Niederterrassenplatten werden hier durch meinander greifende, bogenförmig verlaufende, ca. 2 bis 3 m tiefe und bis zu 200 m breite Rinnen, sogenannte Kendel, gegliedert und so in inselartige Platten, die,,donken", auf- 32

37 Terwijl de Donken als vruchtbaar bouwland in gebruik zijn, zijn de Kendel-laagten, waardoor met houtgewas omzoomde beken stromen, weilanden. Ten westen van Rheinberg in de,,alpener Rijnvlakte" is een soortgelijke structuur te vinden. Hier zijn grote beboste stuifzand- en duingebieden ingesloten en deze worden door het tracé doorsneden of geraakt. Het tracé gaat dan de grotendeels beboste heuvelrug van de Bönninghardt in. Deze maakt deel uit van de zich vanaf het Reichswald bij Kleef in zuid-oostelijke richting uitstrekkende Nederrijnse Hoogten. Vervolgens doorsnijdt het tracé het,,kevelaerder Donkenland" een laagterras, dat evenals het Moerser Donkenland, in een systeem van geulen en plateaus is geleed. Ten noorden van Weeze kruist de autosnelweg de Niers en komt in de Vlakte van Goch", een minder geleed en eentoniger aandoend landschap. De Kendel, een zijriviertje van de Niers, met haar als weidegrond in gebruik zijnde dal en haar door populieren, elzen en knotwilgen gemarkeerde loop, kan een bijzonder karakteristiek landschaps-element worden genoemd. In de Kreis Wesel staan de Kendel-laagten en de boscomplexen van de Bönninghardt en de Leucht onder natuurbescherming. In de Kreis Kleve zijn de laagten van de Niers en haar zijriviertjes Steinberger Ley en Gochforzley, de Kalbecker of Sandheide en het bosgebied Boekhöltchen ten zuiden van Goch als beschermde natuurgebieden aangewezen. geteilt. Wâhrend die Donken als ertragreiches Ackerland genutzt werden, sind die von gehölzgesâumten Bâchen durchflossenen Kendelauen Grünlandstandorte. Westlich von Rheinberg in der,,alpener Rheinebene' liegt eine ahnliche Struktur vor. Hier sind gröbere Flugsand- und Dünengebiete eingelagert, die heute zum Teil bewaldet sind und von der Trasse auf ca. 1 Kilometer Lânge durchfahren bzw. tangiert werden. Die Trasse tritt dann ein in den zum grö6ten Teil bewaldeten Höhenrücken der,,bönninghardt". Er ist Teil der sich vom Reichswald bel Kleve in slidöstlicher Richtung hinziehenden,,niederrheinischen Höhen'. Danach quert die Trasse das,,kevelaerer Donkenland", eine Niederterrassenplatte, die, âhnlich wie das Moerser Donkenland, in ein System von Rinnen und Platten gegliedert ist. Nördlich von Weeze kreuzt die Autobahn die Niers und tritt dann in die,,gocher Ebene" ein, eine Landschaft, die weniger gegliedert und zum Teil eintönig erscheint. Die Kendel als Nebenbach der Niers mit ihrer grünlandgenutzten Aue und dem durch Baumreihen aus Pappeln, Enen und Kopfweiden landschaftstypisch nachgezeichneten Verlauf ist hier als besonders prâgendes Landschaftselement zu nennen. Im Kreis Wesel stehen die Kendelniederungen und die Waldflâchen der Bönninghardt und der Leucht unter Landschaftsschutz. Im Kreis Kleve sind die Auen der Niers und ihrer Nebenbache Steinberger Ley und Gochfortzley sowie L! ' k 'a 5 t :,- -.,.. ' Foto 29 Landschappelijk heririgericht grindgat bij de aansluting Sonsbeck. Rekultivierte Kiesgrube ander Anschlulfstelle Sonsbeck. In welke mate de aanleg van de autosnelweg onvermijdelijk ingrijpt in het landschap en daarin verandering veroorzaakt, hangt af van het relief van de diverse natuurgebieden. Als ingrepen in het landschapsbeeld kunnen vooral het in beslagnemen van bio-ecologisch belangrijke terreinen en het verstoren van landschappelijke samenhangen worden genoemd, vooral als de weg in ophoging of ingraving komt te liggen. Voor de wegvakken aansluiting Alpen - Klaverblad Rheinberg en aansluiting Goch/Weeze Nederlandse grens werden landschapsplannen opgesteld. Deze leverden met behulp van een diepgaande analyse en waardebepaling van het landschap de richtlijnen voor het verticale en horizontale beloop van de weg. Het streven was de ingreep in het landschap zo klein mogelijk te houden en met passende maat- :1 Foto 30 Beplante oeverstrook van het grindgat. / Bepfîanzte Uferzone der Kresgrube. die Kalbecker bzw. Sandheide und die Waldflâche Boekhöltchen südlich Goch als Landschaftsschutzgebiete ausgewiesen. Wie stark der Bau der Autobahn notgedrungen in die Landschaft eingreifen und sie verândern mul3, ist unter anderem durch das Gelânderelief der verschiedenen Naturrâume vorgegeben. Als Eingriffe in das Landschaftsbild sind insbesondere die lnanspruchnahme bioökologisch aktiver Flâchen und die Beeintrâchtigung landschaftlicher Zusammenhânge, insbesondere bel Führung der Gradiente in Damm- oder Emschnittslage, zu nennen. 33

38 regelen voor natuur- en landschapsbescherming te compenseren. Voor de inpassing van de autosnelweg werden omvangrijke bermbeplantingen ontworpen. Het was daarbij van belang goed gestructureerde en rij k-gevarieerde houtbestanden aan te planten, samengesteld uit in het landschapstype thuis horende plantensoorten. Deze beplantingen kunnen na enige jaren naast hun landschapsvormende functie ook bijdragen tot de ecologische verrijking van het landschap. In totaal zijn langs de autosnelweg tussen klaverblad Moers en de Nederlandse grens op de taluds 1,8 mln bosplanten en heesters, en bomen en boomstekken geplant. In totaal is 1,3 mln m 2 beplant, naast m2 aan bermi nzaaiingen. Op twee picknick-plaatsen werden voorts m2 struikgewas geplant en m 2 met gras ingezaaid. Hier zijn bosplanten en heesters en bomen en boomstekken geplant. De kosten van deze beplantingen beliepen in totaal 8,9 mln DM. Om de ernstige ingreep in het natuurgebied van de Bônninghardt, vooral in de voor dagrecreatie dienende bossen te compenseren, was ter vervanging van de in beslag genomen 19 ha bos een ongeveer even grote bosaanplant Foto 31 Vervangeode bosaanpfant op 17.5 ha bouwarid Ersatzaufforsturlg auf 17.5 ha andwirtschaffficher F!ache nodig. Voor de realisering hiervan werd een boerenbedrijf aangekocht en 17,5 ha daarvan met loofhoutsoorten bebost. Een zo grote, aaneengesloten, vervangende bosaanplant in het kader van de aanleg van autosnelwegen werd hier voor het eerst in de Bondsrepubliek Duitsland uitgevoerd. In samenwerking met de Bosbeheersdienst werden eiken, haagbeuken en andere loofhoutsoorten geplant, waarmee 0,4 mln DM waren gemoeid. Daarbij kwamen nog 1,3 mln DM voor de grondaankoop. Het Iandschapsplan voor het wegvak aansluiting Goch/ Weeze Nederlandse grens omvatte behalve landschappelijke maatregelen ook bijzondere compensatiewerken: - het bebossen van overhoeken met terplaatse thuishorende houtsoorten; Für die Abschnitte von der AnschluBstelle Alpen bis zur Anschlul3stelle Rheinberg sowie von der Anschluf3stelle Goch/Weeze bis zur niederlandischen Grenze wurden landschaftspflegerische Begleitplâne aufgestellt mit dem Ziel, mit Hilfe einer eingehenden Analyse und Bewertung der Landschaft Hinweise auf die Linien- und Gradientenführung zu erhalten, um damit die Eingriffe in die Landschaft möglichst zu minimieren und die unvermeidbaren Eingriffe durch geeignete Mal3nahmen des Naturschutzes und der Landschaftspflege auszugleichen. Zur Eingliederung der Autobahn als bauliche Anlage sind umfangreiche Pflanzungen an den Böschungen vorgenommen worden. Dabei wurde Wert darauf gelegt, möglichst standortgerechte, vielfâltig strukturierte und artenreiche Gehölzbestande zu begründen, die nach einigen Jahren neben ihrer gestalterischen Funktion auch zur ökologischen Anreicherung der Landschaft beitragen werden. Insgesamt hat die StraBenbauverwaltung zwischen dem Autobahnkreuz Moers und der niederi.ndischen Grenze auf den Böschungen ca. 1,8 Millionen Forstpflanzen und Strâucher sowie ca Hochstâmme und Heister gepflanzt. Die gesamte Pflanzflache summiert sich auf ca. 1,3 Millionen Quadratmeter; dazu kommen ca Quadratmeter Landschaftsrasen. An den zwei Rastan lagen wurden weitere Quadratmeter Gehölzflâchen und Quadratmeter Rasenflchen angelegt. Dort sind ca Forstpflanzen und Strâucher sowie Hochstâmme und Heister angepflanzt worden. Die Kosten dieser BepflanzungsmaBnahmen belaufen sich auf mnsgesamt ca. 8,92 Millionen Mark. Um die besonderen Eingriffe in den Naturraum der Bönninghardt und insbesondere in die Naherholungszwecken dienenden Waldflâchen auszugleichen, wurde eine Ersatzaufforstung für die Inanspruchnahme von ca. 19 Hektar Wald etwa im Verhâltnis eins zu eins gefordert. Zur Realisierung dieses Ausgleichs wurde in der Nâhe der Trasse ein landwirtschaftlicher Hof erworben und daraus eine Flâche von 17,5 Hektar mit Laubgehölzen aufgeforstet. Eine solch grobe zusammenhangende Aufforstung als ErsatzmaBnahme im Zuge eines Autobahnneubaues wurde damit erstmalig in der Bundesrepublik Deutschland praktiziert. In Zusammenarbeit mit der Forstverwaltung wurden Eichen, Hainbuchen und andere Laubgehölze mit einem Aufwand von Mark gepflanzt. Hinzu kommen die Kosten für den Grunderwerb von 1,3 Millionen Mark. Der Iandschaftspflegerische Begleitplan zum Abschnitt Goch/Weeze - niederlândische Grenze sieht auber den Iandschaftspfegerischen BegleitmaBnahmen besondere AusgleichsmaBnahmen vor: - Aufforstung von Restparzellen am Trassenrand mit standortgerechten Gehölzen, - Anlage eines Feuchtbiotops in der Kendelschleife bei Hassum. Das ca. 7,5 Hektar grobe Feuchtbiotop dient dem Ausgleich für die Eingriffe im Bereich der Kendel. Neben dem alten Kendelverlauf, der als Vorfiut weiterhin erhalten bleibt, wurde eine neue Kendelschleife südlich der Autobahn angelegt und so gestaltet, dab sich in Feuchtwiesen, Flachwasser- 34

39 - de aanleg van een vochtige biotoop in een bocht van de Kendel bij Hassum. Het ca. 7,5 ha grote vochtige biotoop dient ter compensatie van de ernstige ingreep in het Kendelgebied. Naast de oude Kendelloop, die als zijtak behouden blijft, is een nieuwe Kendel-bocht gegraven ten zuiden van de autosnelweg en zo ingericht, dat in natte weiden, ondiepe en diepere watervlakten, die in verbinding staan met het grondwater, zich een veelvoud van inheemse planten en dieren kan vestigen. Naast hun functie als vochtige biotoop dienen de kommen zonen und tieferen Wasserflâchen mit GrundwasseranschluS eine Vielzahi heimischer Tiere und Pflanzen ansiedein kann. Neben der Feuchtgebietsfunktion dienen die Mulden auch der Ruckhaltung bei Hochwasser. Für die Erdarbeiten und Bepflanzung im Bereich des Feuchtgebietes wurden neben den Grunderwerbskosten ca Mark aufgewendet. Bezogen auf den gesamten Autobahnabschnitt zwischen dem Autobahnkreuz Moers und der niederlândischen Gren- groenaanpiant rietzône natte weilanden watervlakten beneden gemiddelde waterstand boven gemiddelde waterstand Ge hoizpflanzu ng Vers u mptu ngstlachen NaBwiesen Wasserf lachen unter mittierem Wasaerspiegei dber mittierem Wasserspiegei ook als hoogwaterberging. Aan grondwerk en beplanting ze haben die Mal3nahmen zur Eingliederung des Bauwerkes van de biotoop werden, los van de grondaankoop, Stral3e in die Landschaft und zum Ausgleich der Eingriffe 0,5 mln DM besteed. in den Naturhaushalt einen Anteil von 5,3 Prozent an den Gesamtbaukosten. Seit Beginn der Arbeiten an dieser Autobahnstrecke hat der Schutz der Bevölkerung vor Straf3enverkehrslrm zunehmend an Bedeutung gewonnen. Es wurden Lârmschutzwâlle und -wânde von insgesamt 10,5 Kilometer Lange mit einem Kostenaufwand von 7,5 Millionen Mark erstellt. Foto 32 Beplante geisiciwai i Bopilanztei LarmschutzwaH In Umwetfürsorge in den Niederianden Für die niederlândische Autobahnstrecke wurden, in Ubereinstimmung mit den von der Staatsforstverwaltung aufgesteliten Landschaftsplânen, entlang der Fahrbahnen sowie auf gröl3eren Flâchen innerhalb des Autobahngebietes (zum 35

40 Over de hele lengte van de autosnelweg tussen het Klaverblad Moers en de Nederlandse grens werd aan maatregelen voor de inpassing in het landschap en de compensatie van ingrepen in de natuur 5,3% van de totale aanlegkosten besteed. Sedert het begin van het werk aan dit autosnelweg-gedeelte is ook de zorg voor de bestrijding van geluidhinder steeds meer toegenomen. Er werden geluidwallen en -schermen geplaatst tot een gezamenlijke lengte van 10,5 km, waarmee 7,5 mln DM waren gemoeid. De milieuzorg in Nederland. Voor het Nederlandse autosnelweggedeelte werden, overeenkomstig door het Staatsbosbeheer opgestelde landschapspiannen, langs de wegranden, op binnen het weggebied aanwezige grotere oppervlakken (bijv. binnen de lussen van aansluitingen) of op - soms speciaal daartoe aangekochte - overhoeken boom- en heesterbeplantingen aangebracht om de harde snede van de weg in natuur en landschap te verzachten en het landschapsbeeld zo goed mogelijk te herstellen. Beispiel im Bereich der Anschlul3stellen) oder auf spezieli dazu erworbenen Nebengrundstücken Bume und Strâucher angepflanzt, um die harte Schneise der StraBe in Natur und Landschaft zu mildern und die Landschaft weitmöglichst wieder herzustelten. Besondere Fürsorge galt dem Schutz von in dieser Gegend vorkommenden Dachsen und anderen kleinen Sugetieren. Um zu verhindern, das diese Tiere dem Verkehr zum Opfer fallen, sind entlang der Autobahn 50 km Drahtzâune sowie 24 Dachstunnel, die den Dachsen ermöglichen sollen, sich von ihren Wohngebieten zu ihren Futtergebieten zu bewegen, erbaut worden. Diesem,,Verkehr' unterschiedlicher Tierarten zuliebe wurde auch die Breite des Viadukts im Zuge der A 77 über die Heerstraat, eine unbedeutende Landstra3e, besonders gros (45 m) geplant. An zwei Stellen im Maastal sind Warften aufgeschüttet, auf die sich Dachse und andere Kleintiere bei Hochwasser der Maas retten können. Eine derartige Warft ist auch zwischen den beiden Brücken bei Boxmeer gegen den Stra3endamm aufgeschüttet worden. Diese Erdaufschüttung ist mit Drahtgewebe vom eigentlichen Sanddamm abgetrennt, um Schâden durch das Graben der Dachse zu verhindern. Die A 77 schneidet westlich der Maas einen Krötenteich vom südlich der Autobahn gelegenen Lebensraum vieler Kröten ab. Dafür wurde gegenüber dem Teich eine Ersatz- Kopulationsgelegenheit für die Kröten angelegt. - Foto 33 Vraduct over de Heer t vat / Unterfu ung der Heer tra t Bijzondere zorg werd besteed aan de bescherming van in deze streek voorkomende dassen en andere kleine zoogdieren. Om te voorkomen, dat deze dieren slachtoffer van het verkeer worden, zijn langs de weg bijna 50 km afrasteringen aangebracht, terwijl 24 dassentunnels onder de weg werden gebouwd, om de dieren van hun woonburchten naar fouragegebieden aan de andere zijde van de weg te kunnen laten migreren. Terwille van dit verkeer" van de diverse diersoorten werd ook het viaduct in de A 77 over de Heerstraat, een onbeduidend landweggetje, bijzonder ruim (45 m) bemeten. Op een tweetal plaatsen zijn voorts terpen opgeworpen, waar dassen bij hogere waterstanden een heenkomen kunnen zoeken, terwijl tegen het weg(ichaam tussen de beide bruggen bij Boxmeer een soortgelijke terp is gemaakt, die onderin met gaas van het eigenlijke grondlichaam is afgescheiden ter voorkoming van beschadiging door graafactiviteiten van de dassen. De A 77 sneed een z.g. paddenpoel ten westen van de Maas af van het woongebied van de ten zuiden van de weg levende padden. Daarom werd tegenover die poel een vervangende paargelegenheid gegraven. Om de door het verkeer te veroorzaken geluidoverlast binnen de wettelijke gestelde normen te houden, moesten Foto 34 Das in dassentusnek / Dachs irn Dachstunnel Um den vom Kraftfahrzeugverkehr verursachten Lârm innerhalb der gesetzlich gestellten Normen zu halten, waren entsprechende Mal3nahmen erforderlich. Wo der L.rm Wohngebiete oder Wohnungsgruppen trifft, war die Errichtung von Lârmschutzwâllen, an den Kunstbauten unterbrochen von Lârmschutzwânden, erforderlich. Diese Lârmschutzmal3nahmen vereinbaren sich schwer mit einer schönen Eingliederung der Autobahn in die Landschaft, sowohl von der Autobahn wie auch von aul3erhalb gesehen. Wo die Wâlle oder Wânde unerwünscht hoch sein würden oder wo vereinzelte Wohnungen zu schützen waren, wurden (eventueli als Ergânzungsmal3nahme) Ma(3nahmen an den Hâusern getroffen. Lârmschutzwâlle und -wânde waren erforderlich an der 36

41 maatregelen worden getroffen. Waar de geluidhinder woonwijken of woningciusters zou treffen werden langs de weg geluidwalien aangelegd, bij kunstwerken onderbroken door geluidschermen. Deze maatregelen ter bestrijding van de geluidoverlast zijn helaas moeilijk te verenigen met een goede inpassing van de weg in het landschap, zowel vanaf de weg als van buiten de weg gezien. Waar wallen of schermen onaanvaardbaar hoog zouden moeten zijn of bij verspreid staande woningen, werden (eventueel als aanvullende maatregel) voorzieningen aan de woningen zelf getroffen. Geluidwallen en -schermen waren o.a. nodig langs de A 77 onder Heijen en Boxmeer en langs de A 73 bij Wanroy, Cuijk, Heumen en Nijmegen (wijk Lindenhoit). De gemeenschappelijke doorlaatpost Gennep/Goch. Met de openstelling van het laatste wegvak Goch Nijmegen van de internationale iange-afstandsverbinding E 31 Ludwigshafen Rotterdam is ook de gemeenschappelijke doorlaatpost Gennep Autoweg/Goch Autobahn in gebruik genomen. De eerste gesprekken en plannen voor de bouw van een dooriaatpost, die een vlotte douane-afhandeling aan deze autosnelweg mogelijk moet maken, dateren al uit Vanaf 1976 heeft een commissie uit Duitse en Nederlandse overheids-instanties, in het bijzonder de Oberfinanzdirektion Düsseldorf en het Bestuur der Rijksbeiastingen in Limburg, het plan met de daaraan verbonden, veelzijdige problemen in harmonische samenwerking uitgewerkt. A77 bei Heijen und Boxmeer sowie neben der A73 bei Wanroy, Cuijk, Heumen und Nimwegen (Stadtteil Lindenholt). Die Gemeinschafts-Zollanlage Goch/Gennep Mit der Verkehrsfreigabe des Ietzten Abschnitts Goch- Nimwegen der internationalen Fernstra3e E 31 Ludwigshafen Rotterdam wird auch die neue Gemeinschafts-ZoiIanlage Goch-Autobahn/Gennep-Autoweg den Betrieb aufne h men. Die ersten Gesprâche und Pianungen zum Bau einer ZoUaniage, die eine zügige Zollabfertigung an dieser Autobahn ermöghchen soli, gehen auf das Jahr 1972 zurück. Ab 1976 hat eine Kommission aus Vertretern deutscher und niederiândischer Behörden, vornehmhch der Oberfinanzdirektion Düsseldorf und der Finanzdirektion Limburg den Plan mit den damit verbundenen vieischichtigen Problemen in harmonischer Zusammenarbeit erarbeitet. Wegen des ungünstigen Schnittwinkeis der Autobahn mit der Staatsgrenze hat sich im Laufe der Diskussion die abgebildete wechseiseitige Abfertigungs-Aniage ergeben, das hei3t: - Die niederlandische Einfuhr- und die deutsche Ausfuhrabfertigung sowie der deutsche Lkw-Stauraum befinden sich auf niederiândischem Hoheitsgebiet. - Die deutsche Einfuhr- und die niederindische Ausfuhrabfertigung sowie der niederiândische Lkw-Stauraum liegen auf deutschem Hoheitsgebiet. Foto GemeenschdppeIJk douane-empcernent GemeLnschattszoU,nIoge 37

42 Wegens de ongunstige snïjdingshoek van de autosnelweg met de staatsgrens is in de loop van het overleg gekomen tot de afgebeelde situatie, waarbij: - de inklaring van goederen in Nederland, de uitklaring uit Duitsland en de opstelplaats voor op inklaring in Duitsland wachtende vrachtwagens op Nederlands grondgebied zijn gesitueerd; - de inklaring in Duitsland, de uitklaring uit Nederland en het opstellen van naar Nederland reizende vrachtauto's op Duits grondgebied geschiedt; - de controle op in- en uitgaand personenverkeer op Duits grondgebied plaats vindt op een overluifeld rijbaangedeelte. Voor nader onderzoek van personenauto's en caravans zijn naast de rijbaan opstelplaatsen aanwezig, zodat het overige personenverkeer geen hinder behoeft te ondervinden van die controle. Op het douane-emplacement is behalve voor de douanediensten, de Bundesgrenzschutz en de Koninklijke Marechaussee ook plaats voor controle-diensten op groente- en fruitexport, expediteurs en (op Nederlands grondgebied) voor een grenswisselkantoor. - Die Kontrolle des em- und ausreisenden Personenverkehrs erfolgt auf deutschem Hoheitsgebiet im Bereich der überdachten Fahrbahn. Zur Untersuchung von Personenkraftwagen und Wohnwagen sind seitlich der Fahrbahn Standplâtze vorhanden, so dal3 keine Beeintrâchtigung des sonstigen PkW-Verkehrs durch die Kontrolle entsteht. In der Zollanlage sind neben den Zollbehörden, Bundesgrenzschutz und der Königlichen Marechaussee auch Kontrollbehörden für Gemüse und Obst. Zudem gibt es Speditionsfirmen und auf niederlândischer Seite eine Wechselst u be. I<efldQ / Bundesrepubi ik Dutschland, Königreich der Niederlande / / 1 / Lageplan der deutsch - n iederlöndischen Gemeinschaftszollanlage Platte grond van het gemeenschappelijke Duits-Nederlands douane - emplacement 38

43 Bundesrepubtik Deutschland Knotenpunkte und Anschlu6stellen Knooppunten en aansluitingen t Autobahnkreuz Moers Verknüpfung mit der Bundesautobahn Duisburg Venlo (A 2). Klaverblad Moers Knooppunt met de Bundesautobahn Duisburg Venlo (A 2). t- 11 AnschluBstelle Moers-Hülsdonk Anschlul3 der LandesstraBe 474. Erschliel3ung des nördlichen Moerser Raums. Aansluiting Moers-Hülsdonk Sluit aan op de Landesstrasse 474. Ontsluit het noordelijk deel van het stadsgebied van Moers. t ' u 0 c / _- / \ --, t-t ,!:2; 7 Autobahnkreuz Kamp-Lintfort Verknüpfung mit der Iinksrheinischen Verlângerung des Emscherschnellweges (A 42). Klaverblad Kamp-Lintfort Knooppunt met de op de linker Rijnoever te bouwen doortrekking van de "Emscherschnellweg" (A 42). 7 -c Anschlu8stelle Kamp-Lintfort Anschlu3 an die LandesstraBe 287. ErschlieSt das gesamte Industriegebiet im Raume Kamp-Lintfort. Aansluiting Kamp-Lintfort Aansluiting aan de Landsstrasse 287. Geeft toegang tot het gehele industriegebied in de regio Kamp-Lintfort. 39

44 05 AnschluBstelle Rheinberg Anbindung an die Südumgehung Rheinberg im Zuge der Bundesstral3e 510. Weiterführung dieser StraBe über den Rhein ist planerisch vorgesehen. Aansluiting Rheinberg Aanhaking aan de zuidelijke omleiding om Rheinberg in het tracé van de Bundesstrasse 510. De doortrekking van deze weg over de Rijn is planologisch vastgelegd. AnschluBstelle Alpen AnschluB an die Verbindung Geldern Wesel (Bundesstral3e 58). Aansluiting Alpen Aansluiting aan de verbinding Geldern Wesel (Bundesstrasse 58). AnschluBstelle Sonsbeck Erschliel3ung des Raumes Sonsbeck und Kevelaer über die LandesstraBe 491. Aansluiting Sonsbeck Ontsluiting van het gebied rond Kevelaer en Sonsbeck via de Landesstrasse 491. AnschluBstelle Kevelaer-Kervenheim Querverbindung zur rechtsrheinischen Bundesautobahn A3 über die Bundesstral3e 67 neu. Aansluiting Kevelaer-Kervenheim Ontworpen dwarsverbinding naar de Bundesautobahn A 3 op de rechter Rijnoever via de Bundesstrasse 67 neu. AnschluBstelle Goch/Weeze SchlieSt über die Bundesstral3e 9 den Raum zwischen Goch und Weeze an. Aansluiting Goch/Weeze Sluit via de Bundesstrasse 9 het gebied tussen Goch en Weeze aan.

45 AnschluBstelle Goch/Kleve Bisher nur der nördliche Ast, Bundesstral3e 9 neu/westumgehung von Goch, angeschiossen. Uber diese wird neben Goch der Raum Kleve an die Bundesautobahn A 57 angebunden. Nederland Aansluiting Goch/Kleve Voorlopig is slechts de noordelijke poot, de Bundesstrasse 9 neu/westelijke rondweg om Goch, aangesloten. Over deze aansluiting wordt behalve Goch ook het gebied van Kleef aangesloten. Aansluiting Gennep Legt via de Rijksweg Venlo Nijmegen (N 271) het gebied op de rechter Maasoever tussen Bergen en Mook open. AnschluBstelle Gennep Erschliel3t über die Staatsstral3e Venlo Nimwegen (N 271) den Raum am rechten Maasufer zwischen Bergen und Mook. 0Xr Â77 Aansluiting Boxmeer Geeft via de provinciale weg S 28 toegang tot het gebied van Boxmeer en Beugen. AnschluBstelle Boxmeer Macht Uber die ProvinzialstraBe S 28 den Raum von Boxmeer und Beugen zugânglich. Knooppunt Boxmeer Knooppunt van de A 77 en de A 73. Van de A 73 is naar het zuiden één rijbaan aangelegd als voorlopige aansluiting op de provinciale weg S 23 Boxmeer St. Anthonis. Autobahndreieck Boxmeer Verknüpfung der A 77 mit der A 73. Von der A 73 ist nach Süden eine Fahrbahn erbaut worden als provisorischer Anschlul3 an die Provinzialstra3e S 23 Boxmeer St. Anthonis. rii

46 Aansluiting Haps Over de provinciale weg S 27 zijn Haps, Miii en Oeffeit bereikbaar, alsmede de Maasbrug naar Gennep. AnschluBstelle Haps Über die Provinzialstra3e S 27 sind Haps, Miii und Oeffelt erreichbar, sowie auch die Maasbrücke nach Gennep. n Aansluiting Cuijk Via de provinciale weg S 28 wordt het gebied tussen Cuijk en Grave ontsloten. AnschluBstelle Cuijk Über die Provinziaistrai3e S 28 wird der Raum zwischen Cuijk und Grave erschiossen. Aansluiting Malden Aansluiting van de nog in aanbouw zijnde provinciale weg S 110, die de A 73 moet gaan verbinden met de N 271 en met Malden. AnschluBstelle Malden AnschiuB der sich noch im Bau befindlichen ProvinzialstraBe S 110, die die A 73 verbinden soli mit der N 271 und mit Malden. Aansluiting Dukenburg Deze aansluiting geeft toegang tot het Nijmeegse stadsgedeelte Dukenburg. AnschluBstelle Dukenburg Diese AnschluBstelle ermöglicht die Zufahrt zum Nimwegener Stadtteil Dukenburg. 42

47 Knooppunt Teersdijk Aansluiting van de provinciale autoweg S 109, die Nijmegen verbindt met de A 50 bij Wychen. Knotenpunkt Teersdijk AnschluBstelle der Provinzialautostral3e S 109, die Nimwegen mit der A 50 bei Wychen verbindet. Knooppunt Neerbosch Hier sluit de noord-westelijke invaisweg van Nijmegen, de provinciale autoweg S 107, op de A 73 aan. Autobahndreieck Neerbosch Hier hat die nord-westliche Zubringerstra(3e Nimwegens, die Provinzialstral3e S 107, AnschiuB an die A 73. Aansluiting Beuningen Over de tertialre weg TWP 129 zijn Beuningen, Ewijk en Wychen te bereiken. AnschluBstelle Beuningen Über die KommunalstraBe TWP 129 sind Beuningen, Ewijk und Wychen erreichbar. Klaverblad Ewijk Knooppunt van de A 73 met de A 50 's Hertogenbosch Arnhem. Autobahnkreuz Ewijk Verknüpfung der A 73 mit der A 50 's Hertogenbosch Arnhei m 43

48 CHRONOLOGIE VAN ONTWERP EN UITVOERING ZEITABLAUF BEl PLANUNG UND BAU Planfase Trac8procedure Planologbo±e Viaducten Grote bruggen Aanleg aardebaan inp~ Vrd4ggg Planang Linienbestiimeng Pfeststellung Brucken Grol3e Brücken Erd- and Geckenbau Ausstattung Kn/AK Ewijk As / AS Beuningen Kn las Neerbosch Kn /AD Teersdijk SJ9 As / AS Ni~ / Dukenbun3 [1 - KM / &) & t1"u1 As / AS Malden b- As / AS Cuyk As /AS Haps - Kn / AL) Boxmeer As / AS Boxmeer - br boxrreer As / AS Gennep ty. heign - STAATSGRENS - - STAAT SGP EN ZE k E EHEEtI 2.9 _TEETI t--h 60 As / AS l3och / Kleve 146 As/AS Goch/Weeze As / AS Keveloer / Kervenheim 13.6 H.TL LI As /AS Sonsbeck 108 As/AS Alpen _ As / AS Rheinberg As AS Kamp- Lntfort Kn / AK mp- Lintfoçt As/AS Moe-s-Hülsdonk Kn / AK Moers L J i iui Planfase Traéeprocure Viaducten Aanleg ardebean Verbardingen 44 Planung Planfeststellung Brückenbau Erd- and Eeckenbau Ausstattung

49 ,7 KOSTEN 6,2 II 27,1 25,9 12, 16,2 Mln HfI. Nederland 21,1 21,1 Bundesrepublik Deutschiand % Mio DM. % 36,0 9,7 Grondverwerving Grunderwerb 37,1 12,8 55,1 60,2 14,8 16,2 Levering zand en mijnsteen Grondwerken Lieferung Sand und Bergematerial Erdbau 75,2 25,9 78,6 21,1 Grotebruggen GrofleBrücken ,4 12,2 Viaducten en onderdoorgangen Über- und Unterführungen 61,2 21,1 73,7 19,8 Verhardingen Fahrbahndeckenbau 78,6 27,1 6,7 1,8 Landschapsbouw -..i Landschaftsgestaltung 14,8 5,1 1,9 0,5 Geluidwering Lârmschutz 5,1 1,8 14,4 3,9 Overigekosten Ausstattung u. Sonst. 18,0 6,2 372,0 100,0 290,0 100,0 Mln Hf ' 60. Nederland Financiering / Finanzierung 11 (0 ("1 0) Bundesrepublik Deutschland (0 No0) co ('1 C"J - :: : 0): Mia DM ) co co : :-: :: : cd 20 30' r'. cvi' " N... **.«., : : : : o :.:.:.:.:.:. CO :.:-: : : : : N- > N- 0) 10(0 N 0) 0) r- N- 0) CO N- 0) N 0)0 CO 0) 0) 0) ('1 0) c') 0) 10 (0(0 0) 10 (0 N 0)0) 0-0) 10(0(0 co co 00 CO 0 45