2.A.1. 3.B.2. 4.B.2. 5.B.1. 3.C.1. 3.C.2. 5.C.3.

Transcriptie

1 CO 2 -prestatieladder Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud Iv-Infra b.v. 2.A.1. 3.B.2. 4.B.2. 5.B.1. 3.C.1. 3.C.2. 5.C.3. i

2 Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud Projectnummer opdrachtgever: Zaaknr Project: Risico gestuurd onderhoud DVM Projectnummer: Betreft: Rapportage CO2-prestatieladder Referentie: Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.docx Auteur(s): Kees-Willem Markus Paraaf: Gecontroleerd: Ad Heystek Paraaf: Goedgekeurd: Ad Heystek Paraaf: Geautoriseerd: Rob van Bodegraven Paraaf: Datum: 18 februari 2015 Revisie: 1.0 Status: Definitief Aantal pagina's: iii + 8 Iv-Infra b.v., Alle rechten voorbehouden, Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke ii toestemming van Iv-Infra b.v.

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Projectgegevens Aanleiding onderzoek Doel onderzoek 1 2 Inzicht in energieverbruik (2.A.1) Inleiding Emissie-inventaris CO 2 -emisies 3 3 CO 2 - Reductie (3.B.2) (4.B.2) (5.B.1) Inleiding CO 2 -reductiemaatregelen Overzicht mogelijke reductiemaatregelen voor project Risicogestuurd onderhoud DVM Toegepaste maatregelen en effecten 6 4 Transparantie (3.C.1) (3.C.2) Interne / Externe communicatieplan 7 Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx iii

4 1 Inleiding 1.1 Projectgegevens Begin 2015 is Iv-Infra gestart met het project Risicogestuurd onderhoud DVM. Dit in opdracht voor Rijkswaterstaat dienst Grote Projecten en Onderhoud. 1.2 Aanleiding onderzoek Om te komen tot een goede afspiegeling van het met de Minister van Infrastructuur en Milieu afgesproken prestatieniveau van de netwerken, in relatie tot de beheer- en onderhoudskosten wordt sinds 2012 gewerkt met het zogenaamde Referentiekader Beheer en Onderhoud (RBO). Het RBO geeft aan welk pakket aan maatregelen op het gebied van beheer en onderhoud noodzakelijk is om de infrastructuur die Rijkswaterstaat beheert op langere termijn in stand te houden en op het met beleid afgesproken niveau te kunnen laten functioneren. De met beleid gemaakte afspraken over het structurele niveau van onderhoud, vastgelegd in zogenaamde Service Level Agreements (SLA s), geven hiertoe randvoorwaarden. De specificatie van de maatregelen voor het beheer en onderhoud vindt plaats in het zogenaamde Object BeheerRegime (OBR). Voorliggend onderzoek beschrijft de activiteiten die nodig zijn om het OBR Dynamisch VerkeersManagement (DVM) 2015 risicogestuurd te maken om deze later te kunnen koppelen met de SLA-VM 2017 t/m Momenteel is niet transparant (of aantoonbaar) in hoeverre de bestede euro s aan onderhoud een directe bijdrage leveren aan de beschikbaarheid. Omgekeerd is ook niet transparant welke investering noodzakelijk is om aan een gewenst beschikbaarheidsniveau te voldoen. Deze draaiknoppen zijn met de invoering van risicogestuurd beheer en onderhoud wel wenselijk. 1.3 Doel onderzoek Het doel van het onderzoek is om het onderhoud van DVM componenten in lijn te brengen met de afspraken met WVL 1 voor het OBR DVM 2015 en met de SLA-Verkeersmanagement en het vervolgens in te richten conform het Handboek OBR versie 0.6, waarmee: - Het OBR risicogestuurd is, waarbij er een directe koppeling is met de business architectuur conform het dienstenmodel dat gebruikt wordt als basis voor de SLA en het bijbehorend onderhoudsregime; - De prestaties (maatschappelijke effecten), de beschikbaarheid en de integrale onderhoudskosten van de functieketens beschreven zijn; - De maatschappelijke effecten zijn gekwantificeerd en in een relationeel model zijn afgezet tegen functie beschikbaarheid en onderhoudskosten, zodat het model de basis vormt voor de draaiknoppen voor het OBR DVM. 1 WVL: Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) ontwikkelt voor Rijkswaterstaat o.a. de visie op het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem en op onze leefomgeving. Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx 1/8

5 2 Inzicht in energieverbruik (2.A.1) 2.1 Inleiding Om de uitstoot CO 2 te reduceren is het belangrijk om eerst inzicht te krijgen in de bronnen. Hierdoor wordt duidelijk waar de grootste uitstoot vandaan komt. En hoe dit voorkomen kan worden. In dit hoofdstuk wordt gekeken waar het verbruik zit. Scope 1 of directe emissies zijn emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door eigen gasgebruik en emissies door het eigen wagenpark. Scope 2 of indirecte emissies zijn emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals emissies door centrales die elektriciteit leveren. Ook wordt business travel hieronder gerekend. Binnen dit project heeft Iv-Infra geen ontwerpwerkzaamheden. Hierdoor zijn er voor Iv-Infra geen scope 3 emissies te beïnvloeden. Dit betekent dat de emissiestromen enkel een deel van de bedrijfsuitstoot zal zijn. 2.2 Emissie-inventaris Hieronder is per bron opgesomd welke energiestromen het project kent. Emissie inventaris Bron Scope 1 Directe emissies Verwarming kantoor Zakelijke autoreizen Scope 2 Indirecte emissie Zakelijk reizen met privéauto s Vliegreizen Elektra Scope 3 Overige indirecte emissies n.v.t. Energiestroom Gas Brandstof Brandstof Brandstof Elektriciteit Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx 2/8

6 2.3 CO 2 -emisies Aangezien dit project geen Scope 3 uitstoot heeft richten we ons op een deel van de bedrijfsuitstoot (Scope 1 en 2). Hieronder is de CO 2 emissie van 2014 voor Iv-Groep weergegeven. Hieronder een overzicht van de uitstoot van Iv-Groep, uitgesplitst per energiestroom. Emissiestroom Uitstoot (ton CO2) Auto s 2244,0 Vliegreizen 757,8 Elektra 800,5 Gas 254,3 Totale uitstoot: 4057 ton CO2 Per fte is de uitstoot voor 4,45 ton CO2 (zie CO 2 -footprint Iv-Groep 2014). De CO 2 -emissie voor dit project wordt berekend aan de hand van het aantal fte s. Voor dit project wordt 0,24 fte ingezet. Scope Emissiestroom Ton CO2 Per fte Ton CO2 tbv project IHA Scope 1 Gas 240,1 0,26 0,062 (= 0,26*0,24) Scope 1 Zakelijke autoreizen 2065,6 2,26 0,542 (= 2,26*0,24) Scope 2 Zakelijke autoreizen met privéauto s 178,4 0,20 0,048 (=0,20*0,24) Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx 3/8

7 Scope 2 Vliegreizen 757,8 0,83 N.v.t. voor dit project Scope 2 Elektra 800,5 0,88 0,211 (=0,88*0,24) Scope 2 Warmtelevering 14,2 0,02 N.v.t. voor dit project Tabel 2.3: CO 2-uitstoot 2014 De totale uitstoot voor Iv-Infra op dit project in 2015 bedraagt 0,864 ton CO 2. Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx 4/8

8 3 CO 2 - Reductie (3.B.2) (4.B.2) (5.B.1) 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt behandeld welke reductiemaatregelen er vanuit het bedrijf en het project zijn toegepast om CO 2 -reductie op het project te behalen. Voor de periode is binnen Iv-Groep een algemene doelstelling bepaald van 5% minder uitstoot. Dit zal worden behaald door de vastgestelde maatregelen die per jaar worden vastgesteld in het energiemanagement actieplan. Voor dit project wordt verwacht dat er een hogere reductiedoelstellig is te behalen aangezien er behoorlijk gereduceerd kan worden op het aantal te rijden kilometers. Daarom wordt nagestreefd om 15% reductie te behalen op de totaal begrootte uitstoot van dit project zoals die is berekend in hoofdstuk CO 2 -reductiemaatregelen Overzicht mogelijke reductiemaatregelen voor project Risicogestuurd onderhoud DVM Binnen de organisatie is gekeken waar kansen liggen om het energieverbruik en CO 2 te reduceren. Deze zijn opgenomen in het Energiemanagement Actieplan. Jaarlijks wordt door middel van een energieaudit bekeken wat verbeterd kan worden. Ook is er gekeken naar project specifieke maatregelen. Hieronder een overzicht van alle reductiemaatregelen die genomen kunnen worden om de uitstoot van het project risicogestuurd onderhoud DVM te verminderen. Bij dit project moet wel worden opgemerkt dat het project grotendeels een bureaustudie betreft met enkele overleggen buiten de deur. Hierdoor is het aantal mogelijk reductiemaatregelen beperkt. CO 2 -reductiemaatregelen Scope 1 directe emissies Stimuleren carpoolen bij vergadering bij OG Indien mogelijk thuiswerken door PM Scope 2 Indirecte emissies Vergadering met OG via video-conferencing of telefonisch (eens per 14 dagen overleg op locatie geëist door OG) Scope 3 Overige indirecte emissies Effect Per projectvergadering levert dit een reductie op van 1 persoon x 120 km x conversiefactor (224 g/km) is 26,88 kg CO 2. (conversiefactor 2 van benzine, voertuiggewicht kg) Per keer thuiswerken levert dit een reductie op van 2x 120 km x conversiefactor (213 g/km) is 51,12 kg CO 2. (conversiefactor 2 van diesel, voertuiggewicht kg) Het reduceren van één projectvergadering levert een reductie op van 2 personen x 120 km x conversiefactor (213 g/km) is 51,12 kg CO2. 2 De gehanteerde conversiefactor voor CO2 is afkomstig van Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx 5/8

9 N.v.t. voor dit project Toegepaste maatregelen en effecten Hieronder is een lijst met maatregelen en effecten opgenomen die zijn toegepast in project Instandhoudingsadvisering. In de rechterkolom is het gekwantificeerde effect opgenomen. CO 2 -reductiemaatregelen Scope 1 directe emissies Effect Behaalde reductie Stimuleren carpoolen bij vergadering bij OG Per projectvergadering levert dit een reductie op van 1 persoon x 120 km x conversiefactor (224 g/km) is 26,88 kg CO 2. (conversiefactor 3 van benzine, voertuiggewicht 950 Indien mogelijk thuiswerken door PM kg) Per keer thuiswerken levert dit een reductie op van 2x 120 km x conversiefactor (213 g/km) is 51,12 kg CO 2. (conversiefactor 2 van diesel, voertuiggewicht Scope 2 Indirecte emissies Vergadering met OG via videoconferencing of telefonisch (eens per 14 dagen overleg op locatie geëist door OG) Scope 3 Overige indirecte emissies N.v.t. voor dit project kg) Het reduceren van één projectvergadering levert een reductie op van 2 personen x 120 km x conversiefactor (213 g/km) is 51,12 kg CO 2. N.v.t. voor dit project 3 De gehanteerde conversiefactor voor CO2 is afkomstig van Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx 6/8

10 4 Transparantie (3.C.1) (3.C.2) 4.1 Interne / Externe communicatieplan Het CO 2 -reductiebeleid van Iv-Infra, de maatregelen en de voortgang hiervan worden tijdens overleggen en bijeenkomsten besproken. Externe belanghebbenden zullen op de hoogte gebracht worden van de CO 2 -footprint en de reductiemaatregelen. In onderstaande tabel worden de overleggen en bijeenkomsten weergegeven: Interne communicatie communicatie Frequentie Doelgroep Vastlegging Verantwoord elijke Voltooid Project startoverleg één maal Projectgroep Notulen/presentatie projectleider Intern is aangegeve n dat er zo veel als mogelijk bezuinigd moet worden op het aantal te rijden kilometers. Dit is alleen niet Voortgangsrapport Halfjaarlijks Intern Intranet Projectleider vastgelegd. Externe communicatie communicatie Frequentie Doelgroep Vastlegging Verantwoordelijke Voltooid Start nieuwsbericht één maal De hele Website- en social Projectleider V website + social media Tussentijds/eind nieuwsbericht + social media halfjaarlijks branche De hele branche mediabericht Website- en social mediabericht Projectleider Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx 7/8

11 Iv-Infra b.v. Trapezium DL Sliedrecht Postbus AC Sliedrecht Nederland Telefoon Iv-Infra b.v. Kraanspoor SE Amsterdam Nederland Telefoon Iv-Infra b.v. Fultonbaan NE Nieuwegein Nederland Telefoon Iv-Groep b.v. Noordhoek LD Papendrecht Postbus CD Papendrecht Nederland Telefoon Fax Iv-Infra CO2 prestatieladder risicogestuurd onderhoud DVM.versie 1.0.docx 8/8