Generale regeling voor de verkiezing van leden van de classicale vergadering, als bedoeld in ord

Transcriptie

1 Generale regeling voor de verkiezing van leden van de classicale vergadering, als bedoeld in ord INLEIDING Ord bepaalt dat de verkiezing van de leden van de classicale vergadering dient te worden geregeld bij generale regeling. Daarmee wordt de totstandkoming van de classicale vergadering hoe dan ook ingewikkelder dan tot nu toe het geval is. Ter inleiding de volgende opmerkingen: De ringen krijgen in het verkiezingsproces een vitale rol (vgl. de suggestie van Buitenpost, Schiedam, Walcheren, Winsum). Per 1 januari 2018 zijn er gemiddeld ongeveer zeven ringen per classicale vergadering. De classicale vergadering telt minimaal 20 leden (waaronder de voorzitter, en eventueel een predikant met bijzondere opdracht dan wel in algemene dienst, en eventueel een lutheraan). In de meeste gevallen zal men dus zeker aanvankelijk gebruik moeten maken van de mogelijkheid per ring twee of meer leden te laten verkiezen. Vooral grotere classes onder de huidige classicale vergaderingen zullen op den duur wellicht gesplitst worden in twee of meer ringen. Dan zou het aantal ringen geleidelijk toenemen. In beginsel komt uit elke ring minstens één lid. Hoogeveen stelt voor dit minimum op twee te stellen. Het GCKO meent dat dit in de praktijk voorshands veelal wel het geval zal zijn, maar dat hier de classicale vergadering zelf het recht en de plicht heeft te zorgen voor een goede afspiegeling van de verhoudingen, ook als het aantal ringen sterk zou toenemen. Zie lid 1. De zittingstermijn per lid is vijf jaar. Daarom deelt het breed moderamen de ringen in in vijf clusters. Ord geeft veel ruimte. Mogelijk zullen veelal de daar genoemde minimale aantallen van de verschillende ambten ( ) al aanwezig zijn binnen de 80 % van de leden van de classicale vergadering die ook het volgende jaar blijven. Dan maakt het niet uit voor welk ambt gekozen wordt. Lid 2 gaat over het rooster, en houdt verschillende mogelijkheden open. De classicale vergadering kan er in het rooster voor kiezen dat een bepaalde ring eens in de vijf jaar alle door die ring te verkiezen leden aanwijst. Dat zou het voordeel hebben dat meer rekening gehouden kan worden met de wenselijke verscheidenheid. Er kan echter desgewenst ook voor gekozen worden dat een ring in een bepaald jaar nooit meer dan één nieuw lid verkiest, zodat de continuïteit in de vertegenwoordiging vanuit die ring beter wordt gewaarborgd. Ook op dit punt kan de classicale vergaderingen vrijheid worden gelaten. In beginsel zijn alle ambtsdragers binnen het ressort verkiesbaar. Ook kunnen gemeenteleden hiervoor als ambtsdrager met een bepaalde opdracht worden gekandideerd. Dan geldt uiteraard de normale procedure van ord Zie lid 3. Lid 4 bouwt daarop voort. Het kan desgewenst in bepaalde gevallen nog openblijven of een betrokkene, indien verkozen, als ouderling(-kerkrentmeester) dan wel als diaken wordt bevestigd. De slotzin van dit lid grijpt vooruit op lid 5. Lid 5 is cruciaal. Hier dient de invloed van elke kerkenraad op de samenstelling van de classicale vergadering tot haar recht te komen. De regeling loopt in hoge mate parallel met die voor de verkiezing van ambtsdragers (ord. 3-6). Soms is geen verkiezing mogelijk of GR Verkiezing classicale verkiezing Voorstel GCKO - d.d. 31 juli

2 nodig: het aantal kandidaten is niet groter dan het aantal vacatures. Dan worden de betrokkenen verkozen verklaard (lid a). De hoofdregel is in dit geval: verkiezing na het stellen van dubbeltallen (lid b). Alleen op die manier is tot op zekere hoogte te voorkomen dat de classicale vergadering eenzijdig wordt samengesteld qua kerkelijke verscheidenheid (sommigen spreken liever van modaliteit), ambten, leeftijd en sekse. Het GCKO begrijpt dat sommige classicale vergaderingen (bv. Goes) dit zien als een beperking van de eigen vrijheid, maar constateert ook dat andere classicale vergaderingen (bv. Heusden-Almkerk, Hoorn-Enkhuizen, Leiden, Tiel, Woerden) juist bezorgd zijn over een mogelijk eenzijdige samenstelling van de nieuwe classicale vergadering. Zie voor het element van de kerkelijke verscheidenheid ook de slotzin van ord (oud). Een enigszins eenzijdige samenstelling van de classicale vergadering zal overigens niet altijd te vermijden zijn. Zo n dubbeltal behoeft niet per se te bestaan uit twee personen die hetzelfde ambt dragen. Als sowieso aan de vereisten van ord is voldaan, kan ook bijvoorbeeld een predikant tegenover een diaken worden gezet. Door middel van een schriftelijke stemming per ring maakt elke kerkenraad zijn keuze bekend (lid c). Dat is de hoofdregel. Maar lid d biedt een alternatief: als de meerderheid van de kerkenraden zich daarvoor uitspreekt, kan voor de verkiezing ook een vergadering van ambtsdragers in de ring bijeengeroepen worden (vgl. Buitenpost, Ede, Nijkerk, Schiedam; ook Delft vraagt om directe afvaardiging naar de classicale vergadering vanuit de ring). In dat geval wordt een kieslijst gemaakt met de namen van allen die vanuit de betrokken ring zijn aanbevolen. Per vacature en per stemronde brengt namens elke kerkenraad een ambtsdrager een stem uit. Daarmee wil het GCKO tegemoetkomen aan de wens van sommige classicale vergaderingen om wat goed loopt niet zonder meer te beëindigen. Het ligt voor de hand dat een dergelijke vergadering meer agendapunten kan hebben (vgl. ord. 4-16b-2). Afgevaardigden naar de generale synode kunnen bij die gelegenheid bv. de kerkenraden bijpraten over de besluiten van de synode. Bij de verkiezing is uiteraard ord. 4-5, over de besluitvorming, van toepassing. Lid 6 geeft een kan-bepaling die rechtstreeks voortkomt uit de ordinantietekst. Voorkomen met worden dat de omvang van de classicale vergadering te gering wordt doordat kerkenraden geen aanbevelingen indienen. Daarover gaat lid 7. Bestuurlijke continuïteit is een belangrijk argument om ook oplossing b. open te houden. Tien jaar zittingstijd lijkt maximaal mogelijk. De ordinantietekst sluit een tweede termijn van vijf jaar namelijk niet uit. Die is ook mogelijk via nieuwe verkiezingen. Soms zullen tussentijds vacatures ontstaan. De tekst van lid 8 sluit niet uit dat ook indien de vacature nog korter dan twee jaren zal duren, toch een nieuwe verkiezing wordt gehouden. De leden 9 en 10 mogen geacht worden voor zichzelf te spreken. Het voorstel wijkt op sommige punten af van het concept dat bij de eerste lezing was meegezonden, mee door de opmerkingen die in de consideraties zijn gemaakt. Deze wijzigingen zijn cursief gemarkeerd. GR Verkiezing classicale verkiezing Voorstel GCKO - d.d. 31 juli

3 2 VOORSTEL Art. 1 Algemeen 1 De classicale vergadering bepaalt in haar verkiezingsregeling met inachtneming van het in ord bepaalde uit hoeveel leden deze vergadering bestaat. Uit elke ring wordt in de regel ten minste een ambtsdrager verkozen. De classicale vergadering kan bepalen dat uit een of meer ringen twee of meer leden van de classicale vergadering worden verkozen dan wel dat uit twee of meer ringen samen één lid wordt verkozen. Art. 2 Voorbereiding 1 Het rooster Elk jaar treedt ten naaste bij een vijfde van het aantal leden van de classicale vergadering af. Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt een rooster op dat voor elke ring aangeeft a. in welk jaar of welke jaren een nieuw lid van de classicale vergadering dient te worden verkozen, en b. voor zover dat met het oog op het bepaalde in ord noodzakelijk is, of een predikant, een ouderling, een ouderling-kerkrentmeester of een diaken dient te worden verkozen. 2 Verkiesbaarheid De verkiezing van leden van de classicale vergadering geschiedt uit de ambtsdragers van de (wijk)gemeenten binnen de classis. Andere leden van een (wijk)gemeente binnen de classis kunnen eerst voor verkiezing in aanmerking worden gebracht, nadat de betrokken kerkenraad zich ervan heeft vergewist, dat zij, indien verkozen, bereid zijn als ambtsdrager met een bepaalde opdracht te worden bevestigd. Aftredende leden van de classicale vergadering zijn, indien het in lid 2 bedoelde rooster dat niet uitsluit, eenmaal herverkiesbaar. 3 Aanbevelingen Voor 1 juli van elk jaar nodigt het breed moderamen van de classicale vergadering elk van de betrokken kerkenraden uit om vóór 1 oktober schriftelijk en ondertekend bij het breed moderamen van de classicale vergadering aanbevelingen in te dienen van personen uit de betrokken ring die naar zijn mening voor verkiezing in aanmerking komen. Bij elke aanbeveling wordt het ambt van de betrokkene vermeld, of indien de betrokkene bereid is als ambtsdrager met een bepaalde opdracht te worden bevestigd in welk ambt betrokkene bevestigd kan worden. Indien de betrokkene kerkelijk werker is, wordt ook dat vermeld. Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt daarbij de kerkenraden in de gelegenheid aan te geven of zij de voorkeur geven aan een verkiezing in een vergadering van ambtsdragers boven een schriftelijke stemming. Art. 3 Verkiezing 1 Verkiezingsprocedure a. Als het aantal namen van degenen die zijn aanbevolen door de kerkenraden uit een bepaalde ring niet groter is dan het aantal vacatures voor leden vanuit de betrokken ring, verklaart de classicale vergadering degenen die zijn aanbevolen verkozen. b. Als het aantal namen van degenen die zijn aanbevolen door de kerkenraden uit een bepaalde ring groter is dan het aantal vacatures voor leden vanuit de betrokken ring, stelt de classicale vergadering voor de betrokken ring een of meer dubbeltallen vast. Zij doet daarbij naar vermogen recht aan de binnen de classis voorkomende kerkelijke verscheidenheid, en bevordert voorts naar GR Verkiezing classicale verkiezing Voorstel GCKO - d.d. 31 juli

4 vermogen een evenwichtige samenstelling van de classicale vergadering qua ambten, leeftijd en sekse. c. De kerkenraden binnen de betrokken ring brengen in november schriftelijk hun stem uit. Indien de stemmen staken, beslist het lot. d. Indien de meerderheid van de kerkenraden in een bepaalde ring daarmee desgevraagd instemt, vindt de verkiezing, in afwijking van het onder c. bepaalde, plaats in een vergadering van afgevaardigden van de betrokken kerkenraden. In dat geval wordt een kieslijst gemaakt met de namen van allen die vanuit de betrokken ring zijn aanbevolen. Per vacature brengt elke kerkenraad per stemronde maximaal één stem uit. e. Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt de uitslag van de verkiezing vast, benoemt degenen die verkozen zijn, en doet daarvan mededeling aan de betrokken kerkenraden en aan degenen die verkozen zijn. 2 Lutherse gemeenten Indien tot de classis een of meer evangelisch-lutherse gemeenten behoren, kunnen de betrokken kerkenraden op overeenkomstige wijze gezamenlijk één lid verkiezen. In dat geval nemen deze kerkenraden niet deel aan de verkiezing van leden van de classicale vergadering door de ring(en) waarvan de betrokken gemeenten deel uitmaken. 3 Herverkiezing Indien vanuit een ring geen aanbevelingen zijn binnengekomen, is de classicale vergadering bevoegd een van de volgende maatregelen te nemen: a. de vacature te laten voortbestaan, b. indien mogelijk, het betrokken aftredende lid te verkiezen voor een tweede en laatste termijn van vijf jaar, of c. voor een andere ring alsnog een extra dubbeltal op te stellen. 4 Tussentijdse vacatures Indien tussentijds een vacature in de classicale vergadering ontstaat, is de classicale vergadering bevoegd om a. voor de betrokken ring een tussentijdse verkiezing uit te schrijven, waarbij indien binnen twee jaar een nieuwe verkiezing voor de betrokken ring is voorzien de termijn voor de benoeming dienovereenkomstig kan worden verlengd tot maximaal zeven jaar, of b. de vacature te laten voortbestaan tot aan de eerstvolgende verkiezing in de betrokken ring. Art. 4 Aanvaarding 1 Zij die zijn verkozen geven uiterlijk twee weken nadat zij in kennis zijn gesteld van hun verkiezing schriftelijk bericht aan het breed moderamen van de classicale vergadering of zij deze verkiezing aanvaarden. Art. 5 Bezwaren 1 Bezwaren tegen de gevolgde verkiezingsprocedure kunnen worden ingebracht bij het classicale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen. Tegen de benoeming van een verkozene kan geen bezwaar worden ingebracht. Indien de verkozene nog als ambtsdrager dient te worden bevestigd, geldt het bepaalde in ord Art. 6 Naam 1 Deze generale regeling wordt aangehaald als Generale regeling classicale verkiezing GR Verkiezing classicale verkiezing Voorstel GCKO - d.d. 31 juli

5 3 OVERGANGSBEPALING BIJ DE GENERALE REGELING Om een soepele overgang in de samenstelling van de classicale vergadering mogelijk te maken, is een overgangsbepaling noodzakelijk. Als onderstaande ovb. wordt aanvaard, wordt de samenstelling na 2018 nooit te ingrijpend gewijzigd. Vanaf 2023 zijn dan alle leden gekozen via de bepaling van ord Bij tussentijdse vacatures kan een ring desgewenst in een ander cluster geplaatst worden. Overgangsbepaling bij de generale regeling Bij het opstellen van het rooster zoals bedoeld in art. 1-2 geldt de volgende regel: Voor het jaar 2019, en vervolgens jaarlijks, worden voor ten naaste bij een vijfde van de leden van de classicale vergadering verkiezingen gehouden. Bij tussentijdse vacatures van vóór 2018 verkozen leden van de classicale vergadering, wordt in de regel een nieuwe verkiezing uitgeschreven, en wordt het rooster zo nodig dienovereenkomstig aangepast. In een schema ziet het rooster voor de verkiezing van leden van de classicale vergadering er als volgt uit: Cluster I II II IV V GR Verkiezing classicale verkiezing Voorstel GCKO - d.d. 31 juli