Monitoraat op maat. 4 februari 2010 Voorzitter Raad van Bestuur Linguapolis Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitoraat op maat. 4 februari 2010 Voorzitter Raad van Bestuur Linguapolis Faculteit Letteren en Wijsbegeerte"

Transcriptie

1 Taalstimulering academisch Nederlands voor studenten aan de Universiteit Antwerpen Monitoraat op maat Rapport derde jaar september 2008 augustus 2009 Datum afsluiting rapport Projectpromotor: prof. dr. Pol Cuvelier 4 februari 2010 Voorzitter Raad van Bestuur Linguapolis Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Projectcoördinatie & taalondersteuning: Dirk Berckmoes Hilde Rombouts Katrin Hertogs

2 Taalstimulering academisch Nederlands voor studenten aan de Universiteit Antwerpen Monitoraat op maat Rapport derde jaar september 2008 augustus 2009 Datum afsluiting rapport Projectpromotor: prof. dr. Pol Cuvelier 4 februari 2010 Voorzitter Raad van Bestuur Linguapolis Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Projectcoördinatie & taalondersteuning: Dirk Berckmoes Hilde Rombouts Katrin Hertogs

3 Inhoud Inleiding 1 Verkennend onderzoek naar knelpunten taalvaardigheid in het hoger onderwijs 1.1 Inleiding 1.2 Bevindingen uit de literatuur Ervaringen uit het veld: docenten hoger onderwijs en Monitoraat op maat 1.4 Eindtermen derde graad secundair onderwijs 1.5 Een taalbrug tussen het secundair en het hoger onderwijs 1.6 Besluit 2 Op de brug met het secundair onderwijs: klaar voor de instroom 2.1 Publiciteit 2.2 Taalsessie met screening 2.3 Nieuw in Bevordering van de doorstroom 3.1 Taalondersteuning op maat: uitgangspunten en werkwijze 3.2 Deelnemers Nieuw in Uitwisseling van expertise 4.1 Advies aan instellingen/organisaties 4.2 Aangeboden workshops en presentaties 4.3 Overleg en expertisedeling 4.4 Professionalisering 4.5 Andere 5 Evaluatie 5.1 Waardering van de deelnemers 5.2 Feitelijke vooruitgang van de deelnemers 6 Werkpunten en troeven 6.1 Werkpunten 6.2 Troeven Literatuur Bijlage

4 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 4 Inleiding Taalondersteuning en gelijkekansenbeleid Het Monitoraat op maat is in 2006 als impulsproject ontstaan in de schoot van Linguapolis, in samenwerking met de faculteit Letteren en Wijsbegeerte (LW) en het toenmalige departement Wetenschappelijke en Maatschappelijke Dienstverlening (WMD). Sinds oktober 2007 maakt het als project deel uit van de Cel Gelijke Kansen. Mede door het Monitoraat op maat concretiseert de Universiteit Antwerpen haar gelijkekansenbeleid. De Universiteit moet ( ) inspelen op de troeven en de risico s die eigen zijn aan de diversiteit van de Antwerpse samenleving en zich maximaal inzetten om studenten uit kansarme gezinnen of van allochtone origine of studenten die om een andere reden (bijv. functiebeperking) zwakker staan, de kans te bieden universitaire studies aan te vatten en met succes te doorlopen. (beleidsverklaring rector voorjaar 2009) Om deze doelstelling te realiseren zet de Universiteit Antwerpen middelen uit het Aanmoedigingsfonds (AF) in. Waartoe dienen deze middelen gebruikt te worden? De middelen van het AF moeten gebruikt worden om gelijke kansen en diversiteit in het hoger onderwijs aan te moedigen en in het bijzonder om maatregelen te nemen die de instroom en doorstroom bevorderen van studenten uit bevolkingsgroepen die ondervertegenwoordigd zijn in het hoger onderwijs (werktekst aangepaste lijst prestatie-indicatoren). Het Monitoraat op maat biedt taalondersteuning academisch Nederlands aan studenten die om welke reden dan ook starten met een zwakke basiscompetentie academisch Nederlands of die het academisch Nederlands als struikelblok ervaren bij hun kans op studiesucces. Zodoende is het Monitoraat op maat zowel op het terrein van de instroom als van de doorstroom actief. In dit rapport brengen we van beide werkterreinen verslag uit. Dit rapport blikt terug op de activiteiten van het Monitoraat op maat in het academiejaar In dit derde werkingsjaar deed het monitoraat een verkennend onderzoek naar de knelpunten taalvaardigheid van studenten in het hoger onderwijs. Het rapport opent met een samenvatting van de opzet, inhoud en resultaten van dit onderzoek. Vervolgens komt de taalondersteuning door het Monitoraat op maat aan bod. Deze werking speelt zich af op twee domeinen. Enerzijds slaat het monitoraat de brug met het secundair onderwijs door in samenwerking met de opleidingen taalactiviteiten te verzorgen voor de instromende studenten. Anderzijds biedt het Monitoraat op maat taalondersteuning aan studenten die het academisch Nederlands als een struikelblok ervaren tijdens hun studieloopbaan. Verder heeft het monitoraat zijn expertise uitgedragen onder de vorm van workshops, publicaties en presentaties. Daarnaast bevat dit rapport een evaluatie door de deelnemers en een tentatieve effectmeting van de taalbegeleidingsactiviteiten. Dit rapport sluit af met een korte bespreking van de werkpunten en troeven van het Monitoraat op maat.

5 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 5 1. Verkennend onderzoek naar knelpunten taalvaardigheid in het hoger onderwijs 1.1 Inleiding Om een beeld te krijgen van de talige knelpunten die zich voordoen bij instromende studenten in het hoger onderwijs, voerde het Monitoraat op maat op verzoek van het onderwijsbeleid van de Stad Antwerpen een verkennend onderzoek uit. De bevindingen werden gepresenteerd in een rapport. Hieronder vatten we de opzet, de inhoud en de resultaten van het onderzoek samen. Het onderzoek bestaat uit twee delen. In het eerste deel werden gepubliceerde gegevens verzameld over de Nederlandse taalvaardigheid van bachelorstudenten in het hoger onderwijs van 1999 tot 2009 in Vlaanderen en Nederland. Die gegevens plaatsten we naast de ervaringen uit het veld: in een bevraging van docenten uit het hoger onderwijs peilden we naar de talige competenties die zij van hun studenten verwachten en naar de mate waarin studenten volgens hun perceptie aan die vereisten voldoen. Bij wijze van conclusie toetsten we de antwoorden van de docenten aan de bevindingen vanuit het Monitoraat op maat. Het tweede deel maakt de overbrugging naar het secundair onderwijs. Eerst werd bekeken in welke mate de vastgestelde knelpunten verband houden met de eindtermen voor de derde graad secundair onderwijs in Vlaanderen. Op basis van de voorafgaande bevindingen en vanuit de ervaring met taalondersteuning academisch Nederlands op het Monitoraat op maat formuleerden we tot slot enkele aanbevelingen voor het secundair onderwijs. We willen daarmee een brug helpen slaan tussen beide onderwijsniveaus. 1.2 Bevindingen uit de literatuur Over de Nederlandse taalvaardigheid van studenten in het hoger onderwijs zijn er opvallend weinig onderzoeksgegevens voorhanden. In de media verschijnen er daarentegen regelmatig alarmerende berichten over de zwakke taalvaardigheid van studenten. Aanleiding daartoe is onder andere het slechte resultaat op taaltoetsen die hogescholen en universiteiten afnemen bij het begin van het academiejaar. De vergelijking van deze scores met de bevindingen uit andere testen en onderzoek, maakt duidelijk dat sommige taaltoetsen een vertekend en beperkt beeld weergeven van de taalvaardigheid van beginnende studenten hoger onderwijs.

6 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 6 Om bij het begin van het jaar op een snelle en efficiënte manier taalzwakke studenten te detecteren, bestaan de toetsen doorgaans uit gesloten meerkeuzevragen en juist/foutvragen. Die kunnen immers elektronisch beantwoord en verwerkt worden. Deze vraagvorm heeft als gevolg dat de taalvaardigheid hoofdzakelijk wordt gemeten op woord- en zinsniveau. Talige knelpunten worden dan uitsluitend geconstateerd op deze niveaus: spelling, grammaticale correctheid en correct woordgebruik voor schrijven, en woordbetekenis wat lezen betreft. Uit testen die taalvaardigheid meten met behulp van een receptieve of productieve taaltaak, blijkt dat problemen met taalvaardigheid zich ook (en in grote mate) voordoen op andere niveaus. Om een complexe schrijf- of leestaak met succes uit te voeren, moeten studenten een beroep doen op meer en andere competenties dan bij het invullen van gesloten taalvragen. Bij opdrachten zoals het schrijven van een motivatietekst of een lezersbrief moeten niet alleen de grammatica, spelling en woordenschat goed zitten, maar moeten studenten ook een aangepaste stijl en een gepast register kiezen en oog hebben voor de opbouw en de samenhang van de tekst. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat vooral op deze niveaus studenten veel problemen ondervinden. Zowel bij lezen, schrijven, spreken als luisteren ondervinden studenten problemen op structurerend niveau. Bovendien blijken ze ook binnen het woord- en zinsniveau andere fouten te maken in een open schrijfopdracht waar men zelf zijn woorden kiest, dan in een dictee of een woordenschatoefening. Ten slotte komt bij de uitvoering van complexe taaltaken ook attitude kijken. Zo hangt de mate waarin een student fouten maakt tegen correct taalgebruik en spelling niet alleen af van het beheersen van de spel- en grammaticaregels, maar ook onder meer van de nauwgezetheid waarmee de student te werk gaat en de bereidheid om zijn tekst na te lezen en te corrigeren. Kortom, bij taalvaardigheid draait het om meer dan alleen vormelijke correctheid van woorden en zinnen. Daems & Van der Westen (2008:101) spreken in dit verband van een taalsmalle versus een taalbrede opvatting over taal: In een smalle opvatting van taal en taalvaardigheid is iemand taalvaardig wanneer hij een bepaald niveau van kennis van vaak op zichzelf staande taalelementen bereikt. Die kennis kenmerkt zich door een hoge dosis van vormelijke correctheid structuur van woorden en zinnen, woordvoorraad en taaleigen, technisch correct spreken en spellen ( ) maar is niet echt geïntegreerd. ( ) Een brede opvatting van taal en taalvaardigheid is competentiegericht. Ze omvat eveneens kennis van taalelementen en vormelijke correctheid. Deze zijn ingebed in een ruim repertoire van talige en andere cognitieve middelen en in de strategieën en de attitudes die de taalgebruiker inzet in allerlei functionele taaltaken ( )

7 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 7 Om de taalvaardigheid van afgestudeerden in het secundair onderwijs af te stemmen op de vereisten in het hoger onderwijs, is het van belang een duidelijk beeld te krijgen van de functionele taaltaken die eerstejaarsstudenten moeten uitvoeren en van de problemen die ze daarbij ondervinden. 1.3 Ervaringen uit het veld: docenten hoger onderwijs en Monitoraat op maat Van docenten hoger onderwijs wilden we te weten komen welke talige competenties ze van studenten verwachten en in welke mate de taalvaardigheid van de studenten volgens hun perceptie aan die vereisten voldoet. Gezien de beperkte tijd voor het project hebben we ons beperkt tot 10 docenten hoger onderwijs. De volgende tabel geeft een overzicht van de respondenten: onderwijs en jaar Opleiding code universitair onderwijs eerste bachelor Politieke en Sociale Wetenschappen Rechten Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen Chemie PSW RECH FBD CHEM universitair onderwijs tweede en derde bachelor, schakeljaar en master hogeschoolonderwijs eerste bachelor Rechten Toegepaste Economische Wetenschappen Opleidings- en Onderwijswetenschappen Toegepaste Taalkunde Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Lerarenopleiding: kleuter- en lager onderwijs Lerarenopleiding: kleuter- en lager onderwijs RECH+ TEW+ OOW+ TT HAN LERa LERb De knelpunten die de docenten vaststellen, hebben we vergeleken met de ervaringen vanuit het Monitoraat op maat. Ten eerste gingen we na in hoeverre de noden die de docenten aangeven, terugkomen in de ondersteuning aan studenten op het taalmonitoraat (zie tabel 1). Specifiek wat de schrijfvaardigheid betreft, legden we de vastgestelde knelpunten die docenten signaleren met schrijftaken naast de resultaten van een schriftelijke screening bij 97 eerstejaarsstudenten Communicatiewetenschappen (zie tabel 2). Voor leesvaardigheid en het schrijven van een maken we de vergelijking met de screening van 93 studenten Wetenschappen en Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige wetenschappen. Hieronder presenteren we de antwoorden van de respondenten en de bevindingen vanuit het Monitoraat op maat, onderverdeeld in de vier deelvaardigheden: schriifvaardigheid (opbouw en samenhang van een tekst, stijl en register, correcte taal en spelling), leesvaardigheid, spreekvaardigheid en luistervaardigheid. We besluiten het hoofdstuk met een overzichtsschema van de genoemde knelpunten.

8 Monitoraat op maat Academisch Nederlands Knelpunten schrijfvaardigheid Opbouw en samenhang van een tekst In tweede Ba komen studenten soms zeggen dat ze geen flauw idee hebben hoe ze aan een tekst moeten beginnen. Nochtans komt 95 percent uit het ASO. (docent Rechten) Ik denk dat 50 % van de studenten dat wel kan, een goede tekst schrijven; die bijvoorbeeld weten wat een alinea is. De andere helft heeft in meer of mindere mate problemen. Het zit m heel dikwijls in het opbouwen van een structuur. (docent Politieke en Sociale Wetenschappen) Docenten signaleren vooral problemen op het gebied van de schrijfvaardigheid. Bij schrijfopdrachten komt gebrekkige opbouw en samenhang naar voor als het belangrijkste knelpunt. Docenten hechten veel belang aan de organisatie, opbouw en samenhang van een tekst (papers, examenantwoorden) omdat die voor een deel de kwaliteit van de inhoud bepalen en dus rechtstreeks invloed hebben op het cijfer dat een student behaalt. Docenten wijzen verschillende oorzaken aan voor problemen met structurerend schrijven. Soms blijkt bij studenten een gebrek aan analytisch vermogen. Andere studenten weten niet hoe ze een tekst moeten organiseren of gaan er onterecht van uit dat ze het kunnen. Studenten die vanuit de vooropleiding tekststructuur hebben meegekregen, beginnen met een ruime voorsprong aan de opleiding. De ervaring vanuit het Monitoraat op maat ligt in dezelfde lijn als wat de docenten ondervinden.op de schrijfopdracht voor eerstejaarsstudenten Communicatiewetenschappen (COM) scoren de deelnemers het zwakst op tekststructuur (zie tabel 2). Vooral het schrijven van een relevante inleiding en besluit is problematisch, gevolgd door het ontbreken van een logische samenhang tussen alinea s en zinnen. Van de studenten die ondersteuning vragen bij schriftelijke taken (papers, examenantwoorden) blijken de meesten zoals blijkt uit de analyse van de screeningstekst - problemen te ondervinden met tekstopbouw en samenhang (zie tabel 1). Op het gebied van tekststructuur stelt het Monitoraat op maat geen significant verband vast met de taalachtergrond van de studenten.

9 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 9 Stijl en register Ze schrijven zoals ze spreken maar dan in de negatieve zin: op zich is dat eigenlijk positief, maar ze spreken op een heel anekdotisch niveau. (docent Lerarenopleiding: kleuter- en lager onderwijs) In het begin is het erg gesteld. Vooral precieze formulering en juridische termen moeten exact zijn. Studenten vinden dat een detail. Bijvoorbeeld: Aansprakelijkheid, dat is toch hetzelfde als verantwoordelijkheid?! (docent Rechten) Problemen met stijl verschillen naargelang de opleiding en het jaar. In de professionele bachelors noemen de respondenten het ontbreken van een heldere en vlotte formulering het grootste knelpunt. Dit speelt ook in de academische opleidingen, maar hier hechten docenten vooral belang aan precisie en objectiviteit. Een vlotte en levendige stijl weegt doorgaans niet door op de beoordeling, maar het kan de lezer-beoordelaar positief beïnvloeden. In de hogere studiejaren wordt vlot schrijven wel een aandachtspunt. Helder formuleren is daarentegen essentieel om efficiënt te communiceren of om tot een kwalitatieve inhoud te komen op examens of bij andere schriftelijke taken. In de academische opleidingen zijn docenten zich ervan bewust dat wetenschappelijke stijl nieuw is voor de meeste eerstejaarsstudenten. In de loop van de opleiding moeten studenten zich duidelijk, formeel, precies en objectief taalgebruik eigen kunnen maken. Studenten moeten ook in staat zijn hun woordenschat sterk uit te breiden. Om de vakinhoud precies weer te geven in schrijfopdrachten en examens, moeten ze beschikken over een groot aantal specifieke (vaktaal)woorden. Vooral in het eerste jaar veroorzaakt dit problemen. Dat het hanteren van de juiste stijl voor een groot aantal studenten geen evidentie is, blijkt ook uit de score voor stijl op de schrijfopdracht van studenten Communicatiewetenschappen die bij het begin van het academiejaar werd afgenomen van 97 studenten. Maar liefst 63,9% van de studenten behaalt een onvoldoende voor één of meer van de volgende stijlaspecten: heldere verwoording, objectief en zakelijk woordgebruik en precieze verwoording (zie tabel 1). Ook op het Monitoraat op maat volgde in de periode het grootste deel van de studenten ondersteuning voor stijl (83%), voornamelijk bij het schrijven van een paper (tabel 2).

10 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 10 In s van studenten hechten docenten veel aandacht aan de formele stijl: een informele begroeting of afsluiting komt onbeleefd over en leidt tot irritatie. In mijn les leer ik ze nu hoe ze een moeten versturen. Ik geef dan een paar voorbeelden van s die ik heb binnengekregen, ook van e- mailadressen, zoals (docent Rechten) Problemen met stijl en register ontstaan volgens de docenten vaak doordat studenten niet weten wat er van hen op dit vlak verwacht wordt. Uit een screening van FBD/WET blijkt dat studenten in een lezersbrief gemakkelijk voor een informeel register kiezen in een mail naar een onbekende: iets minder dan de helft van de studenten maakte minstens één fout tegen het gepaste register. Correcte taal: grammatica en woordgebruik Bij ons is bijna geen ASO-student te bekennen ( ). Het probleem is ook dat de allochtonen het zwakst presteren. Ze hebben lidwoordproblemen, maken fouten tegen de werkwoordvervoeging, interpunctie,... En de meesten weten het van zichzelf. Veelal geraken die in paniek en gaan ze plagiaat plegen omdat ze weten dat hun taal te zwak is. (docent Handelswetenschappen) De mate waarin studenten taalfouten maken, hangt gedeeltelijk samen met hun vooropleiding en taalachtergrond. Vooral in opleidingen met veel studenten uit het TSO en BSO en/of met een anderstalige achtergrond, vormt grammaticale incorrectheid een probleem. Studenten die zich onzeker voelen over correcte grammatica en woordgebruik, nemen onder meer tekstgedeelten letterlijk over uit andere bronnen. Docenten uit andere opleidingen constateren relatief weinig problemen met correct taalgebruik, tenzij bij sommige anderstalige studenten. Uit de schrijfopdracht van COM-studenten blijken grammatica en woordgebruik geen noemenswaardige problemen op te leveren. Op 97 deelnemende studenten scoort respectievelijk 89% en 90% hiervoor voldoende (zie tabel 2). Tijdens de taalbegeleiding op het Monitoraat op maat komen grammatica en woordgebruik vooral aan bod bij studenten met een niet-nederlandstalige achtergrond.

11 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 11 Spelling Spelling komt altijd terug: werkwoordfouten, congruentie, d/t-fouten, ei-ij, ouau. De spelling van veel studenten is schabouwelijk. Wij geven zelfs nog remediëring spelling. Ongeveer 50% heeft grote problemen. (docent Lerarenopleiding: kleuter- en lager onderwijs) Spelling wordt ook beoordeeld, maar dat zie ik meer als een zorg, een afwerking. (docent Politieke en Sociale Wetenschappen) D/t-fouten in een werkstuk zijn onacceptabel. Als je in een bedrijf komt en je moet een opdracht maken, of je komt in een selectieronde, dan word je niet geselecteerd. (docent Toegepaste Economische Wetenschappen) Vooral respondenten uit de professionele bachelor signaleren problemen met de algemene spelvaardigheid van studenten. Niettemin hechten alle docenten belang aan correcte spelling, vooral in schriftelijke taken zoals een paper of scriptie. Dit geldt voor vrijwel alle taken (ook examens) wanneer het gaat om fouten tegen de d/t-regel. De meeste docenten noemen deze fout een frequente en storende fout die in vrijwel alle soorten schriftelijke taken voorkomt. Uit de resultaten van de schriftelijke screening van studenten Communicatiewetenschappen blijkt spelling voor 6% van de deelnemende studenten een aandachtspunt. Spelling is daarmee de kleinste foutencategorie bij deze schrijftaak. Een aantal studenten vraagt expliciet om d/t-ondersteuning op het Monitoraat op maat: ze willen de regel opfrissen om gênante fouten te vermijden. Het zijn verder vooral studenten met een niet-nederlandstalige achtergrond die ondersteuning vragen bij spelproblemen (zie tabel 1) Knelpunten leesvaardigheid Dus uiteindelijk is taalvaardigheid voor mij: lezen, teksten begrijpen, zowel het detail, daar het belang van kunnen zien als zelf een synthese kunnen maken. Dat is allemaal heel belangrijk. (docent Chemie) Als studenten een dik boek niet kunnen lezen, dan hebben ze vaak niet het overzicht. Dan kunnen ze de structuur niet zien. Die studenten geraken verloren in een hoop specifieke namen en concrete voorbeelden. (docent Politieke en Sociale Wetenschappen)

12 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 12 Een ander probleem dat we hebben, is dat ze een examenvraag niet goed lezen. Terwijl ik die altijd heel nauwkeurig formuleer: ik wil dit, ik wil dat, som op is iets anders dan leg uit, één voorbeeld is geen drie en het belangrijkste verschil zijn geen drie verschillen. (docent Toegepaste Taalkunde) De meeste docenten geven aan geen duidelijke kijk te hebben op de leesvaardigheid van hun studenten. Tegelijkertijd vinden ze goed en efficiënt lezen een belangrijke vereiste om te kunnen slagen in het hoger onderwijs. Studenten moeten goed kunnen lezen om lessen en practica voor te bereiden, om grote hoeveelheden leerstof te verwerken en te studeren, om informatie te zoeken, selecteren en interpreteren, om instructies te begrijpen bij zelfstandig uit te voeren opdrachten en om examenvragen op te lossen. Van studenten wordt verwacht dat ze verschillende leesstrategieën kunnen toepassen, ook op lange stukken tekst. Afhankelijk van de situatie en de studierichting moeten studenten gericht, scannend, structurerend en gedetailleerd kunnen lezen. Studenten moeten daarnaast beschikken over een ruime woordenschatkennis en over de capaciteit om zich snel de betekenis van een grote hoeveelheid nieuwe (vaktaal)woorden eigen te maken. Problemen met leesvaardigheid houden volgens sommige docenten verband met een slechte leesattitude: studenten zien lezen niet altijd als een manier om snel en vlug veel informatie te vergaren of zijn niet altijd bereid om tekst op een diepgaande wijze te bestuderen. Ook woordenschatarmoede bemoeilijkt het lezen. Gezien het belang van lezen in de opleiding willen de meeste docenten investeren in de verbetering van de leesvaardigheid van studenten of studenten sturen in hun leesattitude. Op het Monitoraat op maat zijn het aanbrengen en toepassen van leesstrategieën een belangrijk aandeel van de taalondersteuning (zie tabel 2). Studenten die problemen ondervinden met lezen, worden gestimuleerd om actief aan de slag te gaan met teksten. Door gebruik te maken van hun voorkennis en de opbouw van een tekst leren ze een betere greep te krijgen op de betekenis van de tekst. Bij ongeveer één op vier studenten die ondersteuning genieten, is lezen een werkpunt, zowel wat betreft het verwerken van grote tekstonderdelen als het nauwkeurig en gedetailleerd lezen van informatie. Uit een screening leesvaardigheid die het Monitoraat op maat in 2008 organiseerde bij de opleidingen Wetenschappen en Farmacie, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen, bleek een kwart van de studenten moeite te hebben met gedetailleerd lezen. In de taalondersteuning geven uitsluitend anderstalige en meertalige studenten aan dat hun beperkte woordenschatkennis hen daarbij parten speelt.

13 Monitoraat op maat Academisch Nederlands Knelpunten spreek- en luistervaardigheid In het algemeen kan ik zeggen dat de spreekvaardigheden beter zijn dan de schrijfvaardigheden. Ze durven het in het algemeen nogal goed zeggen. (docent Handelswetenschappen) Ze moeten ook presentaties geven in de colleges en dan moeten ze standaardtaal hanteren voor een publiek. Hierin vind je een sterke Antwerpse en Kempense inslag. (docent Toegepaste Economische Wetenschappen) Docenten ervaren weinig problemen met mondelinge vaardigheid. Studenten moeten vooral uitleg durven vragen en actief deelnemen aan lessen en opdrachten, anders missen ze kansen op feedback en assistentie van docenten. Bij opdrachten zoals een presentatie of een stageles geven, waarbij mondelinge vaardigheid afzonderlijk wordt beoordeeld, zijn regionaal gekleurde uitspraak en informeel register een knelpunt. Dat zijn ook de belangrijkste knelpunten die worden vastgesteld vanuit de taalbegeleiding. Studenten die ondersteuning vragen voor mondelinge vaardigheid, voelen zich vooral onzeker over het afleggen van mondelinge examens (zie tabel 2). In de begeleiding wordt daartoe in de eerste plaats aandacht besteed aan het formuleren van een logisch opgebouwd en samenhangend antwoord. Vooral anderstalige studenten vragen extra ondersteuning bij uitspraak, in de eerste plaats om de omgang met medestudenten te bevorderen. Wat de luistervaardigheid betreft, ondervinden studenten soms moeilijkheden met het volgen van colleges. Dat blijkt onder andere bij het nemen van notities. Bij het zelfstandig uitvoeren van opdrachten is het belangrijk dat studenten mondelinge instructies goed begrijpen en noteren. Tijdens intakegesprekken op het Monitoraat op maat geven anderstalige studenten aan vooral de eerste weken vaak problemen te hebben met het volgen van hoorcolleges. Op voorhand de studiestof doornemen (voorkennis activeren, de betekenis van kernwoorden opzoeken, de structuur van een hoofdstuk bepalen) zorgt ervoor dat studenten actief bij de les betrokken geraken.

14 Monitoraat op maat Academisch Nederlands Overzichtsschema knelpunten Het onderstaande schema geeft een overzicht van de aandachtspunten voor studenten die door de docenten in de interviews worden genoemd. Aandachtspunten die alleen bij anderstalige studenten worden aangegeven, krijgen een sterretje (*). In de tweede kolom worden de taken vermeld waarbij de knelpunten zich voordoen. Aandachtspunten Taken Schrijfvaardigheid Opbouw en samenhang van een tekst de logische opbouw en organisatie van een tekst (relevante inleiding, midden met hoofdstukken en/of alinea s, relevant besluit) een kerngedachte uitwerken en onderbouwen samenhang in een tekst aanbrengen en expliciteren grote tekstgehelen zoals een paper open examenantwoorden en alinea s s naar docenten Stijl helder formuleren een levendige manier van formuleren onderscheiden van informele spreektaal objectief formuleren precies woordgebruik abstracte taal en vaktaal hanteren, woordenschat uitbreiden s naar docenten stageverslagen schriftelijke examens wetenschappelijke papers eindverhandelingen Register een formeel register hanteren s naar docenten stageverslagen en lessen Correcte taal een tekst zorgvuldig nalezen en fouten corrigeren de lidwoorden*, de verbuiging van adjectieven*, de werkwoordvervoegingen* en de zinsbouw* stagelessen stageverslagen schriftelijke examens wetenschappelijke papers

15 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 15 Spelling een tekst zorgvuldig nalezen en fouten corrigeren werkwoordspelling (d/t) wel of niet aaneenschrijven van woorden en interpunctie basisfouten spelling open en gesloten lettergrepen* eindverhandelingen Leesvaardigheid structurerend lezen: het onderscheiden van hoofd- en bijzaken in een tekst, de samenhang en opbouw terugvinden in een tekst gedetailleerd lezen: oog hebben voor precisie op woord- en zinsniveau examenvragen en instructies zorgvuldig lezen zelfstandig teksten lezen als voorbereiding op andere studietaken nieuwe (vakspecifieke) woordenschat grote tekstgehelen lezen vakspecifieke teksten lezen zelfstandig uit te voeren leesopdrachten (literatuuronderzoek, voorbereidend leeswerk, ) zoeken naar informatie in verschillende bronnen schriftelijke examenopdrachten Spreekvaardigheid uitleg en verheldering vragen aan docenten en medestudenten (assertiviteit) niet-regionaal gekleurde uitspraak een formeel register hanteren zelfstandig uit te voeren opdrachten of groepswerk presentaties stagelessen Luistervaardigheid begrijpen van mondelinge instructies* notitie nemen mondelinge instructies bij zelfstandig uit te voeren opdrachten colleges volgen

16 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 16 Tabel 1: Taalbegeleiding Monitoraat op maat Onderstaand overzicht toont procentueel hoeveel studenten deelnamen aan het persoonlijk taaltraject en voor welke deelaspecten van academisch Nederlands ze begeleid werden ( ). schrijven lezen spreken woordenschat structuur stijl grammatica spelling mond examens uitspraak 127 studenten met uitsluitend Nederlandstalige achtergrond 76% 78% 6 % 16,5 % 23 % 14 % 4 % 5 % 39 studenten met meertalige achtergrond waaronder Nederlands 62% 82% 23,5 % 33 % 36 % 9,5 % 8 % 12 % 83 studenten met niet- Nederlandstalige achtergrond 61% 86% 63,5 % 52 % 78 % 32 % 18 % 67,5 % Tabel 2: Resultaten schrijfopdracht 1 ste Ba Communicatiewetenschappen Tijdens de introductieweek voor de start van het academiejaar werd in samenwerking met het Monitoraat op maat bij 97 studenten Communicatiewetenschappen (COM) een schrijftest afgenomen. Studenten kregen vier bronnen op basis waarvan ze een tekst moesten schrijven. Drie docenten van Communicatiewetenschappen beoordeelden de tekst op inhoud (juistheid en relevantie), tekststructuur (inleiding en slot, alinea, expliciete verbanden), wetenschappelijke stijl (objectief en zakelijk, precies en helder taalgebruik) en correcte taal (woordbetekenis, spelling, grammatica). Voor elk onderdeel kregen de studenten een voldoende (score + ) of een onvoldoende (score - of - - ). Bij een onvoldoende score werd aangeduid welke subonderdelen een aandachtspunt vormden. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de scores. Overzichtstabel Inhoud Tekststructuur Wetenschap. stijl Correcte taal onvoldoende -- 7,2 % 36,1 % 13,4 % 9,3 % onvoldoende - 22,7 % 48,5 % 50,5 % 17,5 % voldoende + 70,1 % 15,5 % 36,1 % 73,2 % Totaal 100,0 % 100,0 % 100,0 100,0 %

17 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 17 Score Inhoud geen aandachtspunt aandachtspunt Totaal correcte inhoud 83,5 % 16,5 % 100,0% relevante inhoud 89,7% 10,3 % 100,0% Score Tekststructuur inleiding en slot alinea expliciete verbanden geen aandachtspunt 33,0 % 77,3 % 52,6 % aandachtspunt 67,0 % 22,7 % 47,4 % Totaal 100,0% 100,0% 100,0% Score Wetenschappelijke stijl objectief en zakelijk precies helder geen aandachtspunt 62,9 % 67,0 % 71,1 % aandachtspunt 37,1 % 33,0 % 28,9 % Totaal 100,0% 100,0% 100,0% Score Correcte taal en spelling woordbetekenis grammatica spelling geen aandachtspunt 89,7 % 88,7 % 93,8 % aandachtspunt 10,0 % 11,3 % 6,2 % Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 1.4 Eindtermen derde graad secundair onderwijs De talige problemen die studenten in het hoger onderwijs volgens de docenten ondervinden, hebben we getoetst aan de eindtermen voor de derde graad secundair onderwijs. De bedoeling was om globaal na te gaan of de eisen die docenten stellen aan de taalvaardigheid van eerstejaarsstudenten aansluiten bij de eindtermen. We hebben daartoe nagekeken in hoeverre de aandachtspunten die we formuleerden in het vorige hoofdstuk aan bod komen in: - de vakgebonden eindtermen voor het vak Nederlands (voor ASO, KSO en TSO) en bij wijze van steekproef de vakken geschiedenis (voor ASO, KSO en TSO) en natuurwetenschappen (ASO); - de vakoverschrijdende eindtermen Leren leren voor het ASO, TSO, KSO en BSO; - de onderzoekscompetentie binnen de specifieke eindtermen voor het ASO.

18 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 18 Onze conclusie is dat de (deel)vaardigheden die de docenten als een struikelblok zien voor studenten, in grote mate aanwezig zijn in de eindtermen voor het vak Nederlands (ASO, KSO en TSO). Anderzijds zijn in de eindtermen voor de niet-taalvakken weinig specifiek omschreven doelen opgenomen op het gebied van taalvaardigheid. Nochtans moeten leerlingen wel in staat zijn om ook binnen deze vakken complexe taaltaken uit te voeren. Daarnaast geven de eindtermen noch voor het vak Nederlands, noch voor de andere vakken een duidelijke richting aan voor de moeilijkheidsgraad van de studiestof en de lengte van het tekstmateriaal. In de vakgebonden eindtermen voor Nederlands wordt ten slotte aandacht besteed aan een gepaste attitude tegenover taalgebruik. Zo moeten leerlingen voor schrijfvaardigheid bereid zijn om taal, indeling, spelling, handschrift en lay-out te verzorgen. Desondanks stellen docenten in het hoger onderwijs hierbij vaak problemen vast wanneer studenten schrijftaken uitvoeren. 1.5 Een taalbrug tussen het secundair en het hoger onderwijs Met dit verkennend onderzoek willen we een brug helpen slaan tussen het secundair en het hoger onderwijs. Bij wijze van conclusie formuleren we daarom enkele algemene aanbevelingen. De kernvraag hierbij luidt: Hoe kan de taalontwikkeling van de leerling bevorderd worden zodat de doorstroom naar het hoger onderwijs vlotter kan verlopen? De aanbevelingen vloeien voort uit de resultaten van het onderzoek, de suggesties van de focusgroep en de praktijkervaring van het Monitoraat op maat. Ze kaderen in het taalbeleid van een school volgens de richtlijnen van deskundigen taalbeleid middelbaar onderwijs (o.a. Daems, 2008 en Hajer en Meestringa, 2009). We onderscheiden drie belangrijke componenten: - de rol van de taalomgeving - vakgericht taalonderwijs - de verantwoordelijkheid van de taalleerder De rol van de taalomgeving Taal ontwikkelt het best in een taalrijke omgeving. Binnen de bredere schoolomgeving maken leerkrachten en administratief personeel, prefecten, directie en pedagogisch begeleiders er deel van uit. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van hun rol in het taalleerproces van de leerlingen als: - klankbord en stimulator: redeneren, discussiëren, doorvragen, betekenisonderhandeling - model: eigen taal in communicatie en schriftelijk werk verzorgen - norm: verzorgd taalgebruik expliciet verwachten

19 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 19 Binnen de klaspraktijk is elke leerkracht een taalleerkracht: de verwerving van en de communicatie over de vakinhoud vereisen immers het juiste taalgebruik. De vakleerkracht fungeert hier als rolmodel, en ook als stimulator en normgever. Diverse actoren binnen de schoolomgeving begeleiden de studiekeuze van de jonge adolescent. Een belangrijk punt bij de oriëntering is precieze en correcte informatie zodat de leerling geen foute verwachtingen koestert. Op het vlak van taal verdient de leesvaardigheid hier zeker de aandacht: leerlingen moeten voorbereid zijn op de lectuur van langere, complexe niet-literaire teksten. Vakgericht taalonderwijs Binnen het vak Nederlands leren leerlingen talige taken uitvoeren die ze ook in andere vakken benutten. Tijdens de les Nederlands kunnen leerlingen leren opzoeken, schematiseren, reflecteren, vergelijken, verbanden leggen etc. met teksten die aansluiten bij andere vakgebieden. Leesvaardigheid kan aangeleerd en getraind worden met wiskundevraagstukken, fysicavragen, instructies uit technologische opvoeding en dergelijke. De ervaring met beginnende studenten wijst uit dat werken met leerinhouden uit andere vakgebieden stimulerend en motiverend werkt. Tegelijkertijd ervaren de leerlingen de functionaliteit van taal: taal als instrument voor kennisverwerving en communicatie. In het hoger onderwijs valt voor de meeste studenten het vak Nederlands als vak weg, terwijl het Nederlands als instrument (vooralsnog) onontbeerlijk is om zich in een vakgebied te bekwamen. Door aangeleerde taalleerstrategieën en tekstvaardigheden toe te passen in andere vakken worden leerlingen zich bewuster van de taal als instrument. Ervaring leert namelijk dat beginnende studenten het Nederlands zien als een vak en de taalbeheersing niet transfereren naar elk vakgebied. De verantwoordelijkheid van de taalleerder Bij de taalbegeleiding op het Monitoraat op maat is de actieve participatie van de student doorslaggevend voor de effectiviteit van de begeleiding. Daarbij speelt de voorbereiding van de sessies door de student een grote rol, wat voor de beginnende student vaak een nieuw gegeven blijkt te zijn. Ook in het secundair onderwijs is het mogelijk extra aandacht te besteden aan de voorbereiding van de lessen of taken. Door schrijf- of presentatieopdrachten, groepswerk, projectwerk of de volgende les voor te bereiden wordt de leerling gestimuleerd om (talige) vaardigheden op te roepen of de vereiste taalschat op te zoeken.

20 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 20 Activeren en verzelfstandigen van de leerling kan ook door checklists te gebruiken. Hierbij onderscheiden we proces- en productgerichte checklists. Leerlingen kunnen bv. een persoonlijke werkpuntenlijst samenstellen op basis van een uitgebreide lijst met tekstcriteria. Ze kunnen feedback op schriftelijke of mondelinge vaardigheden als uitgangspunt nemen voor hun persoonlijke checklist, waarop ze dan hun volgende tekstproducten aftoetsen. En ten slotte gaat verantwoordelijkheid ook gepaard met de gepaste taalattitude. De leerlingen moeten bereid zijn om tot een kwalitatief product te komen. Zo is het zinvol om herschrijfrondes in te lassen. Door te remediëren op basis van de eigen werkpunten verbeteren leerlingen hun taalvaardigheid. Voorziet de school voldoende ondersteuning bij deze remediëring? Is er voldoende tijd en ruimte om naslagwerken of andere hulpmiddelen te raadplegen? 1.6. Besluit Met dit onderzoek hebben we getracht een aanzet te geven tot een diepgaande en genuanceerde benadering van de complexe problematiek van taalvaardigheid bij studenten in het hoger onderwijs. Volgens ons is een duidelijke kijk op de talige verwachtingen enerzijds en op de feitelijke taalvaardigheid van studenten anderzijds immers een essentiële voorwaarde om op een effectieve, functionele en gedifferentieerde manier werk te maken van taalontwikkeling. Het is daarbij voor ons evident dat taalvaardigheid een gedeelde zorg is van zowel het secundair als het hoger onderwijs. Taalontwikkeling is een continu proces dat nooit ophoudt, en zeker niet vóór de poort van het hoger onderwijs. Studenten moeten in het hoger onderwijs de kennis en vaardigheden die ze in het secundair onderwijs hebben aangeleerd niet alleen zelfstandig toepassen in hun nieuwe studiesituatie, hun taalvaardigheid moet zich ook verder ontwikkelen. Daarbij is het van belang dat leerlingen in het secundair de nodige kennis en competenties verwerven om zowel deze transfer van kennis en vaardigheden als hun verdere taalontwikkeling mogelijk te maken. Omgekeerd moet het hoger onderwijs bij de talige eisen die het stelt aan studenten bij aanvang van de studie, rekening houden met de eindtermen van het secundair onderwijs. Bovendien moet er ook in het hoger onderwijs aandacht zijn voor het taalontwikkelingsproces van alle studenten.

21 Monitoraat op maat Academisch Nederlands Op de brug met het secundair onderwijs: klaar voor de instroom De stap van het secundair onderwijs naar het hoger onderwijs is groot: de student komt terecht in een flexibel onderwijssysteem waarbinnen hij voortdurend keuzes moet maken en zijn eigen studietraject moet uittekenen. Hij krijgt bovendien te maken met nog ongekende onderwijsvormen zoals hoorcolleges waarvoor hij luistervaardig moet zijn en notitie moet kunnen nemen. De leerstof die in dikke syllabi of op slides wordt aangeboden is complex en veel. Er wordt dan ook van meet af aan een grote zelfstandigheid en vindingrijkheid van de student verwacht. Ook de taal binnen die academische wereld is voor de student nieuw: enerzijds het vakjargon, anderzijds de onderwijstaal die een beschouwend, logisch en reflecterend denken vertolkt. Verder wordt de student geconfronteerd met grote hoeveelheden tekst en moet hij vooral tekstvaardig zijn; hij moet goed kunnen luisteren, lezen en schrijven. Bij de instroom hebben studenten slechts een vaag beeld van wat ze mogen verwachten. Verwachten wordt dan meestal afwachten. Om de kansen op studiesucces te vergroten is het van belang de student tijdig goed te informeren en te sensibiliseren. Op die manier willen we de schok bij de eerste semesterexamens dempen en de uitval na het eerste jaar indijken. Op het vlak van academisch Nederlands neemt het Monitoraat op maat hiertoe de volgende initiatieven: we informeren studenten via zoveel mogelijk kanalen en we organiseren taalnamiddagen tijdens het overbruggingsonderwijs of de introductieweek van het academiejaar. Beide actiedomeinen worden hieronder verder toegelicht. 2.1 Publiciteit Aangezien het Monitoraat op maat een universiteitsbreed studentgericht initiatief is dat zich buiten de faculteiten bevindt, zetten we diverse kanalen in om de student te informeren. De publiciteitskanalen die hieronder opgesomd worden, zijn ruim en stellen ons in staat om alle studenten te bereiken. Studenten vernemen dat ze taalondersteuning kunnen krijgen via: - de brochure voor de toekomstige student, - de flyer in de inschrijvingsmap voor de beginnende student, - de affiches op de campussen, - de aankondigingen en links op de sites van opleidingen en op de startpagina van de Universiteit Antwerpen - Blackboard - onze website - de folder Onderwijskansen voor elk talent - de folder Trainingen van het Departement studentgerichte diensten/dienst voor studieadvies en studentenbegeleiding

22 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 22 Daarnaast presenteren we het Monitoraat op maat aan groepen: we lichten de academische taalondersteuning toe tijdens een informatieve namiddag van Studentfocus bij het begin van het academiejaar en tijdens een van de eerste colleges van de eerstejaarsstudenten Rechten. Verder hebben we ook de anderstalige studenten aangesproken met behulp van een enquête. Zowel de studenten die we via deze publiciteitskanalen bereiken als de studenten die na de screening in de opleiding extra taalondersteuning vragen, komen eerst op intakegesprek bij het Monitoraat op maat. Wie op dat moment nog niet gescreend is binnen de opleiding, neemt deel aan een individuele screening. Deze werkwijze wordt beschreven in hoofdstuk vier. 2.2 Taalsessie met screening De sensibilisering voor het belang van de taalvaardigheid gebeurt in samenwerking met de opleiding tijdens het overbruggingsonderwijs of tijdens de introductieweek. Het Monitoraat op maat verzorgt dan een taalsessie: studenten maken kennis met de werking van het Monitoraat op maat en ze krijgen een inleiding op een voor hen relevante deelvaardigheid van het academisch Nederlands. Het tweede deel van de middag is bestemd voor een screening van alle studenten. Via deze taalsessies maken de studenten onmiddellijk kennis met het academisch Nederlands en de taalondersteuning die het Monitoraat op maat biedt. In bereikten we langs deze weg de eerstejaarsstudenten van PSW en van FBD en Wetenschappen: 97 studenten Communicatiewetenschappen uit de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen (PSW) en 93 studenten uit de faculteit Farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen (FBD) en Wetenschappen (WET). Deze taalnamiddagen spelen een belangrijke rol bij de overbrugging van de kloof met het secundair onderwijs. Ze zijn een mogelijk alternatief voor de algemene, opleidingsonafhankelijke instaptoetsen die elders als diagnose- en sensibiliseringsinstrument worden gehanteerd. In wat volgt gaan we hier dieper op in. De taalsessies worden ontwikkeld in samenspraak met de opleiding. De opleiding specificeert het aspect van de academische taal dat van belang is voor eerstejaarsstudenten, ze levert opleidingsspecifiek materiaal aan en ze geeft feedback en bijsturing bij de opzet van de screening. Zo stellen de faculteit FBD en WET zich vragen bij de leesvaardigheid van de studenten, terwijl bronnen verwerken tot een coherente tekst een opdracht is voor de beginnende studenten PSW. De screenings worden op maat van de opleiding uitgewerkt zodat de student van meet af aan kennismaakt met die deelvaardigheid van het academisch Nederlands die hij vooral in het eerste jaar moet inzetten. Op het niveau van de taaldocenten hebben de screenings een diagnosticerend doel, op het niveau van het onderwijzend personeel een informatief.

23 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 23 De taalsessie begint met een presentatie van het Monitoraat op maat, gevolgd door een inleidende oefening. Voor de studenten FBD heeft de inleidende oefening als doel de studenten inzicht te geven in parameters voor een goed examenantwoord. De studenten krijgen namelijk nadien de opdracht om examenantwoorden van het vak biologie te matchen met de commentaar van een docent bij deze antwoorden. Aan de hand van deze oefening worden parameters afgeleid voor een goed examenantwoord. Deze slide met parameters kunnen de studenten gedurende de screening raadplegen. De studenten PSW maken tijdens de inleiding kennis met de criteria waaraan een wetenschappelijke tekst moet beantwoorden, ondersteund met authentieke tekstfragmenten. Tijdens de screening hebben de deelnemers de tekstcriteria ter beschikking. Na de presentatie en inleiding werken de studenten aan de screeningsopdracht. Met de screening FBD en WET, die tijdens het overbruggingsonderwijs plaatsvindt en waarvoor de studenten vrijwillig kunnen intekenen, worden de lees- en antwoordvaardigheden van de studenten getest. De deelnemers beantwoorden twee open vragen: een vraag bij een tekst over spinnenzijde (uit EOS) en een vraag bij een tekst over proefdieren (uit Knack). Om de productieve schrijfvaardigheid van de studenten te screenen schrijven ze een formele aansluitend op het artikel uit Knack. Daarin moeten ze hun mening over dierproeven met minstens twee argumenten staven. Van studenten PSW wordt de schrijfvaardigheid gescreend. Hiervoor leverde een assistent een oefening aan waarbij studenten 4 korte teksten als bron moeten gebruiken voor een eigen wetenschappelijke tekst. Er wordt geen maximum aantal woorden opgelegd, maar de verwachte tekstlengte bedraagt ongeveer 1 handgeschreven A4. Alle studenten kunnen op het einde van de screening via een standaardformulier aangeven of ze taalbegeleiding wensen en voor welke deelvaardigheid. Van dit formulier maakte ongeveer 1 op 10 van de studenten gebruik. Zij werden uitgenodigd op een persoonlijk intakegesprek. Feedback en opvolging De correctie van de screenings gebeurt door de taaldocenten van het Monitoraat op maat voor de screening van FBD en WET, en voor de screening PSW in samenwerking met de assistenten die de paperopdracht voor het vak Kwantitatieve onderzoeksmethoden in 1Ba begeleiden. Het correctie-instrument en feedbackformulier voor de screening PSW werd in samenspraak met het Monitoraat op maat ontwikkeld. Alle studenten krijgen via mail een persoonlijk feedbackformulier. Daarop wordt hun prestatie per parameter of tekstcriterium beoordeeld met +, +/- of -. De toelichting bij het feedbackformulier expliciteert dat enkel + een voldoende is. De begeleidende mail bevat meteen een uitnodiging voor taalbegeleiding indien de student die zelf gevraagd heeft, of indien de student onvoldoende scoort op de screening. Van de 93 studenten FBD en WET die deelnamen aan de screening, werden er 25 uitgenodigd voor een feedbackgesprek.

24 Monitoraat op maat Academisch Nederlands 24 Uiteindelijk volgden 10 deelnemers (10,7%) aan de taalnamiddag in de loop van het academiejaar een persoonlijk taaltraject. Van PSW volgden 16 studenten (17,2%) die aan de screening hadden deelgenomen, aanvullende taalbegeleiding bij het Monitoraat op maat. De aanpak van deze taalbegeleiding komt aan bod in deel 4. Resultaten De screeningsresultaten zijn verwerkt in het verkennend onderzoek naar knelpunten taalvaardigheid in het hoger onderwijs (zie 1.3). Hieronder vatten we de belangrijkste bevindingen samen. Screening antwoordvaardigheid en schrijfvaardigheid FBD en WET Opvallende knelpunten bij de open examenvragen zijn: - inhoudelijke fouten in het antwoord door onzorgvuldig lezen van de tekst - onvolledig antwoord door het onzorgvuldig lezen van de vraag - onduidelijk antwoord door zwakke of inconsequente organisatie van de antwoorden - gebrek aan precisie in de antwoorden: een aantal studenten hanteert een vaag taalgebruik (bv: Apen kunnen alles wat de mens kan ) Opvallende knelpunten bij de mail zijn: - inhoudelijk onvolledige tekst doordat studenten a) de instructie niet volgen: ze geven 1 in de plaats van 2 argumenten; b) de argumenten onvoldoende onderbouwen - aanspreking en groet ontbreekt of is informeel - informele of omslachtige formulering - taal- en spelfouten: studenten maken grammaticale, lexicale en orthografische fouten Screening schrijfvaardigheid PSW Opvallende knelpunten bij de paperopdracht zijn: - tekststructuur: studenten hebben vooral problemen met het schrijven van een relevante inleiding en besluit en met het aanbrengen van een logische samenhang tussen alinea s en zinnen; - wetenschappelijke stijl: een groot deel van de studenten kampt met heldere verwoording, objectief en zakelijk woordgebruik en precieze verwoording.

25 Monitoraat op maat Academisch Nederlands Nieuw in In het derde werkjaar stelden we de werking op de buitencampussen als een van de actiepunten voorop. We organiseerden voor de eerste maal een taalnamiddag tijdens het overbruggingsonderwijs voor FBD en WET. Daarnaast evolueerde de samenwerking met de faculteit PSW zo dat de faculteit de zorg voor de taalnamiddag grotendeels mee droeg. Ze namen ook het correctiewerk op zich. Het correctie-instrument werd aangeleverd door het Monitoraat op maat. Verder werden voorbereidingen getroffen om deze werkwijze voor te stellen aan andere faculteiten met het oog op de start van De faculteit Rechten (RECH) stelde belang in het opzet van een taalsessie bij het begin van het academiejaar vanuit de vaststelling dat de instroom zeer divers is en niet altijd taalvast of taalbewust. Bovendien speelt taalvaardigheid ontegensprekelijk een doorslaggevende rol bij het studiesucces van studenten Rechten. Daarom werd geopteerd voor een screening van alle eerstejaarsstudenten. Het Monitoraat op maat werkte in samenspraak met de opleiding een screening uit rond de tekst Het nieuwe jeugdrecht gewikt en gewogen (Bart De Smet, 2008). Docenten chemie en begeleiders van het monitoraat chemie vroegen een digitale test leesvaardigheid voor alle eerstejaars FBD en WET die het vak chemie volgen. Kunnen de resultaten voor chemietesten en examens verbeteren als de studenten leesvaardiger worden? Het Monitoraat op maat ontwikkelde een digitale leesoefening waarbij studenten in drie leesrondes verschillende leesstrategieën op een tekst chemie toepassen: oriënterend lezen, globaal lezen en gedetailleerd lezen. Voor deze oefening werd de tekst Als de hemel op je hoofd dreigt te vallen (Geert Potters, in Mens, 2006) aangeleverd door de docent chemie. Elke leesronde bestaat uit de volgende onderdelen: een toelichting bij de leesstrategie; een toepassing op de tekst d.m.v. een meerkeuzetoets; en feedback met toelichting per vraag over de aangewezen methode om tot het juiste antwoord te komen. Door deze test af te leggen krijgen studenten inzicht in leesstrategieën en leesdoelen en kunnen ze hun eigen vaardigheid daarin preciezer inschatten. Ten slotte hebben we de lay-out van onze flyers en affiches geüpdatet. De nieuwe flyer werd opgenomen bij de informatie voor ingeschreven studenten.

Monitoraat op maat. 4 februari 2010 Voorzitter Raad van Bestuur Linguapolis Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Monitoraat op maat. 4 februari 2010 Voorzitter Raad van Bestuur Linguapolis Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Taalstimulering academisch Nederlands voor studenten aan de Universiteit Antwerpen Monitoraat op maat Rapport derde jaar september 2008 augustus 2009 Datum afsluiting rapport Projectpromotor: Prof. Dr.

Nadere informatie

twee initiatieven Academisch Nederlands

twee initiatieven Academisch Nederlands twee initiatieven Academisch Nederlands Boekpresentatie Breda, 28 maart 2012 Inleiding Twee verhalen Cursusontwikkeling Taalgericht vakonderwijs Academisch Nederlands? Link secundair hoger onderwijs? Draaiboek

Nadere informatie

1. Taalondersteuning op maat van de student én van de opleiding

1. Taalondersteuning op maat van de student én van de opleiding Taalbeleid 1. Taalondersteuning op maat van de student én van de opleiding Gesprek met Hilde Rombouts, projectcoördinator en taalbegeleider van het Monitoraat op Maat - Taalondersteuning academisch Nederlands,

Nadere informatie

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT Het Profiel Academische Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om op academisch niveau het Nederlands te functioneren en is de eerste plaats gericht op formele communicatie. Dit profiel

Nadere informatie

Nota Taalbeleid Universiteit Antwerpen

Nota Taalbeleid Universiteit Antwerpen Nota Taalbeleid Universiteit Antwerpen 1. Inleiding: taalbeleid in functie van studie en werksucces Deze nota Taalbeleid expliciteert de visie op taalbeleid van de UAntwerpen, instellingsbreed maar gedifferentieerd

Nadere informatie

Intern rapport verkennend onderzoek naar knelpunten taalvaardigheid in het hoger onderwijs in opdracht van Baobab vzw Stad Antwerpen

Intern rapport verkennend onderzoek naar knelpunten taalvaardigheid in het hoger onderwijs in opdracht van Baobab vzw Stad Antwerpen Intern rapport verkennend onderzoek naar knelpunten taalvaardigheid in het hoger onderwijs in opdracht van Baobab vzw Stad Antwerpen Monitoraat op maat Taalondersteuning academisch Nederlands voor studenten

Nadere informatie

Taalontwikkelend Lesgeven

Taalontwikkelend Lesgeven Taalontwikkelend Lesgeven Een didactische methode voor álle docenten Conferentie Thema Leren van elkaar 15 maart 2018 Ria Chin-Kon-Sung Matti Gortemaker (Hogeschool Rotterdam) Kennismaken Inclusief onderwijs

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

Profiel Academische Taalvaardigheid

Profiel Academische Taalvaardigheid Profiel Academische Taalvaardigheid Het Profiel Academische Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om op academisch niveau in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht

Nadere informatie

Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen

Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen . Taalbeleid hoger onderwijs Ronde 8 Sibo Kanobana Universiteit Gent Contact: sibo.kanobana@ugent.be Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen 1. Inleiding In deze bijdrage

Nadere informatie

Profiel Professionele Taalvaardigheid

Profiel Professionele Taalvaardigheid Profiel Professionele Taalvaardigheid PPT Het Profiel Professionele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om professioneel in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Monitoraat op maat. 3 februari 2011 Voorzitter Raad van Bestuur Linguapolis Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Monitoraat op maat. 3 februari 2011 Voorzitter Raad van Bestuur Linguapolis Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Taalstimulering academisch Nederlands voor studenten aan de Universiteit Antwerpen Monitoraat op maat Rapport vierde jaar september 2009 augustus 2010 Datum afsluiting rapport Projectpromotor: prof. dr.

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Link met het secundair onderwijs

Link met het secundair onderwijs Link met het secundair onderwijs 1. Instroomprojecten 'Tutoraat' en 'Klimop' De moeizame doorstroom in het secundair onderwijs en de instroom naar het hoger onderwijs van kansarme en allochtone jongeren

Nadere informatie

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden: Werken aan leerlijnen De nieuwe leerplannen zijn nu van kracht in het basisonderwijs, in de eerste en de tweede graad. Dit is een geschikt moment om leerlijnen opnieuw te bekijken of uit te werken. Wat

Nadere informatie

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie

Nadere informatie

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen Titel / thema tekst / toets Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen LUISTERVAARDIGHEID De leerlingen kunnen Lu 1 op beschrijvend niveau van narratieve,

Nadere informatie

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands Les Taalblad, Pendelaars Tekstsoort, publiek, niveau Informatieve en persuasieve tekst Onbekend publiek Structurerend niveau voor leesvaardigheid, beoordelend niveau voor luistervaardigheid Verwijzing

Nadere informatie

Schrijftaal - Studiewijzer 1. Studiewijzer bij de 1e druk

Schrijftaal - Studiewijzer 1. Studiewijzer bij de 1e druk Schrijftaal - Studiewijzer 1 Studiewijzer bij de 1e druk 2 Schrijftaal - Studiewijzer Inhoud 1 Werken met Schrijftaal 3 2 Niveau en opleiding 5 3 Examen Schrijven en Taalvaardigheid 5 Schrijftaal - Studiewijzer

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen

Nadere informatie

Academisch Nederlands (als tweede taal?)

Academisch Nederlands (als tweede taal?) Ronde 6 Jona Hebbrecht, Nathalie Depoorter & Hadewych Delbaere Huis van het Nederlands, Brussel Contact: jona.hebbrecht@huisnederlandsbrussel.be Academisch Nederlands (als tweede taal?) 1. Inleiding Ik

Nadere informatie

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen?

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen? Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen? 1. Hoe is het taalbeleid van de school? Infodossier van de school I 1.3.1 Nascholing/vakgericht I 1.3.2 Nascholing/algemeen pedagogisch

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

Verplicht toetsen en bijspijkeren of eigen verantwoordelijkheid? De basisvaardigheden Nederlands van eerstejaars VU-studenten

Verplicht toetsen en bijspijkeren of eigen verantwoordelijkheid? De basisvaardigheden Nederlands van eerstejaars VU-studenten 7.Taalbeleid hoger onderwijs Ronde 8 Marloes van Beersum & Eline van Straalen Taalcentrum-VU, Vrije Universiteit Amsterdam Contact: mvanbeersum@taalcentrum-vu.nl evanstraalen@taalcentrum-vu.nl Verplicht

Nadere informatie

Inhoud. Met de stroom mee. 1. Wie? 2. Wat? 3. Waarom? 4. Hoe? 5. Resultaten & effecten 6. Enkele aanbevelingen pag. 2

Inhoud. Met de stroom mee. 1. Wie? 2. Wat? 3. Waarom? 4. Hoe? 5. Resultaten & effecten 6. Enkele aanbevelingen pag. 2 26-5-2016 pag. 1 Inhoud Met de stroom mee 1. Wie? 2. Wat? 3. Waarom? 4. Hoe? 5. Resultaten & effecten 6. Enkele aanbevelingen 26-5-2016 pag. 2 1. Wie? Em.Prof. Dr. Machteld De Metsenaere Promotor Mevr.

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Het abc van een leerlijn taalvaardigheid. Prof. Dr. Herbert De Vriese Guido Cajot, Wim De Beuckelaer, Mit Leuridan

Het abc van een leerlijn taalvaardigheid. Prof. Dr. Herbert De Vriese Guido Cajot, Wim De Beuckelaer, Mit Leuridan Het abc van een leerlijn taalvaardigheid Prof. Dr. Herbert De Vriese Guido Cajot, Wim De Beuckelaer, Mit Leuridan 1. Het abc van een leerlijn taalvaardigheid 2. Een praktijkvoorbeeld uit de opleiding wijsbegeerte

Nadere informatie

Detectie en remediëring van taalleerzorgproblemen voor eerstejaarsstudenten aan de K.U. Leuven

Detectie en remediëring van taalleerzorgproblemen voor eerstejaarsstudenten aan de K.U. Leuven Ronde 1 Lieve De Wachter & Linda Cuppens Instituut voor Levende Talen, K.U. Leuven Contact: lieve.dewachter@ilt.kuleuven.be linda.cuppens@ilt.kuleuven.be Detectie en remediëring van taalleerzorgproblemen

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie

Raad Hoger Onderwijs IDR / 12 juni 2012 RHO-RHO-ADV-010. Advies instapprofiel van de student hoger onderwijs

Raad Hoger Onderwijs IDR / 12 juni 2012 RHO-RHO-ADV-010. Advies instapprofiel van de student hoger onderwijs Raad Hoger Onderwijs IDR / 12 juni 2012 RHO-RHO-ADV-010 Advies instapprofiel van de student hoger onderwijs Raad Hoger Onderwijs IDR / 12 juni 2012 RHO-RHO-ADV-010 bijlage 1 Bijlage 1: Algemene instapcompetenties

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel

Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel Doelgroep: Wij denken dat dit een geschikte opdracht is voor de 2 de en 3 de graad aso, voor tso (vooral voor grafische richtingen, vormgeving) en voor kso. De

Nadere informatie

FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV

FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV REGIO LIMBURG Tulpinstraat 75 3500 HASSELT +32 11 26 44 00 http://limburg.katholiekonderwijs.vlaanderen LEERMATERIAAL SO PAV 2017/07 Opmaakdatum: 06.11.2017 Vak: Begeleider: E-mail: PAV Jean-Marie Ramakers

Nadere informatie

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN Vakgebonden eindtermen A Vrij gesubsidieerd onderwijs VVKSO Leerplan 3 e graad secundair onderwijs AV Nederlands ASO/TSO/KSO LICAP- Brussel D/2006/0279/008

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

C2-taken uitvoeren met een B2-niveau: kunst- en vliegwerk?

C2-taken uitvoeren met een B2-niveau: kunst- en vliegwerk? C2-taken uitvoeren met een B2-niveau: kunst- en vliegwerk? Ineke de Bakker Universiteit van Amsterdam Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) E.: r.t.debakker@uva.nl Programma II van

Nadere informatie

MONITORAAT OP MAAT Academisch Nederlands

MONITORAAT OP MAAT Academisch Nederlands www.uantwerpen.be/monitoraatopmaat Taalondersteuning academisch Nederlands Universiteit Antwerpen MONITORAAT OP MAAT Academisch Nederlands Rapport zesde en zevende jaar september 2011 juni 2013 Datum afsluiting

Nadere informatie

Mbo, toets je taal! Taalvaardigheid Nederlands beoordelen in competentiegericht onderwijs

Mbo, toets je taal! Taalvaardigheid Nederlands beoordelen in competentiegericht onderwijs . Competentieleren Hajer, M. & T. Meestringa (2004). Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum: Coutinho. Ministerie van OC&W (2004). Van A tot Z betrokken. Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010 (http://taalinmbo.kennisnet.nl/bronnen/aanvalsplan).

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Academische taalvaardigheid in het hoger onderwijs: een sleutel voor een succesvolle overgang

Academische taalvaardigheid in het hoger onderwijs: een sleutel voor een succesvolle overgang Academische taalvaardigheid in het hoger onderwijs: een sleutel voor een succesvolle overgang Guido Cajot, Jordi Heeren, Joke Vrijders Forum Taalbeleid Hoger Onderwijs VLOR, 24 oktober 2018 Forum taalbeleid

Nadere informatie

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes. Voor alle leraren Nederlands 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden:, procedures/strategieën en attitudes. 1 Luisteren 1e graad 2e graad 3e graad uiteenzetting leerstofonderdeel

Nadere informatie

Inhoud. Luisteren Schrijven Lezen Spreken

Inhoud. Luisteren Schrijven Lezen Spreken In de module taal krijgen de leerlingen een beeld van de taal van het hoger onderwijs, ook wel eens het academisch Nederlands genoemd. Het academisch Nederlands is een taalvariëteit waar je in het hoger

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

Beoordelingsfiche bij een open opdracht: een eenvoudig model

Beoordelingsfiche bij een open opdracht: een eenvoudig model Beoordelingsfiche bij een open opdracht: een eenvoudig model 1 Het begrijpen van het probleem: 2 Oplossingsplan: 3 Formulering antwoord: 0: Het probleem werd volledig verkeerd begrepen. 1: Een deel van

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Diana van Dijk Bas Groot NHTV, internationale hogeschool voor Toerisme en Verkeer, Academie Stedebouw, Logistiek en Mobiliteit, Breda.

Diana van Dijk Bas Groot NHTV, internationale hogeschool voor Toerisme en Verkeer, Academie Stedebouw, Logistiek en Mobiliteit, Breda. 2de GoLeWe-projectconferentie Maastricht, 11 mei 2010 Diana van Dijk Bas Groot NHTV, internationale hogeschool voor Toerisme en Verkeer, Academie Stedebouw, Logistiek en Mobiliteit, Breda 11 mei 2010 Tussentijdse

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen. Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie

Faculteit der Geesteswetenschappen. Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie Faculteit der Geesteswetenschappen Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie Vastgesteld door de Examencommissie CoH op 21 februari 2019 Preambule

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO. 1 De resultaten

PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO. 1 De resultaten PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO 1 De resultaten Op 9 mei 2012 werden door de overheid de resultaten meegedeeld van de peilproeven over (een deel van) de eindtermen wiskunde van de tweede graad aso

Nadere informatie

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Integratie van AN in secundair onderwijs Tom Verheyen Filip Paelman Overzicht Omzendbrief Tasan Vervolgonderzoek Referentiekader Een

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Respecteer de stille periode van kinderen. Geef kinderen die het nodig hebben, meer tijd om een luisteropdracht

Nadere informatie

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven kijkwijzer hoger onderwijs taalontwikkelend lesgeven de docent 1. Is het taalaanbod van de docent rijk, verzorgd en afgestemd op de studenten? Zijn de formuleringen op het niveau van studenten? Drukt de

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

3. De CNaVT-profielen

3. De CNaVT-profielen 3. De CNaVT-profielen 3.1. Welke profielen zijn er? In een eerste fase werd bij studenten Nederlands als Vreemde Taal en hun docenten via een schriftelijke vragenlijst gepeild naar de behoeften en motieven

Nadere informatie

Individueel begeleiden van NT2-studenten Presentatie Nederlands Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs 24 april Om te beginnen..

Individueel begeleiden van NT2-studenten Presentatie Nederlands Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs 24 april Om te beginnen.. Individueel begeleiden van NT2-studenten Presentatie Nederlands Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs 24 april 2015 Om te beginnen.. De doelen van ons Platform a. Ontwikkelen van een gemeen- schappelijke

Nadere informatie

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits Schrijven en leren op de pabo en de basisschool Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits Onderwerpen Schrijven op de lerarenopleiding en de basisschool De kracht van schrijven voor het leren en

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker! Jongeren en chattaal geen probleem, standaardtaal is ook een must in ons systeem! September Aandacht voor Standaardnederlands Taal verbindt en maakt van een groep mensen een samenleving. Een rijke taal

Nadere informatie

Taaldoelen in alle vakken: van taalontwikkelend vakonderwijs naar competentiegericht onderwijs

Taaldoelen in alle vakken: van taalontwikkelend vakonderwijs naar competentiegericht onderwijs Ronde 7 Jan Lecocq & Nadja Gilissen GO!Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Contact: Jan.lecocq@g-o.be Nadja.gilissen@g-o.be Taaldoelen in alle vakken: van taalontwikkelend vakonderwijs naar competentiegericht

Nadere informatie

Een begeleidingsinitiatief Academisch Nederlands voor eerstejaarsstudenten aan de K.U. Leuven

Een begeleidingsinitiatief Academisch Nederlands voor eerstejaarsstudenten aan de K.U. Leuven 4. Hoger onderwijs Ronde 3 Lieve De Wachter Instituut voor Levende Talen, Leuven Contact: lieve.dewachter@ilt.kuleuven.be Een begeleidingsinitiatief Academisch Nederlands voor eerstejaarsstudenten aan

Nadere informatie

Op weg naar integraal taalbeleid in hogeschool en universiteit

Op weg naar integraal taalbeleid in hogeschool en universiteit Op weg naar integraal taalbeleid in hogeschool en universiteit Frans Daems Departement Taalkunde & Instituut Onderwijs- en Informatiewetenschappen (IOIW) overzicht 1. wat is taalbeleid? 2. de dubbele rol

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

Didactische verantwoording. Allemaal taal. Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal

Didactische verantwoording. Allemaal taal. Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal Didactische verantwoording Allemaal taal Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal Jenny van der Ende Taalondersteuning bij kinderen Naast behoefte aan

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

TOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005

TOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005 TOETSTIP 9 SEPTEMBER 25 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 9: HOE KAN IK DE COMPLEXITEIT VAN EEN (TOETS)TAAK NAGAAN? Bij

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 6. Inleiding 7

Inhoud. Voorwoord 6. Inleiding 7 Inhoud Voorwoord 6 Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Adequaatheid / begrijpelijkheid 10 1.1 OKE 11 1.2 Het schrijven van een zin of enkele zinnen 11 1.3 Het schrijven van een korte tekst 22 1.4 Het schrijven van

Nadere informatie

2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN: LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL ALGEMEEN: p.8 2.3 Literatuur In onze leerplannen is literatuur telkens als een aparte component beschouwd, meer dan een vorm van leesvaardigheid. Na de aanloop

Nadere informatie

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Toegepaste Taalkunde Academisch Nederlands

Toegepaste Taalkunde Academisch Nederlands Academisch Nederlands Toegepaste Taalkunde (TTK) Dr. Uus (Eugenia) Knops Probleem Toenemende kloof mbt taalvaardigheid (vooral schrijfvaardigheid) Nederlands tussen instroom - uitstroom / markteisen Gebrek

Nadere informatie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie Zin in taal/ Zin in spelling tweede editiee Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

[DIA MET TITEL+COVER HIER] [DIA MET TITEL+COVER HIER] Bijeenkomst 1 Beter schrijven in alle vakken Programma Aanleiding Schrijven in fasen Oriëntatiefase Opdrachtfase Schrijffase Revisiefase en publicatiefase (bijeenkomst 2) Voorwerk

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16 Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Niveaubeschrijving Talige Startcompetenties Hoger Onderwijs Spreken op C1

Niveaubeschrijving Talige Startcompetenties Hoger Onderwijs Spreken op C1 Tekststructuur Vocabulaire Onderwerp Algemene beschrijving Niveaubeschrijving Talige Startcompetenties Hoger Onderwijs Spreken op C1 C1 Kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen en presentaties geven

Nadere informatie

Aansluitingsonderwijs Radboud Universiteit

Aansluitingsonderwijs Radboud Universiteit Aansluitingsonderwijs Radboud Universiteit Dr. Clarie Ramakers Coördinator aansluitingsonderwijs Universiteitsbrede visie aansluiting po-vo-wo Stimuleringsmiddelen OCW Regionale ambitieplannen Academische-

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Geef de leerlingen de kans om spontaan te vertellen over iets dat ze leuk vinden en laat andere kinderen

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:

2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum: 2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) Die Arbeit mit dem Sprachtagebuch dient in den Seminaren Literatur- und Sprachwissenschaft zur Vertiefung und Erweiterung der erworbenen

Nadere informatie

Sterk in taal, sterk in studie

Sterk in taal, sterk in studie Sterk in taal, sterk in studie Drie vormen van feedback Wilma van der Westen Voorzitter Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs Regioconferenties SLO / 19, 21 en 29 november 2011 Even voorstellen:

Nadere informatie

Werken aan geletterdheid in het secundair onderwijs: een uitdaging voor iedereen!

Werken aan geletterdheid in het secundair onderwijs: een uitdaging voor iedereen! Werken aan geletterdheid in het secundair onderwijs: een uitdaging voor iedereen! Eindtermen leesvaardigheid Leerlingen kunnen diverse tekstsoorten begrijpend lezen/ functioneel schrijven, en daarbij de

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

Ear openers voor docenten en studenten

Ear openers voor docenten en studenten Ear openers voor docenten en studenten Symposium ENW AUGent - 11 mei 2015 Pieterjan Bonne & Joke Vrijders - Dienst studieadvies Inhoud Actua Onderzoek Klaag- en jubelmuur Resultaten Praktische tips ACTUA

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie