Memo. De leden van de Gemeenteraad Van. J.W. van Dongen Datum 9 december 2014 Afschriften aan Bijlage. Overzicht wijzigingen tarieventabel Betreft

Transcriptie

1 Memo Aan De leden van de Gemeenteraad Van J.W. van Dongen Datum 9 december 2014 Afschriften aan Bijlage Overzicht wijzigingen tarieventabel Betreft Memo n.a.v. vragen Geachte Raadsleden, Zowel voorafgaand aan als tijdens de vergadering van de Commissie Bestuur & Middelen van 4 december 2014 is een aantal (technische) vragen gesteld over de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2015 (hierna: Beheersverordening 2015) en de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten In deze memo treft u deze vragen cursief weergegeven aan. Onze antwoorden op de vragen zijn onder de betreffende vraag weergegeven. Daarnaast is door de Commissie Bestuur en Middelen een advies gegeven over artikel 4 lid 3 sub b van de Beheersverordening Een reactie op dit advies treft u tevens aan in deze memo. Vragen De heer Karssen, ChristenUnie, en mevrouw Okhuijsen, GroenLinks/PvdA: Is er wel sprake van maximaal haalbare participatie, nu de bestaande rechthebbenden niet zijn betrokken in het participatietraject? Met uw raad zijn wij van mening dat maximaal haalbare participatie altijd nagestreefd moet worden. Dit is ook het uitgangspunt van de Participatienota. In verband met de voorgenomen wijzigingen in de Beheersverordening 2015 is dan ook contact geweest met uitvaartondernemers en met steenhouwers die veel binnen onze gemeente werken. Er is inderdaad geen participatief traject met bestaande rechthebbenden doorlopen. De reden hiervan is dat de Beheersverordening 2015 niet van toepassing is op deze bestaande situaties. Alleen voor nieuw te vestigen grafrechten of nadat bestaande grafrechten zijn verlopen en worden verlengd, geldt de nieuwe Beheersverordening De regels die in de Beheersverordening 2015 zijn opgenomen, gelden dan ook niet automatisch voor de bestaande rechthebbenden. Dat is de reden dat wij geen participatief traject hebben doorlopen met de bestaande rechthebbenden. Iemand die bijvoorbeeld rechthebbende is van een bestaand grafrecht, hoeft na in werking treding van de Beheersverordening 2015 niet opeens zelf het graf te gaan onderhouden. Met hem zijn we immers overeengekomen dat de gemeente het grafonderhoud verzorgt. Loopt het betreffende grafrecht af, en

2 wil de rechthebbende het grafrecht verlengen, dan geldt voor dat nieuwe grafrecht echter wel de Beheersverordening Het nieuwe grafrecht wordt immers aangegaan onder deze nieuwe verordening. Voor het nieuwe grafrecht geldt dan dus wel dat de rechthebbende zelf verantwoordelijk is voor het grafonderhoud. Wil of kan hij hiervoor niet zorgen, dan kan hij bijvoorbeeld een groenbedrijf inschakelen om dit voor hem te doen. Gezien het voorgaande zijn wij van mening dat bij de totstandkoming van de Beheersverordening 2015 sprake is van maximaal haalbare participatie. Mevrouw Okhuijsen, GroenLinks/PvdA: Komen alleen rechthebbenden met een jaarcontract in 2015 en latere jaren in aanmerking voor de 15,00 korting per jaar als ze zelf het grafonderhoud uitvoeren, en mensen met een meerjarig contract niet? Op grond van de huidige regels is een rechthebbende verplicht om het onderhoud van het particuliere graf door de gemeente te laten verrichten en dient de rechthebbende hiervoor te betalen. De termijn van dit onderhoud is altijd gelijk aan de termijn waarvoor het grafrecht is verleend, c.q. verlengd. Dat is in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2011 (hierna: Beheersverordening 2011) bepaald. Bij een grafrecht dat in 2011 voor de duur van 20 jaar is gevestigd, behoort dan ook een onderhoudscontract van 20 jaar. Sinds 2011 dient een rechthebbende het bedrag voor het onderhoud bij uitgifte van een nieuw grafrecht voor de duur van 20 jaar in één keer af te kopen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in de tarieventabel opgenomen kortingstabel. Tot 2011 kon een rechthebbende bij uitgifte van een nieuw grafrecht kiezen: Ofwel de rechthebbende betaalde in één keer het totaalbedrag (gebruikmakend van de kortingstabel), ofwel de rechthebbende maakte de keuze om jaarlijks een nota te ontvangen. Bij verlenging van een bestaand grafrecht geldt deze keuzevrijheid nog steeds. Na 2011 zijn er aldus nog wel grafrechten verlengd, waarbij het onderhoud niet is afgekocht. Een voordeel van in één keer het bedrag betalen is dat de rechthebbende er in één keer vanaf is en de jaarlijkse tariefsverhogingen voor hem niet gelden. Bovendien kan deze rechthebbende dus gebruik maken van de kortingstabel. Een voordeel van jaarlijks betalen is dat de rechthebbende niet in één keer het gehele bedrag hoeft te betalen. Nadeel hiervan is echter dat tariefsverhogingen voor deze rechthebbende wel van toepassing zijn. Hij ontvangt immers jaarlijks een nota op grond van de dan geldende Verordening op de Lijkbezorgingsrechten met de daarin vastgestelde tarieven. Een ander nadeel is dat de kortingstabel voor deze rechthebbende niet geldt. Het klopt dat alleen de rechthebbenden die jaarlijks een nota ontvangen, in de gelegenheid worden gesteld om ofwel het contract uit te dienen (gemeente verricht het onderhoud aan het particuliere graf en de rechthebbende betaalt hiervoor jaarlijks 133,00, peil 2015, tot het einde van de graftermijn) ofwel om het contract open te breken en met ingang van 1 januari 2015 zelf het onderhoud aan het graf te gaan verzorgen en het lagere tarief voor algemeen onderhoud ( 118,00 per jaar, peil 2015) opgelegd te krijgen. Er wordt dus geen geld teruggegeven aan rechthebbenden die de onderhoudskosten in één keer hebben afgekocht en nu zelf het onderhoud van het graf willen gaan verrichten. De reden hiervoor is dat deze rechthebbenden sowieso al van het voordeel van de kortingstabel gebruik hebben gemaakt en daarnaast hebben zij het voordeel dat de jaarlijkse tariefsverhogingen niet van toepassing zijn op hun situatie.

3 De heer Veldhuizen, BVH: Hoe zit het met mogelijk schade aan urnen door vandalisme? Vanzelfsprekend betreuren wij het zeer indien urnen door vandalisme beschadigd raken of zelfs geheel verdwijnen. De rechthebbende op een urnennis heeft daarom de mogelijkheid om de urnennis af te dekken met een afdichtvoorziening. De regels voor het aanbrengen van een afdichtvoorziening zijn opgenomen in nadere regels. In het verleden zijn voor de vijf algemene gemeentelijke begraafplaatsen nadere regels vastgesteld door ons college. Elke begraafplaats met een urnenvoorziening heeft dan ook op dit moment nog eigen regels die voor die begraafplaats gelden. Zo is voor de ene begraafplaats een afdichtvoorziening verplicht voorgeschreven (dit geldt voor de begraafplaats in Leersum en in Doorn) en is dit voor andere begraafplaatsen (in Maarn en Amerongen) niet het geval. Ook het voorgeschreven materiaal van de afdichtvoorziening verschilt per begraafplaats. Wij hebben, naast de Beheersverordening 2011, ook deze nadere regels doorgenomen in verband met actualisering en deregulering en tot één nadere regel samengevoegd die voor alle vijf de algemene gemeentelijke begraafplaatsen geldt. Op 11 november 2014 hebben wij deze nadere regels (hierna: nadere regels 2015) vastgesteld De nadere regels 2015 zullen op 1 januari 2015 in werking treden. In de nadere regels 2015 is een afdichtvoorziening niet verplicht voorgeschreven. Een rechthebbende kan er dan ook zelf voor kiezen om een urnennis wel of niet af te dekken. Ook is niet specifiek voorgeschreven van welk materiaal een afdichtvoorziening dient te worden gemaakt. Wel is opgenomen dat voor een afdichtvoorziening duurzame materialen dienen te worden gebruikt zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort. Hiermee wordt aangesloten bij de toegestane materialen voor gedenktekens op graven. Aangezien een afdichtvoorziening niet verplicht is voorgeschreven is het echter wel wenselijk om in de Beheersverordening 2015 iets op te nemen over urnennissen en wie waarvoor verantwoordelijk is. In de op dit moment geldende Beheersverordening 2011 is hier niets over bepaald. In de Beheersverordening 2015 wordt voorgesteld om op te nemen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor schade, diefstal of vandalisme, toegebracht aan de afdichtvoorziening of in de urnennis bevindende asbussen, urnen of andere voorwerpen, tenzij aan de zijde van de gemeente schuld aanwezig is. Daarnaast wordt voorgesteld om op te nemen dat de rechthebbende verplicht is de afdichtvoorziening behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Als een rechthebbende er dus voor kiest om een urnennis af te dekken, dient deze afdichtvoorziening ook deugdelijk te zijn. Daarnaast dienen voor de afdichtvoorziening duurzame materialen te worden gebruikt, zoals voorgeschreven in de nadere regels De heer Jorg, VVD: 1. Is het mogelijk een lijstje te maken van de verschillende producten met het tarief van 2014 en de voorstellen voor 2015 volgens onderstaande opzet? Product Tarief 2014 Voorgestelde tarief 2015 Eventuele opmerking Nieuw graf/onderhoud- 20 jaar Nieuw graf/onderhoud 10 jaar n.v.t. 20jr wordt afgeschaft n.v.t Kortingstabel wordt afgeschaft Als bijlage bij deze memo is het gevraagde overzicht van wijzigingen/verschillen toegevoegd.

4 2. Is er bij het bepalen van de extra opbrengsten a.g.v. het vervallen van de kortingsfactor (ad ) rekening gehouden met een volume effect a.g.v. de tariefstijging? Bij het bepalen van de opbrengst is uitgegaan van een uitgifte van 90 nieuwe grafrechten. Dit is een gemiddelde van het aantal uitgiftes van de voorgaande jaren. Jaarlijks worden er echter ook grafrechten verlengd. Deze zijn bij de berekening buiten beschouwing gelaten. De opbrengst van de verlengingen zal hierdoor een eventueel tegenvallend uitgifte aantal compenseren. Hier is dus rekening mee gehouden en de opbrengst van ,00 wordt dus niet enkel behaald indien er 90 of meer nieuwe graven worden uitgegeven. 3. Hoe verhoud het tarief voor een nieuw graf zich met de tarieven van omliggende gemeenten? Het tarief voor de uitgifte van een particulier graf voor maximaal 2 lijken voor de duur van 20 jaar bedraagt binnen onze gemeente vanaf 1 januari ,00. Het is lastig om een objectieve vergelijking te maken met de tarieven voor omliggende gemeenten aangezien sommige gemeentes met een all-in tarief werken (één tarief voor uitgifte grafrecht en onderhoud) en verschillende afmetingen van graven / uitgiftetermijnen van de graven worden gehanteerd. Zo hanteert de gemeente Zeist bijvoorbeeld diverse tarieven voor verschillende maatvoeringen van graven. Voor de maatvoering die het dichts bij onze maatvoering ligt, hanteert de gemeente Zeist 1.093,00 voor een termijn van 10 jaar en 547,00 per 5 jaar dat het grafrecht langer wordt uitgegeven. Voor een grafrecht met een looptijd van 20 jaar hanteert de gemeente Zeist aldus De diepte van het graf (hoeveel lijken hierin maximaal kunnen worden begraven) is hierbij niet weergegeven. De gemeente Rhenen hanteert voor een particulier graf voor maximaal 2 lijken voor de duur van 20 jaar per 1 januari 2015 een bedrag van 1.465,00. Momenteel bedraagt dat nog 1.440,00. De gemeente Veenendaal geeft alleen graven voor een termijn van 30 jaar uit. Voor een grafrecht met een looptijd van 30 jaar voor een graf waarin maximaal 2 lijken kunnen worden begraven, hanteert de gemeente Veenendaal op dit moment een tarief van 1.546,00. Dit is echter inclusief het onderhoud van de grond, maar exclusief het onderhoud van de grafsteen. In 2015 wordt dit tarief 2.863,37. De gemeente Veenendaal gaat dit bedrag aldus met ruim 85% verhogen. Hoewel het lastig is een objectieve vergelijking te maken, kan wel geconcludeerd worden dat de tarieven voor de uitgifte van een particulier graf bij de gemeenten in de regio op een vergelijkbaar niveau liggen. De tarieven voor het onderhoud, het begraven en dergelijke, lopen in de regio erg uiteen. Voor deze producten zijn de tarieven van de gemeente Utrechtse Heuvelrug relatief hoog. Dit is echter inherent aan het feit dat onze gemeente 9 begraafplaatsen heeft, terwijl de meeste regiogemeenten 1 tot maximaal 4 begraafplaatsen hebben. Advies commissie Bestuur & Middelen Tijdens de vergadering van de Commissie Bestuur & Middelen is door de commissie geadviseerd aan het college om onder artikel 4 lid 3 sub b van de Beheersverordening 2015 de tekst dieren bij zich te hebben, met uitzondering van een hond ter begeleiding van een blinde; te vervangen door dieren bij zich te hebben, met uitzondering van een hond ter begeleiding in verband met een functiebeperking; Wij begrijpen de aanleiding en het gewenste resultaat van het advies van de Commissie en willen u inderdaad voorstellen om het betreffende artikel te wijzigen. Hierbij stellen wij u echter voor om aan te sluiten bij de terminologie die we ook in andere verordeningen (bijvoorbeeld in de Algemene Plaatselijke Verordening) hanteren, te weten (in opleiding zijnde) geleidehonden en sociale hulphonden

5 Het betreffende artikel 4 lid 3 aanhef en onder sub komt dan ook als volgt te luiden: Het is verboden op de begraafplaats dieren bij zich te hebben, met uitzondering van (in opleiding zijnde) geleidehonden of sociale hulphonden.