ECLI:NL:PHR:2006:AX9699 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:PHR:2006:AX9699 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie"

Transcriptie

1 ECLI:NL:PHR:2006:AX9699 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C05/088HR Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2006:AX9699 Civiel recht Arbeidsrecht; vervolg op HR 14 oktober 2005, NJ 2006, 118; veroordeling in hoger beroep tot betaling van achterstallig loon c.a. na ongeldig ontslag op staande voet; uitoefening van aandelenoptie door de werknemer staande ontbindingsprocedure, uitleg beding, onbegrijpelijke uitleg door appelrechter van stelling van werknemer. Vindplaatsen Rechtspraak.nl JAR 2006/261 JOL 2006, 535 RvdW 2006, 884 JAR 2006, 261 Conclusie nr. C05/088HR Mr. L. Timmerman zitting 12 mei 2006 Conclusie inzake [Eiser] tegen Synthon B.V. (hierna: Synthon) 1. Feiten en procesverloop 1.1 Voor zover in cassatie van belang moet worden uitgegaan van de volgende feiten.(1) Op 1 januari 1999 is eiser tot cassatie, [eiser], bij verweerster in cassatie, Synthon, in dienst getreden als Vice President Pharmaceutical Technology en verdiende daarmee f ,33 bruto per maand,

2 alsmede een bedrag van US$ per maand. Voorafgaand aan zijn indiensttreding heeft [eiser] ten behoeve van Synthon onderzoeken verricht op de Long Island University en de Polytechnic University, beide gevestigd te New York, op grond van op 7 juli 1997 en 4 oktober 1998 tussen Synthon enerzijds en [eiser] en de universiteiten anderzijds gesloten overeenkomsten waarin uitdrukkelijk is overeengekomen dat die onderzoeken exclusief voor Synthon worden verricht en Synthon eigenaar is van de resultaten.(2) Bij verzoekschrift van 5 juli 1999 heeft Synthon aan de kantonrechter te Nijmegen verzocht de arbeidsovereenkomst met [eiser] te ontbinden. Bij brief van 22 juli 1999 heeft (de raadsman van) [eiser] op grond van art. 10 van de arbeidsovereenkomst aanspraak gemaakt op 1% van het geplaatste aandelenkapitaal van Quint Essence B.V. (de moedervennootschap van Synthon). Art. 10 van de Nederlandse vertaling van de arbeidsovereenkomst bepaalt:(3) "10. Aandelen in Quint Essence B.V. Na ondertekening van de onderhavige Overeenkomst en op of na 1 januari 1999 zal de Werknemer het recht hebben 1% van het geplaatste aandelenkapitaal van Quint Essence B.V. te kopen. De aandelen zullen aan de Werknemer worden overgedragen binnen 30 dagen na de datum van de storting van de nominale waarde van de aandelen, d.w.z. NLG 2.500,= De door de Werknemer gehouden Aandelen in Quint Essence B.V. zullen in de volgende gevallen weer aan Quint Essence B.V. moeten worden overgedragen: (i) Indien de Overeenkomst met de Werknemer rechtsgeldig wordt beëindigd vóór 1 januari 2001 wegens één van de in artikel 8 vermelde redenen, met uitzondering van de in lid 8c vermelde reden. In voorkomend geval zal de Werknemer verplicht zijn de aandelen weer aan Quint Essence B.V. over te dragen in overeenstemming met de Statuten van Quint Essence B.V. tegen de nominale waarde, d.w.z. NLG 2.500,=. (ii) In alle andere gevallen van beëindiging van de onderhavige Overeenkomst, zal de Werknemer verplicht zijn de aandelen weer aan de Vennootschap over te dragen in overeenstemming met de Statuten van Quint Essence B.V., en wel tegen het bedrag van de werkelijke waarde zoals berekend op de wijze als in de Statuten van Quint Essence B.V. is bepaald. Voorts bepaalt art. 8 van de arbeidsovereenkomst (voor zover in cassatie van belang): "8. Beëindiging De onderhavige Overeenkomst zal geacht worden te zijn beëindigd en het dienstbetrekking tussen de Werknemer en de Vennootschap zal geacht worden te zijn verbroken, indien zich een van de volgende gebeurtenissen voordoet: (...) (b) Het dienstverband van de Werknemer mag met onmiddellijke ingang door de Vennootschap worden beëindigd indien er Reden bestaat. De Vennootschap zal "Reden" hebben om het dienstverband met de Werknemer te beëindigen, indien zich één van de volgende gevallen voordoet: (i) Ingeval van vaststelling dat de Werknemer wezenlijk in verzuim is ten aanzien van een van zijn taken of nalatig is in de nakoming van een van de bepalingen van de onderhavige Overeenkomst. (...)"

3 In de genoemde brief van 22 juli 1999 heeft (de raadsman van) [eiser] Synthon voorts verzocht de statuten toe te zenden en op te geven op welk rekeningnummer de betaling van f ,- kan plaatsvinden. Synthon heeft daarop niet gereageerd. [Eiser] heeft een bedrag van f ,- gestort op de rekening van Synthon. Dat bedrag heeft Synthon teruggestort onder vermelding van "terugstorting foutieve betaling". Op 5 augustus 1999 heeft de raadsman van [eiser] brieven gestuurd aan Synthon en aan Quint Essence B.V. met het verzoek de aandelen te leveren. Op 16 september 1999 heeft de mondelinge behandeling van het ontbindingsverzoek van Synthon plaatsgevonden. Bij brief van 21 september 1999 heeft Synthon [eiser] op staande voet ontslagen wegens schending van zijn geheimhoudingsverplichting ex art. 4 van de arbeidsovereenkomst, doordat [eiser] een manuscript ter publicatie zou hebben aangeboden met resultaten van onderzoeken die exclusief voor Synthon werden verricht en waarvan Synthon eigenaar was (4). [Eiser] heeft bij brief van 8 oktober 1999 de nietigheid van dit ontslag ingeroepen. Bij beschikking van 26 november 1999 is door de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden met ingang van 1 december [Eiser] heeft bij exploot van 6 december 1999 Synthon gedagvaard voor de Kantonrechter te Nijmegen. Daar heeft hij gevorderd te verklaren voor recht dat het ontslag op staande voet nietig is en de arbeidsovereenkomst na 21 september 1999 in stand is gebleven. In het verlengde hiervan heeft [eiser] gevorderd Synthon te veroordelen tot betaling van loon vanaf 1 juli 1999 tot aan de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd, met de wettelijke verhoging van art. 7:625 BW alsmede de wettelijke rente. Daarnaast heeft [eiser] bij exploot van 24 februari 2000 Synthon gedagvaard voor de Kantonrechter te Nijmegen en gevorderd te verklaren voor recht dat Synthon jegens hem toerekenbaar is tekortgeschoten in haar verplichting om overeenkomstig art. 10 van de arbeidsovereenkomst 1% van het geplaatste aandelenkapitaal van Quint Essence B.V. te leveren tegen een bedrag van NLG 2.500,= en dat Synthon dientengevolge schadeplichtig is. Tevens heeft [eiser] gevorderd Synthon te veroordelen tot betaling van schadevergoeding nader op te maken bij staat alsmede tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding. Synthon heeft zich tegen de vorderingen van [eiser] verweerd. 1.3 De kantonrechter(5) heeft op 22 maart 2002 in beide procedures vonnis gewezen. In de procedure met betrekking tot de gevorderde verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet nietig is en de vordering tot doorbetaling van loon heeft de kantonrechter geoordeeld dat aan het ontslag op staande voet een dringende reden ten grondslag heeft gelegen. Hij heeft de genoemde vorderingen daarom afgewezen. Ten aanzien van de vordering tot schadevergoeding wegens het niet leveren van 1% van het geplaatste aandelenkapitaal heeft de kantonrechter overwogen dat Synthon tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen door te weigeren de aandelen, waarop [eiser] recht had, aan hem te verkopen. Echter, volgens de kantonrechter ziet art. 10 onder (i) jo art. 8 van de arbeidsovereenkomst op een ontslag op staande voet, waardoor [eiser] de aandelen tegen de nominale waarde van NLG 2.500,= diende terug te geven, zodat hij door de weigering van Synthon hem die aandelen te leveren geen schade heeft geleden. Zodoende heeft de kantonrechter de verklaring voor recht dat Synthon toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van art. 10 van de arbeidsovereenkomst uitgesproken, maar de (daarop gebaseerde) schadevergoedingsvordering afgewezen. 1.4 [Eiser] is onder aanvoering van achttien grieven tegen beide vonnissen van de kantonrechter in

4 hoger beroep gekomen bij het Gerechtshof te Arnhem. Synthon heeft harerzijds incidenteel appèl ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter waarin voor recht is verklaard dat Synthon toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van art. 10 van de arbeidsovereenkomst en heeft daartoe zeven grieven geformuleerd. 1.5 Bij tussenarrest van 18 mei 2004 heeft het hof geoordeeld dat tegen de achtergrond van hetgeen de Hoge Raad heeft overwogen in zijn arrest van 7 maart 1980, NJ 1980, 611 een goede procesorde zich er in casu niet tegen verzet dat bij een en dezelfde dagvaarding appèl tegen in verschillende gedingen gewezen uitspraken wordt ingesteld en [eiser] in zijn appèl ontvankelijk verklaard. Voor zover in cassatie van belang, heeft het hof in zijn tussenarrest voorts geoordeeld dat aan het ontslag op staande voet géén dringende reden ten grondslag ligt (r.o. 5.2). Ten aanzien van het in appèl bestreden oordeel van de kantonrechter over de vordering van [eiser] tot betaling van schadevergoeding wegens niet geleverde aandelen, heeft het hof overwogen dat het beroep op art. 10 van de arbeidsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht (r.o. 5.8). Vervolgens heeft het hof bij eindarrest van 23 november 2004 de vonnissen van de kantonrechter van 22 maart 2002 vernietigd. Opnieuw rechtdoende heeft het hof voor recht verklaard dat beëindiging van de arbeidsovereenkomst op 21 september 1999 door Synthon nietig is en deze tot 1 december 1999 in stand is gebleven. Voor zover in cassatie van belang, heeft het hof daarnaast Synthon veroordeeld om aan [eiser] te betalen - kort gezegd - (i) salaris tot 1 december 1999 en (ii) een bepaald bedrag aan niet genoten vakantiedagen, een en ander vermeerderd met een verhoging van 10% en met de wettelijke rente. Het meer of anders gevorderde heeft het hof afgewezen. 1.6 [Eiser] is tijdig van de arresten van het hof in cassatie gekomen. Daartoe heeft hij een middel van cassatie geformuleerd dat bestaat uit twee onderdelen. Synthon heeft geconcludeerd voor antwoord en heeft harerzijds incidenteel cassatieberoep ingesteld. [Eiser] heeft geconcludeerd tot verwerping van het incidentele beroep en daarbij tevens (incidenteel) gevorderd dat de Hoge Raad een deel van het bestreden eindarrest van het hof alsnog uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren.(6) Beide partijen hebben hun stellingen schriftelijk toegelicht, waarna [eiser] in het principale respectievelijk het incidentele beroep nog heeft gedupliceerd respectievelijk gerepliceerd. 2. Het principale en incidentele cassatiemiddel: inleiding 2.1 Het principale cassatiemiddel bestrijdt 's hofs oordeel dat het beroep van [eiser] op art. 10 van de arbeidsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (r.o. 5.8 van het tussenarrest). Het incidentele cassatiemiddel keert zich tegen 's hofs oordeel in r.o. 5.2 van het tussenarrest dat het aan [eiser] gegeven ontslag op staande voet nietig is. Het oordeel omtrent de wijze waarop de arbeidsovereenkomst door Synthon is beëindigd (door het ontslag op staande voet dan wel door ontbinding door de kantonrechter), is van doorslaggevend belang voor het oordeel over de schadevergoedingsvordering van [eiser] wegens het niet leveren van de aandelen. Immers, volgens art. 10 jo art. 8 onder b (i) van de arbeidsovereenkomst is [eiser] gehouden de aandelen terug te leveren tegen de nominale waarde (en dus niet tegen de werkelijke waarde) wanneer het dienstverband met onmiddellijke ingang wordt beëindigd ingeval van vaststelling dat de werknemer wezenlijk in verzuim is in de nakoming van een bepaling van de arbeidsovereenkomst (i.c. het ontslag op staande voet wegens schending van de geheimhoudingsbeding ex art. 4). Zou het ontslag op staande voet rechtsgeldig zijn, dan kan van schade wegens het niet leveren van de aandelen geen sprake zijn. Dit betekent dat de klachten van het incidentele cassatiemiddel tegen 's hofs oordeel omtrent (de nietigheid van) het ontslag op staande voet, het meest verstrekkend zijn.(7) Ik zal daarom beginnen met de bespreking van dit middel dat uit vier onderdelen is opgebouwd.

5 3. Bespreking van het incidentele cassatiemiddel 3.1 Onderdeel 1 en onderdeel 2 bestrijden r.o. 5.2 van 's hofs tussenarrest waarin het hof heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat [eiser] het geheimhoudingsbeding heeft overtreden zodat aan het ontslag op staande voet geen dringende reden ten grondslag ligt. 3.2 Onderdeel 1 betoogt dat het hof in het licht van de stellingen van Synthon is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot het begrip dringende reden in art. 7:678 BW,(8) althans dat het hof zijn in r.o. 5.2 neergelegde oordeel onbegrijpelijk en/of onvoldoende heeft gemotiveerd. Aangevoerd wordt dat hetgeen Synthon heeft gesteld, te weten (i) het door [eiser] gebruiken van meetresultaten in zijn te publiceren artikel die verkregen zijn in het kader van de exclusief voor Synthon verrichte onderzoeken en die haar eigendom zijn, (ii) het door [eiser] ter beschikking stellen van deze gegevens voor het proefschrift van [betrokkene 1] en (iii) het vervolgens ter publicatie aanbieden van het artikel onmiskenbaar een inbreuk vormt op zowel de ten aanzien van eerstgenoemde onderzoeken ten behoeve van Synthon overeengekomen eigendom, exclusiviteit en geheimhouding, als de geheimhoudingsverplichting van art. 4 van de arbeidsovereenkomst, hetgeen, afzonderlijk en in onderling verband en samenhang bezien, zonder meer een dringende reden oplevert ten gevolge waarvan niet van Synthon gevergd kan worden dat zij de arbeidsovereenkomst met [eiser] laat voortduren. Daartoe wijst het onderdeel op het arrest van HR 20 april 1990, NJ 1990, 702 m.nt. PAS. 3.3 In het verlengde hiervan klaagt onderdeel 2 erover dat het hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting voor zover het van oordeel is dat de omstandigheid dat [eiser] voorafgaand aan zijn indiensttreding meetresultaten die hij van Synthon heeft verkregen, ten behoeve van zijn onderzoeken voor Synthon ingevolge de overeenkomsten van 7 juli 1997 en/of 4 oktober 1998, heeft gebruikt voor het ter publicatie aangeboden artikel en/of het proefschrift van [betrokkene 1], niet (mede) een dringende reden kan opleveren. Aangevoerd wordt dat bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een dringende reden, blijkens vaste rechtspraak, alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking moeten worden genomen. Voorts stelt het onderdeel onder verwijzing naar rechtspraak dat ook handelingen van de werknemer verricht vóór zijn indiensttreding een dringende reden kunnen opleveren in de zin van art. 7:678 BW. 3.4 Het hof heeft in de bestreden r.o. 5.2 het volgende overwogen. "Synthon heeft [eiser] op 21 september 1999 op staande voet ontslagen en daaraan, voor zover thans nog relevant, ten grondslag gelegd dat [eiser] het geheimhoudingsbeding zoals vastgelegd in artikel 4 van de arbeidsovereenkomst heeft overtreden doordat hij een manuscript ter publicatie heeft aangeboden aan een uitgever. [Eiser] heeft aangevoerd dat hij het geheimhoudingsbeding niet heeft overtreden omdat het door hem aan een uitgever aangeboden manuscript overeenkomt met hoofdstuk 3 van een in december 1998, dus voorafgaand aan zijn indiensttreding bij Synthon, uitgegeven proefschrift van [betrokkene 1]. Nu Synthon niet heeft betwist dat deze stukken inhoudelijk niet van elkaar verschillen en in artikel 4 van de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de verplichting tot geheimhouding zich niet uitstrekt tot informatie die voor iedereen beschikbaar is of zal komen, is het hof van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [eiser] het geheimhoudingsbeding heeft overtreden. Daaraan doet niet af dat Synthon het proefschrift op 21 september 1999 niet kende; het gaat er immers om of die informatie voor iedereen beschikbaar was. De stelling van Synthon dat [eiser] bij het manuscript meetresultaten heeft gevoegd die bedrijfseigendom zijn van Synthon, leidt reeds daarom niet tot een ander oordeel omdat Synthon ook met betrekking tot die meetresultaten niet heeft betwist dat deze in het proefschrift van [betrokkene 1] zijn opgenomen. Of deze metingen al dan niet zijn verricht door Synthon en haar eigendom zijn of dat deze metingen zijn verricht door [betrokkene 1], zoals [eiser] heeft gesteld, kan naar het oordeel van het hof in het midden blijven, omdat tussen partijen vast staat dat deze metingen zijn verricht ruimschoots voordat [eiser] bij Synthon in dienst is getreden. (...)" Uit dit citaat blijkt dat het hof de ontslagbrief van 21 september 1999 kennelijk zo leest dat Synthon

6 [eiser] ervan beticht dat hij art. 4 van de arbeidsovereenkomst heeft overtreden. In die brief wordt er melding van gemaakt dat deze overtreding bestaat uit het aanbieden van een manuscript teneinde dit uit te geven en te publiceren. Deze uitleg van de ontslagbrief is niet onbegrijpelijk tegen de achtergrond van de duidelijke tekst ervan. Het moge, zoals het incidentele middel verdedigt, juist zijn dat ook feiten die zich voor indiensttreding hebben voorgedaan een dringende reden voor ontslag kunnen opleveren. Dergelijke feiten heeft Syntron in zijn ontslagbrief niet aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegd. Er wordt in die ontslagbrief bij voorbeeld niet gerefereerd aan het voor de in diensttreding verstrekken van bepaalde gegevens aan [betrokkene 1]. Daarbij is ook het volgende van belang: Het hof heeft uitdrukkelijk in het midden gelaten of de betrokken metingen zijn verricht door Synthon en deze haar eigendom zijn. Daarbij heeft het hof overwogen dat de stelling van Synthon dat de meetresultaten haar eigendom zijn niet tot een ander oordeel zou leiden omdat Synthon niet heeft betwist dat deze resultaten in het voor de indiensttreding van [eiser] bij Synthon gepubliceerde proefschrift van [betrokkene 1] zijn opgenomen. Dit betekent dat, anders dan de onderdelen veronderstellen, níet als vaststaande omstandigheid heeft te gelden (de stelling van Synthon) dat [eiser] meetresultaten voor het manuscript heeft gebruikt die door hem van Synthon verkregen zijn in het kader van de exclusief voor Synthon verrichte onderzoeken. Evenmin heeft als vaststaand te gelden, zoals de onderdelen veronderstellen, dat [eiser] de meetresultaten ter beschikking heeft gesteld voor het proefschrift van [betrokkene 1]. Het gevolg van dit alles is dat de klachten die inhouden dat het hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting althans zijn oordeel onbegrijpelijk en/of onvoldoende heeft gemotiveerd, omdat de door Synthon gestelde omstandigheden een ernstige overtreding van art. 4 van de arbeidsovereenkomst impliceren en daarmee zonder meer een dringende reden opleveren, wegens gebrek aan feitelijke grondslag falen. 3.5 De klacht van onderdeel 3 dat het hof ten onrechte zowel een door Synthon bij conclusie van antwoord als een bij memorie van antwoord gedaan bewijsaanbod heeft gepasseerd, bouwt voort op de onderdelen 1 en 2 en moet daarom het lot daarvan delen. 3.6 Onderdeel 4 bevat geen zelfstandige klacht en behoeft derhalve geen bespreking. 3.7 Nu 's hofs oordeel dat aan het ontslag op staande voet geen dringende reden ten grondslag ligt tevergeefs door het incidentele cassatiemiddel wordt bestreden, verdient thans het principale cassatiemiddel bespreking. 4. Bespreking van het principale cassatiemiddel 4.1 Het principale cassatiemiddel keert zich tegen r.o. 5.8 van het tussenarrest waarin het hof het volgende heeft overwogen. "Op grond van artikel 10 van de arbeidsovereenkomst diende Synthon te voldoen aan het verzoek van [eiser] om de aandelen tegen de nominale waarde te leveren. Tussen partijen staat vast dat [eiser] daar echter eerst op 22 juli 1999 om heeft verzocht en dat Synthon toen reeds een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst aanhangig had gemaakt. [Eiser] heeft derhalve zijn verzoek tot levering van de aandelen gedaan in het zicht van een verbreking van de arbeidsovereenkomst, terwijl volgens Synthon de bedoeling van die bepaling onder andere was dat [eiser] een extra stimulans zou hebben om zich ten volle in te zetten voor Sython en om hem aan Synthon te binden. [Eiser] heeft die stelling weliswaar betwist doch heeft daar slechts tegen in gebracht dat de bedoeling van die bepaling was om het voor hem aantrekkelijker te maken om in Nederland ten behoeve van Synthon werkzaam te zijn, hetgeen naar het oordeel van het hof echter tot hetzelfde resultaat leidt, te weten dat het de bedoeling was dat [eiser] bij Synthon werkzaam zou willen blijven. [Eiser] meent dat hij schade heeft geleden doordat Synthon heeft geweigerd hem de aandelen tegen de nominale waarde te leveren die hij daarna tegen de werkelijke waarde terug had kunnen leveren. Op grond van de letterlijke tekst van artikel 10 juncto artikel 8 van de arbeidsovereenkomst was Synthon inderdaad gehouden om daaraan mee te werken aangezien de opsomming van art. 8, anders dan Synthon heeft betoogd, geacht moet worden limitatief te zijn. Nu [eiser] eerst in het zicht van het einde van de arbeidsovereenkomst, in weerwil van de bedoeling van artikel 10 van de arbeidsovereenkomst, een

7 beroep heeft gedaan op dat beding, klaarblijkelijk met geen ander doel dan het verschil tussen de nominale waarde en de werkelijke waarde van de aandelen te toucheren, is het hof van oordeel dat onder deze omstandigheden het beroep op die bepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht. (...)" 4.2 Volgens onderdeel 1 heeft het hof hiermee blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting nu de door het hof gereleveerde omstandigheden (zo al juist) rechtens onvoldoende zijn om de door art. 6:248 lid 2 BW mogelijk gemaakte beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid aan te nemen. Gesteld wordt dat de drie door het hof gememoreerde omstandigheden, ook in samenhang, onvoldoende zijn om mee te brengen dat [eiser], kort gezegd, onbetamelijk handelt door zijn contractuele aanspraak geldend te maken. Zo zulks al niet algemeen geldt, dan mag volgens het onderdeel in ieder geval niet slechts op die omstandigheden worden gelet maar moeten alle omstandigheden van het geval in de beschouwingen worden betrokken, waaronder die waarop [eiser] in de loop van de procedure een beroep heeft gedaan. Voorts wordt erop gewezen dat art. 10 van de arbeidsovereenkomst algemeen luidt en zich niet verzet tegen een benadering waarin de werknemer om hem moverende redenen vooralsnog afziet van uitoefening van het hem toegekende recht. Daarbij komt, aldus nog steeds onderdeel 1, dat art. 10 een aantal gevallen kent waarin de aandelen tegen de nominale waarde teruggeleverd moeten worden, hetgeen de werkgever in beginsel afdoende bescherming biedt. Had Synthon een effect als door haar thans ingeroepen willen bereiken dan had zij aan de uitoefening van de optie ex art. 10 een termijn moeten stellen. Voor zover de algemene (rechts)klacht van onderdeel 1 mocht falen, klaagt onderdeel 2 erover dat het hof zijn in r.o. 5.8 neergelegde oordeel onvoldoende heeft gemotiveerd. Zo zou het hof geen (kenbare) aandacht hebben besteed aan de stelling van [eiser] dat hij het verzoek om levering van de aandelen pas bij brief van zijn raadsman d.d. 22 juli 1999 heeft gedaan omdat hij in de (onjuiste) veronderstelling verkeerde dat hij de aandelen reeds door ondertekening van de arbeidsovereenkomst had verworven (zodat hij daarop niet meer afzonderlijk aanspraak hoefde te maken). Betoogd wordt dat wanneer die stelling juist is Synthon niet, althans niet zonder meer, aan [eiser] kan tegenwerpen dat hij met de formele uitoefening van de optie heeft gewacht totdat, in de context van de mogelijke aanstaande beëindiging van het dienstverband, duidelijk werd dat hij de optie nog niet had uitgeoefend. Daarnaast omvat het onderdeel de klacht dat het hof een onbegrijpelijke uitleg heeft gegeven aan hetgeen [eiser] heeft gesteld omtrent de ratio van art. 10 van de arbeidsovereenkomst. [Eiser] heeft gesteld dat het de bedoeling van art. 10 was om het voor hem aantrekkelijker te maken om in Nederland ten behoeve van Synthon werkzaam te zijn. Het hof heeft hieromtrent overwogen dat dit tot hetzelfde resultaat leidt als hetgeen Synthon heeft aangevoerd omtrent de ratio van art. 10, te weten dat het de bedoeling van die bepaling was dat [eiser] bij Synthon werkzaam zou willen blijven. Geklaagd wordt dat de stelling van [eiser] en het resultaat waartoe het hof concludeert evenwel twee verschillende dingen zijn. Zo zou een in de vorm van een aandelenparticipatie te ontvangen prikkel om bij een bedrijf in dienst te treden niet impliceren dat op een dergelijke bepaling slechts een beroep mag worden gedaan als dat dienstverband wordt gecontinueerd. Dat strookt, aldus het onderdeel, ook niet met de omstandigheid dat [eiser] de aandelen, zoals uit art. 10 blijkt, onmiddellijk na indiensttreding zou hebben mogen aankopen. Ook in zoverre zou het hof zijn in r.o. 5.8 neergelegde beslissing onvoldoende hebben gemotiveerd. 4.3 Blijkens r.o. 5.8 komt de gedachtegang van het hof op het volgende neer. Op grond van de letterlijke tekst van art. 10 (jo art. 8) van de arbeidsovereenkomst heeft [eiser] recht op levering van de aandelen tegen de nominale waarde, welke aandelen hij vervolgens na beëindiging van de arbeidsovereenkomst had kunnen terugleveren tegen de werkelijke waarde. Echter, naar het oordeel van het hof is het beroep van [eiser] op art. 10 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, nu hij dit beroep heeft gedaan in het zicht van het einde van de arbeidsovereenkomst hetgeen in strijd is met de bedoeling van deze bepaling en klaarblijkelijk met geen ander doel dan het verschil tussen de nominale waarde en de werkelijke waarde van de aandelen te toucheren.

8 Daarmee volgt het hof in wezen hetgeen Synthon over de ratio van art. 10 heeft aangevoerd. Zo heeft zij gesteld dat het de bedoeling van art. 10 was om [eiser] te stimuleren tot een zo goed mogelijke inzet en om hem aan Synthon te binden. Dit zou volgens Synthon dan ook meebrengen dat [eiser] slechts aanspraak zou kunnen maken op de aandelen bij goede werkverhoudingen.(9) [Eiser] heeft deze uitleg van art. 10 bestreden en gesteld dat de bepaling uitsluitend is bedoeld om [eiser] over te halen om bij Synthon in dienst te treden en hem derhalve een aantrekkelijk financieel aanbod te doen(10). Voorts heeft [eiser] aangevoerd dat de uitleg die Synthon voorstaat niet is terug te vinden in de arbeidsovereenkomst en dat de verstoring van de arbeidsverhoudingen bovendien veroorzaakt is door Synthon zelf.(11) Het hof heeft hieromtrent in (het begin van) r.o. 5.8 overwogen dat de stelling van [eiser] tot hetzelfde resultaat leidt als hetgeen Synthon heeft gesteld, te weten dat het de bedoeling van art. 10 was dat [eiser] bij Synthon werkzaam zou willen blijven. Ik acht deze overweging onbegrijpelijk. Niet valt in te zien dat de stelling van [eiser] dat art. 10 bedoeld was als een financiële prikkel om bij Synthon in dienst te treden, hetzelfde impliceert als de stelling van Synthon dat art. 10 bedoeld was als stimulans voor inzet en voortzetting van het dienstverband, zodat slechts bij goede werkverhoudingen aanspraak op art. 10 mogelijk zou zijn. De klacht van onderdeel 2 dat het hof een onbegrijpelijke uitleg heeft gegeven aan de betrokken stelling van [eiser] slaagt. 4.4 Het voorgaande betekent dat 's hofs vaststelling van de bedoeling van art. 10 in het licht van het partijdebat onbegrijpelijk en dus onhoudbaar is. Dit heeft tot gevolg dat evenmin in stand kan blijven 's hofs overweging dat de omstandigheid dat in het zicht van het einde van de arbeidsovereenkomst een beroep op art. 10 is gedaan, in strijd is met de bedoeling van deze bepaling en daarmee naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. In dit verband is nog van belang de klacht van onderdeel 1 dat r.o. 5.8 onjuist is nu art. 10 van de arbeidsovereenkomst algemeen luidt en zich niet verzet tegen een benadering waarin de werknemer om hem moverende redenen vooralsnog afziet van uitoefening van het hem toegekende recht en na enige tijd aanleiding ziet om alsnog zijn participatie in het aandelenkapitaal te kapitaliseren. Ook deze klacht wordt m.i. met succes voorgesteld. Zoals onder nr. 1.1 al is aangehaald, luidt art. 10 van de arbeidsovereenkomst als volgt. "10. Aandelen in Quint Essence B.V. Na ondertekening van de onderhavige Overeenkomst en op of na 1 januari 1999 zal de Werknemer het recht hebben 1% van het geplaatste aandelenkapitaal van Quint Essence B.V. te kopen. De aandelen zullen aan de Werknemer worden overgedragen binnen 30 dagen na de datum van de storting van de nominale waarde van de aandelen, d.w.z. NLG 2.500,= De door de Werknemer gehouden Aandelen in Quint Essence B.V. zullen in de volgende gevallen weer aan Quint Essence B.V. moeten worden overgedragen: (i) Indien de Overeenkomst met de Werknemer rechtsgeldig wordt beëindigd vóór 1 januari 2001 wegens één van de in artikel 8 vermelde redenen, met uitzondering van de in lid 8c vermelde reden. In voorkomend geval zal de Werknemer verplicht zijn de aandelen weer aan Quint Essence B.V. over te dragen in overeenstemming met de Statuten van Quint Essence B.V. tegen de nominale waarde, d.w.z. NLG 2.500,=. (ii) In alle andere gevallen van beëindiging van de onderhavige Overeenkomst, zal de Werknemer verplicht zijn de aandelen weer aan de Vennootschap over te dragen in overeenstemming met de Statuten van Quint Essence B.V., en wel tegen het bedrag van de werkelijke waarde zoals berekend op de wijze als in de Statuten van Quint Essence B.V. is bepaald."

9 Uit het bovenstaande blijkt dat deze bepaling géén (fatale) termijn kent waarbinnen [eiser] het recht om 1% van het geplaatste aandelenkapitaal van Quint Essence B.V. te kopen, moest hebben uitgeoefend. Bepaald wordt slechts dat hij genoemd recht heeft op of na 1 januari Zoals onderdeel 1 terecht betoogt, had Synthon, indien zij had willen voorkomen dat een werknemer in het zicht van het einde van de arbeidsovereenkomst krachtens art. 10 (alsnog) aanspraak maakt op levering van de aandelen, een dergelijke beperking in de bepaling moeten opnemen. Dit klemt temeer, nu blijkens het slot van art. 10 wel degelijk rekening gehouden is met de situatie waarin de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt (zo moet de werknemer in dat geval de aandelen weer aan de vennootschap overdragen, waarbij het afhankelijk is van de reden van beëindiging of deze teruglevering plaatsvindt tegen de werkelijke dan wel tegen de nominale waarde). Ten overvloede merk ik nog op dat m.i. evenzeer onjuist althans onbegrijpelijk is 's hofs oordeel dat het beroep op art. 10 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, nu [eiser] dit klaarblijkelijk met geen ander doel heeft gedaan dan om het verschil tussen de nominale waarde en de werkelijke waarde van de aandelen te toucheren. Het komt mij voor dat, ongeacht of een bepaling in de trant van art. 10 bedoeld is als stimulans tot een zo goed mogelijke inzet en binding aan de vennootschap dan wel als financiële prikkel om bij de vennootschap in dienst te treden, het opstrijken van geldelijk voordeel door de werknemer bij uitstek is wat partijen met een optiebeding beogen, zodat deze omstandigheid van geen betekenis kan zijn bij het oordeel of het beroep op een dergelijk beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid al dan niet onaanvaardbaar is. 4.5 Aangezien de bestreden overweging van het hof op grond van het voorgaande niet in stand kan blijven, behoeven de overige (nog niet behandelde) klachten geen bespreking. 5. Conclusie De conclusie strekt in het principaal cassatieberoep tot vernietiging van de bestreden arresten en tot verwijzing en in het incidenteel cassatieberoep tot verwerping. De procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden A-G 1 Zie r.o. 3.1 t/m 3.3 van het (tussen)arrest van het hof d.d. 18 mei 2004 alsmede het (tussen)vonnis van de kantonrechter d.d. 28 april 2000 waarnaar het hof ook heeft verwezen. Zie overigens ook r.o. 3.1 van HR 15 oktober 2005, NJ 2006, Deze overeenkomsten (althans de voorbladen daarvan) zijn door [eiser] overgelegd als producties 8 en 9 bij nadere conclusie van 23 juni Vgl. voorts r.o. 21 van het eindvonnis van de kantonrechter d.d. 22 maart 2002 (rolnr. 5070/99/21). 3 De (Nederlandse vertaling van de) arbeidsovereenkomst is als productie 1 overgelegd bij Akte tot het in geding brengen van stukken d.d. 10 december Zie voor de tekst van deze brief Productie 4 bij de Akte tot het in het geding brengen van stukken. 5 Meer specifiek: de Rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Nijmegen. 6 Bij arrest van HR 14 oktober 2005, NJ 2006, 118 is deze vordering toegewezen. 7 In zelfde zin de schriftelijke toelichting van eiser tot cassatie onder nr Bij wijze van vergissing wordt verwezen naar art. 7:768 BW. 9 Zie de memorie van antwoord tevens houdende incidentele memorie van grieven p. 25 en in eerste aanleg de conclusie van antwoord d.d. 24 november 2000 nr. 10.

10 10 Zie de conclusie van repliek onder Zie de incidentele memorie van antwoord nr. 6 en de conclusie van repliek onder 8.

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-09-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer 200.038.641 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 Instantie Datum uitspraak 31-03-2009 Datum publicatie 03-04-2009 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HD 200.002.315 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. LJN: BC8179, Gerechtshof Leeuwarden, 0600557 Datum uitspraak: 12-03-2008 Datum publicatie: 31-03-2008 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep [Naar] het oordeel van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBROT:2016:3340 ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 Instantie Datum uitspraak 27-01-2004 Datum publicatie 20-02-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch C0201298-RO Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 13-07-2004 Datum publicatie 22-09-2004 Zaaknummer C0301109-BR Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481 ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid arrest GERECHTSHOF ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer gerechtshof 104.001.423 (zaaknummer rechtbank 91282 / HA ZA 03-1198) arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 inzake de besloten vennootschap

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2003:AF3057

ECLI:NL:HR:2003:AF3057 ECLI:NL:HR:2003:AF3057 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2003:af3057 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21 03 2003 Datum publicatie 21 03 2003 Zaaknummer C01/201HR

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2315

ECLI:NL:HR:2004:AM2315 ECLI:NL:HR:2004:AM2315 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/203HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2315

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2007:BA6231

ECLI:NL:HR:2007:BA6231 ECLI:NL:HR:2007:BA6231 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum publicatie 13-07-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/331HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6231

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-10-2016 Datum publicatie 18-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie EA VERZ 16-968/16-1002/16-1126/C104420

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:21

ECLI:NL:GHDHA:2014:21 ECLI:NL:GHDHA:2014:21 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-01-2014 Datum publicatie 03-03-2014 Zaaknummer 200.129.144/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236

ECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236 ECLI:NL:HR:2016:2707 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-11-2016 Datum publicatie 25-11-2016 Zaaknummer 15/05236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:874,

Nadere informatie

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder. SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/47 Het scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem bijgestaan door mr M. Middeldorp, griffier, Heeft op 11 april 2012 het navolgende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 26-05-2014 Zaaknummer 200.053.330-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAC:2017:86

ECLI:NL:OGEAC:2017:86 ECLI:NL:OGEAC:2017:86 Instantie Datum uitspraak 04-07-2017 Datum publicatie 17-07-2017 Zaaknummer KG 82882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2002:AE4366

ECLI:NL:HR:2002:AE4366 ECLI:NL:HR:2002:AE4366 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2002 Datum publicatie 28-06-2002 Zaaknummer C01/012HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AE4366 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-12-2011 Datum publicatie 16-12-2011 Zaaknummer CV 11-26226 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2682

ECLI:NL:GHARL:2017:2682 ECLI:NL:GHARL:2017:2682 Instantie Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 200.189.034/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 13-10-2016 Zaaknummer 200.187.341 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2001:AD4914

ECLI:NL:HR:2001:AD4914 1 of 5 12-10-2014 15:35 ECLI:NL:HR:2001:AD4914 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2001 Datum publicatie 14-12-2001 Zaaknummer C00/042HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4914 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395

ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395 ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 28-02-2003 Datum publicatie 10-03-2003 Zaaknummer 124942 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24122013 Datum publicatie 13012014 Zaaknummer 2293657 RL EXPL 1325337 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:317 ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832

ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832 ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832 Instantie Datum uitspraak 02-04-2008 Datum publicatie 07-04-2008 Zaaknummer C 06/14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5915 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 905/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5915 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 905/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5915 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-01-2007 Datum publicatie 14-06-2007 Zaaknummer 905/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7784

ECLI:NL:GHARL:2016:7784 ECLI:NL:GHARL:2016:7784 Instantie Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.137.907/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1779

ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1779 ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1779 Instantie Datum uitspraak 17-10-2006 Datum publicatie 08-11-2006 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 333442 VV 06-45 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:707

ECLI:NL:GHARL:2017:707 ECLI:NL:GHARL:2017:707 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer 200.186.790/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid:

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid: ECLI:NL:PHR:2000:AA7202 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-09-2000 Datum publicatie 14-08-2001 Zaaknummer C98/380HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA7202 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4009

ECLI:NL:RBROT:2017:4009 ECLI:NL:RBROT:2017:4009 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23052017 Datum publicatie 30052017 Zaaknummer 5663098 VZ VERZ 17981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2358

ECLI:NL:HR:2004:AM2358 1 of 5 3-8-2014 18:56 ECLI:NL:HR:2004:AM2358 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden C02/239HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2358

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9996 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9996 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9996 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 17-03-2009 Datum publicatie 03-04-2009 Zaaknummer HD 103.004.712 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 06-05-2014 Zaaknummer 200.128.514-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:24. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/03918

ECLI:NL:HR:2016:24. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/03918 ECLI:NL:HR:2016:24 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-01-2016 Datum publicatie 15-01-2016 Zaaknummer 14/03918 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1701,

Nadere informatie