Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2012/75

Transcriptie

1 1

2 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2012/75 Voor raadsvergadering d.d.: Agendapunt: 9 Onderwerp: Aanvulling Beleidsnotitie bestemmingsplan buitengebied Aan de raad van de gemeente Steenwijkerland wordt voorgesteld te besluiten: Conceptbesluit: de Beleidsnotitie Bestemmingsplan Buitengebied Steenwijkerland aan te vullen met een uitwerking voor grote melkveehouderijen. Samenvatting: In 2011 heeft de raad de Beleidsnotitie Bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. Uitgesproken is dat melkveehouderijen zich binnenplans kunnen ontwikkelen tot een bouwvlak van maximaal 2 hectare. Bij verdere schaalvergroting is sprake van maatwerk. Met dit beleid kan echter niet worden uitgesloten dat binnenplans grote melkveehouderijen op een klein bouwvlak worden gerealiseerd. Op basis van de Beleidsnotitie en het huidige bestemmingsplan moet de gemeente bijvoorbeeld bij recht vergunning verlenen voor een bedrijf van 700 melkkoeien op een bouwvlak van minder dan 1 hectare. Het is gewenst de Beleidsnotitie op dit punt uit te werken en te bepalen bij welke bedrijfsomvang (in aantal koeien) er sprake is van een integrale afweging (postzegelplan). Voorstel is om de norm daarbij te stellen op 400 melkkoeien. De voorgestelde uitwerking van de Beleidsnotitie beoogt dat voor een schaalvergroting van meer dan 400 melkkoeien een postzegelplan moet worden gemaakt waarbij aspecten als gezondheid, duurzaamheid, dierenwelzijn, infrastructuur en ruimtelijke kwaliteit kunnen worden afgewogen. Daartoe moet het beleid wel kunnen worden doorvertaald in de bestemmingsplannen. Op grond van de uitwerking van de Beleidsnotitie zullen in het bestemmingsplan voorschriften worden opgenomen. Deze voorschriften sluiten uit dat bedrijven met meer dan 400 melkkoeien zich binnenplans kunnen ontwikkelen. Toelichting

3 De norm van 400 melkkoeien is gebaseerd op de verwachte trendmatige ontwikkeling van melkveehouderijen. In die trend is er een relatie tussen de benodigde grootte van een bouwvlak en de bedrijfsgrootte (in aantal koeien). In het tekstvoorstel voor de uitwerking van de Beleidsnotitie (zie bijlage) wordt deze relatie cijfermatig onderbouwd. In de vastgestelde Beleidsnotitie wordt gesteld dat er een integrale afweging nodig is bij een bouwvlak van 2 hectare of groter. Daarvan afgeleid kan in de aanvulling op de Beleidsnotitie worden geconcludeerd dat een integrale afweging nodig is bij 400 melkkoeien of meer. Wij stellen voor de norm uit te drukken in aantal melkkoeien en niet in NGE (NGE is de optelsom van alle economische eenheden, in dit geval melkkoeien en jongvee). Argumenten daarvoor zijn: Onderbouwing: in onderbouwende rapporten is er een relatie tussen melkkoe en bouwvlak (en niet in NGE en bouwvlak); Handhaving/toetsing: in milieu- en bouwvergunningen is het aantal dierplaatsen voor melkkoeien inzichtelijker dan dierplaatsen voor jongvee; Deregulering: ondernemers blijven met een melkkoe-norm de mogelijkheid houden om wisselende aantallen jongvee aan te houden, in de praktijk zal dit in relatie blijven tot het aantal melkkoeien; Helderheid en transparantie: voor alle belanghebbenden is een melkkoe-norm informatiever dan een NGE-norm. In de themabijeenkomst op 11 september is de denklijn met betrekking tot dit voorstel aan u gepresenteerd. Raadsleden hebben om aandacht gevraagd voor de juridische houdbaarheid van de voorschriften. Hierover is advies ingewonnen. In de bijlagen is een conceptvoorschrift en concepttoelichting voor het bestemmingsplan opgenomen, die op basis van een juridisch advies van huisadvocaat Nysingh juridisch stand kan houden. In de themabijeenkomst is ook aandacht gevraagd voor grondgebondenheid van de melkveehouderij. Vraag is of de gemeente grootschalige ontwikkelingen uit kan sluiten door ze als niet-grondgebonden te betitelen. Dit hebben we verkend. Op basis van deze verkenning adviseren wij u deze route niet te volgen. Onderzoek wijst uit dat de melkveehouderij zich trendmatig grondgebonden ontwikkelt. Mestwetgeving en kostenefficiëntie zijn hiervoor belangrijke overwegingen. Het is niet nodig om in het bestemmingsplan algemeen te sturen op grondgebonden melkveehouderij. Het criterium grondgebonden is evenmin effectief bij het uitsluiten van grote bedrijven op heel kleine bouwvlakken (waarop dit voorstel zich richt). Dat deze melkkoeien vaak jaarrond op stal staan is wel een feit. Jaarrond-stalling komt echter ook bij kleinere melkveebedrijven voor met in verhouding nog relatief veel grond. Bedrijven met jaarrond-stalling als niet-grondgebonden betitelen, zal veel discussie opleveren. Het opnemen van een dergelijk voorschrift maakt het bestemmingsplan kwetsbaar. De Beleidsnotitie is in 2011 vastgesteld na een periode van inspraak en consultatie. Omdat de aanvulling op de Beleidsnotitie vooral een uitwerking is van de reeds vastgestelde notitie en geen hoofdlijn is, kan de aanvulling zonder inspraak worden vastgesteld. De aanvulling van de Beleidsnotitie zal eerst worden doorvertaald in de Bestemmingsplannen Noordelijke Kernen en Zuidelijke Kernen die in de vergadering van december ter vaststelling aan u zullen worden aangeboden. Bijlagen bij het voorstel Hoofdstuk 4 van de Beleidsnotitie Bestemmingsplan Buitengebied met 3

4 aanvullende tekstblokken (voorgestelde tekst is onderstreept) Voorbeeld van voorschrift en toelichting in bestemmingsplannen Ondertekening De secretaris De burgemeester S.S. Weistra M.A.J. van der Tas Betrokken partijen afdeling adviseur behandeld in raadscommissie REO Petra Wagenaar, tel.: 757, X ja, nl. 16 oktober 2012 nee 4

5 Raadsbesluit Steenwijk, Nummer: 2012/75 De raad van de gemeente Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van , nummer 2012/75; b e s l u i t : de Beleidsnotitie Bestemmingsplan Buitengebied Steenwijkerland aan te vullen met een uitwerking voor grote melkveehouderijen. De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, A. ten Hoff M.A.J. van der Tas 1