Vriendschappen van agressieve jongens 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vriendschappen van agressieve jongens 1"

Transcriptie

1 Jelle J. Sijtsema, Siegwart Lindenberg & René Veenstra Vriendschappen van agressieve jongens 1 SAMENVATTING In deze studie werden twee contrasterende hypothesen getoetst: vriendschapsselectie op basis van soort zoekt soort versus selectie per default. 2 Zo werd achterhaald of de gewenste en daadwerkelijke vriendschappen van agressieve jongens van elkaar verschilden. In een grote steekproef werden agressieve, weinig prosociale jongens (n=181) naar hun vriendschapsnominaties gevraagd en deze werden vergeleken met die van laagagressieve (n=1268) en agressieve, prosociale jongens (bi-strats 3 ; n=55). Bevindingen lieten zien dat laag-agressieve jongens vrienden wensten die laag scoorden op agressie, terwijl agressieve en bi-strats jongens vrienden wensten die gemiddeld scoorden op agressie. In overeenstemming met selectie per default hadden agressieve jongens ook agressieve vrienden, al had dat niet hun voorkeur. Verder wensten agressieve jongens voornamelijk vrienden die emotionele steun gaven, maar ze ontvingen deze niet van hun vrienden. In het geval van agressieve jongens lijkt er dus eerder sprake te zijn van vriendschapsselectie per default dan selectie op basis van soort zoekt soort. 1 Inleiding Als een jongere niet in staat is intieme vriendschappen op te bouwen en in stand te houden kan dat negatieve gevolgen hebben voor de sociale ontwikkeling, zoals eenzaamheid en depressie (Nangle, Erdley, Newman, Mason & Carpenter, 2003) en aanpassingsstoornissen (Bagwell, Newcomb & Bukowski, 1998). Maar hoe zit het met de vriendschappen van agressieve jongens? Uit eerder onderzoek is gebleken dat deze jongens agressieve vrienden hebben (Cairns, Cairns, Neckermann, Gest & Gariépy, 1988; Poulin et al., 1997). Echter, hebben agressieve jongens daadwerkelijk een voorkeur voor agressieve vrienden, zoals op basis van de populaire soort zoekt soort hypothese (McPherson, Smith-Lovin & Cook, 2001) zou worden voorspeld? Tot op heden is er weinig bekend over de vriendschapsvoorkeuren van agressieve jongens. Wie willen zij als vrienden? Wijken hun gewenste vriendschappen af van hun daadwerkelijke vriendschappen? In deze studie richten wij ons op gewenste en daadwerkelijke vriendschappen van agressieve, weinig prosociale jongens en we vergelijken deze met vriendschappen van laag-agressieve en agressief-prosociale (bi-strats) jongens. Onze onderzoeksvraag is: kiezen agressieve jongens hun vrienden op basis van gelijkheid in agressie, of bij gebrek aan beter? 1.1 Vriendschap In de adolescentie vertonen vrienden veel overeenkomsten (Byrne, 1971; McPherson, Smith-Lovin & Cook, 2001). Vrienden lijken bijvoorbeeld op elkaar qua gedrag, kledingstijl, etniciteit en sekse (bijv. Hartup, 1993; Tolson & Urberg, 1993). Er zijn twee processen die hieraan ten grondslag liggen. Aan de ene kant selecteren jongeren elkaar op basis van gelijkenissen (zoals kle- 479 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 51 (2012)

2 dingstijl) en aan de andere kant beïnvloeden jongeren elkaar waardoor vrienden steeds meer op elkaar gaan lijken. Uit eerder onderzoek blijkt dat selectie op basis van gelijkheid vaak een sterkere voorspeller is voor vriendschappen in de vroege adolescentie dan beïnvloeding (zie Urberg, Degirmencioglu & Tolson, 1998). In de vroege adolescentie lijken vrienden ook op elkaar wat betreft agressie (Haselager, Hartup, Van Lieshoudt & Riksen-Walraven, 1998; Poulin et al., 1997) en ook hier lijken selectie-effecten sterker dan invloedseffecten (Poulin & Boivin, 2000). Daarnaast vonden Cairns et al. (1988) dat kinderen die door leraren als agressief werden gezien veel wederzijdse vriendschappen hadden met andere agressieve jongeren; selectie op gelijkheid lijkt dus een belangrijke determinant van vriendschap, ook voor agressieve jongeren. Onze hypothesen zijn daarom dat agressieve jongens (a) vrienden willen die, net als zij, agressief zijn; en (b) dat zij deze voorkeuren net zo goed als hun minder agressieve tegenhangers om kunnen zetten in daadwerkelijke vriendschappen. Dit is de gelijkheidsselectie-hypothese. Als we ondersteuning vinden voor deze hypothese kunnen we de eigenschappen van de vriendschapsrelatie verder onderzoeken voor sociale steun. Door hun gebrek aan het geven van emotionele steun en hun instrumentele gedrag (Crick & Dodge, 1996), is het waarschijnlijk dat agressieve jongens van hun vrienden ook alleen instrumentele steun verwachten, zoals praktische steun (bijvoorbeeld door gezamenlijk agressief te zijn tegen anderen) (zie Grotpeter & Crick, 1996). In overeenstemming met de gelijkheidsselectiehypothese, verwachten we daarom dat agressieve, weinig sociale jongens een voorkeur hebben voor vrienden die weinig steun geven en dat ze deze vriendschappen ook kunnen realiseren. Er is echter ook een andere mogelijkheid. Agressieve jongens zouden ook een voorkeur kunnen hebben voor vrienden die sociale steun geven. Het is erg onwaarschijnlijk dat mensen deze behoefte voor affectie niet zouden hebben (Lindenberg, 1996; Ormel, Lindenberg, Steverink & Vonkorff, 1997; Pendell, 2002), zelfs als ze zelf agressief en weinig prosociaal zijn. Daarom is het aannemelijk dat agressieve jongens niet krijgen wat ze wensen als zij andere agressieve jongens als vrienden kiezen die niet in staat zijn affectie te geven. Hoewel agressie kan bijdragen aan populariteit, is het onwaarschijnlijk dat agressie een aantrekkelijke eigenschap is voor vriendschap (Dijkstra, Lindenberg & Veenstra, 2007; Hawley, 2003; Newcomb, Bukowski & Pattee, 1993). Niet alleen zijn agressieve vrienden agressief tegen anderen (Card & Hodges, 2006), ze zullen ook eerder agressie tegen elkaar gebruiken als ze geprovoceerd worden (Leary & Katz, 2005). Daarnaast laten vriendschappen van agressieve jongeren ook minder intimiteit zien dan niet-agressieve vriendschappen (Grotpeter & Crick, 1996). Kortom, dat wat agressieve jongens wellicht het meest willen in een vriendschap, is precies datgene dat ze niet kunnen krijgen: de combinatie van emotionele en praktische steun. Echter, onaantrekkelijk als ze zijn als vrienden, is hun keuze in vriendschappen erg beperkt. Als zij vriendschappen sluiten met andere agressieve jongens, dan is er een goede kans dat ze genoegen moeten nemen met een tweede keus. Dit proces staat ook bekend als selectie per default. Dit leidt tot onze contrasterende hypothesen: (a) agressieve jongens willen vrienden die laag scoren op agressie, net als hun minder agressieve tegenhangers; en (b) ze hebben minder kans om deze vriendschappen te realiseren dan hun minder agressieve tegenhangers. Dit is de selectie per default-hypothese. Daarnaast verwachten we dat agressieve jongens vrienden willen die emotionele en praktische steun kunnen geven. Echter, in wederzijdse vriendschappen verwachten we dat agressieve jongens 480

3 vrienden hebben die niet alleen agressiever zijn dan de vrienden van minder agressieve jongens, maar ook minder sociale steun geven. Er is enig bewijs voor deze hypothese. Zo vonden Aboud en Mendelson (1996) dat agressieve jongeren vaak geen alternatieve vriendschapsopties hadden. Ook lieten Deptula en Cohen (2004) zien dat beschikbaarheid of selectie per default er vaak toe leidde dat afgewezen kinderen noodgedwongen met elkaar omgingen, en hetzelfde zou waar kunnen zijn voor agressieve jongens. Ook Hektner, August en Realmuto (2000) lieten zien dat agressieve zevenjarigen wederzijdse vriendschappen hadden met soortgelijke peers, hoewel ze een duidelijke voorkeur hadden voor niet-agressieve vrienden. Er zijn dus redenen genoeg om de contrasterende hypothesen te toetsen. We toetsten deze hypothesen door ons te richten op vroegadolescente jongens die hoog scoren op agressie en laag op prosociaal gedrag. Op deze manier konden we deze groep ook onderscheiden van bi-strats die juist pro- en antisociale gedragingen combineren en dus ook aantrekkelijke vrienden zijn voor degenen die op zoek zijn naar affectie. Ter validering hebben we de gewenste en daadwerkelijke vriendschappen van laag-agressieve jongens en bi-strats met elkaar vergeleken. We verwachtten dat bi-strats een voorkeur voor prosociale vrienden hebben en dat ze ook in staat zijn deze vriendschappen te realiseren. Hoewel eerdere studies lieten zien dat antisociaal gedrag zich verschillend kan uiten en ontwikkelen in jongens en meisjes (Hawley, 2003; Van Lier, Vitaro, Wanner, Vuijk & Crijnen, 2005; Wentzel, Filisetti & Looney, 2007), was het niet mogelijk om sekseverschillen te toetsen omdat er te weinig agressieve meisjes in onze steekproef zaten. Daarom richtten wij ons alleen op jongens in de TRacking Adolescents Individual Lives Survey (TRAILS) data. 2 Methode 2.1 Steekproef en procedure De TRAILS-studie is een longitudinale cohortstudie naar Nederlandse adolescenten die tweejaarlijks worden gevolgd tot hun vijfentwintigste levensjaar. TRAILS heeft de doelstelling om de mentale en sociale ontwikkeling van jongeren in kaart te brengen en te verklaren. De TRAILS-steekproef besloeg jongeren in vijf gemeenten in het noorden van Nederland (zie voor meer informatie: De Winter et al., 2005). Van de deelnemers van de eerste meting, deed 96,4% ook mee met de tweede meting, die startte in 2003 toen de jongeren 13,5 jaar oud waren. De steekproef die gebruikt werd in de huidige studie betreft een selectie uit de grotere TRAILS-steekproef (Dijkstra, Lindenberg & Veenstra, 2008). Het betreft hier alleen deelnemers die ook meededen aan de peer-nominaties die werden afgenomen op school tijdens de tweede meting. Peer-nominaties werden uitgevraagd in schoolklassen met ten minste drie reguliere TRAILS-deelnemers wat leidde tot een deelname van 172 schoolklassen op 34 scholen in de brugklas (72 klassen) en de tweede klas (100 klassen) van het middelbaar onderwijs. Schoolklassen hadden gemiddeld 18,39 scholieren die meededen (SD = 5,99; 7 tot 30 scholieren per klas). In totaal betrof de peer-nominatie steekproef reguliere TRAILS-deelnemers en van hun klasgenoten. De TRAILS-deelnemers verschilden niet van andere TRAILS-deelnemers met betrekking tot sekse, X 2 (1, N = 2149) = 1,17, p =,28, maar waren wel iets jonger (gemiddelde leeftijd 13,52, SD = 0,51, versus 13,60, SD =0,54), t(2085) = 3,49, p <,001, en scoorden iets lager op agressief gedrag (M = -0,07, SD = 0,88 versus M = 0,07, SD = 1,11), t(2032) = 3,04, p =,002. De huidige studie beperkte zich alleen tot jongens en we hadden volledige peer-nomina- 481

4 tie gegevens van jongens in 141 schoolklassen bestaande uit TRAILSdeelnemers en hun klasgenoten. 2.2 Maten Gewenste en daadwerkelijke vriendschappen We kozen voor een indirecte maat door vriendschapsvoorkeuren van daadwerkelijke vriendschappen te onderscheiden. Als deelnemers worden gevraagd om hun beste vrienden te nomineren en een onbeperkt aantal kunnen noemen, zullen ze klasgenoten nomineren met wie ze graag vrienden zouden zijn (eenzijdige vrienden) en met wie ze daadwerkelijk bevriend zijn (wederzijdse vrienden). Kortom, we gebruiken de eenzijdige vriendschapskeuzes als maat voor gewenste vriendschappen en wederzijdse vriendschapskeuzes voor daadwerkelijke vriendschappen. Om gewenste en daadwerkelijke vriendschappen tussen adolescenten en hun klasgenoten te meten, werd aan de deelnemers gevraagd: Welke klasgenoten zijn je beste vrienden? Deelnemers konden een onbeperkt aantal klasgenoten nomineren. Gewenste en daadwerkelijke vriendschappen waren dichotome variabelen (0 = geen nominatie; 1 = vrienschapsnominatie). Omdat er alleen jongens in onze steekproef zaten, werden nominaties van en naar meisjes weggelaten uit de analyses. In totaal analyseerden we mogelijke vriendschapsnominaties. Agressieve jongens nomineerden 373 vrienden (gemiddeld 2,06), waarvan het 142 (38,1%) wederzijdse vriendschappen betrof. Bi-strats nomineerden 125 (gemiddeld 2,27) vrienden waarvan 78 (62,4%) wederzijds. Laag-agressieve jongens nomineerden gemiddeld 2,31 vrienden. Van deze nominaties waren er (47,6%) wederzijds Agressie Agressie werd gemeten via peer-nominaties. Deelnemers werd gevraagd: Wie vecht veel of maakt ruzie met andere klasgenoten? Vervolgens berekenden we proportiescores voor agressief gedrag door het aantal nominaties per individu te delen door het aantal mogelijke nominaties. Tot slot werden deze scores gestandaardiseerd over de gehele steekproef, zodat de agressiescore een gemiddelde van 0 had met een standaardafwijking van Prosociaal gedrag Prosociaal gedrag werd ook met peernominaties gemeten. Hier maakten we een onderscheid tussen emotionele steun, gemeten met: Welke klasgenoten helpen je als je in de put zit (bijv. problemen thuis)? en praktische steun, gemeten met: Welke klasgenoten helpen jou met praktische problemen (bijv. huiswerk, fiets repareren)? Ook hier berekenden we proportiescores door het aantal nominaties per individu te delen door het aantal mogelijke nominaties. Scores van emotionele en praktische steun (r =,49) werden opgeteld en gestandaardiseerd over de gehele steekproef Sociale steun Voor sociale steun maakten we gebruik van gerichte peer-nominaties. Sociale steun werd geoperationaliseerd als ontvangen emotionele en praktische steun en informeert ons over wie steun aan wie geeft (steun ontvangen = 1, geen steun ontvangen = 0). 2.3 Onderzoeksopzet We construeerden drie groepen: agressieve, bi-strats, en laag-agressieve jongens. Eerst selecteerden we jongens die hoog scoorden op agressie en laag op prosociaal gedrag: de agressieve jongens. Hiervoor kozen we op basis van de peer-nominaties de jongens die in de bovenste 10% zaten op agressie. Echter, om er zeker van te zijn dat het louter agressieve jongens betrof, en niet jongens die pro- en antisociaal gedrag met 482

5 elkaar combineren (bi-strats) (Cairns et al., 1988; Newcomb et al., 1993), selecteerden we alleen jongens die beneden het gemiddelde zaten op prosociaal gedrag. Agressieve jongens die boven het gemiddelde zaten op prosociaal gedrag behoorden tot de groep bi-strats. Jongens die in de laagste 90% op agressie zaten, behoorden tot de groep laagagressieve jongens. Uiteindelijk resulteerde dit in 181 agressieve, 55 bi-strats, en 1268 laag-agressieve jongens. 2.4 Analysestrategie Eerst hebben we beschrijvende statistieken en correlaties berekend voor alle variabelen in de studie voor agressieve, bi-strats en laag-agressieve jongens met betrekking tot gewenste en daadwerkelijke vriendschappen. Om onze hypothesen te toetsen, hebben we logistische multilevel analyse uitgevoerd (in STATA 10.0 Special Edition) om zo de relatie tussen agressief en prosociaal gedrag met gewenste en daadwerkelijke vriendschappen te bestuderen. Multilevel analyse werd uitgevoerd om te controleren voor de geneste datastructuur; nominaties waren genest in individuen, die vervolgens genest waren in schoolklassen. Hoewel we geen expliciete verwachtingen hadden over verschillen tussen schoolklassen wilden we vertekening (bijvoorbeeld door verschillende klasnormen) van de resultaten voorkomen. Analyses werden apart uitgevoerd voor gewenste en daadwerkelijke vriendschappen. In beide gevallen was vriendschap de afhankelijke variabele waar een relatie aanwezig (gecodeerd als 1) of afwezig was (gecodeerd als 0). Op het hoogste geneste niveau controleerden we voor de klassen waarin de jongens zich bevonden. Op het tweede niveau hielden we er rekening mee dat alle nominaties die door één persoon worden gegeven, afhankelijk van elkaar zijn. Kortom, alle vriendschapsnominaties vanuit één persoon, waren genest in die persoon. Op het laagste niveau werden de vriendschapsnominaties geanalyseerd. Voor de logistische multilevel analyses gebruikten we een tweestapsbenadering. In de eerste stap voegden we een dummy aan het model toe om agressieve met laag-agressieve jongens te vergelijken (de agressie-dummy) en een dummy om de bi-strats met de laag-agressieve jongens te vergelijken (de bi-strats-dummy). Verder werden hoofdeffecten toegevoegd voor agressie en prosociaal gedrag van klasgenoten (peers) en sociale steun in termen van ontvangen emotionele en praktische steun. In de tweede stap voegden we interacties toe met de agressie- en bi-strats-dummies om verschillen te toetsen tussen de (gewenste en daadwerkelijke) vriendschappen van agressieve, bi-strats en laag-agressieve jongens. De effecten van agressief en prosociaal gedrag op gewenste en daadwerkelijke vriendschappen worden gegeven in odds-ratio s. Een odds-ratio groter dan één houdt in dat er een grotere kans is op een (gewenste of daadwerkelijke) vriendschap, terwijl een odds-ratio kleiner dan één een lagere kans inhoudt. 3 Resultaten 3.1 Beschrijvende analyses Ongestandaardiseerde proportiegemiddeldes en standaardfouten van gewenste en daadwerkelijke vriendschappen van agressieve, bi-strats en laag-agressieve jongens worden gegeven in Tabel 1. Verschillen in gemiddelden tussen gewenste en daadwerkelijke vrienschappen lieten zien dat agressieve jongens significant vaker een daadwerkelijke vriendschap hadden met andere agressieve jongens. Daarnaast wensten agressieve jongens prosociale vrienden, maar hadden zij minder daadwerkelijke vriendschappen met prosociale klasgenoten. Echter, in daadwerkelijke vriendschappen ontvingen agressieve jongens wel meer steun dan in gewenste vriendschappen. 483

6 Tabel 1 Verschillen tussen gewenste en daadwerkelijke vriendschappen in peer kenmerken en sociale steun voor agressieve, bi-strats en laag-agressieve jongens Gewenste vriendschappen Daadwerkelijke vriendschappen Agressief Bi-strats Laag-agressief Agressief Bi-strats Laag-agressief (n = 181) (n = 55) (n =1268) (n = 181) (n = 55) (n =1268) Variabele M S.E. M S.E. M S.E. M S.E. M S.E. M S.E. Peer kenmerken Agressie a Prosociaal gedrag 0.16 a Sociale steun Ontvangen emotionele steun a a a 0.00 Ontvangen praktische steun a a 0.01 a T-toetsen tussen gewenste en daadwerkelijke vriendschappen lieten zien dat de score op de variabele significant hoger was (p <.05, tweezijdige toets) binnen het agressietype. Noot. M = Gemiddelde; S.E. = Standaardfout. Peer kenmerken van bi-strats en laagagressieve jongens verschilden niet tussen gewenste en daadwerkelijke vriendschappen. Wel ontvingen bi-strats en laag-agressieve jongens meer emotionele steun in daadwerkelijke dan in gewenste vriendschappen. Verder ontvingen laag-agressieve jongens meer praktische steun in daadwerkelijke vriendschappen. 3.2 Correlaties Tabel 2a en 2b laten de correlaties tussen de variabelen voor agressieve en laag-agressieve jongens (2a) en bi-strats (2b) zien. Peer agressie hing positief samen met daadwerkelijke vriendschappen van agressieve jongens, maar niet met gewenste vriendschappen. Gewenste vriendschappen van laag-agressieve Tabel 2a Correlaties tussen vriendschap, agressie en prosociaal gedrag van agressieve jongens [n = 181] beneden en laag-agressieve jongens [n = 1268] boven de diagonaal Gewenste vriendschappen * -0.03* * 0.21* 2. Daadwerkelijke vriendschappen -0.16* * 0.43* 0.39* 3. Peer agressie * * -0.03* -0.02* 4. Peer prosociaal gedrag * * -0.08* 5. Ontvangen emotionele steun 0.19* 0.30* 0.20* -0.05* * 6. Ontvangen praktische steun 0.21* 0.35* 0.16* -0.07* 0.37* - * p <.05, tweezijdige toetsen Tabel 2b Correlaties tussen vriendschap, agressie en prosociaal gedrag van bi-strat jongens (n=55) Gewenste vriendschappen - 2. Daadwerkelijke vriendschappen -0.24* - 3. Peer agressie Peer prosociaal gedrag Ontvangen emotionele steun * 0.14* Ontvangen praktische steun * 0.21* * - * p <.05, tweezijdige toetsen 484

7 jongens hingen negatief samen met peer agressie, al was dit effect zwak. Ontvangen emotionele en praktische steun hingen sterker samen met daadwerkelijke dan gewenste vriendschappen, zowel bij agressieve en laag-agressieve jongens. Door het kleinere aantal bi-strats (n = 55) waren enkele verwachte correlaties net niet significant. Verrassend genoeg hing ontvangen steun voor bi-strats alleen samen met daadwerkelijke vriendschappen. Daarnaast hing peer agressie positief samen met ontvangen steun, wat inhoudt dat bi-strats vrienden hadden die zowel agressief waren alsook steun gaven. 3.3 Logistische multilevel analyses Peer agressie Hoewel Tabel 1 al liet zien dat agressieve jongens verschilden in hun gewenste en daadwerkelijke vriendschappen, kan er met simpele t-toetsen geen rekening worden gehouden met de geneste datastructuur. Tabel 3 en 4 laten daarom de logistische multilevel analyses zien voor respectievelijk gewenste en daadwerkelijke vriendschappen. Random effecten op klassen en individueel niveau laten zien dat er significante verschillen tussen klassen en individuen zitten met betrekking tot gewenste en daadwerkelijke vriendschappen. Op basis van gelijkheidsselectie verwachtten we dat agressieve jongens vrienden wensen die op hen lijken, terwijl agressieve jongens juist minder agressieve vrienden willen volgens de selectie per default hypothese. Interacties met de agressiedummy (Model 2) lieten zien dat agressieve jongens een voorkeur hadden voor klasgenoten die gemiddeld op agressie scoorden. Laag-agressieve jongens hadden een lichte voorkeur voor klasgenoten die laag op agressie scoorden (OR = 0,91). Interacties met de bi-strats-dummy waren niet significant en duidden erop dat de gewenste vriendschappen van bi-strats niet verschilden van die van laag-agressieve jongens. Met betrekking tot daadwerkelijke vriendschappen (Tabel 4), lieten logistische multilevel analyses zien dat agressieve jongens een minder grote kans hadden om deel uit te maken van een wederzijdse vriendschap (OR = 0,68), terwijl bi-strats juist een grotere kans hierop hadden (OR = 2,36). Op basis van gelijkheidsselectie verwachtten we verder dat agressieve en laag-agressieve jongens de vriendschappen kregen die ze wensten. Daarentegen verwachtten we op basis van selectie per default dat agressieve jongens hun vriendschapswensen niet zouden vervullen. Interacties met de agressie-dummy lieten zien dat agressieve jongens een grotere kans hadden om in een daadwerkelijke vriendschap te zitten met andere agressieve jongens (OR = 1,65) vergeleken met laag-agressieve jongens (OR = 0,96). Wederom, bi-strats verschilden niet significant van laag-agressieve jongens wat betreft hun daadwerkelijke vriendschappen Peer prosociaal gedrag en ontvangen steun We onderzochten de gelijksheidshypothese en selectie per default hypothese ook door te kijken naar prosociaal gedrag en ontvangen (emotionele en praktische) steun. Logistische regressies lieten geen verschillen zien tussen agressieve en laag-agressieve jongens wat betreft voorkeuren voor prosociale peers (Tabel 3). Ook waren er geen verschillen tussen bi-strats en laag-agressieve jongens. Echter, met betrekking tot ontvangen steun, was de kans op een gewenste vriendschap groter naarmate er meer emotionele en praktische steun werd gegeven binnen de vriendschap (OR s = 1,66 en 3,34 respectievelijk). Kijkend naar de interactie met de agressie-dummy (Model 2), vonden we dat agressieve jongens een grotere voorkeur hadden voor peers van wie ze emotionele steun ontvingen dan laag-agressieve jongens 485

8 (OR = 2,66). De resultaten voor daadwerkelijke vriendschappen (Tabel 4) lieten verder zien dat de kans op een vriendschap toenam als er emotionele of praktische steun werd ontvangen (OR = 8,40 en 7,45, respectievelijk), ook al hing peer prosociaal gedrag samen met een kleinere kans op een daadwerkelijke vriendschap. Ook was er een substantieel verschil tussen agressieve jongens en de rest. Interacties met de agressie-dummy lieten zien dat de kans op het ontvangen van emotionele steun in daadwerkelijke vriendschappen kleiner was voor agressieve jongens in vergelijking met laag-agressieve jongens (OR = 4,63 versus OR = 8,58). Kortom, agressieve jongens waren niet in staat om hun vriendschapsvoorkeur op dezelfde manier als bi-strats en laag-agressieve jongens te realiseren wat betreft ontvangen steun. 4 Discussie Het feit dat agressieve jongeren ook agressieve vrienden hebben is niet te verklaren op basis van soort zoekt soort. In overeenstemming met selectie per default, konden agressieve jongens alleen wederzijdse vriendschappen realiseren met agressieve jongens, terwijl ze een voorkeur hadden voor minder agressieve vrienden. Wat vriendschap betreft hebben jongens blijkbaar dezelfde voorkeuren, ongeacht hun eigen agressieve gedrag. Agressieve jongens krijgen alleen niet de vrienden die ze graag willen hebben. Zij moeten ge- Tabel 3 Logistische multilevel analyses van ego en peer kenmerken en sociale steun met betrekking tot gewenste vriendschappen Model 1 Model 2 Odds (95% CI) Odds (95% CI) Ratio Ratio Ego kenmerken Agressie-dummy (1= ja) 1.07 ( ) 1.02 ( ) Bi-strats-dummy (1= ja) 0.68 ( ) 0.88 ( ) Peer kenmerken Agressie 0.93 ( ) 0.91* ( ) Prosociaal gedrag 0.96 ( ) 0.98 ( ) Sociale steun Ontvangen emotionele steun 1.66*** ( ) 1.55*** ( ) Ontvangen praktische steun 3.34*** ( ) 3.49*** ( ) Interacties met agressie-dummy Agressie peer ( ) Prosociaal gedrag peer ( ) Ontvangen emotionele steun * ( ) Ontvangen praktische steun ( ) Interacties met bi-strats-dummy Agressie peer ( ) Prosociaal gedrag peer ( ) Ontvangen emotionele steun ( ) Ontvangen praktische steun ( ) Random effecten Estimate S.E. Estimate S.E. Klas niveau 0.60*** *** 0.07 Individueel niveau 1.17*** *** 0.07 * p <.05; ** p <.01; *** p <.001 Noot. CI = Betrouwbaarheidsinterval; Estimate = Geschatte waarde; S.E. = Standaardfout. 486

9 Tabel 4 Logistische multilevel analyses van ego en peer kenmerken en sociale steun met betrekking tot daadwerkelijke vriendschappen Model 1 Model 2 Odds (95% CI) Odds (95% CI) Ratio Ratio Ego kenmerken Agressie-dummy (1= ja) 0.68* ( ) 0.67 ( ) Bi-strats-dummy (1= ja) 2.36*** ( ) 2.67** ( ) Peer kenmerken Agressie 1.03 ( ) 0.96 ( ) Prosociaal gedrag 0.72*** ( ) 0.72*** ( ) Sociale steun Ontvangen emotionele steun 8.40*** ( ) 8.58*** ( ) Ontvangen praktische steun 7.45*** ( ) 7.40*** ( ) Interacties met agressie-dummy Agressie peer *** ( ) Prosociaal gedrag peer ( ) Ontvangen emotionele steun 0.54* ( ) Ontvangen praktische steun ( ) Interacties met bi-strats-dummy Agressie peer ( ) Prosociaal gedrag peer ( ) Ontvangen emotionele steun ( ) Ontvangen praktische steun ( ) Random effecten Estimate S.E. Estimate S.E. Klas niveau 0.46*** *** 0.07 Individueel niveau 1.11*** *** 0.07 * p <.05; ** p <.01; *** p <.001 Noot. CI = Betrouwbaarheidsinterval; Estimate = Geschatte waarde; S.E. = Standaardfout. noegen nemen met agressieve peers als vrienden. Laag-agressieve jongens daarentegen hadden ook een voorkeur voor minder agressieve vrienden maar hadden wel wederzijdse vriendschappen met peers die slechts gemiddeld scoorden op agressie. Hetzelfde vonden we voor bi-strats. De selectie per default-hypothese werd ook ondersteund door te kijken naar sociale steun. Agressieve, laag-agressieve en bi-strat jongens verschilden niet in hun voorkeuren; alle jongens wilden vrienden die hen emotionele en praktische steun gaven. Sterker nog, agressieve jongens (die zelf laag op prosociaal gedrag scoorden) hadden een sterkere voorkeur voor vrienden die emotionele steun gaven dan laag-agressieve jongens. Echter, als we kijken naar daadwerkelijke vriendschappen dan blijkt dat deze niet overeenkomen met vriendschapsvoorkeuren van agressieve jongens. Zo werden hun daadwerkelijke vriendschappen gekenmerkt door weinig emotionele steun. Dit komt overeen met de bevindingen van Aboud en Mendelson (1996), die stelden dat agressieve jongens weinig alternatieven hebben en genoegen moeten nemen met wederzijdse vriendschappen die van mindere kwaliteit zijn. Onze resultaten lieten vier belangrijke dingen zien: 1 Agressieve jongens hadden een voorkeur voor prosociale vrienden, net als iedereen. 2 Hoewel eerdere studies lieten zien dat veel vriendschappen ontstaan door selectie op basis van gelijkheid (McPherson et al., 2001), blijkt dat 487

10 er bij agressieve jongens in de vroege adolescentie eerder sprake is van selectie per default; ze willen dezelfde vrienden als iedereen, maar kunnen deze niet krijgen en worden daarom vrienden met degenen die (ook) niet door de anderen worden gekozen. Hierdoor zijn ze noodgedwongen bevriend met andere agressieve jongens. 3 Hoewel agressieve jongens hun vriendschapswensen niet kunnen vervullen, zijn ze toch in staat om emotionele steun te krijgen van niet-bevriende peers. Dit lijkt erop te wijzen dat agressieve jongens sommige van hun vriendschapswensen, namelijk de behoefte aan affectie, kunnen vervullen, zonder dat er daadwerkelijk sprake is van een vriendschap. Anderzijds zou het kunnen zijn dat er jongens zijn die vriendelijk en sociaal zijn naar iedereen, ongeacht hun agressieve gedrag. 4 Zoals Hawley, Little en Card (2007) eerder al vonden, zijn de adolescenten die op succesvolle wijze pro- en antisociaal gedrag combineren wellicht het beste af wat hun vriendschappen betreft. Uit onze studie bleek ook dat bi-strats niet verschilden van laag-agressieve jongens en zij hadden het hoogste percentage wederzijdse vriendschappen. Dit raakt aan het eerdere werk van Hawley (1999) waarin zij stelt dat deze bi-strats meer toegang hebben tot belangrijke (sociale) middelen. Het zou dus kunnen zijn dat de mate van agressie niet verantwoordelijk is voor selectie per default, maar juist het gebrek aan prosociaal gedrag. 4.1 Beperkingen Onze studie kent helaas ook een aantal beperkingen. Ten eerste is onze studie cross-sectioneel van aard en daarom is het niet mogelijk om het vriendschapsselectieproces zelf te bestuderen. Daarnaast waren de vriendschapsnominaties beperkt tot de eigen schoolklas. Echter, Kiesner, Poulin en Nicotra (2003) hebben ook laten zien dat de buitenschoolse omgeving erg belangrijk is. In andere omgevingen (bijvoorbeeld de buurt) zouden agressieve jongeren misschien wel de gewenste vriendschappen kunnen krijgen. Waar agressie als nadelig wordt gezien op school, kan het op het sportveld wellicht als een voordeel worden gezien. Ook zouden agressieve jongens buiten school misschien wel in hun behoefte voor emotionele steun kunnen voorzien. Tot slot zou het ook kunnen zijn dat agressieve jongens niet goed zijn in het sluiten van vriendschappen en zich in plaats daarvan meer richten op het onderdeel uitmaken van een grotere groep. Op deze manier hebben ze geen hechte vriendschappen en kunnen ze toch nog profiteren van sociale steun vanuit de groep. Een andere beperking heeft te maken met sekseverschillen in agressie. Omdat we alleen keken naar openlijke vormen van agressie, konden we alleen jongens in onze analyses opnemen. In toekomstig onderzoek zou het echter wenselijk zijn om ook te kijken naar andere vormen van agressie, zoals relationele agressie. In de context van de huidige studie is relationele agressie echter ambigue omdat het ook geassocieerd wordt met acceptatie door peers en andere positieve uitkomstmaten (Heilbron & Prinstein, 2008). Ten slotte was de operationalisatie van gewenste vriendschappen niet optimaal. We vroegen niet direct aan de deelnemers welke vrienden zij wensten, maar maten dit indirect via eenzijdige vriendschapsnominaties. Echter, omdat deelnemers tussen de 1 en 16 vrienden nomineerden, lijkt het waarschijnlijk dat een deel van deze nominaties geen echte vrienden betreft, maar eerder laat zien met wie iemand bevriend zou willen zijn (zie ook Hektner et al., 2000). 488

11 4.2 Toekomstig onderzoek en de praktijk Toekomstig onderzoek zou zich kunnen toespitsen op de vraag of agressieve jongens zich ook tegen hun vrienden keren (Leary & Katz, 2005) of dat hun agressie zich beperkt tot niet-vrienden (Card & Hodges, 2006). Verder zou het interessant zijn om te kijken wat de negatieve invloeden van selectie per default op de sociale ontwikkeling van agressieve jongens is. Longitudinale studies zouden zich ook kunnen richten op het causaliteitsvraagstuk: gaat selectie per default vooraf aan de ontwikkeling van ernstiger vormen van agressie door wederzijdse beïnvloeding? Agressieve jongeren ontberen bepaalde sociale vaardigheden, zoals empathie en inlevingsvermogen, die belangrijk zijn om sociale doelen te vervullen (Wentzel et al., 2007). Ook is een gebrek aan intelligentie en empathie gekoppeld aan agressieve conflictoplossing (Björkqvist, Österman & Kaukiainen, 2000). Dergelijke sociale handicaps kunnen worden versterkt door selectie per default doordat agressieve jongeren bevriend raken met andere agressieve, weinig sociale peers. Op deze manier komen ze met agressieve omgangsstijlen in contact, met als gevolg dat ze steeds minder aantrekkelijk worden als vriend voor niet-agressieve peers. Selectie per default zou dus kunnen resulteren in een vicieuze cirkel. In een overzichtsartikel naar antisociaal gedrag, lieten Gifford-Smith, Dodge, Dishion en McCord (2005) zien dat in veel interventies risicojeugd wordt afgezonderd van prosociale, niet-deviante peers. Gezien de processen van selectie per default, zou het misschien beter zijn om interacties tussen agressieve en niet-agressieve jeugd te blijven stimuleren. Hiervoor is ook empirisch bewijs geleverd door Adams, Bukowski en Bagwell (2005) die lieten zien dat het hebben van laag-agressieve vrienden leidde tot een afname van agressie in agressieve jongeren over een periode van zes maanden. Verder leidde een buddy-systeem tussen agressieve en niet-agressieve jongens tijdens een zomerkamp ook tot een afname van agressief gedrag, zelfs als de buddy s geen vrienden van elkaar waren (Hektner, August & Realmuto, 2003). Dergelijke interventies kunnen profiteren van de kennis dat agressieve, weinig sociale jongens graag sociale vrienden willen, net als iedereen. Echter, wat ze waarschijnlijk ontberen zijn de sociale vaardigheden die hen de mogelijkheid geven hun vriendschapswensen te vervullen. NOTEN 1 Dit artikel is gebaseerd op: Sijtsema, J.J., Lindenberg, S. & Veenstra, R. (2010). Do they get what they want or are they stuck with what they can get? Testing homophily against default selection for friendships of highly aggressive boys. The TRAILS study. Journal of Abnormal Child Psychology, 38, Vriendschapsselectie per default houdt in dat het kiezen van vrienden een onwillekeurig proces is en dat vriendschappen worden gesloten bij gebrek aan beter. 3 Bi-strats zijn jongeren die pro- en antisociale gedragsstrategieën met elkaar combineren. GERAADPLEEGDE LITERATUUR Zie hiervoor 489

12 O V E R DE AUTE URS Dr. Jelle J. Sijtsema is werkzaam als universitair docent bij de afdeling Ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit van Tilburg en houdt zich bezig met de ontwikkeling van agressie en depressie bij jongeren. j.j.sijtsema@uvt.nl Prof. dr. Siegwart Lindenberg is hoogleraar bij de vakgroep Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en de vakgroep Sociale Psychologie aan de Universiteit van Tilburg en houdt zich bezig met cognitieve sociologie. Prof. dr. René Veenstra is hoogleraar bij de vakgroep Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en houdt zich bezig met de sociale ontwikkeling van adolescenten. 490

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Pesten als groepsproces: Over pestkoppen, verdedigers en slachtoffers

Pesten als groepsproces: Over pestkoppen, verdedigers en slachtoffers Pesten als groepsproces: Over pestkoppen, verdedigers en slachtoffers René Veenstra Vakgroep Sociologie Rijksuniversiteit Groningen 1 Rocky: De enige reden waarom George aardig tegen ons doet is omdat

Nadere informatie

Wie geeft hulp, wie ontvangt hulp en wie helpt wie? Hoe hangt het geven en ontvangen van hulp samen met vriendschap?

Wie geeft hulp, wie ontvangt hulp en wie helpt wie? Hoe hangt het geven en ontvangen van hulp samen met vriendschap? De overgang van de basisschool naar de middelbare school kent vele uitdagingen. Jongeren krijgen te maken met sociale, biologische en cognitieve veranderingen, zoals de puberteit, spanningen in de relatie

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

De relatie tussen niet-wederkerige vriendschap, depressie en agressie bij jonge adolescenten. Universiteit van Tilburg

De relatie tussen niet-wederkerige vriendschap, depressie en agressie bij jonge adolescenten. Universiteit van Tilburg De relatie tussen niet-wederkerige vriendschap, depressie en agressie bij jonge adolescenten Universiteit van Tilburg Auteur: Linda Dankers Begeleider: Jelle Sijtsema Bachelorthesis Klinische Gezondheidspsychologie

Nadere informatie

Pro- en antisociaal gedrag en sociale netwerken

Pro- en antisociaal gedrag en sociale netwerken Pro- en antisociaal gedrag en sociale netwerken Doctoraalscriptie Vakgroep Sociologie Rijksuniversiteit Groningen Begeleider: dr. R. Veenstra Referent: prof. dr. R.P.M. Wittek Augustus 2007 door Tarja

Nadere informatie

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E.

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Ontwikkeling van Antisociaal Gedrag - Invloed van een Preventieve Interventie -

Ontwikkeling van Antisociaal Gedrag - Invloed van een Preventieve Interventie - Ontwikkeling van Antisociaal Gedrag - Invloed van een Preventieve Interventie - Pol van Lier Afdeling Ontwikkelingspsychologie vrije Universiteit amsterdam Overzicht Presentatie 1. Ontwikkeling van antisociaal

Nadere informatie

Blijven kinderen pesten en gepest worden?

Blijven kinderen pesten en gepest worden? Blijven kinderen pesten en gepest worden? Een longitudinaal onderzoek naar de stabiliteit van pestgedrag en slachtofferschap onder jonge adolescenten Marjolein Kolstein Vakgroep Sociologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Stay in or drop out. 10 november Dit project wordt mogelijk gemaakt door:

Stay in or drop out. 10 november Dit project wordt mogelijk gemaakt door: Stay in or drop out 10 november 2011 Dit project wordt mogelijk gemaakt door: Promotie onderzoek 2010-2014 Symptom dimensions in youth on the pathway to drop-out Prof. Dr. Frans Feron Dr. Petra Verdonk

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

Persoon-groepdissimilariteit in de betrokkenheid bij pesten en de relatie met sociale status

Persoon-groepdissimilariteit in de betrokkenheid bij pesten en de relatie met sociale status Persoon-groepdissimilariteit in de betrokkenheid bij pesten en de relatie met sociale status M. Sentse, R. Scholte, C. Salmivalli en M. Voeten Samenvatting In deze studie is het persoon-groepdissimilariteit-model

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

Populaire jongeren zetten een norm voorvriendschappenenagressiein de klas

Populaire jongeren zetten een norm voorvriendschappenenagressiein de klas Artikelen Populaire jongeren zetten een norm voorvriendschappenenagressiein de klas Lydia Laninga-Wijnen Zeena Harakeh ChristianE.G.Steglich JanKornelisDijkstra RenéVeenstra Wilma A.M. Vollebergh Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Running head: SOCIALE NETWERK EN RELATIONELE AGRESSIE 35. Het sociale netwerk en relationele agressie

Running head: SOCIALE NETWERK EN RELATIONELE AGRESSIE 35. Het sociale netwerk en relationele agressie Running head: SOCIALE NETWERK EN RELATIONELE AGRESSIE 35 Het sociale netwerk en relationele agressie Onderzoek naar de positie van een individu in het sociale netwerk en de mate van relationele agressie

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Sociaal netwerkadvies

Sociaal netwerkadvies Invuldatum vragenlijst: 27-11-2012 Publicatiedatum: Sociaal netwerkadvies Conceptrapportage klas KiVa testschool In opdracht van: Contactgegevens: Testschool Gijs Gijs Huitsing Grote Rozenstraat 31 9712

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Master Kinder- en Jeugdpsychologie THESIS

Universiteit Utrecht Master Kinder- en Jeugdpsychologie THESIS Universiteit Utrecht Master Kinder- en Jeugdpsychologie THESIS 'Sociaal teruggetrokken gedrag in relatie met het gebruik van competitiestrategieën, slachtofferschap van pestgedrag en het bewustzijn van

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39113 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fortuin, Janna Title: Birds of a feather... Selection and socialization processes

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD Onderzoeker J.Geerlings@uu.nl Overzicht 1) Inleiding 2) Wat hebben we precies onderzocht? 3) Hoe gaan we om met verschillen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten VGCT najaarscongres 2011 Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten Elske Salemink, Universiteit van Amsterdam In samenwerking met Reinout Wiers (Universiteit van

Nadere informatie

Werken met (etnisch) gemengde groepen: een wereld te winnen

Werken met (etnisch) gemengde groepen: een wereld te winnen Werken met (etnisch) gemengde groepen: een wereld te winnen 07.02.2012 1 Tobias Stark Rijksuniversiteit Groningen Vakgroep Sociologie Kerndoel 2 van de Verlengde Schooldag Sociale competenties ontwikkelen

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

Pesten. Ouderavond Basisschool Brakkenstein Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon)

Pesten. Ouderavond Basisschool Brakkenstein Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon) Pesten Ouderavond Basisschool Brakkenstein 25-10-2018 Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon) 1 Pesten en gepest worden Thema s: - definitie, prevalentie, en betrokkenheid - effecten

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

Oorzaken en effecten van pesten bij kinderen

Oorzaken en effecten van pesten bij kinderen Oorzaken en effecten van pesten bij kinderen Naam: Marleen Panhuijsen Collegekaartnummer: 0101737 Begeleider: P. M. J. Prins Programmagroep: Klinische Psychologie Datum:24-10-2005 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Betrokkenheid bij pesten op de basisschool en het sociaal functioneren in het voortgezet onderwijs. Een longitudinale studie.

Betrokkenheid bij pesten op de basisschool en het sociaal functioneren in het voortgezet onderwijs. Een longitudinale studie. Betrokkenheid bij pesten op de basisschool en het sociaal functioneren in het voortgezet onderwijs. Een longitudinale studie. Gerbert Haselager Lezing op het VU-ACK-Symposium: Pesten; over leven in een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017 Bloody Mary Vrouwen als dader Mars versus Venus of een beetje van beiden Anne-Marie Slotboom Universitair hoofddocent strafrecht en criminologie, VU 1 2 o Veel stereotypen over verschillen tussen mannen

Nadere informatie

Het effect van verschillende soorten vriendschappen in de klas op de interetnische attitudes van Nederlandse jongeren

Het effect van verschillende soorten vriendschappen in de klas op de interetnische attitudes van Nederlandse jongeren Het effect van verschillende soorten vriendschappen in de klas op de interetnische attitudes van Nederlandse jongeren Bachelorproject Sociologie Universiteit van Utrecht Datum: 20 juni 2014 Auteurs: Lisa

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam)

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam) Samenvatting Associatie tussen gehoorverlies en psychosociale gezondheid bij 18 tot 70 jarigen: eerste resultaten van de Nationale Longitudinale Studie naar Horen (NL-SH). J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M.

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen

Nadere informatie

De rol van de Dark Triad bij de samenhang tussen sociale afwijzing en agressief gedrag. K.P.L.E. Jansen ANR:

De rol van de Dark Triad bij de samenhang tussen sociale afwijzing en agressief gedrag. K.P.L.E. Jansen ANR: Running Head: ROL DARK TRIAD BIJ SAMENHANG SOCIALE AFWIJZING EN AGRESSIEF GEDRAG De rol van de Dark Triad bij de samenhang tussen sociale afwijzing en agressief gedrag K.P.L.E. Jansen ANR: 536761 Masterthesis

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN

DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN DE ROL VAN NABIJHEID EN CONFLICT IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dr. Maaike Engels Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Sociologie Interuniversity Center for Social Science Theory

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

3 Schoolbeleving. Simone de Roos & Rob Gommans

3 Schoolbeleving. Simone de Roos & Rob Gommans schoolbeleving Schoolbeleving Simone de Roos & Rob Gommans School speelt een belangrijke rol in het leven van jongeren. Zij brengen een groot deel van hun tijd door op school, doen er kennis op en leren

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 1 1 DEEL I INVLOEDEN 13

Inhoud. Voorwoord 1 1 DEEL I INVLOEDEN 13 Inhoud Voorwoord 1 1 DEEL I INVLOEDEN 13 1 Het sociale ontwikkelingstraject 1 5 1 Inleiding 1 5 2 Sociale vaardigheden 1 6 3 Aspecten van sociale competentie 1 7 4 Het ik en de ander 1 8 5 Een verwant

Nadere informatie

Resultaten. 6. Tijdens het interviewen bleek:

Resultaten. 6. Tijdens het interviewen bleek: HALL, L.J. en McGREGOR, J.A.(2000), A Follow-Up Study of the Peer Relationships of Children with Disabilities in an Inclusive School, The Journal of Special Education, vol.34, 3, 114-126. De voorstanders

Nadere informatie

Stabiliteit in pesten en gepest worden: associaties met sociaal functioneren op de basisschool en middelbare school

Stabiliteit in pesten en gepest worden: associaties met sociaal functioneren op de basisschool en middelbare school Stabiliteit in pesten en gepest worden: associaties met sociaal functioneren op de basisschool en middelbare school Ron Scholte, Rutger Engels, Gerbert Haselager & Raymond de Kemp Abstract This longitudinal

Nadere informatie

15/04/15. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Vandaag. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Overzicht Uitwerking & Verkenning Discussiepunten Eerste afspraken

15/04/15. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Vandaag. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Overzicht Uitwerking & Verkenning Discussiepunten Eerste afspraken 15/04/15 Prof. dr. Bram Orobio de Castro Prof. dr. Toon Cillessen Prof. dr. Pol van Lier Prof. dr. Rene Veenstra Prof. dr. Maja Dekovic Prof. dr. Rutger Engels Prof. dr. Ron Scholte Prof. dr. Ernest Hodges

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek 1 Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen»

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie