Onderstaand schema geeft aan wat de kinderen standaard als huiswerk meekrijgen.

Transcriptie

1 Huiswerk en thuiswerk Bij ons op school maken we onderscheid tussen huiswerk en thuiswerk. Huiswerk is het werk wat door alle kinderen van de groep gedaan moet worden. Thuiswerk is werk wat door enkele kinderen als extra oefenwerk thuis wordt gemaakt. Thuiswerk wordt na overleg met de ouders aan de kinderen meegegeven. Onderstaand schema geeft aan wat de kinderen standaard als huiswerk meekrijgen. Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 1. babbelbeurt over iets dat de leerling zelf leuk vindt. Bijv. een hobby, huisdier of sport o.i.d. 2. incidenteel moeten er tafels geoefend worden wereldoriëntatie: opdracht om iets van thuis mee te nemen, bijvoorbeeld postzegels 3. incidenteel moeten er tafels en/of toetsen geoefend worden wereldoriëntatie: toetsen(minimaal een week tevoren opgegeven) 4. incidenteel: rekenblad, taalblad, ander werk afmaken/oefenen 2. (Power Point mag ter ondersteuning) 3. wereldoriëntatie: toetsen thuis 4. werkbladen: tot de kerst 1 per week, na de kerst 2 per week. 5. incidenteel: toetsen 2. (Power Point mag ter ondersteuning) 3. wereldoriëntatie: toetsen thuis 4 werkbladen: 2 per week 5. incidenteel: toetsen N.B. Voor kinderen met leer- en of leesproblemen zijn er speciale afspraken.

2 Het schema hieronder laat zien hoe we op school door de jaren heen een opbouw hebben gemaakt ten opzichte van het huiswerk. Ook kunt u zien en lezen welke eisen er aan de verschillende onderdelen worden gesteld. Onderwerp Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Vertellen vrije babbelbeurt van 2 minuten van 4 min. van 5 min. van 10 min. (geen huisdieren) van 10 min. (geen huisdieren) Leesbele ving Boekbespreking De kinderen vertellen in het kort hoe het boek heet, waar het over gaat, wie de schrijver is en geven een beschrijving van de personages. Ook lezen ze een stukje voor. Zie groep 6 de schrijvers beschrijving en een duidelijke eigen mening. Zie groep 7 een reclame rondje.

3 Onderwerp Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Leerwerk De tafels 1,2,3,4,5 en 10 oefenen voor het tafeldiploma. Tafels leren voor het tafeldiploma. De toetsen worden op school geleerd, indien nodig ook thuis. Voor en geldt dat er steeds een ander onderwerp gekozen moet worden. Al het werk dat wij als huiswerk zien kunnen de kinderen in principe alleen doen. Zij zijn op school immers al voorbereid op het werk. Het kan natuurlijk gebeuren dat kinderen als ze het alleen moeten doen in paniek raken en niet meer weten wat of hoe ze iets moeten doen. Het is dan vanzelfsprekend dat u uw kind mag helpen.

4 hoe ga je te werk? onderwerp kiezen Kies een onderwerp waar je graag iets over wil vertellen in de groep en wat leuk of interessant is om naar te luisteren, zoals bijvoorbeeld: sport, een hobby, club, huisdier, enz. Verzamelen 1. Zoek in boeken, bij je club, in de bibliotheek of documentatiecentrum naar nog meer informatie over je onderwerp. Probeer er zoveel mogelijk over aan de weet te komen. Natuurlijk kun je ook andere bronnen gebruiken, zoals bijv. internet 2. Zoek foto s, spullen enz. om te laten zien aan de groep. 3. Als het mogelijk is kun je de groep iets geven wat met je onderwep te maken heeft. 4. Je mag er ook iets creatiefs bij maken, bijv. een bordtekening. Op papier Maak op papier een indeling hoe je wilt beginnen, wat je wilt vertellen, in welke volgorde en waar je mee wilt eindigen Voorbeeld: - ik begin met - dan vertel ik iets over. - hierbij laat ik zien. - Ik eindig met.. Vragen beantwoorden Bereid je goed voor op vragen die er gesteld kunnen worden. Laat je vader of moeder vragen voor je verzinnen. Taalgebruik Spreek luid en duidelijk, probeer niet te snel te praten. Spiekbriefje Zie het stukje op papier Beoordeling, waar wordt op gelet en naar gekeken: 1. duidelijk spreken 2. geschikt onderwerp 3. vragen beantwoorden 4. iets extra s 5. tip: let de volgende keer op..

5 Boekbesprekingformulier groep 6 t/m 8 Groep 6 1. Het boek heet.. 2. De schrijver is.. 3. Laat de voorkant van je boek zien. 4. Waar gaat het verhaal over? Vertel.. 5. Lees een stukje voor uit je boek ( een leuk, droevig of juist spannend stukje) En maak er nog een tekening bij over het boek. 1. hoofdpersoon beschrijven: hoe ziet de persoon eruit, laat een tekening zien uit je boek, vertel iets over wat hij/zij meemaakt Groep 7 Groep 8 1. schrijversbeschrijving: naam geboortedatum plaats andere boeken 2. eigen mening: wat vond je zelf van het verhaal? 3. O spannend O makkelijk O grappig O saai O moeilijk O droevig O ik weet het niet O het gaat wel O geen van twee Reclame rondje: maak een poster, een creatief werk..