gemeente Eindhoven Betreft Resultaten evaluatie onderhoud openbare ruimte.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Inboeknummer Dossiernummer 7 juli 2008 Raadsinformatiebrief Betreft Resultaten evaluatie onderhoud openbare ruimte. Inleiding In de periode januari tot en met mei 2008 heeft de evaluatie van het onderhoud van de openbare ruimte plaatsgevonden. Doel van deze evaluatie was het inzichtelijk maken van de huidige situatie van het onderhoud van de stad en wat het resultaat is van de extra middelen die tot op heden voor het onderhoud beschikbaar zijn gesteld. In de evaluatie wordt onderscheid gemaakt tussen de kwaliteit van de onderwerpen die vallen onder schoon en netjes (het reinigen van de openbare ruimte, zoals het vegen van wegen, verwijderen van onkruid en het legen van prullenbakken) en de onderwerpen die vallen onder heel en veilig (de technische staat van verharding, groen en objecten). De kwaliteit is beoordeeld op basis van objectieve gegevens (steekproeven die buiten worden gehouden in het kader van de kwaliteitsmonitor) en de tevredenheid van bewoners. De tevredenheid is geanalyseerd op basis van tevredenheidsonderzoeken die jaarlijks onder bewoners worden uitgezet, een aparte enquête onder het Digipanel en interviews met een aantal instellingen. Naast de kwaliteit van het onderhoud is ook onderzoek gedaan naar het aantal klachten en het klachtenmeldingensysteem en naar de communicatie over het onderhoud. Besluit van college van burgemeester en wethouders Naar aanleiding van de evaluatie de volgende aanbevelingen overnemen: Direct oppakken: 1.1 verscherpt toezicht op aannemers handhaven 1.2 extra inzet in de gemeentelijke openbare ruimte op/rondom veel bezochte locaties zoals winkelcentra/ -strips, zorgcentra, ziekenhuizen, parken etc) (o.a. gericht op zwerfafval, onkruid en rommel rond afvalbakken). Betrokken belanghebbenden zullen aangesproken worden op hun verantwoordelijkheden. Aan de hand van een pilot inzichtelijk maken wat de effecten en extra kosten zijn; 1.3 voortvarend uitvoeren van het nieuwe honden- en graffitibeleid en kritisch volgen van de resultaten; 1.4 opstellen van plan van aanpak voor het tegengaan van vernielingen in de openbare ruimte;

2 1.5 voortzetten en uitbreiden van innovatieve middelen om onkruid op verhardingen te verminderen of te voorkomen (zoals het toepassen van voegvullingen); 1.6 onkruid in bosplantsoen als apart thema opnemen en hiervoor een C- kwaliteit vaststellen; 1.7 afspraken maken met woningbouwcorperaties over het reinigen van de voeg langs gevels en hiermee starten in de krachtwijken; 2.1 vanuit NRE middelen uitvoeren project verminderen palen en borden in openbare ruimte; 2.2 vanuit de NRE middelen en de onderhoudsprogramma s extra aandacht laten gaan naar het onderhoud van voetpaden (programma openbare ruimte) en groenrenovaties (programma groen). Hierbij wordt extra rekening gehouden met slim investeren; 2.3 voortzetten van de algemene verbetering op het gebied van aanbesteden (niet alleen op prijs, maar ook op kwaliteit); 2.4 opstellen verordening kabels en leidingen; 2.5 beeldkwaliteit uit de kwaliteitscatalogus openbare ruimte van het CROW (publicatie 245) overnemen en vaststellen; 2.6 opnemen vraag over tevredenheid voetpaden in inwonersenquête; 3.1 doorgaan met goede communicatie over werkzaamheden in de buurt, met een uitleg over de werkzaamheden en planning. Hiervoor worden brieven/wijkinfo s en digitale nieuwsbrieven gebruikt; 3.2 communicatie over cyclisch onderhoud verbeteren; 3.3 zorgen dat (achtergrond)informatie over het onderhoud van de stad te raadplegen is via internet; 3.4 promoten van mijn Eindhoven zodat dit het medium wordt om mensen persoonlijk van informatie te voorzien; 3.5 vanuit de stadsdelen acties uitvoeren om het autovrij maken voor het vegen van wegen in de groene gebieden uit de evaluatie te stimuleren; 3.6 vanuit de stadsdelen acties uitvoeren om het uitvoeren van opruimacties te stimuleren. Nader onderzoek: 1.8 nader onderzoek uitvoeren naar de beeldkwaliteit voor zwerfvuil in relatie tot het verwachtingspatroon van bewoners; 1.9 verminderen van zwerfvuil door het aanpassen van de wijze van aanbieden van oud papier (onderzoeken wijze waarop); 1.10 per stadsdeel een plan van aanpak opstellen om het voorkomen van zwerfvuil gericht aan te pakken; 1.11 extra aandacht naar parken (zie 1.2), waarbij de mogelijkheid tot het instellen van een parkwacht wordt onderzocht; 2.7 uitvoeren van onderzoek naar locaties waar sprake is van achterstanden op het gebied van groen en het uitvoeren van groenrenovaties; 2

3 2.8 uitvoeren van een nieuwe evaluatie onderhoud openbare ruimte in verhogen van de bekendheid van de aanspreekpunten (Stadsdelen) door betere profilering; 4.1 schaf een nieuw meldingensysteem aan en nieuwe procedures opstellen met betrekking tot het beheer van het systeem, verwerking van de meldingen (wie mag in het systeem etc) en klachtafhandeling (verstrekken informatie aan klant). Bij de aanschaf van een nieuw systeem is het van belang dat dit voldoet aan de laatste technieken. Via een webapplicatie moet het voor bewoners mogelijk zijn om meldingen te doen en de afhandeling van de melding te volgen; 4.2 geef medewerkers die vaak buiten zijn (waaronder Stadstoezichthouders) een signalerende taak in de openbare ruimte. Daarbij wordt tevens onderzocht of het mogelijk is medewerkers van CURE een signalerende functie te geven; 4.3 uitvoeren van een nieuwe evaluatie onderhoud openbare ruimte in 2010 Argumenten 1.1 t/m Schoon en netjes Uit de evaluatie blijkt dat er een verschil zit tussen de feitelijke meting van de kwaliteit van de openbare ruimte (objectief) en de beleving daarvan door bewoners (tevredenheid, subjectief). Zo blijkt uit kwaliteitsmetingen dat de feitelijke kwaliteit van de openbare ruimte op het gebied van schoon en netjes (reinigen) aanzienlijk gestegen is en bijna geheel voldoet aan de doelstellingen. Alleen de thema s hondenpoep, onkruid in groen en graffiti blijven achter, maar verwacht wordt dat de doelstellingen in 2010 gehaald worden. Bewoners zijn echter niet tevreden over de aanpak van de thema s die onder schoon en netjes vallen. Over geen van de thema s is men tevreden ook al voldoen de thema s wel aan de objectieve norm. Ontevredenheid is het grootst over zwerfvuil, hondenpoep, onkruid en graffiti. Gezien de mate van ontevredenheid wordt verwacht dat de doelstellingen voor deze onderwerpen in 2010 niet gehaald worden. Nader onderzoek naar de reden van ontevredenheid op het gebied van zwerfvuil (komt de verwachting overeen met de vastgestelde beeldkwaliteit) is nodig om dit verschil te verklaren. De voorstellen 1.1 t/m 1.10 zijn aanbevelingen om de kwaliteit van de items schoon en netjes verder te verbeteren. 2.1 t/m 2. 8 Heel en veilig Uit de kwaliteitsmonitor (objectief) blijkt dat er op een groot aantal gebieden nog steeds achterstanden is (onder andere op het gebied van verharding, markering, gazons/grasvelden en boomspiegels). De extra financiële middelen die in 2006 en 2007 beschikbaar zijn gesteld (NRE-middelen en de structurele impuls) hebben geleid tot voorbereiding en uitvoering extra projecten (waaronder 25 herstraatprojecten en 33 groenrenovaties). De eerste resultaten van de extra 3

4 financiële impuls zijn echter pas recent zichtbaar worden. De resultaten van de investeringsimpuls zijn op dit moment nog beperkt zichtbaar, omdat planvorming en voorbereiding enige tijd in beslag neemt. Daarom wordt voorgesteld wordt om over 2 jaar een nieuwe evaluatie uit te voeren. Op dat moment zouden de effecten van de extra investeringen meetbaar moeten zijn. Bewoners zijn ondanks de achterstanden redelijk tevreden. Naar verwachting zullen de doelstellingen op het gebied van tevredenheid in 2010 gehaald worden. Aandacht wordt met name gevraagd voor het onderhoud van voetpaden. In de onderhoudsprogramma s voor 2009 en 2010 zal hier extra aandacht naar toe gaan. De voorstellen 2.1 t/m 2.8 leveren een bijdrage aan het behalen van de kwaliteitsdoelstellingen voor de items heel en veilig. 3.1 t/m 3.7 Communicatie en burgerparticipatie In de evaluatie is verder onderzocht of de huidige vorm van communicatie over het onderhoud van de openbare ruimte voldoende is. Het blijkt dat 1 à 2 maal per jaar communiceren over onderhoud voldoende is. Informatie over planning en de inhoud van plannen is daarbij het belangrijkst. Informatie ontvangt men het liefst via een persoonlijke benadering via een wijkinfo of digitale nieuwsbrief. Het gaat daarbij met name om op maat gesneden informatie over onderhoud in de directe woonomgeving. Burgers kunnen door bugerparticipatie meer betrokken worden bij hun leefomgeving. Uit de evaluatie blijkt dat het autovrij maken van straten voor het vegen van wegen en het houden van opruimacties relatief de meeste kans van slagen heeft. Voorgesteld wordt om vanuit de stadsdelen acties uit te voeren om burgerparticipatie op deze gebieden te stimuleren. De voorstellen 3.1 t/m 3.7 dragen bij aan een verbeterde communicatie op het gebied van onderhoud van de openbare ruimte. 4.1 t/m 4.2 Klachten Uit de klachtenanalyse blijkt dat de Eindhovenaar weet waar een klacht gemeld jan worden. Het aantal klachten stijgt jaarlijks. De meeste klachten hebben betrekking op voetpaden, illegale stort en verkeersmeubilair. De afhandeling van klachten moet beter. Met name bij klachten die niet direct verholpen kunnen worden, is het wenselijk mensen over de klachtafhandeling te informeren. Het huidige klachtenregistratiesysteem is gebruiksonvriendelijk en niet toereikend om goede analyses te verrichten. Daarvoor is het nodig om het systeem te vervangen. Met een nieuw systeem wordt het tevens mogelijk om op klachten te monitoren. Door medewerkers van de gemeente die buiten werken een signalerende taak in de openbare ruimte te geven (en snel in te spelen op hun signalen) moet het aantal klachten afnemen. De voorstellen 4.1 t/m 4.3 zijn nodig om het proces rondom klachtafhandeling te verbeteren. Uitvoering van de aanbevelingen die naar aanleiding van de evaluatie gedaan zijn, moet leiden tot een verdere verbetering van het onderhoud van de openbare ruimte. In 2010 zal het onderhoud opnieuw geëvalueerd worden en zal onderzocht worden 4

5 wat de effecten zijn van deze extra inspanningen. Ter inzage gelegde stukken b evaluatie onderhoud openbare ruimte 2008 b Onderzoek BIO: Opruimen, repareren, informeren, participeren? Deelonderzoek evaluatie onderhoud openbare ruimte (rapportnummer 1086) Burgemeester en wethouders van Eindhoven, secretaris I:\pr\Antoinet\bestuurlijke documenten\2008\be ribevaluatoeonderhoudopo.doc 5