NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING

Transcriptie

1 NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING A - 2 STAALSOORTEN VOOR THERMISCHE BEHANDELING EN THERMISCH BEHANDELDE STUKKEN UITGAVE: 12/1983

2 Index Voorwerp...4 Documenten...4 Hoofdstuk I STOFFEN Bereidings- en fabricatiemethoden Toleranties op gewicht en afmetingen Verwezenlijking van de proeven Merken (bijkomende alinea) Typeleveringseisen en proeven voor de staalsoorten van NBN , -03, -04, en Hoofdstuk II THERMISCH BEHANDELDE STUKKEN Gebruikte stoffen Kenmerken van de gebruikte stoffen Controle op de gebruikte stoffen Keuring door de leverancier, erkend door de NMBS voor het uitvoeren van proeven Met keuring door de NMBS Stukken Fysische en geometrische kenmerken Uitzicht en gaafheid Geometrische kenmerken Merken Vervaardiging van de stukken Voorbewerking Afwerking Thermische behandelingen Eventuele bijwerkingen Controle Controle op de vervaardiging Aanbieding ter keuring Aard en verhouding van de proeven en te bekomen resultaten Geharde en ontlaten stukken Aard en verhouding van de proeven Uitvoering van de proeven en te bekomen resultaten Nemen van de proefstaafjes In de fabriek uitgevoerde proeven In het laboratorium van de NMBS uitgevoerde proeven Gecarboneerde stukken Aard en verhouding van de proeven Uitvoering van de proeven en te bekomen resultaten Rockwell-hardheid en carboneringsdiepte Vervormingsproef Chemische ontleding Genitreerde stukken Aard en verhouding van de proeven Uitvoering van de proeven en te bekomen resultaten Vickers-harheid Micrografie en nitreringsdiepte Chemische ontleding Stukken met oppervlakteharding Aard en verhouding van de proeven Uitvoering van de proeven en te bekomen resultaten Rockwell-hardheid Structuur Hardingsdiepte Chemische ontleding Allerlei voorschriften Bescherming tegen corrosie Waarborg Pagina 2 van 23

3 1. Merken Symbolen en kleuren...20 OMZETTINGSTABEL...21 Pagina 3 van 23

4 Voorwerp Onderhavige technische bepaling geldt voor de levering van staalsoorten voor thermische behandeling en thermisch behandelde stukken. Voor sommige mechanische stukken zijn er bijzondere technische bepalingen, zodat onderhavige technische bepaling niet voor die stukken geldt ; voorbeelden : - verenstaal en veren ; - looporganen : wielassen, wielen, enz. Documenten De N.B.N. normen , -02, -03, -04, , A11 104, A en de UIC-fiches 811, 800/50 zijn van toepassing en worden in voorkomend geval met onderhavige technische bepaling aangevuld. Pagina 4 van 23

5 Hoofdstuk I STOFFEN De NBN's , -02, -03, -04 en 06 zijn van toepassing, behoudens de volgende verduidelijkingen en aanvullingen voor de alinea's waarvan de nummers in de rand vermeld zijn. 3. Bereidings- en fabricatiemethoden 3.1. Het staal moet verplicht volgens een van de volgende methoden worden bereid : elektrische oven, Siemens-Martin-oven of convertor met van boven ingeblazen zuivere zuurstof Alle staalsoorten moeten gekalmeerd zijn, wat door middel van een Baumann-macrografie wordt nagegaan. Al de ter keuring aangeboden en in NBN , -03, -04 en 06 genoemde soorten moeten die proef ondergaan. 8. Toleranties op gewicht en afmetingen 8.4. De NBN normen , -52, -53, -54, -55, -56 en (uitgave 1952) "Toleranties" zijn van toepassing. De afwijkingen betreffende halfproducten worden nochtans gewijzigd als volgt : - op de lengte + 1,5 % (doch ten hoogste + 50 mm) op de zijden + 3 % 11. Verwezenlijking van de proeven Baumann-macrografie De macrografische heterogeniteit wordt door middel van de Baumannproef gecontroleerd. Verhouding van de proeven Er wordt 1 proef per ton uitgevoerd, met een maximum van 4 proeven per gieting. Voor blooms wordt de proef uitgevoerd op de eerste bloom, kant kop van de gietblok ; bij niet onberispelijke afdruk, de bloom afkeuren en verder gaan met de volgende blooms, totdat er een aanvaardbare afdruk wordt verkregen. Te bekomen resultaten De macrografie moet een gelijkmatige kleur hebben en mag geen duidelijke plaatselijke gebreken vertonen; de fig. 1, 3, 4, 5, 6 en 7 van UIC-fiche 811 stellen aanvaardbare grensgevallen voor. Pagina 5 van 23

6 Micrografisch onderzoek Het onderzoek wordt uitgevoerd vanat het oppervlak van het product. De afmetingen van het monster voor micrografisch onderzoek bedragen 20x15x10mm voor stukken met een dikte of diameter kleiner dan 100 mm en 40x15x10 mm voor de andere producten. Het monster wordt genomen uit een schijf, dewelke 50 mm van één der uiteinden verwijderd is. Verhouding van de proeven Er wordt één micrografisch onderzoek uitgevoerd per keuringseenheid, d.w.z. per gieting en per soort van stukken die samen dezelfde thermische behandeling (zoals vermeld in , en van NBN ) ondergaan hebben. Te bekomen resultaten De korrel mag niet grover zijn dan korrel ASTM nr 5. Bij gehard en ontlaten staal moet de oppervlaktelaag zuiver sorbietisch zijn. Indien het ferriet in de diepte een net vertoont, mag dit net niet grover zijn dan korrel ASTM nr Merken (bijkomende alinea) Zie bijlage A. Pagina 6 van 23

7 15. Typeleveringseisen en proeven voor de staalsoorten van NBN , -03, -04, en 06. NBN (2) Typeleveringseisen (1) Macrografisch onderzoek x x x x Micrografisch onderzoek x x proeven uit te voeren (1) Bij de levering deelt de fabrikant het resultaat van het onderzoek op gietblokje mede. De NMBS controleert op de geleverde produkten slechts die elementen waarvan de concentratie voorgeschreven is in NBN 253 of deze technische bepaling. (2) Indien er staal van de soort in behandelde toestand (gehard en ontlaten) besteld wordt, is de typeleveringseis nummer (5), en wordt er eveneens een micrografisch en een macrografisch onderzoek verricht. De proefstaafjes voor de trek- en kerfslagproef worden genomen volgens fig. 1 (op 12,5 mm van het dichtstbijzijnde gewalste vlak van het stuk), waarbij elke verhitting van het monster vermeden wordt. Die proefstaafjes worden beproefd in de leveringstoestand en ondergaan geen enkele thermische behandeling meer. Pagina 7 van 23

8 Hoofdstuk II THERMISCH BEHANDELDE STUKKEN 1. Gebruikte stoffen 1.1. Kenmerken van de gebruikte stoffen Op de tekeningen is het te verwerken staal aangeduid. Indien de tekening een staalsoort vermeldt van de NBN 253 uitgave 1952, dan moet deze vervangen worden door een staalsoort van de NBN 253 uitgave De omzettingstabel is vermeld in bijlage B. Het uiteindelijke doel is de voorgeschreven mechanisme of technologische kenmerken te verkrijgen. De fabrikant blijft nochtans algeheel verantwoordelijk voor de te bekomen resultaten en hij moet zijn bezwaren in zijn offerte vermelden Controle op de gebruikte stoffen Keuring door de leverancier, erkend door de NMBS voor het uitvoeren van proeven. De leverancier moet een attest bezorgen met de resultaten in cijfers van alle in hoofdstuk I vermelde proeven en met de bevestiging dat de proeven werden uitgevoerd op monsters die van de geleverde stukken zelf komen Met keuring door de NMBS. Behoudens een andersluidende aanwijzing bij de bestelling, wordt de keuring door de NMBS uitgevoerd. De aard en de verhouding van de proeven zijn in hoofdstuk I vermeld. 2. Stukken 2.1. Fysische en geometrische kenmerken Uitzicht en gaafheid De stukken moeten overal gaaf zijn en mogen geen barstjes, gasblaasjes, schilfers, braam, noch materiaaltekort, plooien of om het even welk gebrek vertonen die voor het gebruik ervan schadelijk kunnen zijn. De oppervlakken van mechanisch bewerkte delen moeten met de aanwijzingen van de tekening overeenstemmen; bovendien mogen ze geen groeven van gereedschappen vertonen die voor het gebruik ervan schadelijk kunnen zijn. Pagina 8 van 23

9 Geometrische kenmerken Vorm, afmetingen en toegelaten afwijkingen moeten met de aanduidingen van de tekeningen overeenstemmen. Bij gebrek aan aanwijzingen op die documenten, gelden voor de afmetingen de toegelaten afwijkingen die bij UIC-fiche 800/50 of NBNnorm 602 vastgesteld zijn (gemiddelde afwijkingen) Merken Op ieder stuk worden de volgende merken aangebracht : - het fabrieksmerk - het teken V voor stukken die gehard en ontlaten zijn. - de verkorte aanduiding van gelegeerde staalsoorten. - De laatste 2 cijfers van het jaar van vervaardiging. De tekening of de bestelling vermelden de eventuele andere merken die op de stukken moeten staan. Het gebruik van stempels met scherpe randen voor het aanbrengen van de merken is verboden. Indien de plaats voor de merken niet op de tekening aangeduid is, worden die merken op een niet functioneel oppervlak aangebracht en indien mogelijk goed zichtbaar na opstelling van de stukken. In geval van twijfel moet de leverancier de aankopende dienst van de NMBS raadplegen Vervaardiging van de stukken Voorbewerking Afwerking. De stukken moeten vervaardigd worden overeenkomstig de aanwijzingen van de bestelling of de tekening. Bij gebrek aan die aanwijzingen op die documenten wordt de keuze van het fabricageprocédé overgelaten aan de fabrikant. Het moet echter mogelijk zijn de afwerkingsgraad, dewelke bij de bestelling of de daarbij gevoegde documenten opgegeven is, te bekomen zonder beschadiging van de stof of de gaafheid van de stukken. Bij stukken waarin er in dienst aanzienlijke trekspanningen optreden, moet de "metaalvezel" in de gunstige richting lopen. Pagina 9 van 23

10 Thermische behandelingen. Behoudens een andersluidende aanwijzing op de tekeningen of in de bestelling, moeten de stukken de thermische behandeling ondergaan die in de oorspronkelijke norm van de staalsoort vermeld is. Het harden en ontlaten wordt na afruwing uitgevoerd, om te voorkomen dat de best geharde laag zou verwijderd worden. Voor gecarboneerde stukken moet het carboneren zo worden uitgevoerd dat men een laag van de voorgeschreven dikte verkrijgt, zonder vrije carbiden en zonder enig spoor van hardingsbarsten of afschilfering. Voor plaatselijk te carboneren stukken moeten de niet te carboneren delen bestreken worden met een produkt dat het doordringen van koolstof belet. Bij oppervlakteharding moeten de gebruikte toestellen een juiste en getrouwe regeling van de opgelegde thermische cyclus toelaten. De verrichtingen voor thermische behandeling moeten zo worden uitgevoerd dat de verschillende stukken van een zelfde fabricatie homogeen zijn. De temperatuur van de ovens moet met nauwkeurig geijkte, registrerende pyrometers gecontroleerd worden Eventuele bijwerkingen. Er mag geen enkel stuk bijgewerkt of hersteld worden zonder voorafgaande goedkeuring van de NMBS. Oppervlaktefouten mogen door wegneming van metaal (door koudbeitelen, afvijlen, mechanisch bewerken of volgens een andere goedgekeurde methode) verwijderd worden, op voorwaarde dat de toegelaten afwijkingen op de afmetingen in acht genomen worden en de gevolgen van de thermische behandeling geenzins tenietgedaan worden. Elke niet toegelaten bijlassing, elke bijwerking voor het verbergen van een gebrek en elke niet op de tekening voorgeschreven las zijn volstrekt verboden en leiden tot afkeuring van heel de partij. Pagina 10 van 23

11 2.3. Controle Controle op de vervaardiging. De thermische behandeling moet bestendig gecontroleerd worden en moet ten minste de bepaling van de hardheid behelzen. Belangrijke stukken moeten elk afzonderlijk beproefd worden. De afgevaardigde van de NMBS moet alle nodige controleverrichtingen kunnen uitvoeren om na te gaan of de bij de bestelling gestelde voorwaarden wel degelijk in acht genomen zijn. Hij moet eveneens nagaan of de hardheidsproeven juist werden uitgevoerd. De NMBS behoudt zich het recht voor om op eigen kosten bepaalde proeven (magnetoscopie, uitzijging, ultrageluidonderzoek, enz.) uit te voeren welke zij nuttig mocht oordelen Aanbieding ter keuring. De stukken worden ter keuring aangeboden, gegroepeerd per partij van hetzelfde type en dezelfde staalsoort, vervaardigd volgens hetzelfde fabricageprocédé en voortkomend van dezelfde fabricageprocédé en voortkomend van dezelfde thermische ovenlading. Ten einde de voor de destructieve proeven aangewezen stukken niet te moeten vervangen, wordt de fabrikant aangeraden : - ofwel aan alle stukken een voldoende overlengte te laten met een doorsnede welke overeenkomt met die van het voornaamste deel, - ofwel bijkomende stukken te voorzien in voldoende aantal om de controleverrichtingen toe te laten. Pagina 11 van 23

12 2.4. Aard en verhouding van de proeven en te bekomen resultaten Geharde en ontlaten stukken Aard en verhouding van de proeven. Aard van het onderzoek en van de proeven Aantal te beproeven stukken voor partijen met een aantal stuks A van: A < < A < < A <1000 A > 1000 Uitzicht en afmetingen Naar goedvinden van de afgevaardigde van de NMBS Oppervlaktehardheid (1) Baumann-macrografie Micrografisch onderzoek Hardheid in de massa Chemische ontleiding (2) Kerfslagproef (1) In twijfelgevallen, wanneer de resultaten van de harheidsproeven min of meer buiten de grenzen vallen, wordt er een trekproef uitgevoerd. (2) De uitvoering van deze proef wordt overgelaten aan de beoordeling van de afgevaardigde van de NMBS Uitvoering van de proeven en te bekomen resultaten Nemen van de proefstaafjes. De proefstaafjes worden door een mechanische bewerking uit het voornaamste deel van het stuk (of uit de overlengten) genomen, overeenkomstig de bijgevoegde schets. Het monster voor het micrografisch onderzoek, met afmetingen van 20 x 15 x 10 mm voor stukken met een diameter van minder dan 100 mm, en 40 x 15 x 10 mm voor stukken met een diameter van meer dan 100 mm, wordt op 50 mm van het uiteinde van het stuk genomen In de fabriek uitgevoerde proeven. De proeven worden door de afgevaardigde van de NMBS uitgevoerd. a) Oppervlaktehardheid HB En indruk maken op stukken die geen 700mm lang zijn en een indruk op elk uiteinde van stukken die langer zijn. De te bekomen resultaten komen voor in tabel 1. Pagina 12 van 23

13 b) Trekproef. In principe moet het proefstaafje een diameter van 10mm hebben. Mocht zulks onmogelijk zijn, dan wordt er een dunner proefstaafje gebruikt. Lengte tussen de merktekens : Lo 5,65 So 5d De resultaten moeten voldoen aan NBN c) Kerfslagproef. Bij iedere proef worden er 2 proefstaafjes KCU gebruikt. De breekenergie mag niet minder bedragen dan de waarden die in NBN opgegeven zijn. Wanneer een proefstaafje een onbevredigend resultaat geeft, neemt men 2 nieuwe proefstaafjes, die het voorgeschreven resultaat moeten geven. De plaats van het proefstaafje en de plaats van de kerf zijn op figuur 1 aangegeven. d) Baumann-macrografie. De macrografie moet een gelijkmatige kleur hebben en mag geen duidelijke plaatselijke gebreken vertonen ; de figuren 1, 2, 4, 5, 6 en 7 van UIC-fiche 811 stellen aanvaardbare grensgevallen voor In het laboratorium van de NMBS uitgevoerde proeven. a) Micrografisch onderzoek. Het onderzoek moet een sorbietisch oppervlaktelaag aantonen. Indien het ferriet in de diepte een net vertoont, mag dit niet grover zijn dan korrel ASTM nr 5. b) Hardheid in de massa. De hardheid wordt op het monster voor het micrografisch onderzoek gemeten, op 10mm afstand van het oppervlak van het stuk. De te bekomen resultaten komen voor in tabel 1. Pagina 13 van 23

14 c) Chemische ontleiding. De scheikundige samenstelling van de staalsoorten moet voldoen aan de voorschriften van tabel 1 van NBN Tabel 1 C Cr Mo 4 Klasse in mm HB aan de oppervlakte < < 0 < > Ni Cr Mo 3 < < 0 < 100 >100 < < 0 < 100 > HB op 10 mm Ingeval er verscheidene indrukkingen gemaakt worden op hetzelfde stuk mag het hardheidsverschil niet meer dan 30 Brinell-punten bedragen Gecarboneerde stukken Aard en verhouding van de proeven. Aard van het onderzoek en van de proeven Uitzicht en afmetingen Aantal te beproeven stukken voor partijen en met aantal stuks van : A < < A 2000 < A A > 5000 < 2000 < 5000 Naar goedvinden van de afgevaardigde van de NMBS Rockwell-hardheid Vervormingsproef Carboneringsdiepte Chemische ontleding (1) (1) De uitvoering van deze proef wordt overgelaten aan de beoordeling van de afgevaardigde van de NMBS Uitvoering van de proeven en te bekomen resultaten. Behalve de chemische ontleding, die door de NMBS wordt uitgevoerd, moeten de proeven in de fabriek worden uitgevoerd. De NMBS behoudt zich evenwel het recht voor om enkele in de fabriek beproefde stukken, in haar laboratorium te controleren. Pagina 14 van 23

15 Rockwell-hardheid en carboneringsdiepte. De proeven worden uitgevoerd op stukken die de vervormingsproef ondergaan hebben. Op het breukvlak salpeterzuur laten inwerken dat met ¼ water aangelengd is. De zwartgeworden zone als carboneringsdiepte nemen. Te bekomen resultaten : zie tabel Vervormingsproef. De stukken moeten een zekere vervorming kunnen ondergaan alvorens te breken. Een stuk breken en de vervorming ramen door de delen van het gebroken stuk tegen elkaar te brengen. De structuur van het staal moet zijdeachtig zijn, zonder glinsterende korrels. In geval van twijfel wordt het stuk naar het laboratorium gezonden. De korrel mag niet grover zijn dan korrel ASTM nr Chemische ontleding. De chemische samenstelling van de staalsoorten moet voldoen aan de voorschriften van tabel 1 van NBN Tabel 2 Volle stukken Platte stukken Carboneringsdiepte HRc Diameter in mm Dikte in mm mm Min. min. max. van 4 tot 6 van 2 tot 3 0,4 0,8 40 van meer dan 6 van meer dan 3 0,5 1,0 50 tot 8 tot 4 van meer dan 8 van meer dan 4 0,6 1,2 50 tot 12 tot 6 van meer dan 12 van meer dan 6 0,8 1,6 56 tot 16 tot 8 van meer dan 16 van meer dan 8 1,0 2,0 56 tot 24 tot 12 meer dan 24 meer dan 12 1,0 3,0 56 Pagina 15 van 23

16 Genitreerde stukken Aard en verhouding van de proeven. Aard van het onderzoek en van de proeven Uitzicht en afmetingen Aantal te beproeven stukken voor partijen met een aantal stuks A van : A < < A 250 < A A > < 250 < Naar goedvinden van de afgevaardigde van de NMBS Vickers-hardheid Nitreringsdiepte Micrografie Scheikundige ontleding (1) (1) De uitvoering van deze proef wordt overgelaten aan de beoordeling van de afgevaardigde van de NMBS; Uitvoering van de proeven en te bekomen resultaten. De hardheidsproef wordt in de fabriek uitgevoerd. Het micrografisch onderzoek en de chemische ontleding worden in het laboratorium van de NMBS uitgevoerd Vickers-harheid. De minimumwaarden die voor de oppervlaktehardheid moeten verkregen worden, komen voor in tabel III van NBN Micrografie en nitreringsdiepte. Het micrografisch onderzoek wordt uitgevoerd op een vlak dat loodrecht op het vlak en de aslijn van het stuk staat. De structuur van het basismetaal moet sorbietisch zijn. De nitreringsdiepte is op de tekening of in de bestelling opgegeven Chemische ontleding. De scheikundige samenstelling van de staalsoorten moet voldoen aan de voorschriften van tabel 1 van NBN Pagina 16 van 23

17 Stukken met oppervlakteharding Aard en verhouding van de proeven. Aard van het onderzoek en van de proeven Uitzicht en afmetingen Aantal te beproeven stukken voor partijen met een aantal stuks A van : A < < A 2000 < A A > 5000 < 2000 < 5000 Naar goedvinden van de afgevaardigde van de NMBS Rockwell-hardheid Structuur Hardingsdiepte Chemische ontleding (1) De uitvoering van deze proef wordt overgelaten aan de beoordeling van de afgevaardigde van de NMBS Uitvoering van de proeven en te bekomen resultaten. Behalve de chemische ontleding, die in het laboratorium van de NMBS wordt uitgevoerd, moeten de proeven in de fabriek worden uitgevoerd Rockwell-hardheid. Na oppervlakteharding moet de hardheid HRc meer dan 55 HRc bedragen Structuur. Een stuk inkerven en daarna breken. De structuur van het staal moet zijdeachtig zijn, zonder glinsterende korrels. In geval van twijfel wordt het stuk naar het laboratorium gezonden. De korrel mag niet grover zijn dan korrel ASTM nr Hardingsdiepte. De zwartgeworden zone op het breukvlak van het geharde stuk als hardingsdiepte nemen. In geval van twijfel wordt,als hardingsdiepte, de dikte genomen van de laag (zie hierna) waar het metaal een hardheid heeft die groter is dan of gelijk aan 525 HV. Cilindervormige stukken Platte stukken of ringen Hardingsdikte Dikte < 8 mm D < 4 mm 0,5 tot 1 mm 8mm < < 12 mm 4mm < D < 6 mm 0,6 tot 1,2 mm > 12 mm D > 6 mm 0,8 tot 1,6 mm Pagina 17 van 23

18 Chemische ontleding. De scheikundige samenstelling van het staal moet voldoen aan de voorschriften van tabel 1 van NBN Allerlei voorschriften Bescherming tegen corrosie. De gedeelten die bij de montering met andere stuken in aanraking komen (wrijvende delen, preciese opstellingen, ) moeten met een door de NMBS aangenomen roestwerend produkt bestreken worden. De andere stukken worden ruw gelaten of geschilderd, al naar de aanwijzingen van de bestelling Waarborg. De stukken worden gedurende een periode die verstrijkt op het einde van het kalenderjaar na het jaar dat op de stukken vermeld is, gewaarborgd tegen elke fabricagefout die tijdens de keuring in de fabriek niet werd opgemerkt. Stukken welke binnen die termijn gebreken vertonen waardoor ze ongeschikt zijn voor gebruik of waardoor hun gebruiksduur kan verminderen, worden afgekeurd. Wanneer blijkt dat meer dan 5 % van de stukken die van eenzelfde levering komen, gebreken hebben die tot afkeuring leiden, kan de NMBS heel de levering afkeuren. Pagina 18 van 23

19 Bijlage A. 1. Merken De producten worden vereenzelvigd door opgeplakte etiketten of plaatjes die aan de producten bevestigd worden. De minimale afmetingen van het plaatje of etiket moet 70 x 70 bedragen. De op de etiketten of plaatjes te vermelden aanduidingen zijn : - het overeengekomen symbool van de staalsoort ; - het fabrieksmerk ; - het nummer en de datum van de bestelling. De grondkleur van het plaatje of etiket is wit voor de kwaliteiten C 16, C 40 en C 53 en grijs voor de kwaliteiten 50 Si 7, 34 Cr Mo 4, 39 Ni Cr Mo 3en 50 Cr V 4. Over het etiket worden 2 diagonale strepen met een breedte van ongeveer 5 mm getrokken. De kleur van deze strepen is in de volgende tabel weergegeven : Staalsoort Kleur C 16 rood C 40 geel C 53 roos 50 Si 7 lichtblauw 34 Cr Mo 4 paars 39 Ni Cr Mo 3 geel 50 Cr V 4 donkerblauw Andere licht gelegeerde groen staalsoorten De merken mogen eventueel ingeslagen worden. In dat geval moeten ze van ver zichtbaar zijn door het aan te duiden met 2 verfstrepen. Een verfstreep is deze van de grondkleur van het etiket, de andere kleur is aangeduid in hoger vermelde tabel. De merken, etiketten of plaatjes worden aangebracht op ten minste een product per vracht of per bundel of, voor los geleverde producten, op ten minste 5 producten per ton van eenzelfde afmeting. Pagina 19 van 23

20 2. Symbolen en kleuren De aan te brengen symbolen en de grondkleur van de etiketten volgens fig. 2 zijn in volgende tabel opgegeven : Staalsoort Overeengekomen symbool Grondkleur van het plaatje of etiket C 16 C 16 rood C 40 C 40 oranje Pagina 20 van 23

21 Bijlage B. OMZETTINGSTABEL Staalsoort volgens NBN 253, uitgave 1952 Staalsoort volgens NBN 253, uitgave 1972 C 40 C 40-2 Mn Mo Cr Mo 4. Ni Cr Ni Cr Mo 3 Mn Mn 6 Cr Mo Cr Mo 12 C 15 C 16-2 Ni Cr Ni Cr Mo 7 C 50 C 53 Pagina 21 van 23

22 Pagina 22 van 23 Technische Bepaling A-2 Uitgave 12/1983

23 Pagina 23 van 23 Technische Bepaling A-2 Uitgave 12/1983