DOORLATENDHEIDSONDERZOEK PLANGEBIED DE MALVERTRING TE NIJMEGEN GEMEENTE NIJMEGEN

Transcriptie

1 DOORLATENDHEIDSONDERZOEK PLANGEBIED DE MALVERTRING TE NIJMEGEN GEMEENTE NIJMEGEN

2

3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING LOCATIEGEGEVENS Huidig en toekomstig gebruik Regionale bodemopbouw Regionale geohydrologie VELDWERK Algemeen Lokale bodemopbouw en grondwaterniveau Methodiek in-situ doorlatendheidsproeven Uitvoering in-situ doorlatendheidsmetingen RESULTATEN EN BEOORDELING SAMENVATTING EN CONCLUSIE... 6 BIJLAGEN: 1. - Topografische ligging van de locatie 2. - Locatieschets 3. - Boorprofielen 4a. - Methodiek constant-head permeameter 4b. - Methodiek Hooghoudt-proef 5. - Berekende k-waarden NIJ.CPL.GEO

4 1. INLEIDING Econsultancy heeft van Civieltechnisch projectburo de Liemers bv opdracht gekregen voor het uitvoeren van een doorlatendheidsonderzoek ter plaatse van het plangebied de Malvertring te Nijmegen in de gemeente Nijmegen. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het duurzaam waterbeheer ten aanzien van de voorgenomen (her)ontwikkeling van de onderzoekslocatie. Doel van het onderzoek is het bepalen van enkele geohydrologische parameters, waaronder de waterdoorlatendheid (k-waarde van de bodem), ten behoeve van de inventariserende fase van het nog op te stellen waterhuishoudkundig plan. Conform het beleid van de gemeente Nijmegen (Afkoppelen en infiltreren hemelwater) is het niet toegestaan om op de onderzoekslocatie hemelwater te infiltreren. Het toekomstig afvloeiend hemelwater dient aangesloten te worden op het bestaande HWA-stelsel en dienen er mitigerende maatregelen te worden genomen buiten het plangebied. Derhalve is afgeweken van de voorgenomen onderzoeksstrategie. Het onderzoek heeft een oriënterend karakter, waarbij verschillende bodemlagen zijn onderzocht. Voor het uitvoeren van doorlatendheidsonderzoek zijn geen wettelijke richtlijnen vastgesteld. Derhalve is ten behoeve van de veldwerkzaamheden aangesloten op het VKB-protocol 21 "Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen" en zijn boorbeschrijvingen conform de NEN 514 gemaakt. 2. LOCATIEGEGEVENS 2.1 Huidig en toekomstig gebruik De onderzoekslocatie (± 5. m²) betreft het plangebied Malvertring, gelegen circa 5 km ten zuidwesten van de kern van Nijmegen in de gemeente Nijmegen (zie bijlage 1). De onderzoekslocatie is kadastraal bekend gemeente Hatert, sectie N, nummers 128 t/m 138 en 4872 (ged.). Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 46 A, 24 (schaal 1:25.), bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa 8,5 m +NAP en zijn de coördinaten van het midden van de onderzoekslocatie X = , Y = De onderzoekslocatie betreft een gedeelte van woonwijk Malvert, gelegen in het stadsdeel Dukenburg. De wijk Malvert bestaat voornamelijk uit huurwoningen, laagbouw en flats. De initiatiefnemer is voornemens de locatie te herontwikkelen. De herontwikkeling voorziet in sloop, renovatie en nieuwbouw op de onderzoekslocatie. Tevens zal de openbare ruimte binnen het plangebied worden heringericht, waarbij de huidige verhardingen zullen worden vervangen. 2.2 Regionale bodemopbouw Teneinde meer inzicht te krijgen in de bodemopbouw, het grondwaterniveau en de te verwachten doorlatendheid van de bodem is een literatuurstudie verricht naar de regionale bodemopbouw en geohydrologie ter plaatse NIJ.CPL.GEO Pagina 1 van 6

5 De onderzoekslocatie ligt volgens de bodemkaart van Nederland, kaartblad 46 West, 1976 (schaal 1:5.), in een niet-gekarteerd gebied. De meest nabijgelegen gekarteerde eenheid betreft poldervaaggronden, bestaande uit lichte zavel. Gezien het voorgaande is de verwachting dat de k-waarden ter plaatse laag zullen zijn. 2.3 Regionale geohydrologie De onderzoekslocatie is gelegen op de overgang van de ten oosten gelegen Stuwwal van Nijmegen, met aangrenzende sandr, naar het ten westen gelegen rivierengebied. Het eerste watervoerend pakket heeft een dikte van ± 2 m en wordt gevormd door grofzandige, grindhoudende, glaciofluviatiele afzettingen van de Formatie van Drente en grove, grindhoudende fluviatiele zanden van de Formaties van Urk en Peize/Waalre. Het eerste watervoerend pakket wordt bedekt door enkele decimeters zandhoudende, stugge leem, welke wordt gerekend tot de Formatie van Kreftenheye, Laag van Wijchen. Aan de onderzijde wordt het eerste watervoerend pakket begrensd door een ± 5 m dikke laag stugge, zandige klei, behorend tot de Formatie van Waalre, Laagpakket van Tegelen. Het tweede watervoerend pakket wordt gevormd door grove, grindhoudende fluviatiele zanden van de Formatie van Peize/Waalre en Tertiaire mariene zanden van de Formatie van Oosterhout. Het tweede watervoerend pakket wordt aan de onderzijde begrensd door fijnzandige en kleiige Tertiaire afzettingen. De diepteligging van deze begrenzing is echter niet exact bekend. Gezien het voorgaande is de verwachting dat de k-waarden ter plaatse laag zullen zijn. Volgens de Wateratlas van de provincie Gelderland bedraagt de gemiddelde stand van het freatisch grondwater binnen de onderzoekslocatie ± 7 m +NAP, waardoor het grondwater zich op ± 1,5 m -mv zou bevinden. Het water van het eerste watervoerend pakket stroomt volgens de isohypsenkaart van de Wateratlas van de provincie Gelderland in westelijke richting. Op een afstand van circa 3 km ten oosten van de onderzoekslocatie ligt het pompstation Heumensoord. De onttrekking van dit pompstation heeft waarschijnlijk geen invloed op de grondwaterstroming van het freatisch grondwater. De onderzoekslocatie ligt niet in een grondwaterbeschermings- en/of grondwaterwingebied. Volgens de wateratlas van Gelderland is het plangebied aangemerkt als overgangsgebied tussen een kwel/infiltratiegebied. 3. VELDWERK 3.1 Algemeen Op 28 en 3 september 21 zijn in combinatie met de veldwerkzaamheden van een verkennend bodemonderzoek (kenmerk: Econsultancy NIJ.CPL.NEN) in totaal 11 boringen geplaatst. De boringen zijn, als gevolg van de lokale bodemeigenschappen, tot maximaal 2,3 m -mv doorgezet teneinde een duidelijk beeld van de bodemopbouw te verkrijgen. Twee van de boringen zijn afgewerkt als peilbuis, teneinde de milieuhygiënische kwaliteit van het grondwater en de grondwaterstand te kunnen bepalen. Vervolgens zijn op 3 september en 5 oktober een achttal doorlatendheidsmetingen uitgevoerd en is het grondwaterniveau in de boorgaten en de peilbuizen gemeten. Op de locatieschets in bijlage 2 is de situering van de boringen aangegeven. Van het opgeboorde materiaal is een boorbeschrijving conform de NEN 514 gemaakt (zie bijlage 3) NIJ.CPL.GEO Pagina 2 van 6

6 3.2 Lokale bodemopbouw en grondwaterniveau Over het algemeen is de bodemopbouw, in zowel horizontale als verticale richting, zeer heterogeen voor wat betreft structuur. De bovengrond bestaat voornamelijk uit zwak tot matig humeus, zwak tot matig siltig, matig fijn tot matig grof zand en matig humeuze, matig zandige klei. De ondergrond bestaat voornamelijk uit zwak siltig, matig grof tot zeer grof zand en zwak tot matig zandig, zwak grindig en keienhoudende klei. Vanaf circa 1 m -mv is de ondergrond bovendien sterk grindig, zwak wortel-, resten klei- en sterk keienhoudend. In de zandige ondergrond komen plaatselijk matig zandige kleilagen voor. In het opgeboorde materiaal zijn zintuiglijk geen verontreinigingen waargenomen. Plaatselijk zijn er gleyverschijnselen waargenomen. Op basis van deze geomorfologische kenmerken blijken de hoogste grondwaterstanden voor te komen in het traject,5-1, m -mv. Tabel I geeft een overzicht van de grondwaterstanden die op 28 en 3 september 21 zijn waargenomen. Tabel I. Overzicht grondwaterstanden Boring Boordiepte (m -mv) Grondwaterstand (m -mv) PB1 (*B) 2, 1, PB2 (*B) 1,8 1,3 3 1,5,9 4 1,6 1,2 5 1,7 1,2 6 2,3 1,3 7 1,7 1,2 8 1,5,9 9 2, 1,3 1 2, 1,3 (*A) (*B) 11 2, 1,2 Vanwege het ontbreken van gleyverschijnselen in de onverzadigde zone kan de HG niet worden aangegeven. Het betreft een bestaande peilbuis, welke tijdens het verkennend bodemonderzoek is geplaatst ( NIJ.CPL.GEO). 3.3 Methodiek in-situ doorlatendheidsproeven De doorlatendheid (k-waarde) van de onverzadigde zone is bepaald met behulp van de constanthead permeameter. Hierbij is, mits de doorlatendheid van de bodem zich binnen het meetbereik bevindt (<1, m/dag), middels een overdruksysteem een constant waterniveau gerealiseerd in het boorgat. Na verzadiging van de desbetreffende bodemlaag is het debiet gemeten, welke benodigd is om het waterniveau constant te houden. Deze methode is nader toegelicht in bijlage 4a. Voor het bepalen van de doorlatendheid onder grondwaterniveau (freatisch vlak) is de rising-head methode (Hooghoudt) toegepast. Hierbij is een gat tot circa,5 m onder het grondwaterniveau geboord. Vervolgens is het water uit het boorgat onttrokken, waarna de snelheid waarmee het water in het boorgat stijgt, gemeten. Deze methode is nader toegelicht in bijlage 4b NIJ.CPL.GEO Pagina 3 van 6

7 In tabel II is een classificatie van de doorlatendheid opgenomen. Tabel II. Classificatie doorlatendheid K-waarde (m/dag) Classificatie (*A) <,1 zeer slecht doorlatend,1-,1 slecht doorlatend,1-,5 matig doorlatend,5-1, vrij goed doorlatend 1,-1 goed doorlatend > 1 zeer goed doorlatend (*A) Classificatie k-waarde (m/d) (bron: Cultuurtechnisch Vademecum, 2) 3.4 Uitvoering in-situ doorlatendheidsmetingen Voorafgaand aan elke doorlatendheidsmeting is een referentieboring geplaatst om inzicht te verkrijgen in de bodemopbouw ter plaatse. Op basis van de profielbeschrijving is de te onderzoeken bodemlaag vastgesteld. Vervolgens is in de directe nabijheid van de referentieboring, per meting, een nieuwe boring verricht tot in de te onderzoeken bodemlaag. Van de onderzochte bodemlagen zijn tevens monsters genomen. Bij de keuze van de te onderzoeken bodemlaag is rekening gehouden met de doelstelling van het onderzoek. In tabel III zijn de uitgevoerde werkzaamheden weergegeven. Tabel III. Overzicht uitgevoerde werkzaamheden Boringen Doorlatendheidsmetingen 11 (± 2, m -mv) 4 (onverzadigde zone, *A) 4 (verzadigde zone, *B) (*A) (*B) De k-waarde is bepaald met behulp van de constant-head permeameter. De k-waarde is bepaald met behulp van de Hooghoudt methode (rising-head) NIJ.CPL.GEO Pagina 4 van 6

8 4. RESULTATEN EN BEOORDELING Tabel IV geeft een overzicht van de bodemlagen waarin een in-situ doorlatendheidsmeting is uitgevoerd en de resultaten van de berekende k-waarden. Tevens is de doorlatendheid van de bodem per boring en traject beoordeeld conform de classificatie uit tabel II. In de boorprofielen is de k-waarde weergegeven (zie bijlage 3). Bijlage 5 bevat de berekening van de k-waarden. Tabel IV. Overzicht k-waarde per onderzochte bodemlaag Boring Onderzochte bodemlaag (m -mv) Bodemzone Textuur Opmerkingen K-waarde (m/dag) Beoordeling 3,7-,9 onverzadigd zwak siltig, matig grindig, zeer grof zand - 17,1 zeer goed doorlatend 4,5-1, onverzadigd matig grindig, matig siltig, matig fijn zand 5 1,1-1,7 verzadigd matig grindig, zwak siltig, matig tot zeer grof zand zwak kleihoudend, zwak gleyhoudend, zwak keienhoudend gedeeltelijk zwak grindig, matig zandige klei <,1 (*A) 1,5 (*B) 6 1,3-1,8 verzadigd klei - 1,5 (*B) 8,4-1, onverzadigd zwak zandige klei zwak grindhoudend <,1 zeer slecht doorlatend 9,7-1, verzadigd matig grindig, zwak siltig, matig grof zand boven- en onderliggende kleilagen <,1 (*C) 1,6-1,2 onverzadigd zwak grindig, zwak siltig, matig grof zand zwak keienhoudend 6,1 goed doorlatend 11 1,2-1,6 verzadigd sterk grindig, zwak siltig, matig grof zand zwak keienhoudend, matig kleihoudend 2,2 goed doorlatend (*A) (*B) (*C) De gemeten k-waarde is niet representatief voor deze bodemsamenstelling; vermoedelijk wegens onderliggende kleilaag en de bijmenging van klei. De gemeten k-waarde is niet representatief voor deze bodemsamenstelling; vermoedelijk wegens een heterogene opbouw. De gemeten k-waarde is niet representatief voor deze bodemsamenstelling; vermoedelijk wegens de boven- en onderliggende kleilagen. Naast het feit dat het conform gemeentelijk beleid niet toegestaan is om binnen het plangebied voorzieningen te treffen voor het infiltreren van hemelwater kan op basis van de onderzoeksresultaten en de actuele grondwaterstand worden gesteld dat de bodem over het algemeen niet geschikt is voor de infiltratie van hemelwater. De oorzaak van de over het algemeen slechte doorlatendheid en de niet representatieve k-waarden liggen waarschijnlijk aan het feit dat de bodem, zowel in het horizontale als het verticale vlak, heterogeen is in opbouw en textuur structuur NIJ.CPL.GEO Pagina 5 van 6

9 5. SAMENVATTING EN CONCLUSIE Econsultancy heeft in opdracht van Civieltechnisch projectburo de Liemers bv een doorlatendheidsonderzoek uitgevoerd ter plaatse van plangebied de Malvertring te Nijmegen in de gemeente Nijmegen. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het duurzaam waterbeheer ten aanzien van de voorgenomen (her)ontwikkeling van de onderzoekslocatie. Doel van het onderzoek is het bepalen van enkele geohydrologische parameters, waaronder de waterdoorlatendheid (k-waarde van de bodem), ten behoeve van de inventariserende fase van het nog op te stellen waterhuishoudkundig plan. Conform het beleid van de gemeente Nijmegen (Afkoppelen en infiltreren hemelwater) is het niet toegestaan om op de onderzoekslocatie hemelwater te infiltreren. Het toekomstig afvloeiend hemelwater dient aangesloten te worden op het bestaande HWA-stelsel en dienen er mitigerende maatregelen te worden genomen buiten het plangebied. Derhalve is afgeweken van de voorgenomen onderzoeksstrategie. Het onderzoek heeft een oriënterend karakter, waarbij verschillende bodemlagen zijn onderzocht. Bodemopbouw en grondwater Over het algemeen is de bodemopbouw, in zowel horizontale als verticale richting, zeer heterogeen voor wat betreft structuur. De bovengrond bestaat voornamelijk uit zwak tot matig humeus, zwak tot matig siltig, matig fijn tot matig grof zand en matig humeuze, matig zandige klei. De ondergrond bestaat voornamelijk uit zwak siltig, matig grof tot zeer grof zand en zwak tot matig zandig, zwak grindig en keienhoudende klei. Vanaf circa 1 m -mv is de ondergrond bovendien sterk grindig, zwak wortel-, resten klei- en sterk keienhoudend. In de zandige ondergrond komen plaatselijk matig zandige kleilagen voor. In het opgeboorde materiaal zijn zintuiglijk geen verontreinigingen waargenomen. Plaatselijk zijn er gleyverschijnselen waargenomen. Op basis van deze geomorfologische kenmerken blijken de hoogste grondwaterstanden voor te komen in het traject,5-1, m -mv. Het grondwaterniveau is tijdens de veldwerkzaamheden gemeten op circa,9 tot 1, m -mv. Doorlatendheid Naast het feit dat het conform gemeentelijk beleid niet toegestaan is om binnen het plangebied voorzieningen te treffen voor het infiltreren van hemelwater kan op basis van de onderzoeksresultaten en de actuele grondwaterstand worden gesteld dat de bodem over het algemeen niet geschikt is voor de infiltratie van hemelwater. De oorzaak van de over het algemeen slechte doorlatendheid en de niet representatieve k-waarden liggen waarschijnlijk aan het feit dat de bodem, zowel in het horizontale als het verticale vlak, heterogeen is in opbouw en textuur structuur. Econsultancy Doetinchem, 29 oktober NIJ.CPL.GEO Pagina 6 van 6

10 TITEL: topografische ligging van de locatie PROJECT: NIJ.CPL.GEO NUMMER: SCHAAL: 1:25. DATUM: KAARTBLAD: 46 A BIJLAGE: 1

11 Malvert nrs perkje nrs Malvert nrs P nrs Westkanaalpad locatiegrens nrs nrs nrs nrs nrs Malvert 6 Malvert P nrs P nrs P speeltuin nr.852 speelveld B1 8 P P Maas-Waalkanaal P TITEL: locatieschets B9 3 basketbalveld PROJECT: NIJ.CPL.GEO NUMMER: SCHAAL: 1:125 DATUM: GETEKEND: SCa BIJLAGE: 2 A3 Van Boetbergweg LEGENDA: boring peilbuis peilbuis (Inpijn Blokpoel, project VH-3789-A, d.d ) gras boom tegels struiken klinkers nieuwbouw locaties asfalt te amoveren flats P parkeerplaats bebouwing m 62,5 m

12 Bijlage 3 Boorprofielen

13

14 Bijlage 3 Boorprofielen Pagina 1 van 3 Boring: 1 Boring: 2 1 baksteen Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, donkergeel gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin 3 Zand, zeer fijn, sterk siltig, matig grindig, licht beigegrijs Zand, matig grof, zwak siltig, sterk grindig, zwak keien, licht beigebruin Klei, zwak zandig, zwak grindig, zwak gleyhoudend, licht bruingrijs Grind, zeer grof, matig keien, licht beigebruin 1 Zand, matig grof, zwak siltig, sterk grindig, lichtgrijs 12 Grind, zeer grof, witbeige Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, lichtgrijs Grind, zeer grof, matig keien, matig gleyhoudend, licht oranjegrijs Veen, donker zwartbruin 2 2 Boring: 3 Boring: 4 7 klinker Klinkerstrook in asfaltverharding Zand, zeer grof, zwak siltig, matig grindig, beigegeel gras Zand, matig fijn, matig vast, zwak siltig, zwak grindig, zwak humeus, brokken klei, beigegrijs 5 k = 17,1 5 k = <,1 5 Zand, matig fijn, matig vast, matig siltig, matig grindig, zwak kleihoudend, zwak gleyhoudend, zwak keien, beigegrijs, k-waarde is niet representatief 9 1 Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, matig keien, lichtgrijs 1 1 Klei, matig vast, sterk zandig, zwak grindig, blauwgrijs Zand, matig grof, matig vast, zwak siltig, matig grindig, beigegrijs 16 Projectcode: Projectnaam: NIJ.CPL.GEO Opdrachtgever: CPL bv Locatie: Plangebied Malvertring te Nijmegen Boormeester: A. Bruil Getekend volgens NEN 514

15 Bijlage 3 Boorprofielen Pagina 2 van 3 Boring: 5 Boring: 6 gras Klei, vast, matig zandig, matig humeus, donker grijsbruin 15 gras Zand, matig fijn, vast, matig siltig, matig humeus, matig kleihoudend, donkerbruin Klei, vast, bruingrijs Klei, matig vast, matig zandig, zwak gleyhoudend, lichtgrijs 5 Klei, vast, matig zandig, matig grindig, zwak humeus, zwak keien, grijsbruin 7 9 Klei, vast, zwak zandig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, donker grijsbruin Klei, vast, lichtgrijs 7 9 Klei, vast, matig zandig, neutraalgrijs 1 11 Klei, vast, matig zandig, matig grindig, neutraalgrijs 1 Klei, vast, matig zandig, zwak humeus, zwak oerhoudend, zwak wortelhoudend, donker roodbruin 15 k = 1, Zand, zeer grof, matig vast, zwak siltig, matig grindig, resten klei, beigegrijs, k-waarde is niet representatief Klei, vast, matig zandig, zwak grindig, donkergrijs Zand, matig grof, vast, zwak siltig, matig grindig, beigegrijs 15 k = 1, Klei, vast, beigegrijs, k-waarde is niet representatief Klei, vast, blauwgrijs 2 2 Zand, matig fijn, vast, matig siltig, zwak grindig, zwak kleihoudend, donkergrijs 23 Boring: 7 Boring: 8 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, matig grindig, grijsbruin groenstrook Klei, matig zandig, zwak humeus, zwak grindhoudend, grijsbruin Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, grijsbeige 5 Klei, zwak zandig, zwak grindhoudend, grijsbruin k = <,1 9 1 Zand, zeer grof, zwak siltig, sterk grindig, beigegrijs 1 1 Klei, zwak zandig, zwak grindhoudend, grijsbruin 12 Grind, zeer grof, zwak keien, grijsbeige Zand, zeer grof, zwak siltig, matig grindig, zwak keien, lichtgrijs Projectcode: Projectnaam: NIJ.CPL.GEO Opdrachtgever: CPL bv Locatie: Plangebied Malvertring te Nijmegen Boormeester: A. Bruil Getekend volgens NEN 514

16 Bijlage 3 Boorprofielen Pagina 3 van 3 Boring: 9 Boring: baksteen Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, grijsbeige groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak grindig, zwak keien, zwak wortelhoudend, donkerbruin Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, matig grindig, grijsbruin 5 5 Klei, matig humeus, donkerbruin 5 6 k = <,1 7 Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, licht grijsbeige, k-waarde is niet representatief k = 6,1 Zand, matig grof, zwak siltig, sterk grindig, zwak keien, geelbeige Klei, matig humeus, bruin 1 Klei, matig houthoudend, blauwgrijs 12 Zand, matig grof, zwak siltig, sterk grindig, matig keien, grijs Zand, matig fijn, matig siltig, matig kleihoudend, blauwgrijs Boring: 11 5 tegel 18 Zand, matig fijn, zwak siltig, geelbeige Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, brokken klei, grijsbeige 4 5 Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, matig kleihoudend, grijs 6 Zand, matig grof, zwak siltig, sterk grindig, zwak keien, matig kleihoudend, bruin 1 k = 2, Zand, matig grof, matig siltig, sterk grindig, zwak keien, bruingrijs 2 2 Projectcode: Projectnaam: NIJ.CPL.GEO Opdrachtgever: CPL bv Locatie: Plangebied Malvertring te Nijmegen Boormeester: A. Bruil Getekend volgens NEN 514

17 Bijlage 4a Methodiek constant-head permeameter De k-waarde wordt bepaald met behulp van de constant-head permeameter. Hierbij wordt met behulp van een overdruksysteem een constant waterniveau gerealiseerd in het boorgat. Na verzadiging van de betreffende bodemlaag wordt het debiet gemeten, welke benodigd is om het waterniveau constant te houden. Het betreft hier uitsluitend in-situ proeven in de onverzadigde zone. Hierna kan er met behulp van de "Glover Solution" de k-waarde van de desbetreffende bodemlaag berekend worden. Indien er geen slecht, of niet doorlaatbare bodemlagen, aanwezig zijn binnen een afstand van 2 x de waterkolom (H) in het boorgat, dan kan met behulp van de "Glover Solution", welke hieronder in formulevorm is weergegeven, de k-waarde berekend worden: 2 H r 1 r hypsin 1 + r + H H K sat = * Q 2 2π * H De parameters H en r zijn in figuur 1 schematisch weergegeven. Indien er wél slecht, of niet doorlaatbare bodemlagen, aanwezig zijn binnen een afstand van 2 x de waterkolom (H) in het boorgat, dan kan met behulp van de "Glover Solution" welke hieronder in formulevorm is weergegeven de k-waarde berekend worden: H 3*ln K r sat = * Q π * H * (( 3* H ) + ( 2* s) ) De parameters H en r zijn in figuur 1 weergegeven en de parameter s is in figuur 2 schematisch weergegeven. Figuur 1. Figuur 2.

18 Bijlage 4b Methodiek Hooghoudt-proef (verzadigde zone) Voor het bepalen van de doorlatendheid onder grondwaterniveau (freatisch vlak) is de rising-head methode (Hooghoudt) toegepast. Hierbij is een gat tot circa,5 m onder het grondwaterniveau geboord. Vervolgens is het water uit het boorgat onttrokken, waarna de snelheid waarmee het water in het boorgat stijgt wordt gemeten. Met behulp van de meetresultaten is middels de onderstaande formule een k-waarde berekend. S = diepte van een eventuele ondoorlatende laag in cm beneden het boorgat (s >,5 H).

19 Bijlage 5 Berekende k-waarden

20 Resultaten boring 3 8 laag 1 laagbegin [cm -mv] 48 laageinde [cm -mv] 82 Q [cm3/cm] 15 H [cm] 17 r [cm] 3,5 D [cm -mv] 65 metingen k-waarde hoogte t (s) (m/dag) meting t = [cm] 21,3 - meting 1 t = 1 [cm] 14,3 3 17,12 meting 2 t = 2 [cm] 7,3 6 17,12 meting 3 t = 3 [cm],3 9 17,12 meting 4 t = 4 [cm] meting 5 t = 5 [cm] meting 6 t = 6 [cm] meting 7 t = 7 [cm] meting 8 t = 8 [cm] meting 9 t = 9 [cm] gemiddelde k-waarde (m/dag) 17, NIJ.CPL.GEO

21 Resultaten boring 4 laag 1 laagbegin [cm -mv] 62 laageinde [cm -mv] 96 Q [cm3/cm] 2 H [cm] 17 r [cm] 3,5 D [cm -mv] 79 metingen k-waarde hoogte t (s) (m/dag) meting t = [cm] 25,4 - meting 1 t = 1 [cm] 25,4 3, meting 2 t = 2 [cm] 25,4 6, meting 3 t = 3 [cm] 25,4 9, meting 4 t = 4 [cm] 25,4 12, meting 5 t = 5 [cm] 25,4 15, meting 6 t = 6 [cm] meting 7 t = 7 [cm] meting 8 t = 8 [cm] meting 9 t = 9 [cm] gemiddelde k-waarde (m/dag) (*A), (*A) de k -waarde is niet representatief voor deze bodemlaag NIJ.CPL.GEO

22 Projectnummer: Boring: 5 Projectnaam: NIJ.CPL.NEN Traject: 1,2-1,6 m -mv Meetsessie 1 Diepte boring (D) 166 cm Grondwaterniveau (GWS) 12 cm Diepte boring -GWS (H) 46 cm Beginstand na onttrekking (t) 166 cm (beginstand) Eindstand na onttrekking (t1) 153 cm Gem. verlaging GWS in boorgat (y) 39,5 cm tov oorspronkelijk GWS/casing Radiusboorgat (straal) 3,15 cm kwadraat straal 9,9225 Berekening: T y 166 T1 7 y1 153 t: 7 y: 13, A 3969 B 4913,9 Ksat = 1,5 m/dag (*A) (A/B) = C 8, Ksat = 4. r2 (B) (A) (H + 2r) (2 - y/h) y (C) (*A) de k -waarde is niet representatief voor deze bodemlaag x y t tijd [sec] stijging GWS y 166, 1 164, 2, 2 162, 2, 3 16, 2, 4 158, 2, 5 156, 2, 6 155, 1, 7 153, 2, 8 151, 2, 9 149, 2, 1 147, 2, , 2, , 2, , 2, 14 14, 1, , 2, , 2, , 2, , 1, ,, y 1,7 per 1 sec.

23 Projectnummer: Boring: 6 Projectnaam: NIJ.CPL.NEN Traject: 1,3-1,8 m -mv Meetsessie 1 Diepte boring (D) 182 cm Grondwaterniveau (GWS) 13 cm Diepte boring -GWS (H) 52 cm Beginstand na onttrekking (t) 182 cm (beginstand) Eindstand na onttrekking (t1) 148 cm Gem. verlaging GWS in boorgat (y) 35, cm tov oorspronkelijk GWS/casing Radiusboorgat (straal) 3,15 cm kwadraat straal 9,9225 Berekening: T y 182 T1 17 y1 148 t: 17 y: 34, A 3969 B 534,9 Ksat = 1,49 m/dag (*A) (A/B) = C 7, Ksat = 4. r2 (B) (A) (H + 2r) (2 - y/h) y (C) (*A) de k -waarde is niet representatief voor deze bodemlaag x y t tijd [sec] stijging GWS y 182, 1 177, 5, 2 174, 3, 3 172, 2, 4 17, 2, 5 168, 2, 6 166, 2, 7 165, 1, 8 164, 1, 9 162, 2, 1 16, 2, , 2, , 2, , 2, , 2, , 1, , 2, , 1, y 2, per 1 sec.

24 Resultaten boring 8 laag 1 laagbegin [cm -mv] 49 laageinde [cm -mv] 83 Q [cm3/cm] 2 H [cm] 17 r [cm] 3,5 D [cm -mv] 66 metingen k-waarde hoogte t (s) (m/dag) meting t = [cm] 41,2 - meting 1 t = 1 [cm] 41,2 3, meting 2 t = 2 [cm] 41,2 6, meting 3 t = 3 [cm] 41,2 9, meting 4 t = 4 [cm] 41,2 12, meting 5 t = 5 [cm] 41,2 15, meting 6 t = 6 [cm] 41,2 18, meting 7 t = 7 [cm] meting 8 t = 8 [cm] meting 9 t = 9 [cm] gemiddelde k-waarde (m/dag), NIJ.CPL.GEO

25 Resultaten boring 9 laag 1 laagbegin [cm -mv] 67 laageinde [cm -mv] 11 Q [cm3/cm] 2 H [cm] 17 r [cm] 3,5 D [cm -mv] 84 metingen k-waarde hoogte t (s) (m/dag) meting t = [cm] 37,2 - meting 1 t = 1 [cm] 37,2 3, meting 2 t = 2 [cm] 37,2 6, meting 3 t = 3 [cm] 37,2 9, meting 4 t = 4 [cm] 37,2 12, meting 5 t = 5 [cm] 37,2 15, meting 6 t = 6 [cm] meting 7 t = 7 [cm] meting 8 t = 8 [cm] meting 9 t = 9 [cm] gemiddelde k-waarde (m/dag) (*A ), (*A) de k -waarde is niet representatief voor deze bodemlaag NIJ.CPL.GEO

26 Resultaten boring 1 laag 1 laagbegin [cm -mv] 63 laageinde [cm -mv] 97 Q [cm3/cm] 15 H [cm] 17 r [cm] 3,5 D [cm -mv] 8 metingen k-waarde hoogte t (s) (m/dag) meting t = [cm] 25,1 - meting 1 t = 1 [cm] 22,6 3 6,12 meting 2 t = 2 [cm] 2,1 6 6,12 meting 3 t = 3 [cm] 17,6 9 6,12 meting 4 t = 4 [cm] 15,1 12 6,12 meting 5 t = 5 [cm] 12,6 15 6,12 meting 6 t = 6 [cm] meting 7 t = 7 [cm] meting 8 t = 8 [cm] meting 9 t = 9 [cm] gemiddelde k-waarde (m/dag) 6, NIJ.CPL.GEO

27 Projectnummer: Boring: 11 Projectnaam: NIJ.CPL,NEN Traject: 1,2-1,6 m -mv Meetsessie 1 Diepte boring (D) 154 cm Grondwaterniveau (GWS) 12 cm Diepte boring -GWS (H) 34 cm Beginstand na onttrekking (t) 154 cm (beginstand) Eindstand na onttrekking (t1) 145 cm Gem. verlaging GWS in boorgat (y) 29,5 cm tov oorspronkelijk GWS/casing Radiusboorgat (straal) 3,15 cm kwadraat straal 9,9225 Berekening: T y 154 T1 5 y1 145 t: 5 y: 9, A 3969 B 324,2 Ksat = 2,2 m/dag (A/B) = C 12, Ksat = 4. r2 (B) (A) (H + 2r) (2 - y/h) y x (C) y t tijd [sec] stijging GWS y 154, 1 152, 2, 2 15, 2, 3 148, 2, 4 146, 2, 5 145, 1, 6 143, 2, 7 142, 1, 8 14, 2, 9 139, 1, 1 137, 2, , 1, , 1, , 2, , 1, y 1,6 per 1 sec.