EJEA ECLI:NL:GHDHA:2017:470 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
|
|
- Ruben Bogaerts
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 EJEA ECLI:NL:GHDHA:2017:470 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 Rechtsgebieden Aanbestedingsrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Aanbesteding concessie reclame. Vervolg op ECLI:HR:GHDHA:2016:3169. Drempelwaarde overschreden? Duidelijk grensoverschrijend belang? Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Afdeling Civiel recht Zaaknummer : /01 Zaaknummer rechtbank : C/10/ / KG ZA arrest van 7 maart 2017 inzake 1 JCDecaux Nederland B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. JCDecaux SA, gevestigd te NeuillysurSeine (Frankrijk), appellanten, hierna gezamenlijk te noemen: JCDecaux c.s. en ieder afzonderlijk JCDecaux Nederland en JCDecaux SA, advocaat: mr. J.F. van Nouhuys te Rotterdam, tegen 1 RET Services B.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: RET Services, advocaat: mr. J.P. Heering te Den Haag, 2. Exterion Media (Netherlands) B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Exterion, advocaat: mr. J.W. Fanoy te Den Haag, geïntimeerden. Het geding 1. Bij (turbo)spoedappeldagvaarding van 12 januari 2017 met producties zijn JCDecaux c.s. in hoger beroep gekomen tegen een door de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam op 30 december 2016 gewezen vonnis tussen JCDecaux c.s. en RET Services, met Exterion als gevoegde partij aan de zijde van RET Services. In het appelexploot hebben JCDecaux c.s. zes grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht. Bij afzonderlijke memories van antwoord, elk met producties, hebben RET Services en Exterion de grieven bestreden. Partijen hebben de zaak op 7 februari 2017 doen bepleiten, JCDecaux c.s. door hun advocaat en door mr. C.G. van Blaaderen, advocaat te Rotterdam, RET Services door mr. M.M. Slotboom, advocaat te Brussel, en Exterion door haar advocaat en door mr. D.M. Mulder, advocaat te Den Haag, allen aan de hand van overgelegde
2 pleitnotities. JCDecaux c.s. hebben ten behoeve van het pleidooi nog de producties 3339 overgelegd en Exterion heeft nog productie 14 overgelegd. Ten slotte is arrest bepaald. Beoordeling van het hoger beroep 2. Het hof gaat uit van de volgende feiten: JCDecaux Nederland is een dochteronderneming van JCDecaux SA. JCDecaux SA is een internationaal opererende onderneming. JCDecaux c.s. verwerven exploitatierechten van reclameobjecten zoals vitrines en abri s en sluiten vervolgens contracten met bedrijven die op deze reclameobjecten reclame willen maken. Exterion is een concurrent van JCDecaux Nederland. De naamloze vennootschap Rotterdamse Elektrische Tram N.V. (hierna: RET) verzorgt openbare vervoersdiensten in Rotterdam en omstreken. RET Services is een 100% dochtermaatschappij van RET. RET Services verleent exploitatierechten van het reclamearsenaal van RET. In januari 2007 heeft RET aan JCDecaux Nederland bericht dat zij voornemens was een overeenkomst aan te gaan met een rechtsvoorganger van Exterion inzake de exploitatie van het reclamearsenaal van RET. Daarop heeft JCDecaux Nederland een kort geding aanhangig gemaakt bij de rechtbank Rotterdam. Bij vonnis van 28 juni 2007 heeft de voorzieningenrechter RET verboden de exploitatie van haar reclamearsenaal aan een derde te gunnen zonder eerst JCDecaux Nederland in de gelegenheid te stellen een aanbieding te doen. Nadat JCDecaux Nederland daartoe was uitgenodigd heeft RET Services in 2009 alsnog gecontracteerd met (de rechtsvoorganger van) Exterion voor een periode van 7 jaar. RET Services en Exterion hebben op 15 maart 2016 een overeenkomst gesloten waarbij Exterion exclusieve exploitatierechten voor reclame op abri s, bussen, trams en metrostations in de regio Rotterdam heeft verkregen, en Exterion zich heeft verbonden (i) abri s te plaatsen, (ii) het beheer en onderhoud van de abri s, reclamevitrines in metrostations en reclameuitingen aangebracht op trams, bussen en metrovoertuigen van RET (hierna gezamenlijk: reclameobjecten) uit te voeren en (iii) een jaarlijkse vergoeding te betalen. De overeenkomst is gesloten voor een periode van 10 jaar, ingaande 1 januari Bij arrest van 25 oktober 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:3169) heeft dit hof RET Services verboden de op 15 maart 2016 met Exterion gesloten concessieovereenkomst uit te voeren vanaf 1 januari 2017 en heeft het hof RET Services geboden, voor zover zij de gesloten concessieovereenkomst nog wil sluiten, binnen twee maanden na betekening van het arrest een aankondiging van een concessieovereenkomst ter zake van de exploitatie van de reclameobjecten van eenzelfde strekking als de concessieovereenkomst gesloten met Exterion, bekend te maken met inachtneming van de bepalingen van de Aanbestedingswet (Aw). De advocaat van RET Services heeft de advocaat van JCDecaux c.s. op 11 november 2016 bericht dat RET Services voornemens is een overbruggingsovereenkomst te sluiten met Exterion voor de periode vanaf 1 januari 2017 totdat de nieuwe aanbesteding is afgerond. RET Services heeft op 11 november 2016 een openbare aankondiging gedaan voor het sluiten van een concessieovereenkomst. In de aankondiging is onder meer vermeld dat de beoogde ingangsdatum van de te sluiten overeenkomst 1 april 2017 is, dat de overeenkomst een looptijd heeft tot 31 maart 2022 en dat de overeenkomst eenmaal voor de duur van één jaar verlengd kan worden. RET Services heeft een overbruggingsovereenkomst gesloten met Exterion voor de duur van drie maanden met een, eenmalige, verlengingsmogelijkheid van drie maanden (tot 1 juli 2017). 3. JCDecaux c.s. vorderden in eerste aanleg, samengevat weergegeven, primair RET Services te verbieden onderhands een overbruggingsovereenkomst met Exterion te sluiten, althans RET Services te verbieden aan een eventueel reeds gesloten overeenkomst uitvoering te geven. Voorts vorderden zij dat het RET Services zou worden geboden, voor zover RET Services een overbruggingsovereenkomst wenst te sluiten, een offerteprocedure met inachtneming van de artikelen 1.8, 1.9 en 1.10 Aw 2012 te organiseren en JCDecaux c.s. daarvoor uit te nodigen. JCDecaux c.s. vorderden verder dat het RET Services zou worden geboden tot aanpassing van de
3 aanbestedingsprocedure voor de nieuwe concessieovereenkomst over te gaan, zodat deze procedure gaat voldoen aan de Aw Subsidiair vorderden JCDecaux c.s. RET Services te gebieden om een kopie van de overbruggingsovereenkomst aan JCDecaux c.s. te verschaffen en meer subsidiair vorderden zij dat elke andere voorziening zou worden getroffen die de voorzieningenrechter geraden zou voorkomen, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van RET Services in de kosten van het geding. 4. De voorzieningenrechter heeft deze vorderingen afgewezen en JCDecaux c.s. in de kosten van het geding veroordeeld. 5. In hoger beroep vorderen JCDecaux c.s. de vernietiging van het bestreden vonnis. Zij vorderen voorts, samengevat weergegeven, dat het RET Services wordt verboden de met Exterion gesloten overbruggingsovereenkomst uit te voeren, alsmede dat het RET Services wordt verboden om voor de periode tot aan de gunning van een nieuwe concessie, tijdelijke concessieovereenkomsten zoals de overbruggingsovereenkomst te sluiten zonder voorafgaande opening van de markt voor alle gegadigden, althans zonder het volgen van een procedure als voorgeschreven in de Aw 2012, althans zonder JCDecaux c.s. in de gelegenheid te stellen mee te dingen. JCDecaux c.s. vorderen verder dat het Exterion wordt geboden om te gehengen en te gedogen dat de overbruggingsovereenkomst niet wordt uitgevoerd. Met betrekking tot de lopende aanbestedingsprocedure voor de nieuwe concessie vorderen JCDecaux c.s. dat het RET Services wordt verboden die voort te zetten zolang: de specificaties van de te leveren abri s niet conform artikel 2.76 Aw 2012 (bedoeld is: artikel 2a.39 Aw 2012) zijn bekend gemaakt en/of de merkverwijzingen naar de Aqui en HSR niet zijn verwijderd en/of de termijn tussen de laatste nota van inlichtingen en het moment waarop een inschrijver zijn Best and Final Offer moet indienen, minimaal één maand bedraagt, althans een door het hof in goede justitie te bepalen termijn. JCDecaux c.s. vorderen tot slot dat aan de uit te spreken veroordelingen dwangsommen worden verbonden en dat RET Services en Exterion worden veroordeeld in de kosten van het geding. 6. Grief 1, die uit twee onderdelen bestaat, is gericht tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat de stellingen van JCDecaux c.s. over de geraamde waarde van de overbruggingsovereenkomst irrelevant zijn omdat JCDecaux c.s. niet hebben gevorderd dat een procedure in de zin van deel 2a Aw 2012 wordt georganiseerd. Grief 2 is gericht tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat niet is komen vast te staan dat de waarde van de overbruggingsovereenkomst hoger is dan ,. Met grief 3 komen JCDecaux c.s. op tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat de overbruggingsovereenkomst geen duidelijk grensoverschrijdend belang heeft. Grief 4 is gericht tegen overweging 4.19 van het vonnis, waarin de voorzieningenrechter oordeelde dat het in strijd met de goede procesorde is dat JCDecaux c.s. ter zitting in eerste aanleg nieuwe stellingen naar voren hebben gebracht. Met grief 5 komen JCDecaux c.s. op tegen de afwijzing van de vordering tot overlegging van de overbruggingsovereenkomst, terwijl grief 6 is gericht tegen de afwijzing van de vorderingen als zodanig en de uitgesproken proceskostenveroordeling. 7. Het hof stelt voorop dat JCDecaux c.s. hun vordering in hoger beroep opnieuw hebben geformuleerd en daaraan ook nieuwe standpunten ten grondslag hebben gelegd. In zoverre hebben zij geen belang bij hun grieven 1 en 4. Het standpunt van RET Services dat het in strijd is met de goede procesorde dat JCDecaux c.s. in hoger beroep voor het eerst (nieuwe) bezwaren tegen de lopende aanbestedingsprocedure naar voren brengen, miskent dat het een partij vrij staat om in
4 hoger beroep haar stellingen aan te vullen en (de grondslag van) haar eis te wijzigen. Aangenomen moet ook worden dat RET Services en Exterion in voldoende mate in staat zijn geweest daarop te reageren. Bij de verdere beoordeling van de grieven zal het hof daarom uitgaan van de in hoger beroep gewijzigde vordering en ook de daaraan ten grondslag gelegde stellingen beoordelen. Het hof zal bij die verdere beoordeling een onderscheid maken tussen de overbruggingsovereenkomst en de aanbestedingsprocedure voor de nieuwe concessie (hierna ook: de nieuwe concessie). De overbruggingsovereenkomst 8. Met betrekking tot de tegen de overbruggingsovereenkomst gerichte vorderingen hebben RET Services en Exterion aangevoerd dat JCDecaux c.s. daarbij geen belang (meer) hebben omdat het samengevat weergegeven feitelijk onmogelijk is om voorafgaand aan de gunning van de nieuwe concessie een aanbestedingsprocedure voor de overbruggingsovereenkomst te organiseren. Bij de beoordeling van die stelling neemt het hof tot uitgangspunt dat de overbruggingsovereenkomst een looptijd heeft van maximaal zes maanden. JCDecaux c.s. hebben immers niet gesteld dat in de overbruggingsovereenkomst is voorzien in een verlenging van die looptijd en zij hebben evenmin voldoende gemotiveerd betwist dat de overbruggingsovereenkomst daadwerkelijk uiterlijk per 1 juli 2017 zal aflopen. JCDecaux c.s. hebben weliswaar aangevoerd dat op dat moment mogelijk alsnog een nieuwe overbruggingsovereenkomst zal moeten worden gesloten, maar het hof acht die situatie te onzeker en te onbepaald om daar nu bij de beoordeling al rekening mee te houden. 9. Bij de beoordeling van dit verweer heeft als uitgangspunt te gelden dat in hoger beroep in kort geding moet worden beoordeeld of de eisende partij ten tijde van het arrest van het hof nog een (spoedeisend) belang heeft. In dit kader is van belang dat RET Services heeft aangegeven dat in het geval de stellingen van JCDecaux worden gevolgd, geen aanbesteding voor een nieuwe overbruggingsovereenkomst zal worden georganiseerd (paragraaf 2.26 memorie van antwoord). Het hof begrijpt die stelling aldus dat in dat geval in afwachting van de nieuwe concessieovereenkomst tot (uiterlijk) 1 juli 2017 geen exploitant zal worden aangezocht voor de betreffende reclamevakken. Het staat RET Services vrij daarvoor te kiezen. Bij die stand van zaken is echter niet goed in te zien wat het belang van JCDecaux c.s. is bij een verbod om verder uitvoering te geven aan de met Exterion gesloten overbruggingsovereenkomst. Hun stelling dat Exterion door het voortduren van de overbruggingsovereenkomst een voordeel heeft in de nieuwe aanbestedingsprocedure kan niet worden gevolgd, reeds omdat het Best and Final Offer (BAFO) moet worden ingediend voordat dit arrest zal worden gewezen en een verbod op verdere uitvoering van de overbruggingsovereenkomst daarop dus geen invloed meer kan hebben. Dat JCDecaux c.s. op enige andere wijze nadeel ondervinden door het voortduren van de overbruggingsovereenkomst, hebben zij niet voldoende gemotiveerd gesteld. 10. Daar komt het volgende bij. JCDecaux c.s. proberen met deze procedure te bewerkstelligen dat zij kunnen meedingen naar een overbruggingsovereenkomst. Als er veronderstellenderwijs van uit wordt gegaan dat de stellingen van JCDecaux met betrekking tot de waarde van de overbruggingsovereenkomst juist zijn, brengt dit met zich dat een procedure als bedoeld in deel 2a Aw 2012 moet worden gevoerd en dat de daarop betrekking hebbende bepalingen, waaronder die met betrekking tot de in acht te nemen termijnen, moeten worden gevolgd. Uitgaande van de datum waarop dit arrest zal worden gewezen, betekent dit dat het naar redelijke verwachting onmogelijk is om voor 1 april 2017 een aanbestedingsprocedure voor een andere overbruggingsovereenkomst te organiseren en af te ronden. Voor zover er een theoretische mogelijkheid zou zijn om een dergelijke procedure wel voor 1 april te organiseren, is het niet aannemelijk dat die sneller tot een eind zal komen dan de reeds lopende aanbestedingsprocedure voor de nieuwe concessie. Zelfs als de lopende aanbestedingsprocedure later dan 1 april 2017 zou worden afgerond, zal een op basis van een aanbestedingsprocedure te sluiten overbruggingsovereenkomst bovendien een zo korte looptijd hebben dat te voorzien is dat de kosten die gemoeid zijn met het organiseren van een dergelijke procedure en het aan en aftreden van een exploitant niet in een redelijke verhouding staan tot de
5 mogelijke opbrengsten voor een inschrijver en de aanbestedende dienst. Het door JCDecaux c.s. aangevoerde strategische belang stuit in deze context af op het feit dat het tijdstip van het indienen van de BAFO is gelegen vóór het tijdstip dat een eventueel aan JCDecaux gegunde overbruggingsovereenkomst zal zijn aangevangen. Een redelijke afweging van belangen brengt al met al mee dat van RET Services niet kan worden gevergd tot een aanbestedingsprocedure met betrekking tot een overbruggingsovereenkomst over te gaan. 11. Wanneer er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat de waarde van de overbruggingsovereenkomst niet hoger is dan de drempelwaarde van ,, maar er wel een duidelijk grensoverschrijdend belang is, geldt voorts het volgende. Krachtens artikel 1.7 sub b Aw 2012 zijn op concessieovereenkomsten voor diensten met een duidelijk grensoverschrijdend belang de algemene beginselen van afdeling van de Aanbestedingswet 2012 van toepassing. Deze algemene beginselen houden onder meer een verplichting in voor een aanbestedende dienst of specialesectorbedrijf om ondernemers op gelijke en nietdiscriminerende wijze te behandelen (artikel 1.8 Aw 2012) alsmede een verplichting om transparant te handelen, en daarbij in ieder geval zorg te dragen voor een passende mate van openbaarheid van de aankondiging van het voornemen tot het plaatsen van de opdracht (artikel 1.9, eerste en tweede lid Aw 2012). Het hof is van oordeel dat ook in die situatie moet worden aangenomen dat het feitelijk onmogelijk is voorafgaand aan het van kracht worden van een nieuwe concessieovereenkomst een procedure te organiseren als bedoeld in de artikelen Aw 2012, althans dat in redelijkheid van RET Services niet meer kan worden gevergd dat zij hiertoe voor een zeer korte periode overgaat. 12. De in hoger beroep geformuleerde vorderingen met betrekking tot de overbruggingsovereenkomst stuiten hierop reeds af. 13. Het hof tekent bij het bovenstaande nadrukkelijk aan dat dit beeld zou kunnen veranderen wanneer RET Services na ommekomst van de huidige overbruggingsovereenkomst zou overgaan tot het sluiten van een of meer nadere overbruggingsovereenkomsten. Het achtereenvolgens sluiten van steeds korte overbruggingsovereenkomsten mag er immers niet toe leiden dat de verplichting tot het volgen van een procedure als bedoeld in deel 2a Aw 2012 wordt omzeild. 14. Omdat het oordeel van het hof in belangrijke mate is gebaseerd op de geringe tijdspanne die (hoogstwaarschijnlijk) nog maar resteert tussen zijn arrest en het tijdstip van het ingaan van de nieuwe concessie, moet het hof onderzoeken of de vordering die in eerste aanleg ter beoordeling voorlag, toen die tijdspanne groter was, terecht is toe of afgewezen. Dit om te kunnen beoordelen of de veroordeling van JCDecaux c.s. in de proceskosten in eerste aanleg terecht is geweest. Het hof zal daartoe beoordelen of voldoende aannemelijk is dat het belang van de overbruggingsovereenkomst de drempelwaarde overschrijdt en of er, als dat niet het geval is, sprake is van een duidelijk grensoverschrijdend belang. Het hof beantwoordt beide vragen ontkennend. 15. Het hof stelt bij zijn beoordeling voorop dat uit afdeling 2a.1.3 Aw 2012 volgt dat op de aanbestedende dienst de verplichting rust om de waarde van de voorgenomen concessieopdracht te ramen. Anders dan JCDecaux c.s. betogen, volgt daaruit niet dat in een civiele bodemprocedure of in een kort geding de aanbestedende dienst moet stellen en moet bewijzen dat de waarde van de opdracht niet de drempelwaarde overschrijdt. Wel kan van de aanbestedende dienst worden verwacht om, wanneer een potentiële belangstellende gemotiveerd betoogt dat de drempelwaarde wordt overschreden, inzicht te geven in haar raming en de wijze waarop die tot stand is gekomen. 16. RET Services heeft zowel in eerste aanleg als in hoger beroep aangegeven de waarde van de opdracht te hebben geraamd op , per maand en daarbij te zijn uitgegaan van de afdracht die (de rechtsvoorganger van) Exterion in 2007 heeft gegarandeerd. Die afdracht is, naar RET Services onbetwist heeft gesteld, hoger dan de afdracht die zij in 2016 van Exterion heeft ontvangen.
6 17. Het hof is van oordeel dat tegenover dit betoog van RET Services, op basis van hetgeen JCDecaux c.s. hebben aangevoerd niet kan worden vastgesteld dat de waarde van de overbruggingsopdracht de drempelwaarde van , overschrijdt. Het feit dat in de procedure tussen partijen die heeft geleid tot het arrest van 25 oktober 2016 van dit hof, een waarde van 100 miljoen voor een opdracht voor 10 jaar tot uitgangspunt is genomen, acht het hof in dit verband van onvoldoende gewicht, reeds omdat RET Services gemotiveerd heeft aangevoerd dat een dergelijk bedrag niet eenvoudigweg teruggerekend kan worden tot een kortere periode en omdat de discussie tussen partijen over dit bedrag niet de strekking had de waarde van de opdracht voor tien jaar exact vast te stellen, laat staan die van een overbruggingsovereenkomst van een veel beperkter duur. Partijen verschillen daarbij van mening over de gevolgtrekkingen die aan de tariefkaarten moeten worden verbonden en in het bijzonder over de vraag of daar al dan niet kortingen op moeten worden toegepast en zo ja, van welke omvang. Het hof kan uit die tariefkaarten daarom niet met voldoende mate van aannemelijkheid afleiden dat het standpunt van JCDecaux c.s. het juiste is. Ook de berekening die JCDecaux c.s. ter zitting van het hof hebben gepresenteerd en die is gebaseerd op de concessie in Den Haag, leidt cijfermatig niet zelfstandig tot de door JCDecaux c.s. getrokken conclusie. De door JCDecaux c.s. daarbij aangevoerde omstandigheden die zouden moeten leiden tot de conclusie dat de waarde van de overbruggingsovereenkomst toch de drempelwaarde overschrijdt, zijn alle door RET Services en Exterion weersproken. Bij die stand van zaken kan dus niet worden geoordeeld dat de waarde van de overbruggingsovereenkomst de drempelwaarde overschrijdt, terwijl er voor nader onderzoek binnen de kaders van dit spoedappel geen ruimte is. 18. Met betrekking tot de vraag of er een duidelijk grensoverschrijdend belang is, heeft het volgende te gelden. In zijn arrest van 25 oktober 2016 heeft dit hof met betrekking tot de nieuwe concessie onder meer overwogen: De omzet van circa 100 miljoen die met de onderhavige overeenkomst kan worden behaald is naar het oordeel van het hof zo substantieel, dat een reële mogelijkheid bestaat dat ondernemingen uit andere lidstaten bij een passende mate van openbaarheid belangstelling zouden hebben getoond. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat dit bedrag een veelvoud is van de drempelwaarde conform de Richtlijn concessieovereenkomsten, waarbij volgens de Uniewetgever buitenlandse belangstelling kan worden verondersteld. Een reële mogelijkheid van buitenlandse belangstelling is voldoende om een duidelijk grensoverschrijdend belang aan te nemen. Bij een reële mogelijkheid van buitenlandse belangstelling kan het achterwege laten van een passende mate van openbaarheid immers leiden tot een schending van de fundamentele regels van het VWEU en het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit. Exterion heeft betoogd dat het waarschijnlijk moet zijn dat ondernemingen uit andere lidstaten bij een marktbevraging belangstelling zouden hebben getoond, maar dat valt niet uit de rechtspraak van het Hof van Justitie af te leiden. 19. Daarbij heeft het hof overwogen dat een duidelijk grensoverschrijdend belang in zoverre een abstract begrip is dat niet vast hoeft komen te staan dat buitenlandse marktdeelnemers daadwerkelijk belangstelling hebben getoond. Het arrest van het HvJ EU van 6 oktober 2016 (ECLI:EU:C:2016:747) is daarbij wel in aanmerking genomen, maar juist als geen aankondiging van de opdracht heeft plaatsgevonden, kan de aanwezigheid van een duidelijk grensoverschrijdend belang niet worden getoetst aan de hand van concrete belangstelling voor die opdracht, en zal moeten worden teruggevallen op door het HvJ EU genoemde objectieve factoren zoals de waarde van de opdracht. Uit die factoren moet het duidelijke grensoverschrijdende belang op positieve wijze blijken. 20. Uit de thans voorliggende feiten kan het hof niet afleiden dat de overbruggingsovereenkomst, gelet op de door het HvJ EU genoemde objectieve factoren die in de afweging moeten worden betrokken, een duidelijk grensoverschrijdend belang heeft. Daaraan ligt het volgende ten grondslag. In de eerste plaats is het belang van de overbruggingsovereenkomst een fractie van het belang van de nieuwe concessieopdracht en ligt dat belang, zoals het hof hiervoor (voorlopig) heeft geoordeeld,
7 zelfs beneden de drempelwaarde van ,. Aan het belang van de overbruggingsovereenkomst kan dus geenszins de betekenis worden toegekend die in het arrest van 25 oktober 2016 aan de waarde van de nieuwe concessieopdracht is gehecht. Ook overigens kan uit de bijzondere omstandigheden van de overbruggingsovereenkomst niet worden afgeleid dat er een duidelijk grensoverschrijdend belang is. De stelling van JCDecaux c.s. dat er een strategisch belang is voor (buitenlandse) inschrijvers op de nieuwe concessieopdracht om ook de overbruggingsovereenkomst te mogen sluiten en dat daarmee een grensoverschrijdend belang is gegeven, stuit in ieder geval af op het feit dat de tijd tussen 1 januari 2017 (de ingangsdatum van de bestaande overbruggingsovereenkomst) en het tijdstip van indiening van het BAFO voor de nieuwe concessie zodanig kort is, dat niet kan worden aangenomen dat in die periode strategische kennis kon worden verworven die voor de nieuwe concessie van belang is, dit nog daargelaten dat het niet toelaatbaar zou zijn dat een inschrijver op deze manier boven de andere inschrijvers zou beschikken over relevante informatie voor de nieuwe concessie. 21. Het enkele feit dat de Franse moedermaatschappij van JCDecaux Nederland B.V. ook als eiseres in deze procedure is betrokken en haar belangstelling voor de nieuwe concessieovereenkomst kenbaar heeft gemaakt, acht het hof onvoldoende om een duidelijk grensoverschrijdend belang voor de overbruggingsovereenkomst aan te nemen. In het bijzonder acht het hof daarbij relevant dat niet op voorhand aannemelijk is dat een buitenlandse partij zich de, vermoedelijk kostbare, inspanningen zal getroosten die vereist zijn om op de Nederlandse markt actief te zijn en daarbij het risico te lopen dat die inspanningen slechts gedurende zeer korte tijd tot opbrengsten zullen leiden. Deze korte duur als kenmerk van de overbruggingsovereenkomst maakt een duidelijk grensoverschrijdend belang ook onaannemelijk. Het hof heeft er daarbij acht op geslagen dat JCDecaux c.s. stellen (paragraaf 57 memorie van grieven) dat JCDecaux SA de overbruggingsovereenkomst met gebruikmaking van JCDecaux Nederland zou uitvoeren. Dat betekent dat de betrokkenheid van JCDecaux SA een betrokkenheid op afstand is en dat is in dit geval een onvoldoende concrete betrokkenheid om een duidelijk grensoverschrijdend belang aan te ontlenen, mede gezien het feit dat objectieve factoren zoals de geringe waarde en de korte looptijd van de overbruggingsovereenkomst wijzen op het ontbreken daarvan. Anders dan JCDecaux c.s. in dit verband betogen staat het feit dat de nationaliteit van een opdrachtnemer geen rol mag spelen in aanbestedingsprocedures er niet aan in de weg dat bij beoordeling van het duidelijk grensoverschrijdend belang onderzocht moet worden of een in een andere lidstaat gevestigde rechtspersoon concrete belangstelling heeft voor de opdracht. Het arrest van het HvJ EU van 10 mei 2012 (ECLI:EU:C:2012:283) waarnaar JCDecaux c.s. in dit verband verwijzen dwingt ook niet tot die conclusie. 22. Tegen de achtergrond van het bovenstaande geldt ook voor de meer algemene observaties in het SEOrapport waarnaar JCDecaux c.s. in paragraaf 58 van de memorie van grieven verwijzen, dat daaruit niet een duidelijk grensoverschrijdend belang in dit concrete geval kan worden afgeleid. Uit het in de memorie van grieven opgenomen citaat blijkt veeleer dat aanwezigheid in Nederland noodzakelijk is om de markt waarop de overbruggingsovereenkomst betrekking heeft, te bedienen. Weliswaar is in het arrest van 25 oktober 2016 van dit hof overwogen dat (potentiële) buitenlandse belangstelling er ook uit kan bestaan dat ondernemingen uit andere lidstaten zich permanent in Nederland hebben gevestigd of Nederlandse ondernemingen hebben geacquireerd, maar die algemene vaststelling kan niet meebrengen dat met betrekking tot de overbruggingsovereenkomst sprake is van een voldoende concreet en op objectieve factoren terug te voeren gebleken duidelijk grensoverschrijdend belang, met name niet nu de geringe waarde en de korte looptijd van de overbruggingsovereenkomst wijzen op het ontbreken daarvan. 23. Uit de Gids Proportionaliteit, waarnaar JCDecaux c.s. verwijzen, volgt niet iets anders. In het bijzonder is daaruit niet af te leiden dat in het onderhavige geval van het bestaan van een duidelijk grensoverschrijdend belang zou moeten worden uitgegaan.
8 24. Het bovenstaande brengt mee dat het oordeel van de voorzieningenrechter over de proceskostenveroordeling juist was. Voor zover voor deze beoordeling het gestelde in grief 4 van belang is, onderschrijft het hof het oordeel van de voorzieningenrechter dat het in de omstandigheden van dit geval in strijd was met de goede procesorde om eerst ter zitting van de voorzieningenrechter nieuwe bezwaren tegen de lopende aanbestedingsprocedure te formuleren. De aanbestedingsprocedure voor de nieuwe concessie 25. Met betrekking tot de klachten die JCDecaux c.s. hebben geformuleerd over de lopende aanbestedingsprocedure overweegt het hof als volgt. Van een potentiële inschrijver mag worden verwacht dat hij zich proactief opstelt en klachten tegen een aanbestedingsprocedure in een zo vroeg mogelijk stadium aan de aanbestedende dienst kenbaar maakt en zijn vragen over onduidelijkheden in de aanbestedingstukken ook in een zo vroeg mogelijk stadium aan de orde stelt. Onder omstandigheden kan dit meebrengen dat dergelijke klachten en vragen reeds voordat de aanbestedingsprocedure tot een gunningsbeslissing heeft geleid in een kort geding aan de orde worden gesteld. 26. De aanbestedingsprocedure voor de nieuwe concessie voorziet echter erin dat na de initiële inschrijving met alle inschrijvers een onderhandelingsprocedure volgt. RET Services heeft ter zitting van het hof bevestigd dat de door JCDecaux c.s. in dit hoger beroep aan de orde gestelde bezwaren tegen de merkverwijzing met betrekking tot de abri en de termijn voor het indienen van het BAFO nog kunnen leiden tot wijzigingen in de aanbesteding. Zij heeft er daarbij onweersproken op gewezen dat er op 15 februari 2017, dus ten tijde van de zitting van het hof nog een toekomstig moment, nog een nota van inlichtingen zou worden gepubliceerd waarin wijzigingen kunnen worden doorgevoerd. Onder die omstandigheden acht het hof de vorderingen, met RET Services, prematuur en zullen JCDecaux c.s. in die vorderingen nietontvankelijk worden verklaard. Verstrekking afschrift overbruggingsovereenkomst 27. Grief 5 is gericht tegen de afwijzing van de vordering in eerste aanleg tot verstrekking van een kopie van de overbruggingsovereenkomst. Die vordering komt in het gewijzigde petitum in hoger beroep niet terug, zodat er geen belang bij deze grief bestaat. 28. Het hof voegt daaraan toe dat JCDecaux c.s. in eerste aanleg en in hoger beroep aan deze vordering een beroep op het bepaalde in artikel 843a Rv ten grondslag hebben gelegd. In eerste aanleg hebben zij niet uiteen gezet wat hun rechtmatig belang is bij verkrijging van een afschrift van de overbruggingsovereenkomst. In hoger beroep hebben zij dit belang aldus omschreven dat zij aan de hand van de overbruggingsovereenkomst kunnen nagaan van welke omzetraming RET Services is uitgegaan en of er niet sprake is van onrechtmatige staatssteun. Het eerste onderdeel van dit geschetste belang is thans niet meer relevant omdat RET Services uiteen heeft gezet van welke raming zij is uitgegaan en hoe zij daartoe is gekomen. Met betrekking tot het tweede onderdeel van dit geschetste belang heeft te gelden dat JCDecaux c.s. de suggestie dat er sprake is van staatssteun in het geheel niet hebben onderbouwd. Het in artikel 843a Rv bedoelde rechtmatige belang kan daarop dus ook niet worden gebaseerd. Conclusie en afronding 29. Het bovenstaande brengt mee dat het hoger beroep faalt. Omdat het hof heeft geoordeeld dat de vorderingen met betrekking tot de nieuwe aanbestedingsprocedure prematuur zijn, dienen JCDecaux c.s. in die vorderingen nietontvankelijk te worden verklaard, zodat er geen misverstand over kan bestaan dat deze vorderingen in een later stadium, indien nodig, alsnog door de rechter kunnen worden beoordeeld. Het hof zal daarom, eveneens ter vermijding van misverstanden, het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigen, de vorderingen met betrekking tot de
9 overbruggingsovereenkomst afwijzen en JCDecaux c.s. nietontvankelijk verklaren in hun vorderingen met betrekking tot de lopende aanbesteding voor de nieuwe concessie. 30. JCDecaux c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep. Beslissing Het hof: vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 30 december 2016, en opnieuw rechtdoende: wijst de vorderingen met betrekking tot de overbruggingsovereenkomst af; verklaart JCDecaux c.s. nietontvankelijk in hun vorderingen met betrekking tot de aanbestedingsprocedure voor de nieuwe concessie; veroordeelt JCDecaux c.s. in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van RET Services en Exterion tot op 30 december 2016 voor ieder van hen afzonderlijk begroot op 1.435,, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt JCDecaux c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep aan de zijde van RET Services en Exterion tot op heden voor ieder van hen afzonderlijk begroot op 716, aan verschotten en 2.682, aan salaris advocaat en op 131, aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met 68, indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van 68,, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen; verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad. Dit arrest is gewezen door mrs. J.J. van der Helm, H.J.M. Burg en P. Glazener en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.
EJEA ECLI:NL:GHDHA:2016:3169 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
EJEA 16-154 ECLI:NL:GHDHA:2016:3169 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak25-10-2016 Datum publicatie25-10-2016 Zaaknummer200.195.461/01 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenhoger beroep Inhoudsindicatie
Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging.
EJEA 16-105 ECLI:NL:GHDHA:2016:1024 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak19-04-2016 Datum publicatie14-07-2016 Zaaknummer200.186.709/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Aanbesteding. Concessieovereenkomst voor een dienst. Geen duidelijk grensoverschrijdend belang.
EJEA 16098 ECLI:NL:RBROT:2016:5008 Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak09062016 Datum publicatie01072016 Zaaknummer C/10/498882 / KG ZA 16382 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA
EJEA 16101 ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank MiddenNederland Datum uitspraak17062016 Datum publicatie04072016 Zaaknummer414169/KG ZA 16314 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
ECLI:NL:GHSHE:2016:2505
ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof
ECLI:NL:RBROT:2016:10103
ECLI:NL:RBROT:2016:10103 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 14112016 Datum publicatie 05012017 Zaaknummer 510412 KG ZA 161094 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 01-02-2013 Zaaknummer HD 200.054.815 KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger
ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
ECLI:NL:GHDHA:2016:3477
ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHDHA:2017:647
ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en
EJEA ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/13/ / KG ZA
EJEA 17-034 ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 02-03-2017 Zaaknummer C/13/621166 / KG ZA 16-1540 Rechtsgebieden Aanbestedingsrecht Bijzondere kenmerken
ECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
ECLI:NL:RBOVE:2014:4818
ECLI:NL:RBOVE:2014:4818 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12092014 Datum publicatie 17092014 Zaaknummer C/08/161179 / KG ZA 14301 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Aanbestedingsrecht
'141 SEP 201. de Rechtspraak. Gerechtshof Amsterdam. Afdeling civielrecht en belastingrecht. mr. L.C.J. Sprengers Postbus SC Utrecht
'141 AN SEP 201 de Rechtspraak Gerechtshof Amsterdam mr. L.C.J. Sprengers Postbus 14067 3508 SC Utrecht datum 27 september 2016 contactpersoon rolnummer 200.187.985/ 01 inzake Federatie Nederlandse Vakbeweging,
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
TBR 2017/62 Hof Den Haag, , nr /01,ECLI:NL:GHDHA:2016:31...
Zoekterm: tbr 2017/62 Er is gezocht met juridische thesaurus op: tbr 2017 62 Er is gezocht op: publicatie TBR 2017/62 Gebruikte voorspecificaties: Inclusief woordvariaties en synoniemen Over dit document:
Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen?
ECLI:NL:GHSHE:2014:3763 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-09-2014 Datum publicatie 23-09-2014 Zaaknummer HD 200.144.766 01 Formele relaties Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2014:1289
ECLI:NL:GHARL:2015:350
ECLI:NL:GHARL:2015:350 Instantie Datum uitspraak 20-01-2015 Datum publicatie 26-01-2015 Zaaknummer 200.145.738-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:RBOVE:2017:2573
ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
ECLI:NL:RBAMS:2016:199
ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht
LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119
LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2010 Datum publicatie: 12-05-2010 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Voorlopige voorziening
Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd
pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:
ECLI:NL:RBROT:2015:7740
ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
EJEA ECLI:NL:GHDHA:2015:2610 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
EJEA 15-161 ECLI:NL:GHDHA:2015:2610 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak06-10-2015 Datum publicatie06-10-2015 Zaaknummer200.173.672/01 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenhoger beroep kort geding
ECLI:NL:GHDHA:2014:3066
ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
ECLI:NL:GHSHE:2016:2711
ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01
ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239
ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD
ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger
ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177
ECLI:NL:GHSHE:2015:3006
ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 Instantie Datum uitspraak 04082015 Datum publicatie 24122015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch HD 200.159.533_01
ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303
ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
ECLI:NL:GHDHA:2016:3495
ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer 200.179.055 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
ECLI:NL:RBOVE:2014:2411
ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort
ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235
ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
ECLI:NL:GHDHA:2013:4308
ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-10-2014 Datum publicatie 30-01-2015 Zaaknummer 200.126.703-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383
EJEA 16-186 ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak23-11-2016 Datum publicatie21-12-2016 ZaaknummerC/09/521602 KG ZA 16/1383 RechtsgebiedenAanbestedingsrecht Bijzondere kenmerkenkort
ECLI:NL:RBMNE:2017:1813
ECLI:NL:RBMNE:2017:1813 Instantie Datum uitspraak 17032017 Datum publicatie 18042017 Rechtbank MiddenNederland Zaaknummer C/16/432536 / KG ZA 1778 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueeleigendomsrecht
Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.
arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,
ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD
ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727
ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 12-01-2012 Datum publicatie 12-01-2012 Zaaknummer 133790 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
ECLI:NL:GHSHE:2015:3457
ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 08-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD
ECLI:NL:RBDHA:2016:16893
ECLI:NL:RBDHA:2016:16893 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 09-03-2017 Zaaknummer C/09/516790 / KG ZA 16-999 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Aanbestedingsrecht
ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C03/1510 KA KG
ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 23-07-2004 Datum publicatie 09-11-2004 Zaaknummer C03/1510 KA KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
zaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team I zaak.nummer : 200.168.839/01 zaak.nummer rechtbank Amsterdam : 2846345 \ CV EXPL 14-6113 arrest van de meervoudige burgerlijke
ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799
ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 26-05-2014 Zaaknummer 200.053.330-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01
ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064
ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-04-2007 Datum publicatie 11-05-2007 Zaaknummer 2007/064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67
vonnis "In naam des Konings!" RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten
ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841
ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RBOVE:2014:3241
ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
ECLI:NL:RBAMS:2017:1537
ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 13-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-174 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Proces-verbaal van de zitting, gehouden op 31 december 2015, houdende mondeling vonnis
EJEA 16037 ECLI:NL:RBNHO:2015:12033 Rechtbank NoordHolland Datum uitspraak31122015 Datum publicatie15032016 ZaaknummerC/15/237023 / KG ZA 151031 RechtsgebiedenAanbestedingsrecht Bijzondere kenmerkenkort
zaaknummer / rolnummer: C/09/455764 / KG ZA 13-1383
vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel - voorzieningenrechter Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/455764 / KG ZA 13-1383 Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de besloten vennootschap
ECLI:NL:RBAMS:2017:2065
ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-154 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
EJEA ECLI:NL:RBOVE:2017:2534 Rechtbank Overijssel Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/08/ / KG ZA
EJEA 17080 ECLI:NL:RBOVE:2017:2534 Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15062017 Datum publicatie 21062017 Zaaknummer C/08/201466 / KG ZA 17146 Rechtsgebieden Aanbestedingsrecht Bijzondere kenmerken Kort
ECLI:NL:GHDHA:2016:3526
ECLI:NL:GHDHA:2016:3526 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 15-02-2017 Zaaknummer 200.180.959/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:GHAMS:2014:5409 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:5409 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2014 Datum publicatie 08-01-2015 Zaaknummer 200.150.949-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van
Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer
LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01
LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering
ECLI:NL:GHSHE:2016:171
ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-
EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA 15/1545
EJEA 16-006 ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak03-11-2015 Datum publicatie08-01-2016 ZaaknummerC/09/497838 / KG ZA 15/1545 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:3335 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA
EJEA 16-045 ECLI:NL:RBDHA:2016:3335 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak30-03-2016 Datum publicatie31-03-2016 ZaaknummerC/09/504705 / KG ZA 16-131 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding
ECLI:NL:RBROT:2015:5262
Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 2772015 ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24072015 Datum publicatie 25072015 Zaaknummer 3437926 cv expl 1445430 Rechtsgebieden
ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 200.163.502/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758
ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079
ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Zaaknummer 93461 / KG ZA 08-415 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
EJEA ECLI:NL:RBOBR:2017:976 Rechtbank Oost-Brabant Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/01/ / KG ZA 17-16
EJEA 17035 ECLI:NL:RBOBR:2017:976 Rechtbank OostBrabant Datum uitspraak 24022017 Datum publicatie 03032017 Zaaknummer C/01/316598 / KG ZA 1716 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
JAAN 2013/169 27-08-2013, 200.124.231, ECLI:NL:GHARL:2013:6549
JAAN 2013/169 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (locatie Arnhem), 27-08-2013, 200.124.231, ECLI:NL:GHARL:2013:6549 Hoger beroep kort geding, Appellant wel belang bij hoger beroep, maar geen belang bij vorderingen
1. DE REGERING IN BALLINGSCHAP VAN DE REPUBLIEK DER ZUID-MOLUKKEN (RMS), gevestigd te Amsterdam, hierna: RMS,
LJN: BU5105, Gerechtshof 's-gravenhage, 200.077.445/01 Datum uitspraak: 22-11-2011 Datum publicatie: 22-11-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Kort geding Republiek
ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321
ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 10-01-2007 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 222545 / KG ZA 06-1184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
ECLI:NL:RBOVE:2014:5435
ECLI:NL:RBOVE:2014:5435 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26092014 Datum publicatie 13102014 Zaaknummer C/08/160601 / KG ZA 14280 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
ECLI:NL:RBOVE:2016:5109
ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-11-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Zaaknummer 5405642 VV EXPL 16-70 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239
ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2005 Datum publicatie 28-07-2005 Zaaknummer 242867/ KG ZA 05-645 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
ECLI:NL:RBOVE:2016:593
ECLI:NL:RBOVE:2016:593 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12-02-2016 Datum publicatie 22-02-2016 Zaaknummer C/08/181174 / KG ZA 16-7 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Aanbestedingsrecht
ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119
ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 Instantie Datum uitspraak 27-01-2004 Datum publicatie 20-02-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch C0201298-RO Civiel
ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240
ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 266642 / HA ZA 06-2184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139 Vonnis in kort geding van in de zaak van X, h.o.d.n. PUBLIEC, wonende te Delft, eiseres, advocaat mr. O.R.
ECLI:NL:GHDHA:2014:21
ECLI:NL:GHDHA:2014:21 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-01-2014 Datum publicatie 03-03-2014 Zaaknummer 200.129.144/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 11-12-2012 Datum publicatie 28-12-2012 Zaaknummer 200.115.609/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep