KLÖBER Benelux GmbH. Herbesthaler Strasse 36 B-4700 Eupen Tel. +32 (0) 87/ Fax + 32 (0) 87/ B E S C H R I J V I N G

Transcriptie

1 BUtgb 08/2371 Geldig van tot Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Federale Overheidsdienst (FOD) conomie, KMO, Middenstand en nergie Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel. : 0032 (0) , Fax : 0032 (0) Lid van de uropese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (Utgb) Technische Goedkeuring met Certificatie Onderdakfolie PRMO ASY H, LIGHT, FORT KLÖBR Benelux GmbH Herbesthaler Strasse 36 B-4700 upen Tel. +32 (0) 87/ Fax + 32 (0) 87/ B S C H R I J V I N G Daken Dächer Toitures Roofs 1. Voorwerp, met als types asy H, Light en Forte, is een folie gebruikt als onderdakfolie onder dakbedekkingen zoals leien, pannen en golfplaten. De technische goedkeuring met certificatie omvat een doorlopende productiecontrole door de fabrikant, aangevuld met een regelmatig extern toezicht daarop door de door de BUtgb toegewezen certificatie-instelling. De technische goedkeuring met certificatie heeft betrekking op de onderdakfolie, met inbegrip van de plaatsingstechniek, maar niet op de kwaliteit van de uitvoering. 2. Materialen 2.1 Onderdakfolie De onderdakfolie is een vlies/folie combinatie uit thermisch verbonden PP-spinvlies en een waterdampopen P-folie en is beschikbaar in 3 verschillende types : Type asy H is een 3-laags product uit polyolefine - 60 g/m² PP-spinvlies in de kleur beige, UV - microporeuze P-folie - 20 g/m² PP-spinvlies in de kleur wit Type Light is een 3-laags product uit polyolefine - 80 g/m² PP-spinvlies in de kleur grijs, UV - microporeuze P-folie - 20 g/m² PP-spinvlies in de kleur wit Type Forte is een 4-laags product uit polyolefine met textielversteviging - 80 g/m² PP-spinvlies in de kleur lichtgrijs, UV - microporeuze P-folie - 30 g/m² PP-wapening - 20 g/m² PP-spinvlies in de kleur wit. Kenmerken van de P-folie (LDP) : dikte : 25 μm kleur : wit oppervlaktemassa : 30 g/m² Kenmerken van de afgewerkte folie : asy H Light Forte Lengte (m) -0% Breedte (m) -0,5% +1,5 % 1,5 1,5 1,5 Oppervlaktemassa (g/m²) 125 ± ± ± 8 Kleur beige/wit grijs/wit lichtgrijs/ wit 2.2 Hulpcomponenten (vallen niet onder de goedkeuring) : kleefband HD : éénzijdig klevende kleefband met als draagmateriaal en aan de onderkant voorzien van acryl-lijm ; breedte 40 mm ; Kan ook buiten aangewend worden voor het verzekeren van de aansluitingen van de stroken van het scherm aan de rand van het bouwwerk, rond de doorboringen en op de gootband. kleefband Butylon : tweezijdig klevende kleefband BUtgb Gebouwen : FOD-conomie - SCO - WTCB en de Gewesten met medewerking van de gespecialiseerde instelling TCHN. Uitvoerend Bureau Daken : MM. Carteus (FOD-conomie), Van den Bossche (TCHN), Mme Proot (SCO), Mevr. Dejonghe (WTCB), Mevr. Van den Bergh (SCO), Mevr. Henderieckx ATG 08/2371 1/5

2 op basis van butyl caoutchouc ; breedte 20 of 50 mm ; Kan gebruikt worden voor de luchtdichte bevestiging van de opkanten van de folie rond de doorboringen, aan de zijranden en op de stijve gootbanden. Dampschermen : Wallint 3 (Sd waarde = 3 m) en Wallint 10 (Sd waarde = 10 m). 3. Vervaardiging en commercialisatie De vervaardiging gebeurt bij Lafarge Roofing Components GmbH & Co.KG te nnepetal (Duitsland). De industriële zelfcontrole van de fabricage omvat ondermeer het bijhouden van een controleregister en het uitvoeren van proeven op proefstukken die genomen worden uit de fabricage. Deze zelfcontrole wordt nagezien door geregelde externe controles. De commercialisatie in België gebeurt door de firma Klöber Benelux PGmbH, Herbesthaler Strasse 36 B-4700 upen. 4. Uitvoering 4.1 Draagstructuur De draagstructuur van het dak (spanten, gordingen, kepers,...) waarop het onderdak moet worden aangebracht, moet voldoen aan de voorschriften van STS Onderdak Fu n c t i e s De onderdakfolie heeft verschillende functies : a) de regendichtheid van het dak tijdelijk verzekeren en het water afvoeren naar de dakgoot b) de stormvastheid van de dakbedekking bevorderen (overdruk onder de bedekking verminderen) c) de stofdichtheid van het dak verbeteren d) de dakisolatie beschermen tegen alle waterinfiltraties van buitenaf Verpakking en opslag De folie wordt geleverd in P-verpakte rollen. Ze dienen opgeslagen te worden, beschut tegen vocht, zonlicht en hoge temperaturen Plaatsing van het onderdak De plaatsing gebeurt op kepers en spanten in horizontale stroken, te beginnen onderaan de dakgoot. De folie wordt heel lichtjes gespannen geplaatst, met de gladde zijde naar onder en met een overlapping van 150 mm. De folie wordt voorlopig bevestigd aan de kepers door nagelen of bij voorkeur door nieten; losse flappen of loshangende delen van de folie dienen ten alle tijde vermeden te worden, aangezien deze aanleiding kunnen geven tot ritselen. Verticale voegen van de folie dienen een overlap te bezitten tot aan de volgende keper of spant. Op elke keper of spant wordt een tengellat bevestigd van minimum 15 mm dik die de folie op zijn plaats houdt en die voor de evacuatie van eventuele infiltraties zorgt. Het plaatsen van de dakbedekking gebeurt zo snel mogelijk na het plaatsen van het onderdak en binnen een termijn van maximum 4 maanden, dit om beschadiging door UV-straling te voorkomen Pl a at s i n g va n h e t o n d e r d a k t e r h o o g t e va n d a k r a n- den en -doorvoeren Gooteinde : de onderkant van de onderdakfolie komt tot in de dakgoot en dit op een zodanige manier dat er geen plasvorming optreedt. Dakrand : de onderdakfolie wordt tegen de randplank omgeslagen en bevestigd. Schoorsteen : de onderdakfolie wordt tegen de schoorsteen omgeslagen en bevestigd. Doorboringen : in de folie wordt, ter hoogte van de doorvoer, een ruime opening gemaakt, die vervolgens afgewerkt wordt met een goed aansluitende manchet. Indien hoge temperaturen kunnen bereikt worden (b.v. uitlaat waterverwarmer), moet een metaalslabbe gebruikt worden waaraan dan de folie wordt gekleefd door middel van de HD-strip of met de Butylon-strip. In de praktijk is het aanbevolen ter plaatse van de doorboring een continue drager te voorzien (bv. multiplex) Da k b e d e k k i n g De dakbedekkingsmaterialen (leien, pannen,...) moeten voldoen aan de voorschriften vermeld in de onderstaande tabel : Voorschriften inzake dakbedekkingsmaterialen Bedekkingstype Materiaal Plaatsing Pannen keramisch NBN N 1304 WTCB TV voorschriften fabrikant Pannen beton NBN N 490 WTCB TV voorschriften fabrikant Pannen metaal ATG voorschriften fabrikant Natuurlei WTCB TV STS 34 Vezelcement leien Vezelcement golfplaten NBN N 492 NBN N 494 NBN B WTCB TV voorschriften fabrikant 2/5 ATG 08/2371

3 4.2.6 Warmte-isolatie (ATG/H), luchtdichtheid en damp - s c h e r m Bij bewoonde zolders wordt de isolatie in het dakschild aangebracht; bij niet-bewoonde dakruimten wordt deze het best ter hoogte van de zoldervloer geplaatst. Bij het aanbrengen van de isolatie wordt aangeraden de ruimte tussen het luchtscherm (verder) en de onderdakfolie best volledig op te vullen om convectieve warmteverliezen tegen te gaan. De luchtdichtheid van het geïsoleerde dakschild wordt bekomen door een luchtscherm : ofwel door gebruik te maken van luchtdichte stijve platen (desgevallend isolerend), waarbij de voegen tussen de platen onderling en tussen de platen en timmerwerk of muren luchtdicht moeten worden afgewerkt ofwel door plaatsing van een doorlopende folie bijvoorbeeld van het type Wallint; in zonderheid bij niet-luchtdichte isolatieplaten. Deze luchtdichtheid, die terzelfdertijd de dampdichtheid verwezenlijkt, kan bij een binnenklimaat I (WTCB-TV 175 of 186 of 195 of 202 of 219 of 225) bestaan uit bijvoorbeeld een dampscherm Wallint 3 of een gipsplaat met alu-bekleding. Bij toepassingen met binnenklimaat II en III dient een luchtscherm van dampscherm 2 (bv. een dampscherm Wallint 10 of P-folie 0,2 mm) toegepast te worden. Daken van gebouwen met klimaat IV vergen een bijzondere studie. Leidingen in het dakschild mogen het luchtscherm niet onderbreken; ze worden dan ook best in een leidingenspouw, tussen het luchtscherm en de binnenafwerking, geplaatst. 5. Prestaties De prestatiekenmerken van de onderdakfolie worden in de hieronder vermelde tabel opgenomen. In de kolom BUtgb worden de minimale aanvaardingscriteria vermeld die door de BUtgb werden vastgelegd. In de kolom fabrikant worden de aanvaardingscriteria vermeld die de fabrikant zichzelf oplegt. Het naleven van deze criteria wordt bij de verschillende uitgevoerde controles nagegaan en valt onder de productcertificatie. igenschappen Oppervlaktemassa (g/m²) (N ) Criteria BUtgb Criteria fabrikant Resultaten extern labo 125 ± ± ± 8 Brandreactie (N , N ISO ) Trekweerstand (N ) langs (N/50 mm) dwars (N/50 mm) D < 30 % 225 ± ± ± ± ± ± ± ± ± 30 D < 30 % 150 ± ± ± 30 ATG 08/2371 3/5

4 igenschappen Breukrek langs (%) na veroudering (90 dagen op 70 C en 336 h UV) volgens N dwars (%) Nagelscheurweerstand (N ) langs (N) dwars (N) Criteria BUtgb 35 N 35 N Criteria fabrikant Resultaten extern labo 60 ± ± 5 40 ± ± ± 5 60 ± ± ± 5 10 ± ± ± ± ± ± ± 30 Dimensionele stabiliteit (%) (N ) Weerstand tegen waterindringing volgens N 1928 () Waarde Sd (= µd) volgens N handhaving van de : getest en conform het criterium van de fabrikant 4/5 ATG 08/2371

5 G O D K U R I N G Beslissing Gelet op het Ministerieel Besluit van 6 september 1991 tot inrichting van de technische goedkeuring en opstelling van typevoorschriften in de bouwsector (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991). Gezien de aanvraag ingediend door de firma KLÖBR Benelux PGmbH (A/G ). Gezien het advies van de Gespecialiseerde Groep Daken van de Goedkeuringscommissie, uitgebracht tijdens haar vergadering van 26 juni 2007 op basis van het verslag voorgedragen door het Uitvoerend Bureau Daken van de Butgb. Gezien de overeenkomst ondertekend door de fabrikant, waarbij hij zich onderwerpt aan de doorlopende controle op de naleving van de voorwaarden van deze goedkeuring. Wordt de goedkeuring met certificaat verleend aan de firma KLÖBR Benelux PGmbH voor het product PRMO ASY H, LIGHT en FORT rekening houdend met de hierboven gegeven beschrijving. Deze goedkeuring dient herd te worden op 19 februari Brussel, 20 februari De directeur-generaal, V. MRKN ATG 08/2371 5/5