Liturgie bij de laatste eredienst in de Grote Kerk. op 22 september 2013

Transcriptie

1 Liturgie bij de laatste eredienst in de Grote Kerk op 22 september 2013 Aanvang: uur Voorganger: Ds. Stephan Kurtzahn, Ouderling:Jan Kramer Diaken: Sybrand Opgelder, Collectant: Annie Zandbergen, Geluid: Dré Molenaars, Koster: fam. Van Rijn Organist: Dirk Out, Zangsolisten: Ruzanna Nahapetjan, sopraan, Irmgard von Asmuth, alt. Fotograaf: Jaap van der Boor Bloemstuk: Froukje Post, Orde van dienst: Roelien Brinkman M.m.v. Commissie laatste zondagse eredienst: Heleen Boudesteijn, Jan Kramer, Pieta Kamhoot, Nelly Morren, Diet Bubberman, Stephan Kurtzahn.

2 Uitleg bloemstuk: De bloemschikking beeldt een brug uit maar ook alles wat daar mee samen hangt. Een brug geeft veiligheid, een route over diepten of over een gevaarlijke stroom heen. Maar over diezelfde brug kunnen ook mensen of andere dingen jouw leefgebied binnen komen. Over een brug kan je verder trekken als dat nodig is. Het is geen mooie brug, maar een brug vol hobbels en stekels. Toch moeten we als gemeente naar de overkant, naar een nieuw leefgebied. Aan de ene kant staat een schotel met 4 kleuren die de 4 kerken voorstellen, de Opgang, de Middelaar, de Grote Kerk en de Vredevorstkerk. Aan de andere kant zijn de kleuren gemengd, als symbool voor de PGB die openstaat voor een nieuwe tijd, die bloeiend en vruchtbaar mag zijn. Een tijd waarin een ieder tot zijn recht mag komen, waarin we herinneringen koesteren maar het aandurven samen verder te gaan. Froukje Post

3 Orgelmuziek Welkom door de voorzitter van de kerkenraad Zingen: Psalm 84, 1.2 (staande) 1) Hoe lieflijk, hoe goed is mij, HEER, het huis waar Gij uw naam en eer hebt laten wonen bij de mensen. Hoe brand ik van verlangen om te komen in uw heiligdom. Wat zou mijn hart nog liever wensen dan dat het juichend U ontmoet die leven zijt en leven doet. 2) Het heil dat uw altaar omgeeft beschermt en koestert al wat leeft. De mus, de zwaluw vindt een woning. Haar jongen zijn in veiligheid. Mij is een schuilplaats toebereid in het paleis van U, mijn Koning. Heil hen die toeven aan uw hof en steeds zich wijden aan uw lof. Votum van vertrouwen en groet Eeuwen kwamen mensen op deze plek samen. Eeuwen hebben christenen de woorden van hoop en vertrouwen uitgesproken op deze plek. Zo doen wij dit ook vandaag de dag als gemeente van Christus hier in deze kerk. Vandaag echter voor de laatste keer. Onze hulp, onze kracht, onze bron van hoop is in de naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft. Genade en vrede van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zingen: Psalm 84, 3, 3) Welzalig die uit uw kracht leeft, die naar uw tempel zich begeeft, zijn hart wijst hem de rechte wegen. Zij trekken op van overal en, gaat het door het dorre dal, dan valt op hen een milde regen. Ja, in het hart van de woestijn ontspringt een heldere fontein.

4 Drempelgebed We gaan zitten. God, onze Vader, die wil wonen bij de mensen door de tijden heen zijn wij hier samengekomen om uw aangezicht te zoeken, naar uw woord te horen, om te zingen en te bidden en aan tafel te worden gevoed met Christus gaven. Nu wij voor de laatste keer hier bijeen zijn, bidden wij U: Wees in ons midden, ga met ons mee. Moment van stilte Zangsolo: U bent alles Heer, door Irmgard Kyriegebed Laten wij de Heer om ontferming aanroepen, voor wie overspoeld worden door emoties, voor wie vol zitten met wrok, voor allen die treuren om wat verloren gaat, voor allen die uitzien naar wat de dag van morgen ons brengen zal. Houd ons in uw erbarmen omsloten. Houd in uw hoede ons omvangen. Houd ons in uw liefde vast. Zingen: Gezang: 427, 1.2 1) Beveel gerust uw wegen, al wat u 't harte deert, der trouwe hoed' en zegen van Hem, die 't al regeert. Die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, zal ook wel wegen vinden waarlangs uw voet kan gaan. 2) De Heer moet gij vertrouwen, begeert gij de uitkomst goed, op Hem uw hope bouwen, zal slagen wat gij doet. Door geen bekommeringen, geen klagen en geen pijn laat God zich iets ontwringen: Hij wil gebeden zijn. Lezing uit Genesis 12, 1-8, door Heleen 1 De HEER zei tegen Abram: Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. 2 Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn.3 Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken.

5 Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij. 4-5 Abram ging uit Charan weg, zoals de HEER hem had opgedragen. Hij was toen vijfenzeventig jaar. Hij nam zijn vrouw Sarai mee en Lot, de zoon van zijn broer, en ook alle bezittingen die ze hadden verworven en de slaven en slavinnen die ze in Charan hadden verkregen. Zo gingen ze op weg naar Kanaän. Toen ze daar waren aangekomen, 5 [4 5] 6 trok Abram het land door tot aan de eik van More, bij Sichem. In die tijd werd het land bewoond door de Kanaänieten. 7 Maar de HEER verscheen aan Abram en zei: Ik zal dit land aan jouw nakomelingen geven. Toen bouwde Abram op die plaats een altaar voor de HEER, die aan hem verschenen was. 8 Daarvandaan trok hij naar het bergland dat oostelijk van Betel ligt, en ergens ten oosten van Betel en ten westen van Ai sloeg hij zijn tent op. Hij bouwde er een altaar voor de HEER en riep er zijn naam aan. Zangsolo: You raise me up ( U tilt mij op), door Ruzanna. Lezing uit Psalm 84, door Heleen 2 Hoe lieflijk is uw woning,heer van de hemelse machten. 3 Van verlangen smacht mijn ziel naar de voorhoven van de HEER. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God. 4 Zelfs de mus vindt een huis en de zwaluw een nest waarin ze haar jongen neerlegt, bij uw altaren, HEER van de hemelse machten, mijn koning en mijn God. 5 Gelukkig wie wonen in uw huis,gedurig mogen zij u loven. 6 Gelukkig wie bij u hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar u. 7 Trekken zij door een dal van dorheid, het verandert voor hen in een oase; rijke zegen daalt als regen neer. 8 Steeds krachtiger gaan zij voort om in Sion voor God te verschijnen. 9 HEER, God van de hemelse machten, hoor mijn gebed, luister naar mij, God van Jakob. 10 God, ons schild, zie naar ons om, sla goedgunstig het oog op uw gezalfde. 11 Beter één dag in uw voorhoven dan duizend dagen daarbuiten, Zingen: Psalm 84, 4 4) Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort. Hun lied weerklinkt van oord tot oord, tot zij Jeruzalem betreden, waar alle pelgrims binnengaan om voor Gods aangezicht te staan. Aanvaard, o HEER, ook mijn gebeden. Verhoor mij, God van Israël, die alles leidt naar uw bestel.

6 Overdenking Zangsolo: Ave Maria, door Ruzanna Wij vieren het sacrament van het Heilig Avondmaal Nodiging Vredegroet, wij wensen elkaar de vrede van Christus toe Tafelgebed Zangsolo: Bist du bei mir, door Irmgard ( J.S. Bach) Als U bij mij bent.. Instellingswoorden Delen van brood en wijn, zangsolo uit Stabat Mater ( De moeder van Jezus in verdriet), door Ruzanna en Irmgard Dankgebed en voorbeden, Na elke bede bidden wij gezamenlijk: Wees in ons midden, ga met ons mee, moment van stilte Zingen: Gezang 381, ) Het nieuwe daglicht staat ons borg voor Gods genade en Vaderzorg, die ook in nacht en duisternis ons zonneklaar gebleken is. 2) Zodra ons oog het licht ontmoet en ons gebed de Heer begroet, weten wij zijn barmhartigheid over ons leven nieuw gespreid. 5) O Heer, die ons uw liefde geeft waardoor 't geloof dit uitzicht heeft, sta Gij ons bij en help ons dan meer dan ons lied U vragen kan.

7 Collecte, orgelsolo Zingen: Gezang: 429, ) Wie maar de goede God laat zorgen en op Hem hoopt in 't bangst gevaar, is bij Hem veilig en geborgen, die redt Hij godlijk, wonderbaar: wie op de hoge God vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd. 2) Blijf dan eerbiedig God verbeiden en zwijg de Heer ootmoedig stil; Hij zal ons naar zijn raad geleiden, 't is goed en heilig wat Hij wil. God die ons uitverkoren heeft, kent alle zorg die in ons leeft. 3) Treed vrolijk voort op 's Heren wegen, neem zijn gebod getrouw in acht. 't Wordt eindlijk alles u ten zegen, wanneer gij daarop biddend wacht. En wie gelovig op Hem ziet, weet zeker, Hij verlaat ons niet. Een woord: welkom naar de Vredevorstkerk Zegen (aäronitische zegen) Zingen: Lied 245 uit Geroepen, 1: voorganger, 2.3.4: allen 1) Vrede zij u, vrede zij u, gelijk mij de Vader zond, zend Ik ook u. (2 x) 2) Blijf in mijn vrede, blijf in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u vrij. (2 x) 3) Ontvang mijn Geest, Heilige Geest. Hij zal u leiden, weest niet bevreesd. (2 x) 4) Vrede zij u, vrede zij u, gelijk mij de Vader zond, zend Ik ook u. (2 x)

8 Orgelmuziek De attributen van het Tafelzilver (sacrament van het Heilig Avondmaal), Doopvont (sacrament van de doop), en de kaars (symbool van het licht van Christus) worden de kerk uitgedragen. Wij gaan nog even zitten Bij de uitgang is er voor ieder adres een herinneringskaarsje. Hierna is er gelegenheid om elkaar te ontmoeten.