voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Transcriptie

1 Uitkomsten tweede peiling proef zondag ondagopenstelling openstelling winkels Notitie voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug 30 januari 2014 Inleiding In juli 2013 heeft de gemeenteraad van gemeente Utrechtse Heuvelrug ingestemd met een proef waarbij alle winkels in de gemeente op zondagen van tot uur open mogen zijn. Deze proef duurde van eind juli tot en met 29 december De gemeenteraad heeft op 16 december besloten dat de winkels tijdelijk in ieder geval tot 16 april 2014 op zondag open mogen blijven. De raad neemt op 27 februari 2014 een definitief besluit over de zondagopenstelling. De gemeenteraad neemt dat besluit mede op basis van een evaluatie van de proef. Deze evaluatie startte in september met een eerste peiling onder een steekproef van inwoners en onder alle winkeliers. Via de gemeentelijke website konden ook mensen die niet tot de steekproef behoorden, de enquête invullen. In januari 2014 is een tweede peiling gehouden. In deze notitie worden de opzet en resultaten van deze tweede peiling - en eventuele verschillen met de resultaten van de eerste peiling - beschreven. De resultaten van de eerste peiling staan tussen haakjes ( ) vermeld achter de resultaten van de tweede peiling. Opzet Ten behoeve van de tweede peiling ontvingen inwoners (gebaseerd op een nieuwe steekproef van inwoners van 18 jaar en ouder 1 ) en 318 winkeliers begin januari 2014 een brief van de gemeente met de uitnodiging om on-line een enquête in te vullen over de proef met de zondagopenstelling van winkels in de gemeente. Desgewenst kon men een papieren versie opvragen. Tevens werd op maandag 6 januari een open link naar de inwonersenquête geplaatst op de website van de gemeente die door bezoekers van de site kon worden ingevuld. Ten slotte ontvingen inwoners die in september aan de eerste peiling hadden deelgenomen (via de steekproef of via de open link ) en destijds hun adres hadden opgegeven via de mail een uitnodiging om de enquête in te vullen. Respons Tot en met 20 januari 2014 kon de enquête worden ingevuld. Wie deden dit? 78 winkeliers, een respons van 24,6% (eerste peiling 25,5%); inwoners uit de steekproef. De respons bedraagt daarmee 28,5% (eerste peiling 25,4%); overige inwoners. Te weten: 728 inwoners via de open enquête op de website (eerste peiling 763) en 853 inwoners die een uitnodiging kregen 2. Herkomst van de respons Met betrekking tot de respons van inwoners uit de steekproef zijn vrouwen zijn net als bij de eerste peiling oververtegenwoordigd - 56% vrouwen en 44% mannen. Ook de leeftijdsverdeling van de respons is niet volledig conform de verdeling in de gemeente. De categorie jaar is benedengemiddeld en de categorie jaar is bovengemiddeld vertegenwoordigd. Dit was ook bij de eerste peiling het geval. Ten slotte verschilt de respons enigszins tussen de verschillende kernen in de gemeente 3 (zie tabel 1). 1 De tweede steekproef is getrokken uit alle inwoners van 18 jaar en ouder die niet in de eerste steekproef zaten. 2 Deze groep van 853 inwoners betreft 581 inwoners uit de eerste steekproef in september (= 59% van de toen opgegeven adressen) en 272 inwoners uit de open enquête in september (= 58% van de toen opgegeven adressen). 3 Opvallend is dat in alle kernen de respons hoger is dan bij de eerste peiling, met uitzondering van Maarsbergen waar de respons zowel absoluut als relatief achterblijft. 1

2 Steekproef Respons Percentage Amerongen % (26%) Doorn % (28%) Driebergen-Rijsenburg % (26%) Leersum % (25%) Maarn % (23%) Maarsbergen % (22%) Overberg % (28%) Totaal % (25%) Tabel 1. Steekproef en respons inwoners tweede peiling per kern. Wanneer in deze notitie resultaten op gemeenteniveau worden gepresenteerd dan gebeurt dat op basis van gewogen resultaten waarbij statistisch is gecorrigeerd voor de genoemde onder- en oververtegenwoordigingen. Met betrekking tot de respons van de winkeliers is 83% (81%) van de respons afkomstig van zelfstandige winkeliers (overigen is franchise of keten). 63% (66%) van de winkeliers heeft 1-5 mensen in dienst. Per kern loopt de respons uiteen (zie tabel 2). Bij de beschrijving van de resultaten van de winkeliers worden gelet op het aantal waarnemingen- geen uitsplitsingen naar subcategorieën gemaakt. Winkeliers Respons Percentage Amerongen 44 8 (8) 18% Doorn (15) 26% Driebergen-Rijsenburg (37) 19% Leersum (14) 45% Maarn 15 4 (6) 27% Maarsbergen 3 1 (1) 33% Overberg 4 2 (-) 50% Totaal (81) 25% Tabel 2. Totaal aantal winkeliers en respons tweede peiling per kern. Resultaten Hierna worden de volledige resultaten beschreven van de enquêtes van de inwoners uit de steekproef en van de winkeliers (de winkeliersrapportage begint bij onderdeel 3). De resultaten van de overige inwoners die de enquête hebben ingevuld worden alleen genoemd als ze duidelijk afwijken van de resultaten uit de steekproef (in de lichtpaarse kaders). De volgende onderwerpen komen hierna aan bod: 1. Winkeloriëntatie op zondag 2. Redenen om wel of niet op zondag te winkelen 3. Oordeel over de huidige zondagopenstelling 4. Winkelgedrag inwoners en openstelling winkels sinds de start van de proef 5. Winkelgedrag veranderd door de proef? 6. Effecten van openstelling 7. Toekomstige openstelling 8. Advies aan de gemeente 1.Winkeloriëntatie op zondag Van de respondenten uit de steekproef zegt bij de tweede peiling 73% (61%) in het afgelopen jaar wel eens een winkel te hebben bezocht op zondag in Nederland. 11% (7%) deed dat 4 x per maand, 24% (16%) 2-3 x per maand, 16% (19%) 1 x per maand, 11% (18%) 1 x per jaar en 37% (39%) niet. In vergelijking tot de eerste peiling zijn de inwoners het afgelopen jaar dus iets frequenter op zondag ergens in 2

3 Nederland gaan winkelen. Inwoners van 65 jaar of ouder winkelden het afgelopen jaar het minst op zondag - 60% deed dat niet (65% bij de eerste peiling)). Tussen mannen en vrouwen is weinig verschil. De winkeloriëntatie op zondag verschilt per kern (zie tabel 3). Behalve in Maarsbergen (opvallend minder) en Maarn (wat meer) zijn de verschillen met de eerste peiling relatief beperkt en ook niet significant. Wel eens op zondag naar een winkel in het afgelopen jaar Amerongen 66% (61%) Doorn 67% (69%) Driebergen-Rijsenburg 69% (65%) Leersum 52% (51%) Maarn 67% (60%) Maarsbergen 35% (53%) Overberg 20% (22%) Tabel 3. Aandeel inwoners (18 jaar en ouder) dat in het afgelopen jaar wel eens op zondag een winkel bezocht in Nederland. Respondenten die in het afgelopen jaar wel eens op zondag naar een winkel gingen, deden dat (buiten de gemeente Utrechtse Heuvelrug) voornamelijk in Utrecht (64%) (men kon meerdere plaatsen noemen), Amsterdam (24%), Amersfoort (26%), Zeist (30%), Bunnik (15%), Wijk bij Duurstede (12%), Rotterdam (7%) en Nieuwegein (5%). Dat zijn vergelijkbare aandelen als bij de eerste peiling. Desgevraagd geeft 35% (31%) van de respondenten die wel eens op zondag winkelden in het afgelopen jaar aan dat het accent daarbij ligt op de dagelijkse boodschappen. Voor 18% (25%) is dat juist meer recreatief winkelen. Voor 40% (36%) gaat het om beide. 6% (8%) geeft aan het niet te weten. Er is bij de tweede peiling dus wat minder animo voor zuiver recreatief winkelen en wat meer animo voor dagelijkse boodschappen of combinatiebezoek. De winkeloriëntatie op zondag van de inwoners die buiten de steekproef de enquête invulden, is duidelijk lager, namelijk 48%. Dat cijfer verschilt overigens voor de drie verschillende groepen. Bij inwoners die vanuit de eerste steekproef opnieuw meededen is het 59%, bij inwoners die vanuit de eerste open enquête opnieuw meededen is het 49% en bij de inwoners die deze keer de open enquête invulden is het 40%. 2.Redenen om wel of niet (wel eens) op zondag te winkelen. Respondenten uit de steekproef die wel op zondag winkelen, geven daarvoor de volgende redenen (men kon maximaal 2 redenen noemen - tussen haakjes de resultaten van de eerste peiling): -geen tijd op andere dagen 48% (49%) -iets nodig op zondag 45% (44%) -gezelligheid/recreatief winkelen 31% (33%) -minder druk dan andere dagen 17% (13%) -andere reden 12% (12%). Inwoners die niet op zondag winkelen: -winkeliers verdienen een vrije dag 46% (50%) -principieel 49% (48%) -geen winkelbehoefte 50% (48%) -geen winkels open in woonplaats 2% (4%) -geen tijd op zondag 1% (1%) -andere reden 6% (8%). 3

4 Al met al zijn er dus weinig verschillen tussen de eerste en tweede peiling wat betreft de redenen om al dan niet op zondag te winkelen. Inwoners die buiten de steekproef de enquête invulden en niet op zondag winkelen, noemen het principiële argument vaker als reden daarvoor - gemiddeld 72%. Dat cijfer verschilt opnieuw voor de drie verschillende groepen. Bij inwoners die vanuit de eerste steekproef opnieuw meededen is het 58%, bij inwoners die vanuit de eerste open enquête opnieuw meededen is het 78% en bij de inwoners die deze keer de open enquête invulden is het ook 78%. 3.Oordeel over huidige zondagopenstelling inwoners Op gemeenteniveau geeft 44% (40%) van de respondenten uit de steekproef aan dat ze positief staan ten opzichte van het feit dat alle winkels op zondag momenteel open kunnen. 6% (7%) is daar enigszins positief over. Aan de andere kant is 35% (36%) er negatief over en 6% (6%) enigszins negatief. De overige 8% (11%) is. Er is dus sprake van een lichte verschuiving ten faveure van de zondagopenstelling. Tussen de kernen zijn er verschillen (tabel 4). Het beeld is wat diffuus. In Amerongen, Driebergen- Rijsenburg en Maarn is men nu wat positiever dan bij de eerste peiling. In Maarsbergen is dat juist andersom. N.B. doordat percentages zijn afgerond, is de som niet altijd exact 100%. (enigszins) positief (enigszins) negatief Amerongen 56% (47%) 10% (15%) 34% (38%) Doorn 54% (59%) 10% (11%) 36% (30%) Driebergen-Rijsenburg 57% (49%) 5% (9%) 37% (42%) Leersum 42% (38%) 6% (11%) 52% (51%) Maarn 49% (43%) 11% (13%) 39% (44%) Maarsbergen 29% (51%) 19% (7%) 52% (42%) Overberg 20% (18%) 2% (5%) 77% (76%) Tabel 4. Oordeel over de mogelijkheid dat de winkels momenteel op zondag open kunnen zijn. Ook wat betreft leeftijd is er een duidelijk verschil. Vooral de groep is (nog) positiever geworden. De jongste groep is ogenschijnlijk wat meer maar dit is vanwege het beperkt aantal jongeren dat heeft meegedaan geen hard effect. (enigszins) positief (enigszins) negatief % (59%) 9% (2%) 41% (39%) % (61%) 4% (5%) 26% (34%) % (46%) 8% (12%) 40% (41%) % (23%) 11% (18%) 61% (58%) Tabel 5. Oordeel over de mogelijkheid dat de winkels momenteel op zondag open kunnen zijn. Het oordeel van de inwoners die buiten de steekproef de enquête invulden, is duidelijk lager. 36% is positief en 3% enigszins positief. 5% is. 4% is enigszins negatief en 52% is negatief. De cijfers verschillen weer voor de drie verschillende groepen. Bij inwoners die vanuit de eerste steekproef opnieuw meededen, is 45% (enigszins) positief, bij inwoners die vanuit de eerste open enquête opnieuw meededen is dit 45% en bij de inwoners die deze keer de open enquête invulden is het 32%. 3.Oordeel over huidige zondagopenstelling winkeliers De winkeliers die hebben gereageerd op de peiling zijn ook bij de tweede peiling duidelijk negatiever dan de inwoners over de mogelijkheid dat de winkels open gaan. 24% (27%) is positief, 1% enigszins positief (5%). 6% (4%) is niet positief en ook niet negatief. 5% (5%) is enigszins negatief en de grootste 4

5 groep 63% (56%) is negatief. Statistisch gezien is er onder de winkeliers sprake van een lichte verschuiving ten nadele van de zondagopenstelling. 4. Winkelgedrag en openstelling sinds start van de proef 22% (16%) van de respondenten uit de steekproef geeft aan dat ze sinds de start van de proef op zondag in de gemeente Utrechtse Heuvelrug hebben gewinkeld. 31% (28%) heeft alleen supermarkten bezocht. 39% (38%) heeft niet gewinkeld op zondag in de gemeente. Een additionele 7% (8%) heeft niet gewinkeld en vermijdt sinds de start van de proef winkels die op zondag open zijn 4. Ten opzichte van de peiling in september zijn er dus meer inwoners op zondag in de winkel geweest. De groep die destijds aangaf niet te zullen gaan, is qua omvang gelijk gebleven. De cijfers voor de verschillende kernen en leeftijdsgroepen staan in tabel 6 en 7. In Doorn winkelt men het meest op zondag, in Leersum en Overberg duidelijk minder. Qua leeftijd zijn er binnen de leeftijdsgroepen vanaf 25 jaar meer inwoners op zondag gaan winkelen of naar een supermarkt geweest dan bij de eerste peiling. gewinkeld alleen nee nee + vermijden supermarkt Amerongen 27% (16%) 32% (30%) 37% (38%) 4% (8%) Doorn 28% (23%) 34% (39%) 31% (27%) 6% (5%) Driebergen-Rijsenburg 23% (17%) 41% (30%) 32% (38%) 4% (7%) Leersum 14% (12%) 24% (18%) 52% (47%) 10% (12%) Maarn 21% (14%) 25% (20%) 49% (43%) 3% (6%) Maarsbergen 14% (13%) 10% (13%) 60% (32%) 16% (13%) Overberg 8% (3%) 9% (11%) 46% (41%) 37% (38%) Tabel 6. Winkelgedrag naar kern. gewinkeld alleen nee nee + vermijden supermarkt % (27%) 26% (25%) 32% (17%) 16% (21%) % (22%) 41% (35%) 23% (22%) 6% (11%) % (15%) 36% (19%) 38% (37%) 5% (9%) % (5%) 18% (11%) 61% (62%) 8% (8%) Tabel 7. Winkelgedrag naar leeftijd. Inwoners van gemeente Utrechtse Heuvelrug die op zondag hebben gewinkeld sinds de start van de proef deden dat desgevraagd doorgaans in Driebergen 43% (38%), Doorn 38% (34%) en Amerongen 17% (17%). 1% (10%) geeft aan dat niet te weten. Het bezoekgedrag van de inwoners die buiten de steekproef de enquête invulden, wijkt af van bovenstaand beeld. 20% geeft aan te hebben gewinkeld en 22% bezocht alleen een supermarkt. 40% heeft geen winkels bezocht en 18% heeft winkels die wel open waren door de week vermeden. De cijfers verschillen weer voor de drie verschillende groepen (zie hieronder). Herkomst gewinkeld alleen supermarkt nee nee + vermijden steekproef peiling 1 19% 29% 41% 11% open enquête peiling 1 22% 22% 30% 26% open enquête peiling 2 20% 15% 44% 21% 4 De percentages van de eerste peiling tellen hier niet op tot 100% omdat er destijds inwoners waren die aangaven nog niet te zijn geweest maar wel te willen gaan (10%). 5

6 De meeste winkeliers (80%) die de enquête hebben ingevuld, zijn tot nu toe niet open gegaan. 6% is elke zondag open gegaan. Het gaat om 5 winkeliers waarvan 4 supermarkten. 14% is wisselend open geweest (11 winkeliers). De 62 winkeliers die niet zijn open gegaan, geven daarvoor de volgende redenen: -belang van de zondag als vaste rustdag (69%) -geen omzetverhoging/niet rendabel (65%) -sociale redenen/familie, vrienden, vereniging (58%) -geen personeel beschikbaar (40%) -persoonlijke/principiële redenen (37%) De 16 winkeliers die open zijn geweest, geven daarvoor de volgende redenen: -service voor de klant (69%) -omzetverhoging (50%) -tegengaan afvloeiing naar andere gemeenten waar de winkels op zondag wel open zijn (44%) -(landelijk) beleid hoofdorganisatie (13%) -tegengaan afvloeiing naar concurrenten binnen de gemeente die wel open zijn (6%). Desgevraagd geeft bijna 90% van de winkeliers die open zijn geweest aan dat ze daar tot nu toe overwegend positieve ervaringen mee hebben. Men noemt met name service naar de klant en omzetverhoging als redenen hiervoor. Bijna driekwart van de winkeliers heeft personeel. 9 winkeliers geven aan dat het personeel overwegend positieve ervaringen heeft (meer uren werken, zondagtoeslag), 1 winkelier antwoordt hier overwegend negatief. Overigens geven eveneens 15 van de 16 winkeliers aan zelf (wisselend) ook op zondag te werken. 5.Winkelgedrag veranderd? Aan de inwoners uit de steekproef is gevraagd of hun winkelgedrag door de proef is veranderd 5. 59% van de respondenten geeft aan van niet. 19% gaat nu door de week minder vaak naar de supermarkt. 8% gaat vaker naar andere kernen om boodschappen te doen. 3% gaat vaker naar andere kernen om te winkelen. 1% gaat minder vaak naar kleine winkels. 6.Effecten van de openstelling 35% (32%) van de respondenten uit de steekproef geeft aan dat de openstelling voor hen een positief effect heeft op de beleving van de zondag. Voor 7% (7%) is dat een enigszins positief effect. Een kwart geeft net als bij de eerste peiling aan dat er geen effect is. Voor 9% (9%) is er sprake van een enigszins negatief effect en voor 18% (23%) van een negatief effect. 6% ( 4%) zegt weet niet. Er is dus sprake van een lichte verschuiving. Voor de verschillende kernen ziet het beeld er deels anders uit (tabel 8). In Amerongen, Driebergen- Rijsenburg, Leersum en Maarn is men positiever dan bij de eerste peiling. In Doorn, Maarsbergen en Overberg is men minder positief of meer dan destijds. (enigszins) positief (enigszins) negatief weet niet Amerongen 48% (40%) 26% (25%) 24% (28%) 2% (7%) Doorn 48% (54%) 24% (20%) 23% (22%) 5% (4%) Driebergen-Rijsenburg 49% (42%) 19% (21%) 27% (35%) 5% (3%) Leersum 31% (25%) 30% (33%) 31% (36%) 9% (6%) Maarn 36% (29%) 34% (36%) 20% (31%) 10% (3%) Maarsbergen 25% (39%) 32% (25%) 32% (34%) 11% (2%) Overberg 15% (23%) 21% (0%) 56% (71%) 8% (6%) Tabel 8. Ervaringen per kern. 5 Men kon meerdere antwoorden geven bij deze vraag. 6

7 Ook wat betreft leeftijd is er een duidelijk effect (tabel 9). De meeste verschuiving zit bij de groep jaar. (enigszins) positief (enigszins) negatief weet niet % (56%) 12% (9%) 33% (33%) 9% (2%) % (51%) 16% (15%) 17% (30%) 5% (4%) % (37%) 27% (28%) 26% (32%) 5% (3%) % (15%) 34% (38%) 40% (40%) 7% (7%) Tabel 9. Ervaringen per leeftijdsgroep. Desgevraagd geeft 83% (80%) van de respondenten uit de steeproef aan geen overlast in hun woonomgeving te ervaren van de zondagopenstelling. 10% (13%) geeft aan dat er sprake is van verstoring van de zondagsrust; 1% (1%) van parkeeroverlast; 1% (1%) van een onveiligheidsgevoel; 2% (2%) van geluidsoverlast en 4% (4%) van verkeersdrukte. 2% (3%) gaf overig aan en 4% (3%) weet niet (men kon meerdere antwoorden geven). Wanneer we ons beperken tot de verstoring van de zondagsrust en de verkeersdrukte, dan gelden de volgende percentages voor de kernen en leeftijdsgroepen (tabel 10 en 11). zondagsrust verkeersdrukte Amerongen 11% (14%) 9% (4%) Doorn 8% (11%) 5% (5%) Driebergen-Rijsenburg 10% (15%) 3% (4%) Leersum 11% (15%) 2% (7%) Maarn 5% (7%) 2% (2%) Maarsbergen 10% (13%) 2% (2%) Overberg 20% (22%) 4% (3%) Tabel 10. Ervaringen per kern. zondagsrust verkeersdrukte % (17%) 2% (2%) % (13%) 3% (4%) % (12%) 3% (5%) % (14%) 5% (5%) Tabel 11. Ervaringen per leeftijdsgroep. Meest opvallend is de toename van ervaren verkeersdrukte in Amerongen en de afname daarvan in Leersum. De inwoners die buiten de steekproef de enquête invulden, zijn gemiddeld genomen iets minder positief over de effecten van de zondagopenstelling. 30% is positief over het effect op de zondagsbeleving en 37% negatief (tegen respectievelijk 35% en 18% van respondenten uit de steekproef). Opnieuw verschillen de drie groepen. Bij inwoners die vanuit de eerste steekproef opnieuw meededen, is het 33% en 22%. Bij inwoners die vanuit de eerste open enquête opnieuw meededen, is het 33% respectievelijk 38% en bij de inwoners die deze keer de open enquête invulden, is het 26% en 48%. De winkeliers is gevraagd wat het effect van de openstelling is geweest op hun omzet en de werkgelegenheid. 41% van de winkeliers die reageerden, geeft aan dat er geen verschil is in omzet. 15% geeft aan dat er meer omzet is en 14% dat er minder omzet is. De overigen geven aan het niet te weten. 7

8 De winkeliers die meer omzet hebben, is gevraagd waar die omzet vandaan komt. 8 van de 12 geven aan dat dat door zowel inwoners als inwoners van buurgemeenten komt, 4 met name van toeristen en 1 winkelier weet het niet. Zes van de 78 winkeliers geven aan dat ze meer personeel nodig hebben door de openstelling. Zeven winkeliers geven aan dat het er inmiddels minder zijn. De overigen geven aan dat het niet uitmaakt, ze het niet weten of dat de vraag voor hen niet van toepassing is. De winkeliers is ook gevraagd naar het effect van de openstelling op hun beleving van de zondag. 17% (21%) noemt het effect positief, 6% (5%) enigszins positief. Voor 17% (21%) van de winkeliers die de enquête invulden, is er geen effect. Voor 17% (14%) is er een enigszins negatief effect en voor 42% (37%) een negatief effect. 1% (2%) weet het niet. 68% (62%) van de winkeliers geeft aan dat de openstelling niet tot overlast leidt in de omgeving van hun winkel. 17% (27%) noemt verstoring van de zondagsrust. De overige effecten (parkeerproblemen, verkeersdrukte, geluidsoverlast en sociale onveiligheid) worden net als bij de eerste peiling door een paar winkeliers genoemd. De winkeliers is een aantal (met name economische) effecten van de openstelling voorgelegd. Tabel 12 geeft het percentage aan van de responderende winkeliers die van mening zijn dat zondagopenstelling leidt tot. Effect winkeliers Een oneerlijkere concurrentiepositie 55% (62%) Verschraling van het winkellandschap 24% (15%) Gedwongen openstelling door toegenomen concurrentie 17% (27%) Een eerlijkere concurrentiepositie 17% (17%) Meer werkgelegenheid in de gemeente 12% (15%) Versterking va het winkellandschap 12% (9%) Vermindering kwaliteit dienstverlening door minder ervaren personeel 8% (5%) Tabel 12. Effecten van de zondagopenstelling volgens winkeliers. 7.Toekomstige openstelling 33% (32%) van de inwoners vindt op dit moment dat alle winkels met ingang van 2014 op zondag open moeten kunnen zijn. 18% (16%) vindt dat voor alleen de supermarkten. 9% (13%) is. 40% (38%) is er op tegen. Uitsplitsing naar kern (tabel 13 ) leidt tot het beeld dat in Amerongen, Driebergen- Rijsenburg en Leersum het draagvlak iets is gestegen. In Doorn en Maarsbergen is het draagvlak juist gedaald. Qua leeftijd is er met name beweging bij de groep alle winkels supermarkten tegen weet niet Amerongen 38% (36%) 17% (13%) 12% (16%) 33% (34%) 0% (1%) Doorn 33% (40%) 22% (22%) 11% (12%) 34% (26%) 0% (0%) Driebergen-Rijsenburg 37% (30%) 21% (18%) 7% (12%) 35% (38%) 0% (1%) Leersum 29% (25%) 13% (11%) 7% (14%) 51% (50%) 0% (0%) Maarn 34% (31%) 15% (14%) 12% (16%) 39% (38%) 1% (1%) Maarsbergen 24% (37%) 10% (10%) 11% (14%) 55% (39%) 0% (0%) Overberg 14% (13%) 2% (5%) 8% (4%) 76% (77%) 0% (0%) Tabel 13. Voorkeur voor openstelling na 1 januari 2014 naar kern. alle winkels supermarkten tegen weet niet % (46%) 10% (13%) 9% (2%) 41% (39%) 0% (0%) % (40%) 25% (20%) 4% (7%) 26% (32%) 1% (1%) % (34%) 19% (13%) 10% (13%) 38% (39%) 0% 0%) % (14%) 10% (10%) 13% (23%) 59% (51%) 1% (1%) Tabel 14. Voorkeur voor openstelling na 1 januari 2014 naar leeftijdsgroep. 8

9 Respondenten uit de steekproef die voor openstelling op zondag zijn in 2014 dat is 51% 6 (48%), is gevraagd naar de gewenste frequentie van openstelling. 93% (90%) noemt wekelijks, 4% (6%) maandelijks. 83% (80%) is voorstander van het huidige tijdstip en 17% (20%) noemt iets anders (vrij uiteenlopend). Gemiddeld genomen zijn inwoners die buiten de steekproef de enquête invulden minder enthousiast over openstelling op zondag in Voor 26% kan dat voor alle winkels, 14% alleen supermarkten, 5% is en 56% is geen voorstander van openstelling in De drie groepen verschillen opnieuw: Herkomst winkels supermarkten nee steekproef peiling 1 29% 18% 10% 43% open enquête peiling 1 29% 14% 3% 55% open enquête peiling 2 22% 10% 2% 66% Van de ondervraagde winkeliers is 22% (26%) voorstander van openstelling op zondag in % (6%) wil dat beperken tot de supermarkten. 4% (7%) is. De grootste groep, 69% (60%), is tegen. Van de voorstanders van openstelling, dat is 27% van de respondenten, is 75% (53%) voor wekelijkse openstelling. 8% (16%) kiest voor maandelijks en 8% (20%) voor rond de feestdagen. 8% (12%) zegt iets anders of weet het niet. 75% (75%) is voorstander van het huidige tijdstip. 8.Advies van respondenten aan de gemeente 589 respondenten uit de steekproef hebben een opmerking/suggestie gemaakt over de opstelling op zondag. Die opmerkingen zijn gesplitst naar voor- en tegenstanders van openstelling in 2014 en gerangschikt naar frequentie. Dat levert de volgende twee lijstjes op (tussen haakjes de rangordepositie van de vorige keer). Voorstanders: 1. Winkelier mag zelf beslissen/geen overheidsbemoeienis (1) 2. Het is handig (7) 3. Laat mensen zelf bepalen of zij zondagsrust willen (6) 4. Ideaal voor werkenden en voor gezinnen met kinderen (3) 5. Ga met de tijd mee (5) 6. Goed voor economie/concurrentiepositie/werkgelegenheid (2) 7. Goed voor toerisme (4) Tegenstanders: 1. Zondag = rustdag/principekwestie (4) 2. Middenstand is de dupe (1) 3. Voldoende gelegenheid om boodschappen op een ander tijdstip te kopen (3) 4. Onvrede over het besluitvormingsproces rondom de zondagopenstelling (4) 5. Het levert commercieel gezien niet zoveel op (8) 6. Rust in het dorp verdwijnt (-) 7. Niet mee in 24 uurs-economie (-) 8. Niet prettig voor personeel (8) I&O Research, januari De som van respondenten die voor openstelling van alle winkels zijn en respondenten die enkel voor openstelling van supermarkten zijn. 9