Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Noord-Holland Noord. Datum: 21 maart Rapportnummer: 2011/099
|
|
- Augusta Peters
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rapport Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Noord-Holland Noord. Datum: 21 maart 2011 Rapportnummer: 2011/099
2 2 Klacht Op 24 juni 2009 verhoorden twee politieambtenaren van het regionale politiekorps Noord-Holland Noord verzoekster in verband met een aangifte die tegen haar partner was gedaan. Verzoekster klaagt erover dat één van deze politieambtenaren tijdens dit verhoor met haar heeft gesproken over seksueel misbruik dat zou hebben plaatsgevonden, terwijl het verhoor waar de politieambtenaren voor kwamen hier geen betrekking op had. Bevindingen en beoordeling Algemeen Er kwamen op 24 juni 2009 twee politieambtenaren van het regionale politiekorps Noord-Holland Noord bij verzoekster thuis. Dit waren de heren V. en T. Zij wilden verzoekster verhoren in verband met een aangifte van bedreiging die tegen haar partner was gedaan. Tijdens het verhoor zat verzoekster met V. en T. aan de eettafel in de keuken. Op dat moment had verzoekster ook bezoek van twee vrienden. Zij waren tijdens het verhoor in de tuin. I Bevindingen Visie verzoekster 1. Verzoekster heeft aangegeven dat zij in de periode waarin het verhoor plaatsvond emotioneel was, omdat naar boven was gekomen dat zij vroeger door haar opa is misbruikt. Volgens verzoekster begon V. tijdens het verhoor op 24 juni 2009 over dat misbruik. Verzoekster stelt dat V. op haar begon in te praten, terwijl zij al emotioneel was. Na één uur zei T. dat V. moest stoppen met het praten over het seksueel misbruik, omdat het een zedenzaak betrof waar zij op dat moment niet voor kwamen. De politieambtenaren hebben verzoekster het telefoonnummer van de zedenpolitie gegeven. Volgens verzoekster ging het verhoor ongeveer 45 minuten over de bedreiging en de vraag of haar partner een vuurwapen had. Verzoekster werd emotioneel, omdat de politie zo doorvroeg over het vuurwapen. Zij begon te huilen en zei dat de politie moest stoppen ook vanwege het misbruik. V. zei: zal ik eens met je vader gaan praten en bemiddelen dan komt het goed. Verzoekster gaf hierop aan dat zij daar V. niet voor nodig had. Vervolgens zei V. dat hij altijd nog met verzoeksters vader kon gaan praten en gaf hij zijn telefoonnummer. Daarna heeft de politie in de woning gezocht naar een vuurwapen. Volgens verzoekster is de politie ongeveer 2 uur in haar woning geweest. Verzoekster heeft aangegeven dat zij altijd angstig is vanwege het misbruik en zij zich snel geïntimideerd voelt door mannen. Stukken politie
3 3 2. Op 25 juni 2009 heeft V. in een verslag vastgelegd hoe het verhoor met verzoekster op 24 juni 2009 was verlopen. Dit verslag is opgenomen als bijlage bij een proces-verbaal dat V. en T. hebben ondertekend. In dit proces-verbaal is vermeld dat T. het geheel eens is met het verslag dat V. heeft gemaakt. In dit verslag is het volgende weergegeven. Verzoekster vertelde tijdens het verhoor dat zij er kortgeleden achter was gekomen dat zij vroeger seksueel is misbruikt. Gedurende het verhoor was verzoekster emotioneel en huilde zij. V. en T. hebben aan verzoekster uitgelegd dat zij nu niet voor die zaak kwamen en als verzoekster daar verder mee wilde, zij de afdeling zeden kon bellen. Verzoekster vertelde dat zij in gesprek wilde met haar familie om er achter te komen wat er vroeger met haar kon zijn gebeurd. V. heeft verzoekster toen gezegd dat hij haar vader wel wilde vragen om contact met haar op te nemen hierover. Hierop gaf verzoekster aan dat dit niet nodig was. V. heeft ook gezegd dat als verzoekster nog geen aangifte wilde doen, zij ook een soort vertrouwenspersoon kon vragen om te bemiddelen tussen haar en haar familie. In het proces-verbaal van het verhoor van verzoekster is vermeld dat het verhoor begon om uur en eindigde om uur. Informatie verstrekt door verzoeksters vrienden 3. Tijdens de interne klachtbehandeling door de politie zijn de twee vrienden die op 24 juni 2009 bij verzoekster op bezoek waren gehoord. Eén van de vrienden heeft toen gezegd dat verzoekster tijdens het verhoor regelmatig overstuur was. Volgens deze vriend kwam dit voornamelijk doordat haar partner op dat moment op het politiebureau verbleef. Volgens de andere bekende van verzoekster verliep het verhoor heel rustig. Deze bekende heeft aangegeven dat verzoekster vermoedelijk zelf is begonnen met het verklaren over de seksuele misstanden, omdat dit verzoekster nogal hoog zit. Beide personen konden inhoudelijk niets verklaren over het verhoor. Beslissing korpsbeheerder 4. Bij de interne klachtbehandeling heeft de korpsbeheerder de klacht ongegrond verklaard. In deze beslissing is vermeld dat verzoekster kort na aanvang van het verhoor vermeend seksueel misbruik ter sprake bracht. Gelet op de ernst hiervan stelde V., vanuit zijn professie, daar de nodige scherpe en inhoudelijke vragen over om zo een indruk te krijgen van hetgeen verzoekster stelde. In de beslissing van de korpsbeheerder is verder weergegeven dat verzoekster zelfstandig de beslissing nam om het voor haar kennelijk gevoelige onderwerp rond het seksueel misbruik te benoemen. Van een vakbekwame rechercheur mag - zeker gelet op de ernst van het feit - verwacht worden dat hij daar professioneel op doorvraagt, aldus de korpsbeheerder. Informatie verstrekt door politieambtenaar V. 5. Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman heeft V. de volgende informatie verstrekt. V. en T. wisten dat er meer speelde binnen de familie van verzoekster. Voordat
4 4 zij naar het huis van verzoekster gingen op 24 juni 2009 hadden V. en T. besproken dat zij zich niet zouden laten verleiden om het over het seksueel misbruik te hebben, omdat zij nu kwamen voor het horen van verzoekster over de aangifte die tegen haar partner was gedaan. Tijdens het gesprek dat V. en T. met verzoekster hadden, was verzoekster vol van wat er binnen haar familie was gebeurd. Meteen aan het begin van het gesprek begon zij hierover. Verzoekster was emotioneel en daarom hebben V. en T. haar eerst wat laten praten hierover. Later hebben zij verzoekster onderbroken en aangegeven dat zij niet kwamen om over het seksueel misbruik te praten. V. en T. hebben gezegd dat verzoekster de afdeling zeden zou kunnen bellen om een afspraak te maken. Dit hebben zij meerdere keren tijdens het gesprek aangegeven. Gedurende het gesprek nam verzoekster diverse keren het initiatief om over het seksueel misbruik te praten. Ook heeft zij meer in het algemeen over seksueel misbruik gesproken. Verzoekster vertelde dat er volgens haar een pedofiel netwerk bestond in haar woonplaats. V. heeft verzoekster toen gevraagd of zij namen kon noemen van personen die betrokken zouden zijn bij dit netwerk. Verzoekster heeft vervolgens namen genoemd. Daarna hebben V. en T. gezegd dat verzoekster hierover contact kon opnemen met de afdeling zeden. V. en T. hebben gezegd dat zij hier niets mee konden en zij kwamen voor het incident van die ochtend. Verzoekster kwam echter steeds op dit onderwerp terug. V. en T. hebben niet met verzoekster besproken wat voor misbruik er zou hebben plaatsgevonden. Ook hebben zij niet met verzoekster besproken waar of wanneer het misbruik zou hebben plaatsgevonden. V. heeft alleen gevraagd wie er volgens verzoekster betrokken zouden zijn bij een pedofiel netwerk. Verder heeft V. hier geen vragen over gesteld. Over het seksueel misbruik dat binnen de familie zou hebben plaatsgevonden, heeft V. helemaal geen vragen gesteld. V. stelt dat hij hier ook geen reden voor had, omdat hij de verhalen daarover kende. In de beslissing van de korpsbeheerder op de klacht is vermeld dat V. de nodige scherpe en inhoudelijke vragen heeft gesteld over vermeend seksueel misbruik, maar volgens V. is dat niet juist. V. is tijdens de interne klachtbehandeling niet benaderd of gehoord. 6. Tijdens het verhoor gaf verzoekster aan dat zij in gesprek wilde met haar vader. V. heeft tegen verzoekster gezegd dat hij best aan haar vader wilde vragen of hij contact met verzoekster zou willen opnemen. Dit heeft V. aangeboden, omdat de verstandhouding tussen verzoekster en haar vader slecht was. V. kent de vader van verzoekster, omdat zij beiden in dezelfde plaats wonen. V. wilde niet bemiddelen tussen verzoekster en haar vader. Verder heeft V. tegen verzoekster gezegd dat zij een soort vertrouwenspersoon zou kunnen vragen om te bemiddelen tussen haar en haar familie. Volgens V. is er niet gesproken over de mogelijkheid dat hij dit zou doen. Toen verzoekster vertelde dat zij geen contact had met haar familie en zij een gesprek met haar vader wilde, is V. hierop ingegaan omdat verzoekster emotioneel was en veel vertelde. Hij wilde verzoekster helpen. V. schat dat tijdens het verhoor het seksueel misbruik ongeveer 10 minuten aan de orde is geweest en het verhoor in totaal ongeveer 40 minuten heeft geduurd. De stelling van verzoekster dat V. op haar bleef inpraten over het seksueel misbruik klopt volgens V. totaal niet. Verder heeft V. - anders dan verzoekster stelt - niet aangeboden om te
5 5 bemiddelen tussen verzoekster en haar vader om zo tot een oplossing te komen. V. heeft wel aangeboden om te bemiddelen om verzoekster en haar vader met elkaar in contact te brengen, maar meer ook niet. Verder is het volgens V. beslist niet waar dat T. tegen hem zou hebben gezegd dat hij moest stoppen met het praten over het misbruik. Daarnaast ontkent V. dat hij zijn telefoonnummer aan verzoekster zou hebben gegeven. V. stelt dat hij aan niemand zijn telefoonnummer geeft. V. stelt dat het misschien goedkoop klinkt dat hij deze dingen ontkent, maar volgens hem is het echt niet waar. Informatie verstrekt door politieambtenaar T. 7. Gedurende het onderzoek door de Nationale ombudsman heeft T. de volgende informatie verstrekt. Verzoekster begon vrijwel direct na binnenkomst over het seksueel misbruik. Zij is hier wel ongeveer 5 keer over begonnen. V. en T. probeerden het gesprek terug te brengen op het onderwerp waar zij voor kwamen, maar verzoekster kwam steeds op het seksueel misbruik terug. V. en T. hebben verzoekster 5 tot 6 keer uitgelegd dat zij niet kwamen om over het seksueel misbruik te praten. Volgens T. heeft V. verzoekster verwezen naar de zedenpolitie direct na de eerste keer dat zij over het seksueel misbruik begon. V. heeft verzoekster het advies gegeven om samen met haar ouders met een onafhankelijk adviseur te gaan praten om zo de relatie te normaliseren. Dit is het meest inhoudelijke dat over het seksueel misbruik is besproken. Verder hebben T. en V. verzoekster steeds afgekapt. V. heeft aangegeven dat een vertrouwenspersoon zou kunnen helpen, maar hij heeft niet aangegeven wie die vertrouwenspersoon zou kunnen zijn. Voor zover T. zich kan herinneren heeft V. geen inhoudelijke vragen gesteld over het seksueel misbruik. Vooraf had V. tegen T. gezegd dat er een kans bestond dat verzoekster over het seksueel misbruik zou beginnen. V. had gezegd dat hij en T. dit kort moesten houden. De stelling van verzoekster dat V. op haar bleef inpraten over het seksueel misbruik is beslist niet waar. V. en T. hebben dit juist steeds afgekapt. Verder heeft V. - anders dan verzoekster stelt - niet gezegd dat hij wel wilde bemiddelen tussen verzoekster en haar vader. T. stelt dat hij absoluut niet heeft gezegd dat V. moest stoppen met het praten over het seksueel misbruik. Ook is het volgens T. absoluut niet waar dat V. zijn telefoonnummer zou hebben gegeven, zodat verzoekster hem nog zou kunnen bellen en V. met haar vader zou kunnen gaan praten. T. schat dat het seksuele misbruik tijdens het verhoor in totaal ongeveer 3 minuten aan de orde is geweest. Hij schat dat het verhoor ongeveer een uur heeft geduurd. Reactie korpsbeheerder 8. In reactie op het onderzoek van de Nationale ombudsman heeft de korpsbeheerder het volgende laten weten. V. is rechercheur en houdt zich bezig met alle soorten onderzoeken met uitzondering van zedenzaken. Verder staat in de beslissing van de korpsbeheerder op de klacht ten onrechte vermeld dat V. vanuit zijn professie de nodige scherpe en inhoudelijke vragen aan verzoekster heeft gesteld over vermeend seksueel misbruik. Deze tekst wordt namelijk niet letterlijk in het dossier vermeld, aldus de korpsbeheerder. Doordat
6 6 de klachtencommissie heeft besloten om in dit geval geen personen te horen is dit onopgemerkt gebleven. De korpsbeheerder betreurt dit. De klachtencommissie is bij de beoordeling van de klacht uitgegaan van de hypothese dat er scherpe en inhoudelijke vragen door V. zouden zijn gesteld. Vervolgens heeft de klachtencommissie beoordeeld of dit heeft geleid tot een onheuse en intimiderende wijze van horen. II Beoordeling 9. De verklaringen van verzoekster en de politie over het verhoor op 24 juni 2009 lopen op diverse punten uiteen. Verzoekster stelt dat V. tijdens het verhoor begon over het seksueel misbruik dat zou hebben plaatsgevonden en zij stelt dat V. hierover op haar in bleef praten. V. en T. stellen daarentegen dat verzoekster tijdens het verhoor diverse keren begon te praten over vermeend seksueel misbruik en zij ontkennen dat V. op verzoekster bleef inpraten hierover. Volgens V. en T. hebben zij verzoekster meegedeeld dat zij kwamen om te praten over de aangifte van bedreiging die tegen verzoeksters partner was gedaan en zij niet kwamen om te praten over vermeend seksueel misbruik. 10. De Nationale ombudsman hecht op deze punten meer waarde aan de verklaringen van V. en T. Hierbij is meegewogen dat V. en T. hierover stellige, uitgebreide en eensluidende verklaringen hebben afgelegd. Daar komt bij dat de lezing in het door V. - één dag na het verhoor - opgemaakte verslag niet afwijkt van de latere verklaringen van T. en V. Ook is meegewogen dat T. op zichzelf geen belang zou hebben bij een verklaring dat V. niet over dit misbruik is begonnen en hij hierop niet is doorgegaan tijdens het verhoor, aangezien de klacht hierover niet op T. ziet. Verder is van belang dat T. en V. voorafgaand aan het verhoor hadden besproken dat verzoekster mogelijk over vermeend seksueel misbruik zou beginnen en zij hierin niet zouden meegaan, althans dit kort zouden houden. De Nationale ombudsman ziet niet in waarom V. vooraf deze afspraak met T. zou maken en vervolgens tijdens het verhoor uit zichzelf over vermeend seksueel misbruik zou beginnen en hierover op verzoekster zou blijven inpraten. Daarnaast acht de Nationale ombudsman het niet voor de hand liggend dat V. zelf over dit misbruik zou beginnen tijdens het verhoor, terwijl hij ergens anders voor kwam en hij de verhalen hierover kende. Ook is van belang dat één van de bekenden van verzoekster tegenover de politie heeft verklaard dat verzoekster vermoedelijk zelf over het seksueel misbruik is begonnen tijdens het verhoor. 11. Gezien het voorgaande, gaat de Nationale ombudsman er bij zijn beoordeling van uit dat verzoekster tijdens het verhoor zelf begon te praten over vermeend seksueel misbruik, dat V. en T. verzoekster hebben meegedeeld dat zij hier niet voor kwamen en V. niet op verzoekster bleef inpraten over dat misbruik maar hij wel één vraag heeft gesteld over het pedofiele netwerk waar verzoekster over vertelde. Dat de Nationale ombudsman hier bij zijn beoordeling van uit gaat, neemt niet weg dat hij zich kan voorstellen dat het verhoor een onaangename ervaring voor verzoekster was. Zij was op dat moment emotioneel en haar partner verbleef op het politiebureau. Verder heeft verzoekster aangegeven dat zij zich snel geïntimideerd voelt door mannen. Daarvan uitgaande kan de Nationale
7 7 ombudsman zich voorstellen dat verzoekster het verhoor door twee mannelijke politieambtenaren - mede gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden - als onaangenaam heeft ervaren. Deze mogelijke ervaring van verzoekster brengt echter niet zonder meer met zich dat V. niet behoorlijk zou hebben gehandeld. 12. Het vereiste van professionaliteit houdt in dat ambtenaren met een bijzondere training of opleiding jegens burgers overeenkomstig de standaarden van hun beroepsgroep handelen. Dit betekent onder meer dat handelingen zoals het opnemen van een aangifte en het (ver)horen van betrokkenen op het gebied van zeden gebeurt door politieambtenaren die de nodige deskundigheid op dat gebied bezitten. 13. In de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik, zoals deze gold op 24 juni 2009, is vermeld dat de bejegening van slachtoffers van zedenmisdrijven deskundigheid vergt. Binnen elk korps dienen daarom voldoende opsporingsambtenaren in staat te zijn een informatief gesprek met de melder/het slachtoffer te voeren en een aangifte op te nemen. Deze opsporingsambtenaren dienen ervaren te zijn in de politiedienst en te beschikken over de sociale vaardigheden, de kennis van slachtofferproblematiek en het inzicht in het netwerk van hulpverleningsinstanties die nodig zijn voor het behandelen van dergelijke zaken. Verder is in de Aanwijzing vermeld dat de opsporing moet geschieden door een deskundig rechercheur, die tevens overwegend belast is met zedenzaken dus tenminste voor 50% van een volledige werkweek. Ook is in de Aanwijzing weergegeven dat opsporingsambtenaren die niet speciaal belast zijn met de behandeling van zedenzaken zich niet verder met de zaak inlaten dan strikt noodzakelijk. Zij zorgen ervoor dat iemand die een melding of aangifte wenst te doen van een zedenmisdrijf op zo kort mogelijke termijn in contact wordt gebracht met een collega die hiervoor is aangewezen. 14. In het geval van verzoekster heeft V. tijdens het verhoor op 24 juni 2009 geen zedenaangifte van verzoekster opgenomen. V. heeft verzoekster tijdens dit verhoor wel een vraag op dit gebied gesteld. Toen verzoekster stelde dat er binnen haar woonplaats een pedofiel netwerk actief was, vroeg V. haar immers of zij namen kon noemen van personen die hierbij betrokken waren. Hoewel de Nationale ombudsman van oordeel is dat V. deze vraag beter achterwege had kunnen laten, acht hij het stellen van deze enkele vraag niet in strijd met het vereiste van professionaliteit. Hierbij is van belang dat het stellen van die enkele vraag niet gelijk kan worden gesteld met handelingen als het horen van een vermeend(e) melder/slachtoffer van seksueel misbruik dan wel het opnemen van een zedenaangifte. Ook heeft de Nationale ombudsman bij zijn oordeel meegewogen dat verzoekster zelf het initiatief nam om over het seksueel misbruik te praten, V. en T. verzoekster hebben meegedeeld dat zij hiervoor niet kwamen en zij verzoekster hebben verwezen naar de afdeling zeden. 15. Bij de interne klachtbehandeling heeft de korpsbeheerder zich op het standpunt gesteld dat V. vanuit zijn professie de nodige scherpe en inhoudelijke vragen aan verzoekster had
8 8 gesteld. Nadat de korpsbeheerder tijdens het onderzoek door de Nationale ombudsman was geconfronteerd met de verklaringen die V. en T. tijdens dit onderzoek hadden afgelegd, stelde de korpsbeheerder dat dit ten onrechte in zijn beslissing op de klacht is vermeld. De Nationale ombudsman is van oordeel dat deze gang van zaken niet getuigt van een zorgvuldige klachtbehandeling. De stelling van de korpsbeheerder dat de klachtencommissie is uitgegaan van de hypothese dat V. scherpe en inhoudelijke vragen zou hebben gesteld, doet hieraan niet af. Indien de klachtencommissie en de korpsbeheerder van een hypothese uitgaan, dient dit duidelijk uit het advies en de beslissing op de klacht naar voren te komen. In dit geval is in zowel de beslissing op de klacht als in het advies van de klachtencommissie onder het kopje 'feiten' vermeld dat V. de nodige scherpe en inhoudelijke vragen had gesteld. Hiermee werd dit niet als hypothese, maar als feit gepresenteerd. Daar komt bij dat de omstandigheid dat V. scherpe en inhoudelijke vragen had gesteld niet als een hypothese is geformuleerd in het advies en de beslissing op de klacht. Er is immers geen voorbehoud gemaakt door bijvoorbeeld gebruik te maken van bewoordingen als: 'voor zover dergelijke vragen al zouden zijn gesteld'. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van het regionale politiekorps Noord-Holland Noord, is niet gegrond. De Nationale ombudsman, dr. A.F.M. Brenninkmeijer de Nationale ombudsman
Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368
Rapport Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop een ambtenaar van het regionale politiekorps Gelderland-Zuid hem na zijn aanhouding op 20 mei 2005
Nadere informatieRapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162
Rapport Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht op 6 mei 2006 hebben gereageerd op zijn verzoek om
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland.
Een extra stap Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Datum: 16 april 2015 Rapportnummer: 2015/076 2 Klacht Verzoeker klaagt erover
Nadere informatieZie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.
Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Haaglanden zich, in het kader van een sollicitatieprocedure,
Nadere informatieRapport. Datum: 29 november 2001 Rapportnummer: 2001/374
Rapport Datum: 29 november 2001 Rapportnummer: 2001/374 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Limburg-Noord onvoldoende onderzoek heeft verricht naar aanleiding van zijn aangifte
Nadere informatieRapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344
Rapport Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Limburg-Zuid zijn meldingen van geluidsoverlast vanaf 22 oktober 2009 tot heden, welke
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over Raad voor de Kinderbescherming uit Maastricht. Datum: 28 juli Rapportnummer: 2011/216
Rapport Rapport betreffende een klacht over Raad voor de Kinderbescherming uit Maastricht. Datum: 28 juli 2011 Rapportnummer: 2011/216 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop een medewerkster
Nadere informatieRapport. Datum: 16 juli 2010. Rapportnummer: 2010/207
Rapport Rapport over een klacht van mevrouw Z. uit Rotterdam over het regionale politiekorps Utrecht. De klacht is ingediend door de heer mr. E.T. Hummels en mevrouw mr. M.H.P.G. Wiertz, Advocaten en Procureurs
Nadere informatieRapport. Datum: 23 juni 2005 Rapportnummer: 2005/179
Rapport Datum: 23 juni 2005 Rapportnummer: 2005/179 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Noord-Holland-Noord hem op 27 oktober 2003 - toen hij zijn auto moest
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011. Rapportnummer: 2011/143
Rapport Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011 Rapportnummer: 2011/143 2 Klacht Op 10 juli 2010 hebben politieambtenaren van het regionale
Nadere informatieRapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071
Rapport Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 2 Klacht Op 18 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Groningen, met een klacht over een gedraging van regionale
Nadere informatieRapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149
Rapport Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR) hem onheus heeft bejegend toen hij begin mei 2006
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062
Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april 2012 Rapportnummer: 2012/062 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde politieambtenaar van het
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Noord-Nederland. Datum: 3 juni 2014. Rapportnummer: 2014/055
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Noord-Nederland. Datum: 3 juni 2014 Rapportnummer: 2014/055 2 Feiten Verzoeker is in 2005 gescheiden van zijn toenmalige partner. Na de scheiding
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044
Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den
Nadere informatieRapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/267
Rapport Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/267 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Midden- en West-Brabant op 23 mei 2004 niet naar het ziekenhuis waar
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 6 juli 2011. Rapportnummer: 2011/203
Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 6 juli 2011 Rapportnummer: 2011/203 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat op 8 december 2008 de politieambtenaren
Nadere informatieRapport. Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207
Rapport Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207 2 Klacht Op 26 maart 1996 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Oldenzaal met een klacht over een gedraging van het regionale
Nadere informatieRapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175
Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Noord: - niet hebben gereageerd op een melding van verzoekers
Nadere informatieI. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in maart 2007 heeft beslist dat zij in aansluiting op een stageperiode niet in aanmerking kwam voor indiensttreding
Nadere informatieRapport. Datum: 12 februari 2004 Rapportnummer: 2004/048
Rapport Datum: 12 februari 2004 Rapportnummer: 2004/048 2 Klacht Verzoeker, die op 20 juli 2002 is aangehouden op grond van verdenking van belediging van een politieambtenaar, klaagt erover dat het Korps
Nadere informatieRapport. Datum: 1 februari 2000 Rapportnummer: 2000/030
Rapport Datum: 1 februari 2000 Rapportnummer: 2000/030 2 Klacht Op 16 juni 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer P. te Doetinchem, met een klacht over een gedraging van het
Nadere informatieZe klaagt er met name over dat de behandelend politieambtenaren hebben verzuimd:
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop het regionale politiekorps Midden en West Brabant het onderzoek naar de aangifte van haar zoon op 25 februari 2005 betreffende schennis van de
Nadere informatieRapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245
Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245 2 Klacht Verzoeker, die op 22 september 2004 te Leeuwarden werd bekeurd wegens een verkeersovertreding, klaagt over de wijze waarop een ambtenaar van
Nadere informatieRapport. Datum: 24 februari Rapportnummer: 2011/063
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Bestuursorgaan: de beheerder van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland (de burgemeester van
Nadere informatieZie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.
Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de politie Amsterdam-Amstelland op 20 maart 2007 ter aanhouding van een huisgenoot rond middernacht, zonder
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Datum: 11 februari 2015 Rapportnummer: 2015/030
Rapport Rapport betreffende een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Datum: 11 februari 2015 Rapportnummer: 2015/030 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een politieambtenaar
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uit Rijswijk
Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uit Rijswijk Datum: 27 december 2011 Rapportnummer: 2011/365 2 Klacht Verzoekster
Nadere informatieRapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085
Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Gelderland-Midden hem na zijn aanhouding op 24 december 2003 in verband
Nadere informatieRapport. Datum: 18 mei 2004 Rapportnummer: 2004/180
Rapport Datum: 18 mei 2004 Rapportnummer: 2004/180 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Haaglanden geen nader onderzoek heeft ingesteld naar aanleiding van zijn aangiften van
Nadere informatieRapport. Datum: 21 december 1998 Rapportnummer: 1998/570
Rapport Datum: 21 december 1998 Rapportnummer: 1998/570 2 Klacht Op 24 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer S. te Arnhem, met een klacht over een gedraging van het
Nadere informatieRapport. Datum: 7 december 2004 Rapportnummer: 2004/470
Rapport Datum: 7 december 2004 Rapportnummer: 2004/470 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Twente een aan hem omstreeks 17 februari 2002 afgegeven brief,
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat een politieambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord onvoldoende onderzoek heeft gedaan, toen verzoeker op 18 oktober 2008 een beroep deed op
Nadere informatieRapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174
Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Noord- en Oost-Gelderland hem op 14 december 2005 hebben aangezegd
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 2 Aanleiding Verzoekster is advocaat en haar cliënt stelt dat hij op
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Groningen. Datum: 8 juni 2011. Rapportnummer: 2011/0169
Rapport Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Groningen. Datum: 8 juni 2011 Rapportnummer: 2011/0169 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat politieambtenaren van het regionale
Nadere informatieRapport. Datum: 6 juni Rapportnummer: 2013/064
Rapport Rapport over een klacht over de korpsbeheerder van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland (thans de politiechef van de regionale eenheid Amsterdam te Amsterdam). Datum: 6 juni 2013 Rapportnummer:
Nadere informatieRapport. Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177
Rapport Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177 2 Klacht Op 23 december 1996 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw Pr. te Rotterdam, ingediend door de heer mr. R., advocaat te
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over twee buitengewoon opsporingsambtenaren van de NS. Datum: 15 maart Rapportnummer: 2011/091
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over twee buitengewoon opsporingsambtenaren van de NS Datum: 15 maart 2011 Rapportnummer: 2011/091 2 Feiten Verzoeksters zoon S. stapte op 25 mei 2010 in
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens
Nadere informatieRapport. Datum: 4 oktober 2011. Rapportnummer: 2011/293
Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Noord-Holland Noord. Bestuursorgaan: de beheerder van het regionale politiekorps Noord-Holland Noord (de burgemeester van Alkmaar). Datum:
Nadere informatieEen onderzoek naar (het gebruik van geluidsopnamen in) de klachtbehandeling door de regionale eenheid van politie Oost-Nederland.
Rapport Een onderzoek naar (het gebruik van geluidsopnamen in) de klachtbehandeling door de regionale eenheid van politie Oost-Nederland. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman
Nadere informatieRapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302
Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de korpschef van het regionale politiekorps Haaglanden in zijn brief van 31 januari 2005 niet inhoudelijk is
Nadere informatieRapport. Datum: 27 juli 1998 Rapportnummer: 1998/301
Rapport Datum: 27 juli 1998 Rapportnummer: 1998/301 2 Klacht Op 14 mei 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te Zoetermeer, met een klacht over een gedraging van het regionale
Nadere informatieRapport. Datum: 12 maart 2002 Rapportnummer: 2002/066
Rapport Datum: 12 maart 2002 Rapportnummer: 2002/066 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Gelderland-Zuid onvoldoende actie hebben ondernomen naar aanleiding van
Nadere informatieRapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/221
Rapport Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/221 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Gelderland-Midden onvoldoende onderzoek heeft verricht naar aanleiding van zijn melding
Nadere informatieUitspraaknr. 07.067-077-078
Landelijke Klachtencommissie onderwijs (mr. R. van de Water, S.Y. Kuurstra, drs. M. Polderman) Uitspraaknr. 07.067-077-078 Datum: 14 november 2007 Onzorgvuldige behandeling vertrouwenskwestie (signaal
Nadere informatieRapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297
Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover
Nadere informatieEen onderzoek naar de mogelijkheden van de politie om het maken van beeldopnamen door burgers van slachtoffers te beletten.
Rapport Een onderzoek naar de mogelijkheden van de politie om het maken van beeldopnamen door burgers van slachtoffers te beletten. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de politiechef
Nadere informatieRapport. Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334
Rapport Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Stichting Jeugd en Gezin Flevoland, na een gesprek met haar te hebben gevoerd op 18 november 2000, onvoldoende
Nadere informatieRapport. Datum: 3 december 1998 Rapportnummer: 1998/535
Rapport Datum: 3 december 1998 Rapportnummer: 1998/535 2 Klacht Op 14 juli 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer V. te Amsterdam met een klacht over een gedraging van het regionale
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Brabant. Datum: 16 augustus Rapportnummer: 2013/101
Rapport Rapport over een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Brabant. Datum: 16 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/101 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat een politieambtenaar van de regionale
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.
Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/009 2 Klacht Verzoekster
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Noord haar op 5 maart 2007 de nodige medische zorg hebben onthouden tijdens haar verblijf op het politiebureau.
Nadere informatieRapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279
Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Drenthe verzoekers brieven van 6 december 2006, 29 december 2006
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de gemeente Oisterwijk. Datum: 2 februari Rapportnummer: 2012/011
Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Oisterwijk. Datum: 2 februari 2012 Rapportnummer: 2012/011 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat: de gemeente Oisterwijk de sociale recherche heeft ingeschakeld
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Datum: 8 juli 2015 Rapportnummer: 2015/114 2 Aanleiding Verzoeker zat in vreemdelingenbewaring
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond. Datum: Rapportnummer: 2011/234
Rapport Rapport betreffende een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond. Datum: Rapportnummer: 2011/234 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de politie Rotterdam-Rijnmond
Nadere informatieRapport. Datum: 10 februari 2006 Rapportnummer: 2006/043
Rapport Datum: 10 februari 2006 Rapportnummer: 2006/043 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland op 28 september 2003: - hem hebben aangehouden;
Nadere informatieRapport. Datum: 28 december 2010 Rapportnummer: 2010/370
Rapport Datum: 28 december 2010 Rapportnummer: 2010/370 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Zuid tijdens haar verblijf als arrestant in de periode van
Nadere informatieEen onderzoek naar de handelwijze van een medewerker van de gemeente Heerlen en de afhandeling van de klacht door de gemeente.
Rapport Een onderzoek naar de handelwijze van een medewerker van de gemeente Heerlen en de afhandeling van de klacht door de gemeente. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het college
Nadere informatieRapport. Concept Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord-Holland. Datum: 14 augustus Rapportnummer: 2013/097
Rapport Concept Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord-Holland. Datum: 14 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/097 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een politieambtenaar
Nadere informatie1.3 De auto van verzoeker bleef achter in een parkeervak waar parkeerbelasting moest worden betaald.
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat politieambtenaren van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland op 12 mei 2007, nadat zij verzoeker in de Eerste Helmerstraat te Amsterdam hadden aangehouden,
Nadere informatieRapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/318
Rapport Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/318 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat twee politieambtenaren van het regionale politiekorps Limburg Zuid op 10 november 2005 onvoldoende zorgvuldig
Nadere informatieRapport. Datum: 7 november 2001 Rapportnummer: 2001/349
Rapport Datum: 7 november 2001 Rapportnummer: 2001/349 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde ambtenaar van het regionale politiekorps Gelderland-Zuid hem op 9 mei 1999 langdurig op
Nadere informatieBeoordeling. Bevindingen. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost, naar aanleiding van het verkeersongeval waarbij zij was betrokken op 18 februari 2008, onvoldoende
Nadere informatieRapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347
Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een
Nadere informatie5. Verzoeker kon zich niet vinden in de reactie van W. en wendde zich bij brief van 26 januari 2009 tot de Nationale ombudsman.
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond zich, nadat verzoeker om een legitimatie had gevraagd, niet kon legitimeren. Beoordeling
Nadere informatieRapport. Datum: 23 april 2004 Rapportnummer: 2004/135
Rapport Datum: 23 april 2004 Rapportnummer: 2004/135 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de unitdirecteur van de P.I. Haaglanden, locatie Scheveningen-Noord, geen nadere informatie heeft verstrekt over
Nadere informatieDe politie stuurde deze registratieset toe aan de Stichting Processen-Verbaal.
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Fryslân (Friesland) een onjuiste registratieset heeft opgemaakt van de aanrijding op 27 oktober 2006, waarbij verzoeker betrokken
Nadere informatieRapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/319
Rapport Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/319 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van een misdrijf, klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland in het oordeel
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011. Rapportnummer: 2011/358
Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011 Rapportnummer: 2011/358 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeentesecretaris
Nadere informatieRapport. Datum: 22 november 1999 Rapportnummer: 1999/481
Rapport Datum: 22 november 1999 Rapportnummer: 1999/481 2 Klacht Op 7 mei 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te Klarenbeek, met een klacht over een gedraging van het
Nadere informatieRapport. Datum: 22 juni 2006 Rapportnummer: 2006/222
Rapport Datum: 22 juni 2006 Rapportnummer: 2006/222 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland, nadat hij op 12 april 2005 was aangehouden wegens belediging van
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Holland-Midden. Datum: 08 maart Rapportnummer: 2011/080
Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Holland-Midden. Datum: 08 maart 2011 Rapportnummer: 2011/080 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Holland-Midden niet bereid is
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over een buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente Utrecht. Datum: 9 juli 2014
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over een buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente Utrecht. Datum: 9 juli 2014 Rapportnummer: 2014/073 2 Wat is er gebeurd? Karim1 heeft een koeriersbedrijf.
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant (de burgemeester van Tilburg).
Rapport Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant (de burgemeester van Tilburg). Datum: 18 mei 2011 Rapportnummer: 2011/149 2 Klacht Verzoeker klaagt
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Haaglanden te Den Haag. Datum: 15 oktober 2012
Rapport Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Haaglanden te Den Haag. Datum: 15 oktober 2012 Rapportnummer: 2012/168 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale
Nadere informatieEen onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan een derde.
Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan een derde. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Datum: 16 juli 2018 Rapportnummer:
Nadere informatieEen voormalig docent van de school klaagt over de wijze waarop het schoolbestuur een tegen hem ingediende klacht heeft afgehandeld.
Landelijke Klachtencommissie onderwijs (mr. M.E.A. Wildenburg, drs. M. Polderman, J. Toes) Uitspraaknr. 07.104 Datum: 22 januari 2008 Onjuiste en ongenuanceerde klachtbehandeling, toepassing hoor en wederhoor,
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over de William Schrikker Groep. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/241
Rapport Rapport betreffende een klacht over de William Schrikker Groep. Datum: 9 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/241 2 Wat ging er aan de klacht vooraf? De familie P. heeft een adoptiedochter, die onder
Nadere informatieRapport. Datum: 23 april 2007 Rapportnummer: 2007/069
Rapport Datum: 23 april 2007 Rapportnummer: 2007/069 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Hollands Midden hem: 1. niet hebben geïnformeerd over zijn vriendin,
Nadere informatieRapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/322
Rapport Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/322 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland onvoldoende onderzoek hebben verricht naar
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Rapportnummer: 2011/306
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Rapportnummer: 2011/306 2 Datum: 17 oktober 2011 Feiten Op 8 september 2009 hebben ambtenaren van het
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 24 augustus Rapportnummer: 2012/131
Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland Datum: 24 augustus 2012 Rapportnummer: 2012/131 2 Feiten Wat is er gebeurd? Toen verzoekers vader overleed, liet hij
Nadere informatieEen onderzoek naar de wijze waarop het LBIO een alimentatiegerechtigde informeert over het (niet) innen van kinderalimentatie.
Rapport Een onderzoek naar de wijze waarop het LBIO een alimentatiegerechtigde informeert over het (niet) innen van kinderalimentatie. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Landelijk
Nadere informatieVoorts klaagt verzoeker erover dat deze politieambtenaren hem ongepaste vragen hebben gesteld.
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat hij zonder gegronde reden in de nacht van 1 op 2 april 2009 is staande gehouden door ambtenaren van het regionale politiekorps Kennemerland. Voorts klaagt
Nadere informatieZie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.
Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de medewerkers van het CBR hem rond zijn diverse rijexamens bij zowel het CBR als het BNOR partijdig en
Nadere informatieRapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377
Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Drenthe. Datum: 28 juni Rapportnummer: 2011/194
Rapport Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Drenthe. Datum: 28 juni 2011 Rapportnummer: 2011/194 2 Klacht Verzoekers, een vrouw, een jongeman en hun advocaat klagen
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015 2 Algemeen 1. Verzoekers hadden asielvergunningen in Nederland
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei 2012. Rapportnummer: 2012/078
Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen Datum: 10 mei 2012 Rapportnummer: 2012/078 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het College voor zorgverzekeringen
Nadere informatieRapport. Datum: 19 juni 2007 Rapportnummer: 2007/122
Rapport Datum: 19 juni 2007 Rapportnummer: 2007/122 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop het regionale politiekorps Haaglanden heeft gehandeld vanaf het moment dat zij op 5 februari 2004 namens
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de politie, Landelijke Eenheid, voorheen het Korps Landelijke Politiediensten. Datum: 30 december 2013
Rapport Rapport over een klacht over de politie, Landelijke Eenheid, voorheen het Korps Landelijke Politiediensten. Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/214 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat
Nadere informatieRapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/321
Rapport Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/321 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Haaglanden: hem op 30 maart 2004 foutief heeft geïnformeerd, namelijk dat het niet
Nadere informatieRapport. Datum: 19 juli 1999 Rapportnummer: 1999/314
Rapport Datum: 19 juli 1999 Rapportnummer: 1999/314 2 KLACHT Op 24 november 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Utrecht, ingediend door de heer mr. S. Spans, advocaat
Nadere informatieRapport. Datum: 4 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/266
Rapport Datum: 4 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/266 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat medewerkers van het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland er vanuit zijn gegaan dat de sepotbeslissing
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale eenheid Amsterdam. Datum: 30 december Rapportnummer: 2013/218
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale eenheid Amsterdam. Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/218 2 Feiten Verzoeker en zijn partner leven al jarenlang in onmin met hun
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over de politiechef van de regionale. eenheid Noord-Nederland. Publicatiedatum: 18 september 2014
Rapport Rapport betreffende een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord-Nederland. Publicatiedatum: 18 september 2014 Rapportnummer: 2014 /118 20 14/118 d e Natio nale o mb ud sman 1/6
Nadere informatie