RUXSWATERSTAAT. R.I.Z.A. Bibliotheek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RUXSWATERSTAAT. R.I.Z.A. Bibliotheek"

Transcriptie

1

2 V

3 RUXSWATERSTAAT. R.I.Z.A. Bibliotheek Rijkswatei staat, RIZA Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbehaer on Afvalvraterbchandeling Documentatie Postbus AA Lelysad LOZING VAN CONDENSWATER VAN HR-KETELS 1 9 Maart 1982 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, mikrofilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgroep.

4 - i - INHOUDSOPGAVE biz. SAMENVATTING 1 V CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN vi 1. INLEIDING L 2. PROBLEEMSTELLING EN AANPAK VAN ONDERZOEK 5 3. CONDENSWATER AFKOMSTIG VAN DE HR-KETEL De vorming van condenswater Theorie Luchtvochtigheid Samenstelling aardgas geleverd aan de huishoudens Luchtovermaat Buitentemperatuur Praktijk Chemische samenstelling condenswater H 3.3 Samenvatting ^ 4. AFVALWATERSTROMEN VAN EEN WONING Huishoudelijk afvalwater Condenswater afkomstig van de HR-ketel Samenstelling van condenswater I Hemelwater op een woning Samenvatting 2 ^ 5. RIOLERING BINNEN EN BUITEN DE WONING Enige aspecten van de riolering en het beheer ervan Model-lozingsverordening riolering Volksgezondheid Eigendora en beheer Begnpsomschri jvingen 9ft z o

5 Eisen voor binnen- en buitenriolering Binnenriolering Buitenriolering Aansluiting van het binnenriool op het buitenriool Ontstoppingsputjes Huisaansluitleidingen Aansluiting op het staatriool Beton(opzet)kolkjes Inlaatstukken Gietijzeren-inlaatstukken PVC-inlaatstukken AC-inlaatstukken PVC-inlaatstukken Straatriolen Verdeling van de toegepaste materialen Verdeling van de materialen toegepast in de binnenriolering Verdeling van de materialen toegepast in de buitenriolering S amenvat ting ONDERZOEK Rubberringen Sifons Metalen Cementgebonden materialen en gres Praktijkproef N.V. Nederlandse Gasunie Onderzoek ingenieursbureau DHV Chemische samenstelling en debiet van het condenswater Chemische samenstelling en debiet van het huishoudelijk afvalwater Verdeling van de toegepaste materialen De bestandheid van kunststoffen en rubbers De bestandheid van gietijzer De bestandheid van gres De bestandheid van cementgebonden materialen Samenvatting DAKBE DE KKINGEN Toegepaste materialen Invloed van regenen condenswater op de materialen Samenvatting DAKGOTEN 60

6 GEVOLGEN LOZING CONDENSWATER OP AFVALWATERZUIVE- RINGSINSTALLATIES EN MILIEU Hydraulische belasting Vuilbelasting 61 Zuiveringsslib Samenvatting LITERATUUROVERZICHT Bijlage A: Constructie en werking van de HR-ketel Bijlage B: Normen voor onderdelen van de binnenriolering Bijlage C: Normen voor onderdelen van de buitenriolering Bijlage D: Hoeveelheid condenswater van de HR-ketel

7 -iv- CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN opgesteld door de werkgroep op basis van de verrichte studies en onderzoeken 1. De rioleringsmaterialen kunststof (PVC, PE, PP en ABS, rubberringen (SBR, NR, NBR, EPDM, PUR), gresbuis en beschermd gietijzer, zijn bestand tegen continue onvermengde lozing van condenswater afkomstig van HR-ketels. 2. Wanneer condenswater afkomstig van HR-ketels (en economisers) wordt gemengd met normaal huishoudelijk afvalwater, zal dit mengsel geen nadelige invloed hebben op de binnen- en buitenriolering. 3. De condenswaterafvoerleiding van een HR-ketel en de daarin opgenomen sifon, moeten bij voorkeur in kunststof worden uitgevoerd. 4. Het aansluitpunt van de condenswaterafvoerleiding van een HR-ketel op de binnenriolering moet bij voorkeur zodanig worden gekozen dat menging met huishoudelijk afvalwater wordt bevorderd. Onvermengde lozingen op cementgebonden materialen en op onbeschermde metalen moeten worden vermeden. 5. Mits wordt voldaan aan de onder 3 en 4 genoemde aanbevelingen zal de lozing van condenswater geen significante invloed hebben op de economische levensduur van de binnen- en buitenriolering. 6. In het algemeen is de lozing van condenswater gedurende de nachtelijke uren en gedurende de wintersportvakantie van zodanig korte duur, en bovendien zo gering van omvang, dat hiervan de nadelige gevolgen te verwaarlozen zullen zijn. 7. De invloed van neergeslagen condenswater van verbrandingsgassen van HR-ketels op dakbedekkingen en dakgoten is verwaarloosbaar. 8. Het verdient aanbeveling om in ieder geval in woningen gebouwd voor 1965, na te gaan welke materialen in de binnenriolering zijn toegepast. Indien hierbij blijkt dat cementgebonden materialen of onbeschermde metalen in aanraking zullen komen met onverdund condenswater, verdient het aanbeveling deze door kunststof onderdelen te vervangen.

8 -v- 9. De lozing van condenswater van HR-ketels is niet bezwaarlijk voor de afvalwaterzuiveringsinstallaties. 10. Door toepassing van de HR-ketel wordt de emissie van schadelijke verbrandingsproducten in de lucht verminderd; de verbrandingsproducten die met het condenswater via de riolering naar de zuiveringsinstallatie worden afgevoerd, zijn voor het aquatisch milieu niet bezwaarlijk. 11. Het verdient aanbeveling in de betreffende normen en voorschriften aanvullende bepalingen t.a.v. de lozing van condenswater op te nemen. 12. Het verdient aanbeveling om in vergelijking met de lozing van condenswater voor de lange termijn de invloed van regenwater en normaal huishoudelijk afvalwater op de rioleringsmaterialen na te gaan.

9 - V L - SAMENVATTING In Nederland wordt voor het verwarmen van woningen veelvuldig gebruik gemaakt van gasgestookte centrale verwarmingsinstallaties. De hiervoor gebruikte cv-ketel heeft een rendement van 70 a 75%. Aanzienlijke besparingen zijn mogelijk door het plaatsen van een zogenaamde economiser op de conventionele ketel waardoor een rendement van 80 a 85% wordt behaald, of door een HR-cv-ketel (HR = hoog rendement) te gebruiken waardoor zelfs een rendement van minstens 90% wordt bereikt. Om deze hogere rendementen te realiseren moeten de hete verbrandingsgassen zover worden afgekoeld dat condensatie van de hierin aanwezige waterdamp optreedt. Het gevormde condenswater, dat enigszins zuur is, wordt via de binnenriolering en de huisaansluitleiding op het straatriool geloosd. Ter beantwoording van de vraag of dit condenswater zonder bezwaar kan worden geloosd via de binnen- en buitenriolering, of dat er een dusdanige aantasting van binnen- en buitenriolering optreedt dat de levensduur van de gebruikte materialen duidelijk wordt verkort, werd een werkgroep geformeerd bestaande uit vertegenwoordigers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Stichting voor onderzoek, beoordeling en keuring van materialen en constructies KOMO, het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater (RIZA) en de N.V. Nederlandse Gasunie. De werkgroep heeft om op bovengenoemde vraag een gefundeerd antwoord te kunnen geven het probleem geanalyseerd. Hierbij is gekeken naar de totale hoeveelheid condenswater die per jaar wordt gevormd, naar de variaties hierin en naar de chemische samenstelling. Deze gegevens worden vergeleken met die van andere afvalwaterstromen, zoals huishoudelijk afvalwater en hemelwater. Vervolgens is gekeken naar de gebruikte binnen- en buitenrioleringsmaterialen die in contact komen met het condenswater. Voor die materialen waarvan niet op grond van de desbetreffende normen gezegd kan worden dat deze bestand zijn tegen het condenswater, zijn door diverse gespecialiseerde instituten en bureaus onderzoeken en studies uitgevoerd. De resultaten van deze onderzoeken worden in dit rap-

10 -viiport vermeld. In dit rapport is ook nog aandacht besteed aan de mogelijke aantasting van dakbedekking en dakgoten ten gevolge van condensatie van de met water verzadigde verbrandingsgassen. Tenslotte zijn de gevolgen van de lozing van het condenswater voor de afvalwaterzuiveringsinstallaties en het milieu onderzocht.

11 1. INLEIDING De N.V. Nederlandse Gasunie is als grootste leverancier van primaire energie in Nederland zeer nauw betrokken bij een optimaal gebruik van aardgas. De belangrijkste toepassing van aardgas bij de kleinverbruikers is die voor ruimteverwarming. In Nederland wordt 94% van de huizen verwarmd met behulp van aardgas (1). Het is dus duidelijk dat door toepassing van verwarmingsketels met een hoger rendement dan de gebruikelijke ketels aanzienlijke energiebesparingen mogelijk zijn. Dit is te realiseren door energieverliezen van o.a. de afvoer van hete verbrandingsgassen zo veel mogelijk te beperken. Dit kan op twee manieren gebeuren, namelijk door een bestaande ketel uit te rusten met een afzonderlijke nageschakelde warmtewisselaar, de zogenaamde economiser (Eco), of een geheel nieuwe ketel te ontwerpen waarbij de tweede warmtewisselaar in de cv-ketel wordt * geintegreerd. Gasunie heeft het initiatief genomen om een cv-ketel te ontwikkelen met een aanzienlijk hoger rendement dan de conventionale ketels. Deze zogenoemde HR-ketels (HR " hoog rendement) hebben een rendement van meer dan 90% betrokken op de calorische bovenwaarde (zie bijlage A). De conventionele ketels daarentegen hebben een rendement van 70 a 75%. Om een hoger rendement te behalen worden de hete verbrandingsgassen in een tweede warmtewisselaar zover afgekoeld dat condensatie van de hierin aanwezige waterdamp optreedt (zie voor meer details over de HR-ketel bijlage A). Het gevormde condenswater, dat door de daarin opgeloste verbrandingsprodukten (kooldioxide, stikstofoxiden en zwaveldioxide) enigszins zuur is (gemiddelde ph = 4), wordt via de binnenriolering en huisaansluitleiding op het straatriool geloosd. Hierbij doet de vraag zich voor wat de gevolgen z i j n van condenswater op de riolering (zie f i guur 1). In dit rapport wordt verder alleen over de HR-ketel gesproken, maar voor de economiser geldt precies hetzelfde.

12 -2- ein - a f ' Q S O!! 111 l«si Figuur 1. Na introductie van de HR-ketels op de Nederlandse markt verschenen er in de diverse vaktijdschriften een aantal publicaties waarin werd gewezen op de aggresiviteit van het condenswater dat door de HR-ketels wordt gevormd. In een publicatie werd het condenswater met jus d'orange vergeleken, in een andere publicatie zelfs met koningswater.

13 -3- Ter beantwoording van deze vraag werd een onderzoek uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater (RIZA) te Lelystad. Na publicatie van deze studie in het tijdschrift Gas (2), werd door de gasindustrie geconcludeerd dat het condenswater zonder bezwaar op de binnen- en buitenriolering kan worden geloosd. Ook in de nom-commissie gasinstallatievoorschriften (GAVO), toen deze commissie belast was met het opstellen van installatievoorschriften voor de HR-ketels, werd aanvankelijk gesteld dat er geen bijzondere eisen behoeven te worden gesteld aan de toe te passen materialen waardoor het condenswater wordt afgevoerd op de binnenriolering. Als argument werd gebruikt dat de studie van het RIZA zou hebben aangetoond dat condenswater zonder bezwaar op de binnen- en buitenriolering kan worden geloosd. De vertegenwoordiger van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in de GAVO-commissie heeft in de commissie vergadering bezwaar aangetekend tegen deze interpretatie van het RIZA-advies en naar voren gebracht dat de studie van het RIZA alleen heeft aangetoond dat lozing van het condenswater niet bezwaarlijk werd geacht voor het straatriool, de rioolwaterzuiveringsinstallatie en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. Het door het RIZA uitgevoerde onderzoek had geen betrekking op de vraag naar het effect van het condenswater op de binnenriolering en de huisaansluiting van de buitenriolering. Immers, door bepaalde leidinggedeelten daarvan kan regelmatig onverdund condenswater stromen, b.v. in nachtelijke uren en gedurende perioden waarin het huis niet wordt bewoond, maar de verwarming wel brandt in verband met bevriezingsgevaar van de waterleiding en/of centrale verwarming. De N.V. Nederlandse Gasunie, die het internationaal baanbrekende principe van de HR-ketel ontwikkelde, werd schriftelijk benaderd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten betreffende de problematiek van de lozing van condenswater. Na een eerste bespreking van medewerkers van de VNG en Gasunie werd het noodzakelijk gevonden om een werkgroep te formeren met als doel: Het verrichten van onderzoek naar de gevolgen van de lozing van het condenswater op de in de binnen- en buitenriolering toegepaste materialen en wel vanaf het punt van lozing bij de HR-ketel tot en met de aansluiting op het straatriool, dit mede met het oog op de even-

14 -4- tuele herziening van de betreffende voorschriften (Model-lozingsverordening riolering (3), Model-bouwverordening (4) en de NEN-normen op rioleringsgebied (bijlage B en C)). De werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de volgende betrokken instanties: de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG); de Stichting voor onderzoek, beoordeling en keuring van materialen en constructies KOMO, mede namens de groepsraden en kwaliteitseisencommissies van KOMO; het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater (RIZA); N.V. Nederlandse Gasunie. De werkgroep die in dit rapport haar bevindingen presenteert, is als volgt samengesteld: VNG Ir«H.L. Marinus H.H. Wertheim KOMO Ing. J. Honingh RIZA Ing. J. Kus N.V.Nederlandse Gasunie Dr. G.J. van Rossum (voorzitter) Drs. J. Voogd H.A. Flendrig Ing. P.H.J. Bartholomeus (secretaris)

15 -5-2. PROBLEEMSTELLING EN AANPAK VAN ONDERZOEK Bij de lozing van condenswater van HR-ketels in woningen doet zich de vraag voor of dit condenswater zonder bezwaar kan worden geloosd via de binnen- en buitenriolering of dat er een dusdanige aantasting van de binnen- en/of buitenriolering optreedt dat de levensduur van de gebruikte materialen duidelijk wordt verkort. In de Model-lozingsverordening riolering, gepubliceerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, is een veel gevolgd voorbeeld gegeven voor voorschriften, die door de gemeenten worden opgelegd, betreffende de lozing van afvalwater. Deze voorschriften worden gegeven ter bescherming van de gemeentelijke rioleringen en om te voldoen aan de eisen die worden gesteld door de beheerder van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. De belangrijkste aspecten hiervan staan in artikel 2 van de Model-lozingsverordening riolering (3) dat als volgt luidt: 1. Het is verboden, anders dan bij normaal huishoudelijk gebruik, op de riolering stoffen te lozen die voor de riolering of voor de daarop aangeslotenen gevaar, schade of hinder kunnen opleveren. 2. Onder voor de riolering of de daarop aangeslotenen gevaar, schade of hinder opleverende stoffen worden in ieder geval verstaan: a. stoffen met een temperatuur van meer dan 30 Celcius; b. waterige oplossingen met een ph lager dan 6,5 of hoger dan 10, alsmede zuren en basen die niet in water zijn opgelost; c. stoffen met een sulfaatgehalte van meer dan 300 mg per li ter ; d. stoffen die verstopping of beschadiging van de riolering of van daaraan verbonden installaties kunnen veroorzaken; e. olien, vetten en andere niet met water mengbare vloeistoffen en emulsies; f. stoffen die brand- of explosiegevaar kunnen veroorzaken; g. stoffen die stankoverlast kunnen veroorzaken. 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de gevallen waarin een vergunning, bedoeld als in artikel 3 r eerste lid, is verleend, dan wel artikel 4 toepassing heeft gevonden.

16 -6-4. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, gesteld in het eerste lid. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden strekkende tot de bescherming van het belang van de goede werking van de riolering, van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt en de bescherming van de belangen van derden ten nadele welke hieruit kunnen voortvloeien. Om op de bovengenoemde vraag een gefundeerd antwoord te kunnen geven wordt het probleem geanalyseerd. Allereerst wordt gekeken naar de totale hoeveelheid condenswater die per jaar wordt gevormd, naar de variaties van deze hoeveelheid condenswater als funktie van de buitentemperatuur verdeeld over het jaar en naar de chemische samenstelling van het condenswater. Deze gegevens worden vergeleken met die van andere afvalwaterstromen, zoals huishoudelijk afvalwater en hemelwater. Vervolgens worden de gebruikte binnen- en buitenrioleringsmaterialen, die in kontakt komen met het condenswater, nader bekeken. Voor deze materialen wordt voor Nederland een verdeling naar soort gemaakt, waarbij zowel de huidige als de in het verleden toegepaste materialen aan de orde komen. Van verschillende van deze materialen kan op grond van de desbetreffende normen gezegd worden dat deze bestand zijn tegen het condenswater (5), van andere materialen is dit niet bekend. Voor deze laatste groep materialen is de mogelijke aantasting door het condenswater onderzocht door diverse gespecialiseerde laboratoria. De resultaten van deze onderzoeken worden in dit rapport gepresenteerd; deze betreffen zowel de eventuele aantasting van de materialen in kontakt met onverdund condenswater als de aantasting na verdunning met de andere afvalwaterstromen. Ook is nog aandacht besteed aan de mogelijke aantasting van dakbedekking en dakgoten van de woningen ten gevolge van condensatie van de met water verzadigde verbrandingsgassen van de HR-ketel in de koudere buitenlucht. Tenslotte zijn de gevolgen van de lozing van het condenswater voor afvalwaterzuiveringsinstallaties en het milieu onderzocht.

17 -7-3. CONDENSWATER AFKOMSTIG VAN DE HR-KETEL 3.1 De vorming van condenswater In het algemeen wordt i n de HR-ketels aardgas als brandstof gebruikt. Bij de verbranding van aardgas met de lucht worden waterdamp en kooldioxide gevormd. De bij deze reactie vrijgekomen warmte wordt slechts voor een deel gebruikt om het ketelwater te verwarmen. Zo is het rendement van een conventionele ketel 70 a 75%; dit wil zeggen dat 25 a 30% van de warmte via de schoorsteen verdwijnt. De hete verbrandingsgassen, die een temperatuur van ongeveer 150 a 260 C hebben, veroorzaken een natuurlijke trek in de schoorsteen. Het bij de verbranding gevormde water wordt hierdoor als waterdamp tesamen met de andere verbrandingsproducten door de schoorsteen afgevoerd. Bij de HR-ketels wordt een rendement van meer dan 90% behaald door de verbrandingsgassen door een tweede warmtewisselaar te leiden. Het retourwater van de cv-installatie dat eveneens door deze tweede warmtewisselaar wordt geleid, wordt hierbij voorverwarmd. De verbrandingsgassen worden zover afgekoeld dat de hierin aanwezige waterdamp condenseert; de warmte die hierbij vrijkomt draagt ook bij tot het hoge rendement van de HR-ketel. Bij de meeste HR-ketels wordt het ontbreken van de thermische trek door een ventilator gecompenseerd (mechanische verbrandingsgasafvoer) Theorie De hoeveelheid condenswater die in een HR-ketel wordt gevormd door het afkoelen van de verbrandingsgassen is afhankelijk van een aantal factoren. Deze kunnen globaal worden onderverdeeld in twee groepen: 1. Factoren die betrekking hebben op het verbranden van aardgas in de HR-ketel: a. de relatieve luchtvochtigheid van lucht; b. de samenstelling van het aardgas die wordt geleverd aan de openbare gasvoorziening; c. de luchtovermaat;

18 -8- *> TEMPERATUUR VERBRANDINGSGASSEN (*C)

19 -9- d. de temperatuur van het retourwater van de cv-installatie (deze is in het algemeen afhankelijk van de buitentemperatuur). 2. Factoren die betrekking hebben op de warmtevraag van een woning: a. de isolatie van de woning; b. de ligging en grootte van de woning; c. de dimensionering van de cv-installatie; d. de buitentemperatuur. Hierna wordt voor een gemiddelde Nederlandse woning op een aantal van deze aspecten ingegaan. In bijlage D wordt de vorming van de hoeveelheid condenswater van een HR-ketel cijfermatig uitgewerkt Luchtvochtigheid De totale hoeveelheid condenswater die door een HR-ketel wordt geproduceerd is naast het bij de verbranding gevormde water ook afhankelijk van de reeds in de verbrandingslucht aanwezige waterdamp. Hoe hoger de vochtigheid van de lucht, hoe meer condenswater er in principe kan worden gevo rmd. Figuur 2 geeft de hoeveelheid condenswater bij verbranding van aardgas met lucht van 18 C en met een relatieve vochtigheid van respectievelijk 0 en 100%. De verbrandingsgassen worden hierbij tot verschillende temperaturen afgekoeld Samenstelling aardgas geleverd aan de huishoudens In Nederland komen kleine variaties voor in de samenstelling van het aardgas zoals het door de gasbedrijven aan de huishoudens wordt geleverd. Voor de verschillende samenstellingen zijn de hoeveelheden condenswater berekend als functie van de luchtovermaat en temperatuur. Hierbij bleek dat de variaties in de hoeveelheid condenswater minder dan 5% waren ten opzichte van Slochterengas Luchtovermaat De luchtovermaat van de HR-ketel wordt door de constructie van de ketel bepaald. In de praktijk blijkt de luchtovermaatfactor 1,2 a 1,4 te

20 -10- zijn, dit wil zeggen dat er respectievelijk 20% en 40% meer lucht wordt aangezogen dan er theoretisch voor de verbranding nodig zou zijn. De invloed van de luchtovermaat op de hoeveelheid gevormd condenswater wordt gegeven in figuur Buitentemperatuur De in Nederland gebruikelijke cv-installaties worden zodanig gedimensioneerd dat op de koudste dag (-10 a -12 C) het ketelwater wordt verwarmd tot 90 C, terwijl dit water, nadat het een deel van zijn warmte in de radiatoren heeft afgestaan, met een temperatuur van 70 C naar de ketel terugkeert. Over het algemeen wordt bij een gemiddelde buitentemperatuur van 15 C niet meer gestookt. Er bestaat dus een verband tussen de gemiddelde ketelwatertemperatuur en de gemiddelde buitentemperatuur. De hoeveelheid condenswater die per m verstookt gas in een HR-ketel wordt gevormd is afhankelijk van de temperatuur van het retourwater in de tweede warmtewisselaar (zie figuur 2). Tevens bestaat er voor een gegeven woning een verband tussen de buitentemperatuur en het gasverbruik. Wanneer nu de drie hierboven genoemde relaties met elkaar worden verbonden, is het mogelijk aan de hand van de buitentemperatuur de productie van condenswater voor een gegeven woning te berekenen (dit wordt uitvoerig beschreven in bijlage D). Deze berekeningen tonen aan dat er een maximale productie van condenswater is bij een gemiddelde buitentemperatuur van ca. +6 C. Bij lagere buitentemperaturen neemt de productie af omdat de gemiddelde ketelwatertemperatuur stijgt. Ook daalt de productie van condenswater wanneer de buitentemperatuur hoger wordt dan 6 C, immers in dat geval is de afname van het gasverbruik debet aan de geringere condenswaterproductie. In een eengezinswoning met een jaarlijks gasverbruik van 3200 ro. 3 wordt maximaal, d.w.z. bij een gemiddelde buitentemperatuur van 6 C, ongeveer 11 l i t e r condenswater per dag gevormd. Rekening houdend met de variaties in buitentemperatuur en het gasverbruik over de seizoenen kan worden berekend dat per voornoemde woning maximaal 2000 liter condenswater per jaar wordt geloosd.

21 Praktijk In het kader van de introductie van HR-ketels is door de Nederlandse Energie Ontwikkelings Maatschappij (NEOM) een aantal demonstratieprojekten opgezet, waarbij HR-ketels en Eco's in woningen zijn geinstalleerd. Bij 10% van de geinstalleerde ketels is iedere maand gedurende een week het condenswater opgevangen. Hierbij is uit metingen gebleken dat de hoeveelheid gevormd condenswater, afhankelijk van de stookgewoonten van de 3 bewoners, ligt tussen 0,1 en 0,4 liter per m verstookt aardgas. In bijlage 2 is de variatie in de vorming van condenswater verdeeld over de dag gegeven voor een woning met een gasverbruik van r " m /jaar en een gemiddelde buitentemperatuur van 6 C. 3.2 Chemische samenstelling condenswater In hoofdstuk 3.1 is beschreven hoe bij de HR-ketel condenswater wordt gevormd. Bij de verbranding van aardgas worden naast water en kooldioxide echter ook stikstofoxiden en zwaveldioxide gevormd. Deze zuurvormende oxides lossen gedeeltelijk op in het condenswater, waardoor dit zwak zuur wordt. In het condenswater komt dan ook nitriet, nitraat, sulfaat en koolzuur voor. Hiernaast kan het condenswater ook verontreinigingen bevatten die voortkomen uit stoffen die door de verbrandingslucht zijn meegevoerd zoals b.v. chloride (zeelucht). In tabel 1 is de gemiddelde chemische samenstelling van het condenswater gegeven, zoals deze in de praktijk voorkomt. Tabel 1. De samenstelling van het condenswater (mg/1) gemiddeld uiterste waarden Cl" 3 0 a 5 S 0 4~ 25 2 a 40 NO" 50 0 a 200 tit N0^ a 150 ph 4 4,3 a 3,

22 -12- cc 111 < cc u3 r- < a ER r UJ _i _ i CD Z i/> Q Q UJ UJ I o 3 M < M => <_> (_> < r- H i i BASISCH PH ZUUR FIGUUR 3 DE ZUURGRAAD ( ph ) VAN CONDENSWATER VERGELEKEN MET DE ZUURGRAAD VAN ANDERE VLOEISTOFFEN.

23 -13- In figuur 3 wordt de zuurgraad (ph) van het condenswater vergeleken met de zuurgraad van een aantal andere vloeistoffen, zoals tafelazijn, hemelwater etc. 3.3 Samenvatting In dit hoofdstuk wordt de vorming van condenswater in een HR-ketel nader bekeken. Het condenswater wordt gevormd door de hete verbrandingsgassen in een tweede warmtewisselaar zover af te koelen dat condensatie van de hierin aanwezige waterdamp optreedt. De hoeveelheid gevormd condenswater is afhankelijk van factoren die betrekking hebben op de verbranding van het aardgas in de ketel (zoals relatieve vochtigheid van de lucht, samenstelling aardgas, luchtovermaat en de temperatuur van het retourwater) en van factoren die betrekking hebben op de warmtevraag van de woning (zoals isolatie, ligging en grootte van de woning, stookgedrag bewoners en dimensionering van de cv-installatie). In bijlage D wordt de vorming van de hoeveelheid condenswater cijfermatig uitgewerkt. Deze hoeveelheid wordt vergeleken met de hoeveelheid condenswater die in de prak- 3 tijk wordt gevormd; deze bedraagt 0,1 a 0,4 liter per m verstookt aardgas. Bij de verbranding van aardgas worden naast water en kooldioxide echter ook stikstofoxiden en zwaveldioxide gevormd. Deze zuurvormende oxiden lossen gedeeltelijk op in het condenswater, waardoor dit een gemiddelde zuurgraad (ph) van 4 heeft. In het condenswater komen onder meer de volgende ionen voor: nitriet, nitraat, sulfaat, koolzuur en chloride (uit de verbrandingslucht). 4. AFVALWATERSTROMEN VAN EEN WONING Figuur 4 geeft een doorsnede van een woning met daarin schematisch aangegeven de binnenriolering en de huisaansluiting op het gemeenteriool (buitenriolering). Na bestudering van deze overzichtstekening is het duidelijk dat de totale afvalwaterlozing van een woning gesplitst kan worden

24

25 -15- in lozingen van drie deelstromen, nl.: a. het huishoudelijke afvalwater; b. het condenswater; c. het heraelwater op een woning (alleen als de buitenriolering conform figuur 4 als een gemengd stelsel is uitgevoerd). Van ieder van deze deelstromen zou de volgende informatie bekende moeten zijn: a. de hoeveelheid die wordt geloosd, inclusief de dagelijkse en ook de seizoen fluctuaties; b. de buffercapaciteit en waar het mogelijk is ook de chemische samenstelling. 4.1 Huishoudelijk afvalwater Voor een schatting van de hoeveelheid huishoudelijk afvalwater per woning kan gebruik gemaakt worden van de gegevens over het dagelijkse verbruik van leidingwater per persoon (6). Het dagelijkse verbruik van leidingwater is voor een gemiddelde Nederlander ongeveer per persoon. Dus voor een gemiddeld Nederlands gezin van 3 personen (statistisch gemiddelde 2,81 personen per gezin) is het ongeveer huishoudelijk afvalwater per dag per woning. Figuur 5 geeft een globaal beeld van de variaties gedurende het etmaal van de hoeveelheid geloosd huishoudelijk afvalwater c.q. het verbruik van leidingwater. Het patroon van de lozing van huishoudelijk afvalwater gedurende het etmaal alsmede de totale hoeveelheid dagelijks geloosd huishoudelijk afvalwater is tamelijk constant over een periode van een jaar. Dit betekent dat de jaarlijkse hoeveelheid huishoudelijk afvalwater geloosd op de buitenriolering voor een woning bewoond door een 3 gezin van gemiddeld 3 personen, geschat kan worden op ongeveer 100 m. Het is erg moeilijk om van het huishoudelijk afvalwater de chemische samenstelling te geven. De zuurgraad (ph) van huishoudelijk afvalwater ligt tussen de 7 a 8,5. De buffercapaciteit van huishoudelijk afvalwater is zo groot dat zelfs na een 1:1 (volume) verdunning van huishoudelijk afvalwater met condenswater van de HR-ketel, de zuurgraad van het uiteindelijke mengsel gelijk is aan de zuurgraad van het oorspronkelijk onver-

26 -16- UITGANGSPUNTEN :-GEZIN VAN 3 PERSONEN -TOTAAL WATERVERBRUIK 3001/dag -TOTAAL GASVERBRUIK 3200m 3 /jaar -BUITENTEMPERATUUR 6 *C WATERVERBRUIK CONDENSWATER ] PRODUCTIE FIGUUR 5 VARIATIE IN DE HOEVEELHEID CONDENSWATER ~EN IN HET WATER GEBRUIK PER ETMAAL VOOR EEN GEMIDDELD NEDERLANDS GEZIN.

27 -17- dunde huishoudelijke afvalwater (7). Zelfs van leidingwater, dat het hoofdbestanddeel vormt van huishoudelijk afvalwater, is de buffercapaciteit veel groter dan van het condenswater. Dit wordt het beste weergegeven met figuur 6, die de verandering in de zuurgraad van het rookgascondenswater geeft als functie van de hoeveelheid toegevoegd leidingwater. Het is dus duidelijk dat het uiteindelijke mengsel van condenswater en huishoudelijk afvalwater dat wordt geloosd, met de variaties gedurende het etmaal zoals weergegeven in figuur 5, altijd een zuurgraad zal hebben die min of meer gelijk is aan de ph van het onverdunde huishoudelijke afvalwater (zie ook figuur 4). 4.2 Condenswater afkomstig van de HR-ketel In de HR-ketel wordt condenswater gevormd dat als afvalproduct moet worden aangemerkt. Zoals in hoofdstuk 3 uitvoerig is behandeld, wordt de 3 hoeveelheid condenswater gevormd per verbrande m aardgas, belnvloed door een groot aantal factoren. Een van de conclusies is dat er een optimum is in de vorming van condenswater en wel bij een buitentemperatuur 0 van 6 C. Voor een gemiddelde Nederlandse woning met een geinstalleerde HR-ketel geeft figuur 5 eveneens de variaties gedurende 24 uur van de hoeveelheid gevormd condenswater. De conclusie die getrokken kan worden uit figuur 5 is dat de verhouding huishoudelijk afvalwater en condenswater statistisch gezien groter is dan 20. Dit betekent dat al het condenswater gevormd en geloosd op de binnenriolering gemengd zal worden met ten minste een 20-voudige overmaat aan huishoudelijk afvalwater voor het totale mengsel dat geloosd wordt op de buitenriolering. Individuele gevallen kunnen uiteraard een sterke afwijking van het statistische beeld geven, zowel naar boven als naar beneden. Figuur 7 geeft de seizoenvariaties van de maximale hoeveelheid condenswater, gevormd gedurende een maand (zie bijlage D). In de discussie over de invloed van de lozing van condenswater op de riolering wordt de periode van de wintervakantie (januari-februari) als zeer belangrijk aangemerkt. In deze periode gaan sommige gezinnen op wintersportvakantie, de centrale verwarming wordt niet uitgeschakeld (periode met vorstrisico van

28 -18- FIGUUR 6 HET EFFECT OP DE ZUURGRAAD (phl VAN CONDENSWATER NA VERMENGING MET LEIDINGWATER. UJ 9 HR-KETEL GESTOOKT MET SLOCHTEREN SAS LUCHTOVERMAAT FACTOR n =1.2 REL. VOCHTIGHEID LUCHT 80 % FIGUUR 7 DE HOEVEELHEID CONDENSWATER ZOALS DIE OVER DE MAANDEN VAN HET JAAR WORDT GEVORMD IN EEN WONING.

29 -19- bevroren cv- en/of waterleidingsysteem) en het condenswater dat gedurende deze periode wordt gevormd wordt voor lozing niet verdund met het normale huishoudelijke afvalwater. Figuur 7 geeft duidelijk aan dat in de periode januari-februari de totale hoeveelheid condenswater die gevormd wordt minimaal is. De belangrijkste reden hiervoor is dat de gemiddelde buitentemperatuur in deze periode van het jaar verschillend is (veel lager) van de buitentemperatuur van 6 C, waarbij de maximale hoeveelheid condenswater wordt gevormd. Er is berekend dat van alle Nederlandse gezinnen slechts 3% op wintersportvakantie gaan die tevens een centrale verwarmingsinstallatie in de woning hebben (8). Dit betekent dat statistisch gezien in slechts 3% van de huizen het mogelijk is dat gedurende een korte periode (twee weken) onverdund condenswater geloosd wordt op de riolering. Figuur 2 geeft de hoeveelheid gevormd condenswater als functie van de retourwatertemperatuur. Metingen hebben aangetoond dat ongeveer 40% van de hoeveelheid gevormde waterdamp in het verbrandingsproces conden- 3 seert. Dit is equivalent met ongeveer 0,5 1 condenswater per m aardgas (2). De totale hoeveelheid condenswater die jaarlijks geloosd wordt kan 3 3 geschat worden op 1,5 a 2 m (jaarlijks gasverbruik 3200 m per woning) Samenstelling van condenswater Aardgas is de meest schone van de fossiele brandstoffen (kolen, olie) (9) en wordt in Nederland voornamelijk gebruikt voor huishoudelijke ruimteverwarming. In eerste instantie zou men denken dat de verbranding van aardgas voor honderd procent verloopt en dat alleen CO2 (kooldioxide) en H^O (waterdamp) wordt gevormd. Jammer genoeg worden in het verbrandingsproces ook enige bijproducten gevormd zoals NO x (stikstofoxiden), S0 2 (zwaveldioxide) etc., die aangemerkt kunnen worden als milieu-schadelijke stoffen. De chemische samenstelling van het condenswater wordt voornamelijk bepaald door de samenstelling van de rookgassen. De bijproducten van de rookgassen worden geabsorbeerd door de waterfilm die op de tweede warmtewisselaar condenseert (zie figuur 22).

30 -20- FIGUUR 8 VARIATIES IN DE HOEVEELHEID HEMELWATER EN IN HET AANTAL UREN NEERSLAG AFKOMSTIG VAN EEN DAK VAN 50 m*.

31 -21- Hoofd8tuk 3 geeft een overzicht van de parameters die van invloed zijn op de samenstelling van het condenswater. Tabel 1 geeft de gemiddelde chemische samenstelling van het condenswater in de dagelijkse praktijk van de HR-ketels. Het condenswater kan worden beschreven als een zwak zuur met een gemiddelde ph van 4, waarin zich naast koolzuur, sulfaat-, nitriet- en nitraationen ook metaalionen kunnen bevinden die afkomstig zijn van de tweede warmtewisselaar (corrosieproducten). Een andere karakteristiek van het condenswater is de zeer geringe buffercapaciteit. Zoals in paragraaf 4.1 al is aangegeven is de buffercapaciteit van het condenswater zo gering dat de ph van het normale huishoudelijke afvalwater niet wordt belnvloed door de lozing van condenswater. 4.3 Hemelwater op een woning Tabel 2 geeft de grenzen van de concentraties van de componenten die in hemelwater worden aangetroffen voor de gemiddelde Nederlandse situatie in 1978 en 1979 (10). Vergelijken wij de samenstelling van het hemelwater met de samenstelling van het condenswater dan is er een opmerkelijke overeenkomst. Bij nadere beschouwing is dit toch niet zo opmerkelijk, omdat zowel hemelwater als condenswater gevormd worden door vergelijkbare fysische processen in een omgeving met ongeveer dezelfde samenstelling. Ook voor het hemelwater geldt, precies als met het condens, dat de buffercapaciteit erg gering is. De jaarlijkse hoeveelheid hemelwater die op een dak van een woning 2 valt (dakoppervlak 50 m ) en bij een gemengd rioolstelsel wordt geloosd via de grondleiding en de huisaansluitleiding is veel groter dan de jaarlijkse hoeveelheid condens gevormd door de HR-ketel (zie figuur 4). De gemiddelde hoeveelheid hemelwater in Nederland is 760 mm per jaar (11). 2 Dit betekent dat voor een dakoppervlak van 50 m de jaarlijkse hoeveel heid hemelwater ongeveer 40 m is. Bij de berekening van deze jaarlijkse hoeveelheid hemelwater is geen rekening gehouden met de verdamping direct van het dakoppervlak. Figuur 8 geeft de seizoenvariaties van de hoeveelheid hemelwater die 2 op een dakoppervlak van 50 m valt, gedurende 6en maand. De seizoenvariaties in de duur van de neerslag gedurende een maand worden in dezelf-

32 -22- FIGUUR 9 VERGELIJKING VAN DE AFVALWATERSTROMEN OVER DE MAANDEN VAN HET JAAR.

33 -23- de figuur ook gegeven. Deze getallen zijn het statistisch gemiddelde over een periode (11). Tabel 2. De samenstelling van het hemelwater (mg/1) uiterste waarden uiterste waarden Cl" 0,8 a 24,8 0,8 a 23,6 SO 2 " 4 4,0 a 12,0 5,0 a 12,1 N0 3 2,2 a 7,1 2,1 a 7,4 ph 4,8 a 4,1 4,4 a 3,8 4.4 Samenvatting De lozing van het afvalwater van een woning kan gesplitst worden in drie deelstromen, nl.: a. huishoudelijk afvalwater; b. condenswater; c. hemelwater. Tabel 3 geeft van iedere deelstroom de hoeveelheid die jaarlijks wordt geloosd en de ph. De jaarlijkse hoeveelheid condenswater die geloosd wordt is ongeveer 1,1 a 1,4% van de totale hoeveelheid huishoudelijk afvalwater. Statistisch is aangetoond dat de lage ph van het dagelijks geloosde condenswater geheel geneutraliseerd wordt door de dagelijkse lozing van huishoudelijk afvalwater voor het geloosd wordt op de buitenriolering (zie voor meer details de figuren 4 en 5). Het punt waar de neutralisatie in de binnenriolering plaatsvindt hangt af van de plaats waar het condenswater wordt vermengd met de andere afvalwaterstromen. Figuur 9 geeft de seizoenvariaties in de lozing van huishoudelijk afvalwater. Deze figuur is een combinatie van de figuren 7 en 8, inclusief de lozing van het normale huishoudelijke afvalwater dat over een jaar gezien als constant mag worden verondersteld.

34 -24- Tabel 3. Vergelijking van zuurgraad en hoeveelheden van verschillende watersoorten. zuurgraad (ph) hoeveelheid per jaar per woning (liter) HR-condenswater 3,7 a 4, hemelwater 3,8 a 4, afvalwater 7,0 a 8, X ) In figuur 9 is ook meegenomen dat gedurende de periode van de zomervakantie geen huishoudelijk afvalwater wordt geloosd. Van deze figuur is het duidelijk dat het condenswater gemengd wordt of met huishoudelijk afvalwater of met hemelwater of met beide deelstromen voordat het uiteindelijke mengsel geloosd wordt op de buitenriolering. Terugkomend op de discussie rond de invloed van de lozing van het condenswater op de riolering gedurende een eventuele wintersportvakantie is het eveneens duidelijk uit figuur 9 dat de hoeveelheid condenswater in deze periode slechts een onbetekenend deel, minder dan 10%, van de totale hoeveelheid geloosd afvalwater, die hoofdzakelijk bestaat uit de lozing van hemelwater. Omdat zowel de zuurgraad (ph) als ook de samenstelling van het hemelwater zeer veel gelijkenis vertoont met het condenswater is het duidelijk dat vanuit het gezichtspunt gezien van de invloed van afvalwater op de materialen van het rioleringssysteem het hemelwater veel belangrijker is dan het condenswater. De periode van de zomervakantie onderstreept extra deze bewering. 5. RIOLERING BINNEN EN BUITEN DE WONING 5.1 Enige aspecten van de riolering en het beheer ervan berekend op een gemiddeld gezin bestaande uit 2,81 personen waarbij ca 100 liter per persoon per dag wordt gebruikt en waarbij rekening is gehouden met 1 maand vakantie.

35 Model-lozingsverordening riolering De gemeente geeft voorschriften ter bescherming van haar rioolstelsel en om te voorkomen dat op een zuiveringsinstallatie (of oppervlaktewater) afvalwater wordt aangevoerd dat voor de beheerder van die zuiveringsinstallatie onaanvaardbaar is. Deze voorschriften geven regels om te voorkomen dat onaanvaardbare stoffen op de riolering worden geloosd, d.w.z. de gebruikers van gebouwen aangesloten op de gemeentelijke riolering mogen slechts onder bepaalde voorwaarden lozen. In artikel 2 en 3 van de Model-lozingsverordening riolering (3) worden een aantal stoffen genoemd waarop een verbod rust om deze op de gemeentelijke riolering te lozen. Hierbij is onder andere sprake van een thermische verontreiniging (stoffen met een temperatuur van meer dan 30 C - artikel 2.2.a) en een chemische verontreiniging (stoffen met een ph lager dan 6,5 of hoger dan 10 - artikel 2.2.b). Dit zijn algemeen aanvaarde grenswaarden zowel in Nederland als in het buitenland en gebaseerd op normaal huishoudelijk afvalwater voordat er sprake was van HR-ketels en economisers. Echter niet allien de ph waarde van het condenswater is van belang, ook de aard van de in het condenswater aanwezige stoffen is belangrijk. Deze kunnen namelijk een schadelijke invloed op de rioleringsmaterialen uitoefenen. Hoewel volgens het huidige artikel 2 bij normaal huishoudelijk gebruik de genoemde stoffen wel mogen worden geloosd, kan de rioolbeheerder (het gemeentebestuur) deze lozing verbieden indien er gevaar bestaat voor de riolering. Een aantasting van het riool kan tot gevolg hebben dat bijvoorbeeld de draagkracht onvoldoende wordt. De rioolbeheerder (het gemeentebestuur) kan haar lozingsverordening riolering - al dan niet aan de hand van een herziening van de Model-lozingsverordening - wijzigen indien naar zijn mening een bepaalde lozing gevaren met zich meebrengt Volksgezondheid In het kader van het voorkomen van epidemiee'n van cholera e.d. zijn in Nederland sinds de tweede helft van de 19de eeuw rioleringen aangelegd.

36 FIGUUR 10 GRENZEN TUSSEN BINNEN- EN BUITEN. RESP. PARTICULIERE EN GEMEENTELIJKE RIOLERING.

37 -27- Van oudsher dient de riolering in hoofdzaak voor het afvoeren van faecalien, urine, afvalwater van het zich baden en het wassen van kleding en vaatwerk, alsmede - voorzover de riolering daarop mede is afgestemd - voor het afvoeren van regenwater en het smeltwater van andere vormen van neerslag en het afvoeren van bedrijfsafvalwater (zoals b.v. van bedrijfskeukens, werkplaatsen, kantoren, fabrieken, ziekenhuizen etc.). Het primaire doel van de riolering is dus de afvoer van huishoudwater en drekstoffen. Daarop zijn alle huidige rioolleidingen afgestemd, ook die welke reeds lang geleden zijn aangelegd. Ondanks hun ouderdom vormen dergelijke leidingen dikwijls essentiele schakels in de infrastructuur van een stad of dorp en is hun dagelijks functioneren onmisbaar voor de volksgezondheid. Het is duidelijk dat deze infrastructurele voorzieningen niet eenvoudig of snel kunnen worden gewijzigd ten behoeve van de afvoer van andere soorten of grotere hoeveelheden afvalwater dan waarvoor zij indertijd zijn aangelegd. Deze constatering is van belang, wanneer lozingen met grotere hoeveelheden of met andere samenstellingen optreden, zoals het geval is bij condenswater afkomstig van de HR-ketel Eigendom en beheer Voorzover de riolering binnenshuis en op particulier terrein is aangebracht, is deze het eigendom van en moet deze worden onderhouden door de huiseigenaar. In het algemeen is vanaf de grens van het particuliere terrein tot aan de rioolwaterzuiveringsinrichting sprake van de openbare riolering die het eigendom is van en moet worden onderhouden vanwege het gemeentebestuur (zie figuur 10). De eigendoms- en beheersgrenzen vallen vanzelfsprekend samen met de werkingssferen van de vigerende voorschriften Het gemeentebestuur mag niet te sterk verontreinigd afvalwater afleveren aan de rioolwaterzuiveringsinrichting. Daarom en om schade aan de gemeentelijke riolering te voorkomen bestaat de (Model-)lozingsverordening riolering, gepubliceerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in 1974 en herzien in Op grond van zijn lozingsverordening riolering verbiedt het gemeen-

38 -28- tebestuur aan de gebruiker van ieder gebouw om schadelijke stoffen op de gemeentelijke riolering te lozen. Zie bijvoorbeeld de artikelen 2 en 3 van de Model-lozingsverordening riolering (3). Met het oog op de goede werking van de openbare riolering en met het oog op de hygiene in en rond de woning zijn er bovendien eisen voor het particuliere gedeelte van de riolering opgenomen in de (Model-) bouwverordening, gepubliceerd door de VNG in 1965 en waarop sindsdien vrijwel jaarlijks supplementen zijn verschenen (4). De eisen voor de riolering die gelden bij de nieuwbouw en verbouw van woningen en andere gebouwen, staan in de artikelen 238 t/m 253 en F 1 t/m F 11. De eisen die door de gemeente kunnen worden gesteld, indien de riolering in en rond een bestaand pand ontbreekt of gebrekkig is, staan in artikel 322. Wellicht ten overvloede zij hierbij opgemerkt dat de gemeenteraden in geheel Nederland hun bouwverordening (vrijwel) volledig in overeenstemming met bovengenoemde modelverordening hebben vastgesteld. Ten aanzien van de Model-lozingsverordening riolering geldt dat veel gemeenten deze als voorbeeld hebben aanvaard voor het vaststellen van hun lozingsverordening riolering Begripsomschrijvingen Meer gedetailleerde eisen voor zowel de afmetingen en de kwaliteit van rioleringsonderdelen als het ontwerp en de aanleg van gehele leiding- stelsels zijn te vinden in diverse NEN-normen van het Nederlands Normalisatie Instituut. Vele van deze normen worden in de (model-)bouwverordening van kracht verklaard. In de bedoelde normen wordt onderscheid gemaakt tussen de binnenriolering en de buitenriolering. Binnenshuis moeten er namelijk in technische zin heel andere eisen aan de leidingen worden gesteld dan buitenshuis. Binnenshuis is er immers sprake van leidingen die meestal met beugels aan wanden en vloeren zijn bevestigd, terwijl de leidingen buitenshuis al dan niet onder het wegdek in de grond zijn ingebed. De grens tussen binnen- en buitenriolering is niet precies ter plaatse van de gevel gelegd, maar 0,5 m daarbuiten, zodat de hemelwaterafvoeren (regenpijpen) die aan de buitenmuren zijn bevestigd, nog bij de binnenriolering behoren. Het onderscheid tussen binnen- en buitenriolering maakt het eenvoudig om duidelijk aan te geven welke eisen voor welk

39 -29- gedeelte van de riolering gelden. In figuur 4 is het traject aangegeven dat het condenswater aflegt van de hoog-rendementsketel door de binnen- en buitenriolering, resp. door de particuliere afvoerleidingen en de openbare riolering Eisen voor binnen- en buitenriolering Binnenriolering. Evenals voor elektrische-, gas- en waterleidinginstallaties het geval is, zijn er eisen voor het ontwerp en de aanleg van de gehele binnenrioleringsinstallatie ("installatievoorschriften") en eisen voor de buizen, hulpstukken en overige onderdelen. Laatstgenoemde eisen hebben vanzelfsprekend betrekking op de genormaliseerde middellijnen, wanddikten, kwaliteitseisen en keuringsmethoden voor buizen van asbestcement, gres, gietijzer, staal, lood, koper, ongeplasticeerd polyvinylchloride (PVC), polyetheen (PE) en acrylnitril-butadieen-styreen (ABS).alsmede diverse bijbehorende verbindingsmiddelen. De ontwerp- en constructieeisen voor de binnenriolering worden gegeven in NEN 3213 (12). Voor de eisen te stellen aan de verschillende buizen, hulpstukken en andere onderdelen wordt in deze norm verwezen naar afzonderlijke normen. Bijlage C geeft een overzicht van de in dit kader genoemde relevante normen. Op het binnenrioleringsgebied moet onderscheid worden gemaakt tussen de eisen voor het leidingbeloop, de keuze van de materialen voor de verschillende soorten leidingen en het vakkundig verwerken van deze materialen aan de ene kant en de eisen voor de capaciteitsbepaling, d.w.z. de keuze van de binnenmiddellijnen van de leidingen, afhankelijk van het aantal en de soort van de aangesloten lozingstoestellen, aan de andere kant. Om met het laatste te beginnen, de capaciteitsbepaling moet plaatsvinden aan de hand van de tabellen A t/m D die zijn opgenomen in bijlage F van de (Model-)bouwverordening, welke de titel draagt: Nadere regelen inzake afvoerleidingen en afvoerputten, als bedoeld in de artikelen 243, 246 en 253 van de bouwverordening. Burgemeester en wethouders kunnen

40 -30- vrijstelling verlenen van de toepassing van de minimum binnenmiddellijnen uit de tabellen, mits een capaciteitsberekening is gemaakt door een deskundige. Dergelijke berekeningen zijn zeldzaam, omdat er nog geen op de Nederlandse omstandigheden afgestemde berekeningsmethode bestaat. Een op de hydraulica gebaseerde aanzet daartoe is echter wel gemaakt in publikatie nr. 77 "Binnenriolering" van de Stichting Bouwresearch (13). De algemene eisen voor leidingbeloop, materiaalkeuze en vakkundige aanleg zijn opgenomen in de artikelen 238 t/m 253 en Fl t/m Fll van de (Model-)bouwverordening en in NEN 3213, le druk november 1981, "Binnenriolering in woningen en woongebouwen - Ontwerp en aanleg - Eisen". Deze algemene eisen gaan voor binnenrioleringen van kunststof nog vergezeld van aanvullende eisen vanwege de grote lengteveranderingen in kunststofbuizen bij temperatuurverschillen en de voor deze buizen benodigde speciale bevestigings- en verbindingstechnieken. De genoemde materiaalgebonden aanvullende eisen staan in NEN 2672, 2e druk, februari "Aanleg van binnenriolering van ongeplasticeerd PVC" (5) en in NEN 2673, le druk, december 1972, "Richtlijnen voor de aanleg van leidingen van polytheen voor binnenhuisriolering" (5). Terugkomend op de algemene eisen voor leidingbeloop, materiaalkeuze en vakkundige aanleg moet worden opgemerkt dat deze zowel in de (Model-) bouwverordening als in NEN 3213 verschillen per soort afvoerleiding (12). Daarom zijn de soorten afvoerleidingen binnenshuis ook zo nauwkeurig gedefinieerd in artikel 1 van de (Model-)bouwverordening en in hoofdstuk 3 van NEN De definities van de diverse soorten afvoerleidingen worden geillustreerd in figuur 11, waarin de ingeschreven cijfers het volgende betekenen. 1. aansluitleidingen; 2. verzamelleidingen; 3. grondleiding; 1 t/m 3 vormen tezamen de liggende leidingen; 4. aansluitleidingen (verticaal); 5. standleidingen (boven het hoogste aangesloten lozingstoestel: ontspanningsleidingen); 6. hemelwaterafvoerleidingen;

41 -31- Buitenshuis is er verder: 7. de huisaansluitleiding; en loodrecht op het vlak van tekening onder het wegdek; 8. het straatriool (ook wel genoemd: hoofdriool); 9. ontstoppingsgelegenheid; 10. aansluitpunt van huisaansluitleiding op straatriool. In bestaande binnenrioleringen zijn voor de diverse leidingsoorten meestal buizen en hulpstukken toegepast van: ad 1. en 4. lood, (verchroomd) koper of kunststof; ad 2. gietijzer, verzinkt staal of kunststof; ad 3. gietijzer, asbestcement, gres (met mortelvoegen), verzinkt staal of kunststof; ad 5. gietijzer, asbestcement, verzinkt staal of kunststof. In een binnenriolering van een bepaald bouwjaar treft men aldus vaak aan bijvoorbeeld: a. lood voor aansluitleidingen en gietijzer voor de overige leidingsoorten binnenshuis; b. lood voor aansluitleidingen en asbestcement voor stand- en grondleidingen; c. kunststof voor alle leidingsoorten binnenshuis. Voor de materiaaltoepassingen buitenshuis zie De eisen worden nu aldus gesteld, dat eerst de eisen komen die voor alle leidingen van de binnenriolering gelden. Vervolgens vermelden (Model-) bouwverordening en NEN 3213 dan de eisen die per soort leiding daarbij komen Buitenriolering. De uitvoeringseisen voor de buitenriolering worden genoemd in de Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR) 3218 (14). In deze NPR wordt voor wat betreft de afmetingen en kwaliteitseisen van de verschillende buizen, hulpstukken en andere onderdelen verwezen naar afzonderlijke normen.

Binnenriolering. Afbeelding 1: Aansluitingen op het straatriool

Binnenriolering. Afbeelding 1: Aansluitingen op het straatriool Binnenriolering De binnenriolering bestaat uit een stelsel van afvoerleidingen en ontspanningsleidingen, inclusief alle hulpstukken, dakafvoeren, stankafsluiters, afdichtingen en bevestigingen die zich

Nadere informatie

Aanvraag rioolvergunning

Aanvraag rioolvergunning Aanvraag rioolvergunning Persoonlijke gegevens Vul hier uw persoonlijke gegevens in. De aanvrager moet de eigenaar zijn Voorletters Tussenvoegsels Naam Straatnaam en huisnummer Postcode Woonplaats Telefoonnummer

Nadere informatie

Rapportage leidingplan

Rapportage leidingplan Projectmanager E.J. de Graaf Rapportage leidingplan Middelstegracht 145 t/m 151 Edwin@bouwconsultancydegraaf.nl 02-08-2016 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Algemene gegevens... 4 Buiten riolering... 5 Binnenriolering...

Nadere informatie

»lering in woningen en woongebouwen fisiuîtïng van condensvormende, met gas gestookte toestellen

»lering in woningen en woongebouwen fisiuîtïng van condensvormende, met gas gestookte toestellen UDi i ЬВЬ 12 biié S4b-r ЗЬЬ»lering in woningen en woongebouwen fisiuîtïng van condensvormende, met gas gestookte toestellen Sewerage inside dwellings Connection of condensate producing gas-fired heaters

Nadere informatie

Condenserende Ketels. Energiezuinig : niet enkel tegen de sterk gestegen energieprijzen... Laurent Vercruysse Viessmann Belgium

Condenserende Ketels. Energiezuinig : niet enkel tegen de sterk gestegen energieprijzen... Laurent Vercruysse Viessmann Belgium Condenserende Ketels Laurent Vercruysse Viessmann Belgium Vorlage 1 05/2008 Viessmann Werke Energiezuinig : niet enkel tegen de sterk gestegen energieprijzen... Maar ook : Reserve van fossiele brandstoffen

Nadere informatie

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum];

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam '. Binnenriolering Binnenriolering 77 Stichting Bouwresearch Kluwer Technische Boeken B.V. - Deventer - Antwerpen Ten Hagen B.V. - Den Haag Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van 18 september 2018, no. B ; gezien het advies van de raadscommissie van 15 november 2019;

gelezen het voorstel van het college van 18 september 2018, no. B ; gezien het advies van de raadscommissie van 15 november 2019; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Dronten Nr. 261548 6 december 2018 Aansluitverordening riolering 2019 De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 18 september

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Aanvraag rioolaansluiting

Aanvraag rioolaansluiting Aanvraag rioolaansluiting 1. Gegevens van de aanvrager Naam en voorletters: Adres: Postcode: Telefoonnummer: Woonplaats: Faxnummer: E-mailadres: 2. Plaats van aansluiting Adres: Kadastraal bekend gemeente:

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2015, No. B B E S L U I T:

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2015, No. B B E S L U I T: De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 10 november 2015, No. B15.001634 gezien het advies van de raadscommissie van december 2015; B E S L U I T: Vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam rapporteur: ir. J. F. van Mierlo TNO-IBBC Wonen in de kou? 110 Rotterdam, 1985 r(br Stichting Bouwresearch Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en begeleiden van speurwerk op het gebied

Nadere informatie

Leidingsysteem. sanitair. In 4 stappen monteert u uw leidingsysteem

Leidingsysteem. sanitair. In 4 stappen monteert u uw leidingsysteem K L U S W I J Z E R Leidingsysteem sanitair In 4 stappen monteert u uw leidingsysteem Leidingsysteem sanitair Algemeen Programma Montage Belangrijke aandachtspunten Algemeen Binnen en onder onze woningen

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Algemene regel en beschikking met maatwerkvoorschriften voor de lozingssituatie van: D.H. van den Hul Lozingsadres: Mosselweg 15 Biddinghuizen Waterschap Zuiderzeeland

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, Wet Milieubeheer, Woningwet, Bouwverordening en het Bouwbesluit;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, Wet Milieubeheer, Woningwet, Bouwverordening en het Bouwbesluit; AANSLUITVERORDENING RIOLERING GEMEENTE WAALWIJK De raad van de gemeente Waalwijk; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, Wet Milieubeheer, Woningwet, Bouwverordening

Nadere informatie

WATERWERKBLAD BESCHERMINGEN

WATERWERKBLAD BESCHERMINGEN WATERWERKBLAD BESCHERMINGEN WB 2.5 DATUM: JUNI 2004 Auteursrechten voorbehouden Herziening van februari 2001 Met betrekking tot de bescherming van leidingwaterinstallaties is in NEN 1006 (AVWI-2002) het

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Onderwerp: Verbrandingsgassen van huishoudelijke toestellen

Onderwerp: Verbrandingsgassen van huishoudelijke toestellen Nummer 25 Onderwerp: Verbrandingsgassen van huishoudelijke toestellen 1. Inleiding Voor gasgestookte (huishoudelijke) toestellen gelden vele eisen die voor het overgrote deel betrekking hebben op het veilig

Nadere informatie

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015 Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen deze verordening wordt verstaan onder: a. aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding

Nadere informatie

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen WATERWERKBLAD AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen WB 3.6 DATUM: JUNI 2004 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de bevestiging van leidingen is in artikel 3.6 van NEN

Nadere informatie

Infoblad Bouwbesluit 2012

Infoblad Bouwbesluit 2012 Infoblad Bouwbesluit 2012 Riolering en gemeentelijke watertaken ISSO NEN Rijksoverheid Stichting RIONED Uneto-Vni 1. Inleiding 2. Reikwijdte: het gehele perceel 2 < Vanaf 1 april 2012 is het Bouwbesluit

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

De mechanische ventilatie type C is in te delen in twee stromingen die nog in de huidige huizen aanwezig zijn:

De mechanische ventilatie type C is in te delen in twee stromingen die nog in de huidige huizen aanwezig zijn: 1 Introductie In een huishouden is ventilatie nodig om ervoor te zorgen dat het huis van schone en gezonde lucht is voorzien. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen natuurlijke ventilatie (type A), en

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 10 MAART 1999. - Omzendbrief OW98/4 betreffende aanleg van riolen langs gewestwegen. - Deelname in de kosten door de administratie Wegen en Verkeer (AWV). - Trefwoorden

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude RUI15/016 Verordening Rioolaansluiting, verordening eenmalig rioolaansluitrecht De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 augustus

Nadere informatie

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Algemeen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Algemeen WATERWERKLAD AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Algemeen W 3.1 DATUM: OKT 2011 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de aanleg van leidingwaterinstallaties is in artikel 3.1 van NEN 1006 (AVWI-2002)

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR305377_1

CVDR. Nr. CVDR305377_1 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR305377_1 22 mei 2018 Verordening regelende de voorwaarden voor de aansluiting, de wijziging, het onderhoud en de instandhouding van aansluitleidingen op het

Nadere informatie

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Leo de Ruijsscher Algemeen directeur De Blaay-Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs Docent TU Delft faculteit Bouwkunde Inleiding Nu de brandstofcel langzaam

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Verdient u wel snel genoeg de meerprijs t.o.v. een VR toestel terug? Hieronder treft u een overzicht aan welke u wellicht kan helpen in uw keuze.

Verdient u wel snel genoeg de meerprijs t.o.v. een VR toestel terug? Hieronder treft u een overzicht aan welke u wellicht kan helpen in uw keuze. Hoe kan ik een geschikte CV-ketel selecteren? Voor het selecteren van een geschikte CV-ketel zijn een aantal punten belangrijk, hieronder treft u een checklist aan om snel de juiste CV-ketel te bepalen.

Nadere informatie

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten

Nadere informatie

ISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton,

ISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton, ISG De heer P. Carton Oostpolder 4 9979 XT EEMSHAVEN Uw brief van: 2 maart 2016 Groningen, 29 maart 2016 Uw kenmerk: PC 001 Ons kenmerk: Z/16/000375/1 Behandeld door: I.F. (Iris) Nijhof Bijlage(n): - Onderwerp:

Nadere informatie

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012 CVDR Officiële uitgave van Overbetuwe. Nr. CVDR252238_1 13 februari 2018 Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012 Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk:

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: G.J., G. en R. Luimes Lozingsadres: Bomenweg 20 Emmeloord Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

SolarFreezer. Comfort zonder aardgas. Maart 2018

SolarFreezer. Comfort zonder aardgas. Maart 2018 SolarFreezer Comfort zonder aardgas Maart 2018 Wie zijn we? Geschiedenis: 2013 SolarFreezer BV opgericht 2015 Investeringsronde 2016 SolarFreezer systeem volledig functionerend 2017 7 systemen operationeel

Nadere informatie

BM Kunststof Systemen voor afvoer van rookgassen en toevoer van verbrandingslucht

BM Kunststof Systemen voor afvoer van rookgassen en toevoer van verbrandingslucht BM Kunststof Systemen voor afvoer van rookgassen en toevoer van verbrandingslucht Perfectie in aluminium, rvs en... kunststof Naast vele aluminium en rvs onderdelen produceren en leveren Burgerhout en

Nadere informatie

Voor de omschrijving van begrippen op het gebied van de binnenriolering, zie NEN 3215.

Voor de omschrijving van begrippen op het gebied van de binnenriolering, zie NEN 3215. UDC 696.12:003.62:744.4 Binnenriolering in woningen en woongebouwen Aanduidingen van onderdelen op tekeningen NEDERLANDSE NORM NEN3214 Sewerage inside dwellings - Representation of parts in drawings 1e

Nadere informatie

Ruimteverwarming. 1 Inleiding... 1. 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2. 3 Centrale verwarming... 3. 4 Decentralisatie... 4

Ruimteverwarming. 1 Inleiding... 1. 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2. 3 Centrale verwarming... 3. 4 Decentralisatie... 4 1 Inleiding... 1 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2 3 Centrale verwarming... 3 4 Decentralisatie... 4 5 Convectieverwarming... 5 6 Stralingsverwarming... 9 7 Keuzecriteria... 11 1 Inleiding Voor de

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof! Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen Geen kunst met kunststof! COLLECTIEVE KUNSTSTOF ROOKGASAFVOERSYSTEMEN Ubbink is dé specialist in kunststof rookgasafvoersystemen. Wij bieden tal van oplossingen

Nadere informatie

Riolering 120 kilometer

Riolering 120 kilometer De gemeente Leiderdorp heeft 120 kilometer riolering onder de grond 1. 108 km vrijverval, waarvan ca. 80 km. gemengd riool en 28 km. (verbeterd-) gescheiden stelsel. 2. 12 km drukriolering. Vrijverval

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens,

Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens, Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

MAGASRO HOUTGESTOOKTE CV KETELS

MAGASRO HOUTGESTOOKTE CV KETELS MAGASRO HOUTGESTOOKTE CV KETELS MAGASRO VERBRANDINGSPRINCIPE STOKEN MET COMFORT Hout vullen, aansteken en al het andere verloopt automatisch. De grote verbrandingsruimte zorgt voor een lange verbrandingsduur.

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Algemene regel en beschikking met maatwerkvoorschriften voor de lozingssituatie van: M.P. van den Berg Lozingsadres: Ooievaarsweg 12A Zeewolde Waterschap Zuiderzeeland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen. Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen

Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen. Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen WATERSCHAPSBLAD Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen Nr. 7132 2 augustus 2017 Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen Artikel 1 Definities In

Nadere informatie

Regenwatergebruik bij woningen

Regenwatergebruik bij woningen Regenwatergebruik bij woningen Rainproof Een regenwatergebruikssysteem bespaart drinkwater en houdt regenwater vast. Dit regenwater kan gebruikt worden voor de wasmachine, de wc en de tuin. Regenwater

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: «Naam_SD» Lozingsadres: «Straat» «HuisNrLt» «Woonplaats1» Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Onderwerp: Integrale aanpak warmte steenfabrieken, onderdeel Besturing

Onderwerp: Integrale aanpak warmte steenfabrieken, onderdeel Besturing DOWN TO EARTH BV Organisatieadvies Onderwerp: Integraleaanpakwarmtesteenfabrieken,onderdeelBesturing Openbaresamenvattingtenbehoevevandekeramischebranche Datum: 10februari2013 Uitgevoerddoor: WouterdeZwartenUdoZwart

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web:

Nadere informatie

Elke Recoh-drain is voorzien van een sticker met eigen nummer. Deze sticker moet leesbaar blijven. Indien deze niet leesbaar is vervalt de garantie.

Elke Recoh-drain is voorzien van een sticker met eigen nummer. Deze sticker moet leesbaar blijven. Indien deze niet leesbaar is vervalt de garantie. Installatie instructie Recoh-drain RD1-835CW Wij feliciteren u met de aanschaf van de Recoh-drain (Douchegoot-wtw). De Recoh-drain is één van de economisch meest interessante vormen van energiebesparing.

Nadere informatie

Infoblad Bouwbesluit 2012

Infoblad Bouwbesluit 2012 Infoblad Bouwbesluit 2012 Riolering en gemeentelijke watertaken 2 e herziene versie juli 2015 ISSO NEN Rijksoverheid Stichting RIONED Uneto-Vni 1 Inleiding 2 Reikwijdte: het gehele perceel 2 < Sinds 1

Nadere informatie

Infoblad Bouwbesluit 2012

Infoblad Bouwbesluit 2012 Infoblad Bouwbesluit 2012 Riolering en gemeentelijke watertaken 2 e herziene versie juli 2015 ISSO NEN Rijksoverheid Stichting RIONED Uneto-Vni 1 Inleiding 2 Reikwijdte: het gehele perceel 2 < Sinds 1

Nadere informatie

de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014;

de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Gouda. Nr. 79256 31 december 2014 Aansluitverordening riolering Gouda 2015 de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp Meer wooncomfort en minder energieverbruik door een warmtepomp voltalimburg.nl/warmtepomp Tip! Vraag subsidie aan bij de aanschaf van een warmtepomp. Het subsidiebedrag voor een warmtepomp van 5 kw is

Nadere informatie

NOTA: De EPC score is geen weergave van het effectieve verbruik in dii appartement.

NOTA: De EPC score is geen weergave van het effectieve verbruik in dii appartement. Belan rike toelichtin bi het E C attest! NOTA: De EPC score is geen weergave van het effectieve verbruik in dii appartement. De hoge score is meestal te wijien aan het teit dat er met elektdcileii verwarmd

Nadere informatie

Aansluitverordening Riolering gemeente Westerwolde

Aansluitverordening Riolering gemeente Westerwolde No. De raad van de gemeente Westerwolde; gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het vaststellen van een verordening voor het aansluiten op de openbare riolering; gelet op artikel 124

Nadere informatie

Artikel Gebouwaansluiting en buitenriolering [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel Gebouwaansluiting en buitenriolering [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip] Bouwbesluit 2012 Artikel 6.18. Gebouwaansluiting en buitenriolering [Treedt in werking op een nader te bepalen 1. Een ondergrondse doorvoer van een afvoervoorziening als bedoeld in de artikelen 6.16 en

Nadere informatie

Kentallen warmtevraag woningen

Kentallen warmtevraag woningen Kentallen warmtevraag woningen Colofon Dit rapport is opgesteld door Marijke Menkveld (ECN) Datum 26-01-2009 Status definitief Inhoudsopgave Inleiding...3 Ketels en andere verwarmingssystemen...3 Verschillen

Nadere informatie

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties! Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de

Nadere informatie

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem Installatievoorschriften Bel-Ro-combi CLV systeem Inhoudsopgave Bel-Ro-combi CLV systeem 1 Inhoudsopgave 2 Bedrijfsgegevens 3 Voorwoord 4 Toepassingsgebied 5 Temperatuurklasse 5 Keuze systeem & diameter

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: C. Straver Lozingsadres: Ketelweg 34 Dronten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon:

Nadere informatie

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Resultaten en bevindingen van project Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus

Nadere informatie

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te H orst a/d M aas 2 december 2016 Ja Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te ARCHIEF *2016-004-220937* i.a.a. PaVH/PACA/2016-004-220937 Zaaknummer:

Nadere informatie

Trias energetica. Verdiepende opdracht

Trias energetica. Verdiepende opdracht 2015 Trias energetica Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel kun je meer leren over de Trias energetica, een strategie voor het bereiken van een zo duurzaam mogelijke energievoorziening. Pagina

Nadere informatie

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS) OIVIGEVINGSVERGUNNING verleend aan Gasunie Transport Services (GTS) ten behoeve van de activiteit milieuneutraal veranderen "aanpassingen aan het brandstofgassysteem" (Locatie: Vierhuizerweg 1 te Eemshaven)

Nadere informatie

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT (AH 09/05) Beleidsregels voor de berekening van de vervuilingswaarde van vanuit IBA systemen geloosd afvalwater van huishoudelijke

Nadere informatie

Dossier: Afvalverwerking en verwarming

Dossier: Afvalverwerking en verwarming Dossier: Afvalverwerking en verwarming In een houtverwerkend bedrijf heeft men altijd met afval te maken. Optimalisatiesystemen en efficiëntie zorgen er gelukkig voor dat dit tot een minimum wordt beperkt.

Nadere informatie

Riolering buitengebied Veelgestelde vragen en antwoorden

Riolering buitengebied Veelgestelde vragen en antwoorden gemeente Ede Riolering buitengebied Veelgestelde vragen en antwoorden U woont in een gebied waar het huishoudelijk afvalwater via een pompput op de drukriolering wordt geloosd. Omdat de werking van drukriolering

Nadere informatie

CONTROLEPLAN 51.00. binnenriolering. www.controleplannen.nl. Over dit controleplan

CONTROLEPLAN 51.00. binnenriolering. www.controleplannen.nl. Over dit controleplan CONTROLEPLAN 51.00 binnenriolering www.controleplannen.nl Inhoud Over dit controleplan A Organisatie P2 B Techniek P7 C Inspectielijst P10 Het STABU-bestek geeft voor een aantal elementen onder dit hoofdstuk

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen

Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen Warmtepompen en warmtebronnen (augustus 2006) Warmtepompen Wat is een warmtepomp? Warmtepompen zijn duurzame energiesystemen die energie uit de omgeving, zoals buitenlucht, bodem of grondwater, omzetten

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: W.R. Bouma Lozingsadres: Luttelgeesterweg 21 Luttelgeest Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER Onderhavige verordening bevat voorschriften inzake het plaatsen

Nadere informatie

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen:

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen: Bijlage bij oefeningen agrarische lozingen. De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen: Riolering: Lozen in vuilwaterriool: toegestaan,

Nadere informatie

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 De raad van de gemeente Groningen; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. [datum]; Gelet

Nadere informatie

Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing

Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing Condens niet binnen maar buiten Condens op de ruit van een auto is een normaal verschijnsel.

Nadere informatie

Warmtepompen. Een introductie

Warmtepompen. Een introductie Warmtepompen Een introductie Inhoud presentatie Introductie 040energie Warmtepompen: Principe Varianten Financieel Is mijn huis geschikt? Vragen? Introductie 040Energie 040energie is een vereniging van

Nadere informatie

Condensatie op mijn ramen

Condensatie op mijn ramen 1-5 De vorming van condensatie op je ramen is niet altijd te wijten aan een fout aan je ramen, het kan het gevolg zijn van een natuurlijk fenomeen. Hoe ontstaat condensatie? Lucht kan, volgens zijn temperatuur,

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2017 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

Rioolverordening Buitenriolering Leiden 2015 vastgesteld

Rioolverordening Buitenriolering Leiden 2015 vastgesteld GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leiden. Nr. 48852 4 juni 2015 Rioolverordening Buitenriolering Leiden 2015 vastgesteld Op 28 mei 2015 heeft de gemeenteraad de Rioolverordening Buitenriolering

Nadere informatie

Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen

Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen Zitting van 24 mei 2007. Gepubliceerd op 29 mei 2007. Artikel 1. Definities - dakoppervlakte: de oppervlakte

Nadere informatie

Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren. product-

Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren. product- Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren product- 2 De zonneboilers van Itho Daalderop Itho Daalderop heeft twee verschillende soorten zonneboilers; de Solior en de Voorverwarmer. De Solior is een

Nadere informatie

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING INLEIDING Vanwege de oprakende fossiele brandstoffen worden we met zijn alle gedwongen op zoek te gaan naar verbeterde of alternatieve energieopwekkers. Van hout naar kolen naar olie naar gas en nu naar

Nadere informatie

~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen"

~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: Zonwering al in bouwontwerp meenemen ~omazo..... j\ Hoofdbedrijfs(hap l'v Ambachte'ß -c TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen" AUTOMATISCHE ZONWERING BESPAART ENERGIE EN VERBETERT BINNENKLIMAAT Automatische zonwering kan op kantoor en

Nadere informatie

Winterwarm. Het warme gevoel van Winterwarm. Technische Documentatie. the heat is on. HEATER Type HR30

Winterwarm. Het warme gevoel van Winterwarm. Technische Documentatie. the heat is on. HEATER Type HR30 Technische Documentatie Het warme gevoel van Winterwarm HEATER Type HR30 ALGEMEEN Hangende direct gestookte luchtverwarmers worden al jarenlang wereldwijd toegepast voor het verwarmen van industriële ruimtes.

Nadere informatie

Ventilatievoorzieningen, Daglicht, VWA en HWA

Ventilatievoorzieningen, Daglicht, VWA en HWA Oude Parklaan 2 Castricum Ventilatievoorzieningen, Daglicht, VWA en HWA t.b.v. bouwaanvraag Opdrachtgever: Moke Architecten Projectnr. 1315.01 Datum: 15 juli 2015 ir. K.C.J. Nobel -2- INHOUD 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Aansluitverordening Riolering Leiden BESLUITEN

Aansluitverordening Riolering Leiden BESLUITEN Aanbiedingsformulier Onderwerp Aansluitverordening Riolering Leiden BESLUITEN Behoudens advies van de commissie FAWV 1. Bijgaand Collegestandpunt met betrekking tot de inspraak-reactie op de Aansluitverordening

Nadere informatie

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven Project : Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven Projectnummer : NC8110503 Versie : definitief Datum : 15 juli 2008 Aanleiding Het terrein van de Tivolikerk en het naastgelegen Zusterhuis aan de Heezerweg

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

ORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING

ORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING ORYX Collar WR Versie., 0-05-07 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise en een uitgebreid productassortiment

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

CONVECTIEVERWARMING GASGESTOOKTE CONDENSERENDE LUCHTVERHITTERS. Vermogens : 26,5 tot 61,7 kw BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B - 2547 Lint

CONVECTIEVERWARMING GASGESTOOKTE CONDENSERENDE LUCHTVERHITTERS. Vermogens : 26,5 tot 61,7 kw BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B - 2547 Lint CONVECTIEVERWARMING BVBA BLONDEAU & ZONEN Fabriekstraat, 56 B - 2547 Lint Tel. +32-3/454.38.50 Fax +32-3/454.38.44 info@blondeau.be www.blondeau.be GASGESTOOKTE CONDENSERENDE LUCHTVERHITTERS Vermogens

Nadere informatie

Gemeente Hillegom. Tekst van de regeling. Afdeling 1 Begripsomschrijvingen. Aansluitverordening Riolering Gemeente Hillegom

Gemeente Hillegom. Tekst van de regeling. Afdeling 1 Begripsomschrijvingen. Aansluitverordening Riolering Gemeente Hillegom Gemeente Hillegom Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp Gemeente Hillegom Aansluitverordening

Nadere informatie

Pelletketel CV. Ruimteverwarming. Warmtapwater

Pelletketel CV. Ruimteverwarming. Warmtapwater Een CV-ketel op houtpellets (pelletketel CV) is een hernieuwbaar alternatief voor de HR-ketel op aardgas. De pelletketel verbrandt houtpellets met een hoog rendement. De pellets worden door de gebruiker

Nadere informatie

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW)

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Energiebesparingspotentieel door isolatie Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Het is bekend dat de CO 2 uitstoot tegen 2020 fors naar omlaag moet. In Duitsland zijn

Nadere informatie