Werkbeschrijvingen en patronen

Transcriptie

1 Werkbeschrijvingen en patronen

2 Werkbeschrijvingen en Etno-style Etno no-jurk One size fits all Dit heb je nodig: - 2,10 m voile (stofbreedte minstens 0,9 m) - restjes stof op kleur afgestemd en passend naaigaren - verschillende soorten decoratieve kralen passend in kleur - 2,7 m satijnen band 4 cm breed - wateroplosbaar zelfklevend borduurvlies, bijv. Aqua Mesh plus van OESD - naaigaren in de kleur van de stof en in contrastkleuren voor de versiering - zoomvoet - boventransportvoet Stofadvies: Alle zacht vallende en vloeiende stoffen. Let er goed op hoe doorzichtig de stof is. Als je de jurk aan het strand wilt dragen is doorzichtig prima, als je de jurk ook tijdens een feestje wilt aandoen, moet je misschien een stof kiezen die iets minder transparant is. Dit moet je weten: Door de draadspanning te verminderen kan worden verhinderd dat naden in fijne stoffen samentrekken. Probeer de optimale instelling eerst op een restje stof uit. Het gebruik van de zoomvoet vereist enige oefening, maar het is een fantastisch accessoire als je het eenmaal onder de knie hebt. Oefen eerst met een restje stof (zie beschrijving in de verpakking van de zoomvoet). Je kunt de versiering bij de hals ook als losse ketting maken. Naai de cirkels aan elkaar en sluit deze aan de achterkant met een bandje of kettingsluiting. Hoe de cirkels worden gemaakt, vind je onder punt 7-8 in deze beschrijving. Zo moet je knippen: 50 cm 14 cm 10 cm 2.5cm 90 cm 102 cm

3 Naadtoeslag adtoeslag: Bij de halsopening moet je 1 cm bijrekenen. Verder is de naadtoeslag overal al bijgerekend. Voile: 1 groot vierkant 204 x 90 cm Banden anden: 1 satijnen band van 2,6 m lang voor halsopening en strikbanden 2 satijnen banden van 8 cm in de lengte gehalveerd voor lusjes voor de strikbanden Versiering aan halsopening: Knip van restjes stof willekeurige kleine vierkantjes (ca. 0,5 1 cm). Zo wordt het h gemaakt: Halsopening met biaisband 1. Leg de stof in de lengte, rechts op rechts, in de helft op elkaar (102 x 90 cm) en knip de halsopening bovenaan uit de stofvouw, zoals op de afbeelding zichtbaar. 2. Speld zijdelings de onderste 50 cm, aan de kant van de halsopening, op elkaar en sluit deze naad. Werk de naad af en strijk hem open. De open achternaad aan deze kant vouw je 2 keer 5 mm om. Strijk de naad en stik hem door. Als je bij het omvouwen van de naden problemen hebt, kun je naadtoeslag hier ongeveer 7 mm inknippen. 2x 5mm 3. De korte satijnen bandjes deel je in de lengte in drieën. Strijk de bandjes en stik deze met een zigzagsteek aan elkaar. Maak twee lusjes en naai deze met de uiteinden 24 cm onder de halsopening op de achternaad. Hier trek je de strikbanden later gekruisd doorheen. Zo heb je de mogelijkheid de jurk achter dicht te binden.

4 4. Stik 1 cm vanaf de rand langs de halsronding een rechte steek (steeklengte op 5 mm vergroten), knip de begin- en einddraden niet af. Houd nu beide uiteinden van de onderdraad vast en trek aan de bovendraad, zodat de stof op een breedte van ong. 14 cm wordt samengetrokken. Knoop de boven- en onderdraden vast, verdeel de plooitjes gelijkmatig. De draden trek je nadat de halsronding is afgewerkt weer uit de stof. 5. De lange satijnen band deel je in de lengte in drieën. Strijk de band. Markeer de helft van de band en links en rechts hiervan 7 cm. In dit gedeelte werk je de halsronding direct met de satijnen band af. Markeer ook het midden van de halsronding. Schuif het midden van de halsronding in het nog openzijnde midden van de satijnen band en speld de rand van de halsronding in het gemarkeerde gedeelte in de satijnen band vast. Nu kun je de hele satijnen band op elkaar stikken en tegelijkertijd de rand van de halsronding mee vastnaaien. De uiteinden van de satijnen banden kun je dichtstikken of hier gewoon een knoop in leggen. Zomen 6. Met de zoomvoet kun je nu de onderrand die nog open is zomen. Halsversiering 7. De halsversiering wordt helemaal naar eigen ideeën gemaakt. Leg met de restjes stof dichte cirkels op het wateroplosbare borduurvlies. Plak hier een tweede laag wateroplosbaar borduurvlies overheen, zodat je een soort sandwich krijgt. (Hoe dichter je de stof over elkaar legt, des te stabieler worden de cirkels = raadzaam).

5 Naai met garens in verschillende kleuren en verschillende soorten steken willekeurig over de sandwich-cirkels, zodat alle restjes stof met elkaar worden verbonden en de cirkels stabiel worden. Als de cirkels klaar zijn, was je deze met lauwwarm water, zodat het borduurvlies wordt opgelost. Laat ze daarna drogen. 8. Drapeer de verschillende cirkels naar wens om de halsopening. Stik deze nu met de naaimachine aan de jurk vast. Versier tenslotte de cirkels naar believen met kraaltjes en klaar is de prachtige blikvanger! Etno no-tas Afmeting 51 x 51 cm Dit heb je nodig: - 2 shawls ca. 53 x 53 cm - 2 tasriemen met ringen 60 cm lang - restje katoen of voeringstof voor de binnenkant - 36 cm elastiek 1 cm breed - naaigaren in dezelfde kleur als de stof - extrasterk naaigaren Stofadvies: Bedrukte shawls van satijn, zijde, katoen, linnen of gemengde vezels. Zo moet je knippen: Naadtoeslag: 1 cm naadtoeslag is inbegrepen in de aangegeven maten en hoeft daarom niet bij de patroondelen te worden gerekend. Alle naden worden dan ook 1 cm breed genaaid. Binnentas (voering): - 1 vierkant van 53 x 53 cm (als de grootte van de shawl hiervan afwijkt, moet de voering overeenkomstig worden aangepast. De afmetingen van de binnentas komen overeen met de afmetingen van de shawlgrootte.) - 1 rechthoek voor het grote binnenvak: bovenkant 16 cm, onderkant 14 cm, hoogte 11 cm - 1 rechthoek voor het kleine binnenvak: bovenkant 12 cm, onderkant 10 cm, hoogte 11 cm

6 Zo wordt het gemaakt: Naden sluiten 1. Leg beide shawls rechts op rechts op elkaar en sluit de onderkant = bodem. Naai de zijnaden aan elkaar, laat de onderste 20 cm open. Strijk de naad open. 2. Leg de open 20 cm in de helft en sluit deze naad aan beide kanten, begin in de zijnaad. Strijk ook deze naad open. Binnenvakken op de voering naaien 3. Teken op één van de binnenvoeringen twee naast elkaar liggende rechthoeken van 12 x 9 en 8 x 9 cm. Dit zijn de markeringen voor de binnenvakken.

7 4. Vouw de lange kant van het binnenvak 2 x 5 mm om en strijk de stof. Stik de bovenrand ca. 3 mm breed vast. Strijk de andere drie randen nu 1 cm om. Speld de beide binnenvakken op de voorgetekende vierkanten op de voering (afgestikte rand boven). Bovenaan heeft de stof meer ruimte, zodat je probleemloos je mobieltje, lippenstift en andere dingen in het vakje kunt stoppen. 5. Stik de beide binnenvakken ong. 2 mm breed op de voering. Naden van de binnentas (voering) sluiten en tas keren 6. Naai de binnenkant van de tas op dezelfde manier als de buitenkant (zie punt 1 + 2). 7. Schuif beide tassen rechts op rechts in elkaar en naai de bovenrand aan elkaar. Laat een klein stukje open om de tas te keren. Keer de tas door deze opening. 8. Strijk de bovenrand en stik deze ong. 2 cm breed door. Nu is de keeropening ook gesloten. Bovenrand tas 9. Markeer 8 cm vanaf de zijnaad richting midden 4 plaatsen met een naald. Leg nu van binnen naar buiten een plooitje, zodat de markeringspunten (naalden) bij de zijnaad op elkaar vallen. De plooi die nu ontstaat kun je met een vierkant van 3,5 x 3,5 cm doorstikken.

8 9. Knip twee stukjes elastiek op een lengte van 18 cm en speld deze 2 cm onder de bovenrand aan beide kanten vast, zodat aan beide zijkanten nog 4 cm stof over is. Het elastiek kun je nu met een zigzagsteek vastnaaien. Hierbij moet het elastiek tijdens het naaien op dezelfde lengte als de stof worden getrokken. Op deze manier wordt de bovenrand van de tas samengetrokken. Als je dit te onzeker vindt, kun je bovendien nog een grote drukknoop als sluiting in de tas naaien Hengsels vastnaaien 10. Plaats nu de hengsels naar wens op de tas en naai de ringen met enkele steken door alle lagen stof met de hand goed vast. Gebruik hiervoor extrasterk naaigaren of neem het garen dubbel.

9 Tips voor het verwerken van stof: Er zijn enkele belangrijke basisregels voor het knippen en verwerken van stof. Hieronder vind je enkele tips die betrekking hebben op onze projecten: Knippen: Zelfkant De ongeveer 1 cm brede rand aan beide kanten van de stof is de zelfkant. Omdat de structuur meestal anders is dan de rest van de stof, mag je de zelfkant nooit meerekenen. De zelfkant mag ook niet als naadtoeslag worden gerekend. Stofvouw De stofvouw is de vouw die ontstaat als je de stof op elkaar legt. Als je een patroondeel, dat met stofvouw is gekenmerkt, uitknipt, moet de rand van het patroondeel met deze markering precies op de stofvouw worden gelegd. Draadrichting (vleug) De draadrichting is doorslaggevend hoe een kledingstuk valt. De in de patroondelen aangegeven draadrichting komt overeen met de lengte- of kettingdraden van de stof en moet parallel ten opzichte van de zelfkant lopen. Bij stoffen met een print moet je altijd op de draadrichting letten en de stoffen in dezelfde richting knippen. Naadtoeslag Als je de naadtoeslag altijd even breed knipt, vergemakkelijkt dit later het aan elkaar naaien van de patroondelen. Teken rondom de papieren patroondelen een naadtoeslag m.b.v. een centimeter en kleermakerskrijt op de stof. Over het algemeen geldt: 4 cm naadtoeslag voor zomen, 1,5 cm naadtoeslag voor alle overige randen en naden (als de gegevens hiervan afwijken staat dit in de werkbeschrijvingen aangegeven).

10 Naaien: Randen en naden naaien Bij het naaien van randen en naden leg je de stof altijd rechts op rechts op elkaar. Daarna naai je de stof met een naad van 1,5 cm aan elkaar (net zo breed als de naadtoeslag!). Daarna worden de naden open gestreken, eventueel afgeknipt en met een zigzagsteek of overlocker afgewerkt. Zomen naaien De randen worden bij het zomen twee keer vanaf de rechter- naar de linkerkant omgeslagen, daarna langs de rand gestreken en vastgenaaid. Bij een naadtoeslag van 4 cm sla je de zoom eerst 1 cm en daarna nog een keer 3 cm om. Steekinstelling bij de rechte steek Voor randen, naden en zomen naai je met de basisinstelling. Bij doorstikken kun je de steeklengte op 3 3,5 mm instellen. Gebruik van verstevigingsmateriaal Verstevigingsmateriaal (bijv. Vlieseline) gebruik je om stoffen te verstevigen, bijv. bij biezen, belegdelen of kragen. Welk verstevigingsmateriaal je moet gebruiken, hangt van de gekozen stof af. Gebruikelijk verstevigingsmateriaal is in stoffenwinkels verkrijgbaar. Vakkundig winkelpersoneel kan adviseren welk verstevigingsmateriaal voor de door jou gekozen stof geschikt is en hoe dit met de stof wordt verwerkt.