Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Hoofdstuk 2. Jeugdhulp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Hoofdstuk 2. Jeugdhulp"

Transcriptie

1 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven (Vastgesteld door de raad in de vergadering van 14 oktober 2014, gemeentebladnr 2014, 93 en voor het eerst gewijzigd in de vergadering van 2 juni 2015, gemeentebladnr 2015, 40. Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1.1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, Participatiewet, Wmo, IOAW, IOAZ en Bbz In deze verordening wordt verstaan onder: a. ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Eindhoven. b. Bbz 2004: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004; c. De raad: de gemeenteraad van de gemeente Eindhoven; d. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven e. IOAW: Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen werknemers; f. IOAZ: Wet Inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; g. IOAW/IOAZ: de IOAW alsmede de IOAZ, beiden voor zover zij op belanghebbende van toepassing zijn; h. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Hoofdstuk 2. Jeugdhulp Artikel 2.1 Begripsbepalingen 1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen. b. hulpvraag: de behoefte van een jeugdige of een ouder aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Jeugdwet; c. individuele voorziening: een op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening, indien een andere voorziening en/of vrij toegankelijke voorziening geen adequate oplossing biedt; d. overige voorziening: een vrij toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 2.9 onder a, van de Jeugdwet, waarvoor geen verleningsbeschikking van het college is vereist. e. pgb: persoonsgebonden budget, als bedoeld in artikel van de

2 Jeugdwet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken; Artikel 2.2 Vormen van jeugdhulp Het college stelt bij nadere regeling vast welke vormen van individuele voorzieningen en overige voorzieningen beschikbaar zijn. Artikel 2.3 Toegang jeugdhulp via de gemeente Het college stelt bij nadere regeling de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening vast. Het college geeft daarbij aan op welke wijze hij jeugdigen en ouders informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevallen een beroep op jeugdhulp te doen. Artikel 2.4 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts Na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, draagt het college zorg voor de inzet van jeugdhulp, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is. Artikel 2.5 Hoogte pgb-tarieven 1. Het college legt in een nadere regeling de hoogte van de pgb-tarieven vast. 2. De pgb-tarieven zijn vergelijkbaar met de omvang van de kosten van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura; Artikel 2.6 Pgb en sociaal netwerk Een jeugdige of zijn ouders aan wie een pgb wordt verstrekt, kan een individuele voorziening, onder de volgende voorwaarden, betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk: a. deze persoon krijgt een lager tarief betaald voor zijn diensten dan het tarief geldend voor een professionele dienstverlener, b. deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de jeugdige of zijn ouders voor hem niet tot overbelasting leidt, en c. tussenpersonen of belangbehartigers mogen niet uit het pgb worden betaald. Artikel 2.7 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering 1. Onverminderd artikel van de Jeugdwet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening. 2. Onverminderd artikel van de Jeugdwet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

3 a. de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid; b. de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het pgb zijn aangewezen; c. de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten; d. de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het pgb, of e. de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd. 3. Een besluit tot toekenning van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen 6 maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de toekenning heeft plaatsgevonden. 4. Het college kan een, als gevolg van herziening danwel intrekking, bedoeld in het tweede lid onder a, d en e en derde lid ten onrechte genoten individuele voorziening of pgb geheel of gedeeltelijk in geldswaarde terugvorderen van de jeugdige of zijn ouders. 5. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb s. Artikel 2.8 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die gehanteerd worden voor door derden te leveren diensten, rekening met: a. de aard en omvang van de te verrichten taken; b. de voor de sector toepasselijke cao-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie; c. een redelijke toeslag voor overheadkosten; d. een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg; e. kosten voor bijscholing van het personeel. Hoofdstuk 3. Participatie Paragraaf 3.1 Algemeen Artikel 3.1 Begripsbepalingen In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. Anw-gerechtigden: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die geregistreerd zijn bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

4 b. belanghebbende: de persoon als bedoeld in artikel 10 van de wet en artikel 36 IOAW/IOAZ; c. GRWRE: Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven Ergon ; d. ondersteuning: het aanbieden van een voorziening of het bieden van praktische hulp, advies of doorverwijzing naar derden; e. plan van aanpak: plan als bedoeld in artikel 44a van de Participatiewet; f. re-integratietraject: een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling van belanghebbende; g. uitkeringsgerechtigden: personen die algemene bijstand of een uitkering ontvangen ingevolge respectievelijk de Participatiewet, de IOAW of de IOAZ; h. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; i. voorziening(en): het geheel van re-integratie-instrumenten die het college kan aanbieden ter bevordering van arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a van de Participatiewet of artikel 34 lid 1 sub a IOAW/IOAZ; Paragraaf 3.2 Participatievoorzieningen Artikel 3.2 Opdracht college 1. Het college kan aan belanghebbenden een of meer voorzieningen aanbieden. 2. Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van een voorziening aan een belanghebbende beoordeelt het college de mogelijkheden, omstandigheden en capaciteiten van belanghebbende in relatie tot de verwachte doeltreffendheid van de voorziening. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van belanghebbende en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan: a. de opvang van ten laste komende kinderen tot vijf jaar, en b. de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg. 3. Het college kan bij het bepalen van het aanbod aan voorzieningen prioriteiten stellen in verband met de financiële mogelijkheden en met maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen. Artikel 3.3 Budget- en/of subsidieplafonds Het college kan jaarlijks een of meer budget- en/of subsidieplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Artikel 3.4 Onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling 1. Het college kan, voordat besloten wordt tot een re-integratietraject en/of de inzet van voorziening, een onderzoek (laten) doen naar de mogelijkheden van de persoon tot zijn arbeidsinschakeling, dan wel naar de geschiktheid om gebruik te maken van een re-integratietraject en/of een voorziening. 2. Onder een onderzoek als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het deelnemen aan een scholingstraject of werkleertraject als bedoeld in artikel 3.6.

5 Artikel 3.5 Algemene bepalingen over voorzieningen 1. Bij de inzet van voorzieningen kiest het college voor voorzieningen die adequaat en toereikend zijn met als doel het bevorderen van arbeidsinschakeling door het opdoen van werkervaring en arbeidsritme, het aanleren van vaardigheden en kennis, dan wel op een andere wijze vergroten van zelfredzaamheid. 2. Het college kan een voorziening beëindigen indien: a. de belanghebbende niet meer behoort tot de doelgroep van de Participatiewet of dit hoofdstuk of niet meer voldoet aan de voorwaarden verbonden aan de voorziening; b. de belanghebbende algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening; c. de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een doeltreffende en doelmatige arbeidsinschakeling. 3. Er kunnen geen voorzieningen worden ingezet als de concurrentieverhoudingen onverantwoord worden beïnvloed of dit kan leiden tot een verdringing van reguliere werknemers. Artikel 3.6 Scholingstraject/werkleertraject 1. Het college kan aan uitkeringsgerechtigden of aan personen die een uitkering op grond van de Participatiewet aanvragen, een scholingstraject/werkleertraject aanbieden. 2. Een werkleertraject duurt drie maanden en kan indien noodzakelijk worden verlengd met nogmaals de periode van drie maanden. 3. Het scholingstraject en/of werkleertraject vindt plaats met behoud van uitkering. Artikel 3.7 Werkstage 1. De werkstage is onderdeel van een re-integratietraject gericht op arbeidsinschakeling. 2. De werkstage heeft als doel de belanghebbende, indien van toepassing met behoud van uitkering, vaardigheden en kennis te laten opdoen dan wel te onderhouden met betrekking tot aspecten die samenhangen met het verrichten van betaalde arbeid in een bepaalde baan. 3. De werkstage duurt maximaal 3 maanden. Indien dit noodzakelijk is en hierdoor de kans op arbeidsinschakeling aanmerkelijk wordt verbeterd, kan de periode verlengd worden met maximaal 3 maanden. Artikel 3.8. Persoonsgebonden re-integratiebudget Het college kan aan een belanghebbende een persoonsgebonden reintegratiebudget, gericht op arbeidsinschakeling, aanbieden. Artikel 3.9 Sociale activering en participatieplaats 1. Het college kan aan een belanghebbende voorzieningen aanbieden die zijn

6 gericht op maatschappelijk functioneren/participeren, ter voorbereiding op arbeidsinschakeling, en, daar waar nodig, ondersteuning bieden. 2. Het college kan op basis van artikel 10a van de Participatiewet of artikel 38a IOAW/IOAZ een participatieplaats en scholing aanbieden aan uitkeringsgerechtigden van 27 jaar of ouder, met als doel de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. 3. Het college verstrekt aan een uitkeringsgerechtigde, die onbeloonde additionele werkzaamheden verricht conform artikel 10a, zesde lid van de Participatiewet, een premie van telkens maximaal 350,- per 6 maanden. 4. De hoogte van de premie is afhankelijk van het gemiddeld aantal uren per week dat door de uitkeringsgerechtigde is gewerkt in de afgelopen 6 maanden. De maximale premie wordt verstrekt voor het werken van minimaal 24 uren per week. De premie wordt naar rato gekort bij een lager aantal gewerkte uren en verzuim. 5. De premie, als bedoeld in het tweede lid, wordt geweigerd, indien de uitkeringsgerechtigde naar het oordeel van het college in de periode waarop de premie betrekking heeft, onvoldoende heeft meegewerkt aan het vergroten van zijn kans op arbeidsinschakeling in het arbeidsproces of de aan de participatieplaats verbonden verplichtingen heeft geschonden. Artikel 3.10 ParticipatieplaatsBeschut werk 2.1. Het college kan op basis van artikel 10a van de Participatiewet of artikel 38a IOAW/IOAZ een participatieplaats en scholing aanbieden aan uitkeringsgerechtigden van 27 jaar of ouder, met als doel de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen Het college verstrekt aan een uitkeringsgerechtigde, die onbeloonde additionele werkzaamheden verricht conform artikel 10a, zesde lid van de Participatiewet, een premie van telkens maximaal 350,- per 6 maanden De hoogte van de premie is afhankelijk van het gemiddeld aantal uren per week dat door de uitkeringsgerechtigde is gewerkt in de afgelopen 6 maanden. De maximale premie wordt verstrekt voor het werken van minimaal 24 uren per week. De premie wordt naar rato gekort bij een lager aantal gewerkte uren en verzuim De premie, als bedoeld in het tweede lid, wordt geweigerd, indien de uitkeringsgerechtigde naar het oordeel van het college in de periode waarop de premie betrekking heeft, onvoldoende heeft meegewerkt aan het vergroten van zijn kans op arbeidsinschakeling in het arbeidsproces of de aan de participatieplaats verbonden verplichtingen heeft geschonden. 1. Het college biedt ambtshalve of op verzoek aan de persoon als bedoeld in artikel 10b, eerste lid van de Participatiewet de voorziening beschut werk aan in de vorm van een dienstbetrekking in een beschutte omgeving bij de GRWRE of bij een andere werkgever. 2. Om vast te stellen of een persoon uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, gaat het college uit van het advies van het UWV.

7 3. Om de in artikel 10b lid 1 van de Participatiewet bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken kan het college onder andere de volgende ondersteunende voorzieningen inzetten: a. fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving; b. uitsplitsing van taken; c. aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur. 4. Het college bepaalt jaarlijks het aantal beschikbare dienstbetrekkingen in een beschutte omgeving en legt dit bij nadere regeling vast. Daarbij neemt het college het bij Ministeriele Regeling vastgestelde minimale aantal in acht. 5. Als er meer personen met een positief advies van het UWV zijn dan het aantal dienstbetrekkingen dat beschikbaar is, dan worden deze personen bij voorrang geplaatst in een dienstbetrekking in het daaropvolgende kalenderjaar. 6. Voor de personen die in een kalenderjaar niet geplaatst kunnen worden omdat het maximaal aantal dienstbetrekkingen is bereikt, kan het college een voorziening inzetten, waarbij werkervaring en arbeidsritme opgedaan wordt. Artikel 3.11 Loonkostensubsidie 1. Het college biedt loonkostensubsidie aan belanghebbenden met een loonwaarde van 30% tot 80%. 2. Het college waarborgt een evenredige verdeling van de subsidie voor de kosten voor begeleiding op de werkplek, de werkplekaanpassingen en de loonkostensubsidie over de doelgroep loonkostensubsidie met verschillende loonwaarden. Bij de verdeling krijgt een belanghebbende, die gemotiveerd is voor een dienstbetrekking, waarbij loonkostensubsidie wordt verleend, voorrang. 3. Het college kan jaarlijks het subsidieplafond voor de kosten voor begeleiding op de werkplek en de werkplekaanpassingen vaststellen. Artikel 3.12 Vaststelling loonwaarde Voor het vaststellen van de loonwaarde van een persoon behorend tot de doelgroep loonkostensubsidie maakt het college gebruik van het loonwaardebepalingssysteem van het UWV. Artikel 3.13 Low-riskpolis Het college stelt bij nadere regeling vast voor welke vergoedingen naar hoogte en duur een werkgever in aanmerking komt bij ziekte van de werknemer die een structurele functionele of andere beperking heeft of ten behoeve van wie die werkgever een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d ontvangt, voor zover artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is; Artikel 3.14 Studietoeslag 1. Het college kan een individuele studietoeslag, als bedoeld in artikel 36b van de Participatiewet, van maximaal 1.800,- per 6 maanden verlenen. 2. Het college stelt bij Nadere Regeling vast:

8 a. de hoogte van de studietoeslag en b. de frequentie van betaling van de studietoeslag. 3. Een persoon kan slechts eenmaal binnen een periode van 6 maanden in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag 4. Het college kan besluiten het bedrag genoemd in het eerste lid voor een of meerdere kalenderjaren te wijzigen danwel de indexering niet toe te passen voor een of meerdere kalenderjaren. Artikel 3.15 Overige voorzieningen Het college kan een vergoeding verstrekken voor noodzakelijke kosten die gemaakt worden in het kader van arbeidsinschakeling, tenzij a. een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening die gezien de aard en doel wordt geacht voor belanghebbende toereikend en passend te zijn; b. de voorziening wordt aangeboden in de vorm van een subsidie. In dat geval zijn de voorwaarden en verplichtingen van de ASV en de daarop gebaseerde nadere regeling van toepassing. Artikel 3.16 Tegenprestatie Bij uitvoering van artikel 9 van de wet ziet het college er op toe dat de uitkeringsgerechtigde zich maximaal naar vermogen inspant om bijstandsonafhankelijk te worden en/of onbeloonde maatschappelijke nuttige werkzaamheden te verrichten. 1. Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden: a. naar hun aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt; b. niet zijn bedoeld als re-integratie-instrument; c. worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de d. organisatie waarin ze worden verricht; en e. niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt 2. Het college stelt bij nadere regeling vast: a. onder welke omstandigheden een tegenprestatie wordt opgelegd en de voorwaarden die daarbij gelden; b. de duur en de omvang van de tegenprestatie. 3. Bij het bepalen van de aard, de duur en de omvang van de tegenprestatie houdt het college rekening met de individuele omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde. 4. Het college draagt geen tegenprestatie op indien de uitkeringsgerechtigde mantelzorg verricht, voor zover het verrichten van mantelzorg redelijkerwijs noodzakelijk is. Paragraaf 3.3 Inkomenstoeslag Artikel 3.17 Begripsbepalingen In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. Inkomen: totaal van het inkomen al bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet

9 en de algemene bijstand. b. Peildatum: datum waarop een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt. c. Referteperiode: periode van 60 maanden voorafgaand aan de peildatum. Artikel 3.18 Langdurig laag inkomen 1. Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 100% van de toepasselijke bijstandsnorm. 2. Voor de berekening van de toepasselijke bijstandsnorm wordt geen kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet, toegepast. Artikel 3.19 Hoogte inkomenstoeslag 1. Een individuele inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar: a. 490,00 voor een alleenstaande b. 592,00 voor een alleenstaande ouder c. 646,00 voor gehuwden 2. Voor toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend. 3. Het college kan besluiten de bedragen genoemd in het eerste lid voor een of meerdere kalenderjaren te wijzigen danwel de indexering niet toe te passen voor een of meerdere kalenderjaren. Artikel 3.20 Overgangsrecht referteperiode Voor het inkomensbegrip in de referteperiode blijft de Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Eindhoven, Gemeenteblad 2009, nr 20 en de wijziging van gemeenteblad 2010, nr. 69, van toepassing tot 1 januari Paragraaf 3.4 Handhaving Artikel 3.21 Begripsbepalingen In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. Belanghebbende: persoon met een uitkering ingevolge de Participatiewet, Bbz 2004, IOAW of IOAZ; b. Maatregel: verlaging van de bijstand op grond van artikel 18, tweede lid van de Participatiewet, het verlagen van de IOAW-/IOAZ-uitkering op grond van artikel 20, tweede lid IOAW en artikel 20, eerste lid IOAZ, het blijvend of tijdelijk (gedeeltelijk) weigeren van een uitkering op grond van artikel 20, eerste lid IOAW en artikel 20, tweede lid IOAZ; c. Jongere: een meerderjarig persoon jonger dan 27 jaar; d. Zelfstandige: een zelfstandige als bedoeld in artikel 1 Bbz Artikel 3.22 Afzien van het opleggen van een maatregel 1. Het college ziet af van het opleggen van een maatregel indien: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt of b. de gedraging meer dan één jaar voor constatering van die gedraging door

10 het college heeft plaatsgevonden; of c. belanghebbende inmiddels geen bijstand of uitkering meer ontvangt, tenzij de belanghebbende binnen een periode van 6 maanden na de datum van de beëindigingsbeschikking opnieuw bijstand of uitkering gaat ontvangen. In dat geval wordt een besluit genomen over het alsnog toepassen dan wel afzien van een maatregel op dat moment; of d. het college dringende redenen aanwezig acht. 2. Indien het college afziet van het opleggen van een maatregel op grond van het bepaalde in het eerste lid onder d, wordt daarvan aan de belanghebbende schriftelijk mededeling gedaan. Artikel 3.23 Hoogte van de maatregel De maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert. Artikel 3.24 Berekeningsgrondslag De maatregel wordt toegepast op: a. de voor de belanghebbende van toepassing zijnde norm, als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de Participatiewet of de grondslag van de uitkering als bedoeld in artikel 5 IOAW/IOAZ en/of b. de bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 12 van de Participatiewet en/of c. de bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 5 onderdeel d van de Participatiewet. Artikel 3.25 Ingangsdatum en tijdvak 1. Voor zover de bijstand of uitkering nog niet is uitbetaald wordt de maatregel toegepast op de betaling van de betreffende bijstand of uitkering over die maand. 2. Indien toepassing van het eerste lid niet mogelijk is wordt de maatregel opgelegd met ingang van de eerst volgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende norm. 3. Een maatregel wordt over één maand uitgevoerd. Het college kan het noodzakelijk achten om uitvoering van de maatregel te spreiden over meerdere maanden. 4. In afwijking van het tweede lid wordt, voor zover het een zelfstandige betreft, die een uitkering voor het levensonderhoud in de vorm van een geldlening op grond van het Bbz 2004 heeft ontvangen, de maatregel met terugwerkende kracht betrokken bij de definitieve vaststelling van die bijstand. Artikel 3.26 Samenloop van gedragingen en recidive 1. Indien sprake is van één gedraging die schending oplevert van meerdere in de Participatiewet genoemde verplichtingen, wordt één maatregel opgelegd. Indien voor schendingen van de verplichtingen maatregelen van verschillende hoogten gelden, wordt de hoogste maatregel opgelegd.

11 2. Indien sprake is van meerdere gedragingen die schending opleveren van één of meerdere in de Participatiewet genoemde verplichtingen, wordt voor iedere gedraging gelijktijdig een afzonderlijke maatregel opgelegd. 3. De hoogte van de maatregel wordt verdubbeld indien belanghebbende zich binnen 12 maanden, na de datum van de beschikking waarin de vorige verwijtbaar aangemerkte gedraging is vastgesteld, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als bedoeld in artikel 3.27 tot en met 3.37 van deze verordening. 4. Indien de verdubbeling van de hoogte van de maatregel en/ of het bepaalde in het tweede lid van dit artikel niet uitvoerbaar/ mogelijk is wordt de duur van de maatregel verdubbeld. 5. Wanneer dezelfde gedraging, als bedoeld in artikel 3.27 tot en met 3.36 van deze verordening (niet geüniformeerde verplichtingen), binnen de gestelde periode zich meer dan twee keer voordoet vindt geen verdubbeling van de hoogte of duur meer plaats maar wordt de maatregel afgestemd op basis van individualisering. Artikel 3.27 Niet verschijnen op uitnodiging gesprek Indien belanghebbende, zonder tegenbericht, niet verschijnt op een schriftelijke uitnodiging, in verband met re-integratie om op gesprek te komen wordt een maatregel opgelegd van 10%. Artikel 3.28 Jongeren 1. Indien een jongere in de 4 weken na melding geen of onvoldoende inspanningen heeft gedaan om geaccepteerde arbeid en/of mogelijkheden in regulier bekostigd onderwijs te verkrijgen wordt een maatregel opgelegd van 40%. 2. Indien een jongere onvoldoende meewerkt aan het opstellen of uitvoeren of evalueren van een plan van aanpak, wordt een maatregel opgelegd van 40%. Artikel 3.29 Algemeen geaccepteerde arbeid trachten te verkrijgen Indien belanghebbende niet naar vermogen tracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen wordt een maatregel opgelegd van 40%. Artikel 3.30 Gedragingen alleenstaande ouder Indien op grond van artikel 9a vijfde lid van de Participatiewet een ontheffing van de arbeidsverplichting wordt ingetrokken doordat belanghebbende ondubbelzinnig in houding en gedrag laat blijken de daaraan verbonden verplichtingen niet na wenst te komen, wordt een maatregel opgelegd van 40%. Artikel 3.31 Gedragingen IOAW en IOAZ 1. Indien belanghebbende niet of in onvoldoende mate gebruik maakt van, of door houding en gedrag zijn arbeidsinschakeling frustreert dan wel niet of onvoldoende meewerkt aan een door het college aangeboden voorziening wordt een maatregel opgelegd van 40% van de norm. 2. Indien een belanghebbende de algemeen geaccepteerde arbeid niet aanvaardt of door eigen toedoen algemeen geaccepteerde arbeid niet heeft behouden, wordt een maatregel opgelegd van 100% van de norm.

12 Artikel 3.32 Zelfstandige 1. Indien een zelfstandige niet of onvoldoende meewerkt aan begeleiding door een door het college aangewezen derde, wordt een maatregel opgelegd van 40%. 2. Indien een zelfstandige de administratie, als bedoeld in artikel 38 lid 2 Bbz 2004 niet naar behoren heeft gevoerd, wordt een maatregel opgelegd van 20%. Artikel 3.33 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 1. Indien belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de Participatiewet, heeft betoond wordt een maatregel van 20% opgelegd gedurende een periode overeenkomstig onderstaande tabel: onverantwoord besteed/periode eerder of langer in de uitkering Tot maanden Van 1.500,-- tot 5.000, maanden Van 5.000,-- tot , maanden Van ,-- tot , maanden Van ,-- tot , maanden Vanaf ,-- vanaf 32 maanden Duur maatregel 1 maand 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 18 maanden 2. Onder tekortschietend besef wordt in ieder geval begrepen het op onverantwoorde wijze besteden van vermogen waarbij inbegrepen het doen van een schenking of het geen aanspraak maken op of het niet te gelde maken van voorliggende voorzieningen voorafgaand aan of tijdens de bijstandsverlening. Artikel 3.34 Zeer ernstige misdragingen Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover personen en instanties die zijn belast met de uitvoering van de Participatiewet, de IOAW, IOAZ en Bbz 2004, wordt een maatregel opgelegd van 100% gedurende een 1 maand. Artikel 3.35 Nadere verplichtingen Indien aan belanghebbende één of meerdere verplichtingen zoals bedoeld in de artikelen 55 van de Participatiewet en 38, eerste lid Bbz 2004 zijn opgelegd en deze niet in voldoende mate worden nagekomen, wordt een maatregel opgelegd van 20%. Artikel 3.36 Geüniformeerde verplichtingen 1. Indien een belanghebbende een verplichting als bedoeld in artikel 18, vierde lid, onderdeel a tot en met h van de Participatiewet niet of onvoldoende nakomt wordt een maatregel opgelegd van 100% gedurende een periode van een maand. 2. Het bedrag van de verlaging zoals bedoeld in het eerste lid kan worden

13 toegepast over de maand van oplegging van de maatregel en de volgende twee maanden indien bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen. 3. Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid wordt aan de eerste maand in ieder geval 1/3 van de verlaging toebedeeld. Artikel 3.37 Verrekenen bestuurlijke boete bij recidive 1. In afwijking van artikel 60b, eerste en tweede lid van de Participatiewet kan het college de recidiveboete, met inachtneming van de beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, verrekenen indien er sprake is van dringende redenen. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete. Artikel 3.37 Tegenprestatie Indien belanghebbende niet of onvoldoende uitvoering geeft aan een door het college opgedragen tegenprestatie naar vermogen als bedoeld in artikel 3.16 van deze verordening wordt een maatregel opgelegd van 40%. Hoofdstuk 4. Maatschappelijke Ondersteuning Artikel 4.1 In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. algemeen gebruikelijke voorziening: voorziening die niet speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking en die algemeen verkrijgbaar is en niet of niet veel duurder dan vergelijkbare producten; b. algemene voorziening: voorziening als bedoeld in artikel van de Wmo; c. andere voorziening: voorziening op basis van een andere wet dan de Wmo; d. bijdrage in de kosten: bijdrage als bedoeld in artikel van de Wmo; e. hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de Wmo; f. pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel van de Wmo; g. voorliggende voorziening: algemene voorziening of andere voorziening Artikel 4.2 waarmee aan de hulpvraag wordt tegemoetgekomen; Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning Het college bepaalt met inachtneming van de artikelen tot en met van de Wmo bij nadere regeling op welke wijze, na melding, in samenspraak met de cliënt wordt vastgesteld of de cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt. Artikel 4.3 Maatwerkvoorziening 1. Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de: a. beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt,

14 voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen 1 o op eigen kracht, 2 o met gebruikelijke hulp, 3 o met mantelzorg, 4 o met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, 5 o met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of 6 o met gebruikmaking van algemene voorzieningen; b. problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen 1 o op eigen kracht, 2 o met gebruikelijke hulp, 3 o met mantelzorg, 4 o met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk of 5 o met gebruikmaking van algemene voorzieningen. 2. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek, als bedoeld in artikel van de Wmo, een passende bijdrage aan a. het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven; b. het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving. 3. Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, verstrekt het college de goedkoopst compenserende voorziening. Artikel 4.4 Weigeringsgronden maatwerkvoorziening Geen maatwerkvoorziening wordt toegekend voor zover: a. de aanvraag betrekking heeft op kosten die de cliënt voorafgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt, tenzij 1 o daarvoor vooraf door het college toestemming is gegeven, danwel 2 o het college de noodzaak, adequaatheid en passendheid van de voorziening en de gemaakte kosten achteraf nog kan beoordelen; b. die reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de technische afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder verstrekte maatwerkvoorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan cliënt zijn toe te rekenen; c. de maatwerkvoorziening noodzakelijk is ter vervanging van een eerder door het college verstrekte maatwerkvoorziening, die technisch nog niet is afgeschreven, tenzij

15 1 o de eerder verstrekte maatwerkvoorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen; 2 o de cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoet komt in de veroorzaakte kosten, of 3 o als de eerder verstrekte maatwerkvoorziening niet langer compenserend is. d. de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen; e. indien de noodzaak het gevolg is van een verhuizing waarvoor geen aanleiding bestaat op grond van beperkingen bij de zelfredzaamheid of participatie en er geen belangrijke reden voor verhuizing aanwezig is; f. de belanghebbende verhuist naar een woonruimte die niet geschikt is om het gehele jaar door bewoond te worden; g. het een voorziening betreft in specifiek op mensen met beperkingen gerichte Artikel 4.5 woongebouwen die bij nieuwbouw of renovatie, zowel in gemeenschappelijke ruimten als in de wooneenheden, zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kan worden. Extern advies 1. Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van a. het onderzoek als bedoeld in artikel van de Wmo; b. de aanvraag als bedoeld in artikel van de Wmo. 2. Het college betrekt de cliënt en zijn eventuele gemachtigde of mantelzorger bij de adviesaanvraag en informeert hem over de uitkomsten daarvan. Artikel 4.6 Hoogte pgb-tarieven 1. Het college legt in een nadere regeling de hoogte van de pgb-tarieven vast. 2. De pgb-tarieven zijn vergelijkbaar met de omvang van de kosten van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende maatwerkvoorziening in natura en toereikend voor de aanschaf daarvan. Artikel 4.7 Pgb en sociaal netwerk Een cliënt ten behoeve van wie een pgb wordt verstrekt, kan onder de volgende voorwaarden, een maatwerkvoorziening betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk: a. deze persoon krijgt een lager tarief betaald voor zijn diensten dan het tarief geldend voor een professionele dienstverlener, b. deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de cliënt voor hem niet tot overbelasting leidt, en c. tussenpersonen of belangbehartigers mogen niet uit het pgb worden betaald. Artikel 4.8 Jaarlijkse waardering mantelzorgers Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.

16 Artikel 4.9 Bijdrage in de kosten 1. Voor het gebruik van een algemene voorziening (niet zijnde cliëntondersteuning), een pgb en een maatwerkvoorziening is een bijdrage in de kosten verschuldigd. 2. Het college bepaalt bij nadere regeling de hoogte en de duur van de bijdrage in de kosten voor maatwerkvoorzieningen in natura en pgb s, met in achtneming van het Uitvoeringsbesluit Wmo a. de hoogte en de duur de van de bijdrage in de kosten, met in achtneming van het Uitvoeringsbesluit Wmo Het totaal van de bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening of pgb overstijgt niet de kostprijs van de maatwerkvoorziening of pgb. 4. De kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura is gelijk aan de prijs, inclusief de bijkomende kosten, waarvoor de gemeente de maatwerkvoorziening afneemt van een aanbieder. 5. De kostprijs van een pgb is gelijk aan het totaalbedrag van het door het college verstrekte pgb. 6. De bijdrage in de kosten voor de algemene voorziening hulp bij huishouden toelage is de kosten van het uurtarief van de aanbieder minus 12,50. Artikel 4.10 Inning bijdrage in de kosten bij opvang 1. Het college kan de vaststelling en inning van de bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening voor opvang mandateren aan de instelling die de opvang verzorgt. 2. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de vaststelling en inning van de bijdrage in de kosten. Artikel 4.11 Kwaliteitseisen en maatschappelijke ondersteuning 1. Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van algemene en maatwerkvoorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen, door: a. het afstemmen van voorzieningen op de persoonlijke situatie van de cliënt; b. het afstemmen van voorzieningen op andere vormen van zorg die de cliënt ontvangt; c. erop toe te zien dat beroepskrachten tijdens hun werkzaamheden in het kader van het leveren van voorzieningen handelen in overeenstemming met de professionele standaard. 2. Het college kan nadere regels stellen over verdere eisen aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen. 3. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van de eisen, bedoeld in het eerste lid, door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.

17 Artikel 4.12 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden 1. Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel van de Wmo en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast: a. een vaste prijs, die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en het aangaan overeenkomst met derde; of b. een reële prijs die geldt als ondergrens voor: 1. een inschrijving en het aangaan overeenkomst met de derde, en 2. de vaste prijs, bedoeld in onderdeel a. 2. Het college stelt de prijzen, bedoeld in het eerste lid, vast: a. overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van die dienst, waaronder de eisen aan de deskundigheid van de beroepskracht, bedoeld in artikel 2.1.3, tweede lid, onderdeel c, van de Wmo, en b. rekening houdend met de continuïteit in de hulpverlening, bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, van de Wmo, tussen degenen aan wie de dienst wordt verstrekt en de betrokken hulpverleners. 3. Het college baseert de vaste prijs of de reële prijs op de volgende kostprijselementen: a. de kosten van de beroepskracht; b. redelijke overheadkosten; c. kosten voor niet productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing, werkoverleg; d. reis- en opleidingskosten; e. indexatie van de reële prijs voor het leveren van een dienst; f. overige kosten als gevolg van door de gemeente gestelde verplichtingen voor aanbieders waaronder rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen. 4. Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Het college controleert of aan de eis is voldaan en informeert nadien de gemeenteraad. 1. Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren diensten, rekening met: a. de aard en omvang van de te verrichten taken; b. de voor de sector toepasselijke cao-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie; c. een redelijke toeslag voor overheadkosten; d. een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg; e. kosten voor bijscholing van het personeel. 2. Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de

18 vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren voorzieningen, rekening met: a. de marktprijs van de voorziening, en b. de eventuele extra taken die in verband met de voorziening van de leverancier worden gevraagd, zoals: 1 o. aanmeten, leveren en plaatsen van de voorziening; 2 o. instructie over het gebruik van de voorziening; 3 o. onderhoud van de voorziening, en 4 o. verplichte deelname in bepaalde samenwerkingsverbanden. Artikel 4.13 Medezeggenschap en klachtregeling aanbieders 1. Aanbieders met wie de gemeente een contract gaat sluiten of aan wie subsidie wordt verleend, stellen een effectieve en laagdrempelige regeling vast voor a. de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van gedragingen van de aanbieder jegens een cliënt; b. de medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder welke voor de gebruikers van belang zijn en voor zover het diensten in het kader van voorzieningen betreft. 2. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van de medezeggenschapsregelingen en klachtregelingen van aanbieders door periodieke overleggen met de aanbieders, en een cliëntervaringsonderzoek. Artikel 4.14 Controle 1. Onverminderd het bepaalde in artikel en van de Wmo, onderzoekt het college, al dan niet steekproefsgewijs, of de verstrekte maatwerkvoorzieningen of pgb s worden gebruikt of besteed ten behoeve van het doel waarvoor ze verstrekt zijn. 2. Een besluit tot toekenning van een pgb kan worden ingetrokken en teruggevorderd als blijkt dat het pgb binnen 6 maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de toekenning heeft plaatsgevonden. 3. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de controle op de besteding. Artikel 4.15 Verrekening Het college kan vorderingen, ontstaan op grond van de Wmo, verrekenen met nog uit te keren (periodieke) betaling(en) op grond van de Wmo en/of nog uit te keren (periodieke) betaling(en) op grond van de Participatiewet. Hoofdstuk 5. (gereserveerd voor Leerlingenvervoer) Hoofdstuk 6. Inspraak en medezeggenschap

19 Artikel 6.1 Inspraak en medezeggenschap 1. Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende de Jeugdwet, Participatiewet en Wmo, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend. 2. Het college stelt cliënten en/of vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid beleidsvoorstellen te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende Jeugdwet, Participatiewet en Wmo en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. 3. Het college zorgt ervoor dat de cliënten en/of vertegenwoordigers van cliëntgroepen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de, voor een adequate deelname aan het overleg, benodigde informatie en ondersteuning. 4. Het college stelt een nadere regeling vast ter uitvoering van het tweede en derde lid. Hoofdstuk 7. Slotbepalingen Artikel 7.1 Nadere regeling Onverminderd bepaalde in deze verordening kan het college ten behoeve van de uitvoering van deze verordening een nadere regeling vaststellen. Artikel 7.2 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, met uitzondering van paragraaf 3.4, indien toepassing ervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 7.3 Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Artikel 7.4 Inwerkingtreding en overgangsbepaling Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015, onder intrekking van: a. Re-integratieverordening 2013, Gemeenteblad 2013, nr 15; b. Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Eindhoven (2013), Gemeenteblad 2012, nr 75; c. Maatregelenverordening WWB, Bbz 2004, Ioaw, Ioaz 2013, Gemeenteblad 2013, nr 13; d. Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013, gemeenteblad 2013, nr 14; e. Verordening Wachtlijstbeheer Sociale Werkvoorziening, Gemeenteblad 2008, nr 63; f. Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Eindhoven, Gemeenteblad 2009, nr 20 en de wijziging van gemeenteblad 2010, nr. 69;

20 g. Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Eindhoven, Gemeenteblad 2014, nr. 54. Artikel 7.5 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening SD Eindhoven.

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015 GEMEENTEBLAD Nr. 63352 10 november Officiële uitgave van gemeente Hoorn. 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015 Zaaknummer: 1075899 De raad van de gemeente Hoorn; - gelezen

Nadere informatie

Verordening Participatiewet

Verordening Participatiewet Verordening Participatiewet Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als

Nadere informatie

Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp

Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp versie 6-24072014 De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [9 september 2014]; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Inhoud...2 HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSBEPALINGEN...2 Artikel 1. Begripsbepalingen...2 HOOFDSTUK 2 - PROCEDUREREGELS...3 Artikel 2. Melding hulpvraag...3

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 ================================================================================== De raad van de gemeente (naam gemeente) ; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening Participatiewet 2017

Verordening Participatiewet 2017 Verordening Participatiewet 2017 Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis

Nadere informatie

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 De raad van de gemeente Velsen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2014 met nummer..; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015 VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - andere voorziening: voorziening anders dan in

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid van de Jeugdwet; gezien

Nadere informatie

Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven

Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven (Vastgesteld door de raad in de vergadering van 14 oktober 2014, gemeentebladnr 2014, 93 en gewijzigd in de vergadering van 2 juni 2015, gemeentebladnr 2015,

Nadere informatie

Verordening. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Tiel 2015

Verordening. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Tiel 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning... 3 Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening...

Nadere informatie

Verordening. Jeugdhulp

Verordening. Jeugdhulp Verordening Jeugdhulp Gemeente Tiel 2015 Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Vormen van jeugdhulp... 3 Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts...

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Inhoud... 2 HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSBEPALINGEN... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen... 2 HOOFDSTUK 2 - PROCEDUREREGELS... 3 Artikel 2. Melding

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015 Verordening jeugdhulp Utrecht 2015 De raad van de gemeente Utrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014, nummer 14.059572; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

Nummer: Portefeuillehouder: J. Kes Vaststelling Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015

Nummer: Portefeuillehouder: J. Kes Vaststelling Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 GemeenteWATERLAND Nummer: 106-94 Portefeuillehouder: J. Kes Onderwerp: Vaststelling Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Almelo 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Almelo 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Almelo. Nr. 62132 4 november 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Almelo 2015 De Raad van de Gemeente Almelo; gezien het voorstel

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning

Hoofdstuk 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning Wmo Verordening 2015 Deze verordening geldt voor de gemeenten Bergeijk en Bladel. Voor de verordening van de gemeente Oirschot wordt verwezen naar Wmo verordening 2015 Oirschot. Voor de verordening van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van..

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van.. RAADSBESLUIT Onderwerp: Verordening Jeugdhulp Winterswijk De raad van de gemeente Winterswijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van.. gelet

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp

Verordening jeugdhulp Verordening jeugdhulp De raad van de gemeente...; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van... 2014 met nummer...; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid,

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Verordening Jeugdhulp gemeente Zundert 2015 Citeertitel: Verordening Jeugdhulp gemeente Zundert

Nadere informatie

Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede

Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede De raad van de gemeente Heemstede: gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van ; Gezien het advies van de Wmo-adviesraad d.d. gelet op de artikelen 8a, eerste

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oud-Beijerland Nr. 157294 14 september 2017 Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014;

het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014; Behoort bij raadsbesluit Verordening maatschappelijke ondersteuning Heemstede 2015 a K K 1 M De grmier van Heemstede De raad van de gemeente Heemstede; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2015 1 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 3 ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN 3 HOOFDSTUK 2 AFHANDELING MELDING HULPVRAAG 4 ARTIKEL 2. MELDING HULPVRAAG

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het advies van de Participatieraad d.d. 16 december 2015,

gelezen het advies van de Participatieraad d.d. 16 december 2015, No.: 4 Onderwerp: Vaststelling Verordening Wmo gemeente Hattem 2016 De raad van de gemeente Hattem; gelezen het voorstel van het College, no. 201600022, d.d. 05-01-2016; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4

Nadere informatie

Verordening Jeugdhulp Leerdam

Verordening Jeugdhulp Leerdam Verordening Jeugdhulp Leerdam De raad van de gemeente Leerdam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 juli 2014 met nummer B&W/14-01297; gelet op de artikelen 2.9, 2.10,

Nadere informatie

gemeente Eindhoven In dit raadsvoorstel wordt de Verordening sociaal domein ter vaststelling aan u voorgelegd.

gemeente Eindhoven In dit raadsvoorstel wordt de Verordening sociaal domein ter vaststelling aan u voorgelegd. gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer 14R5997 14bst01324 Beslisdatum B&W 16 september 2014 Dossiernummer 14.38.451 Raadsvoorstel Verordening Sociaal Domein (2015) Inleiding Op 1 januari 2015 worden

Nadere informatie

De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 10. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 2014;

De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 10. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 2014; De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 10 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. Z.7519/RB.76 De Raad der gemeente Zederik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; gelet op de artikelen

Nadere informatie

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015 VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015 De raad van de gemeente Veghel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR358167_1 28 september 2018 Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gouda 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gouda 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Gouda. Nr. 79434 23 december 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gouda 2015 De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet; Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 30 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, 8.1.1 vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Almelo. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 februari 2017;

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Almelo. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 februari 2017; CVDR Officiële uitgave van Almelo. Nr. CVDR601908_1 13 april 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Almelo De Raad van de Gemeente Almelo; gezien het voorstel van burgemeester en

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DELFZIJL 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DELFZIJL 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DELFZIJL 2015 Nr. 6A De raad van de gemeente Delfzijl gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

14 oktober 2014 Z/14/ VB/14/04498

14 oktober 2014 Z/14/ VB/14/04498 Raadsbesluit Onderwerp Vaststellen Verordening jeugdhulp, Stichtse Vecht, Weesp, Wijdemeren 2015 Begrotingswijziging N.v.t. Datum raadsvergadering 28 oktober 2014 Werksessie Registratie nummer 14 oktober

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 april 2016;

Gemeente Nissewaard - Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 april 2016; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 70741 1 juni 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMSMOND 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMSMOND 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMSMOND 2015 De raad van de gemeente EEMSMOND gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 160462 17 november 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard;

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Waddinxveen 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning Waddinxveen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waddinxveen. Nr. 62392 5 november 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning Waddinxveen 2015 De raad van de gemeente Waddinxveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard

Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 70739 1 juni 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR486442_1 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 De gemeenteraad van Nieuwegein heeft op 22 februari

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september, nr -056 gelezen en besluit: gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid,

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet

Re-integratieverordening Participatiewet Re-integratieverordening Participatiewet 2015.1 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Montferland Nr. 179274 16 oktober 2017 Verordening jeugdhulp Montferland 2017 De raad van de gemeente Montferland; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016; VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE BEESEL De raad van de gemeente Beesel, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; Raadsbesluit Onderwerp: VERORDENING JEUGDHULP Montferland De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda De raad van de gemeente Gouda, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders met voorstelnummer.. van.; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere VERSIE: Concept inspraakprocedure 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen...4 Artikel 1 Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

Verordening Re-integratie Participatiewet gemeente Oldebroek

Verordening Re-integratie Participatiewet gemeente Oldebroek Verordening Re-integratie Participatiewet gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. doelgroep: personen als bedoeld in artikel

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere Registratie code : 14B.02305 *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen... 4 Artikel 1 Begripsbepalingen... 4 Artikel 2 Vormen

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; CVDR Officiële uitgave van Montferland. Nr. CVDR343168_1 17 oktober 2017 Verordening Jeugdhulp Montferland 2015 De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 31 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert

Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert CVDR Officiële uitgave van Zundert. Nr. CVDR347843_1 14 november 2017 Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert De raad van de gemeente Zundert; Gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 januari 2016;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 januari 2016; Verordening jeugdhulp gemeente Waalwijk 2015 (eerste wijziging) De raad van de gemeente Waalwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 januari 2016; gelet op de artikelen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr.

Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Alkmaar. Nr. 97347 19 juli 2016 Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2016 De raad van de gemeente Alkmaar; gelet op het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; Verordening jeugdhulp gemeente Waalwijk 2015 De raad van de gemeente Waalwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10,

Nadere informatie

- andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, niet vallend onder de wet;

- andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, niet vallend onder de wet; No. De raad van de gemeente Dronten, Gelezen het voorstel van het college van 26 augustus 2014, No. ; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015:

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015: Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015: De raad van de gemeente Waalwijk; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014 Gelet op de artikelen

Nadere informatie

Evidente wijzigingen t.o.v. Verordening 2015

Evidente wijzigingen t.o.v. Verordening 2015 Evidente wijzigingen t.o.v. Verordening 2015 - Toegevoegd voor de volledigheid: en artikelen 3.8, tweede lid, en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 - Wmo-adviesraad gewijzigd in Adviesraad Sociaal

Nadere informatie

Pijnacker-Nootdorp - Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Pijnacker-Nootdorp - Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Pijnacker-Nootdorp. Nr. 70067 4 december 2014 Pijnacker-Nootdorp - Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015 De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017 zaaknr

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017 zaaknr No.: 97651 Hof van Tholen 2 4691 DZ Tholen Postbus 51 De raad van de gemeente Tholen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017 zaaknr. 97651 gelet op de artikelen

Nadere informatie

Aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 mei 2015

Aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 mei 2015 Aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 mei 2015 Wijziging I Artikel 8. Criteria voor een maatwerkvoorziening 1. Een cliënt komt in aanmerking voor een

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen (4.15c)

Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen (4.15c) Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen (4.15c) Samenvatting Deze verordening geeft aan hoe de gemeente Haaksbergen invulling geeft aan: a. het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp Het Hogeland 2019

Verordening jeugdhulp Het Hogeland 2019 Verordening jeugdhulp Het Hogeland 2019 De raad van de gemeente Het Hogeland; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet; overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, de raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, gelet op artikel 8, eerste lid, onder a van de Wet werk en bijstand, gezien het advies van

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, en van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, en van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; Nr. 130 De raad van de gemeente Houten; 15 februari 2018 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 en 2.6.6

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015 De raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van het college van 24 maart 2015, gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6,

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8)

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haaren Nr. 52858 3 april 2017 Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per 1-1-2017 (Aanpassing artikel 8) De raad van de gemeente Haaren; in zijn vergadering

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2014;

Verordening jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2014; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR363872_1 31 januari 2019 Verordening jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel De raad van de gemeente Gemert-Bakel, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Was wordt-tabel Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018

Was wordt-tabel Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018 Was wordt-tabel Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018 Deze tabel maakt inzichtelijk hoe de Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018 tot stand is gekomen. Er staan artikelen in uit de Verordening

Nadere informatie

Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015

Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Oldenzaal. Nr. 61483 31 oktober 2014 Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 3 Artikel 1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015 (eerste wijziging)

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015 (eerste wijziging) Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015 (eerste wijziging) De raad van de gemeente Waalwijk; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 januari 2016; Gelet

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 30

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 30 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 30 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie