Gemeente Vlieland Herziene Welstandsnota

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeente Vlieland Herziene Welstandsnota"

Transcriptie

1 Gemeente Vlieland Herziene Welstandsnota 2012

2 INHOUD 1. INLEIDING Aanleiding voor de welstandsnota Doelen en uitgangspunten Ambities van de welstandsnota Welstandstoezicht op het gehele grondgebied 3 2. RUIMTELIJK KWALITEITSBELEID OP VLIELAND Inleiding Ruimtelijk beleid Landschap Wonen Toerisme en recreatie Monumentenbeleid 6 Gebied 2: Dorpsuitbreiding 2de helft vorige eeuw 20 Gebied 3: Willem de Vlaminghweg - Oost 21 Gebied 4: Havenfront 24 Gebied 5: Bedrijventerrein en jachthaven 26 Gebied 6: Zomerhuizenterrein 27 Gebied 7: Recreatieve voorzieningen (zwembad, stortemelk en badhotels) 33 Gebied 8: Bebouwing in het buitengebied Objectgericht waarderingskader Kader voor grote (her-)ontwikkelingslocaties VASTSTELLINGSPROCEDURE 43 Bijlage 1 Bijlage 2 Begrippenlijst Kaart met gebiedsindeling 3. DE WELSTANDSNOTA Inleiding Vergunningsprocedures en welstand Participanten en procedures Hardheidsclausule en excessenregeling 10 Bijlage 3 Bijlage 4 Organisatie en werkwijze Bijlagen I, II en III uit het zomerhuizenterrein 4. WELSTANDSCRITERIA Toelichting Algemene principes Gebiedsgericht beoordelingskader 15 Gebied 1: Beschermd dorpsgezicht 16

3 BELEIDSREGELS De raad van de gemeente Vlieland, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 9.1 tweede lid, van de gemeentelijke Bouwverordening, en gelet op artikel 12a eerste lid van de Woningwet, Besluit: de welstandsnota vast te stellen. Burgemeester en wethouders passen de beleidsregels zoals opgenomen in de welstandsnota toe.

4 1 1. INLEIDING AANLEIDING VOOR DE WELSTANDSNOTA De nu voorliggende welstandsnota is een herziening van de versie zoals die op 24 april 2006 door de raad is vastgesteld. Een en ander is waar mogelijk compacter gemaakt of toegelicht indien de regels in het verleden tot discussie konden leiden. Het belang van welstandsbeleid Het begrip welstand duidt op het wel staan van bouwwerken, waarbij het uiterlijk en de plaatsing van bouwwerken belangrijke aandachtspunten vormen. Iedereen heeft als gebruiker van de gebouwde omgeving, wel een mening over de uiterlijke verschijningsvorm van individuele gebouwen of bouwwerken die daarin verrijzen. In veel gevallen lopen deze meningen nogal uiteen. De verschijningsvorm van een bouwwerk is daarom niet alleen een zaak van het individu, maar gaat alle bewoners van Vlieland aan: dus ook de buren, de buurt- en dorpsbewoners, de ondernemers en de toeristen en recreanten die de openbare ruimte op Vlieland beleven. Door middel van een gericht welstandsbeleid kan de gemeente het publieke belang van een aantrekkelijk gebouwde omgeving behartigen. Een aantrekkelijke, verzorgde omgeving verhoogt immers de belevingswaarde en de economische waarde van het onroerende goed en versterkt het vestigingsklimaat. Welstandsbeleid tot 2003 Om een aantrekkelijke, verzorgde omgeving te behouden en daar waar nodig te verkrijgen, is het van belang dat bouwplannen die de openbare ruimte van Vlieland ontsieren, worden voorkomen. Daarom wordt bij iedere bouwaanvraag beoordeeld of het betreffende bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. De advisering over redelijke eisen van welstand is opgedragen aan hûs en hiem Welstandsadvisering en Monumentenzorg te Leeuwarden. Deze welstandscommissie van onafhankelijke deskundigen adviseert burgemeester en wethouders op het punt van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid met welstands- en monumentenadviezen. Welstand 2006 De belangrijkste wijzigingen in het welstandsbeleid waren als volgt: - Een aanscherping van de politieke verantwoordelijkheid van het lokale bestuur door het vaststellen van een welstandsnota. - Het transparanter maken van de welstandsadvisering o.a. door de openbaarheid van de vergaderingen van de adviescommissie. Welstand Deze periode kenmerkte zich door een consensus over de welstandstoetsing op het zomerhuizenterrein en de overige terreinen in eigendom van Staatsbosbeheer. De één loketfunctie werkte zo goed dat Staatsbosbeheer de eigen toetsing liet vallen en alleen nog in die gevallen waar een beroep gedaan moest worden op de hardheidsclausule actief gehoord wordt. Anderzijds was er vanuit de bevolking enig onbegrip voor de welstandsbeoordeling van enkele plannen in het oude dorp, dat een uitleg werd gevraagd aan de welstandsarchitect door de Cultuurhistorische vereniging. Voor de advisering van de meeste bouwaanvragen voor monumenten is de advisering van het Steunpunt overgegaan naar Hûs en Hiem. Voor kleine ingrepen (onderhoud, ondergeschikte veranderingen) is dit voldoende. Voor de grotere ingrepen moet tevens advies gevraagd aan de Rijksdienst. Per 1 januari 2012 is tevens het vergunningenbeleid voor monumenten gewijzigd. Bepaalde werkzaamheden zijn vergunningsvrij geworden en er zijn meer werkzaamheden onder de reguliere omgevingsvergunning gekomen. Dit betekent dat voor meer activiteiten aan een monument of in het beschermd stads- en dorpsgezicht geen of slechts een advies van de monumenten commissie van de hûs en hiem nodig is en geen extra advies van de rijksdienst.

5 2 Per 1 juli 2012 zal vooruitlopend op de nieuwe omgevingswet het Besluit omgevingsrecht (BOR) worden gewijzigd, waarin voor alle vergunningsplichtige bouwactiviteiten een onafhankelijk en deskundig welstandsadvies nodig is. Het college van burgemeester en wethouders is dan bevoegd zelf te bepalen voor welke bouwactiviteiten zij de een onafhankelijke commissie van deskundigen inschakelen en welke aanvragen zij op een andere manier willen afdoen. Het is dus niet zo dat het verplichte welstandsadvies verdwijnt. Het college kan bepalen dat de toetsing door de ambtelijke dienst wordt gedaan. Voorwaarde is wel dat dit ook openbaar moet plaatsvinden en dat ook een schriftelijk welstandsadvies wordt opgemaakt. Daarnaast kan raad, zoals voorheen ook al mogelijk was, besluiten bepaalde gebieden welstandsvrij te verklaren DOELEN EN UITGANGSPUNTEN Het doel van het nieuwe welstandsbeleid is een effectief, controleerbaar en klantvriendelijk welstandstoezicht in te richten, waarbij particulieren, opdrachtgevers en architecten zich in een vroeg stadium op de hoogte kunnen stellen over de van toepassing zijnde welstandscriteria. De welstandsnota levert een bijdrage aan het behouden en daar waar nodig het versterken van de visuele kwaliteit en aantrekkelijkheid van de bebouwing op Vlieland. Voor de welstandsnota zijn volgende uitgangspunten gehanteerd: Welstand als onderdeel van ruimtelijk kwaliteitsbeleid De welstandsnota dient deel uit te maken van het gemeentelijke ruimtelijke kwaliteitsbeleid van Vlieland, dat onder andere is gericht op het tot stand brengen van een betekenisvolle gebouwde omgeving. Hierbij zijn esthetische en functionele kwaliteit, duurzaamheid en cultuurhistorische betekenis belangrijke aspecten. Afstemming op de vigerende bestemmingsplannen, het toekomstig beleid t.a.v. de gebouwde omgeving, de openbare ruimte, natuur en landschap en cultuurhistorie, is daarvoor noodzakelijk. Handboek voor burgers De welstandsnota dient als een handboek, waarin de initiatiefnemer gemakkelijk kan lezen welke welstandscriteria voor zijn bouwplan gelden. De welstandscriteria moeten zo concreet mogelijk worden omschreven, zodat het voor burgers vooraf duidelijk is aan welke eisen het bouwplan dient te voldoen. Opgemerkt moet worden dat het onmogelijk is om voor alle typen bouwwerken formuleringen te bedenken die vooraf absolute zekerheid bieden. Criteria kunnen voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Dit kan in sommige situaties weliswaar tot discussie of onduidelijkheid leiden, maar tegelijkertijd bieden de criteria ook mogelijkheden om tot bouwplannen met een bijzondere kwaliteit te komen. In dat geval vormen de criteria een aanleiding voor de welstandscommissie om een dialoog aan te gaan met de initiatiefnemer. Op deze manier worden initiatiefnemers gestimuleerd om in een vroeg stadium na te denken over de gewenste architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit. Beoordelingskader voor het welstandsadvies De welstandscriteria moeten de welstandscommissie een kader bieden voor het welstandsadvies en tegelijkertijd het gemeentebestuur het handvat geven voor een beoordeling. Gebiedsgerichte differentiatie van welstandscriteria De gemeente Vlieland kent een grote verscheidenheid aan bebouwd gebied, zoals een beschermd dorpsgezicht, dorpsuitbreidingen, recreatieterreinen, een bedrijventerrein, een havengebied en een buitengebied. Door middel van gebiedsgericht welstandsbeleid kan op deze verscheidenheid worden ingespeeld. Op grond van de aanwezige stedenbouwkundige en architectonische kenmerken en de te verwachten ontwikkelingen op (delen van) Vlieland, worden voor verschillende deelgebieden specifieke criteria aan de uiterlijke verschijningsvorm van nieuwe of bestaande bouwwerken aangewezen. Deze specifieke kernmerken en het feit dat er in de afgelopen jaren steeds meer bouwactiviteiten vergunningsvrij zijn geworden heeft er toe geleid dat er twee gebieden welstandsvrij zijn verklaard, namelijk:

6 3 Gebied 2: Dorpsuitbreiding 2 e helft vorige eeuw met uitzondering van de percelen voor de Uiterton, de VMBO-school en de obs. Gebied 5: Bedrijventerrein en jachthaven voor het onderdeel bedrijventerrein. Breed draagvlak onder de bevolking De welstandsnota bevat de criteria voor de toetsing van vergunningen voor bouwen en/of slopen en monumenten op welstand. Dit kan in de meest vergaande vorm zelfs leiden tot een weigering van een bepaalde bouwvorm. Met andere woorden, de burger wordt geconfronteerd met de resultaten van de welstandsbeoordeling. Het is daarom van groot belang dat begrip en maatschappelijk draagvlak wordt verkregen voor de diverse welstandscriteria die worden gehanteerd. Helderheid/leesbaarheid Het welstandsbeleid moet door gemeenteambtenaren en leden van de welstandscommissie aan de burger uit te leggen zijn. Bovendien moet de uitvoering van het beleid openbaar en controleerbaar zijn. Belangrijk is dat de nota voor burgers leesbaar en begrijpelijk is AMBITIES VAN DE WELSTANDSNOTA In de welstandsnota zijn criteria opgenomen die in de eerste plaats gericht zijn op het behoud van de basiskwaliteiten van de gebouwde omgeving. De welstandscriteria hebben in veel gevallen dan ook een conserverende werking. Dit betekent echter niet dat nieuwe, bijzondere of afwijkende bouwplannen op Vlieland niet meer mogelijk zijn. Integendeel, bijzondere bouwplannen zijn op het eiland juist welkom. Daarvoor bieden criteria waarbij een bepaalde interpretatieruimte aanwezig is, de nodige ruimte WELSTANDSTOEZICHT OP HET GEHELE GRONDGEBIED Het gemeentebestuur hecht veel waarde aan het behoud van de ruimtelijke kwaliteit binnen de gemeente, maar omdat moet ook duidelijk een meerwaarde aan het welstandstoezicht moet zijn, is er voor gekozen om het welstandstoezicht niet meer op het gehele grondgebied van de Vlieland toe te passen. Dit betekent dat op Vlieland een aantal welstandsvrije gebieden of objecten zijn aangewezen EVALUATIE WELSTANDSNOTA Tijdens de vaststelling van de welstandsnota is afgesproken de welstandsnota na een jaar te evalueren. Deze termijn is in eerste instantie iets verlengd naar aanleiding van een overleg tussen provincie Fryslân, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Staatsbosbeheer, Hûs en Hiem en de gemeenten Vlieland en Terschelling over de afstemming van het beleid ten aanzien van zomerwoningen op het zomerhuizenterrein. Vanaf 2008 is jaarlijks een evaluatie van het welstandsbeleid, op die gronden, die in eigendom zijn bij Staatsbosbeheer, waarbij de welstandsarchitect met een medewerker van Staatsbosbeheer en de ambtenaar van de gemeente de bouwplannen van het afgelopen jaar doornemen, Tot nu toe zijn de resultaten zo positief dat we door kunnen gaan op de ingeslagen weg.

7 4 2. RUIMTELIJK KWALITEITSBELEID OP VLIELAND 2. 1 INLEIDING Welstandsbeleid kan niet op zichzelf staan, maar moet worden gefundeerd in het bestaande gemeentelijke beleid ten aanzien van de kwaliteit van de gebouwde omgeving. In dit hoofdstuk wordt het huidige ruimtelijke kwaliteitsbeleid van de gemeente Vlieland in hoofdlijnen besproken. Met name het ruimtelijke beleid en het kwaliteitsbeleid ten aanzien van landschap, wonen, recreatie en toerisme vormen belangrijke uitgangspunten voor de welstandsnota. Voor elk beleidsonderdeel is geïnventariseerd welke beleidsdoelstellingen of ontwikkelingen een raakvlak met het welstandstoezicht hebben. Op deze wijze wordt inzichtelijk gemaakt welke ontwikkelingen verwacht mogen worden en hoe hiermee in het nieuwe welstandsbeleid rekening gehouden moet worden. 2.2 RUIMTELIJK BELEID De voorgestane ruimtelijke ontwikkelingen op Vlieland zijn globaal vastgelegd in het Structuurplan 2020 Ruimte voor Vlieland. Het Structuurplan vormt de basis en het ruimtelijk beleidskader voor uitwerking en uitvoering van ontwikkelingsopties en initiatieven. In grote lijnen is het beleid gericht op een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van bestaande specifieke kwaliteiten en ruimtebehoevende voorzieningen op het eiland. In de Structuurvisie wordt voor verschillende planelementen ingegaan op het ontwikkelingsperspectief van Vlieland. Daarbij worden algemene randvoorwaarden benoemd, waarvan enkele ook raakvlakken met het welstandsbeleid hebben: Voorts is het vigerend ruimtelijk beleid van de gemeente neergelegd in een aantal bestemmingsplannen. De bestemmingsplannen Oost- Vlieland bebouwde Kom 1998, Duinwijck, Dennenlaan-Noord en Dennenlaan-Zuid en de correctieve en partiële herzieningen op de bestemmingsplannen Oost-Vlieland bebouwde Kom en Dennenlaan Noord en Dennenlaan Zuid, zijn samengevoegd in één nieuw bestemmingsplan: Vlieland Kom dat in 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. Oude Dorp Het ruimtelijk beleid voor het beschermde dorpsgezicht is in hoofdzaak gericht op: - het handhaven en waar mogelijk versterken van het aangesloten bebouwingspatroon van bebouwing rond de Dorpsstraat - het behouden van het onbebouwde karakter van de open erven aan de zuidkant; - het toepassen van de historische kleuren uit de kleurenwaaier voor houten onderdelen Voor het overige, buiten het beschermde dorpsgezicht gelegen gedeelte is het beleid gericht op het handhaven en versterken van de bestaande bebouwingsstructuur. Met name de gebieden die grenzen aan het beschermde dorpsgezicht vragen extra zorg. Voor nieuw te bouwen woningen geldt dat zoveel mogelijk op het bestaande bebouwingspatroon moet worden aangesloten. De nieuwbouwontwikkelingen dienen rekening te houden met ruimtelijk en historisch waardevolle elementen, zoals boom- en laanbeplanting. Oostelijk en Westelijk van de Lutinelaan Ten aanzien van het straat- en bebouwingsbeeld is het beleid gericht op het instandhouden van een samenhangend beeld. Daarbij wordt gestreefd naar: - een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte; - een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling; - een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is. -

8 5 Bedrijventerrein Oosterseveld (2006) Het bestemmingsplan voor het Oosterseveld is op 20 januari 2006 vastgesteld. Het kwaliteitsdocument bedrijventerrein vormt het toetsingskader voor dit gebied en is in de welstandsnota opgenomen. Doordat er op het bedrijventerrein veel onderdelen vergunningsvrij zijn geworden, is er besloten het bedrijventerrein welstandsvrij te verklaren. Dit geldt niet voor de jachthaven en het aanliggende woongebiedje. Zomerhuizenterrein (2003) Het beleid is gericht op kwaliteitsverbetering van de zomerhuizen en bescherming van de landschappelijke en natuurlijke uitstraling van het terrein. Het bestemmingsplan stelt grenzen aan de oppervlakte, grootte, hoogte en bijgebouwen. Specifiek is geregeld dat, indien een zomerwoning van een kap wordt voorzien, gekozen moet worden voor een kaptype met nok. Souterrains zijn alleen mogelijk als het hoogteverschil in het terrein dit vereist. Duinwijck Uitgangspunten is het handhaven en/of benutten van de gebiedskenmerken in de stedenbouwkundige opzet van het woongebied en het aansluiten van de bebouwing op de ruimtelijke structuur en het bebouwingspatroon. Hotels Badweg (2009) Voor de bebouwing wordt gestreefd naar het instandhouden van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend bebouwingsbeeld. Tevens is het beleid voor de situering en vormgeving van bouwwerken gericht op het instandhouden c.q. tot stand brengen van een landschappelijk aanvaardbare situatie. Overige bestemmingsplannen In de bestemmingsplannen Waddengebied (1986) Sport- en recreatievoorzieningen (1991), is zwembad, tennisvereniging en sportveld en Vitens (2010) worden geen of nauwelijks specifieke randvoorwaarden gesteld aan de uiterlijke verschijningsvorm van gebouwen en/of bouwwerken. De planologische ruimte die door de bestemmingsplannen wordt geboden, vormt het uitgangspunt voor het welstandsbeleid. Het bestemmingsplan recreatievoorzieningen wordt herzien in een combinatie met het kampeerterrein en de nieuw te bouwen eilandlodges. De eilandlodges moeten zoveel mogelijk worden ingepast in het bestaande (beboste) terrein. Grote aandacht zal ook gevraagd worden voor ecologisch bouwen. 2.3 LANDSCHAP Vlieland neemt uit oogpunt van natuur en landschap een unieke positie in. Vlieland kenmerkt zich door: - een geringe omvang van het eiland; - een dorp en een hoge duintop aan de oostzijde; - een grote zandplaat aan de westzijde, de Vliehors; - geen landbouw; - geen kenmerkende dijk langs de Waddenzeezijde, alleen ter plaatse van het dorp; - op het dorp Oost-Vlieland en het bedrijventerrein met haven na, overwegend natuurlijke landschappen. In de structuurvisie is het beleid voor de natuurlijke en landschappelijke elementen gericht op het behouden en versterken van de aanwezige waarden. Nieuwe bebouwingselementen worden in het buitengebied zoveel mogelijk beperkt en alleen toegestaan op het oostelijke deel van eiland, aansluitend op bestaande bebouwingsconcentraties. 2.4 WONEN De realisatie van woningbouw leidt op Vlieland onvermijdelijk tot een verandering of soms zelfs een aantasting van het bestaande landschapsbeeld. Volgens de structuurvisie is het bij nieuwbouw dan ook zaak om: - optimaal gebruik te maken van inbreidingsmogelijkheden; - vanuit het oogpunt van natuur en landschap de minst waardevolle gebieden voor dorpsuitbreiding te benutten;

9 6 - aansluiting op kenmerkenden structuren te zoeken en uit te gaan van kleinschaligheid; - uit te gaan van duurzaamheidsprincipes en passende materiaalkeuze. Mogelijke invullocaties, welke op termijn ruimte bieden zijn Boerenglop, de omgeving van de voormalige energiecentrale aan de Willem de Vlaminghweg en de locatie van de huidige lagere school. Het beleid is erop gericht om de aantasting van het historisch karakter van Oost-Vlieland te voorkomen door: - het historisch karakter in de bebouwde kom te bevorderen; - zonnepanelen/collectoren op de daken in het beschermde dorpsgezicht niet toe te staan, tenzij niet zichtbaar vanaf openbaar gebied of uitgevoerd in dakpannen passend bij het dakvlak of andere vergelijkbare oplossingen. - nieuwe bebouwing in maatvoering en materiaal conformeren aan die van de bebouwde kom. 2.5 TOERISME EN RECREATIE De verblijfsrecreatie is geconcentreerd aan de Noordzeekant in de vorm van een kampeerterrein, zomerhuizenterreinen, hotels en groepsaccommodaties. Het Vlielander beleid ten aanzien van toerisme en recreatie is geformuleerd in de Structuurvisie. Voor verblijfsrecreatie is het beleid gericht op het bevorderen van differentiatie en kwaliteit. Een belangrijke randvoorwaarde is daarbij de instandhouding van het eigene van Vlieland. Volgens de Structuurvisie kan kwaliteitsverbetering worden bereikt door: - kwaliteitsverbetering en productverbreding van kampeerterrein Stortemelk (eilandlodges); - ingrijpende kwaliteitsverbetering van de bestaande recreatiewoningen; - bescheiden uitbreiding van de hotels in de bebouwde kom; architectonische visuele verschijningsvorm conformeren aan de omgeving. Met dit beleid wordt ingespeeld op een aantal (landelijke) trends in de recreatiesector, zoals de toename van de behoefte aan kwaliteit en diversiteit van verblijfsaccommodaties. Eén en ander leidt er toe dat thans op Vlieland een sterke vernieuwing c.q. opwaardering van de particuliere recreatiewoningen plaatsvindt. Omdat deze kwaliteitsverbetering gepaard kan gaan met wijzigingen of aanpassingen in de uiterlijke verschijningsvorm van de recreatiewoningen, speelt welstandstoezicht bij dergelijke ontwikkelingen een rol. Het welstandsbeleid voor de zomerwoningen is in nauwe samenwerking met Staatsbosbeheer tot stand gekomen, zodat wordt voorkomen dat aan contrasterende regels moet worden voldaan. 2.6 MONUMENTENBELEID De bij het monumentenbeleid behorende beleidsinstrumenten zijn de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening Vlieland. Bouwplannen die betrekking hebben op gebouwen die op de Rijksmonumentenlijst staan, worden door de monumentencommissie van Hûs & Hiem en in een enkel geval de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed beoordeeld. De monumentencommissie is de door de raad aangewezen adviescommissie aan het college van burgemeester en wethouders. Vlieland heeft één rijks beschermd stads- en dorpsgezicht op grond van de Monumentenwet. Het betreft het dorpsgezicht van Oost- Vlieland. De cultuurhistorische waarden bestaan uit de lintstructuur van de dorpskern en de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Voor dit gebied geldt een vigerend bestemmingsplan Vlieland Kom. In dit bestemmingsplan hebben 15 panden en/of locaties de kwalificatie karakteristiek, waarbij met name een regeling is getroffen voor het handhaven van de hoofdvorm. Vlieland heeft 40 rijksmonumenten.

10 7 3. DE WELSTANDSNOTA INLEIDING Op 1 oktober 2010 is Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)met de bijbehorende bijlagen van kracht geworden. Hierin wordt geregeld voor welke bouwwerken nog een vergunning en daarmee een welstandstoetsing nodig zijn. In de Wabo worden bouwwerken onderverdeeld in een aantal categorien Vergunningsplichtig: waarvoor altijd een welstandsadvies nodig is, tenzij het gebied waarin ze worden gebouwd door de gemeenteraad welstandsvrij is verklaard. Vergunningsvrij en vergunningsvrij voor bouwen als het gebruik past in het bestemmingsplan, voor deze bouwwerken is alleen een welstandsadvies nodig als ze vallen onder de excessenregeling. Dit geldt niet overal. Voor gronden in erfpacht bij Staatsbosbeheer is voor het bouwen toestemming van Staatsbosbeheer nodig. Deze eist een positief welstandsadvies. De gemeente Vlieland verzorgt dit op basis van de één loketfunctie. (voornamelijk van toepassing op de Kaap) VERGUNNINGSPROCEDURES EN WELSTAND Volgens de wet bestaan er alleen nog vergunningsvrije en vergunningsplichtige bouwwerken. In de bijlage behorende bij het Besluit omgevingsrecht is een lijst opgesteld van de bouwwerken die vergunningsvrij zijn. Vergunningsvrije bouwwerken kunnen wel vallen onder de excessenregeling. Zie hiervoor Hoofdstuk 4. Voor die gebieden die welstandsvrij zijn is geen welstandstoezicht van toepassing (dus ook geen excessenregeling). Monumenten en beschermde dorpsgezichten Bouwplannen die betrekking hebben op een monument of op een gebouw dat in een beschermd dorpsgezicht ligt, zijn op Vlieland maar heel beperkt vergunningsvrij. Veel van deze bouwactiviteiten zijn vergunningsplichtig. Op 1 januari 2012 is het beleid van kracht geworden waarbij veel werkzaamheden die te maken hebben met onderhoud vergunningsvrij zijn worden. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de praktijk van veel gemeenten om voor dergelijke werkzaamheden geen vergunning te vragen of niet handhavend op te treden als deze werkzaamheden zonder vergunning worden uitgevoerd. (Op Vlieland is dit laatste het geval, eventueel in overleg met de medewerkers van Hûs en Hiem en de Rijksdienst).Bij deze werkzaamheden moet gedacht worden aan het overschilderen in de zelfde kleur, metselwerk plaatselijk herstellen met dezelfde voeg en voegspecie, kozijnen ramen en deuren plaatselijk herstellen met de zelfde materialen, slechte pannen plaatselijk herstellen en lekkende goten repareren. Daarnaast zijn bepaalde werkzaamheden binnen in de woning vergunningsvrij geworden. Ook worden in beperkte mate bouwwerken toegestaan op het achtererf, als dit achtererf niet grenst aan een openbare weg een pad of een plein. Dit geldt op Vlieland alleen voor woningen aan de noordzijde Dorpsstraat tot Dorpsstraat 10 en enkele woningen aan het Kerkplein.

11 8 Recreatiewoningen Op grond van Bijlage II de lijst van bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor geen vergunning is vereist en voor planologische gebruiksactiviteiten waarvoor een omgevingsvergunning kan worden verleend zijn de vergunningsvrije activiteiten voor recreatiewoningen verruimd. Aan- en bijgebouwen zijn nog steeds niet vergunningsvrij, maar dakramen, zonnepanelen en collectoren, het veranderen van een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel zijn nu ook vergunningsvrij op grond van de bouwregelgeving. Wel dient nog altijd toestemming verkregen te worden van de grondeigenaar als het een woning op erfpacht is. Als het plan past in het bestemmingsplan is ook het bouwen/ vervangende nieuwbouw van een recreatiewoning tot 70 m² omgevingsvergunningsvrij. Voor gronden op erfpacht zijn hierover afspraken gemaakt met Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer geeft slecht toestemming als er een positief welstandsadvies ligt. De gemeente draagt zorg in het kader van de één loketfunctie voor dit welstandsadvies (op kosten van de aanvrager) PARTICIPANTEN EN PROCEDURES Vaststelling door gemeenteraad De gemeenteraad is verplicht om een welstandsnota met zo concreet mogelijke welstandscriteria vast te stellen. Na de vaststelling van de nota kan de welstandsbeoordeling alleen nog maar worden gebaseerd op de criteria die in de welstandsnota zijn genoemd. Zonder welstandsnota kan geen welstandstoezicht worden uitgeoefend. Na de vaststelling van de welstandsnota zal de werking ervan jaarlijks worden geëvalueerd. De gemeenteraad kan tussentijds aanvullingen op de nota vaststellen. Het gaat hier vooral om welstandscriteria voor de nieuwe, grotere (her)ontwikkelingsprojecten. De welstandscriteria voor dergelijke projecten worden in het kader van de stedenbouwkundige planvoorbereiding opgesteld. Om rechtsgeldig te kunnen zijn, zullen deze criteria de procedure moeten hebben doorlopen en door de gemeenteraad worden vastgesteld, vaak in combinatie met het planologische procedure. Uitvoering door burgemeester en wethouders De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het welstandstoezicht ligt bij burgemeester en wethouders. Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoordeel dat tot stand komt aan de hand van de in de welstandsnota opgenomen criteria. Per 1 juli wordt de BOR gewijzigd en kan het college er voor kiezen de welstandstoetsing door de ambtelijke dienst te laten doen. Ook deze toetsing moet openbaar gebeuren en er dient een schriftelijk advies te worden gemaakt. Door de kleinschaligheid van onze ambtelijke dienst en het feit dat deze erg dicht bij de burgers staat, is besloten om de welstandsadviezen te blijven vragen aan welstandscommissie van hûs en hiem.

12 9 De welstandscommissie geeft advies De wettelijke, meest primaire taak van de welstandscommissie is het uitbrengen van welstandsadviezen aan burgemeester en wethouders over de aan haar voorgelegde bouwplannen in de vergunningsprocedure. Dit welstandsadvies is gebaseerd op de in deze welstandsnota genoemde welstandscriteria. De welstandscommissie is volgens artikel 1 lid 1n Woningwet een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie. De organisatie, werkwijze en instelling van de welstandscommissie is vastgelegd in de gemeentelijke Bouwverordening van Vlieland. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de Bouwverordening. Wanneer vragen burgemeester en wethouders advies aan de welstandscommissie? Burgemeester en wethouders vragen in principe alleen voor omgevingsvergunningen voor (ver)bouwen, slopen en (aanlegwerkzaamheden in het beschermd dorpsgezicht, die met name zijn genoemd in het bestemmingsplan) advies aan de welstandscommissie. Daarnaast wordt advies gevraagd bij zomerwoningen onder de 70 m², volgens afspraak met Staatsbosbeheer en in het kader van de excessenregeling. Wanneer kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het advies van de welstandscommissie? Burgemeester en wethouders volgen in hun oordeel in principe het advies van de welstandscommissie. Er bestaan echter enkele uitzonderingen: Afwijken op inhoudelijke grond Burgemeester en wethouders hebben de mogelijkheid om op inhoudelijke gronden af te wijken van het advies van de welstandscommissie. In een dergelijk geval zijn burgemeester en wethouders van mening dat de welstandscommissie de van toepassing zijnde criteria niet juist heeft geïnterpreteerd, of dat de commissie niet de juiste criteria heeft toegepast. In dat geval kunnen burgemeester en wethouders een second opinion aanvragen bij een ander provinciaal welstandsorgaan, bijvoorbeeld het Overijsselse Oversticht. Deze situatie kan zich voordoen wanneer burgemeester en wethouders bij een vergunningaanvraag op inhoudelijke grond tot een ander oordeel komen dan de welstandscommissie. Een second opinion wordt aangevraagd voordat het besluit op de vergunningaanvraag wordt genomen én binnen de daarvoor geldige afhandelingstermijn. Afwijken van de welstandscriteria Ondanks dat de welstandscriteria een conserverend karakter hebben, bestaat via de zogenaamde hardheidsclausule de mogelijkheid om van de welstandscriteria af te wijken voor bouwplannen met een bijzondere kwaliteit (zie paragraaf 3.4). Afwijken op ruimtelijke gronden Als de welstandscriteria in conflict komen met de regels en mogelijkheden van het bestemmingsplan (incl. de afwijkings- en wijzigingsmogelijkheden) gaan de mogelijkheden van het bestemmingsplan voor en worden de welstandscriteria hieraan ondergeschikt dan wel wijken burgemeester en wethouders af van de welstandsnota. In dergelijke gevallen zal de contact-ambtenaar voor welstand van de gemeente contact opnemen met de welstandsadviseur van hûs en hiem Afwijken om andere redenen Op grond van artikel 2.10 lid 1e van de Wabo hebben burgemeester en wethouders de mogelijkheid om bij strijd van een bouwplan met redelijke eisen van welstand, toch de vergunning te verlenen indien zij van oordeel zijn dat daarvoor andere redenen zijn. Dit kunnen bijvoorbeeld economische of maatschappelijke redenen betreffen. De welstandscommissie en de raad worden hiervan op de hoogte gesteld.

13 10 Indieningsvereisten In de Ministeriele regeling omgevingsrecht (MOR) is bepaald welke wettelijke eisen worden gesteld aan de aan te leveren gegevens en bescheiden voor een omgevingsvergunning voor bouwen; Daarnaast wordt voor de bouwactiviteiten die plaatsen op gronden van Staatsbosbeheer aanvullende gegevens gevraagd, zoals terrassen, terreininrichting en extra foto s HARDHEIDSCLAUSULE EN EXCESSENREGELING In de welstandsnota zijn twee regelingen opgenomen waarop burgemeester en wethouders in bepaalde uitzonderingsgevallen een beroep kunnen doen. Het gaat hierom de hardheidsclausule en de excessenregeling. zodat in de jaarlijkse evaluatie de raad kan beoordelen of de beslissing tot afwijking reden is om de welstandsnota aan te passen. De toepassingsregel hardheidsclausule: Het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of standplaats is al dan niet in strijd met redelijke eisen van welstand - beoordeeld naar de criteria conform artikel 12 van de Woningwet en verwoord in de door de gemeenteraad vastgestelde Welstandsnota - indien Burgemeester en Wethouders daartoe op basis van een gemotiveerd welstandsadvies besluiten. Hardheidsclausule Bij de beoordeling van een bouwplan kan het in bepaalde gevallen voorkomen dat de welstandscriteria ontoereikend zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval als er sprake is van een plan dat vanwege de bijzondere kwaliteiten boven het kader van de welstandsnota uitstijgt. Dan kunnen burgemeester en wethouders, na advies van de welstandscommissie, gemotiveerd afwijken van de welstandscriteria. In dat geval is er sprake van een bijzondere situatie en/of bestaat er twijfel aan de toepasbaarheid van de criteria. Deze afwijkingsbevoegdheid is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht. De afwijking kan worden gebaseerd op de algemene criteria en dient gemotiveerd te worden in de beslissing op de aanvraag van de vergunning. Voor woningen op het zomerhuizenterrein wordt een gecombineerd advies van welstandscommissie, medewerkers Staatsbosbeheer en RO medewerker gemeente opgesteld voor het college van burgemeester en wethouders. Er dient een consensus te zijn tussen deze drie partijen anders wordt geen positief advies overgelegd. Deze afwijking wordt vervolgens in het jaarverslag opgenomen,

14 11 Excessenregeling Indien het uiterlijk van een bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand, kunnen burgemeester en wethouders degene die tot het opheffen van de strijdigheid bevoegd is, aanschrijven om die strijdigheid op te heffen. Omdat ook vergunningsvrije bouwwerken, in de voor welstand aangewezen gebieden aan uiterst minimale eisen van welstand moeten voldoen, is de excessenregeling tevens van toepassing op vergunningsvrije bouwwerken. Om te voorkomen dat er achteraf sprake is van een in ernstige mate strijdigheid met redelijke eisen van welstand kan een initiatiefnemer van een te bouwen vergunningsvrij bouwwerk dit vrijwillig laten toetsen op welstand. De sneltoetscriteria kunnen daarbij het adviserend kader zijn. Geen excessenregeling in welstandsvrij gebied In gebieden die van welstand vrij worden gesteld is ook de excessenregeling niet van toepassing. Toepassingsregel excessenregeling: Het uiterlijk van een bouwwerk is al dan niet in ernstige strijd met redelijke eisen van welstand - beoordeeld naar de criteria conform artikel 12 van de Woningwet en verwoord in de door de gemeenteraad vastgestelde Welstandsnota - indien Burgemeester en Wethouders daartoe op basis van een gemotiveerd welstandsadvies besluiten. Bij het toepassen van de excessenregeling moet er sprake zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Meestal gaat het dan om: - het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving; - het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk; - armoedig materiaalgebruik; - toepassing van felle of contrasterende kleuren; - een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is. -

15 12 4. WELSTANDSCRITERIA TOELICHTING In de welstandsnota worden verschillende typen criteria onderscheiden. In deze paragraaf wordt in het kort beschreven wat de criteria inhouden en voor welke bouwplannen ze van toepassing zijn. Algemene principes Hierbij gaat het met name om een aantal vakkundige beoordelingsaspecten, die gezamenlijk het algemene denk- en motiveringskader bij de beoordeling van bouwplannen vormen. Ook worden deze principes gehanteerd bij bouwplannen die zich weliswaar onttrekken aan de gebiedsgerichte criteria, maar toch van hoge kwaliteit blijken te zijn. Voor meer details wordt verwezen naar paragraaf 4.2. Gebiedsgerichte criteria De gebiedsgerichte criteria worden door de welstandscommissie gehanteerd bij de beoordeling van vergunningplichtige bouwwerken. Voor meer informatie wordt verwezen naar paragraaf 4.3. Objectgerichte criteria Objectgerichte criteria hebben betrekking op karakteristieke panden. Dergelijke criteria zijn opgesteld voor het Posthuis en het gebouw van Rijkswaterstaat. Zie ook paragraaf 4.4 Kader voor grotere (her-)ontwikkelingslocaties Voor grotere ontwikkelingsprojecten kunnen welstandsrichtlijnen opgesteld worden. Deze richtlijnen zijn bedoeld voor projecten waarvoor een nieuwe ruimtelijke structuur wordt ontworpen. Voor meer informatie wordt verwezen naar paragraaf ALGEMENE PRINCIPES Bij de algemene principes gaat het om een aantal vakkundige beoordelingsaspecten, die gezamenlijk het algemene denkkader vormen bij de beoordeling van bouwplannen. Ook gelden de principes in het geval een bouwplan niet binnen de gebiedsgerichte criteria valt, maar volgens de welstandscommissie vanwege de uitzonderlijke kwaliteit wel als positief kan worden beoordeeld. De algemene principes vormen dan een motiveringskader aan de hand waarvan de bijzondere schoonheid van het plan overtuigend kan worden aangetoond. Een toelichting op de algemene principes volgt hierna. De onderstaande algemene principes zijn gebaseerd op de teksten uit de notitie Architectonische kwaliteit van professor ir. Tj. Dijkstra. Relatie tussen vorm, gebruik en constructie Een bouwwerk wordt primair gemaakt om te worden gebruikt. Hoewel het welstandstoezicht is gericht op de uiterlijke verschijningsvorm, kan de vorm van het bouwwerk niet los worden gezien van de eisen vanuit het gebruik en de mogelijkheden die materialen en technieken bieden om een doelmatige constructie te maken. Gebruik en constructie staan aan de wieg van iedere vorm. Daarmee is nog niet gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het gebruik of de constructie. De verschijningsvorm is méér dan een rechtstreekse optelsom van gebruik en constructie. Er zijn daarnaast andere factoren die hun invloed kunnen hebben zoals de omgeving en de associatieve betekenis van de vorm in de sociaal-culturele context. Maar als de vorm in tegenspraak is met het gebruik en de constructie, dan verliest zij daarmee aan begrijpelijkheid en integriteit.

16 13 Relatie tussen bouwwerk en omgeving Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisen gesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is. Het bestaansrecht van een gebouw ligt niet in het eigen functioneren alleen, maar ook in de betekenis die het gebouw heeft in zijn stedelijk of landschappelijke omgeving. Ook van een gebouw dat contrasteert met zijn omgeving mag worden verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen en de omgeving niet ontkent. Waar het om gaat is dat het gebouw een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de omgeving en de te verwachten ontwikkeling daarvan. Over de wijze waarop dat bij voorkeur zou moeten gebeuren, verschaft het gebiedsgerichte beoordelingskader duidelijkheid. Betekenissen van vormen in de sociaal-culturele context Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde regels, net zoals een taal zijn eigen grammaticale regels heeft om zinnen en teksten te maken. Die regels zijn geen wetten en moeten ter discussie kunnen staan. Maar als ze worden verhaspeld of ongeïnspireerd gebruikt, wordt een tekst verwarrend of saai. Precies zo wordt een bouwwerk verwarrend of saai als de regels van de architectonische vormgeving niet bewust worden gehanteerd. Als vormen regelmatig in een bepaald verband zijn waargenomen, krijgen zij een zelfstandige betekenis en roepen zij, los van gebruik en constructie, bepaalde associaties op. Zo verwijzen pilasters in classicistische gevels naar zuilenstructuren van tempels, terwijl transparante gevels van glas en metaal associaties met techniek en vooruitgang oproepen. In iedere bouwstijl wordt gebruik gemaakt van verwijzingen en associaties naar wat eerder of elders reeds aanwezig was of naar wat in de toekomst wordt verwacht. De kracht of de kwaliteit van een bouwwerk ligt vooral in de wijze waarop die verwijzingen en associaties worden verwerkt en geïnterpreteerd binnen het kader van de actuele culturele ontwikkelingen, zodat concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit. Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit het verleden, maar bij nieuw- of verbouw in een bestaande (monumentale) omgeving betekent dit dat duidelijkheid moet zijn wat authentiek is en wat nieuw is toegevoegd. Een ontwerp kan worden geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar dat is iets anders dan het imiteren van stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden. Associatieve betekenissen zijn van groot belang om een omgeving te begrijpen als beeld van de tijd waarin zij is ontstaan, als verhaal van de geschiedenis, als representant van een stijl. Daarom is het zo belangrijk om ook bij nieuwe bouwplannen zorgvuldig met stijlvormen om te gaan, zij vormen immers de geschiedenis van de toekomst. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit Een belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw mag worden gesteld is dat er structuur wordt aangebracht in het beeld. Een heldere structuur biedt houvast voor de waarneming en is bepalend voor het beeld dat men vasthoudt van een gebouw. Symmetrie, ritme, herkenbare maatreeksen en materialen maken het voor de gemiddelde waarnemer mogelijk de grote hoeveelheid visuele informatie die de gebouwde omgeving geeft, te reduceren tot een bevattelijk beeld. Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in simpelheid. Een bouwwerk moet de waarnemer blijven prikkelen en intrigeren en zijn geheimen niet direct prijsgeven. Er mag best een beheerst beroep op de creativiteit van de voorbijganger worden gedaan. Van oudsher worden daarom helderheid en complexiteit als complementaire begrippen ingebracht bij het ontwerpen van bouwwerken. Complexiteit in de architectonische compositie ontstaat vanuit de stedenbouwkundige eisen en het programma van eisen voor het bouwwerk. Bij een gebouwde omgeving met een hoge belevingswaarde zijn helderheid en complexiteit tegelijk aanwezig in een evenwichtige en spanningsvolle relatie.

17 14 Schaal en maatverhoudingen Ieder bouwwerk heeft een schaal die voortkomt uit de grootte of de betekenis van de betreffende bouwopgave. Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen hun eigen grenzen geleed zijn, maar worden onherkenbaar en ongeloofwaardig als ze er uitzien alsof ze bestaan uit een verzameling losstaande kleine bouwwerken. De waarnemer ervaart bewust of onbewust de maatverhoudingen van een bouwwerk, maar wáárom de maatverhoudingen van een bepaalde ruimte aangenamer, evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere, valt nauwelijks vast te stellen. Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de maatverhoudingen een sterke samenhang en hiërarchie vertonen. Mits bewust toegepast kunnen ook spanning en contrast daarin hun werking hebben. materialen en kleuren een juiste interpretatie van de aard en de ontstaansperiode van het bouwwerk in de weg staat. De afmetingen en verhoudingen van gevelelementen vormen tezamen de compositie van het gevelvlak. Hellende daken vormen een belangrijk element in de totale compositie. Als toegevoegde elementen (zoals een dakkapel, een aanbouw of een zonnecollector) te dominant zijn ten opzichte van de hoofdmassa en/of vlakverdeling, verstoren zij het beeld niet alleen van het object zelf, maar ook van de omgeving waarin het is geplaatst. Materiaal, textuur, kleur en licht Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt een bouwwerk uiteindelijk zijn visuele en tactiele kracht: het wordt zichtbaar en voelbaar. De keuze van materialen en kleuren is tegenwoordig niet meer beperkt tot wat lokaal aan materiaal en ambachtelijke kennis voorhanden is. Die keuzevrijheid maakt de keuze moeilijker en het risico van een onsamenhangend beeld groot. Als materialen en kleuren teveel los staan van het ontwerp en daarin geen ondersteunende functie hebben, maar slechts worden gekozen op grond van decoratieve werking, wordt de betekenis ervan toevallig en kan het afbreuk doen aan de zeggingskracht van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het gebruik van

18 GEBIEDSGERICHT BEOORDELINGSKADER Toelichting Gebiedsgerichte criteria zijn niet alleen gebaseerd op de bestaande ruimtelijke kwaliteiten van de gebieden; ze zijn ook ontstaan vanuit de doelstelling om in elk gebied een gewenst toekomstbeeld te realiseren. Deze uitgangspunten hebben er toe geleid dat voor elk gebied een toetsingskader geldt, op basis waarvan bouwplannen worden beoordeeld. De criteria geven aan welke gewaardeerde karakteristieken in het ontwerp moeten worden gebruikt om het gebouw of bouwwerk in zijn omgeving te laten passen. Deelgebieden Vlieland is onderverdeeld in verschillende deelgebieden. Voor elk deelgebied zijn specifieke welstandscriteria opgesteld. De deelgebieden zijn tot stand gekomen op basis van de waarneembare samenhang in de verschijningsvorm van de bebouwing. De volgende deelgebieden zijn onderscheiden: Gebied 1: Gebied 2: Gebied 3: Gebied 4: Gebied 5: Gebied 6: Gebied 7: Gebied 8: Beschermd dorpsgezicht; Dorpsuitbreiding 2de helft vorige eeuw; Willem de Vlaminghweg Oost; Havenfront; Bedrijventerrein; Zomerhuizenterrein; Recreatieve voorzieningen (zwembad, Stortemelk, badhotels); Bebouwing in het buitengebied. Gebiedsgericht beoordelingskader Voor elk deelgebied waar nog de welstandstoetsing van kracht is, geldt een beoordelingskader, dat bestaat uit de volgende onderdelen: een korte gebiedsbeschrijving, waarbij onder andere wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis, de landschappelijke omgeving, de stedenbouwkundige structuur, de functie van het gebied, de typering van de bebouwing en het materiaal- en kleurgebruik; een samenvatting van de te verwachten ontwikkelingen en de waardering van het gebied. De waardering wordt bepaald aan de hand van de belevingswaarde en de aanwezigheid van cultuurhistorische, stedenbouwkundige of architectonische waarden; een algemene beleidsintentie voor het deelgebied; de welstandscriteria, welke zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, namelijk plaatsing, hoofdvorm, aanzichten, opmaak en diversen. Uitgangspunt is dat de criteria niet in strijd zijn met de voor het gebied geldende bestemmingsplannen. Objectgericht beoordelingskader Het Posthuis en het gebouw van Rijkswaterstaat hebben de status van een karakteristiek pand. Voor deze gebouwen geldt een apart objectgericht beoordelingskader.

19 16 GEBIED 1: BESCHERMD DORPSGEZICHT Gebiedsbeschrijving De ruimtelijke structuur van het beschermde dorpsgezicht kenmerkt zich door de lintvormige bebouwingsstructuur met diepe achtertuinen naar de Wadkust en de duinen. De hoofdzakelijk onbebouwde achtertuinen langs de Wadkust vormen de overgang van het onbebouwde naar het bebouwde gebied. Hier ligt dan ook de openerfzone uit het bestemmingsplan. Bepalend in dit bebouwingspatroon is de aaneengesloten en over de gehele lengte in één rooilijn gecreëerde bebouwing aan de Dorpsstraat, afgewisseld met loodrecht daarop gesitueerde "gloppen". De panden zijn gericht op de Dorpsstraat en bestaan voor het merendeel uit één bouwlaag met kap of met de tweede bouwlaag onder de topgevel, met een afwisselend beeld van lijst- en topgevels. Daarnaast wordt de bebouwing gekarakteriseerd door een eigen en herkenbare individualiteit wat met name tot uitdrukking komt in de maatvoering, de kapvorm en de indeling van de gevel. Voorts kenmerkt de bebouwing zich in het algemeen door een vrij smalle gevelbreedte, met name in relatie tot de diepte van het hoofdgebouw. Kenmerkend voor het ruimtelijk beeld van het beschermde dorpsgezicht is ook de toepassing van gebakken materialen (dakpannen, gevelstenen, e.d.) en historische kleuren uit de kleurenwaaier voor het schilderswerk van houten onderdelen. Het gebied aan de voet van de duinen heeft geen structurele binding met de bebouwing langs de Dorpsstraat, maar wordt gekenmerkt door de monumentale, kruisvormige kerk uit 1647 en het langgerekte 17 e eeuwse Armhuis, met bijbehorende terreinen. De lintvormige bebouwing aan de Dorpsstraat wordt ondersteund door een dubbele rij bomen (iepen) die het straatprofiel in drie banen verdeelt. De inrichting van de openbare ruimte (plaveisel en straatmeubilair) wordt gekenmerkt door de eenvoud van materiaaltoepassing. In de Dorpsstraat is de bebouwing in een rechte rooilijn gebouwd. De panden bestaan voor het merendeel uit één bouwlaag met kap. Wisselende kapvormen.

20 17 Waardebepaling en ontwikkelingen De omgeving van de Dorpsstraat is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Een kleine veertig panden is aangewezen als rijksmonument. Daarnaast komen ook circa 15 karakteristieke panden/ locaties voor. Deze hebben in het bestemmingsplan een regeling gekregen waarbij de hoofdvorm wordt vastgelegd. De lintvormige bebouwingsstructuur met diepe achtertuinen naar de Wadkust en de duinen, de gloppenstructuur, de aaneengesloten bebouwing en de architectonische kenmerken geven de Dorpsstraat een bijzonder karakter. De ontwikkelingen zullen incidenteel en kleinschalig zijn. Aanpassingen en verbouwingen zullen met name betrekking hebben op kwaliteitsverbetering of vergroting van panden aan de achterzijde. Beleidsintentie Het bestaande beeld vormt het uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling, met een nadruk op herstel en restauratie. Welstandscriteria Aanvragen voor een vergunning ten behoeve van bouwen/verbouwen/wijzigen van een gebouw zullen worden getoetst aan de voor het onderhavige gebied geldende criteria. Plaatsing Hoofdgebouwen staan in een vrij strakke, plaatselijk licht wisselende, in de historie gegroeide rooilijn; De panden zijn direct aaneengebouwd tot een gesloten gevelwand, hooguit van elkaar gescheiden door een steeg of glop; Panden haaks op de straat, incidenteel evenwijdig; Smalle parcellering (bebouwingsdiepte is groter dan de voorgevelbreedte); Plaatsing bijgebouwen zo dicht mogelijk tegen of in de buurt van het hoofdgebouw (met name aan de Wadzijde). Hoofdvorm Individuele bouwvormen in één tot twee bouwlagen met kap (regeling vastgelegd door de bestemmingsplankaart); Kapvormen enkelvoudig en symmetrisch; Over het algemeen zadeldaken met plaatselijk mansardekappen en andere kapvormen; Afwisseling van lijst- en topgevels vormt een harmonisch geheel; Hoofdvorm en massaopbouw worden meebepaald door de breedte van de voorgevel. Over het algemeen varieert deze van 4,5 tot 8,5 meter; Algemene vormbehandeling is strak en enkelvoudig (kantig) met mogelijkheden om een kapvorm met wolfskap toe te passen; De gebouwen refereren aan of reageren op de traditionele/-historische architectuur. Aanzichten Er is een duidelijke gerichtheid op de publieke ruimte; De geleding is over het algemeen verticaal (de hoogte van de gevelopening is groter dan de breedte); De gevelindeling is kleinschalig. De gevelcompositie is traditioneel; Het grootste deel van de tuinen aan de Wadzijde wordt vrij gehouden van bebouwing; Uitgangspunt is de achtergevel van het hoofdgebouw zo zichtbaar mogelijk te houden door met een zorgvuldige plaatsing van (losstaande) bijgebouwen rekening te houden. Bij het uitbouwen van het hoofdgebouw door serre of vergelijkbare aanbouw mag met afwijking het bestemmingsplan over de hele gevel worden gebouwd, mits niet gebouwd wordt in de open-erfzone. Opmaak Gevels hebben een stenig karakter, daken zijn voorzien van gebakken pannen; Incidenteel oude (historische) houten topgevels; Detaillering over het algemeen traditioneel en sober;

21 18 Verdergaande detaillering bij panden op basis van ontstaan of bijzondere functie; Aandacht voor onderlinge verschillen bij ambachtelijk traditionele verschillen; Bij verbouw zorgvuldige afstemming op het bestaande karakter van de gevel; Omlijstingen van gevels, de daklijsten, de dakgoten, de kozijnen, de dakkapellen en ander houtwerk zoals deuren, ramen en houten delen van gevels in de kleuren uit de door de raad vastgestelde kleurenwaaier; De kleur van de gebakken pannen is overwegend rood; De kleur van de gevels is gedekt. Gevels mogen niet zonder vergunning van burgemeester en wethouders worden geverfd of zodanig behandeld dat het uiterlijk aanzien wordt gewijzigd; Bestaande gestukadoorde (doorgaans historische) panden kunnen in een lichte kleur zijn uitgevoerd. Kunststof onderdelen, welke zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, zijn niet toegestaan. Diversen De Dorpsstraat met zijn interessante driedeling in de opbouw van het dwarsprofiel, de bomen en de sobere bestrating zijn in hoge mate meebepalend voor het karakter en de beleving van de openbare ruimte. Aanvullende criteria Onderstaande criteria kunnen worden gehanteerd bij de beoordeling van vergunningsplichtige bouwwerken.. Bijgebouwen en aan- en uitbouwen De bijgebouwen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bevinden zich aan de achterzijde van het hoofdgebouw. Bijgebouwen en aan- en uitbouwen zijn voor wat betreft de wanden opgetrokken uit steen (in gedekte kleuren passend bij het karakter van het hoofdgebouw) of hout (in groen, passend bij de traditionele uitvoering van bijgebouwen). De dakbedekking is uitgevoerd in gebakken pannen. De kleur van de pannen is overwegend rood. In uitzonderingsgevallen kan een platte dekbedekking worden toegestaan. Erfafscheidingen In het algemeen wordt bij de welstandsbeoordeling van erfafscheidingen met name gelet op de vormgeving en het materiaal- en kleurgebruik. Erfafscheidingen worden uitgevoerd in traditionele, natuurlijke materialen (bijvoorbeeld hout) en in een eenvoudige, maar zorgvuldige vormgeving. Betonschuttingen zijn niet toegestaan. Dakkapellen Ten aanzien van dakkapellen wordt bij de welstandsbeoordeling gelet op: - de plaatsing van dakkapellen op het achterste deel van de zijdelingse dakvlakken; - het beperken van de zichtbaarheid vanuit de straat; geen negatieve invloed op het straatbeeld; - de omvang van de dakkapel(len) is in een juiste verhouding tot het betreffende dakvlak; - de plaatsing van dakkapellen ten opzichte van goot. Reclame Reclameaanduiding op en aan de gevels zal ondergeschikt zijn en geen storende invloed hebben op het straat- en bebouwingsbeeld. Een reclameaanduiding op en aan de gevel is qua vormgeving afgestemd op de architectuur van de gevel en de omgeving. Op een zelfstandig pand zijn niet meer dan twee reclameaanduidingen aanwezig. Reclameobjecten zijn als regel geplaatst op het bovenste deel van het begane grondgedeelte van de gevel. Ze zijn qua afmetingen ondergeschikt aan de afmetingen van gevel en geveldelen. Materiaal en kleur van reclameobjecten zijn in harmonie met de gevel waarop ze zijn geplaatst. Lichtreclame is niet toegestaan.

22 19 Rolluiken Het toepassen van rolluiken in het beschermde dorpsgezicht is niet toegestaan. Zonweringen Het plaatsen van zonweringen in de Dorpsstraat is toegestaan, mits aan de volgende criteria wordt voldaan: - zonweringen mogen horizontaal, dan wel als markiezen worden uitgevoerd; - zonweringen mogen over de totale breedte of in meerdere gedeelten worden aangebracht, waarbij de symmetrie van het pand moet worden gewaarborgd. Verder gelden de volgende regels: 1. voldaan moet worden aan het gestelde in de A.P.V. Vlieland, dat betekent: - de zonneschermen mogen alleen boven het voetgangersgedeelte worden aangebracht; - geen onderdeel mag zich minder dan 2,2 meter boven het voetgangersgedeelte bevinden; - de onderdelen mogen niet verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reiken; 2. de kleuren van de kleurenwaaier moeten worden aangehouden als kleuren voor de zonweringen; 3. de zonweringen moeten kunnen worden ingeklapt of ingerold, zodat buiten sluitingstijden de zonwering niet meer functioneel wordt gebruikt. Zonnepanelen en zonnecollectoren Traditionele zonnepanelen en collectoren zijn in het beschermde stads- en dorpsgezicht toegestaan, mits ze niet vanaf de openbare ruimte zichtbaar zijn. Op gebouwen die geen rijksmonument zijn, zijn zonnepanelen en zonnecellen toegestaan in de vorm van dakpannen of daarmee vergelijkbare systemen, in de kleur van het dakvlak. Nieuwe woning in de Dorpsstraat Voor monumenten blijft naast een vergunning voor bouwen tevens een vergunning voor monumenten voor het plaatsen van zonweringen noodzakelijk.

23 20 GEBIED 2: DORPSUITBREIDING 2DE HELFT VORIGE EEUW Gebiedsbeschrijving Nieuwestraat e.o. In de jaren 50 en begin 60 van de vorige is een dorpsuitbreiding ter plaatse van de Nieuwestraat gerealiseerd. De projectmatig ontwikkelde woningen (in de sociale sector) kenmerken zich door de vormgeving en materiaalkeuze van die tijd; rijenwoningen in rode baksteen en gedekt met rode pannen. De kap is beperkt van omvang door de geringe dakhelling. De woningen zijn gesitueerd in strakke rooilijnen. Halverwege de Nieuwestraat heeft een invulling plaatsgevonden van een open plek. Dit gebouw manifesteert zich als een grote woning maar er zijn verschillende appartementen in ondergebracht. Het dwarsprofiel van de ruimte tussen de voorgevels aan weerszijden van de straat kent een eenvoudige opbouw. Van belang voor de beleving zijn de heggen en de in de voortuinen geplaatste bomen. Dit laatste is herhaald bij de woningen aan de Middenweg. Langs de Willem de Vlaminghweg zijn iets later in de tijd nog een enkel rijtje, vrijstaande en halfvrijstaande woningen gebouwd. De woningen in het meest westelijke deel van gebied 2 onttrekken zich aan het algemene beeld doordat ze in één bouwlaag gerealiseerd zijn in een zeer wisselende plaatsing (ingegeven door hoogteverschillen). De vormgeving en met name de kleurkeuze voor de toegepaste materialen is minder eenduidig dan bij de Nieuwestraat en de Middenweg. De school tenslotte in de bocht van de Willem de Vlaminghweg is een bijzonder element in een verder redelijke eenduidige vorm gegeven woonbuurt. Projectmatig ontwikkelde woningen aan de Nieuwestraat. Vrijstaande woningen Dennenlaan. vrijstaande woningen aan de Blinkerd. Lutinelaan e.o. In de jaren 70/80 en 90 heeft een verdere uitbreiding plaats gevonden in het duingebied langs de Lutinelaan.

24 21 In deze dorpsuitbreiding zijn veel rijen- en halfvrijstaande woningen opgenomen, evenals een aantal vrijstaande woningen. De verscheidenheid aan bouwvormen is groot. Naast woningen in 2 bouwlagen met een kap zijn er ook woningen die bestaan uit 1 bouwlaag met kap. Er zijn platte bungalows maar ook woningen in 2 lagen plat afgedekt of voorzien van een kap. Veel van de woningen zijn projectmatig tot stand gekomen. In de omgeving van de Uiterton is de plaatsing van de woningen ingegeven door de natuurlijke terreingesteldheid. Met andere woorden, de in dit gebied aanwezige oude duinen zijn bepalend voor de tamelijk willekeurige situering. In het resterende gedeelte zijn de woningen langs de straat gesitueerd in een strakke en plaatselijk willekeurige en gestaffelde rooilijn. De opname in het reeds aanwezige bos waarbij veel bomen in de tuinen (tot soms vlakbij de gevel) zijn gespaard zorgen ondanks de planmatige aanpak voor een natuurlijk en goed ingepast aanzien. De Uiterton en de school zijn bijzondere gebouwen in een gebied dat voor de rest alleen uit woningen bestaat. Op de plaats van het voormalige Kaap Oost is een appartementenhotel gekomen. Omdat in deze gebieden hoofdzakelijk sprake is van rijen (huur)woningen, waarvan de vormgeving vast ligt en het feit dat de vergunningsplichtige bijgebouwen reeds beperkt en aanwezig zijn met een hoog gehalte aan vergunningsvrije bouwwerken achter de achtergevel. Dit gebied leent zich voor het welstandsvrij maken. Een uitzondering zou dan moeten vormen: de gebieden van de Uiterton, de VMBO en de obs de Zeester. Nieuwbouw of verbouw op deze locaties heeft een grote impact op de directe omgeving, hier is een welstandstoetsing wel gewenst. Nieuwestraat Gebied ten westen van de Nieuwestraat De woningen aan de westrand van het deelgebied onttrekken zich aan het algemene beeld door: Een afwijkende hoofdvorm bestaande uit 1 bouwlaag met kap; Een afwijkende situering; niet langs maar willekeurig ten opzichte van de weg; Afwijkende kleurkeuze; de pannendaken zijn hier antracietkleurig. Bij de ontwikkeling van deze nieuwe gebieden zullen bij de planologische procedure ook de welstandscritera worden betrokken.

25 22 GEBIED 3: WILLEM DE VLAMINGHWEG - OOST Gebiedsomschrijving Dit deel van de Willem de Vlaminghweg kenmerkt zich door een zeer gedifferentieerde ruimtelijk weinig samenhangende bebouwing. De bedrijfsgebouwen (meestal stalling en opslag) worden afgewisseld met een enkele woning. Enige jaren terug is er op de hoek met de Lutinelaan een project met vrijstaande woningen gerealiseerd. De bebouwing is vrij dicht tegen de weg gesitueerd. Dit geldt met name voor de bedrijfsgebouwen. De incidentele woonhuizen zijn over het algemeen teruggerooid. Dit geldt overigens niet voor de genoemde woningen op de hoek met de Lutinelaan. Deze woningen hebben een onderbouw waarin hout is toegepast. De daken zijn gedekt met rode pannen. Het materiaal- en kleurgebruik in de rest van dit deelgebied is zeer divers. Ook de kaprichtingen vertonen geen eenduidig beeld. Hooguit kan gezegd worden dat er sprake is van een enkelvoudige massa-opbouw met eenvoudige zadeldaken. Waardebepaling en ontwikkelingen Het voor dit gebied geldende beleid is vastgelegd in het bestemmingsplan voor de kom. Vastgesteld is dat het beleid voor de toekomst zich zal richten op het versterken van de woonfunctie. De bedrijfsmatige ontwikkelingen zullen zich met name voordoen op het bedrijventerrein aan de oostkant van het eiland. De huidige bedrijfsfuncties langs de Willem de Vlaminghweg kenmerken zich veelal door stalling en opslag. De verschijningsvorm en uitstraling van dit gebied doet afbreuk aan het karakter van de dorpskom. Het bestemmingsplan regelt de huidige situatie maar geeft de mogelijkheid om na sanering van (delen van) de bedrijfsbebouwing over te gaan tot vervangende nieuwbouw ten behoeve van woningen. Bedrijfsgebouwen aan de Willem de Vlaminghweg. Voormalige Nuoncentrale Dit terrein aan de W. de Vlaminghweg is nu beschikbaar voor woningbouw woningen aan de Willem de Vlaminghweg.

26 23 Het buiten werking stellen van de energie- centrale is de aanleiding zijn voor een vergaande verandering in dit gebied. Beleidsintentie Het bestaande beeld vorm het uitgangspunt voor de verdere ontwikkelingen met de mogelijkheid voor afwijkende incidentele verandering. Op termijn zal het structureel wijzigen van delen van het gebied aanleiding zijn tot ingrijpende veranderingen. Welstandscriteria Aanvragen voor een vergunning ten behoeve van bouwen/verbouwen/wijzigen van een gebouw zullen worden getoetst aan de voor het gebied geldende criteria. Plaatsing De gebouwen zijn in een wisselende rooilijn geplaatst over het algemeen vrij dicht tegen de weg; De bebouwing is plaatselijk in een halfgesloten patroon gerealiseerd; De bebouwing is wisselend van richting. Aanzichten De bedrijfsgebouwen zijn georiënteerd op de openbare ruimte; De compositie is pragmatisch traditioneel; De geleding van de gebouwen is wisselend. Opmaak De gevels van de bedrijfsgebouwen hebben een stenig karakter; De dakbedekking bestaat uit pannen of golfplaten; Er dient sprake te zijn van donker en ingehouden kleurgebruik; Felle accentkleuren waardoor de bebouwing te veel aandacht vraagt zullen worden vermeden. Diversen Voor het realiseren van nieuwe woningen en/of woonprojecten aan de zuidzijde van de Willem de Vlaminghweg, zal een nieuw toetsingskader worden ontwikkeld. Hoofdvorm De bebouwing bestaat over het algemeen uit 1 bouwlaag met kap. De verdiepingshoogte varieert sterk afhankelijk van de functie. Incidenteel zijn twee bouwlagen met kap mogelijk De hoofdgebouwen hebben zadeldaken, bij enkele woningen is er sprake van een samengestelde kapvorm; Er is sprake van een enkelvoudige massa-opbouw met een symmetrisch ruimteprofiel; De relatieve omvang, dit betreft de schaal van de bebouwing is sterk wisselend en afhankelijk van de functie; De vormbehandeling is kantig.

27 24 GEBIED 4: HAVENFRONT Gebiedsbeschrijving Het havenfront betreft één van de belangrijkste plekken van Vlieland. Het is de plaats van aankomst en vertrek. De aanlegplek voor de veerboot kenmerkt zich door de wijze waarop de aan- en afvoer van goederen en personen is georganiseerd. Het terrein is beperkt van omvang en hoewel totaal versteend toch kleinschalig van karakter. Een plat, laag gebouw geeft plaats aan de terminalfaciliteiten. Het gebouw is puur functioneel. Van ruimtelijke samenhang met de aangrenzende bebouwing is geen sprake. De aan de noordzijde gelegen bebouwing maakt duidelijk front naar de zee. Ten westen van de Lutinelaan kenmerkt het gebied zich door een combinatie van diverse functies (voornamelijk horeca met wonen). De bebouwing bestaat hier uit dichtaaneen gebouwde panden in een wisselende rooilijn. De hoofdgebouwen bestaan uit 1 tot 2 bouwlagen, met of zonder kap. Samenhang ontstaat er door het feit dat het overgrote deel van de panden is gedekt met grijze of antracietkleurige dakpannen. Aan de oostzijde van de Lutinelaan is de functie grotendeels gericht op het wonen. Een uitzondering vormt het appartementencomplex, waarbij ten behoeve van deze functie overigens een vergroting van het hoofdgebouw heeft plaatsgevonden. Meer richting het oosten is er sprake van een overgang naar het buitengebied. Hier wordt de afstand van de panden tot aan de weg steeds groter en neemt bovendien ook de afstand tussen de afzonderlijke panden toe. De woningen zijn vrijstaand (met het rijtje grenzend aan de Lutinelaan als uitzondering) en bestaan hier nagenoeg allemaal uit 1 bouwlaag met kap. Behoudens een enkele uitzondering, zijn de panden hier gedekt met een rode gebakken dakpan. Rijtjeswoningen ten oosten van de Lutinelaan. De veerbootterminal.

28 25 Waardebepaling en ontwikkelingen Dit gebied is ondanks de verschillen als een samenhangend geheel beschouwd. Bij aankomst bepaalt dit deel de eerste indruk en het beeld dat men van Vlieland heeft. Het gebied bepaalt de overgang naar het dorp door middel van dichtaangesloten gebouwde panden als de overgang naar het buitengebied in oostelijke richting. Hoewel het gebied op zichzelf geen bijzondere ruimtelijke waarden kent, is het met name het bijzondere van de plek die om een behoedzame aanpak vraagt. Beleidsintentie Het bestaande beeld vormt het uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling met de nadruk op het respecteren en interpreteren ervan. Welstandscriteria Aanvragen voor een vergunning ten behoeve van bouwen/verbouwen/wijzigen van een gebouw zullen worden getoetst aan de voor het gebied geldende criteria. Plaatsing Westelijk deel in de (licht wisselende) rooilijn: gesloten bebouwingspatroon; hoofdrichting dwars op de straat. Oostelijke deel in een rooilijn die meer naar het oosten toe op een steeds grotere afstand van de straat ligt: het bebouwingspatroon is open; hoofdrichting van de bebouwing grotendeels evenwijdig aan de straat. Oostelijk deel lintbebouwing in één bouwlaag + kap; enkelvoudige massa-opbouw. De vormbehandeling is in algemene zin kantig. Aanzichten Voor alle woningen/voorzieningen/bedrijven geldt dat deze een oriëntatie hebben die gericht is op de openbare ruimte; De geleding is evenwichtig; De compositie is traditioneel. Opmaak De panden (gevels) hebben een stenig karakter en worden afgedekt met gebakken pannen. De kleuren die overwegend toegepast dienen te worden, zijn rood voor de gevelsteen en antraciet en rood voor de pannendaken van respectievelijk het westelijke en oostelijke deel van het gebied. Diversen Voor eventuele grote veranderingen aan het gebouw bij de Veerdam, die niet in het bestemmingsplan passen, zal eerst een nieuw toetsingskader worden ontworpen. Hoofdvorm Westelijk deel bestaat uit 1 à 2 bouwlagen + kap kapvorm afwisselend; enkelvoudige massa-opbouw; de relatieve omvang is middelgroot.

29 26 GEBIED 5: BEDRIJVENTERREIN EN JACHTHAVEN gebiedsbeschrijving. Vastgesteld is dat het beeld voor de gebruikers niet aansluit bij het feit dat de haven voor een groot deel van de bezoekers de entree van het eiland vormt. Het bedrijventerrein ademt een bijzondere sfeer. Het is een terrein zoals je dat op de wal niet tegenkomt. - Op Vlieland is het bedrijventerrein het enige verzamelgebied voor veel verschillende functies; - Het beeld wordt door een niet onbelangrijk deel bepaald door opslag en stalling; - De bebouwing is eenvoudig van vorm en puur functioneel van aard; Waardebepaling en ontwikkelingen Naast reconstructie van het bestaande bedrijventerrein zal een gedeelte van de benodigde capaciteit gezocht worden in uitbreiding van het bedrijventerrein. Gekozen is voor een uitbreiding aan de oostzijde, ten oosten van de Fortweg. Met het oog hierop is een nieuwe ontsluitingsroute aangelegd die op twee punten aansluit op de Fortweg. Aan weerszijden van deze weg kan nieuwe bedrijfsvestiging plaatsvinden. Uitgangspunt is dat langs de weg voorkanten worden gecreeerd en geen achterkanten van bestaande kavels. Als stedenbouwkundig kader zal de regeling worden aangehouden zoals die is vastgelegd in de voorschriften van het nieuwe bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterseveld. Loodsachtige bebouwing op het bedrijventerrein op de weg georienteerd. Nieuwe bebouwing KNRM gebouw. Bedrijfsbebouwing gaat op in het landschap.

30 27 Dit betekent dat de hoogte van 8 meter als maximum bouwhoogte aangehouden zal worden. Hoewel het in principe is toegestaan om plat te bouwen, wordt voorgesteld om altijd een eenvoudige kapvorm toe te passen. Voor een goede inpassing in het duingebied is een genuanceerde hoogteregeling opgenomen in het bestemmingsplan. Naast de uitbreiding aan de oostzijde komen er als gevolg van de nieuwe infrastructuur ook bouwplekken beschikbaar op het bestaande bedrijventerrein. De intentie is om aansluiting te zoeken bij het eenvoudige karakter van de bebouwing. Voorop staat een sobere aanpak die onder andere tot uiting komt in een strakke en kantige hoofdvorm. De nieuwe bebouwing dient zich landschappelijk in te passen door onder andere ingehouden kleurgebruik (met een enkel beperkt accent). De bebouwing verschaft zich een eigen identiteit door de eventuele toepassing van ingetogen architectonische toevoeging bij de representatieve functie. Welstandscriteria voor het havengebouw Het nieuwe havengebouw is strategisch gesitueerd aan het eind van de voormalige Havenweg en bij de toegang tot de haven. Het gebouw is onder architectuur ontworpen Welstandscriteria voor reclame Reclame, die ontsierend is voor het straat- of bebouwingsbeeld of afbreuk doet aan de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals lichtreclame, neonreclame, bewegende reclame, daglicht reflecterende reclame, is niet toegestaan Reclame die qua plaatsing, kleurstelling, materiaalgebruik en/of detaillering de harmonie van de gebouwarchitectuur of van de openbare ruimte in de omgeving verstoort of vanaf grote afstand opvallend zichtbaar is, is niet toegestaan; Reclame boven de goot- of boeibordlijst van een pand is niet toegestaan; Per pand is één naamaanduiding (in losse letters) of één reclamezuil toegestaan dat/die in verhouding moet staan tot de grootte van het pand. Per pand is één vlakke gevelreclame per wand, grenzend aan de openbare weg, toegestaan. Doordat de bouwactiviteiten op het bedrijventerrein hoofdzakelijk bestaan uit hoofdgebouwen van damwandprofiel en de aan en bijgebouwen meestal vergunningsvrij kunnen worden gerealiseerd is er voor gekozen dit gebied welstandsvrij te maken. Dit geldt niet voor de woningen en de jachthaven. Tevens wordt een uitzondering gemaakt voor reclame. Voor de woningen wordt aansluiting gezocht bij de huidige vormgeving en het gestelde in gebied 4

31 28 GEBIED 6: ZOMERHUIZENTERREIN Gebiedsbeschrijving Ruimte Het zomerhuizenterrein van Vlieland (Ankerplaats, Vliepark en Duinkersoord) heeft vanwege de ligging in het duingebied een natuurlijk karakter. Dit karakter wordt mede bepaald door het feit dat de uiterlijke verschijningsvorm van de zomerhuizen aan het omringende landschap is aangepast. Het ruimtelijk beeld wordt gekenmerkt door een willekeurige ordening van individuele zomerhuizen die in uiteenlopende perioden zijn gebouwd (begin 20 ste eeuw tot zeer recent). Plaatsing De glooiing in het duinlandschap is mede bepalend (geweest) bij de plaatsbepaling van de zomerhuizen. Dit heeft er toe geleid dat de individuele huizen in een wisselende positie in het duinlandschap zijn gesitueerd en dus niet volgens een vast patroon. De huizen kennen een wisselende oriëntatie ten opzichte van de openbare ruimte. In veel gevallen is er sprake van een meerzijdige gerichtheid naar de openbare ruimte. De afstand tussen de woningen onderling kan als wisselend worden gedefinieerd. Hoofdvorm De hoofdvorm van de zomerhuizen is doorgaans enkelvoudig en bestaat doorgaans uit 1 bouwlaag met of zonder kap. In een uitzonderlijk geval komen ook twee lagen (met kap) voor. De woningen die niet van een kap zijn voorzien, staan grotendeels op Ankerplaats. De relatieve omvang varieert van klein tot relatief groot. De vormkarakteristiek is hoofdzakelijk kantig, maar in enkele gevallen is er sprake van een meer bijzondere, afgeronde hoofdvorm. Individuele zomerwoning in duinlandschap. Onder architectuur ontworpen zomerhuis op Vliepark. Verbouwd zomerhuis Ankerplaats

32 29 Er bestaat een grote variatie in kapvormen. De meest voorkomende kapvormen zijn het zadeldak en de wolfskap. In enkele gevallen komen ook samengestelde kappen en schilddaken voor. De dakhelling varieert. In sommige gevallen zijn dakkapellen met het zomerhuis mee ontworpen. Verschillende huizen zijn inmiddels verbouwd of uitgebreid. Aanzichten en opmaak De individualiteit van de huizen wordt met name toegeschreven aan de grote variëteit in onderlinge architectonische expressie, welke tot uiting komt in gevelindeling, materiaal- en kleurgebruik en detaillering. De indeling van de gevels van de zomerhuizen is evenwichtig maar onderling zeer gevarieerd (zowel horizontale als verticale geleding). Er zijn gevels die volledig zijn opgetrokken uit steenachtig materiaal óf uit een horizontale houten betimmering. Dit laatste komt vooral voor bij het ensemble van zomerhuisjes op het voormalige tenthuizenterrein. Ook komt een combinatie van deze materialen voor, waarbij de onderbouw is uitgevoerd in steen en de topgevel is voorzien van een houten betimmering. De kozijnen zijn meestal van hout. Het materiaalgebruik voor de daken varieert; er worden meestal gebakken pannen toegepast, maar mastiek, riet, zink of koper komt ook voor. Sinds 2008 is het echter verboden onbehandeld zink en koper te gebruiken op grond van de Bouwverordening. De kleur van de gevel varieert ook per individueel zomerhuis. In het geval van een stenen gevel wordt het beeld gekenmerkt door aardetinten (rood en aardetinten). In het geval van een houten gevel worden ook andere, meer fellere kleuren toegepast, zoals roodbruin, blauw, geel en wit. De kleur van de boeiborden, raamkozijnen en deuren is meestal wit, soms ook gecombineerd met fellere kleuren. De kleur van de dakbedekking is veelal oranje, rood/bruin en antraciet. De detaillering van de huizen is karakteristiek voor de periode waarin de huizen zijn ontworpen. Doorgaans is de detaillering eenvoudig. Zomerhuizen op Duinkersoord 55, 56 en 57. Oud zomerhuis op Ankerplaats/ Vliepark. Zomerhuis op Duinkersoord.

33 30 In sommige gevallen is meer aandacht aan details gegeven in de vorm van luiken, een al dan niet versierd boeibord, een overstek, schoorsteen, roeden of een veranda. De uitbreidingen of bijgebouwen sluiten qua materiaal- en kleurgebruik en detaillering aan bij die van het hoofdgebouw. Bijzondere zomerhuizen Op het zomerhuizenterrein staat een aantal zomerhuizen die vanwege het bijzondere ontwerp afwijken van het algemene bebouwingsbeeld. Het gaat hier om de zomerhuizen Duinkersoord 55, 56, 57 en Ankerplaats 36 en 37 en de zomerhuizen op het voormalige tenthuizenterrein. Duinkersoord 55, 56 en 57 De betreffende zomerhuizen zijn in het betreffende bestemmingsplan aangeduid als karakteristiek pand. Voor alle drie de huizen geldt dat het onderscheid tussen onderbouw en kap is vervaagd. Doordat de kap tot aan de grond is doorgetrokken en de onderbouw in de kap is geïntegreerd, is er sprake van een bijzondere, afgeronde hoofdvorm. Het materiaalgebruik is gelijk. De kap van de drie huizen is in zijn geheel voorzien van pannen. De voor- en achterzijde van de huizen wordt gekenmerkt door horizontaal betimmerde topgevels. Het kleurgebruik varieert. Ankerplaats 36 en 37 De twee zomerhuizen aan de Ankerplaats zijn onder architectuur ontworpen. De hoofdvorm van beide huizen bestaat uit een onderbouw met daarop een kap waarin het woongedeelte is ondergebracht. De kap is van koper en is in een bijzondere, afwijkende vorm uitgevoerd. De achterzijde van de kap loopt vanwege de afgeronde vorm vloeiend over in het duinlandschap. De gevels bestaan overwegend uit glas. Voormalig tenthuizenterrein Op het voormalige tenthuizenterrein staan zomerhuizen die vanwege de overeenkomsten in plaatsing, hoofdvorm, materiaal- en kleurgebruik en detaillering een bijzondere plaats inneemt. Het gaat hier om de volgende aspecten: - kleinschalige omvang; - eenvoudige gevelindeling, waarbij in de voorgevel zich openslaande deuren, met (aan weerszijden daarvan) een raam bevinden; - horizontaal betimmerde gevels (eventueel topgevel verticaal betimmerd); - houten gevels zijn onbeschilderd c.q. hebben een donkere houtkleur; - dakpannen in oranje/rode kleur; - uitbreiding en terrasafscheiding uitgevoerd in materiaal en kleur van het hoofdgebouw. Waardebepaling en ontwikkelingen De recreatiewoningen zijn gesitueerd in de open duinen, alle woningen zijn direct zichtbaar. De bebouwing in Ankerplaats, Vliepark en Duinkersoord (met uitzondering van de Kaap) kennen echter alle door de gerealiseerde ontwikkeling de laatste jaren binnen deze gebieden een grote diversiteit in massawerking, vorm en kleurstelling, waardoor deze onderling in ruimtelijke zin weinig als afzonderlijke deelgebieden te onderscheiden zijn. Binnen elk van deze gebieden kan een grote diversiteit aan type zomerhuizen worden waargenomen. Door de natuurlijke hoogteverschillen interfereren de woningen zeer sterk in het beeld. Het deelgebiedje De Kaap heeft nog een kenmerkend homogeen karakter Er is sprake van enkele ensembles die een bijzondere positie innemen, dit zijn Ankerplaats 36 en 37 en Duinkersoord 55,56 en 57 (dit laatste ensemble heeft in het bestemmingsplan de aanduiding karakteristiek gekregen).

34 31 Beleidsintentie Het beeld van recreatiewoningen versterken door aan te sturen op een grotere harmonie in massawerking, vorm en kleurstelling, tussen de woningen onderling, waarbij de inpassing in het duinlandschap in een ruimere omgeving een belangrijk criterium vormt. Hiertoe is gekozen voor een zogenaamd archetype welke gekenmerkt wordt door 13 punten (zie welstandscriteria), die zijn gericht op de positionering, massawerking, vorm, materiaal en kleurgebruik van de zomerwoningen. welstandscriteria zomerwoningen m.u.v. de Kaap 1. de recreatiewoningen zijn enkelvoudig vormgegeven, verstrooid in het duinlandschap in een open tot half-open ligging met maximaal één architectonisch ondergeschikt aangebouwd bijgebouw; 2. erfafscheidingen (behoudens paaltjes met draad, niet hoger dan 1 meter, zijn niet toegestaan; van een erfinrichting wordt met uitzondering van een ondergeschikt terras/ ondergeschikte terrassen en toegangspaden afgezien; 3. de gerichtheid van de woningen is gevarieerd, veroorzaakt door de ligging op/in het duin; 4. de recreatiewoningen kennen boven het maaiveld één bouwlaag met kap; 5. de kap vervult een dominante rol (ruim omhulsel); 6. de kap kent een overwegend gesloten karakter; 7. in de verhouding wandhoogte/kaphoogte is de kaphoogte dominant, ten aanzien van de wandhoogte is 3 meter of lager het uitgangspunt; 8. de voorgevelbreedte van de recreatiewoning met een topgevel is beperkt (± 6 meter), bij gevels met een grotere breedte dient een andere bouwwijze te worden gekozen zie bijlage; de dakhelling van de recreatiewoningen is ruim 45 ; 9. de geveltoppen van de recreatiewoningen moeten van een ander materiaal of vormgeving zijn dan de onderpuien, indien de woningen in steen worden uitgevoerd; 10. de gevelopeningen van de recreatiewoningen dienen zich voornamelijk op de begane grond laag te bevinden; 11. deze gevelopeningen hebben overwegend een verticale opbouw; 12. het materiaalgebruik van de recreatiewoningen bestaat uit natuurlijke materialen (overwegend hout en metselwerk); voor het dak wordt eveneens gekozen voor natuurlijke materialen, zoals gebakken pannen, waarbij de kleur van het dak aansluit bij de overheersende kleur van de daken in het landschap in de wijdere omgeving of riet (zie de dakenkaart), koper en zink zijn niet toegestaan; 13. voor de gevels van recreatiewoningen overheersen aardkleuren en gedekte tinten, als uitzondering kan wit of andere lichtere kleur worden toegepast voor woningen met een beperkte omvang of voor ondergeschikte onderdelen van de woning. aanvullende criteria voor recreatiewoningen 1. bij het maken van een souterrain wordt extra aandacht besteed aan de inpassing in het landschap, waarbij het souterrain zo min mogelijk in het gevelbeeld zichtbaar is; 2. bij het bouwen van meerdere woningen van het zelfde type, zullen niet meer dan 2 gelijke woningen of 3 gelijksoortige woningen in de onmiddellijke nabijheid van elkaar worden geplaatst; 3. zonne-panelen en zonnecollectoren dienen te passen in de compositie van het dakvlak in de kleur van het dak;

35 32 4. terras-schermen en andere uitwendige bouwwerken dienen in het ontwerp te zijn mee ontworpen. De volgende criteria gelden voor alle zomerwoningen bijgebouwen en uitbouwen 1. de aangebouwde bijgebouwen moeten architectonisch ondergeschikt worden ontworpen in materialen die passen bij het hoofdgebouw; 2. als de bijgebouwen plat worden afgedekt mogen ze worden afgedekt met bitumen. dakkapellen 1. dakkapellen zijn alleen toegestaan als ze ondergeschikt zijn en het dak voldoende helling heeft; 2. dakkapellen dienen op voldoende afstand van de nok, de goot en de hoekkepers te worden geplaatst (zie bijlage III); 3. maximaal één dakkapel op een dakvlak; 4. de kleurstelling van de wangen van de dakkapel voegt zich naar de kleur van het dak; 5. dakkapellen op aan- of bijgebouwen zijn niet toegestaan. welstandscriteria voor de Kaap 1. de recreatiewoningen zijn enkelvoudig vormgegeven (voormalige tenthuisjes) en liggen verstrooid in het duinlandschap in een halfopen ligging. erfafscheidingen en een erfinrichting, met uitzonderingen van terras en toegangspad, zijn niet toegestaan; de gerichtheid van de woningen is gevarieerd, veroorzaakt door de ligging op/in het duin; er is geen sprake van souterrains en de bijgebouwen zijn ondergeschikt en aangebouwd; de kap is laag en heeft een dakhelling tot maximaal 30 ; de kap kent een gesloten karakter, zonder dakopbouwen ; de gevelindeling is verticaal gericht met veelal aan de kopse zijde open slaande deuren; het materiaalgebruik bestaat uit houten wanden, eventueel stenen plinten en mastiek of dakpan(platen) in een rode kleurstelling op de daken ; voor de recreatiewoningen overheersen naturel en licht gebeitste kleuren; de in maatvorming ondergeschikte terrasschermen moeten in het hoofdontwerp worden meegenomen. Algemeen Bij alle toetsingen worden betrokken een kaart met kleuren van daken op het zomerhuizenterrein, bijlage I en een tekening met dakvormen gerelateerd aan de breedten van de woningen, bijlage II, voorbeelden van dakkapellen, bijlage III. Terrassen en overige bouwwerken moeten binnen het bouwvlak worden gesitueerd werkwijze bij een aanvraag om vergunning en of toestemming De gemeente en Staatsbosbeheer gaan uit van één loket-model. De aanvragen zullen worden ingediend bij de gemeente. Na het verlenen van de vergunning stuurt de gemeente een kopie van deze vergunning naar Staatsbosbeheer. De eigenaar dient wel separaat toestemming te vragen aan Staatsbosbeheer, deze zal toestemming afgeven als de vergunning is verleend. Voor bouwactiviteiten aan woningen die vallen onder de vergunningsvrije activiteiten, dient de eigenaar wel een welstandsadvies via de gemeente aan te vragen. Staatsbosbeheer geeft de vergunning slechts af als zij van de gemeente een positief welstandsadvies heeft ontvangen.

36 33 GEBIED 7: RECREATIEVE VOORZIENINGEN (ZWEMBAD, STORTEMELK EN BADHOTELS) Gebiedsbeschrijving Verspreid in het buitengebied en aan de rand van de kom, bevindt zich een aantal voorzieningen in de recreatieve sfeer. Het gaat hier om het zwembad, de tennisvereniging, kampeerterrein Stortemelk, de Badhotels nabij de strandovergang aan het eind van de Badweg met het strandpaviljoen. Zwembad Het zwembad bestaat uit een doosachtig volume met een bouwhoogte van ongeveer twee woonlagen. Lagere aanbouwen geven ruimte aan diverse bij het zwembad behorende functies. Het zwembadgebouw staat los in de ruimte. Is niet op een specifieke manier in het bosgebied ingepast en in zichzelf gekeerd. Tennisvelden Achter het zwembad liggen de tennisvelden met daarbij een clubgebouw en met aangebouwde berging. Voor het huidige clubgebouw geldt als uitgangspunt: dat maximaal twee bergingen mogen worden aangebouwd. Kampeerterrein Stortemelk De bebouwing op de kampeerterrein bestaat uit een ontvangst- en receptieruimte, recreatieruimten, ruimten voor wonen van personeel een opslaghal/werkruimte, een kampwinkel en gebouwen waarin sanitaire voorzieningen zijn aangebracht. De gebouwen zijn laag en wat materiaalkeuze betreft (veel vergrijzend hout) goed in het landschap ingepast. De bedrijfswoning is in 2009 vernieuwd en bevat enkele appartementen voor de huisvesting van personeel.

37 34 Boshuisjes in gebied tussen kampeerterrein en Kampweg In het structuurplan Visie voor Vlieland van 29 november 1999 wordt reeds gesproken over vervanging van kampeermiddelen door recreatiewoningen voor de verbetering van de exploitatie van het kampeerterrein. Voorwaarden zijn hierbij onder andere : - de recreatiewoningen dienen verhuurd te worden - maximaal 50 recreatiewoningen - geen recreatiewoningen in het duingebied - de beslotenheid van de beplanting moet in stand blijven. In de Structuurvisie 2020 Ruimte voor Vlieland van 13 december 2009 worden deze recreatiewoningen (eilandlodges, nu boshuisjes) genoemd als onderdeel van kampeerterrein Stortemelk waarbij gewezen wordt op seizoensverlenging. Het gemeentebestuur heeft de plannen positief ontvangen en gewezen op de noodzaak van een zorgvuldige ontwikkeling en inpassing van deze plannen, waarbij een zwaar accent op duurzaamheid moet worden gelegd. 5. de kap is laag en heeft een dakhelling tot maximaal 30 ; 6. de kap kent een overwegend gesloten karakter, zonder dakopbouwen; 7. de gevelindeling is verticaal; 8. het materiaalgebruik bestaat uit houten wanden, eventueel stenen plinten. De daken worden bedekt met mastiek, (dakplan)platen of natuurlijke materialen als gras; 9. voor de recreatiewoningen overheersen naturel en aardse kleuren; 10. de in maatvorming ondergeschikte (bouw)onderdelen, zoals terrassen en terrasschermen moeten in het hoofdontwerp worden meegenomen. Beleidsintentie Op de plankaart behorende bij de Structuurvisie is een zoekgebied aangewezen tussen het kampeerterrein en de Kampweg. Door het aanwijzen van de Natura 2000 gebieden is het gebied waar de recreatiewoningen kunnen worden gebouwd beperkt tot de linkerzijde van de toegangsweg naar de Bolder. De woningen kunnen eventueel in fasen worden gebouwd. welstandscriteria voor de boswoningen 1. de recreatiewoningen zijn enkelvoudig vormgegeven en liggen verstrooid in het boslandschap. 2. erfafscheidingen en een erfinrichting, met uitzonderingen van terras en toegangspad, zijn niet toegestaan; 3. de gerichtheid van de woningen is gevarieerd, veroorzaakt door de ligging in het bos; 4. er is geen sprake van souterrains en bijgebouwen zijn ondergeschikt en aangebouwd, waarbij de bergingen onderdeel vormen van het totaal aantal m² oppervlakte; Badhotel(s) + manege In het duingebied, aan weerzijden van de Badweg, is een hotel, kenmerkend door lange lijnen, twee of meer bouwlagen, plaatselijk afgedekt met een kap of kapachtige bovenbeëindiging. De kleuren van de gevels zijn licht. Vanaf het strand is de bebouwing slechts beperkt zichtbaar. De in het bestemmingsplan opgenomen bouwmogelijkheden zijn nagenoeg volledig benut.

38 35 Een vergroting zal zich in de toekomst niet voordoen, hooguit een enkele ondergeschikte toevoeging of wijziging. Strandpaviljoen Het strandpaviljoen heeft een enkelvoudige, functionele hoofdvorm en is volledig opgebouwd uit hout. Het strandpaviljoen mag het hele jaar door blijven staan. De bebouwingsmogelijkheden die in het bestemmingsplan worden gegeven zijn reeds benut. Manege In 2005 is een vergunning verleend voor de bouw van een nieuwe manege. Deze vergunning is maatgevend voor eventuele verdere ontwikkelingen. De planologische ruimte voor de manege en buitenbak zijn echter volledig benut. Waardering en ontwikkelingen Het bestaande beeld is in algemene zin een neutraal gegeven. De recent gebouwde voorzieningen op het kampeerterrein worden onder andere qua landschappelijke inpassing gewaardeerd. De gebouwen hebben een enkelvoudige of samengestelde hoofdvorm; Bijgebouwen zijn ondergeschikt en maken deel uit van de totale compositie van het gebouw of complex; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als toegevoegd of opgenomen in de hoofdmassa. Aanzichten Accenten en geledingen ten behoeve van onderscheid van functies zijn wenselijk; Wijzigingen en toevoegingen in stijl, maat en schaal afstemmen op het hoofdvolume. Opmaak Gevels zijn van baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen of van vergrijzend hout; Grote gevelvlakken bestaan uit materialen met een textuur zoals baksteen of houten betimmering; Het kleurgebruik is toegespitst op landschappelijke inpassing. Beleidsintentie Het beleid is in eerste instantie gericht zijn op handhaving van de verschillende complexen. Bij eventuele nieuwe ontwikkelingen (voor zover het bestemmingsplan dat toelaat) zal de landschappelijke inpassing voorop staan. Welstandscriteria Plaatsing Per terrein is er één hoofdmassa; De gebouwen zijn vrijstaand; De belangrijkste zijde van de hoofdmassa is gericht op de weg of naar de belangrijkste activiteit in de omgeving. Hoofdvorm De gebouwen hebben een individuele hoofdvorm die afhankelijk is van de functie en de plek;

39 36 GEBIED 8: BEBOUWING IN HET BUITENGEBIED Gebiedsbeschrijving Het eiland kent verspreid in het buitengebied een aantal bijzondere gebouwen/terreinen. Vuurtoren Eén van de bekendste gebouwen op Vlieland is de vuurtoren met daarnaast gelegen twee woningen van Staatsbosbeheer. De vuurtoren is aangewezen als Rijksmonumenten valt onder de Monumentenwet. Groepsaccommodaties/appartementencomplex Accommodaties als de Vliehorst, Eureka en Doniastate zijn van oudsher meebepalend voor de aankleding van het buitengebied. Voor deze gebouwen zijn de uitbreidingsmogelijkheden (vrijwel) allemaal benut. Defensieterrein De bebouwing op het defensieterrein bestaat uit legerbebouwing, bestaande uit twee lagen met zadeldak. De gebouwen hebben een enkelvoudige hoofdvorm en zijn opgetrokken uit rode baksteen en zijn sober gedetailleerd. Verspreid voorkomende woningen In het buitengebied komen twee woningen voor. De woningen zijn in het landschap gesitueerd. Ze zijn vrijstaand en kennen een enkelvoudige hoofdvorm, namelijk 1 laag met zadeldak. Het materiaal- en kleurgebruik is traditioneel. De detaillering is eenvoudig. Bebouwing Doniastate. Bebouwing Vliehorst. Eureka. Waardebepaling en ontwikkelingen Genoemde bebouwing kan vanuit diverse invalshoeken worden gewaardeerd:

40 37 de vuurtoren: vanuit de cultuurhistorie als landmark en onlosmakelijk verbonden met het beeld van het eiland groepsaccommodaties/appartementencomplex: bijzondere bebouwing in zeer verschillende signatuur. Meestal solitair gelegen in het landschap. defensieterrein: de gebouwen op zich zijn niet bijzonder vormgegeven. De gebouwen hebben een functioneel karakter. verspreid liggende woningen: De toetsing van de zomerwoningen in het buitengebied vindt op de zelfde manier plaats als de toetsing van de zomerwoningen op het zomerhuizenterrein (deelgebied 6 met die toevoeging dat de dakbedekiing dient te bestaan uit rood gebakken pannen. Algemene criteria Kleinschalige wijzigingen zullen plaatsvinden op basis van de bestaande karakteristieken van het betreffende gebouw. Daarbij gelden de volgende regels: - behoud van het oorspronkelijke karakter van de bebouwing; - kleur- en materiaalkeuze zal gericht zijn op een goede landschappelijke inpassing. Bij ingrijpende verbouwingen die het bestaande beeld veranderen zal als voorbereiding een beeldkwaliteitplan worden gemaakt. Dit plan zal worden beoordeeld door de welstandscommissie. Beleidsintentie Over het algemeen is het beleid gericht op handhaving van de bestaande bebouwing. Dit met uitzondering van de twee woningen in het buitengebied. Ook zijn voor de Vliehorst in de toekomst nieuwbouwplannen te verwachten. Als voorbereiding op deze plannen dient een nieuw kader te worden vastgesteld, aan de hand waarvan een welstandstoetsing kan plaatsvinden. Van belang hierbij is de landschappelijke inpassing van de nieuwe bebouwing. Voor de overige bestaande bebouwing geldt dat deze zeer verschillend van signatuur is. Hiervoor zal op voorhand geen gedetailleerd toetsingskader worden ontworpen. Wel geldt een aantal algemene criteria: Gebouwen op defensieterrein.

41 OBJECTGERICHT WAARDERINGSKADER Toelichting Er zijn gebouwtypen of bouwwerken te benoemen die zo gebiedseigen zijn, een zo specifieke functie hebben of zo beeldbepalend zijn voor de gemeente, dat daarvoor een afzonderlijk waarderingskader kan worden ontwikkeld. De beeldbepalende panden (dus panden die in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project niet de officiële status van rijksmonument hebben verworven, maar ook panden die in de bestemmingsplannen de aanduiding karakteristiek hebben gekregen) kunnen in een apart waarderingskader worden beoordeeld. Deze toch op zijn minst kenmerkende gebouwen zijn in kwantitatieve en ruimtelijk-historische zin meebepalend voor het beeld op Vlieland en verdienen bij verbouwingen of toevoegingen dan ook een gerichte behandeling. Karakteristieke panden Het gebouw van Rijkswaterstaat en het Posthuis zijn als karakteristiek te waarderen. Voor deze panden is een objectgericht waarderingskader met expliciete welstandscriteria opgesteld. In een dergelijk waarderingskader worden per karakteristiek pand de karakteristieken beschreven en de te behouden elementen benoemd. De waarde van de panden berust op de ruimtelijke en architectonische betekenis, streekhistorische kenmerken en duidingen van cultuurhistorische aard. Bouwplannen worden op basis van de objectgerichte criteria beoordeeld. De welstandsbeoordeling voor beeldbepalende panden is gericht op het voorkomen van (verdere) aantasting van de bebouwingskarakteristieken. Nieuwe ontwikkelingen en veranderingen blijven dus mogelijk. Welstandscriteria Plaatsing De huidige situering is bepalend. Hoofdvorm De hoofdvorm zal worden gehandhaafd; Bijgebouwen zullen geen afbreuk doen aan de hoofdvorm; Bijgebouwen op vanaf de weg en vanuit zee zichtbare plekken zullen in de stijl van het hoofdgebouw worden gerealiseerd. Aanzichten Wijzigingen dienen te worden beoordeeld in samenhang met de oorspronkelijke opzet; Opmaak Kleuren en materialen als bestaand.

42 39 Waarderingskader gebouw Rijkswaterstaat woning en voormalig koetshuis Algemeen De eerste bebouwing die bij een bezoek aan Vlieland zichtbaar wordt, betreft de bebouwing van Rijkswaterstaat op de kop van het eiland. Dit is voor de meeste bezoekers/toeristen de eerste kennismaking met het eiland. Het is dus met name uit het oogpunt van beleving dat er een zekere waarde toegekend kan worden aan dit voor Vlieland belangrijke punt. Met andere woorden, de markante ligging is bepalend voor het beeld. Het gaat dus niet zozeer om architectonische en cultuurhistorische waarden maar veel meer om de betekenis van de bebouwing als specifiek accent in een groter landschappelijk geheel. Gebiedsbeschrijving Ruimte De bebouwing is zeer markant gesitueerd op een iets hoger gelegen punt op de kop van het eiland. Bij aankomst op Vlieland vormt de bebouwing een landmark terwijl tegelijkertijd gezien vanuit de jachthaven er sprake is van een duidelijke ruimtelijke beëindiging. De gebouwen markeren de toegang tot een terrein van Rijkswaterstaat. Het decor wordt gevormd door bebossing. Plaatsing De twee gebouwen vormen een ensemble doordat de noklijnen van het gedeeltelijk evenwijdig aan de haven en voor een ander deel haaks daarop een bijelkaar geheel vormen. andere gebouw samengesteld. Aanzichten De gevelaanzichten vertonen een traditioneel beeld en een sobere uitvoering. Opmaak De materialisering is steenachtig. De detaillering sober. Het kleurgebruik voor de gevel is wit. Het is met name deze kleur die het complex zijn identiteit en uitstraling verschaft. Waardebepaling en ontwikkelingen Zoals reeds in de aanhef omschreven is, is met name de betekenis van de bebouwing als specifiek accent in een groter landschappelijk geheel van belang. Het is met name dit aspect dat in een positieve beleving zijn waardering vindt. Beleidsintentie Door het gebouw de kwalificatie karakteristiek pand te geven, wordt daarmee het beleid gericht op handhaving van het ensemble. Op onderdelen zal de bebouwing gewijzigd mogen worden, maar wel op die voorwaarde dat het karakter in stand blijft. Het Rijkswaterstaatgebouw met voormalige woning. Hoofdvorm De bebouwing bestaat uit 1 bouwlaag met kap. Bijgebouwen spelen een ondergeschikte rol ten opzichte van het hoofdgebouw. De massa-opbouw is voor het ene gebouw enkelvoudig en voor het

43 40 Voormalig koetshuis bij Rijkswaterstaatsgebouw Achter het kantoor van Rijkswaterstaat staat het voormalig koetshuis. Nu in gebruik als werkplaats met garage. Dit voormalige koetshuis is gebouwd als ruimte voor het stallen van de wagen en stalling voor het paard. De toenmalige opzichter van Rijkswaterstaat stalde de wagen in dit gebouw. De wagen staat nu in depot bij de gemeente. Het koetshuis zelf is gebouwd rond De huidige garage, annex kolenopslag is in 1954 aangebouwd. Het gebouw is markant in historische betekenis, zowel vanwege het gebruik als vanwege het feit dat dit een van de eerste gebouwen was nabij de werkhaven. Welstandscriteria Plaatsing De huidige situering is bepalend. Hoofdvorm De hoofdvorm zal worden gehandhaafd; Aanzichten Wijzigingen dienen te worden beoordeeld in samenhang met de oorspronkelijke opzet. Opmaak Materialen als bestaand.

44 41 Waarderingskader Posthuis Algemeen Als tegenhanger van de andere bebouwing die voor een objectgerichte beschrijving in aanmerking kwam (namelijk de panden van Rijkswaterstaat op de oostelijke punt van het eiland) heeft het Posthuis aan de westkant een soortgelijke karakteristieke betekenis. Naast een bepaalde cultuurhistorische betekenis is er in dit geval ook sprake van nog andere waarden. De markante ligging is bepalend voor het beeld. Het gaat om de betekenis van de bebouwing als specifiek accent in een groter landschappelijk geheel. Bovendien speelt het Posthuis in de beleving van veel bezoekers een belangrijke rol als eind- of rustpunt van een fiets- of wandeltocht. Gebiedsbeschrijving Ruimte Het Posthuis is als een kleine bebouwingscluster gesitueerd in een open gebied waar verder nauwelijks enige bebouwing voorkomt. Plaatsing De drie gebouwen vormen een ensemble omdat één van de panden haaks op de andere geplaatst is. De gebouwen zijn in de onmiddellijke nabijheid van elkaar gesitueerd. Hoofdvorm De bebouwing bestaat uit 1 bouwlaag met kap waarbij het hoofdgebouw door de grotere breedte een duidelijk hogere kap heeft. De massaopbouw is voor alle panden enkelvoudig. heeft verticaal gerichte gevelopeningen, een historisch- ambachtelijk waardevolle detaillering en een roedeverdeling die het historische karakter ondersteunt. Opmaak De materialisering is steenachtig waarbij er in de topgevels van het hoofdgebouw hout is verwerkt. Het kleurgebruik van het metselwerk is licht. Het is onder andere deze kleur die het ensemble zijn identiteit en uitstraling verschaft. Waardebepaling en ontwikkelingen Naast de cultuurhistorische betekenis is ook de betekenis van de bebouwing als specifiek element in een groter landschappelijk geheel van belang. Beleidsintentie Door het gebouw de kwalificatie karakteristiek pand te geven, wordt daarmee het beleid gericht op handhaving van het ensemble. Op onderdelen zal de bebouwing gewijzigd mogen worden, maar wel op die voorwaarde dat het karakter in stand blijft. Het Posthuis. Aanzichten De gevelaanzichten vertonen een traditioneel beeld. Over het algemeen is er sprake van een sobere uitvoering. Het oudste pand

45 42 Welstandscriteria Plaatsing De huidige situering is bepalend. Hoofdvorm De hoofdvorm zal worden gehandhaafd; Bijgebouwen zullen geen afbreuk doen aan de hoofdvorm; Bijgebouwen zullen in en alzijdig zichtbare benadering worden gerealiseerd in de stijl van de bijbehorende bebouwing. Aanzichten Wijzigingen dienen te worden beoordeeld in samenhang met de oorspronkelijke opzet. Opmaak Kleuren en materialen als bestaand.

46 KADER VOOR GROTE (HER-)ONTWIKKE- LINGSLOCATIES De gebiedsgerichte toetsingskaders zijn gebaseerd op bestaand bebouwd gebied. Het beleid is er veelal op gericht dat nieuwe bouwplannen in hoofdzaak dienen aan te sluiten bij het bestaande karakter van het gebied. Voor grotere nieuwbouw- en her-ontwikkelingslocaties is in veel gevallen een meer ontwerpende benadering aan de orde. Voor dergelijke gebieden is vrijwel altijd sprake van een nieuwe stedenbouwkundige opzet die een vertaling zal vinden in een (te herzien) bestemmingsplan of een wijzigingsbevoegdheid. Zodra een dergelijk project aan de orde is, zal daarvoor een nieuw beoordelingskader met (tijdelijke) welstandscriteria opgesteld worden. De algemene principes vormen het kader voor dit nieuwe beoordelingskader.

47 Bijlage 1 Begrippenlijst

48 1 Begrippenlijst A Aan- of uitbouw Aardtinten Rood/bruine tinten Achterkant Afdak Afstemmen B Bebouwing Bedrijfsbebouwing Behouden Belendende Beschermd dorpsgezicht Beschotting Bestemmingsplan Een aan een (hoofd)gebouw aanwezig bouwwerk dat ruimtelijk ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw, maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van dat (hoofd)gebouw. De achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achterzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar de weg of het openbaar groen. Dak dat is aangebracht tegen een muur of gebouw om tegen neerslag te beschermen. In overeenstemming brengen met. Eén of meer gebouwen en/of andere bouwwerken. Gebouwen ten behoeve van bedrijven zoals hallen, werkplaatsen en loodsen. Handhaven, in stand houden, bewaren. Naastgelegen, (direct) grenzend aan. Gebied dat vanwege de ruimtelijke of cultuur-historische waarde is aangewezen tot beschermd gebied krachtens de Monumentenwet, Houten gevelbekleding Door de gemeenteraad vastgesteld plan waarin gebruik van grond en bebouwingsvoorschriften zijn geregeld. Bestrating Verharding zoals straatstenen of tegels. Bijgebouw Een gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)- gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw. Blinde muur, wand of gevel Gevel of muur zonder raam, deur of andere opening. Boeibord Opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal. Boerderij Gebouw of gebouwen of een erf met een (oorspronkelijk) agrarische functie en het daarbij horende woonhuis waaronder de stolp, kop-hals-romp en andere typen Borstwering Bouwblok Bouwen Bouwlaag Omgevingsvergunning Buitengebied Bungalow C Carport Conformeren Lage dichte muur tot borsthoogte. Een aan alle zijden door straten, wegen of groen begrensde groep gebouwen, die een stedenbouwkundige eenheid vormt Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen of het vergroten van het bouwwerk. Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Buiten de bebouwde kom gelegen gebied, ook wel landelijk gebied genoemd. Meestal vrijstaande woning waarvan alle vertrekken op de begane grond zijn gesitueerd. Afdak om de auto onder te stallen, meestal bij een woning. Zich voegen naar, gelijkvormig maken,

49 2 Context Contrasteren aanpassen aan, afstemmen op. Omgeving, situatie, geheel van de omringende ruimtelijke kenmerken. Een tegenstelling vormen. D Dak Afdekking van een gebouw, vlak of hellend. Dakafdekking Vlak of hellend vlak van een gebouw, waarop dakbedekking is aangebracht. Dakhelling De hoek van het dak. Dakkapel Ondergeschikte toevoeging aan een dakvlak, vooral bedoeld om de lichttoevoer te verbreden en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakopbouw Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert. Dakraam Raam in een dak. Detaillering Uitwerking/weergave van de verschillende onderdelen c.q. aansluitingen. Diversiteit (Dwars)profiel E Ensemble Erf Voorerf Zijerf Verscheidenheid, afwisseling, variatie. Omtrek van een gebouw of bouwdeel (bijvoorbeeld kozijn) of een doorsnede daarvan. Architectonische en stedenbouwkundige compositie van meerdere panden. Onbebouwd stuk grond behorende bij een boerderij of huis. Gedeelte van het erf dat aan de voorzijde van een gebouw is gelegen; Gedeelte van het erf dat aan de zijkant van een gebouw is gelegen; Erker G Gebouw Geleding Achtererf Gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van een gebouw is gelegen. Kleine toevoeging van ten hoogste één bouwlaag aan de gevel van een gebouw, meestal uitgevoerd in hout en glas. Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijk, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Onderverdeling van de gevel in kleinere vlakken. Verticale, horizontale of figuratieve indeling van de gevel door middel van gevelopeningen, metselwerk, verspringingen of andere gevelkenmerken en detailleringen. Gevel Buitenmuur van een gebouw. Glop Een nauwe doorgang tussen een aaneengesloten bebouwingspatroon. Gradatie De mate waarin de woningen in het gebied het aangegeven beeldcomponent uitdrukken (bepalend, overwegend, gevarieerd). Hiermee wordt de mate van samenhang of juist verscheidenheid in het straatbeeld bepaald. H Hoofdvorm/-massa Voornaamste vorm I Ingetogen Onthouden van buitensporigheden of uitspattingen K Kap Een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt. Kavel Grondstuk, kadastrale eenheid. Kern Veelal kleinschalig stedelijk gebied, ook

50 3 wel centrum van dorp of stad. L Lessenaarsdak Dak met één hellend, niet onderbroken dakvlak. Lichtkoepel Raamconstructie meestal in een plat dak, in de vorm van een koepel. Lijst Een meestal versierde en geprofileerde rand als bekroning van de bovenzijde van een gevel. Lineair Rechtlijnig, langgerekt. Lint(bebouwing) Langgerekte weg met daarlangs bebouwing Luifel Een plat uitgebouwd afdak, vaak boven een deur. M Makelaar Mansardekap Verticale balk op de kopse kant van een zadeldak, die oorspronkelijk ter ondersteuning was maar vanaf de negentiend eeuw vooral decoratief is. Dakvorm waarbij het onderste deel van het dak steiler is dan het bovenste deel waardoor een geknikte vorm ontstaat. Massa Volume van een gebouw of bouwdeel. Materialisering Gebruik van materiaal Monument Aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet N Nok Horizontale snijlijn met twee dakvlakken, de hoogste lijn van een dak. O Oorspronkelijk Overeenstemmend met het origineel, eigen kenmerken dragend, authentiek. Ondergeschikt Voert niet de boventoon. Ontsluiting De toegang tot een terrein of een gebouw Oriëntatie De hoofdrichting van een gebouw. Ornamentiek P Paneel Versiering die in schilder- of bouwkunst wordt aangebracht op gebouwen. Rechthoekig vlak, geplaatst in een omlijsting. Parcellering Indeling in percelen. Piramidedak Dak gevormd door vier driehoekige dakschilden die in één punt bijeenkomen. Plaatmateriaal Plint Profiel Pui Bouwmateriaal dat in plaatvorm geleverd wordt, zoals hout (triplex en multiplex), kunststof (onder andere trespa) of staal (vlak of met profiel). Meestal ten behoeve van gevelbekleding. Een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan de onderzijde van een gebouw. Omtrek van een gebouw of bouwdeel (bijvoorbeeld kozijn) of een doorsnede daarvan. Onderste deel van een gevel, veelal grotendeels van glas. R Respecteren Met eerbied behandelen, eerbiedigen, waarderen. Rijtjeshuis Huis als onderdeel van een reeks aaneengebouwde, gelijkende woningen. Ritmiek Rooilijn S Regelmatige herhaling Lijn die in het bestemmingsplan of bouwverordening de grens aangeeft waarbinnen gebouwd mag worden. Samengesteld dak Dak, bestaand uit verschillende delen. Schilddak Dak, gevormd door twee driehoekige schilden aan de smalle en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.

51 4 Situering Sober Plaats van een bouwwerk in zijn omgeving. Bescheiden, eenvoudig. Zijgevellijn Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de ijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen. T Thema Textuur Toetsingskader Topgevel Trendsetter Sfeerbeschrijving per straat, zone of bebouwingsgroep De waarneembare structuur van een materiaal (bij metselwerk dus de oneffenheden van de steen en het voegwerk) Kader, bestaande uit criteria, dat gehanteerd wordt om een oordeel te kunnen vormen over de juistheid, waarde van een bouwwerk. Driehoekvormig, in een punt uitlopend deel van een gevel. (eerste) bouwwerk dat de trend bepaalt. U Uitbouw Aan het gebouw vastzittende bouwwerk dat rechtstreeks vanuit het gebouw toegankelijk is. V Voorgevellijn W Windveer Wolfskap Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een bouwwerk. Plank aan weerskanten van een pannendak, bevestigd langs de buitenste rij pannen. Meestal een zadeldak waarvan één of beide dakschilden op de kop een afgeknot dakschild (wolfseind) heeft. Z Zadeldak Dak met twee tegenoverliggende dakvlakken die bij de nok samenkomen.

52 Bijlage 2 Kaart met gebiedsindeling

53

54

55

56

57

58 Bijlage 3 Organisatie en werkwijze

59 1 Organisatie en werkwijze De organisatie, werkwijze en instelling van de welstandscommissie is vastgelegd in de gemeentelijke Bouwverordening van Vlieland. Hieronder volgt een overzicht van hetgeen in de Bouwverordening is geregeld. De advisering door de welstandscommissie Per 1 juli 2012 zal vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet het Besluit omgevingsrecht (BOR) worden gewijzigd, waarin de verplichting vervalt dat voor alle vergunningsplichtige bouwactiviteiten een onafhankelijk en deskundig welstandsadvies nodig is. Het college van burgemeester en wethouders is dan bevoegd zelf te bepalen voor welke bouwactiviteiten zij de een onafhankelijke commissie van deskundigen inschakelen en welke aanvragen zij op een andere manier willen afdoen. Het is dus niet zo dat het verplichte welstandsadvies verdwijnt. Het college kan bepalen dat de toetsing door de ambtelijke dienst wordt gedaan. Voorwaarde is wel dat dit openbaar moet plaatsvinden en dat een schriftelijk welstandsadvies wordt opgemaakt. Daarnaast kan raad, zoals voorheen ook al mogelijk was, besluiten bepaalde gebieden welstandsvrij te verklaren. De advisering over redelijke eisen van welstand is nu opgedragen aan hûs en hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg. De welstandscommissie adviseert over de welstandsaspecten van aanvragen voor vergunningplichtige bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo. De welstandscommissie baseert haar advies op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria. Voor vergunningsvrije zomerwoningen tot 70 m², welke passen in het bestemmingsplan vraagt de gemeente op verzoek van de aanvrager een advies aan de welstandscommissie. De welstandscommissie baseert haar advies op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria. Voor gesteld wordt deze werkwijze te continueren. Samenstelling van de welstandscommissie De welstandscommissie bestaat uit ten minste vijf leden, waaronder een voorzitter en een secretaris. Ten minste drie leden zijn deskundig op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie. Voor de leden worden plaatsvervangers aangewezen. De welstandscommissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste drie leden aanwezig zijn en waarvan ten minste twee leden beschikken over deskundigheid op het gebied van welstand. De leden van de commissie zijn onafhankelijk van het gemeentebestuur. Benoeming en zittingsduur De voorzitter, de secretaris en de overige leden van de welstandscommissie en hun plaatsvervangers worden op voorstel van burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen door de gemeenteraad. De leden van de welstandscommissie kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar. In een reglement van orde van de welstandscommissie worden nadere benoemingsprocedures opgenomen. Jaarlijkse verantwoording De welstandscommissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt: - op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota; - de werkwijze van de welstandcommissie; - op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen; - de aard van de beoordeelde plannen; - de bijzonder projecten. De welstandscommissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassingen van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.

60 2 Termijn van advisering De welstandscommissie brengt het advies over de aanvraag om een vergunning uit binnen twee weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht. Bij een gefaseerde bouwaanvraag wordt het advies over de eerste fase uitgebracht binnen twee weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht. In bepaalde gevallen kunnen burgemeester en wethouders in hun verzoek om advies de welstandscommissie een langere termijn geven dan hiervoor is genoemd. Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting De behandeling van bouwplannen door de welstandscommissie is openbaar. De agenda voor de vergadering van de welstandscommissie wordt tijdig bekendgemaakt op een geschikte wijze. Indien burgemeester en wethouders al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt voor zowel de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. Indien de aanvrager van een vergunning hierom bij het indienen van de aanvraag om vergunning heeft verzocht, wordt deze door of namens de welstandscommissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan. In het geval dat bouwplan in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, ontvangt de aanvrager van de vergunning een uitnodiging voor de vergadering van de commissie waarin de aanvraag wordt behandeld. Belanghebbenden hebben in de toelichtende zin spreekrecht. Het reglement van orde van de welstandscommissie voorziet in een procedurele opzet, waarbij er een onderscheid wordt aangebracht in de toelichtende fase en de beraadslagingen. Afdoening bij mandaat De welstandscommissie kan de advisering over een aanvraag om advies mandateren aan één of meerdere daartoe aangewezen leden. Bouwplannen waarvan volgens deze leden (voorzitter en/of secretaris) het oordeel van de welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld, worden door de aangewezen leden geadviseerd. In elk geval van twijfel legt de gemandateerde het bouwplan alsnog voor aan de welstandscommissie. Behandeling van bouwplannen onder mandaat is openbaar. Indien burgemeester en wethouders al dan niet op verzoek van aanvrager - een verzoek doen tot nietopenbare behandeling, dan dienen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. Vorm waarin het advies wordt uitgebracht De welstandscommissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk. Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de aanvraag om vergunning. Uitsluiting gebieden en categorieën bouwwerken en standplaatsen Indien de raad op grond van artikel 12 van de Woningwet het voornemen heeft een gebied van de gemeente of een categorie bouwwerken of standplaatsen uit te sluiten van het welstandstoezicht, neemt de raad het daartoe strekkende besluit niet dan nadat: a. op het voornemen Inspraak is verleend; b. het advies van de welstandscommissie is ingewonnen. De Inspraak als bedoeld in het eerste lid vindt plaats op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.

61 1 Bijlage 4 Bijlagen I, II en III bij het Zomerhuizenterrein, (gebied 6) 5

62 2 5

63 INDEX 3 5

64 INDEX 4 5

65 INDEX 5 5

4 Algemene welstandscriteria

4 Algemene welstandscriteria 74 4 Algemene welstandscriteria 4.1. Toelichting In dit hoofdstuk worden de algemene welstandscriteria genoemd, die bij iedere welstandsbeoordeling worden gehanteerd. Deze criteria zijn gebaseerd op de

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria

Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria 6.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden criteria genoemd die niet gebiedsspecifiek zijn maar in de gehele gemeente gelden. Het gaat om meer algemene criteria

Nadere informatie

ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA

ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA 4 ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA De algemene welstandscriteria die in deze paragraaf worden genoemd richten zich op de zeggingskracht en het vakmanschap van het architectonisch ontwerp en zijn terug te voeren

Nadere informatie

LINTBEBOUWING (sterke samenhang)

LINTBEBOUWING (sterke samenhang) 5 LINTBEBOUWING (sterke samenhang) Gebiedsbeschrijving In de na-oorlogse periode is op nieuwe plaatsen en in het verlengde van bestaande linten, nieuwe lintbebouwing gerealiseerd. Doordat deze linten in

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1 DEEL C - PROCEDURE . Inhoudsopgave pagina DEEL C - PROCEDURE 1 9. WELSTANDSPROCEDURE 1 9.1 De status van de welstandsnota 1 9.2 Organisatie van welstand 1 9.3 De welstandsprocedure 1 9.4 Nieuwe bouwprojecten

Nadere informatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 4, Vorchten 1. Beschrijving bestaande situatie der tijden zijn aanbouwen gerealiseerd, soms opvallend qua massa maar zodanig rekening houdend met de locatie en zichten dat zij geen afbreuk doen

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp 't Pierik fase 2 Govert Flinckstraat 31 - postbus 1158-8001 BD Zwolle 038-4216800 13 november 2008 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp t Pierik fase 2 1. Inleiding 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

VOORWOORD. Namens het college van burgemeester en wethouders, Jacob Ouderkerken (wethouder)

VOORWOORD. Namens het college van burgemeester en wethouders, Jacob Ouderkerken (wethouder) VOORWOORD Namens het college van burgemeester en wethouders bied ik hierbij met plezier de nieuwe editie aan van de welstandsnota Prachtig dorp in het groen. De aanpassingen komen voort uit aanscherpingen

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN 16 februari 2004 Inhoud presentatie Inleiding Opbouw van de welstandsnota Beoordelingskader 2 voorbeelduitwerkingen Procedure Inleiding Aanleiding welstandsnota Welstandsnota

Nadere informatie

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3.4. Sint Jansklooster Gebiedsbeschrijving Structuur Aan de oostelijke rand van de stuwwal is de lintbebouwing van Sint Jansklooster uitgegroeid tot een

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria telefoon fax email internet kvk Breda Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802 GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA 2014 Deel III: Ambtelijke

Nadere informatie

Welstandsjaarverslag 2006

Welstandsjaarverslag 2006 Welstandsjaarverslag 2006 Burgemeester en wethouders van Beemster 13 november 2007. 1. Doelstelling en wettelijk kader Sinds 1 januari 2003 bepaalt de Woningwet, in artikel 12c, dat burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen

Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen Wijzigingen hoofdstuk 2. Inleiding: - Bouwvergunning wijzigen in: omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen. - In de praktijk zal de welstandsnota waarschijnlijk nauwelijks

Nadere informatie

Jaarverslag Welstandstoezicht 2010

Jaarverslag Welstandstoezicht 2010 Jaarverslag Welstandstoezicht 2010 Opgesteld door In kader van Aangeboden aan : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet : Gemeenteraad van Velsen December

Nadere informatie

Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013. Portefeuillehouder L. Franken 17

Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013. Portefeuillehouder L. Franken 17 Onderwerp Vergadering van Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013 Portefeuillehouder Nummer L. Franken 17 Contact en vragen via Technischevragen@hollandskroon.nl Voorstel Een keuze te maken

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

Jaarverslag Welstandstoezicht 2014. : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet

Jaarverslag Welstandstoezicht 2014. : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet Jaarverslag Welstandstoezicht 2014 Opgesteld door In kader van Aangeboden aan : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet : Gemeenteraad van Velsen Juni 2015

Nadere informatie

Landschappelijk Wonen Mussel

Landschappelijk Wonen Mussel gemeente Stadskanaal Landschappelijk Wonen Mussel Verkoopbrochure maart 2014 - kaveltekening en prijzen - bestemmingsplan - beeldkwaliteitsplan Leeswijzer Op bladzijde 3 en 4 vindt u de verkaveling en

Nadere informatie

De Tuinen II. Beeldkwaliteitsplan juni 2010

De Tuinen II. Beeldkwaliteitsplan juni 2010 De Tuinen II Beeldkwaliteitsplan 267.00.01.40.02 1 juni 2010 Beeldkwaliteitsplan De Tuinen II 267.00.01.40.02 1 juni 2010 Inhoud 1.0 Doel en status 07 2.0 Karakterschets van het gebied 09 3.0 Beeldkwaliteitscriteria

Nadere informatie

4. Zeekleilandschap Zeekleilandschap. Gebiedsbeschrijving

4. Zeekleilandschap Zeekleilandschap. Gebiedsbeschrijving 4. Zeekleilandschap 4.1. Zeekleilandschap Gebiedsbeschrijving Structuur Het zeekleilandschap is een vlak en open weidegebied, met percelen van wisselende grootte. De erfbeplanting bestaat voornamelijk

Nadere informatie

Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit. Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik

Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit. Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik 1 Inhoudsopgave van het Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit 1. Benoeming en samenstelling van de commissie

Nadere informatie

Voorbeeld sneltoetscriteria

Voorbeeld sneltoetscriteria Welstandsnota gemeente Dordrecht Voorbeeld sneltoetscriteria (algemeen en aan- en uitbouwen) 2. Sneltoetscriteria 2.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden Sneltoetscriteria gegeven voor, aan- en uitbouwen,

Nadere informatie

VOORWOORD EN INLEIDING

VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD EN INLEIDING Inhoudsopgave pagina VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Het doel en de reikwijdte van deze welstandsnota 1 1.3 Leeswijzer 2 Inhoudsopgave Voorwoord

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Oude kern Genemuiden

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Oude kern Genemuiden 5.4.5. Deelgebied Oude kern Genemuiden Algemene kenmerken Het centrum van Genemuiden wordt gekenmerkt door vier gebiedjes met ieder hun eigen karakteristieken. Te onderscheiden vallen: 1. Havenplein, Westerkaai,

Nadere informatie

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1.5. Steenwijkerwold Gebiedsbeschrijving Structuur Steenwijkerwold is centraal gelegen op de stuwwal en is ontstaan als gevolg van het samengroeien van de

Nadere informatie

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE 1 INLEIDING Aanleiding en doel... GEMEENTE WOENSDRECHT BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" BIJLAGE 5 bij de TOELICHTING BEELDKWALITEITSPLAN Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2 Ligging

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai. 232.30.05.35.00 1 juli 2013

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai. 232.30.05.35.00 1 juli 2013 Plek voor ideeën Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai 232.30.05.35.00 1 juli 2013 Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai 1 juli 2013 232.30.05.35.00 Inhoudsopgave

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 4. ZONNEPANELEN EN -COLLECTOREN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

Welstandsnota Katwijk 2012

Welstandsnota Katwijk 2012 Welstandsnota Katwijk 2012 1. Algemeen 1. Algemeen 2. Dorpskernen 3. Boulevard 4. Duinvilla s 5. Stempelwijken 6. Stratenwijken 7. Dorpse wijken 8. Woonerfwijken 9. Lintbebouwing 10. Modern 11. Woonhoven

Nadere informatie

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1.3. Eesveen en IJsselham Gebiedsbeschrijving Structuur Parallel aan het beekdal van de Steenwijker Aa en aan de oostelijke rand van de noordelijke stuwwal

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAK- KAPELLEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen worden afgehandeld

Nadere informatie

Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding

Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding In de nota van uitgangspunten Westzoom te Lunteren (februari 2011) zijn op structuurniveau de randvoorwaarden geformuleerd

Nadere informatie

DEELGEBIED 10 NATUURGEBIEDEN

DEELGEBIED 10 NATUURGEBIEDEN DEELGEBIED 10 NATUURGEBIEDEN van de eerste tot de tweede helft van de vorige eeuw. Plaatsing Gebouwen zijn vrijstaand en sterk gerelateerd aan het omliggende duinlandschap en de aanwezige hoogteverschillen.

Nadere informatie

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 1 - kozijn- en gevelwijzigingen dorp stad & land

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken 5.4.8. Deelgebied Naoorlogse woonwijken Algemene kenmerken Het beeld van de naoorlogse woonwijken wordt hoofdzakelijk bepaald door woonblokken onder één kap met voortuin. De hoofdvorm bestaat uit woningen

Nadere informatie

Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht

Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht Aanleiding Amendement Ruimte voor zonne-energie Op 7 juni 2018 heeft de gemeenteraad een amendement aangenomen over Ruimte voor

Nadere informatie

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013 B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013 Voorwoord Naast een zelfstandig jaarverslag van de onafhankelijke welstandscommissie verlangt de Woningwet (Ww) ook van het College van B&W om eenmaal per jaar aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Aanvullingen Welstandsnota

Aanvullingen Welstandsnota Aanvullingen Welstandsnota INHOUD 1.3 B & W VOEREN HET WELSTANDSTOEZICHT UIT... 3 1.8 HANDHAVING... 6 2 1.3 B & W VOEREN HET WELSTANDSTOEZICHT UIT De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de afgifte van

Nadere informatie

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016 22-03-2017 Jaarverslag Burgemeester en Wethouders Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016 Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door Ir. D. Danckaert Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Plek voor ideeën e Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Beeldkwaliteitsplan Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL

LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL P l e k v o o r i d e e ë n Beeldkwaliteitsplan LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL RENBAANSTRAAT TE NOORDWOLDE 267.00.02.06.00 18 november 2015 2 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 05 1.2 Stedenbouwkundig

Nadere informatie

3 Woningwet en Welstand

3 Woningwet en Welstand Schema welstandstoets 3-1 HOOFDSTUK 3 WONINGWET EN WELSTAND 3.1 Inleiding De Woningwet kent per 1 januari 2003 drie categorieën bouwwerken: - bouwvergunningvrij - licht-bouwvergunningplichtig - regulier

Nadere informatie

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014 B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014 Voorwoord Naast een zelfstandig jaarverslag van de onafhankelijke welstandscommissie verlangt de Woningwet (Ww) ook van het College van B&W om eenmaal per jaar aan de gemeenteraad

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE. 1 Inleiding

WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE. 1 Inleiding WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE 1 Inleiding Op de Welstandsnota is de gemeentelijke inspraakverordening van toepassing. De nota lag met ingang van donderdag 15 september 2011 tot en met woensdag 26

Nadere informatie

De r d e w i j z i g i n g

De r d e w i j z i g i n g De r d e w i j z i g i n g Welstandsnota gemeente Montferland derde wijziging Welstandsnota gemeente Montferland 26 november 2015 gemeente Montferland Correspondentieadres: Postbus 47 6940 BA Didam T 0316-291

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Nota van B&W. Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Bestuurlijke context. B&W-besluit: Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Nota van B&W Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Dhr. H. Wals Telefoon 5113989 E-mail: walsh@haarlem.nl VVH Reg.nr. S&O/2008/88493 Te kopiëren: bijlage A

Nadere informatie

Beleidsregels erfafscheidingen. februari 2014

Beleidsregels erfafscheidingen. februari 2014 Beleidsregels erfafscheidingen februari 2014 Inhoud 1. Inleiding...2 2. Wettelijk kader: Wabo en bestemmingsplan...3 3. Welstand...4 4. Handhaving...5 Bijlagen...7 1 1. Inleiding Aanleiding Zederik is

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding en achtergronden

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding en achtergronden 1 Inleiding Op 29 juni 2004 is de welstandsnota Amersfoort door de gemeenteraad vastgesteld. Nu drie jaar later is er een nieuw bestuur dat deregulering hoog op de agenda heeft staan. Daarnaast zijn er

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen

Nadere informatie

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN colofon SAB Arnhem bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres: postbus 479 6800 AL Arnhem T (026) 3576911 F

Nadere informatie

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen Zaagmolen KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Inhoud Beeldkwaliteit Kavelpaspoorten Projectnummer : 11008-001 Bestand : 11008-001-19 Datum : 30 september

Nadere informatie

2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne

2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne 2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne 2.3. Kallenkote Gebiedsbeschrijving Structuur Op de overgang van het beekdal van de Steenwijker Aa en de noordelijke rand van de oostelijke

Nadere informatie

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid DAKKAPELLEN Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakkapellen

Nadere informatie

Agendanummer: Collegevergadering d.d Portefeuillehouder: H. Wierikx Registratienummer:

Agendanummer: Collegevergadering d.d Portefeuillehouder: H. Wierikx Registratienummer: RAADSVOORSTEL 4i (3e meent Halderberge Raadsvergadering d.d. 24-5-2017 Agendanummer: Collegevergadering d.d. 4-4-2017 Portefeuillehouder: H. Wierikx Registratienummer: 357682 Voorstel 1. De 'Welstandsnota

Nadere informatie

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND SNELTOETS- CRITERIA DAKKAPELLEN DEEL 4. VERSNELLING: DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAKKAPELLEN 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDINGEN ROND DAKTERRASSEN 3. DAKRAMEN EN ANDERE

Nadere informatie

Onderwerp: Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Het vaststellen van de Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013.

Onderwerp: Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Het vaststellen van de Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Raadhuisplein 1 T 045-575 33 99 6367 ED Voerendaal F 045-575 11 95 Postbus 23000 E info@voerendaal.nl 6367 ZG Voerendaal W voerendaal.nl \ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 28 maart 2013 Nummer: 2013/5/ Portefeuillehouder:

Nadere informatie

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 7 - schotel-, spriet- en staafantennes

Nadere informatie

Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen

Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen Inleiding Conform de Woningwet ligt voor u het jaarverslag Welstand 2013 van de Gemeente Schinnen. Teneinde het welstandstoezicht binnen de gemeente inzichtelijk

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 7. ZONWERINGEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen worden afgehandeld

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN 2.2 Welstandsniveaus Aan elk gebied in de gemeente Bernheze is een welstandsniveau toegekend. De basis voor het welstandsniveau is gelegen

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 8. ROLHEKKEN, LUIKEN EN ROLLUIKEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Aanwezig : M. Kavsitli, M.Overbeeke, W. Crusio en J. van Bergen REGULIERE AANVRAGEN OMGEVINGSVERGUNNING 1. WABO/2015/80 Rabobank Bouwadres Lange Zelke

Nadere informatie

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten Welstandsnota 2004 4 e Aanvulling Gemeente Dronten Inleiding In dit beleidsdocument is een nieuw gebied beschreven, bestaande uit drie deelgebieden, dat een aanvulling vormt op de Welstandsnota van de

Nadere informatie

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig 93 Gebiedsbeschrijving Structuur

Nadere informatie

Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden

Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden In bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is een tweetal categorieën opgenomen voor vergunningsvrije bouwwerken: I het regime voor kleine

Nadere informatie

4 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Woudenberg Deel B Hoofdstuk 4 Loketcriteria 17

4 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Woudenberg Deel B Hoofdstuk 4 Loketcriteria 17 4 Loketcriteria Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen waarin criteria zijn opgenomen die worden

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken. behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging)

Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken. behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging) Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging) Gemeente Emmen 21 april 2011 2 1. Inleiding Dit Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein

Nadere informatie

INHOUDELIJKE TOELICHTING

INHOUDELIJKE TOELICHTING Agendapunt: 9 No. 04/'09 Dokkum, 26 november 2008 ONDERWERP: beeldcriteria de Twine SAMENVATTING: De welstandsnota bevat geen uitgewerkte welstandscriteria voor (her)ontwikkelingsprojecten. Dergelijke

Nadere informatie

RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT S-HEER ABTSKERKE, GEDEELTE COLENSHOEK II, 3e fase, 2013

RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT S-HEER ABTSKERKE, GEDEELTE COLENSHOEK II, 3e fase, 2013 In dit informatieblad worden nadere richtlijnen gegeven met betrekking tot de beeldkwaliteit voor de woningbouwlocatie Colenshoek II fase 3, te s-heer Abtskerke. De gemeente Borsele streeft naar een aantrekkelijk

Nadere informatie

Nieuw Veenlanden I. Beeldkwaliteitplan 01.11.2007

Nieuw Veenlanden I. Beeldkwaliteitplan 01.11.2007 Nieuw Veenlanden I Beeldkwaliteitplan 01.11.2007 2 BKP Nieuw Veenlanden BKP Nieuw Veenlanden 3 Inhoud 0. Inleiding 0.1 Beeldkwaliteitplan 0.2 Leeswijzer 1. Sfeer en karakter Nieuw Veenlanden I 2. Kaveltypen

Nadere informatie

Welstand. of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem?

Welstand. of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem? Welstand of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem? Huidige beleid gehele grondgebied welstandsplichtig alle type bouwwerken welstandsplichtig iedere aanvraag voorleggen aan welstandscommissie Huidige

Nadere informatie

Individuele woningbouw niveau 3

Individuele woningbouw niveau 3 Gebied 11: Canadalaan Individuele woningbouw niveau 3 Bebouwing De bebouwing in dit gebied dateert uit de jaren 70-80 en de oorspronkelijke functie is gelijk aan de huidige; te weten wonen. De bebouwing

Nadere informatie

4. Zeekleilandschap Kuinre. Gebiedsbeschrijving

4. Zeekleilandschap Kuinre. Gebiedsbeschrijving 4. Zeekleilandschap 4.2. Kuinre Gebiedsbeschrijving Structuur Het voormalige Zuiderzeestadje Kuinre ligt even ten zuiden van de kruising van de dijk met de Linde en het Nieuwe Kanaal. Het in 1843 gegraven

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 6. KOZIJN- EN GEVEL- WIJZIGINGEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011)

WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011) WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011) Op 27 november 2008 heeft de gemeenteraad specifiek welstandsbeleid vastgesteld voor

Nadere informatie

BEELDKWALITEITSKADER HAVENKWARTIER KOUDUM. 7 juli 2010

BEELDKWALITEITSKADER HAVENKWARTIER KOUDUM. 7 juli 2010 BEELDKWALITEITSKADER HAVENKWARTIER KOUDUM 7 juli 2010 Notitie Havenkwartier Koudum Code 085003 / 07-07-10 GEMEENTE NIJEFURD 085003 / 07-07-10 BEELDKWALITEITSKADER HAVENKWARTIER KOUDUM TOELICHTING INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN. Hoofdstuk 4

WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN. Hoofdstuk 4 WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN Hoofdstuk 4 Een belangrijke peiler van de welstandsnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid. De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt voor de kleine en middelgrote

Nadere informatie

B E E L D K W A L I T E I T S P L A N

B E E L D K W A L I T E I T S P L A N Gemeente Midden-Drenthe B E E L D K W A L I T E I T S P L A N Plan ontwikkeling Nieuwe Es 6A & 8 te Wijster. t 10192-BKP-01 14 oktober 2012 Beeldkwalteitsplan Nieuwe ES 6A & 8 te Wijster 10192-BKP-01 14-10-2012

Nadere informatie

Kozijn- of gevelwijziging

Kozijn- of gevelwijziging Kozijn- of gevelwijziging (aan bestaande woningen of woongebouwen of aan bijgebouwen bij bestaande woningen of woongebouwen) Omschrijving en uitgangspunten Van een kozijn- of gevelwijziging is sprake bij

Nadere informatie

Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit > Vlieland. Jaarverslag

Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit > Vlieland. Jaarverslag Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit > Vlieland Jaarverslag 2013 Inhoudsopgave < 1. Inleiding 1.1 ter introductie 1.2 samenstelling van de commissie 2. Gemeentelijk beleid 2.1 algemeen 2.2 welstandsbeleid

Nadere informatie

VOORWOORD EN INLEIDING

VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD EN INLEIDING Inhoudsopgave pagina VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD 1. INLEIDING 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Het doel en de reikwijdte van deze welstandsnota 7 1.3 Leeswijzer 8 Inhoudsopgave Voorwoord

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE AMELAND. januari 2016

WELSTANDSNOTA GEMEENTE AMELAND. januari 2016 2 WELSTANDSNOTA GEMEENTE AMELAND januari 2016 3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 7 1. 1. Aanleiding 7 1. 2. Doel van de welstandsnota 7 1. 3. Uitgangspunten 7 2. De Welstandsnota 10 2. 1. Welstand als onderdeel

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlage Overzicht terrein Verbeelding 2/12

Inhoudsopgave. Bijlage Overzicht terrein Verbeelding 2/12 Inhoudsopgave 1 Beeldkwaliteitsplan 1.1 Inleiding 1.2 Ruimtelijke structuur Waarland 1.3 Huidige situatie 1.4 Het plan 1.5 Beeldkwaliteit 1.5.1 Beschrijving 1.5.2 Criteria 1.5.2.1 criteria Welstansdsnota

Nadere informatie

GEMEENTEBESTUUR UITGEEST

GEMEENTEBESTUUR UITGEEST GEMEENTEBESTUUR UITGEEST Nota / advies van: Patrick Monincx Behandelende afdeling: Publiekszaken/ Vergunningen Datum: 07-05-2015 NR. TITEL: Maatwerk voor erkers/woninguitbreiding aan de voorzijde, die

Nadere informatie

Welstandsnota Stadskanaal 2015

Welstandsnota Stadskanaal 2015 Welstandsnota Stadskanaal 2015 gemeente Stadskanaal 1 maart 2015 Inleiding Waarvoor dient de welstandsnota? Het welstandsbeleid van Stadskanaal is opgesteld vanwege het belang van een aantrekkelijke bebouwde

Nadere informatie

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht Inhoud Inleiding 3 Bovengrondse monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten

Nadere informatie

Bijlage bij Welstandsnota Diemen 2012, GR 07-06-2012, besluit nr.12-32 CONSEQUENTIES

Bijlage bij Welstandsnota Diemen 2012, GR 07-06-2012, besluit nr.12-32 CONSEQUENTIES CONSEQUENTIES Onderstaand zijn per thema het huidige beleid, het nieuwe beleid en de voordelen en nadelen worden weergegeven wat de consequenties zijn voor de aanpassing van het beleid. Hiermee kunt u

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Kloostertuin Tienray

Beeldkwaliteitsplan Kloostertuin Tienray Beeldkwaliteitsplan Kloostertuin Tienray September 2017 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Analyse en aanbeveling... 5 3. Inspiratiebeelden... 6 4. Criteria... 9 1. Inleiding De gemeente Horst aan de Maas heeft

Nadere informatie

Welstandsnota Strand. Definitief. Welstandscriteria voor bebouwing op het strand

Welstandsnota Strand. Definitief. Welstandscriteria voor bebouwing op het strand Welstandsnota Strand Definitief Welstandscriteria voor bebouwing op het strand Vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 27 november 2008 Na overleg met: Vereniging Strandpachters Zandvoort Vereniging Jaarrondpaviljoens

Nadere informatie

2 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Amersfoort maart 2008 H2 Loketcriteria

2 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Amersfoort maart 2008 H2 Loketcriteria 2 Loketcriteria Zoals in deel A van de bijlage van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de Woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen, waarin criteria zijn

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009 2 februari 2010 Jaarverslag Burgemeester en Wethouders Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009 Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door Ir. D. Danckaert Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

Wanneer een bouwplan niet aan de loketcriteria voldoet of wanneer er sprake is van een bijzondere situatie, waarbij twijfel bestaat aan de

Wanneer een bouwplan niet aan de loketcriteria voldoet of wanneer er sprake is van een bijzondere situatie, waarbij twijfel bestaat aan de Welstandsnota gemeente 8 Loketcriteria Dit hoofdstuk behandelt gestandaardiseerde welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen. Deze criteria dienen als basis voor het gemeentelijk welstandsbeleid

Nadere informatie

Gebied 12 Elst Centrum

Gebied 12 Elst Centrum Gebied 12 Elst Centrum het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 12 Elst centrum 131 Gebiedsbeschrijving Structuur Het centrum van Elst wordt gevormd door de licht gekromde

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK

DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk

Nadere informatie

5 WELSTANDSCRITERIA. 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a

5 WELSTANDSCRITERIA. 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a 5 WELSTANDSCRITERIA 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen

Nadere informatie

AANVULLING WELSTANDSNOTA

AANVULLING WELSTANDSNOTA AANVULLING WELSTANDSNOTA ONTWIKKELINGSGEBIEDEN Noardburgum (inbreidingslocaties) - Ontwikkelingsgebied 1: Ten westen van Veldmansweg 47, blz. 2-4; - Ontwikkelingsgebied 2: Ten westen van Veldmansweg 35,

Nadere informatie

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg Welstandsparagraaf Locatie Voorweg concept november 2010 inhoudsopgave 1 Locatie en programma 2 Ruimtelijke structuur 3 Stedenbouwkundig uitgangspunt 4 Welstandsbeleid 5 Welstandscriteria Algemeen Hoofdvorm/Massavorm

Nadere informatie