RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Transcriptie

1 RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0076 van 26 augustus 2014 in de zaak 1314/0563/SA/3/0539 In zake: 1. de heer Johan CORDIER 2. de heer Johan COPPENS 3. mevrouw Rita COLLET 4. mevrouw Maria D'HONDT die woonplaats kiezen bij: de heer Johan COPPENS, wonende te 9660 Everbeek, Plaatsbeek 15 verzoekende partijen tegen: de deputatie van de provincieraad van OOST-VLAANDEREN verwerende partij I. VOORWERP VAN DE VORDERING De vordering, ingesteld met een aangetekende brief van 9 mei 2014 en geregulariseerd met een aangetekende brief van 27 mei 2014, strekt tot de schorsing van de tenuitvoerlegging en de vernietiging van het besluit van de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen van 26 maart De deputatie heeft het administratief beroep van de verzoekende partijen tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Brakel van 21 oktober 2013, waarbij aan de heer en mevrouw Jan CALLEWAERT - Anneke De STOPPELEIRE (hierna: de aanvragers) onder voorwaarden een stedenbouwkundige vergunning is verleend, ingewilligd. De deputatie heeft aan de aanvragers, onder voorwaarden, een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een woonhuis met poolhouse. De bestreden beslissing heeft betrekking op een perceel gelegen te 9660 Everbeek (Brakel), Plaatsbeek 13A en met als kadastrale omschrijving afdeling 7, sectie B, nummer 1651A. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING Het verzoekschrift is in het register van de Raad ingeschreven op 12 juni Met een beschikking genomen op grond van artikel , 1 VCRO van 8 juli 2014 werd vastgesteld dat het beroep op het eerste gezicht kennelijk niet-ontvankelijk lijkt.

2 De verzoekende partijen hebben een verantwoordingsnota ingediend. Titel IV, hoofdstuk VIII van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) betreffende de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2012 houdende de rechtspleging voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen (Procedurebesluit) zijn toegepast. III. AMBTSHALVE ONDERZOEK 1. Conform artikel , 1, eerste lid VCRO en artikel 16 Procedurebesluit kan de voorzitter van de Raad of het door hem aangewezen raadslid ambtshalve onderzoeken of het beroep doelloos is, kennelijk niet- ontvankelijk is of dat de Raad kennelijk onbevoegd is. De Raad heeft met een beschikking van 8 juli 2014 vastgesteld dat de verzoekende partijen noch de geschonden geachte regelgeving, stedenbouwkundige voorschriften of beginselen van behoorlijk bestuur, noch de wijze waarop zij naar hun oordeel geschonden zijn, omschrijven. Met dezelfde beschikking stelde de Raad tevens vast dat het voorliggende verzoekschrift op het eerste gezicht geen omschrijving bevat van de redenen die aantonen dat de onmiddellijke tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing de verzoekende partijen een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen, zoals bedoeld bij artikel 11, 9 Procedurebesluit. 2. De verzoekende partijen stellen in hun verantwoordingsnota het volgende: 1 Wij wijzen erop dat de Deputatie ons in een volgende schriftelijke mededeling laat weten dat de derdenberoepen voor inwilliging vatbaar zijn. Zie onderstaande tekst. Conclusie Evenwel kan stedenbouwkundige vergunning worden verleend onder de voorwaarden dat het terras aan de voorkant volledig dient ingericht te worden als een groendak en de voorwaarden zoals opgenomen in het bestreden besluit. Toch hebben wij recentelijk gemerkt dat bij extra inzage van de bouwplannen deze zijn aangepast met een strook groen dak van +/- 1m langs de twee uiterste zijkanten van de woning + voor de rest was er niets gewijzigd. Vraag is dan wat is ingewilligd? 2 Gezien de omvang en hoogte van het gebouw (bouwvolume van 1798 m3) met tevens het sterk hellende terrein past deze bouwstijl helemaal niet in de omgeving die welke een landelijk karakter geeft. Gezien een plat dak is gepland is de bovenste verdieping een totaal bouwvolume welke een paar meter boven ons zadeldak met Velux ramen uitsteekt zodat onze privacy volledig wordt geschonden. Hier kunnen we enkel met de stedenbouwkundige ambtenaar akkoord gaan welke ook een zadeldak adviseert.

3 3 Door de sterke helling van het terrein, omvang en hoogte van het gebouw wordt onze privacy zwaar geschonden. Nu al hebben we last van inkijk op ons terras en worden er ook camera s op onze in en uitgang gericht. Ook is de voordeur (inkom) volledig naar ons terrein gericht zodat ieder die deze zal nemen bij ons binnen kijkt. Tevens zit men nog maar op het gelijkvloers en moet er dus nog een verdieping met groot terras op. s Avonds als er licht is zullen we nu al maatregelen moeten nemen of men kijk zo binnen in onze bad- en slaapkamer. Ook dit is door de Deputatie onderschat terwijl de stedenbouwkundige ambtenaar dit wel had opgemerkt. Er is nu geen enkele plaats meer, zowel op het terras als in onze tuin waar we van een beetje privacy kunnen genieten en dit in een landelijke gemeente (zie onderstaande foto s). 4 Daar de Deputatie toelaat om geen rekening te houden met de bufferzone tussen achterliggend zwembad/poolhouse en het aanpalend agrarisch gebied vinden wij niet kunnen in dit toch waardevol gebied. Zie ook bevindingen stedenbouwkundige ambtenaar. 5 Verder heeft de Deputatie de gevolgen van de mogelijke wateroverlast onvoldoende onderzocht. Het water verplaatst zich naar de voetweg waardoor wij als direct aanpalende buren nu bijna verplicht worden om zandzakjes te gaan leggen Dus een groter watervolume zal moeilijk te herstellen ernstig nadeel veroorzaken t.o.v. onze lager gelegen woningen. Zie foto s hieronder. 6 Leden van de deputatie gebruiken hun funktie voor het binnen halen van stemmen tijdens de laatste verkiezing. Dit duidt op machtsmisbruik en dus zeker geen onpartijdige beslissing. Zie bijlage, brief was trouwens op naam. CONCLUSIE: Wij vragen onmiddellijke schorsing van de vergunning omwille van volgende: Zware onherstelbare schending van de privacy door de omvang en vooral uitzonderlijk hoogte van de woning Niet duidelijk onvoldoende gemotiveerde beslissing van de deputatie op verschillende punten Niet passen in de gemeente met landelijk karakter, bouw bevindt zich ook in een tweede bouwzone > dus achter de woning Plaatsbeek 15 Wateroverlast Geen rekening gehouden met de bufferzone aanpalend agrarisch gebied Politieke beslissing deputatie en zeker de bouwaanvraag onderschat. Het advies van stedenbouwkundige ambtenaar niet gevolgd terwijl deze de situatie juist heeft ingeschat.

4 3. Overeenkomstig artikel 4.814, 2 VCRO krijgen de verzoekende partijen de mogelijkheid een verantwoordingsnota in te dienen en aldus aan te duiden waar en op welke wijze zij in hun initiële verzoekschrift een omschrijving van de geschonden geachte regelgeving, stedenbouwkundige voorschriften of beginselen van behoorlijk bestuur en van de wijze waarop de regelgeving, voorschriften of beginselen naar het oordeel van de verzoekende partijen geschonden worden, hebben gegeven. Het indienen van een verantwoordingsnota kan echter niet gelijkgesteld worden met de door artikel 13 Procedurebesluit geboden regularisatiemogelijkheid. Artikel 13 Procedurebesluit voorziet immers niet in de mogelijkheid tot het regulariseren van een omschrijving van de geschonden geachte regelgeving, stedenbouwkundige voorschriften of beginselen van behoorlijk bestuur, noch van een omschrijving van de wijze waarop de regelgeving, voorschriften of beginselen naar het oordeel van de verzoeker geschonden worden, die worden voorgeschreven door artikel 11 Procedurebesluit. De Raad stelt vast dat de verzoekende partijen in hun verantwoordingsnota onder meer opwerpen dat de bestreden beslissing op verschillende punten onvoldoende gemotiveerd is. De verzoekende partijen laten evenwel na om in hun verantwoordingsnota te verwijzen naar het inleidend verzoekschrift en laten aldus na om concreet aan te duiden waar en op welke wijze in het inleidend verzoekschrift de geschonden geachte regelgeving, stedenbouwkundige voorschriften of beginselen van behoorlijk bestuur omschreven worden. Vermits de vereiste van artikel 11, tweede lid, 7 a) en b) Procedurebesluit betrekking heeft op de uiteenzetting in het (initiële) verzoekschrift, kan de Raad geen rekening houden met latere bijsturingen, aanpassingen of uitbreidingen zoals opgenomen in de verantwoordingsnota, wanneer vastgesteld dient te worden dat deze argumentatie reeds had kunnen ingeroepen worden bij het indienen van het verzoekschrift. 4. De volgens de Raad enige grieven uit het inleidend verzoekschrift luiden als volgt: Door het sterk hellend terrein t.o.v. de Plaatsbeek/Dries zal de pas op +/- 10,70m liggen. Samen het volume van het gebouw is dit voor ons niet aanvaardbaar, idem voor stedenbouw. Verder twijfelen we of het voorziene zwembad en poolhouse binnen de bouwzone liggen, zie bijgevoegde foto s met geschatte afmetingen daar wij het terrein niet op mogen. Onafgezien van het feit dat het zwembad en poolhouse al dan niet binnen de bouwzone liggen is er GEEN REKENING GEHOUDEN MET DE BUFERZONE tussen het zwembad/poolhouse en achterliggend AGRARISCH BEBIED; Verder hebben we nog vragen wat de mogelijke wateroverlast van het hemelwater zal teweeg brengen Wij begrijpen niet waarom het besluit van de stedenbouw kundige ambtenaar niet wordt gevolgd. Wat is het nut dan van deze functie? Wij kunnen ons wel vinden in de conclusie van de stedenbouwkundig ambtenaar.

5 Aangezien een middel bestaat uit de voldoende en duidelijke omschrijving van de overtreden rechtsregel en van de wijze waarop deze rechtsregel volgens de verzoekende partijen wordt geschonden, kan de Raad dan ook niet anders dan vaststellen dat het inleidend verzoekschrift dit niet bevat. Dit geldt ook voor bovenstaande grieven. De Raad stelt dan ook vast dat de verzoekende partijen in het initiële verzoekschrift enkel een aantal vaststellingen doen en vragen formuleren, zonder verwijzing naar een concrete rechtsregel die door de verwerende partij in de bestreden beslissing geschonden zou zijn geweest, noch naar de wijze waarop de verwerende partij dit zou hebben gedaan. Het verzoekschrift voldoet bijgevolg minstens niet aan artikel 11, tweede lid, 7 a) en b) Procedurebesluit dat vereist dat het verzoekschrift een omschrijving bevat van de geschonden geachte regelgeving, stedenbouwkundige voorschriften of beginselen van behoorlijk bestuur, alsook de wijze waarop de regelgeving, voorschriften of beginselen geschonden zou worden. De Raad is van oordeel dat het beroep aldus kennelijk niet-ontvankelijk is. OM DEZE REDENEN BESLIST DE RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN 1. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. 2. De Raad legt de kosten van het beroep, bepaald op 1100 euro, ten laste van de verzoekende partijen. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting op 26 augustus 2014, door: Filip VAN ACKER, voorzitter van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, met bijstand van Eddie CLYBOUW, griffier. De griffier, De voorzitter van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, Eddie CLYBOUW Filip VAN ACKER