Vul op deze eerste dia de nodige gegevens in, zoals de productiedatum van deze PowerPointpresentatie, het onderwerp van je presentatie, de naam en
|
|
- Herman Verbeek
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Vul op deze eerste dia de nodige gegevens in, zoals de productiedatum van deze PowerPointpresentatie, het onderwerp van je presentatie, de naam en titel van de spreker. 1
2 2
3 Deze presentatie bevat lesmateriaal voor verschillende niveaus. Om het juiste lesniveau in te schakelen, wordt er gebruikt gemaakt van macro s. Hoe je hier gebruik van maakt, wordt uitgelegd op de volgende drie dia s. Raadpleeg ook de PowerPointpresentatie over hoe je een les moet voorbereiden. Daarin staan nog meer tips in over hoe je een les moet geven. 3
4 Deze presentatie bevat de slides (dia s) voor de niveaus: 1*D, 2*D, 3*D, Assistent-Instructeur en Specialty. Elke slide heeft een aanduiding voor welk niveau hij gemaakt is (de niveaubalk, onderaan links). Elk blokje stelt een niveau voor (1*D, 2*D, 3*D, AI, Specialty). Een groen blokje betekent zichtbaar op dat niveau. Een blauw blokje betekent niet zichtbaar op dat niveau. Opgelet: het aanpassen van de niveaus moet gebeuren via macro s. Verwijder nooit slides, verberg ze, of gebruik de macro s! Verplaats de eerste slide nooit, want daar zitten de macro s aan gekoppeld. 4
5 Voer de macro HideSlides uit, dan kan je het gewenste niveau selecteren. Schakel het tabblad Ontwikkelaars in (opties voor PowerPoint). Selecteer Macrobeveiliging in de tab Ontwikkelaars en stel het correcte niveau in: Alle macro s inschakelen. Toegang tot vba activeren. Sluit de presentatie en open ze opnieuw. In de tab Ontwikkelaars selecteer Macro s en voer HideSlides uit. Selecteer het gewenste niveau en klik op Close (sluiten). De correcte slides worden dan zichtbaar tijdens de presentatie (in de slide show). 5
6 Het niveau aanpassen Schakel macro s in (zie vorige slide). Selecteer de slides die je van niveau wil veranderen. Voor de macro changelevel uit. Selecteer de niveaus waarop de slide zichtbaar moet zijn. Opgelet! Elke slide moet een niveau-indicator hebben (balkje met blokjes, onderaan links). Zelfs als een slide verborgen is, moet de indicator aanwezig zijn), anders werken de macro s niet. Om alle slides een niveau-indicator te geven, voer je de macro SetLevelOnAll uit. Als je slides toevoegt, dan moet je deze macro uitvoeren, anders niet. 6
7 7
8 Een overzicht van wat er daadwerkelijk van de kandidaten verwacht wordt na deze les en waarover ze ook tijdens een examen ondervraagd zullen worden. Beschrijf de link met de gestandaardiseerde indeling van kennisniveaus binnen NELOS. 1. Wat moeten de kandidaten WETEN (WE) of wat moeten ze simpelweg kunnen herhalen, zich herinneren? 2. Wat moeten ze inzien, begrijpen of wat moeten ze aanvoelen, doorzien, interpreteren? In de tekst wordt hieraan gerefereerd door: INZIEN (IZ) of KENNEN (KE), KENNIS HEBBEN VAN Wat moeten ze TOEPASSEN (TO), KUNNEN, als hen erom gevraagd wordt of wat moeten ze spontaan kunnen gebruiken in nieuwe situaties? 8
9 Een overzicht van wat er daadwerkelijk van de kandidaten verwacht wordt na deze les en waarover ze ook tijdens een examen ondervraagd zullen worden. Beschrijf de link met de gestandaardiseerde indeling van kennisniveaus binnen NELOS. 1. Wat moeten de kandidaten WETEN (WE) of wat moeten ze simpelweg kunnen herhalen, zich herinneren? 2. Wat moeten ze inzien, begrijpen of wat moeten ze aanvoelen, doorzien, interpreteren? In de tekst wordt hieraan gerefereerd door: INZIEN (IZ) of KENNEN (KE), KENNIS HEBBEN VAN Wat moeten ze TOEPASSEN (TO), KUNNEN, als hen erom gevraagd wordt of wat moeten ze spontaan kunnen gebruiken in nieuwe situaties? 9
10 Een overzicht van wat er daadwerkelijk van de kandidaten verwacht wordt na deze les en waarover ze ook tijdens een examen ondervraagd zullen worden. Beschrijf de link met de gestandaardiseerde indeling van kennisniveaus binnen NELOS. 1. Wat moeten de kandidaten WETEN (WE) of wat moeten ze simpelweg kunnen herhalen, zich herinneren? 2. Wat moeten ze inzien, begrijpen of wat moeten ze aanvoelen, doorzien, interpreteren? In de tekst wordt hieraan gerefereerd door: INZIEN (IZ) of KENNEN (KE), KENNIS HEBBEN VAN Wat moeten ze TOEPASSEN (TO), KUNNEN, als hen erom gevraagd wordt of wat moeten ze spontaan kunnen gebruiken in nieuwe situaties? 10
11 Een overzicht van wat er daadwerkelijk van de kandidaten verwacht wordt na deze les en waarover ze ook tijdens een examen ondervraagd zullen worden. Beschrijf de link met de gestandaardiseerde indeling van kennisniveaus binnen NELOS. 1. Wat moeten de kandidaten WETEN (WE) of wat moeten ze simpelweg kunnen herhalen, zich herinneren? 2. Wat moeten ze inzien, begrijpen of wat moeten ze aanvoelen, doorzien, interpreteren? In de tekst wordt hieraan gerefereerd door: INZIEN (IZ) of KENNEN (KE), KENNIS HEBBEN VAN Wat moeten ze TOEPASSEN (TO), KUNNEN, als hen erom gevraagd wordt of wat moeten ze spontaan kunnen gebruiken in nieuwe situaties? 11
12 Een overzicht van wat er daadwerkelijk van de kandidaten verwacht wordt na deze les en waarover ze ook tijdens een examen ondervraagd zullen worden. Beschrijf de link met de gestandaardiseerde indeling van kennisniveaus binnen NELOS. 1. Wat moeten de kandidaten WETEN (WE) of wat moeten ze simpelweg kunnen herhalen, zich herinneren? 2. Wat moeten ze inzien, begrijpen of wat moeten ze aanvoelen, doorzien, interpreteren? In de tekst wordt hieraan gerefereerd door: INZIEN (IZ) of KENNEN (KE), KENNIS HEBBEN VAN Wat moeten ze TOEPASSEN (TO), KUNNEN, als hen erom gevraagd wordt of wat moeten ze spontaan kunnen gebruiken in nieuwe situaties? 12
13 Een overzicht van wat er daadwerkelijk van de kandidaten verwacht wordt na deze les en waarover ze ook tijdens een examen ondervraagd zullen worden. Beschrijf de link met de gestandaardiseerde indeling van kennisniveaus binnen NELOS. 1. Wat moeten de kandidaten WETEN (WE) of wat moeten ze simpelweg kunnen herhalen, zich herinneren? 2. Wat moeten ze inzien, begrijpen of wat moeten ze aanvoelen, doorzien, interpreteren? In de tekst wordt hieraan gerefereerd door: INZIEN (IZ) of KENNEN (KE), KENNIS HEBBEN VAN Wat moeten ze TOEPASSEN (TO), KUNNEN, als hen erom gevraagd wordt of wat moeten ze spontaan kunnen gebruiken in nieuwe situaties? 13
14 Een overzicht van wat er daadwerkelijk van de kandidaten verwacht wordt na deze les en waarover ze ook tijdens een examen ondervraagd zullen worden. Beschrijf de link met de gestandaardiseerde indeling van kennisniveaus binnen NELOS. 1. Wat moeten de kandidaten WETEN (WE) of wat moeten ze simpelweg kunnen herhalen, zich herinneren? 2. Wat moeten ze inzien, begrijpen of wat moeten ze aanvoelen, doorzien, interpreteren? In de tekst wordt hieraan gerefereerd door: INZIEN (IZ) of KENNEN (KE), KENNIS HEBBEN VAN Wat moeten ze TOEPASSEN (TO), KUNNEN, als hen erom gevraagd wordt of wat moeten ze spontaan kunnen gebruiken in nieuwe situaties? 14
15 15
16 Wat was het weer allemaal: kracht, massa, gewicht, druk...? A: Kracht = 1 Newton is de kracht die aan een massa van 1 kg na 1 seconde een snelheid van 1 m/s geeft of aan die massa een versnelling geeft van 1 m/s². Symbool: F, eenheid: Newton (N). A: Massa = De grootheid waarmee gemeten wordt hoe gemakkelijk het is om een lichaam te versnellen, noemen we zijn massa. Massa heeft dus te maken met de hoeveelheid materie die een lichaam bevat. Symbool: m, eenheid: kg A: Gewicht = Het gewicht van een lichaam is de kracht waarmee de aarde het lichaam aantrekt. Aangezien het gewicht een kracht is, wordt het gemeten in Newton. Er is gemeten dat 1 kg een gewicht heeft van 9,8 N. Symbool: G, eenheid: N. A: Druk = Druk is een kracht uitgeoefend op een oppervlakte. p=f/a, symbool: p, eenheid: 1 bar = Pa = N/m² V: Wat is de officiële eenheid van druk? A: Pascal (Pa). V: In welke eenheid drukken wij druk uit? A: bar V: Waarom? A: eenvoudig en gebruiksvriendelijk (1bar = Pa) V: Met welke soorten druk worden we in de duiksport geconfronteerd? A: Atmosferische en hydrostatische V: Wat is de druk op 35 m diepte op zee? A: 4,5 bar V: En in een bergmeer op m op dezelfde diepte? A: 4,5 bar 0,3 bar (0,1 bar per 1000 m) = 4,2 bar 16
17 17
18 18
19 Absolute druk = atmosferische druk + hydrostatische druk 19
20 20
21 21
22 Hoe hoog zou de kolom zoet water moeten zijn? En zeewater? Oplossen met de volgende formule: De hydrostatische druk is te berekenen met de formule ρ.g.h, waarbij ρ de massadichtheid van kwik, g de zwaarteveldsterkte en h de hoogte van de kwikkolom voorstelt. Deze hydrostatische druk moet dus gelijk zijn aan de luchtdruk, die we nu in een vergelijking kunnen berekenen: Gegeven ρ Hg = kg/m³ ρ H²O = kg/m³ ρ H²O = kg/m³ g = 9,81 N/kg h = 0,760 m (Kwik) h =? (water) Gevraagd p 0 h =? (water) Oplossing p 0 = p Hg (de luchtdruk is gelijk aan de hydrostatische druk die de kwikkolom uitoefent) p 0 = ρ.g.h (p Hg = ρ.g.h) p 0 = kg/m³ x 9,81 N/kg x 0,760 m p 0 = Pa h = Pa / (1.000 kg/m³ x 9,81 N/kg) = 10,3 m voor zoet water h = Pa / (1.040 kg/m³ x 9,81 N/kg) = 9,9 m voor zout water 22
23 23
24 24
25 25
26 26
27 27
28 28
29 29
30 30
31 Een druk, uitgeoefend op een deel van een vloeistof, plant zich in alle richtingen voort met dezelfde grootte. 31
32 Absolute druk = atmosferische druk + relatieve druk p abs = p atm + p hydr 32
33 33
34 V: Wat is de hydrostatische druk op 33 m diepte? A: Per 10 m waterkolom is de hydrostatische druk = 1 bar. Op 33 m diepte is dit dus 3,3 bar V: Wat is de absolute druk? A: p abs = p atm + p rel = 1 bar + 3,3 bar = 4,3 bar V: Wat is de atmosferische druk op m hoogte? A: Per m hoogte neemt p atm af met 0,1 bar. Op m is de druk dus met 0,35 bar afgenomen. Dus p atm op m hoogte = 1 bar 0,35 bar = 0,65 bar V: De barometer geeft hpa aan. We gaan naar 27 m diepte. Wat is de absolute druk daar? A: p rel = op 27 m diepte = 2,7 bar p abs = p atm + p rel = 1,140 bar + 2,7 bar = 3,840 bar 34
35 35
36 36
37 37
38 Toon met de beschreven proef aan dat lucht is samengesteld uit 2 gassen 38
39 Haal op het bord die lange volzin uit elkaar zodat de cursisten elk onderdeel ervan kunnen begrijpen om daarna de geformuleerde wet ten volle te verstaan. Ga desnoods terug naar de vorige slide om de uitgeschreven tekst op het bord en het begrip partiële druk te verduidelijken. Voor 3*D: Laat de cursisten een aantal toepassingen aanbrengen, eventueel met jou hulp, en vraag hen wat de link is met de Wet van Dalton. Voor AI: Laat de cursisten een aantal toepassingen aanbrengen, en vraag hen wat de link is met de Wet van Dalton. 39
40 Wiskundig kan de wet als volgt weergegeven worden: partiële druk = totale druk x fractie gas. Als geheugensteuntje kun je de T van Dalton gebruiken. Leg deze aan het bord uit met een rekenvoorbeeld. Voor 3*D: Laat vervolgens de cursisten het bordschema 2 vervolledigen met de partiële drukken van O 2 en N 2 op verschillende hoogten en op verschillende diepten. Voor AI: laat de cursisten ook de partiële drukken berekenen in het Titicacameer, hoogte 3800 m, op een diepte van 150 m. 40
41 Voor 3*D: Laat de cursisten de oefeningen oplossen. Vraag per oefening telkens een andere cursist om deze op het bord te laten oplossen. Voor AI: Laat de cursisten ook nog de oefeningen uit het oefenboek oplossen. V: Wat is de partiële druk van zuurstof op 37 m met lucht? En met nitrox 32? A: Op 37 m is p abs = 4,7 bar. De ppo 2 met lucht = 4,7 * 0,2 = 0,94 bar. De ppo 2 met nitrox 32 = 4,7 * 0,32 = 1,504 bar. V: Wat is de maximaal toegelaten duikdiepte met lucht als je rekening houdt met de maximaal toegelaten partiële druk van zuurstof = 1,4 bar? A: p abs = pp/fr = 1,4 bar/0,2 = 7 bar. Deze druk wordt behaald op 60 m diepte. V: Zelfde begrenzing: wat is het optimale nitroxmengsel om te duiken op een diepte van 37 m? A: fr = pp/ p abs = 1,4 bar/4,7 bar = 0,297. Een nitrox 30 is dus het optimale mengsel voor een diepte van 37 m V: Bepaal de partiële druk van helium op 80 m van volgend mengsel: O 2 (15%) - N 2 (44%) - He (41%). A: pphe = p abs x fr = 9 bar * 0,41 = 3,69 bar V: Wat bedraagt de ppn 2? A: ppn 2 = p abs x fr = 9 bar * 0,44 = 3,96 bar V: Wat is de equivalente stikstofdiepte (lucht)? A: p abs = pp/fr = 3,96 bar/0,80= 4,95 bar. De equivalente luchtdiepte is dus 39,5 m 41
42 42
43 43
44 Bij constante temperatuur is het volume van een bepaalde hoeveelheid gas omgekeerd evenredig met de druk. 44
45 45
46 V: Een omgekeerde beker heeft een volume van 2 liter en is gevuld met lucht. Wat is het volume van de lucht indien we de beker op 30 m diepte brengen? A: Beginsituatie van de ballon = 2 liter Situatie op 30 m diepte (=4 bar): 2 liter/4 = 0,5 liter V: Op de duikplaats toegekomen blijkt mijn 12 l duikfles maar 60 bar te bevatten. Gelukkig heeft mijn buddy een dubbel 10 l set (bi) op 200 bar en een overhevelslang. Met welke vertrekdruk kunnen we gaan duiken? A: Beschikbare hoeveelheid lucht: 12 liter X 60 bar = 720 barl 20 liter X 200 bar = barl Totaal 32 liter met barl Druk in de flessen = barl/ 32 liter = 147,50 bar V: Mijn trimvest heeft een max. volume van 25 l. Op 35 m is ze met 14 l gevuld. Op welke diepte zal het overdrukventiel openen als ik stijg zonder lucht te laten ontsnappen? A: Op 35 m is de druk 4,5 bar. Als de trimvest daar gevuld is met 14 l zit daar p X V = constante 4,5 bar X 14 liter = 63 barl lucht in. Druk waarop het volume 25 l wordt: p = constante / V 63 barl/25 l= 2,52 bar 15,2 m 46
47 Dichtheid of soortelijke massa (vroeger soortelijk gewicht genoemd) wordt rho genoemd, symbool ρ 47
48 Tarra = het gewicht van de verpakking, in dit geval het gewicht van de fles. Zo heb je ook nog netto (het gewicht van de inhoud) en bruto (het totaalgewicht of netto + tarra). Oplossing: 10 l x 300 bar = barl l x 1,29g/l = 3870 g = 3,87 kg Totaal gewicht fles + lucht = 19,07 kg 10 l x 50 bar = 500 barl 500 l x 1,29g/l = 645 g = 0,645 kg Totaal gewicht fles + lucht = 15,645 kg We berekenen hier een verschil van 3,225 kg op het einde van duik. We moeten dus voldoende uitgelood zijn op een diepte van -3 m met een flesdruk van 50 bar. 48
49 49
50 Het luchtverbruik is een toepassing op de Wet van Boyle-Mariotte. 50
51 Toepassing: luchtverbruik Persoonlijk verbruik niet bekend, dan luchtverbruik = 20 l/min voor een nietinspannende standaardduik. Steeds een berekeningsreserve van 50 bar voorzien. Dit is niet de bekende duikreserve! Onze berekening heeft tot doel om met 50 bar de oppervlakte te bereiken. Afdaling en bodemtijd => druk op de maximale diepte of de gemiddelde diepte gebruiken voor de berekening. Tijdens het stijgen (10 m/min) rekenen we eveneens met de druk op de maximale diepte. Voor elke decompressietrap rekenen we met de traptijd en de druk op de trapdiepte. 51
52 52
53 Luchtvoorraad Berekeningsreserve Beschikbare luchtvoorraad 2 x 10 l x 200 bar = barl 2 x 10 l x 50 bar = barl barl barl = barl Verbruik afdaling en bodemtijd 20 l/min x 20 min x 5,5 bar = barl Verbruik tijdens het stijgen 20 l/min x 4,5 min x 5,5 bar = 495 barl Verbruik op trap 6 m 20 l/min x 2 min x 1,6 bar = 64 barl Verbruik op trap 3 m 20 l/min x 7 min x 1,3 bar = 182 barl Totaal verbruik barl Resterende flesdruk ( ) barl / 20 l = 52,95 bar De duik is dus op het randje van de veiligheid uit te voeren. Zelfde berekening maar met GOV 14 l/min Verbruik afdaling en bodemtijd 14 l/min x 20 min x 5,5 bar = barl Verbruik tijdens het stijgen 14 l/min x 4,5 min x 5,5 bar = 347 barl Verbruik op trap 6 m 14 l/min x 2 min x 1,6 bar = 45 barl Verbruik op trap 3 m 14 l/min x 7 min x 1,3 bar = 127 barl Totaal verbruik barl Resterende flesdruk ( ) barl / 20 l = 97 bar Een geoefend duiker heeft zijn luchtverbruik goed onder controle en zal deze duik met maximale veiligheid kunnen uitvoeren. 53
54 54
55 V: Hoelang kun je met een GOV van 20 l/min nog trappen maken op 3 m als je nog 50 bar hebt in een 15l-fles? A: Luchtvoorraad: 15 l x 50 bar = 750 barl 15 barl = 735 barl (we kunnen de fles niet vacuüm trekken). Verbruik op 3 m: 20 l/min x 1,3 = 26 l/min. Maximale trapduur op 3 m: 736/26 = 28 minuten V: 15l-fles op 180 bar en GOV van 16 l/min. Kan men de duik van de bovenstaande figuur uitvoeren? Luchtvoorraad 15 l x 180 bar = barl Berekeningsreserve 15 l x 50 bar = 750 barl Beschikbare luchtvoorraad barl 750 barl = barl Verbruik afdaling en bodemtijd Verbruik tijdens het stijgen Verbruik op trap 6 m Verbruik op trap 3 m Totaal verbruik 16 l/min x 6 min x 4,2 bar = 403,2 barl 16 l/min x 20 min x 4,2 bar = 1.344,0 barl 16 l/min x 2 min x 1,6 bar = 51,2 barl 16 l/min x 5 min x 1,3 bar = 104 barl 1902,4 barl Luchtvoorraad = 15 l x (180 bar 50 bar rekenreserve) = 1950 barl Deze duik kan dus veilig worden uitgevoerd. 55
56 56
57 Informatief (bron: Wikipedia) De kelvin (symbool: K) is de eenheid van thermodynamische temperatuur, een van de zeven basiseenheden van het SI-stelsel. De schaal is genoemd naar de fysicus William Thomson, die later in de adelstand werd verheven als Lord Kelvin. De definitie van de kelvin-temperatuurschaal bestaat uit twee delen: * 0 K is gelijk aan het absolute nulpunt, de laagste temperatuur die theoretisch bereikbaar is (alle moleculaire beweging is bij deze temperatuur afwezig). * 1 K is het 1/273,16e deel van de thermodynamische temperatuur van het tripelpunt van water. Dit tripelpunt ligt 0,01 C (graden Celsius) hoger dan het smeltpunt van ijs. Vandaar dat in de omrekening naar graden Celsius de waarde -273,15 gebruikt wordt, want 0 C is gedefinieerd als de temperatuur van smeltend ijs in water bij p=p0. 57
58 V: Op een zonnige dag (25 C) wijst mijn manometer 215 bar aan. Tijdens het te water gaan ben ik verbaasd te zien dat de druk nog maar 200 bar bedraagt. Hoe warm is het water? A: p1/t1 = p2/t2 T2 = (p2 x T1) / p1 = (200 bar x ( ) K) / 215 bar = 277,2 K 4,2 C 58
59 59
60 60
61 61
62 62
63 63
64 64
65 65
66 1. Zinken Werkelijk gewicht > opwaartse kracht (schijnbaar gewicht is positief) 2. Stijgen Werkelijk gewicht < opwaartse kracht (schijnbaar gewicht is negatief) 3. Zweven Werkelijk gewicht = opwaartse kracht (schijnbaar gewicht is nul) 4. Drijven Zweven aan de oppervlakte Gewicht ondergedompelde deel = opwaartse kracht 66
67 Dichtheid of soortelijke massa werd vroeger soortelijk gewicht genoemd. Symbool dichtheid = ρ = Griekse letter rho. 67
68 V: Wat ondervindt de grootste opwaartse stuwkracht: 1 dm³ lood of 1 dm³ hout? A: Aangezien in beide gevallen het gewicht van de verplaatste vloeistof gelijk is, namelijk 1 dm³, zal de opwaartse stuwkracht ook gelijk zijn. V: Een schip heeft een waterverplaatsing van ton. Wat betekent dit? Verklaar aan de hand van de net geziene wet. A: Dit betekent dat het schip een opwaartse stuwkracht krijgt van ton. V: Leg het verband uit tussen een versnelde opstijging en de Wet van Archimedes A: Bij een opstijging zal de lucht in het trimvest steeds uitzetten (wet van Boyle-Mariotte), waardoor de opwaartse kracht steeds zal toenemen en de duiker steeds sneller zal gaan stijgen, tenzij er lucht uit het trimvest wordt geloosd. 68
69 V: Je anker, met een gewicht van 80 N en een volume van 1 l, bevindt zich op 37 m diepte. Je wenst met een hefballon het anker naar boven te sturen. Hoeveel bar kost je dit van je 15 l fles? A: Het anker heeft een volume van 1l (1 dm³) en ondergaat een opwaartse stuwkracht van 10N. Om de bijkomende 70 N van het ankergewicht te overwinnen hebben we een volume van 7 dm³ = 7l nodig. We blazen op de diepte van 37 m lucht in onze ballon tot die een volume van 7l heeft. Op de diepte van 37 m heerst er een druk van 4,7 bar. Hoeveel barl 4,7bar x 7 l = 32,9 barl = ca. 33 barl Hoeveel bar gaat er uit onze fles van 15 l 33 barl / 15 l = 2,2 bar V: Bij het begin van de duik (zoet water) moet ik op 3 m 2 liter lucht in mijn jacket blazen om perfect uitgetrimd te zijn. Op het einde van de duik (50 bar) ben ik perfect uitgetrimd met een leeg jacket. Hoeveel was de begindruk van mijn dubbelset 10l? A: Als we 2 l lucht in onze vest blazen verplaatsen we 2 dm³ water, dit komt overeen met een opwaartse stuwkracht van 20 N (2 kg). Die stuwkracht heb ik nodig om mij goed uit te trimmen. 20 N = 2 kg = 2000 g Hoeveel liter lucht in 2000 g 2000 g / 1,29 g = 1550,38 l Hoeveelheid lucht op einde duik (50 bar) 50 bar x (2x10l) = 1000 l Hoeveel is het totaal aan lucht (verbruik + 50 bar) 1550, l = 2550,38 l De begin druk was gelijk aan => 2550,38 l / 20 l = 127,5 bar 69
70 70
71 71
72 72
73 73
74 Geheugensteuntje = De TAART, waarbij de D staat voor Druk, de T staat voor Temperatuur, de A staat voor de Aard van het gas, de volgende A staat voor de Aard van de vloeistof, de R staat voor het Raakoppervlak en de T staat voor de Tijd. 74
75 75
76 76
77 77
78 78
79 79
80 80
81 81
82 V: Een weefsel, met een periode van 10 minuten, verzadigt gedurende 40 minuten en ontgast vervolgens gedurende 20 minuten. Teken de procentuele verzadiging van het weefsel. A: Na 10 min 50% Na 20 min 75% Na 30 min 87,5% Na 40 min 93,75% Na 50 min 50% van 93,75 = 46,875% Na 60 min 23,437% V: Een gas met een periode van 7,5 minuten verzadigt gedurende 22,5 minuten, ontgast dan gedurende 22,5 minuten en verzadigt dan weer gedurende 15 minuten. Wat is de tijd nodig om het weefsel weer volledig te desatureren? A: Het weefsel zal dan weer 15 minuten nodig hebben om volledig te desatureren. 82
83 83
84 84
85 85
86 86
87 87
88 88
89 89
90 90
91 91
92 92
93 Het geluid onder water beweegt zich ongeveer 4x sneller dan in de lucht en bereikt de oren bijna gelijktijdig. Het geluid komt ook ongeveer 4 x sterker door. Het geluid draagt dan ook veel verder in water dan in de lucht. Gevolg: zowel richting van als afstand tot de geluidsbron is niet of zeer moeilijk te bepalen (bijv. lokaliseren van overvarende boten). 93
94 94
95 95
96 96
97 Onder water lijkt een vis 1/3 groter dan hij in werkelijkheid is. Het lijk ook of die vis 1/4 dichter bij jou zwemt. Ons gezichtsveld vermindert met 1/4 onder water. 97
98 Dankzij een duiklamp krijg je de kleuren weer te zien. 98
99 99
100 100
101 101
102 102
103 103
104 104
105 105
106 106
Vul op deze eerste dia de nodige gegevens in, zoals de productiedatum van deze PowerPointpresentatie, het onderwerp je presentatie, de naam en titel
Vul op deze eerste dia de nodige gegevens in, zoals de productiedatum van deze PowerPointpresentatie, het onderwerp je presentatie, de naam en titel van de spreker. 1 2 Deze presentatie bevat lesmateriaal
Nadere informatieGevorderd Nitrox Duiker Oefeningen Fysica
Drukberekening p = F/A 1pa = 1N/1m² 1bar = 100,000Pa of 1,000hPa Een lichaam heeft 1,5m² oppervlakte. Je duikt 40m diep. Welke kracht wordt op je lichaam uitgeoefend? Oplossing 9,8N wordt afgerond naar
Nadere informatieGevorderd Nitrox Duiker Oefeningen Fysica
Drukberekening p = F/A 1pa = 1N/1m² 1bar = 100,000Pa of 1,000hPa Een lichaam heeft 1,5m² oppervlakte. Je duikt 40m diep. Welke kracht wordt op je lichaam uitgeoefend? Wat is de atmosferische, relatieve
Nadere informatieFYSICA DM THEORIE SAMENVATTING
FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING Elementen - Elementen kunnen op 3 manieren voorkomen: - Vast - Vloeibaar - Gasvormig Water & Warmte - Warmte overdracht op 3 manieren - Geleiding direct contact / toepassing
Nadere informatieDe diverse somsoorten bij Fysica
De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:
Nadere informatieDe diverse somsoorten bij Fysica
De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:
Nadere informatieOnze passie. Onze passie. NELOS Theorie Fysica. TORPEDO, januari 2010 1. Subcommissie Edit Departement didactiek
Subcommissie Edit Departement didactiek Sportduiken Onze passie CMASEurope NEDERLANDSTALIGE LIGAVOOR ONDERWATERONDERZOEK EN -SPORTVZW Studio opnames Coolshots.be Foto s Sportduiken Hoofdredactie Michel
Nadere informatieOefeningen fysica. De.. bestaat uit de atmosferische en hydrostatische druk. De atmosferische druk bestaat dankzij de 80km rondom onze aardbol.
1. Geef 6 toepassingen op de Wet van Pascal i.v.m. de duiksport. De druk in een grot, op diepte gelegen, is gelijk aan de druk op die diepte. Berekenen van de absolute druk. Druk op ons lichaam is overal
Nadere informatieDe massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald
Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld
Nadere informatieDe Lucht. Ook is de uitgeademde lucht bevochtigd, maar dit werd hier buiten beschouwing gelaten.
Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas O 2 21% Rest 0,97% Koolzuurgas CO 2 0,03% 100% De Lucht N2 O2 Samenstelling van de uitgeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas
Nadere informatieGeschreven door Administrator vrijdag 20 februari 2009 23:30 - Laatste aanpassing vrijdag 20 februari 2009 23:45
De wet van Boyle Bij gelijkblijvende temperatuur varieert het volume van een gas omgekeerd evenredig met de absolute druk. P1 x V1 = P2 x V2 Hetgeen gebruikt kan worden bij het berekenen van het luchtverbruik.
Nadere informatieLesonderwerp: Definities Drukken Wet van Boyle-Mariotte
Lesonderwerp: Definities Drukken Wet van Boyle-Mariotte Niveau: 2*Duiker Lesgever:... Datum van de les: Kies de datum. Duikschool:... Adres/locatie:... Vereiste voorkennis: Beginsituatie: Gehomologeerd
Nadere informatieDeel 5: Druk. 5.1 Het begrip druk. 5.1.1 Druk in het dagelijks leven. We kennen druk uit het dagelijks leven:... ... ...
Deel 5: Druk 5.1 Het begrip druk 5.1.1 Druk in het dagelijks leven We kennen druk uit het dagelijks leven:............................................................. Deel 5: Druk 5-1 5.1.2 Proef a) Werkwijze:
Nadere informatieOpen Water Diver. FYSICA Algemeen
Open Water Diver FYSICA Algemeen INHOUD Drijfvermogen Soortelijk gewicht van water Verband tussen druk, volume en dichtheid De gevolgen van toenemende druk De techniek van het klaren De gevolgen van afnemende
Nadere informatieExact periode Youdenplot Krachten Druk
Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.
Nadere informatieSamenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo.
Samenvatting door K. 577 woorden 10 december 2012 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nieuwe natuurkunde Samenvatting natuurkunde 1.1-1.7 1.1 Weersgrootheden Recht evenredig verband =als de ene
Nadere informatieDe Lucht. Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas O 2 21% Argon (edele gassen) Ar 0,97% Koolzuurgas CO 2 0,03% 100%
De Lucht Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas O 2 21% Argon (edele gassen) Ar 0,97% Koolzuurgas CO 2 0,03% 100% N2 O2 Ar CO2 Samenstelling van de uitgeademde lucht: Stikstofgas
Nadere informatieExact Periode 7 Radioactiviteit Druk
Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Kracht
Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.
Nadere informatieNELOS infomap. 12 Theoretisch examen
NELOS infomap o 12 Theoretisch examen 12.1 Voorafgaande opmerkingen Het Duikonderricht wenst het theoretische duikonderricht in ons landsgedeelte te uniformiseren en tegelijkertijd zekere excessen in de
Nadere informatie1 De Lucht. 1.1 Samenstelling van de ingeademde lucht: 1.2 Samenstelling van de uitgeademde lucht: 1.3 De stofwisseling: N2 O2 Ar CO2.
1 De Lucht 1.1 Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N2 78% Zuurstofgas O2 21% Argon (edele gassen) Ar 0,97% Koolzuurgas CO2 0,03% 100% N2 O2 Ar CO2 1.2 Samenstelling van de uitgeademde lucht:
Nadere informatieHoofdstuk 5: Gaswetten
Hoofdstuk 5: Gaswetten 5.1 Toestandsfactoren van een gas Vloeistoffen en vaste stoffen zijn weinig samendrukbaar: hun volume verandert weinig bij veranderende druk of temperatuur. Gassen zijn goed samendrukbaar:
Nadere informatieI. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).
Oefenmateriaal I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één a) 101.000 Pa = kpa f) 8.999 Pa = kpa b) 103.500 Pa = kpa g) 5.750 Pa = kpa c) 99.850 Pa = kpa
Nadere informatieDefinitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.
Definitie In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden. Massa In je tabellenboek vindt je dat de SI eenheid van massa
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatieDruk (1 bar = Pascal of kg/cm2) De 3 Aggregatietoestanden. Atmosferische druk. Samenstelling van lucht:
I Druk Druk < > Kracht Wetenschappelijk is DRUK niet hetzelfde als KRACHT. De uitwerking van kracht wordt bepaald door de grootte v/d kracht en de oppervlakte waarop ze werkt. vb: een hamerslag op een
Nadere informatieTheoriekennis NELOS 2012
egrippen: WE (weten), KE (kennen), TO (kunnen toepassen), IN (integreren - geïntegreerd hebben) en INF (informatief). 1-stersduiker 2-stersduiker 3-stersduiker Decompressietechnieken Bijzondere bepalingen
Nadere informatieFYSICA. voor 4 ST & 4 TW. Deze cursus fysica vind je op en op pmi.smartschool.be
FYSICA voor 4 ST & 4 TW Deze cursus fysica vind je op www.hetwarmewater.tk en op pmi.smartschool.be Fysica - Fysica in 3ST en 3TW! 1 / 1 Fysica in 3 ST & 3 TW Fysica is een wetenschap. Wat is een fysisch
Nadere informatieExact periode Gepaarde t-test. Krachten. Druk
Exact periode 10.2 Gepaarde t-test Krachten Druk 1 Exact periode 6. De gepaarde t-test De gepaarde t-test gebruik je als er door twee analisten ( of met twee methodes) aan een serie verschillende monsters
Nadere informatieQ l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1
Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens
Nadere informatieNELOS infomap. 12 Theoretisch examen
Nota: Men mag na het slagen voor het eerste en tweede luik driemaal deelnemen aan de zeestage. Bij het mislukken hiervan mag men, na opnieuw geslaagd te zijn voor het eerste en tweede luik, nogmaals driemaal
Nadere informatieAfmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)
Samenvatting door een scholier 669 woorden 2 november 2003 6 117 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 1: Druk 1.1 Druk = ergens tegen duwen Verband = grootheid die met andere
Nadere informatieOpgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 De massa van een voorwerp geeft aan hoe zwaar dit voorwerp is. Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt. Opgave De dichtheid van een stof
Nadere informatieSEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE
SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen
Nadere informatieUITREIKSTUK NATUURKUNDE EN DUIKPLANNING
NOK UITREIKSTUK NATUURKUNDE EN DUIKPLANNING Erwin Helderman 19-6-2013 Dit uitreikstuk is samengesteld voor gebruik in de duikopleiding CAT-A1,2,3, B1,2,3,4, de opleiding Duikploegleider lescode DEN, en
Nadere informatieOver gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam.
Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam. Inleiding. In het project Over gewicht worden gewichtige zaken op allerlei manieren belicht. In de wiskundeles heb je aandacht besteed
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatie11de Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen zaterdag 12 november 2005. Jacky Hellemans - Koen Paes
11de Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen zaterdag 12 november 2005 de wet van Jacky Hellemans - Koen Paes Academische Lerarenopleiding Natuurkunde Departement Natuurkunde en Sterrenkunde - K.U.Leuven
Nadere informatieAAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)
Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van
Nadere informatie1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.
ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen
Nadere informatieWerken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275
Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4
Nadere informatieDichtheid. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres P.J. Dreef 01 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/82827 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieKlimaatbeheersing (2)
Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur
Nadere informatieWet van Bernoulli. 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli
Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen Druk in een vloeistof In de figuur
Nadere informatieVraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatieHEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT
Nadere informatieINHOUD. Thema 4 Druk. 1 Inleiding Het begrip druk Beginsel van Pascal Hydrostatische druk Wet van Archimedes 29
INHOUD Thema 4 Druk 1 Inleiding 10 2 Het begrip druk 11 2.1 Definitie - Grootheid 11 2.2 Eenheid 11 2.3 Toepassingen 12 3 Beginsel van Pascal 15 3.1 Toepassing - Hydraulische pers 16 3.1.1 Theoretische
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen
Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG
Nadere informatieModel duikplan niveau 1*-duiker
Model duikplan niveau 1*-duiker Stap Hoe doe je dat? Resultaat 1. Bepaal je maximale duikdiepte (MDD) 2. Bepaal je maximale duiktijd (MDT) Spreek met je buddy af hoe diep jullie bij deze duik maximaal
Nadere informatieThermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven
Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.
Nadere informatieAAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)
Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van
Nadere informatieSpanningscoëfficiënt water. 1 Doel 1. 2 Theorie 1
Proefnummer : FE3-W5-WA1 Naam schrijver : René van Velzen Naam medewerker : Guillaume Goijen klas en PGO-groep : TN-P2, Groep 1 Datum practicum : 4 Oktober 2007 Datum inlevering : 11 Oktober 2007 Inhoudsopgave
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.
Nadere informatieVJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE
1 VJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE Vraag 1 Antwoord a Wanneer mama de ballon over haar trui wrijft, wordt de ballon elektrisch geladen. De peper- en zoutkorrels voelen dat en willen naar de ballon toe. De peperkorrels
Nadere informatieNaam (plus beschrijving) Symbool Eenheid Formules. Druk = kracht per eenheid van oppervlakte p (N/m² = ) Pa
Naam (lus beschrijving) Symbool enheid ormules MHANIA in het derde jaar Dichtheid massa er eenheid van volume ρ kg /m³ m ρ V Druk kracht er eenheid van oervlakte (N/m² ) a A Hydrostatische druk in een
Nadere informatie0,8 = m / 350 1 = m / 650
EXTRA De dichtheid van een mengsel 39 a 1L = 1000 ml 1% is dus 10 ml 35% is dan 350 ml Zo kan het ook: (1000 / 100) x 35 = 350 ml alcohol (en dus 1000-350 = 650 ml water) b alcohol water m =? V = 350 cm
Nadere informatieNiveau A. Niveau B. Niveau C. Niveau D. oom. autono. el hulp. hulp OW. Autonoom. Ervaren + NEEN, hulp nodig of? Maar beetje hulp nodig?
Flowchart Niveau (her)bepalen? JA + geslaagd theorie 2*D Autonoom Ervaren + duiken? Redden? NEEN, hulp nodig? JA Niveau A NEEN 1ste niv.? Niveau B Maar beetje hulp nodig? JA Niveau C Jaarlijkse herevaluatiee
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1
Natuur-Scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd VMBO- Tl2 H. Aelmans SG Groenewald 1.
Nadere informatieDe kracht van Archimedes
1 Studie dag en KVCV De kracht van Archimedes DEEL 1 Korte omschrijving van het lesonderwerp Door een paar originele experimenten, de kracht van Archimedes ontdekken en de gegevens waarnemen die de grootte
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieKlimaatbeheersing (2)
Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden
Nadere informatieDichtheid. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Sonja Koitek 03 september 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/109161 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs
Nadere informatieInleiding Decompressie theorie
Inleiding Decompressie theorie Veilig duiken 2017 Runtime: 40 min Slides: 40 Mattijn Buwalda Anesthesioloog & Diving Medicine Physician www.mattijnb.nl Short introduction Inhoud deel 1 opnemen en afgeven
Nadere informatieWat gaan we doen? Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen. Diagrammen van water en stoom
Si klas 1 Pagina 1 Wat gaan we doen? dinsdag 30 januari 2018 12:43 Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen Diagrammen van water en stoom Een stoominstallatie
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade 26 ste editie Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 26 ste
Nadere informatieTitel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.
Het maken van een verslag voor natuurkunde Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige zinnen
Nadere informatieTECHNISCHE GEGEVENS doorstromingsgegevens bepaling van de doorstromingsfactor en de doorlaatdiameter
TECHNISCHE GEGEVENS doorstromingegevens bepaling van de doorstromingsfactor en de doorlaatdiameter Bepaling van de grootte van de afsluiters Een goede keuze van de grootte van de afsluiters is belangrijk.
Nadere informatieCursusboek. Duikfysica' Cursusboek voor de Ondernemersopleiding ACEBE "Operator voor Onderwaterwerken"
VAN HOESERLANDE Patrick, Ir Wandelweg 21 2980 HALLE-ZOERSEL Tel. : 03/385.17.10 Fax : 03/385.17.10 e-mail : Patrick.VanHoeserlande@advalvas.be Cursusboek Duikfysica' Cursusboek voor de Ondernemersopleiding
Nadere informatieFormules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg
Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Formule Eventuele naam of uitleg m # = m%# Machten van eenheden: regel m # m ( = m #)( Machten van eenheden: regel 2 m # m ( =
Nadere informatieHoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de
Nadere informatieEn wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?
Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp
Nadere informatieDeel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten
Deel 4: Krachten 4.1 De grootheid kracht 4.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,
Nadere informatieWiskundige vaardigheden
Inleiding Bij het vak natuurkunde ga je veel rekenstappen zetten. Het is noodzakelijk dat je deze rekenstappen goed en snel kunt uitvoeren. In deze presentatie behandelen we de belangrijkste wiskundige
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieViscositeit. par. 1 Inleiding
Viscositeit par. 1 Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en van gassen) die aangeeft hoe ondoordringbaar de vloeistof is voor een vast voorwerp. Anders gezegd met de grootheid viscositeit
Nadere informatieUNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009
MINISTERIE N ONDERWIJS EN OLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN WO/HO/NTIN 2009 K : NTUURKUNDE DTUM : MNDG 06 JULI 2009 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45
Nadere informatieLEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn
LEERWERKBOEK IMPULS 2 L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters 2u Plantyn Ten geleide Impuls 2 leerwerkboek 2 u is bedoeld voor het tweede jaar van de tweede graad ASO met 2 wekelijkse lestijden.
Nadere informatieVeerkracht. Leerplandoelen. Belangrijke formule: Wet van Hooke:
Veerkracht Leerplandoelen FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.3 Kracht B26 Een kracht meten door gebruik te maken van een dynamometer. B27
Nadere informatieHet klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt.
Werken met klimaatgegevens Introductie Weer en klimaatgegevens worden gemeten. Om deze meetgegevens snel te kunnen beoordelen worden ze vaak gepresenteerd in de vorm van grafieken of kaarten. Over de hele
Nadere informatieModel duikplan niveau 2*-duiker
Model duikplan niveau 2*-duiker Stap Hoe doe je dat? Resultaat 1. Bepaal je maximale duikdiepte (MDD) 2. Bepaal je maximale duiktijd (MDT) Spreek met je buddy af hoe diep jullie bij deze duik maximaal
Nadere informatieMassa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1
Massa Volume en Dichtheid Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 Het volume... 3 1.1 Het volume berekenen.... 3 1.2 Volume 2... 5 1.3 Symbolen en omrekenen... 5 2 Massa... 6 3 Dichtheid... 7
Nadere informatieALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.
LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de
Nadere informatieOnderwijs op maat voor uitdaging en motivering
Uitleg: Druk, kracht en oppervlakte Druk p in N/ Newton/vierkantemeter Kracht F in N Newton Oppervlakte in Vierkante meter 1 N = 1 Pa 1Bar = 100.000 Pa 1 = 100d = 10.000c = F p Voorbeelden: Druk Wat is
Nadere informatieViscositeit. par. 1 Inleiding
Viscositeit par. 1 Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en van gassen) die aangeeft hoe ondoordringbaar de vloeistof is voor een vast voorwerp. Anders gezegd met de grootheid viscositeit
Nadere informatieUitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN
Nadere informatieLEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn
LEERWERKBOEK IMPULS 2 L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters 1u Plantyn Ten geleide Impuls 2 leerwerkboek 1 u is bedoeld voor het tweede jaar van de tweede graad ASO met 1 wekelijkse lestijd. Het
Nadere informatiekoper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:
Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje
Nadere informatievwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011
Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige
Nadere informatieMeetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden
Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden Meetfouten In de wiskunde werken we meestal met exacte getallen: 2π, 5, 3, 2 log 3. Ook in natuurwetenschappelijke vakken komen exacte getallen voor, maar
Nadere informatieH7 werken met stoffen
H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende
Nadere informatieWoensdag 24 mei, uur
-- ~--------- -- --- -~~-~=============--- EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN OORTGEZET ONDERWIJS IN 1978 MAO4 Woensdag 24 mei, 9.30-11.30 uur NATUUR-EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn
Nadere informatieFysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.
Vraag 1 Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm. Hulptekening: f f Het beeld van het voorwerp gevormd door
Nadere informatieAugustus blauw Fysica Vraag 1
Fysica Vraag 1 We lanceren in het zwaartekrachtveld van de aarde een knikker met een horizontale snelheid v = 1,5 m/s op de hoogste trede van een trap (zie figuur). Elke trede van de trap heeft een lengte
Nadere informatieAugustus geel Fysica Vraag 1
Fysica Vraag 1 We lanceren in het zwaartekrachtveld van de aarde een knikker met een horizontale snelheid v = 1,5 m/s op de hoogste trede van een trap (zie figuur). Elke trede van de trap heeft een lengte
Nadere informatieOpgave Zonnestelsel 2005/2006: 3
Opgave Zonnestelsel 25/26: 3 2.1 Samenstelling van de gasreuzen Het afleiden van de interne samenstelling van planeten gebeurt voornamelijk door te kijken naar de afwijkingen in de banen van satellieten
Nadere informatieToelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO
Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO 1. Hydrostatica 1.1. Hydrostatische druk Begrip druk (algemeen) De druk p op een oppervlak is de verhouding van de grootte F van de kracht tot de grootte
Nadere informatieNaam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt.
Naam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt. OPGAVE 1 Jan drinkt 14 kubieke centimeter zuivere alcohol op. Bereken hoeveel gram
Nadere informatieNoorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. reader periode 2 leerjaar 1. J. Kuiper. Transfer Database
Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader reader periode 2 leerjaar 1 J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs,
Nadere informatie