Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden"

Transcriptie

1 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang Besluit van 9 december 2002, houdende voorschriften voor uitvoering van de controle van personen, bagage en vracht door beveiligingspersoneel en luchtvaartmaatschappijen op luchtvaartterreinen (Besluit beveiliging burgerluchtvaart) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 28 juni 2001, nr /01/6; Gelet op de artikelen 37ac, eerste lid, en 37e, tweede lid, onder d, van de Luchtvaartwet; De Raad van State gehoord (advies van 3 augustus 2001, No. W /I); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 3 december 2002, nr /01/6; Hebben goedgevonden en verstaan: 1. Algemeen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. beveiligingsmedewerker: een lid van het beveiligingspersoneel als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onderdeel b, onder 1 van de Luchtvaartwet; b. fouillering: onderzoek aan kleding als bedoeld in artikel 37b, zesde lid, en artikel 37h van de Luchtvaartwet. Artikel 2 De exploitant van een luchtvaartterrein zorgt dat de beveiligingsmedewerker zijn taak uitvoert met inachtneming van de paragrafen 2 tot en met 4 van dit besluit. Artikel 3 Het plan met betrekking tot de beveiliging, bedoeld in artikel 37e van de Luchtvaartwet, bevat een opgave van de wijze waarop de exploitant van Staatsblad

2 een luchtvaartterrein uitvoering geeft aan artikel 2. De opgave bevat daartoe in ieder geval: a. de wijze waarop de exploitant voorziet in controle op de taakuitoefening door de beveiligingsmedewerkers, b. de maatregelen die de exploitant jegens de beveiligingsorganisatie treft bij taakuitoefening in strijd met dit besluit en c. een weergave van de contractuele bepalingen die ter uitvoering van artikel 2 gelden of zullen gelden tussen de exploitant en de beveiligingsorganisatie. Artikel 4 Het plan met betrekking tot de beveiliging, bedoeld in artikel 37e van de Luchtvaartwet, bevat: a. een opgave van het vereiste opleidingsniveau van de beveiligingsmedewerkers en van de wijze waarop voorzien wordt in behoud van kennis en vaardigheden en b. een opgave van de wijze waarop voorzien wordt in voldoende beveiligingsbewustzijn bij medewerkers van andere op het luchtvaartterrein werkzame bedrijven en instellingen. 2. Controle van passagiers en handbagage Artikel 5 1. De beveiligingsmedewerker controleert de passagiers met inachtneming van de in het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaarde omgangsvormen. 2. De beveiligingsmedewerker controleert de handbagage zo voorzichtig en zorgvuldig als mogelijk is met het oog op doeltreffende controle. 3. De beveiligingsmedewerker voert ter uitvoering van de controle uitsluitend handelingen uit die voor doeltreffende controle redelijkerwijs noodzakelijk zijn. 4. De beveiligingsmedewerker voert de controle zodanig uit dat passagiers niet meer worden belast dan voor doeltreffende controle noodzakelijk is. Artikel 6 1. Fouillering geschiedt door het aftasten van de kleding of het onderzoeken van afzonderlijke kledingstukken voor zover dat noodzakelijk is voor doeltreffende controle. 2. Fouillering wordt uitgevoerd door één of meer beveiligingsmedewerkers van hetzelfde geslacht als de passagier, tenzij de passagier uitdrukkelijk heeft ingestemd met fouillering door een beveiligingsmedewerker van het andere geslacht. 3. Fouillering vindt plaats in een afgezonderde ruimte indien de passagier of de betrokken beveiligingsmedewerker de voorkeur daarvoor kenbaar heeft gemaakt. 4. Fouillering vindt plaats in het bijzijn van een tweede beveiligingsmedewerker indien de passagier of de betrokken beveiligingsmedewerker de voorkeur daarvoor kenbaar heeft gemaakt. 5. Indien fouillering niet goed mogelijk blijkt of onvoldoende is om de aanwezigheid van voor bedreiging geschikte voorwerpen vast te stellen, wordt daarvan onverwijld mededeling gedaan aan de Koninklijke marechaussee. Staatsblad

3 Artikel 7 1. Nader onderzoek van handbagage geschiedt door handmatig onderzoek en zintuiglijke waarneming. 2. De beveiligingsmedewerker voert het nader onderzoek van de handbagage uit in aanwezigheid van de betrokken passagier. 3. De beveiligingsmedewerker opent bagage, pakt bagage uit en haalt of laat zaken uit de verpakking voor zover dit noodzakelijk is voor doeltreffende controle. 4. De beveiligingsmedewerker beproeft of de werkelijke functie van de bagage of van zaken daaruit overeenkomt met de functie die de uiterlijke verschijningsvorm doet vermoeden voor zover dit noodzakelijk is voor doeltreffende controle. 5. Het nader onderzoek vindt plaats in een afgezonderde ruimte indien de passagier of de betrokken beveiligingsmedewerker de voorkeur daarvoor kenbaar heeft gemaakt. Artikel 8 De beveiligingsmedewerker verschaft een passagier op diens verzoek informatie met betrekking tot de controle, tenzij het belang van doeltreffende controle zich daartegen verzet. Artikel 9 1. Een beveiligingsmedewerker doet onverwijld mededeling aan de Koninklijke marechaussee van een onregelmatigheid bij de uitvoering van de controle. 2. Van een onregelmatigheid is in ieder geval sprake indien: a. een passagier weigert zichzelf of zijn bagage aan controle te onderwerpen, b. de veiligheid van personen of goederen wordt bedreigd, c. verstoring van de openbare orde dreigt, d. middelen als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet worden aangetroffen of e. er aanwijzingen zijn dat door een te controleren of gecontroleerde passagier een strafbaar feit is, wordt of zal worden gepleegd. Artikel Indien de controle een bevraging als bedoeld in artikel 37h, eerste lid, onder d omvat, bevraagt de beveiligingsmedewerker passagiers met inachtneming van de in het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaarde omgangsvormen. 2. De beveiligingsmedewerker beperkt de bevraging tot onderwerpen die kunnen dienen tot het opleveren van aanwijzingen met betrekking tot de betrouwbaarheid van de passagier. 3. Controle van personen die zich anders dan als passagier op het luchtvaartterrein bevinden danwel anders dan als passagier aan boord kunnen gaan en verdergaande controle krachtens de vervoersovereenkomst Artikel 11 Paragraaf 2 is van overeenkomstige toepassing op: a. controle van personen en voorwerpen als bedoeld in artikel 37b, zesde lid, van de Luchtvaartwet; b. verdergaande controle als bedoeld in artikel 37hd van de Luchtvaartwet; Staatsblad

4 c. controle van de identiteit van personen en de rechtmatigheid van hun aanwezigheid op het luchtvaartterrein als bedoeld in artikel 37f, tweede lid, onder b, en 37h, derde lid, van de Luchtvaartwet. 4. Controle van ruimbagage Artikel Artikel 5, tweede en derde lid en de artikelen 7 tot en met 9 zijn van overeenkomstige toepassing op de controle van ruimbagage. 2. In afwijking van het eerste lid is artikel 7, tweede lid, niet van toepassing indien de passagier zich voor zover redelijkerwijs valt na te gaan kennelijk niet op het luchtvaartterrein bevindt. Artikel Voorafgaand aan het nader onderzoek naar de inhoud van ruimbagage, bedoeld in artikel 37h, tweede lid, onder b, van de Luchtvaartwet vraagt de beveiligingsmedewerker de passagier te bevestigen dat de desbetreffende ruimbagage hem toebehoort en verzoekt hem deze zelf te openen. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de passagier zich voor zover redelijkerwijs valt na te gaan kennelijk niet op het luchtvaartterrein bevindt. 5. Controle van vracht Artikel De luchtvaartmaatschappij of de geregistreerde, bedoeld in artikel 37p van de Luchtvaartwet, doet onverwijld mededeling aan de Koninklijke marechaussee van een onregelmatigheid bij de uitvoering van de controle van vracht. 2. Indien de vracht zich bij controle niet bevindt op een terrein waar de Koninklijke marechaussee is belast met de uitvoering van de politietaak, wordt in afwijking van het eerste lid van een onregelmatigheid onverwijld mededeling gedaan aan het politiekorps in de desbetreffende regio. 3. Van een onregelmatigheid is slechts sprake indien: a. gevaarlijke goederen in of bij de vracht worden aangetroffen die niet als zodanig zijn aangeboden in overeenstemming met artikel 37k, vierde lid, van de Luchtvaartwet, of een krachtens dat artikel vastgestelde regeling of aanwijzing; of b. blijkt dat de vracht de veiligheid van de burgerluchtvaart kan bedreigen als deze wordt vervoerd zoals kennelijk wordt beoogd. 6. Slotbepalingen Artikel 15 Dit besluit treedt in werking op 1 april Artikel 16 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beveiliging burgerluchtvaart. Staatsblad

5 Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 11 februari 2003, nr. 29. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. s-gravenhage, 9 december 2002 De Minister van Justitie, J. P. H. Donner Beatrix Uitgegeven de negende januari 2003 De Minister van Justitie, J. P. H. Donner STB7605 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2003 Staatsblad

6 NOTA VAN TOELICHTING Algemeen 1. Aanleiding Dit besluit vloeit voort uit een wetswijziging die beoogt integratie van de beveiligingstaak met het algemene afhandelingsproces op de luchthaven mogelijk te maken. 1 Onder nauwlettend toezicht van de Minister van Justitie wordt een gedeelte van de beveiligingstaak uitgevoerd door particulier beveiligingspersoneel dat niet langer door de Minister van Justitie wordt gecontracteerd, maar door de luchthavenexploitant zelf. De toenemende intensiteit van het luchtverkeer, de toenemende nadruk op beveiligingsvoorschriften in internationaal verband en de behoefte om de beveiliging gedifferentieerder, doelmatiger en kosteneffectiever uit te kunnen voeren maken dit nodig. Omdat de passagier wettelijk gehouden is controlemaatregelen te gedogen is het ook noodzakelijk wettelijk te waarborgen dat de betrokken private partijen op een met overheidsoptreden vergelijkbare wijze optreden jegens de passagiers en hun bagage. De rechtsnormen die gelden in het verkeer tussen burgers en bestuursorganen en de bescherming die uitgaat van de verplichting tot behartiging van het algemeen belang gelden immers niet vanzelfsprekend ook in de verhouding passagier particuliere beveiligingsmedewerker. Om een rechtsplicht tot het met overheidsoptreden vergelijkbare wijze van optreden in het leven te roepen, is het daarom noodzakelijk gedragsnormen voor de particuliere uitvoerders van de beveiliging (verder: beveiligingsmedewerkers) als wettelijk voorschrift vast te stellen. Ook uit de uitkomst van het uitgebreide debat over de vraag of uitsluitend zou kunnen worden volstaan met het privaatrecht als grondslag voor het uitvoeren van de controle door de luchthavenexploitant kan worden afgeleid dat (extra) publieke waarborging noodzakelijk is. 2 De passagier heeft in de praktijk immers veelal geen reële vrije keus om bijvoorbeeld niet in te stemmen met een bepaald beveiligingsregime en gebruik te maken van de diensten van een andere luchthaven. De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat de inhuur door de exploitant mogelijk maakt, geeft dan ook aan dat aan de overheidsverantwoordelijkheid voor de beveiliging onder andere gestalte gegeven zal worden door het normeren van de wijze van uitvoering van de beveiligingsactiviteiten door de exploitant. 3 Daarnaast is het uit oogpunt van goede beveiliging van de burgerluchtvaart nodig nadere voorschriften vast te stellen voor het optreden van particuliere beveiligingsmedewerkers bij onregelmatigheden. Ook de geheimhoudingsplicht van artikel 37ha Luchtvaartwet wordt daarvoor door dit besluit voor bepaalde situaties ten opzichte van de bevoegde autoriteiten opgeheven Formele aspecten 1 Wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging op de luchtvaartterreinen (Stb. 2002, 226) (verder: de wet). 2 p. 6 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (Kamerstukken II 1998/99, , nr. 3) (verder: de memorie van toelichting). 3 p. 5 van de memorie van toelichting. 4 p. 10 van de memorie van toelichting. Het besluit steunt op artikel 37ac van de Luchtvaartwet, dat het mogelijk maakt nadere regels te geven voor de «uitvoering van de controle en de afhandeling van daarbij geconstateerde onregelmatigheden». Het steunt eveneens op 37e, tweede lid, onder d, van de Luchtvaartwet, in verband met de in het besluit opgenomen eisen aan het zogenoemde plan met betrekking tot de beveiliging. Normadressaat is de «exploitant van een luchtvaartterrein»; deze moet zorgen dat de beveiligingsmedewerkers hun taak in overeenstemming met de normen van het besluit uitvoeren (art. 2). Deze zorgplicht sluit aan bij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beveiligingstaak die Staatsblad

7 de exploitant heeft gekregen ingevolge eerdergenoemde wetswijziging. Dit besluit richt zich niet op de taakuitoefening door het publieke beveiligingspersoneel (art. 37a, eerste lid, onder 2 van de Luchtvaartwet, dat wil zeggen politie, marechaussee en douane voor zover daartoe aangewezen). Dat laat overigens onverlet dat het publieke beveiligingspersoneel op grond van de Luchtvaartwet zelf bevoegd is tot uitvoering van de controles. Slechts de expliciete nadere normering daarvan op grond van dit besluit geldt voor hen niet rechtstreeks. Tenslotte bevat het besluit normen voor de controle van vracht die zich richten tot luchtvaartmaatschappijen en geregistreerde aanbieders of vervoerders van vracht. Voor het ontwerp noch voor het vastgestelde besluit bestaat een notificatieverplichting. 3. Inhoud De algemene maatregel van bestuur is inhoudelijk te onderscheiden in drie gedeelten nl. regels over de inhoud van het plan met betrekking tot de beveiliging, regels over de uitvoering van de controle en regels over de afhandeling van daarbij geconstateerde onregelmatigheden. Om de normen daadwerkelijk gerealiseerd te zien worden in de relatie passagier beveiligingsmedewerker moet de normadressaat (de exploitant) de naleving ervan nog apart contractueel bedingen en waarborgen dat daarop ook controle gehouden wordt. De wijze waarop de exploitant dit organiseert is in overeenstemming met de gedachte achter eerdergenoemde wetswijziging grotendeels aan de exploitant zelf, zij het dat dit wel expliciet in het beveiligingsplan moet worden neergelegd. Het beveiligingsplan is onderworpen aan goedkeuring door de Minister van Justitie in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat (art. 37e Luchtvaartwet). Het besluit beoogt in het algemeen een behoorlijke bejegening van de passagiers en een zorgvuldige behandeling van hun bezittingen door de beveiligingsmedewerkers te verzekeren. Het besluit sluit daartoe aan bij beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en zorgvuldigheid. Daarnaast wordt nog een aantal meer concrete voorschriften gegeven over de wijze waarop de controles moeten worden uitgevoerd, zoals fouillering door iemand van hetzelfde geslacht en desgewenst in een afgezonderde ruimte. De voorschriften over geconstateerde onregelmatigheden hebben een wat ander karakter; deze preciseren in de eerste plaats in welke gevallen er sprake is van een onregelmatigheid en verplichten tot het waarschuwen van de Koninklijke marechaussee in die gevallen. 4. Handhaving De wet draagt het toezicht op de naleving op aan de Commandant van de Koninklijke marechaussee. Krachtens artikel 37u van de Luchtvaartwet kan de Minister van Justitie bestuursdwang toepassen ter handhaving van dit besluit. In de praktijk zal de bevoegdheid namens de minister door de commandant worden uitgeoefend (zie in dit verband ook het tweede lid van artikel 37u van de wet). Artikel 2 bepaalt dat de exploitant degene is die moet zorgen dat de normen van het besluit door de door hem ingehuurde beveiligingsmedewerkers ook daadwerkelijk worden nageleefd. Maatregelen in het kader van het toezicht op de naleving richten zich dus ook tot de exploitant. Deze heeft ook de meeste mogelijkheden om deze zorgplicht in te vullen door contractueel voldoende mogelijkheden hiervoor te bedingen. De invulling hiervan is in beginsel aan de exploitant, maar is wel aan een vorm van preventief toezicht Staatsblad

8 onderworpen doordat het besluit bepaalt dat dit wordt neergelegd in het zogenoemde «plan met betrekking tot de beveiliging». Dat plan is onderworpen aan ministeriële goedkeuring. Doordat overtreding van de normen van het besluit naar zijn aard vaak een tijdelijk karakter zal hebben en dat gedurende een korte tijd, ligt optreden door middel van «feitelijk handelen» (art. 5:21 Algemene wet bestuursrecht) hiertegen niet in de rede; eerder zal overgegaan worden tot het opleggen van een last onder dwangsom om adequate maatregelen tegen herhaling af te dwingen. De Minister van Justitie beschikt automatisch ook over deze bevoegdheid op grond van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht. Het tweede lid van artikel 5:32 geeft expliciet aan dat voorkoming van herhaling van overtreding een legitiem doel van dwangsomoplegging is. Bovendien kan de Minister van Justitie krachtens artikel 37ab van de Luchtvaartwet aanwijzingen geven inzake de controle aan de exploitant. Het weigeren hieraan gevolg te geven zal in de regel een overtreding van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering) opleveren. Volgens art. 37a van de Luchtvaartwet moeten de beveiligingsmedewerkers in dienst zijn van een organisatie waaraan door de Minister van Justitie krachtens artikel 3 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus een vergunning is verleend. Op grond van artikel 14, onder e, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus kan deze vergunning worden ingetrokken indien «een beveiligingsorganisatie of recherchebureau handelt in strijd met hetgeen van een goede beveiligingsorganisatie of een goed recherchebureau in het maatschappelijk verkeer mag worden verwacht». Het naleven van de wettelijke voorschriften van dit besluit moet in ieder geval onder deze verwachting worden begrepen. Intrekking van de vergunning is in voorkomende gevallen dus ook een mogelijkheid tot handhaving. In die zin is ook de ingehuurde beveiligingsorganisatie normadressaat van dit besluit. Artikel 12 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus verleent de Commandant van de Koninklijke marechaussee tevens de mogelijkheid om in het belang van een goede politiezorg aanwijzingen te geven aan de particuliere beveiligingsorganisatie. In artikel 37v van de Luchtvaartwet is tenslotte nog de mogelijkheid neergelegd om een klacht in te dienen over gedragingen van het beveiligingspersoneel bij de Commandant van de Koninklijke marechaussee. De klacht wordt formeel behandeld als een klacht tegen de Minister van Justitie, maar in de praktijk zal de Commandant voor de afhandeling worden gemachtigd. Zou dus een medewerker van de gecontracteerde beveiligingsorganisatie zich bij een controle onbeleefd gedragen tegen een passagier, dan kan deze passagier daarover klagen bij de marechaussee. Het besluit voorziet voor dergelijke gevallen in normen waarop de klacht kan worden gebaseerd. De wet rekent gedragingen van beveiligingsmedewerkers voor toepassing van de Wet Nationale Ombudsman eveneens toe aan de Minister van Justitie. De Nationale ombudsman is dus terzake eveneens bevoegd. Artikelsgewijs Artikel 1 De begripsbepalingen van de relevante afdeling van de wet zijn automatisch ook van toepassing op dit besluit. Vanwege de centrale rol van «de beveiligingsmedewerker» in dit besluit is het wenselijk dit begrip Staatsblad

9 nog wel apart te definiëren. Het is een in de branche gebruikelijke benaming, die daarmee in overeenstemming in dit besluit alleen ziet op de particuliere beveiligingsmedewerker. Artikel 2 Dit artikel stempelt de exploitant tot normadressaat, behalve voor de paragraaf met betrekking tot de afhandeling van vracht. Hiervoor zijn de luchtvaartmaatschappij en de geregistreerde normadressaat. Artikel 3 Het staat de exploitant in beginsel vrij deze zaken zo te organiseren dat de garanties voor naleving van het besluit zo kosteneffectief mogelijk zijn en de bedrijfsvoering niet meer belemmeren dan nodig is. Dat sluit ook aan bij de hoofddoelstelling van de wetswijziging. De verplichting in dit artikel om deze garanties in het plan op te nemen zorgt er daarbij wel voor dat de exploitant terzake een heldere visie zal moeten ontwikkelen. De wettelijk vereiste goedkeuring van het plan werkt zo als een vorm van preventief toezicht. Artikel 4 Opleiding en behoud van kennis en vaardigheden is essentieel voor een goede taakuitoefening. Ook deze verantwoordelijkheid ligt bij de exploitant die via het plan zichzelf en de betrokken ministers rekenschap moet geven van de wijze waarop dit wordt vormgegeven. Naast beveiligingsmedewerkers zijn er nog talloze medewerkers van andere bedrijven op luchtvaartterreinen actief, variërend van bagageafhandelaars tot winkelpersoneel. Uit afspraken en voorschriften in ICAO en EU verband volgt dat ook dit personeel zich tot op zekere hoogte bewust moet zijn van de bijzondere veiligheidsrisico s op luchtvaartterreinen. In het plan met betrekking tot de beveiliging geeft de exploitant aan hoe hij door middel van voorlichting aan en afspraken met die bedrijven hieraan invulling geeft. Artikel 5 Het eerste lid geeft een algemene maar noodzakelijkerwijs abstracte norm voor de omgang met passagiers. De norm wordt geobjectiveerd door de verwijzing naar het algemeen aanvaard zijn ervan in het maatschappelijk verkeer. Men moet hierbij denken aan de normaal goede en beleefde omgangsvormen zoals in beginsel vousvoyeren, toestemming vragen voor bepaalde meer ingrijpende handelingen, aansporingen in vragende zin formuleren, mensen vriendelijk en geduldig te woord staan en geen onbeleefd of ruw taalgebruik bezigen. De beveiligingsmedewerker moet zich met enige tact opstellen in mogelijk door passagiers als ongemakkelijk of onaangenaam ervaren situaties. Strijd met de norm doet zich in ieder geval voor als er sprake is van onnodige stemverheffing, vloeken of ander onoirbaar taalgebruik, onnodig gebruik van de gebiedende wijs of fysieke aansporingen. Daarnaast moet gedacht worden aan respectvolle omgang met andermans eigendommen en met het tevoorschijn halen daarvan. Het tweede lid stelt hier met name voorzichtigheid en zorgvuldigheid voorop, terwijl het derde lid een afgeleide van het verbod van «détournement de pouvoir» (artikel 3:3 van de Algemene wet bestuursrecht) bevat: de burger moet de controle van de beveiligingsmedewerker gedogen, maar deze mag in dat kader ook alleen datgene doen wat noodzakelijk is voor doeltreffende controle. Het vierde lid stelt een proportionaliteitseis en een subsidiariteitseis: als de desbetreffende controlehandeling ook minder Staatsblad

10 ingrijpend kan worden uitgevoerd of als hetzelfde resultaat ook op een andere en minder belastende manier kan worden verkregen moet dat ook gebeuren. Artikel 6 Het onderzoek van passagiers aan hun kleding kan geschieden door fouillering. «Kan» omdat het onderzoek van passagiers niet per definitie fouillering inhoudt. In de regel wordt steekproefsgewijs gefouilleerd en als het detectiepoortje een signaal heeft gegeven of wanneer onderzoek met een zogenoemde handscanner aangeeft dat er aanleiding is voor nader onderzoek. De fouillering behoort beperkt te blijven tot aftasting van de kleding en zonodig het onderzoeken van aparte kledingstukken. Hiervoor kan van de passagier gevraagd worden kleding uit te trekken. Indien aftasting en onderzoek niet volstaan moet door de beveiligingsmedewerker de hulp van de Koninklijke marechaussee worden ingeroepen (vijfde lid). De in dit artikel geregelde fouillering is niet beperkt tot oppervlakkige aftasting zoals voorgeschreven voor de zogenoemde veiligheidsfouillering in de ambtsinstructie voor marechaussee en politie 1. Deze veiligheidsfouillering dient ter afwending van onmiddellijk gevaar voor leven of veiligheid van de betrokken ambtenaren. Het doel van de fouillering zoals beschreven in dit artikel is echter een andere namelijk het uitvoeren van het onderzoek in het belang van de veiligheid van de luchtvaart. Dat vergt meer dan oppervlakkige aftasting en kan bijvoorbeeld ook betekenen dat kledingstukken uitgetrokken moeten worden. Het tweede lid bevat een duidelijke en concrete garantie tegen ongewenste fouillering door een beveiligingsmedewerker van het andere geslacht. Zowel de passagier als de beveiligingsmedewerker kunnen bezwaar hebben tegen het uitvoeren van de fouillering in het zicht van anderen. Het derde lid geeft terzake een voorziening. Zowel passagier als beveiligingsmedewerker kunnen belang hebben bij een extra paar ogen, bijvoorbeeld om onduidelijkheden in verband met meegevoerde kostbaarheden of geldbedragen te voorkomen. Het vierde lid geeft terzake een voorziening. Bepaalde passagiers zijn door uitsluitend onderzoek aan kleding niet goed te controleren, bijvoorbeeld vanwege het hebben van een bepaalde handicap of prothese. Het vijfde lid schrijft voor dat in voorkomende gevallen niet overgegaan mag worden tot verdergaande fouillering of tot doorlating aan boord, maar dat de Koninklijke marechaussee gewaarschuwd moet worden. Artikel 7 De passagier is altijd aanwezig bij het onderzoek van diens handbagage. Deze aanwezigheid dient om eventuele misverstanden over verdwenen voorwerpen te voorkomen. Ook bij de controle van handbagage geldt de regel dat de passagier aan kan geven dit in een afgezonderde ruimte te willen laten plaatsvinden. Van bepaalde voorwerpen en zaken zal de beveiligingsmedewerker zich vergewissen van de functie door de functie uit te proberen (bijvoorbeeld door door een camera te kijken en deze uit te proberen) of door een kleine hoeveelheid tandpasta uit een tube te laten of deodorant uit een spuitbus te laten ontsnappen. Artikel 8 1 artikel 20 Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar. Een verplichting tot het op verzoek geven van informatie kan bijdragen aan het wegnemen van eventueel onbehagen bij passagiers en sluit aan bij een norm zoals die in zijn algemeenheid ook voor de overheid geldt op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Het moet uiteraard gaan om Staatsblad

11 informatie die de beveiligingsmedewerker uit hoofde van zijn functie bekend is. Artikel 9 De passagier is weliswaar verplicht de controle te gedogen, maar overigens heeft de beveiligingsmedewerker geen bijzondere bevoegdheden. Dat betekent dat de marechaussee op moet treden in bijzondere situaties. Dit artikel verplicht de particuliere beveiligingsmedewerkers om de marechaussee van onregelmatigheden op de hoogte te stellen. Het gaat daarbij niet om het vinden van voor bedreiging geschikte voorwerpen. De daarvoor geldende meldingsplicht is al geregeld in artikel 37f van de Luchtvaartwet. De Koninklijke marechaussee is op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel c, van de Politiewet, belast met de politietaak op de luchthaven. De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt er ingevolge artikel 37hb van de Luchtvaartwet voor, dat de aangetroffen voor bedreiging geschikte voorwerpen niet dan in overeenstemming met de daarvoor te stellen regels of te geven aanwijzingen, aan boord van het luchtvaartuig worden gebracht. In dit artikel gaat het echter over situaties die anderszins uit oogpunt van veiligheid, openbare orde of opsporing voor de goede uitvoering van de politietaak door de marechaussee van belang zijn, zoals weigerachtige passagiers of het aantreffen van verdovende middelen. Bij onderdeel e kan gedacht worden aan duidelijke aanwijzingen voor smokkel. Een «aanwijzing» volstaat voor de vaststelling van de aanwezigheid van een onregelmatigheid; het is hiervoor niet nodig dat er sprake is van verdenking of een verdachte in de zin van artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering. Onder andere door gebruikmaking van technische voorzieningen is de marechaussee na melding van een onregelmatigheid snel ter plaatse. Vervolgens wordt op reguliere wijze de politietaak uitgeoefend. Als de onregelmatigheid bestaat in het ontdekken op heterdaad van een strafbaar feit kan de beveiligingsmedewerker direct voorafgaand aan het optreden van de marechaussee de verdachte hebben aangehouden. De beveiligingsmedewerker treedt dan op uit hoofde van de krachtens artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering aan iedere burger toekomende bevoegdheid tot aanhouding bij heterdaad. De aldus aangehouden verdachte zal op grond van datzelfde artikel zeer kort nadien overgeleverd kunnen en moeten worden aan de marechaussee. Als wettelijk voorschrift voorziet de meldingsplicht voor zover nodig eveneens in opheffing van de geheimhoudingsplicht voor beveiligingspersoneel tegenover de marechaussee zoals deze is neergelegd in artikel 37ha van de Luchtvaartwet. Dit is alleen van belang voor zover het gaat om gegevens met een vertrouwelijk karakter. Artikel 10 Artikel 37h van de Luchtvaartwet bepaalt dat de Minister van Justitie gevallen aan kan wijzen waarin als onderdeel van de controle een zogenoemde profiel controle worden uitgevoerd. Het gaat dan om vluchten met een verhoogd risico waarbij gecontroleerd wordt of de desbestreffende passagier aan boord van een luchtvaartuig een veiligheidsrisico met zich brengt. Staatsblad

12 Artikel 11 Dit artikel breidt de werkingssfeer van paragraaf 2 van het besluit uit tot: a. controle van personen die zich bevinden in een niet voor het publiek toegankelijk gedeelte van de luchthaven dan wel zich bevinden in een gedeelte dat maar voor een beperkt deel van de op het luchtvaartterrein werkzame personen toegankelijk is. Het onderzoek behelst onderzoek aan de kleding en van meegedragen goederen; b. de zogenoemde «verdergaande controle». Het staat luchtvaartmaatschappijen vrij met passagiers overeen te komen dat deze verdergaand gecontroleerd zullen worden dan de wet voorschrijft. De vraag of uitsluitend zou kunnen worden volstaan met het privaatrecht als grondslag voor het uitvoeren van de controle door de luchthavenexploitant is na uitgebreid debat in het parlement ontkennend beantwoord 1. In het verlengde daarvan is het ook nodig de wel op privaatrechtelijke contractsvrijheid gebaseerde verdergaande controle als gevoelig uit oogpunt van grondrechten met publieke waarborgen te omgeven 2. Luchtvaartmaatschappijen besteden de verdergaande controle doorgaans uit aan de luchthavenexploitant die het zal laten uitvoeren door beveiligingsmedewerkers; c. personen die anders dan als passagier aan boord kunnen gaan van een luchtvaartuig. Ook voor de controle van bemanningsleden, schoonmaakpersoneel etc. gelden dus de normen van het besluit. Artikel 12 De niet van toepassing verklaarde normen van paragraaf 2 kunnen naar hun aard niet of nauwelijks op ruimbagage toepassing vinden. Artikel 13 Het voorschrift voorkomt onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor de inhoud van de desbetreffende bagage. Als de passagier echter na een redelijke inspanning niet gevonden kan worden moet het toch mogelijk zijn de bagage te onderzoeken. Juist onbeheerde bagage kan verdacht zijn. Artikel 14 De zorgplicht van de luchthavenexploitant is hier niet van toepassing omdat deze wettelijk geen rol heeft in de vrachtafhandeling. De plicht om onregelmatigheden met vracht te melden rust op de luchtvaartmaatschappij en de geregistreerde aanbieder (art. 37p van de wet). Doordat luchtvracht ook buiten het luchtvaartterrein aangeboden en gecontroleerd wordt, geldt de meldingsplicht in deze gevallen ook buiten het luchtvaartterrein. De marechaussee moet als houder van het register wel op de hoogte gesteld worden, maar is buiten het luchtvaartterrein in de regel niet belast met de uitvoering van de politietaak 3. Van geregistreerde (dus betrouwbare) vrachtafhandelaars wordt daarom geëist dat ze naast de marechaussee ook de reguliere politie waarschuwen zodat onmiddellijk optreden zo nodig mogelijk is. 1 p. 6 van de memorie van toelichting. 2 zie ook p. 18 van de memorie van toelichting. 3 artikel 6 Politiewet Er is al snel sprake van mogelijke bedreiging van de burgerluchtvaart. Behalve aan strijd met de voorschriften kan gedacht worden aan de situatie dat de vrachtbrief niet overeenkomt met de werkelijke lading, een misverstand als oorzaak daarvan onwaarschijnlijk is en er blijkbaar iets verborgen gehouden moest worden. Staatsblad

13 De meldplicht van geregistreerden kan worden gehandhaafd door op grond van artikel 37q, derde lid, van de wet de registratie door te halen als er niet aan wordt voldaan. Artikel 15 Vaststaat dat ook de wetswijziging grotendeels in werking zal treden op 1 april. De Minister van Justitie, J. P. H. Donner Staatsblad

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15988 14 oktober 2010 Regeling van 24 september 2010, nr. 5668080/10, houdende voorschriften voor de uitvoering van controle

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 226 Wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging op de luchtvaartterreinen Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 197 Besluit van 1 mei 2003 tot wijziging van het Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 324 Besluit van 4 juli 2001, houdende nadere regels met betrekking tot het aantal toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders en de duur van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 331 Wet van 29 juni 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 359 Wet van 5 juli 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart ter uitvoering van een viertal verordeningen van de Europese Unie op het terrein

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 392 Besluit van 31 augustus 1999, houdende vaststelling van regels met betrekking tot cockpitpersoneel en luchtverkeersdienstverleningspersoneel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 330 Besluit van 28 mei 1998, houdende regels over de hoogte van de boete ingevolge de Wet inburgering nieuwkomers (Boetebesluit inburgering nieuwkomers)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 199 Wet van 8 mei 2003 tot aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Tekst geldend op: 30-10-2010) Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 476 Wet van 6 september 2006 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 62 Wet van 6 februari 2003 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

Nadere informatie

Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart

Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart JU Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart Regeling van 3 januari 2003 houdende voorschriften voor de uitvoering van controle van personen, bagage en van vracht op luchtvaartterreinen (Regeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 462 Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet grensoverschrijdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 174 Besluit van 7 mei 2007 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 110 Wet van 6 maart 2003 tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1982-1983 17 813 Uniforme regelen inzake de vervoersvoorwaarden van het openbaar vervoer (Wet vervoersvoorwaarden openbaar vervoer) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 500 Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b Verruiming fouilleerbevoegdheden, versie 6 april 2011 internetconsultatie: de relevante bepalingen van de huidige Gemeentewet en Wet wapens en munitie en van de toekomstige Politiewet 201x, met daarin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 428 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 497 Besluit van 20 augustus 2004, houdende wijziging van het Besluit bescherming tegen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 95 Wet van 9 februari 2006, houdende regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27433 1 oktober 2014 Beleidsregel houdende vaststelling van regels voor de naleving en toezicht op de veiligheidsadviseur

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 429 Besluit van 23 september 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 531 Besluit van 29 oktober 2002 tot wijziging van het Besluit van 6 oktober 1997, houdende regels voor geslachtsnaamswijziging (Stb. 463) Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 341 Besluit van 25 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing Halt-feiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/258

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/258 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/258 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop een medewerkster van het beveiligingsbedrijf ICTS Netherlands Airport Services v.o.f. op 22 juli

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 611 Besluit van 4 december 1995, houdende vaststelling van eisen ten aanzien van kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne (Besluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 503 Besluit van 12 november 1999, houdende aanwijzing van andere taken van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (Besluit andere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 249 Besluit van 16 juni 2008, houdende wijziging van twee besluiten in verband met het vaststellen van aanvullende voorschriften voor het vervoer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Besluit bewapening en uitrusting politie

Besluit bewapening en uitrusting politie http://wetten.overheinl/bwbr0032136/geldigheidsdatum_12-09-20.. 1 van 8 02/06/2015 15:30 Besluit bewapening en uitrusting politie (Tekst geldend op: 12-09-2014) Besluit van 13 oktober 2012, houdende regels

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 42 Besluit van 30 januari 1997, houdende regels betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (Besluit certificaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 509 Wet van 30 oktober 2008 tot wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen ter uitvoering van het Protocol van 12 februari 2004 houdende

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 829 Wet van 16 december 2010 tot tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 147 Wet van 14 april 2016, houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet Huis voor klokkenluiders) 0 Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden

Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden (Tekst geldend op: 28-09-2005) Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 300 Wet van 24 juni 2004 tot wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 667 Besluit van 30 november 2006, houdende wijziging van het Besluit herverkaveling reconstructie concentratiegebieden (nieuwe grondslag Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 123 Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het plegen van onderhoud door

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 425 Wet van 14 september 2006 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 509 Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 477 Besluit van 15 juli 1998, houdende regels ter uitvoering van artikel 320, zesde lid, van de Faillissementswet in verband met de vaststelling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 620 Besluit van 10 december 2001, houdende bepalingen inzake het afleggen van de eed of belofte door en de vergoeding van buitengriffiers en

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 *** Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen in verband met de invoer van een certificaat als bewijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 215 Besluit van 26 april 2012, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en het Reglement

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 212 26 339 Voorschriften van tijdelijke aard, waaronder wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in verband

Nadere informatie

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel HOOFDSTUK 16 BESTUURSRECHTELIJKE18 HANDHAVING EN UITVOERING Afdeling 16.1 Algemene bepalingen18.1 Bestuursrechtelijke handhaving 18.1.1 Bestuursrechtelijke handhavingstaak en handhavingsbevoegdheid Artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 070 Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 153 Wet van 14 maart 2002, houdende regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

opleiding BOA Besluit BOA

opleiding BOA Besluit BOA Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd, versie juni 2005. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar die beschikt over: a. een titel van opsporingsbevoegdheid,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 556 Wet van 5 november 2012 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde inbesteding van openbaar vervoer mogelijk te maken in een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 488 Besluit van 21 november 2003 tot uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties, houdende goedkeuring

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 415 Besluit van 13 juli 2002, houdende de aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de Comptabiliteitswet 2001 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 177 Wet van 4 mei 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de aanpassing van het klachtrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met ontoegankelijkmaking van gegevens op het internet, strafbaarstelling van het wederrechtelijk overnemen van gegevens

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 203 Besluit van 5 juni 2014, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 110 van Boek 6 van het Burgerlijk

Nadere informatie