Beheerstrategie 2016 voor agrarisch natuurbeheer in het rivierengebied

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beheerstrategie 2016 voor agrarisch natuurbeheer in het rivierengebied"

Transcriptie

1 Beheerstrategie 2016 voor agrarisch natuurbeheer in het rivierengebied In opdracht van de coöperatieve vereniging agrarisch natuurbeheer Collectief Rivierenland Arno van der Kruis i.s.m. Brord Sloot, 11 maart 2015

2 Beheerstrategie 2016 voor agrarisch natuurbeheer in het rivierengebied In opdracht van de coöperatieve vereniging agrarisch natuurbeheer Collectief Rivierenland Arno van der Kruis i.s.m. Brord Sloot INHOUD Pagina 1. Inleiding 3 2. De leefgebieden in het rivierengebied 4 a. Soorten leefgebieden 4 b. Kansrijke gebieden 4 c. Goed beheer 7 3. Het agrarisch natuur- en landschapsbeheer 11 a. Huidige spreiding en aard van het beheer 11 b. Effectiviteit van het beheer 11 c. Kwaliteitsverbetering Een strategie voor effectief beheer 16 a. Realisme 16 b. Kansen per leefgebied 17 c. Het gebiedsproces Voorintekening en gebiedsaanvraag 25 a. Voorbereiding 25 b. Voorlichting 25 c. Voorintekening 26 d. Gebiedsaanvraag 26 Bijlagen A. Afkortingen voor leefgebieden, deelgebieden en doelsoorten 27 B. Kansrijke deelgebieden met doelsoorten 28 C. Matrix van doelsoorten en modelbeheerpakketten voor het rivierengebied 31 D. Lopende contracten in de deelgebieden 33 E. Beheerpakketten ANLb maart

3 1. Inleiding In de beheerstrategie geeft het collectief aan hoe de doelen en de spelregels uit het natuurbeheerplan worden vertaald naar een gebiedseigen invulling. Er wordt gekeken waar de verschillende leefgebieden liggen en welke doelsoorten daar leven. Voor de belangrijke doelsoorten wordt een optimale inrichting en beheer beschreven. De optimale situatie wordt vergeleken met de actuele situatie en het lopende beheer. Daaruit volgen de hoofdlijnen voor de transitie van het agrarisch natuurbeheer voor de lange en de korte termijn. 11 maart

4 2. De leefgebieden in het rivierengebied a. Soorten leefgebieden In het rivierengebied worden 3 hoofdtypen leefgebied onderscheiden. Open grasland, natte dooradering en droge dooradering. Open akkerland komt in het gebied niet op een grote schaal voor en de doelsoorten van dit leefgebied zijn maar in beperkte mate aanwezig. Binnen het leefgebied droge dooradering wordt echter wel aandacht besteed aan soorten akkervogels die in hun leefgebied een combinatie van opgaande elementen en akkers of akkerranden nodig hebben. Het leefgebied open grasland heeft in het rivierengebied twee verschijningsvormen. Het open natte grasland in de kommen is het leefgebied van de weidevogels. De graslanden in de uiterwaarden kunnen ook leefgebied zijn voor weidevogels, maar de omstandigheden zijn meestal niet ideaal voor de instandhouding van vitale populaties. In een aantal uiterwaarden komt de kwartelkoning voor en de provincie Gelderland zet in deze gebieden in op deze doelsoort. [weidevogelgrasland en kwartelkoninggrasland] Grote delen van het rivierengebied zijn doorsneden met sloten, weteringen en andere wateren. Deze vormen gezamenlijk een natte dooradering van het gebied. De kwalitatief hoogwaardige delen, waar doelsoorten als bittervoorn en grote modderkruiper voorkomen, zijn nu begrenst in het natuurbeheerplan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen gebieden met sloten en oevervegetaties en gebieden met poelen in een kleinschalig cultuurlandschap met droge dooradering. [schone sloten en oevervegetaties en poelen in kleinschalig cultuurlandschap] Delen van relatief hoog gelegen gronden van het rivierengebied worden gerekend tot het leefgebied met droge dooradering. Het is een relatief kleinschalig landschap met opgaande landschapselementen. Deze bevinden zich vooral op de oeverwallen langs de rivieren, de Linge en de Rijnstrangen, maar ook op de stuwwal van Nijmegen en de stuifduinen in het Land van Maas en Waal. Op een aantal plaatsen profiteren akkervogels van de combinatie van akkers en opgaande beplantingen. [ kleinschalig oeverwallandschap en kleinschalig akkervogellandschap] De leefgebieden zijn begrensd in het ontwerp natuurbeheerplan van provincie Gelderland. De begrenzingen zijn bepaald op basis van gegevens over het voorkomen van doelsoorten. De begrenzingen kunnen worden aangepast als blijkt dat in andere gebieden ook goede kansen zijn voor het ontwikkelen of in stand houden van leefgebied voor specifieke doelsoorten. In de gebiedsaanvraag van het collectief worden de begrenzingen van het vastgestelde natuurbeleidsplan gehanteerd. De vaststelling vindt plaats in april b. Kansen per leefgebied Verspreid door het rivierengebied liggen agrarische gebieden waar doelsoorten leven. Een gebied wordt kansrijk genoemd als de kwaliteit van het landschap voldoet aan de eisen die de doelsoorten aan hun leefomgeving stellen. Het zijn meestal die gebieden waar het landschap 11 maart

5 en de natuurlijke omstandigheden grenzen stellen aan de agrarische productie. Bijvoorbeeld de hoge waterstanden in de komgebieden, de periodieke overstromingen in de uiterwaarden, de kleinschaligheid van het historisch gegroeide landschap, de nabijheid van natuurgebieden. Bijlage B geeft een overzicht van de kansrijke gebieden. Het overzicht wordt hier kort samengevat. Open grasland Er zijn 10 kansrijke weidevogelgebieden. Die liggen in komgebieden (8) en in de uiterwaarden langs de Nederrijn (2). In 5 gebieden in de uiterwaarden zijn de omstandigheden geschikt voor de kwartelkoning. Voornamelijk langs de Nederrijn (4) en een gebied langs de Waal bij Waardenburg Hurwenen. Natte dooradering De 8 weidevogelgebieden in de kommen zijn ook begrensd als natte dooradering, vanwege de aanwezigheid van de doelsoorten van schone sloten en oevervegetaties. Verspreid in het gebied zijn meer of minder uitgebreide waterstelsels begrensd als natte dooradering, met name in de Tieler- en Culemborgerwaarden, de Rijnstrangen en het Land van Maas en Waal. Kleinere begrensde waterstelsels zijn Lingezegen, Ooijpolder Duffelt en de Capreton. 4 gebieden met natte dooradering in het oostelijk deel van het rivierengebied zijn ook geschikt voor doelsoorten van poelen in een kleinschalig landschap. Het gaat daarbij vooral om de kamsalamander en de rugstreeppad. 11 maart

6 Droge dooradering Er worden 14 grotere en kleinere gebieden onderscheiden met droge dooradering. De meeste gebieden liggen op de oeverwallen. Enkele gebieden liggen op de stuwwal bij Nijmegen en op het stuifduinencomplex in het Land van Maas en Waal. In 8 gebieden met droge dooradering zijn plaatselijk de omstandigheden gunstig voor doelsoorten van het kleinschalig akkerlandschap. Diverse gebieden zijn zowel voor natte als voor droge dooradering begrensd. Dit staat ook wel bekend onder de term groenblauwe dooradering. Doelsoorten als kamsalamander en rugstreeppad zijn specifiek van deze combinatie afhankelijk. Binnen de begrenzing van kansrijke gebieden zijn er grote verschillen in het voorkomen van het aantal doelsoorten en de dichtheden van de populaties. Gebieden met veel doelsoorten in hoge dichtheden zijn kansrijker dan gebieden met weinig soorten in lage dichtheden. Agrarische gebieden in de buurt van natuurterreinen zijn kansrijker. Op basis van de kennis over de verspreiding van doelsoorten kunnen de prioriteiten worden bepaald bij de inzet van middelen voor agrarisch natuurbeheer. 11 maart

7 c. Goed beheer In bijlage 6 van het ontwerp natuurbeheerplan worden voor deelgebieden in het rivierengebied doelsoorten genoemd per leefgebied. In bijlage A van deze notitie worden deze soorten genoemd. In bijlage B wordt een overzicht gegeven van de verspreiding van deze doelsoorten over de leefgebieden en de deelgebieden. Vanwege de vernieuwing van het subsidiestelsel Agrarisch Natuur- en LandschapsBeheer (ANLB) zijn in opdracht van het IPO/provincies en het ministerie van Economische Zaken soortenfiches van de doelsoorten gemaakt. Daarin worden de eigenschappen van de soort beschreven, de eisen die de soort stelt aan zijn leefgebied (in de vorm van terreinkenmerken) en beheer- en inrichtingsmaatregelen. Dit vanuit de ecologische invalshoek. Deze eisen en maatregelen zijn per stadium in de levensfase van de soort beschreven. Op basis van de kennis over de doelsoorten heeft Landschapsbeheer Nederland bekeken welke modelbeheerpakketten uit het stelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer van betekenis zijn voor de instandhouding van het leefgebied van de doelsoorten en wat het relatieve belang van de verschillende vormen van beheer zijn. Deze matrix met de selectie van de doelsoorten in het rivierengebied staat in bijlage C. Let op; de nummering van de beheerpakketten wijkt af van de nummering van de ANLb 2016 (Bijlage E)! De beheerpakketten zijn als gevolg van de herziening van het stelsel Agrarisch Natuurbeheer 2016 (ANLb 2016)op een aantal onderdelen aangepast. Er is in oktober 2014 een concept handreiking opgesteld door een werkgroep in opdracht van de Taakgroep Index. In die handreiking wordt een overzicht gegeven van de wijzigingen en aanpassingen in de huidige beheerpakketten en worden die pakketten uitgewerkt. Met behulp van de soortenfiches, de matrix van toepasbare beheerpakketten per doelsoort en de beschrijving van de pakketten kan een algemene beschrijving gegeven worden van de belangrijkste beheereisen per leefgebied. In hoofdstuk 4.3 van het ontwerp natuurbeheerplan worden per leefgebied criteria genoemd waar gebieden aan moeten voldoen om een leefgebied te kunnen zijn voor de doelsoorten. Per leefgebied wordt nu beschreven wat criteria zijn voor kansrijke leefgebieden en wat de minimale beheerinspanning moet zijn. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de beschrijving in het ontwerp Natuurbeheerplan van de provincie en de handreiking Criteria voor agrarische leefgebieden en beheertypen van Alterra. Open grasland nat Dit zijn open landschappen met overwegend grasland, waarvan een relevant deel uit vochtig en kruidenrijk grasland bestaat. Vaak is dit leefgebied doorsneden met een fijnmazig netwerk van lijnvormige wateren. Kansrijke gebieden voldoen aan de volgende criteria: De doelsoorten komen voor in voldoende aantallen. Er komen minimaal 10 broedparen van grutto per 100 ha voor óf minimaal 50 broedparen van de soorten grutto, kievit, watersnip, wulp, scholekster, tureluur, slobeend en zomertaling samen per 100 ha (Alterra). Het streefdoel is 25 broedparen van grutto per 100 ha of 100 broedparen van de soorten grutto, kievit, watersnip, wulp, scholekster, tureluur, 11 maart

8 slobeend en zomertaling samen per 100 ha. In het rivierengebied komen de kritische doelsoorten zoals watersnip, slobeend, tureluur en zomertaling relatief weinig voor. Daarom wordt voor de weidevogelgebieden de instapeis voor de niet-kritische doelsoorten genomen. Deze is : Minimaal 30 broedparen van de soorten kievit, scholekster, en wulp samen per 100 ha met een streefdoel van 60 broedparen. In het weidevogelgebied is minimaal 100 ha samenhangend beheerde oppervlakte open weidevogelgebied aanwezig (het geheel van reservaten en agrarisch natuurbeheer). Het beheerde gebied is zoveel mogelijk aaneengesloten, niet langgerekt en heeft een zo kort mogelijke buitengrens. Beheerde percelen dienen in samenhang met elkaar worden gezien en geïsoleerde gebieden met uitgesteld maaibeheer en/of kruidenrijk grasland dienen vermeden te worden. Openheid van het landschap en rust horen tot de belangrijkste kwaliteitskenmerken van goede weidevogelgebieden. Binnen de verstoringsafstand komen broedende weidevogels duidelijk minder voor dan zonder de storingsbron. In het broedseizoen moet er voldoende nat biotoop en hoog waterpeil aanwezig zijn. In het rivierengebied dient minimaal 0,5% van de aangevraagde hectares open grasland plas-dras te zijn. Er dient gestreefd te worden naar maximale nestbescherming, maar niet meer dan 30% van de oppervlakte van de aangevraagde hectares. Er is voldoende kuikenland met kruidenrijk grasland en grasland met een rustperiode (minimaal 15% met een streven naar 25-40% van de oppervlakte). Deze percelen worden zo mogelijk vernat en verschraald, zodat het gras niet te lang wordt. Er wordt ook naar gestreefd om in het kader van blauwe diensten op 15% van de slootlengte natuurvriendelijke oevers met moerasbegroeiing tot stand te brengen. Tijdens het broedseizoen wordt een rustperiode gehanteerd, waarbij pas gemaaid wordt op het moment dat de (meeste) jongen vliegvlug zijn. Een richtlijn is 1 april tot 15 juni, maar de precieze periode kan verschillen tussen vroege en late gebieden en tussen jaren. Het beheerde gebied en het tussenliggend maïsland, riet en opgaande landschapselementen worden tijdens deze periode niet bewerkt, gemaaid of gesnoeid. Het collectief stelt een beheerregisseur aan. Die coördineert het realiseren van alle beheermaatregelen voor weidevogels. Deze zorgt ervoor dat de juiste maatregelen op de voor weidevogels beste locaties worden ingezet en kan last-minute-beheer inzetten om het broedsucces te verhogen. Open grasland droog Het open grasland droog bestaat uit de rijk gestructureerde hooilanden en ruigten in de rivieruiterwaarden. Dit is leefgebied voor de kwartelkoning. Het broedgebied van deze soort bestaat voornamelijk uit (doorgaans vochtige) graslanden op kleibodems. Ze moeten kruidenrijk zijn en een niet te dichte, minimaal 20 cm hoge, vegetatie hebben. Daarnaast komen op de zandigere delen van de oeverwallen in het buitendijkse gebied glanshaverhooilanden of stroomdalgraslanden voor met soorten als karwij. Het beheer wordt gericht op het in stand houden van leefgebied voor de kwartelkoning, met de ontwikkeling en instandhouding van voldoende kruidenrijk of botanisch waardevol grasland, glanshaverhooilanden of stroomdalgraslanden. Kansrijke gebieden voldoen aan de volgende criteria: 11 maart

9 De kwartelkoning is aanwezig. Streven is om de komende 6 jaar dit aantal in stand te laten houden of groeien. Een gebied van voldoende openheid, omvang en connectiviteit. Optimaliseren broedgelegenheid voor de kwartelkoning door: a. Voldoende graslanden met voldoende kruidenrijk hooiland om te kunnen nestelen (dekking): voor de kwartelkoning is het gewenst om voldoende kruidenrijke hooilandpercelen te hebben met uitgesteld maaibeheer. b. Rustperiode tijdens broedseizoen : op basis van waargenomen roepplek (broedgeval kwartelkoning) afspraken maken met grondgebruikers over uitstellen van de maaidatum na 1 augustus. Optimaliseren foerageergelegenheid door: ontwikkeling voldoende kruidenrijk of botanisch waardevol grasland, glanshaverhooilanden of stroomdalgraslanden. Natte dooradering Beheertype Lijnvormige wateren (combinatie van lijnvormige waterelementen met plas/dras (of natte) oever). Dit beheertype is veelal een door mensenhanden gemaakte omgeving, maar waarin wel ruimte is (zij het vaak beperkt) voor het optreden van natuurlijke processen en het voorkomen van de daarbij behorende levensgemeenschappen. De waterkwaliteit moet toereikend zijn. Er moeten verbindingen zijn met aanliggende gebieden. Natte landschapselementen houden niet op bij de waterlijn, maar ook de oeverranden, bermen en plas-dras zone zijn onderdeel van dit leefgebied en belangrijk voor de soorten die hier voorkomen. Een kansrijk gebied moet aan de volgende criteria voldoen: In het gebied moet tenminste een van de doelsoorten voorkomen (bittervoorn, grote modderkruiper). De bronpopulatie moet zich kunnen handhaven en het streefdoel is dat de populaties zich uitbreiden. De barrières voor vismigratie worden opgeheven (in overleg met het Waterschap). Er worden passende beheerpakketten ingezet zoals natuurvriendelijke oever, rietzoom en klein rietperceel en duurzaam slootbeheer. Daarnaast kunnen nat-droog gradiënten gestimuleerd worden via de pakketten plas-dras, greppel plas-dras en hoog waterpeil. Onderhoud moet afgestemd worden op de habitateisen en levenscyclus van de doelsoorten. Bij het maaien en baggeren zijn de frequentie, de timing, het ruimtelijk patroon en de baggerapparatuur erg bepalend voor het voortbestaan van de doelsoorten. Er zal kortom een speciaal onderhoudsplan met het Waterschap moeten worden uitgewerkt. Droge dooradering Het leefgebied droge dooradering bestaat uit een netwerk van landschapselementen in de vorm van opgaande begroeiing, korte vegetaties zoals struwelen en ruigten bestaande uit bermen, randen en akker/graslandranden en poelen. Het beheer en de inrichting is dusdanig dat deze op netwerk- en landschapsniveau voldoet aan de eisen die doelsoorten stellen. Veel soorten hebben behoefte aan een gradiënt van hoge opgaande beplanting naar agrarisch gebruikt land met hiertussen een struweelrijke zoom- en mantelvegetatie en een kruidenrijke rand. De combinatie met natte dooradering zoals poelen maakt het habitat extra aantrekkelijk, het gaat daarbij vooral om kleine poelen of plas-drassituaties, die de insecten beschikbaarheid 11 maart

10 in het gebied verhogen en als voortplantingswater dienen voor amfibieën. Deze combinatie van natte en droge dooradering wordt hier verder aangeduid als groenblauwe dooradering. Een kansrijk gebied voldoet aan de volgende criteria: Het voorkomen van doelsoorten. In bijlage A zijn de belangrijkste doelsoorten voor het rivierengebied vermeld. De soorten van de droge dooradering worden aangevuld met kamsalamander en rugstreeppad. Een gebied van voldoende omvang met de mogelijkheid tot het vormen van een samenhangend netwerk en een zekere mate van robuustheid van groenblauwe dooradering. Daarbij kunnen het bestaande landschap-, natuur en agrarisch natuurbeheer elkaar versterken. De mogelijkheid voor het realiseren van een mozaïek van goed onderhouden landschapselementen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar gebieden die zich richten op doelsoorten in een mozaïek van opgaande begroeiing, struwelen, randen, ruigten en kruidenrijke graslanden (zoals kerkuil, steenuil, grote lijster, laatvlieger). En naar gebieden die zich richten op doelsoorten in een mozaïek van struwelen, kruidenrijke akkers, ruigten en randen (akkervogels zoals patrijs en kneu) In gebieden met ontwikkelingsmogelijkheden voor kamsalamander of rugstreeppad liggen in het mozaïek van landschapselementen poelen waar de amfibieën zich kunnen voortplanten. 11 maart

11 3. Het agrarisch natuur- en landschapsbeheer a. Huidige spreiding en aard van het beheer Voor de analyse van de spreiding en de aard van het beheer wordt hier uitgegaan van de beschikbare gegevens. Er is een kaart met de lopende beschikkingen per voor akkerbeheer, botanisch graslandbeheer, weidevogelbeheer en landschapsbeheer. Er is een tabel met de gegevens over de aangevraagde en de lopende contracten per In bijlage_d zijn detailkaarten opgenomen met de spreiding van de lopende contracten, opgesplitst in weidevogelbeheer, botanisch graslandbeheer, akkerbeheer en landschapsbeheer. De kaarten tonen de concentratie van weidevogelbeheer in afzonderlijke gebieden in de kommen en uiterwaarden, vooral ten noorden van de Waal. Er vindt weinig akkerbeheer plaats. Botanisch graslandbeheer vindt vooral plaats in de uiterwaarden en het Rijnstrangengebied. Het meeste landschapsbeheer vindt plaats ten noorden van de Waal. Er zijn concentraties op landgoederen en oeverwallen bij de Rijnstrangen, in de Betuwe en de Tieler- en Culemborgerwaarden. De aangevraagde en lopende contracten per zijn als volgt verdeeld: Type beheer aangevraagd beschikt Totaal Botanisch grasland Perceel 66 ha 491 ha 557 ha Rand 41 ha 41 ha Weidevogelgrasland 1107 ha(?) 222 ha ha Akkerbeheer Perceel 19 ha 19 ha Rand 4 ha 4 ha Heggen, hagen, singels 2 km 45 km 47 km (+/- 10ha) Knotbomen 94 st st stuks (+/- 10ha) Hoogstambomen (oude contracten) st stuks (+/- 50ha) Hoogstamboomgaard 40 ha 40 ha Poelen 1 st. 49 st. 50 stuks (+/- 2ha) Bosjes (e.d.) 15 ha 15 ha Uit deze tabel blijkt dat het grootste oppervlakte agrarisch natuurbeheer betrekking heeft op weidevogelbeheer. Er worden ook veel botanische graslanden en graslandranden beheerd. Het landschapsbeheer beslaat (deels omgerekend) circa 125 ha. Opvallend is het grote oppervlak hoogstamboomgaard, het grote aantal knotbomen en de grote lengte knip- en scheerheg (33 van de 47 km). Er zijn heel weinig natte landschapselementen (poel, rietzoom, natuuroever). b. Effectiviteit van het beheer Het is van belang om nu te beoordelen of de lopende contracten bijdragen aan de instandhouding van het leefgebied van doelsoorten. In het natuurbeheerplan zijn de 11 maart

12 leefgebieden begrenst waar doelsoorten in voldoende dichtheden voorkomen. Binnen die begrenzingen worden door het Collectief gebieden aangewezen die kansrijk zijn voor het in stand houden van populaties. Beheer buiten begrensde leefgebieden In gebieden buiten de begrensde leefgebieden leven weinig doelsoorten en in lage aantallen. Agrarisch natuur- en landschapsbeheer zal daar een geringe bijdrage leveren aan het behoud en verbetering van populaties van doelsoorten. Lopende beheercontracten zijn hier niet effectief. De kaarten met de begrenzingen van de leefgebieden zijn door de provincie gemaakt op basis van gegevens over de verspreiding van doelsoorten en de inschatting van de kansrijkheid van gebieden om met agrarisch natuurbeheer de populaties van doelsoorten in stand te houden. Nieuwe gegevens of nieuwe kansen kunnen aanleiding zijn om de begrenzingen te wijzigen. Dat kan in principe elk jaar bij de vaststelling van het nieuwe natuurbeheerplan. Beheer binnen begrensde leefgebieden Contracten binnen begrensde leefgebieden dienen bij te dragen aan het leefgebied van de doelsoorten. Het huidige beheer zal per contract en locatie bekeken moeten worden. Een dergelijke analyse is nog niet gemaakt. Op basis van de nu beschikbare informatie wordt de huidige situatie wordt per type leefgebied bekeken. Leefgebied open grasland nat De 10 gebieden die nu in het natuurbeheerplan zijn begrenst als open grasland nat zijn door de provincie beoordeeld op basis van telgegevens van SOVON. De conclusie is dat de uitgangssituatie in alle gebieden voldoende is voor voortzetting van het weidevogelbeheer. De gegevens zijn nog niet bij het collectief bekend. Van twee gebieden kan nu met beschikbare gegevens een globale analyse gemaakt worden. Van het weidevogelgebied Groote Lage Broek in de Bommelerwaard zijn de volgende kengetallen bekend. Het begrensde gebied is 410 ha groot. In 2013 werd het aantal broedparen weidevogels geschat op 225. Dat is circa 55 paar per 100 ha (kievit 25, grutto 12, wulp 6, scholekster 5, tureluur 2, overig 5). Het is een weidevogelgebied met niet-kritische weidevogels. Het aantal broedparen van kievit, scholekster en wulp samen is circa 36 per 100 ha. Dat is boven de instapeis van 30 paar. Het streefaantal is 60 paar. Er zijn momenteel contracten afgesloten voor 91 ha legselbescherming, 5 ha kruidenrijk grasland en 27,5 ha late maaidatum. Voor goed beheer zou men ook waterbeheer moeten doen ( 0,5% plas-dras (2 ha)). Het oppervlak kruidenrijk grasland met rustperiode moet groter worden (15% (60 ha)). Dan is er minder noodzaak voor nestbescherming (maximaal 30% van beheerde percelen (18 ha)). 11 maart

13 In de Duivense Broek zijn de volgende kengetallen bekend. In 3 kerngebieden met een totale oppervlakte van 320 ha werden in 2014 in totaal 127 legsels van weidevogels geteld. Dat is circa 40 per 100 ha (kievit 32, grutto 7). Er vindt nu vrijwillig legselbeheer plaats, maar nog geen op weidevogels toegesneden graslandbeheer. Het is noodzakelijk om per weidevogelgebied een samenhangend plan te maken voor mozaïekbeheer op een voldoende groot oppervlak. Leefgebied open grasland droog In de gebieden die nu begrensd zijn als leefgebied open grasland droog lopen momenteel diverse contracten voor weidevogelbeheer en botanisch graslandbeheer. Het beheer is niet specifiek gericht op de kwartelkoning. Weidevogels en botanische graslanden zijn vanaf 2016 geen natuurdoelen meer in deze gebieden. Er zal een duidelijke keuze gemaakt moeten worden voor beheer gericht op kwartelkoning. Daarin passen nog wel botanisch graslandbeheer en graslandbeheer met een lange rustperiode (tot 1 augustus). Het is momenteel niet duidelijk of het huidige beheer bijdraagt aan het leefgebied voor de kwartelkoning. De criteria zijn zeer specifiek. Er moet echt maatwerk geleverd worden voor een goed beheer en het beheerde gebied moet groot genoeg zijn. Er worden momenteel maatwerkpakketten voorbereid. Dat is nodig omdat de vogels jaarlijks een andere broedplaats hebben en de directe omgeving van de bloedplaats een aangepast beheer nodig heeft. De Provincie werkt de maatwerkpakketten uit met inbreng van ervaringen van de Veluwe. Per begrensd uiterwaardengebied zal een analyse van de situatie en de kansen voor doeltreffend beheer gemaakt moeten worden. Leefgebied natte dooradering Momenteel zijn er geen contracten agrarisch natuurbeheer afgesloten in het rivierengebied die bijdragen aan de natte dooradering, met uitzondering van een vijftigtal poelen. Het huidige agrarisch natuur- en landschapsbeheer beheer levert dus nog geen effectieve bijdrage aan de natte dooradering van schone sloten en oevervegetaties. De spreiding van de poelen en de bijdrage aan het leefgebied voor de doelsoorten (kamsalamander, rugstreeppad) is nog niet goed in beeld. In het gebiedsproces wordt een eerste analyse gemaakt van de bijdrage van agrarisch natuurbeheer aan de natte dooradering. Dit wordt in nauw overleg met de waterschappen gedaan, die een groot aandeel hebben in het sloot- en waterbeheer. Het waterschap Rivierenland heeft de afgelopen jaren subsidie verstrekt aan grondgebruikers voor het in stand houden van bufferstroken langs watergangen. In het kader van het project Bloeiend Bedrijf zijn ook enkele jaren verspreid in het gebied bloemrijke akkerranden langs watergangen beheerd. De aanleg en het beheer van dergelijke bufferstroken langs watergangen worden in de het provinciale natuurbeheerplan aangeduid als blauwe diensten. Leefgebied droge dooradering 11 maart

14 Momenteel is circa 125 ha aan landschapselementen, verspreid door het gebied, onder contract gebracht. Daarvan ligt een deel buiten het leefgebied voor droge dooradering. Het zijn meestal enkelvoudige landschapselementen. Dat wil zeggen ofwel opgaande elementen zoals heggen, struweelhagen, hoogstamboomgaarden of bosjes, ofwel randen met grasland- of akkervegetatie. Er is nu nog weinig zicht op de feitelijke landschappelijke situatie waarin de landschapselementen, die onder contract gebracht zijn, liggen. Het is van groot belang om ook de overige landschapselementen en natuurterreinen in beeld te brengen om de samenhang van het landschappelijk netwerk en de positie van de contractelementen te beoordelen. Het enige gebied waar een gebiedsanalyse is gemaakt is het voorbeeldgebied landschapsontwikkeling Ooijpolder. Daar is in een gebied van 500 ha een samenhangend netwerk van landschapselementen en natuurterreinen tot stand gebracht met een ruimtebeslag van ruim 5%. Natuurmonitoring heeft daar aangetoond dat de aanleg en het beheer bijdragen aan de versterking van diverse planten en diersoorten van het agrarisch cultuurlandschap (Effecten van de groenblauwe dooradering in de Ooijpolder op de biodiversiteit, Stichting Bargerveen, 2014). In de Handreiking van Alterra wordt een instapeis voor droge dooradering vermeld van 4% aan landschapselementen in een gebied van ten minste 1000 ha, hetgeen neerkomt op 40 ha landschapselementen. We kunnen dit criterium vertalen naar de huidige oppervlakte landschapsbeheer onder contract in het rivierengebied. Met 125 ha aan landschapselementen kan een gebied van slechts 3000 ha worden ingericht met een netwerk van landschapselementen. De begrenzing van het leefgebied droge dooradering in het rivierengebied omvat vele tienduizenden hectares. Deze analyse maakt een aantal dingen duidelijk. Er is nu geen overzicht van de landschappelijke structuren in het rivierengebied. Er is ook nauwelijks zicht op het aandeel dat de landschapselementen die nu onder contract staan hebben in de ecologische structuur van de groenblauwe dooradering. Een groot deel van de contracten zijn voor enkelvoudige elementen die een beperkte bijdrage leveren aan het leefgebied van doelsoorten. En met het huidige budget kan slechts een klein deel van het begrensde oppervlak droge (groenblauwe) dooradering optimaal worden ingericht. c. Kwaliteitsverbetering Er moet nog veel informatie worden verzameld en geanalyseerd. Het is echter al wel duidelijk dat voor alle typen leefgebieden een flinke kwaliteitsverbetering moet worden bereikt. Het collectief kan met gebiedsanalyses de situatie in kaart brengen zodat keuzes voor de inzet van middelen onderbouwd gemaakt kunnen worden. Voor de kwaliteitsverbetering bewandelt het collectief twee sporen. Spoor 1: Instapeisen voor samenhangend mozaïekbeheer Het collectief hanteert instapeisen voor deelnemers voor samenhangend mozaïekbeheer. Men kan alleen meedoen met de subsidieregeling als men een combinatie van beheertypen in een 11 maart

15 samenhangende structuur op eigen grond realiseert dat aansluit op natuur en landschap in de omgeving. De term samenhangend mozaïekbeheer is tot nu toe alleen gebruikt in verband met weidevogelbeheer. Het is evenwel ook van toepassing op het beheer in de andere leefgebieden. Spoor 2: Concentratie van maatregelen Met de aanwijzing van de leefgebieden heeft de provincie een eerste selectie van kansrijke gebieden gemaakt. Gebiedsanalyses kunnen aanleiding zijn om binnen de begrensde gebieden kerngebieden aan te wijzen waar het beheer geconcentreerd wordt. Bij het formuleren van de beheerstrategie wordt deze nieuwe beheerstandaard nader uitgewerkt. 11 maart

16 4. Een strategie voor effectief beheer a. Realisme Vanwege de beperkte financiële middelen is het duidelijk dat met de subsidieregeling alleen niet het totale begrensde leefgebied optimaal ingericht kan worden. Het is ook duidelijk dat een zeer verspreide inzet van middelen over het hele gebied niet voldoende bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving van doelsoorten. Daarom moet het collectief de keuze maken voor het zo geconcentreerd mogelijk inzetten van de middelen in kansrijke gebieden. Anderzijds leert de ervaring dat in kansrijke gebieden slechts een beperkt aantal grondeigenaren bereid is om deel te nemen aan het agrarisch natuurbeheer. Deelname is immers vrijwillig. Dat beperkt de slagkracht en het succes van het collectief. De ideale leefomgeving is een ver verwijderd ideaal en het realiseren van verbeteringen binnen kansrijke gebieden heeft tijd nodig. De beheerstrategie is een mix van het nastreven van lange termijn doelen voor het optimaliseren van leefgebieden op de meest kansrijke locaties en het benutten van kansen voor kwaliteitsverbetering op de korte termijn bij het voortzetten van aflopende contracten binnen de begrensde leefgebieden. Het beschikbare budget is nog niet geheel in beeld. In 2016 lopen 762 contracten af met een omzet van bijna De indruk bestaat dat de contracten die in 2015 aflopen maar voor een deel worden verlengd. De niet gebruikte omzet zou wellicht alsnog in 2016 kunnen worden gebruikt. Aanvullende fondsen zijn nog niet goed in beeld. Tabel: Overzicht van vrijkomende budgetten in het rivierengebied Opvallend is de hoeveelheid aflopend botanisch graslandbeheer (227,9 ha, ). Dit beheer op perceelsniveau past grotendeels niet meer in de nieuwe doelstelling voor agrarisch 11 maart

17 natuurbeheer in het rivierengebied. De meeste contracten kunnen waarschijnlijk niet worden voortgezet. Een (klein) deel kan misschien worden omgezet in beheer ten behoeve van het leefgebied voor kwartelkoning. b. De aanpak per leefgebied Per leefgebied worden nu de twee sporen naar kwaliteitsverbetering gevolgd. In het eerste spoor worden de instapeisen geformuleerd voor deelname aan de subsidieregeling. Die worden zo concreet mogelijk gemaakt met beheerpakketten en percentages en/of oppervlaktes. In het tweede spoor worden criteria geformuleerd voor het beperken van de maatregelen in geselecteerde kerngebieden. De beheerpakketten zijn benoemd en genummerd volgens de lijst beheerpakketten ANLb2016 (zie bijlage E) Open grasland nat Spoor 1: Instapeisen Een agrarisch grondgebruiker met grond in een begrensd weidevogelgebied geeft aan hoeveel grond hij beheert in het begrensde gebied. Op die grond voert hij een mozaïekbeheer uit met de volgende beheerpakketten: Pakket 1 Pakket 2 Pakket 3 Pakket 4 Pakket 5 Pakket 6 Pakket 7 Pakket 8 Grasland met rustperiode Kuikenvelden Pals-dras Legselbeheer Kruidenrijk grasland Extensief beweid grasland Ruige mest Hoog waterpeil Aan het toepassen van de pakketten zijn de volgende oppervlakte-eisen verbonden voor de in gebruik zijnde grond binnen het weidevogelgebied: Pakket 1 en 5 samen op minimaal 15% van de grond. Pakket 3 op minimaal 0,5% van de grond. Pakket 4 op maximaal 30% van de grond. Pakket 2, 6, 7 en 8 is facultatief. Een deelnemer kan op onderdelen afwijken van de instapeisen als er compensatie plaatsvindt door aanliggende grondgebruikers en het hele beheermozaïek in het weidevogelgebied aan de minimumeisen voldoet. Spoor 2: Concentratie 11 maart

18 In 2016 wordt gestart met 10 weidevogelgebieden. In alle gebieden zijn bij de laatste telling voldoende broedparen van weidevogels geteld om als kansrijk weidevogelgebied te worden bestempeld. Elk jaar wordt per gebied bekeken of het beheerde gebied voldoende groot is en de totale beheerinspanning voldoende intensief is om populaties in stand te houden. De minimumeisen per gebied zijn: Ten minste 100 ha waar binnen mozaïekbeheer plaatsvindt Alle deelnemers maken met gebiedscoördinator plan voor mozaïekbeheer. Pakket 1 en 5 samen op minimaal 15% van de grond. Pakket 3 op minimaal 0,5% van de grond. Pakket 4 op maximaal 30% van de grond. De ervaring leert dat in weidevogelgebieden waar vrijwilligers meewerken met het zoeken en beschermen van nesten het weidevogelbeheer succesvoller verloopt. De vrijwilligersgroepen zijn van cruciaal belang. De gebiedscoördinator zorgt voor een goede communicatie en afstemming tussen het collectief, de deelnemende grondgebruikers en de vrijwilligers. Open grasland droog ( beheer tbv. Kwartelkoning) Een agrarisch grondgebruiker met grond in een begrensd leefgebied open grasland droog geeft aan hoeveel grond hij beheert in het begrensde gebied. Spoor 1: Instapeisen De beheereenheid bestaat uit kruidenrijk grasland. De beheereenheid is minimaal 4 ha groot. De beheereenheid is gelegen in de uiterwaarden van de grote rivieren (buitendijks). Het grasland wordt beheerd als hooiland volgens pakket 13 b Botanisch hooiland De aanvullende beheereis is een rustperiode van 1 april tot 15 juni. In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen en geen beweiding plaats. Bij een geconstateerd broedgeval van kwartelkoning of wanneer opgroeiende kuikens aanwezig zijn in de beheereenheid wordt de rustperiode verlengd vanaf 15 juni tot datum x (zie hieronder bij pakketten ) afhankelijk van het moment van vestiging van de kwartelkoning. Indien in een (deel van de) beheereenheid de rustperiode wordt verlengd in verband met een broedgeval, dan gelden voor die oppervlakte de voorwaarden en vergoedingen van het maatwerkpakket Kwartelkoning ( last-minute ). Dit pakket wordt momenteel ontwikkeld door het collectief Veluwe in samenwerking met de provincie Gelderland en SOVON vogelonderzoek. Momenteel (maart 2015) geldt het onderstaande voorstel: Aanvullende beheervoorschriften 11 maart

19 - In de periode tussen 15 juni en datum x (zie beschreven onder pakketten) wordt een rustperiode gerealiseerd van ten minste n weken - Deze rustperiode kan gelden voor een geheel perceel of een gedeelte van een perceel. - De aanbevolen oppervlakte bedraagt ten minste 4-6 ha per roepplek. Uitgaande van de roepplek als centrum van voorkomen, ligt de oppervlakte globaal in een straal van 250 meter rond de roepplek. Hierbij gelden rivierdijk, rivier, houtwallen en hagen, wegen en afrasteringen als uiterste begrenzing. Per situatie wordt in overleg tussen Sovon en gebiedscoördinator de gewenste oppervlakte voor het last minute beheer bepaald. Pakketten De broedperiode van de Kwartelkoning na de vestiging kennen we niet op de week nauwkeurig. Daarom zijn er 3 periodes, als tijdsraam voor het last minute beheer noodzakelijk: - 5 weken, van 15 juni tot 20 juli voor vroege vestigingen - 7 weken, van 15 juni tot 3 augustus voor gemiddelde vestigingen - 9 weken, van 15 juni tot 17 augustus voor late vestigingen Spoor 2: Concentratie In de gebieden binnen de begrenzing van open grasland droog komen alleen graslanden in aanmerking die kruidenrijk zijn en een open structuur hebben. Natte dooradering Leefgebied schone sloten en oevervegetaties Gezien de grote verwevenheid van de agrarische beheerpakketten voor natte dooradering en het slootbeheer van de Waterschappen is het logisch dat een intensief overleg en afstemming van beheer moet plaatsvinden. Vanuit het agrarisch natuurbeheer is het van belang dat maatregelen op populatieniveau van de doelsoorten worden genomen. Daar waar de soorten voorkomen worden in het locale stroomgebied samenhangende maatregelen genomen. De verspreiding van de bittervoorn heeft zijn zwaartepunt in de Rijnstrangen en diverse komgebieden verspreid door het rivierengebied. Populatie van de grote modderkruiper komen lokaal in de laaggelegen gebieden voor. Het lijkt een logische keuze om maatregelen voor natte dooradering samen te laten vallen met de locaties waar blauwe diensten van toepassing zijn. Daaronder vallen grote lengtes van de grote weteringen en beken in het rivierengebied. Vanuit het natuurbeheer wordt prioriteit gegeven aan de wateren met doelsoorten en vooral in combinatie met de status van SED- en HEN-water en wateren die in ecologische verbindingszones liggen. Daarnaast kunnen maatregelen voor natte dooradering ook bijdragen aan betere omstandigheden voor weidevogels in kansrijke weidevogelgebieden. De volgende pakketten zijn toepasbaar: Pakket 10 Natuurvriendelijke oever 11 maart

20 Pakket 11 Pakket 12 Rietzoom of klein rietperceel Duurzaam slootbeheer In een bufferstrook op agrarisch grond langs een watergang zijn randenpakketten toepasbaar: Pakket 13c Pakket 13d Pakket 19 Botanische weilandrand Botanische hooilandrand Kruidenrijke akkerrand Aan de botanische pakketten is wel de voorwaarde verbonden dat in de rand geen slootmaaisel of bagger wordt gedeponeerd. Op dit moment verkeert de afstemming met de Waterschappen nog in een pril stadium. Er kunnen nu nog geen criteria geformuleerd worden voor toepassing van beheerpakketten. Eind maart 2015 stelt het bestuur van Waterschap Rivierenland de beheertypen vast die worden aangeboden aan grondgebruikers langs watergangen. Deze beheertypen zijn toepasbaar binnen het begrensde gebied op de kaart categorie water in het natuurbeheerplan Waterschap Rijn en IJssel is ook voornemens beheertypen vast te stellen. De ambitie voor 2016 is nu niet hoog. Enerzijds door het ontbreken van middelen voor het beheer en anderzijds vanwege het gebrek aan kennis over kansrijk beheer ten behoeve van de doelsoorten. poelen in kleinschalig cultuurlandschap Voor het leefgebied van poelen in een kleinschalig cultuurlandschap kunnen wel criteria worden geformuleerd. Het gaat hier vooral om de doelsoorten kamsalamander en rugstreeppad. Deze soorten hebben poelen nodig voor de voortplanting en ze zijn gebaat bij een goed gestructureerde droge dooradering. Spoor 1: Instapeisen Een agrarisch grondgebruiker heeft grond in een van de vier deelgebieden in het leefgebied voor natte dooradering van het type poelen in een kleinschalig cultuurlandschap (bijlage B). De ligging bepaalt op welke doelsoorten het beheer wordt gericht. In alle deelgebieden komen kamsalamanders voor. In de Rijnstrangen en de Ooijpolder-Duffelt komen ook rugstreeppadden voor. De aanwezigheid van poelen is essentieel. Deze poelen zijn functioneel voor de doelsoorten als zij in een goed gestructureerde droge dooradering liggen. De instapeisen zijn: Er is ten minste 1 poel aanwezig (pakket 9). Elke poel ligt maximaal 400 meter verwijderd van een andere poel of overig water. De poel(en) is(zijn) opgenomen in een netwerk van landschapselementen van in het leefgebied droge dooradering. De beheerpakketten uit de droge dooradering voldoen aan de instapeisen voor droge dooradering (zie verder). Het volgende pakket is toepasbaar: 11 maart

21 Pakket 9 Poel en klein historisch water Spoor 2: Concentratie Het beheer voor natte dooradering in het leefgebied van poelen in een kleinschalig cultuurlandschap is alleen mogelijk binnen begrensde gebieden. Er worden geen kerngebieden geselecteerd. De instapeisen zijn echter hoog. Het effect is dat het beheer per aanvraag robuust is en dat dit beheer is ingebed in een grotere ruimtelijke structuur. Een aanvraag is een schakel in een grotere ketting. Er kan nergens een losse schakel worden neergelegd. Het beheer concentreert zich in kettingen die samen een netwerk gaan vormen. Droge dooradering Spoor 1: Instapeisen Een agrarisch grondgebruiker met grond in een begrensd gebied voor droge dooradering geeft aan hoeveel grond hij beheert in het begrensde gebied. De ligging bepaald op welke doelsoorten het beheer wordt gericht (bijlage B). In 8 deelgebieden behoren akkervogels tot de doelsoorten (Dakk). Voor het grondgebied wordt een beheerplan gemaakt dat voldoet aan de volgende criteria: Een lijnvormig landschapselement is, al dan niet samengesteld, ten minste 6 meter (bij uitzondering 4 meter) breed en ten hoogste 18 meter breed. Landschapselementen zijn bij voorkeur samengesteld uit meerdere beheerpakketten. Bij voorbeeld een opgaande begroeiing met een struweelrand, een akkerrand of een graslandrand. De kruidenrijke akkerrand (pakket 19) is alleen opengesteld in deelgebieden met akkervogels als doelsoorten (Dakk). Een lijnvormig landschapselement met een enkel beheerpakket is alleen toegestaan langs een bestaande beplanting of langs de oever van een water(gang). Bij voorbeeld een struweelrand langs een bos of een graslandrand langs een sloot. De totale oppervlakte aan landschapselementen van een aanvrager op een locatie is bij voorkeur ten minste m2. De landschapselementen van een aanvrager op een locatie vormen een samenhangende structuur en grenzen op een of meerdere punten aan landschapselementen of natuurterreinen in de omgeving. Het hoeft niet per definitie een aaneengesloten structuur te vormen, als de onderbrekingen in de structuur voor de doelsoorten passeerbaar zijn. Een beheerder kan op onderdelen afwijken van de criteria als aantoonbaar is dat het beheer passend is in het mozaïek van natuur- en landschapsbeheer van de aanliggende grondgebruikers. Voor het beheer worden de volgende pakketten opengesteld. Lijnvormige beplantingen 11 maart

22 Pakket 20 Lijnvormige beplanting o Pakket 20 a Beheer eens in de 3 jaar (knotbomen) o Pakket 20 e Beheer eens in de 15 jaar Pakket 22 Knip- en scheerheg o Pakket 22 a Beheer jaarlijks o Pakket 22 b Beheer eenmaal per 2/3 jaar Pakket 23 Struweelhaag o Pakket 23 a Snoeicyclus 5-7 jaar o Pakket 23 b Snoeicyclus > 12 jaar Vlakvormige beplantingen Pakket 26 Half- en hoogstamboomgaard o Pakket 26 a Hoogstamboomgaard o Pakket 26 b Halfstamboomgaard bij historische boerderij Pakket 27 Hakhoutbosje Pakket 28 Griendje Pakket 29 Bosje Randen Pakket 13 Botanisch grasland o Pakket 13 a Botanisch weiland o Pakket 13 b Botanisch hooiland o Pakket 13 c Botanisch waardevolle weiderand o Pakket 13 d Botanische hooilandrand Pakket 19 Kruidenrijke akkerrand Pakket 24 Struweelrand Bij de randenpakketten zijn ook de vlakvormige pakketten 13 a en 13 b opgenomen. De randenpakketten 13 c en 13 d hebben een te beperkte breedte tot 6 meter. Brede randen en kleine perceeltjes grasland zijn in de droge dooradering mogelijk mits het grasland bijdraagt aan de kwaliteit van het leefgebied van de doelsoorten. Spoor 2: Concentratie Het beheer voor droge dooradering is alleen mogelijk binnen begrensde gebieden. Er worden geen kerngebieden geselecteerd. De instapeisen zijn echter hoog. Het effect is dat het beheer per aanvraag robuust is en dat dit beheer is ingebed in een grotere ruimtelijke structuur. Een aanvraag is een schakel in een grotere ketting. Er kan nergens een losse schakel worden neergelegd. Het beheer concentreert zich in kettingen die samen een netwerk gaan vormen. c. Het gebiedsproces Het nieuwe Collectief Rivierenland staat voor een lastige klus. Het huidige agrarisch natuuren landschapsbeheer is te weinig samenhangend en levert te weinig natuurresultaat op. Dit 11 maart

23 moet worden omgebogen naar een in deelgebieden samenhangend beheer gericht op specifieke doelsoorten. Het collectief start een gebiedsproces met doelen op lange en op korte termijn. Lange termijn Het collectief stelt zich ten doel om goed gefundeerde keuzes te kunnen maken waar beheer effectief is en met welke middelen dat moet worden uitgevoerd. Daarvoor is meer kennis nodig van de natuur op het boerenland en het voorkomen van de doelsoorten. Het is ook van groot belang om in deelgebieden de landschappelijke structuur te kennen. Dat is nodig om de bijdrage van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer te kunnen bepalen. Die kennis is verspreid aanwezig bij overheden (provincie, gemeentes), natuurorganisaties en lokale groepen. Het collectief gaat de informatie verzamelen. Een tweede doel is om meer deelnemers te krijgen aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer in kansrijke gebieden. Daarvoor is voorlichting nodig over het nieuwe subsidiestelsel en over de mogelijkheden van grondgebruikers om het beheer te combineren met de bedrijfsvoering. Een belangrijk aspect is de gebiedsgerichte benadering. Het beheer kan alleen effectief zijn als er op gebiedsniveau samenhang is. Een deelnemer vormt een schakel in een ketting of netwerk van mozaïekbeheer. Het derde doel is het verkrijgen van meer middelen en mogelijkheden voor inrichting en beheer. De financiële middelen zijn momenteel beperkt. Zo beperkt dat er geen inrichtingsmaatregelen genomen kunnen worden. In overleg met overheden (gemeenten, waterschappen) en terreinbeherende organisaties kunnen nieuwe wegen verkend worden. Korte termijn Het nieuwe collectief steekt in 2015 veel tijd en energie in de opbouw van een solide organisatie. Daarnaast moeten ook de voorbereidingen worden getroffen voor het afsluiten van de eerste contracten voor Het ontbreekt nu simpelweg aan tijd en middelen om grote stappen te zetten in de transitie van het beheer. Het collectief focust nu op de deelnemers met aflopende contracten. Voor die deelnemers en voor hen die nog doorlopende contracten hebben, voelt het collectief een speciale verantwoordelijkheid. Iedereen dient goed geïnformeerd te worden en goed te worden begeleid naar een kwalitatief hoogwaardig beheer. Alle deelnemers worden per brief geïnformeerd over de rol van het collectief in het nieuwe subsidiestelsel. Zij worden uitgenodigd voor voorlichtingsavonden in de deelgebieden. Tijdens de voorlichtingsavonden wordt uitgelegd onder welke voorwaarden aflopende contracten kunnen worden vernieuwd en hoe bestaande contracten kunnen worden verbeterd (uitgebreid). Tijdens de avond of op een later tijdstip kan men inschrijven voor een mogelijk nieuw contract. De inschrijving bestaat uit het intekenen van de locaties van de beheerpakketten en het noteren van lengtes en oppervlaktes per beheerpakket. Het is van belang om bij de inschrijving goed te communiceren dat inschrijving niet automatisch leidt tot een contract. Ten eerste moet de inschrijving beoordeeld worden op 11 maart

24 kwaliteit. Ten tweede moet bij ontoereikend budget een keuze gemaakt worden uit het totaal aan inschrijvingen. De kwaliteitsbeoordeling berust op de criteria uit de beheerstrategie. De criteria zijn concreet en meetbaar. De beoordeling van de samenhangende structuur en de aansluiting op de omgeving is niet eenduidig en heeft het karakter van een best professional judgement. Bij onvoldoende kwaliteit wordt, indien mogelijk, een kwaliteitsverbetering voorgelegd aan de aanvrager. In overleg wordt bepaald of een nieuwe verbeterde inschrijving wordt gedaan. Bij ontoereikend budget worden de aanvragen gerangschikt op basis van twee criteria: Aanvragers met aflopende contracten (2013, 2014 en 2015) hebben de hoogste prioriteit, daarna aanvragers met lopende contracten, daarna nieuwe deelnemers zonder contract. Een grote oppervlakte beheer per aanvraag of groep van aanvragen van aan elkaar grenzende grondgebruikers, gaat boven een kleinere oppervlakte. Daarbij wordt een tweedeling gemaakt in perceelbeheer bij open grasland (nat en droog) en lijnvormige elementen bij natte en droge dooradering. Voor beide typen stelt het collectief een budget vast. Het motief voor het eerste criterium is dat het collectief zorgvuldig wil omgaan met huidige contractanten. Het collectief wil niet de onbetrouwbare opvolger zijn van de overheid als subsidiegever. Het tweede criterium geeft voorrang aan grote aanvragen, met als motief dat een uitgebreid en robuust beheer op een locatie meer natuurresultaat oplevert. 11 maart

25 5. Voorintekening en gebiedsaanvraag De beheerstrategie beschrijft de kwaliteiten van agrarisch natuur- en landschapsbeheer. En het beschrijft de korte- en langetermijnstrategie om tot kwaliteitsverbetering te komen. De beheerstrategie is de basis voor de gebiedsaanvraag. De gebiedsaanvraag is kwantitatief. Het beschrijft in welke gebieden hoeveel van welke beheertypen onder contract worden gebracht en voor welke prijs. De kwantificering berust op een raadpleging van potentiële deelnemers in de streek en de voorintekening op beheerpakketten. In dit hoofdstuk worden enkele belangrijke aspecten van die raadpleging uitgewerkt. a. Voorbereiding Het Collectief Rivierenland bereidt zich voor op de gebiedsaanvraag. Deze beheerstrategie is de inhoudelijke basis. In dit document is vastgelegd in welke gebieden welke beheertypen onder welke voorwaarden kunnen worden toegepast. Het bestuur van het Collectief stelt een coördinator aan en enkele veldmedewerkers. Zij verzorgen de voorintekening en het opstellen van de gebiedsaanvraag. Ten behoeve van de voorintekening is door SCAN een tool ontwikkeld; SCAN-GIS. Deze tool stelt de medewerkers een gedetailleerd kaartbeeld ter beschikking. De gewenste beheereenheden kunnen worden ingetekend en alle benodigde gegevens kunnen worden ingevuld en opgeslagen. SCAN biedt trainingssessies aan om de medewerkers te instrueren. De SCAN-GIS werkt in een online-omgeving en het systeem is gekoppeld aan het gegevensbestand van Dienst RVO (lopende contracten SN, SNL en PSAN). In de tool worden tevens de provinciale kaarten geladen met betrekking tot de leefgebieden en het Gelders Natuur Netwerk. Naar wens van het Collectief kunnen daar kaarten aan worden toegevoegd. In de tool kan worden ingesteld welke beheerpakketten in welke deelgebieden worden opengesteld. Door de instelling vooraf kunnen foute keuzes voor pakketten tijdens de voorintekening worden vermeden. b. Voorlichting Het nieuwe stelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb2016) verschilt zowel organisatorisch als inhoudelijk sterk van het oude stelsel. Het Collectief organiseert voorlichtingsbijeenkomsten om de veranderingen te communiceren. Tot de doelgroep behoren alle agrarisch grondgebruikers en zij die vrijwillig of professioneel betrokken zijn bij agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De aankondigingen voor de voorlichtingsbijeenkomsten zullen breed worden verspreid in lokale en provinciale media en via de agrarische natuurverenigingen. Mensen met een lopend of aflopend contract voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer zullen zo mogelijk persoonlijk worden uitgenodigd. Voor deze groep voelt het Collectief een speciale verantwoordelijkheid. 11 maart

26 Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst wordt de stelselwijziging toegelicht. Tevens wordt gedetailleerd beschreven in welke gebieden welke beheerpakketten onder welke voorwaarden opengesteld worden. Ten slotte wordt gemeld wanneer de voorintekening plaatsvindt en hoe het proces verder loopt; gebiedsaanvraag, provinciaal besluit, contracten, beheer, betalingen. Belangrijk te melden dat voorintekening niet met zekerheid leidt tot een contract. c. Voorintekening De voorintekening wordt uitgevoerd met de SCAN-GIS tool. In een sessie met de belangstellende wordt allereerst ingezoomd op de grond die men in gebruik heeft. Vanwege de eisen voor mozaïekbeheer wordt eerst de landschappelijke context bekeken. Waar bevinden zich natuurterreinen, watergangen, landschapselementen en percelen of randen met agrarisch natuurbeheer? De nieuwe beheerpakketten dienen op die structuur aan te sluiten. Vervolgens worden de wensen van de belangstellende geïnventariseerd. Deze wensen worden vertaald in beheertypen en op kaart ingetekend. Het totaal aan beheer moet voldoen aan de instapeisen. Als dat nog niet het geval is, dan dienen aanvullingen of wijzigingen te worden aangebracht. Ten slotte worden de gegevens van de voorintekening geprint en ondertekend door de belangstellende. Kleine aanvragen worden afgewezen indien de totale jaarlijkse beheersubsidie kleiner is dan 200. d. Gebiedsaanvraag Na de voorintekening wordt door het Collectief de balans opgemaakt. Indien het totaal aan aangevraagd beheer meer kost dan het beschikbare budget, dan wordt geselecteerd op grond van twee criteria: Aanvragers met aflopende contracten hebben de hoogste prioriteit, daarna aanvragers met lopende contracten, daarna nieuwe deelnemers zonder contract. Een grote oppervlakte beheer per aanvraag of groep van aanvragen van aan elkaar grenzende grondgebruikers, gaat boven een kleinere oppervlakte. Daarbij wordt een tweedeling gemaakt in perceelbeheer bij open grasland (nat en droog) en lijnvormige elementen bij natte en droge dooradering. Voor beide typen stelt het collectief een budget vast. De geselecteerde aanvragen vormen de basis voor de gebiedsaanvraag. 11 maart

27 Bijlage A Afkortingen voor leefgebieden, deelgebieden en doelsoorten Leefgebieden Owei Open grasland nat - weidevogelgrasland Okwa Open grasland droog - kwartelkoninggrasland Nslo Natte dooradering schone sloten en oevervegetaties Npoe Natte dooradering poelen en kleinschalig cultuurlandschap Doev Droge dooradering kleinschalig (oeverwal)landschap Dakk Droge dooradering kleinschalig akkervogellandschap Deelgebieden TIE Tieler- en Culemborgerwaarden BET Betuwe RIJN Rijnstrangen OOIJ Ooijpolder-Duffelt RIJK Rijk van Nijmegen MAA Land van Maas en Waal BOM Bommelerwaard Doelsoorten Open grasland Kievit kie Grutto gru Zomertaling zom Slobeend slo Kwartelkoning kwa Natte dooradering Kamsalamander kam Rugstreeppad rug Bittervoorn bit Grote modderkruiper gmk Tureluur tur Rosse vleermuis ros Droge dooradering Steenuil ste Kerkuil ker Spotvogel spo Grote lijster gro Zomertortel zom Patrijs pat Keep kee Kneu kne Kramsvogel kra Geelgors gee Veldleeuwerik vel Vliegend Hert vli 11 maart

28 Bijlage B Kansrijke deelgebieden met doelsoorten Open grasland Open grasland nat [weidevogelgrasland] Owei TIE Heukelem Owei-TIE-1 niet-kritische soorten Buren Owei-TIE-2 niet-kritische soorten BET Maurik Owei-BET-3 niet-kritische soorten Ommerenveld Owei-BET-4 niet-kritische soorten Maurikse Waard Owei-BET-5 niet-kritische soorten Ingense Waard Owei-BET-6 niet-kritische soorten Eldikse Veld Owei-BET-7 niet-kritische soorten Homoet Meilanden Owei-BET-8 niet-kritische soorten RIJN Duivense Broek Owei-RIJN-10 niet-kritische soorten BOM Groote Lage Broek Owei-BOM-9 niet-kritische soorten Open grasland droog [kwartelkoninggrasland] Okwa TIE Beusichem Okwa-TIE-1 kwa BET Kesteren-Opheusden Okwa-BET-2 kwa Randwijk Okwa-BET-3 kwa Huissensewaard Okwa-BET-4 kwa Waardenburg-Hurwenen* Okwa-BOM-5 kwa * niet begrensd in het ontwerp natuurbeheerplan 11 maart

29 Natte dooradering Natte dooradering [schone sloten en oevervegetaties] Nslo TIE Heukelum Nslo-TIE-A bit Buren Nslo-TIE-B bit Linge Nslo-TIE-C bit Diefdijk Nslo-TIE-D bit, gmk, kam Nieuwe Graaf Nslo-TIE-E bit Zuiderlingelinie Nslo-TIE-F bit, gmk, kam BET Maurik Nslo-BET-G bit, gmk Ommerenveld Nslo-BET-H bit Eldikse Veld Nslo-BET-I bit Homoet Meilanden Nslo-BET-J (?) Lingezegen Nslo-BET-K bit, gmk, tur RIJN Duivense Broek Nslo-RIJN-L bit, tur Rijnstrangen Nslo-RIJN-M kam, rug, bit, gmk, ros, zom, MAA Grote Wetering Nslo-MAA-N gmk, tur Nieuwe Wetering Nslo-MAA-O (?) Wijchen-Heumen Nslo-MAA-P kam, gmk BOM Grote Lage Broek Nslo-BOM-Q bit, tur, slo Capreton Nslo-BOM-R bit Natte dooradering [poelen en kleinschalig cultuurlandschap] Npoe RIJN Rijnstrangen Npoe-RIJN-A kam, rug OOIJ Ooijpolder-Duffelt Npoe-OOIJ-B kam, tur, ros, rug MAA Wijchen-Heumen Npoe-MAA-C kam, gmk Ewijk Npoe-MAA-D kam 11 maart

30 Droge dooradering Droge dooradering [kleinschalig oeverwallandschap] Doev [kleinschalig akkervogellandschap] Dakk TIE Beusichem Doev-TIE-a ker, ste, spo Linge Doev-Dakk-TIE-b ker, ste, spo BET Maurik-Lienden Doev-Dakk-BET-c ste, kra, kne Randwijk-Hemmen Doev-Dakk-BET-d kra, spo, gee, pat, vel, gro, ste, kne Lingezegen Doev-BET-e ste, kne, kra, spo, pat RIJN Bingerden Doev-RIJN-f ste, ker, Rijnstrangen OOIJ Ooijpolder-Duffelt Doev-Dakk-RIJN-g ste,ker,spo, kra, pat, vel, zom, gro Doev-Dakk-OOIJ-h zom, gro, ker, ste, kee, kne, kra, spo, gee, pat RIJK Stuwwal Doev-Dakk-RIJK-i gee, kee, pat, vli, gro Bekken van Groesbeek Doev-RIJK-j ker, ste, kee, gro, zom, pat, kra MAA Heumen-Horssen Doev-MAA-k pat, spo, gro, ste Oeverwal Waal Doev-MAA-l ste, ker, gro, kra BOM Eiland van Alem Doev-Dakk-BOM-m pat, zom, kne Bruchem Doev-Dakk-BOM-n (?) 11 maart

31 Bijlage C Matrix van doelsoorten en modelbeheerpakketten voor het rivierengebied (N.B. pakketten wijken af van ANLb2016) Matrix VHR-soorten en modelbeheerpakketten Open grasland nat Biotoop (in agrarisch gebied) Type leefgebied Verspreiding 1. Weidevogelgrasland met rustperiode 2. Weidevogelgrasland met voorweiden en rustperiode 3. Plas-dras 4. Legselbeheer 5. Kruidenrijk grasland 6. Extensief beweid grasland 7. Ruige mest 8. Greppel-plasdras 9. Hoog waterpeil 11. Natuurvriendelijke oever 12. Rietzoom en klein rietperceel 10. Poel en klein historisch water 13. Duurzaam slootbeheer 20. Hoge houtwal met greppel 21. Holle weg en graft 22. Elzensingel 14. Bouwland met broedende akkervogels 15. Bouwland met overwinterende en doortrekkende akkervogels 16. Bouwland voor hamsters 17. Kruidenrijke akker 18. Kruidenrijke akkerrand 19. Houtwal en -singel 23. Knip- en scheerheg 24. Struweelhaag 25. Laan 26. Knotboom 27. Struweelrand 28. Bomenrij en sol boom 29. Bossingel 30. Hoogstamboomgaard 31. Hakhoutbosje 32. Griendje 33. Bosje Aanvullende soortsspecifieke beheersuggesties grutto kievit veldleeuwerik zomertaling slobeend Vochtige en natte (structuurrijke) kruidenrijke (cultuur)graslanden in open gebied. Vochtige (structuurrijke) kruidenrijke graslanden en ook veel op bouwland, met name op maïspercelen in graslandgebieden. Open gras- en bouwlandgebieden met een korte vegetatie; graanakkers, kruidenrijke graslanden en heidevelden. Open graslandgebieden met drassige graslanden met ondiepe, stilstaande wateren, goed ontwikkelde oevervegetatie Open grasland gebieden met veel sloten, maar ook in moerassen. De aanwezigheid van ondiep, stilstaand, eutroof water is verspreiding verspreiding verspreiding verspreiding verspreiding Vermijd individuele, geïsoleerd liggende percelen kuikenland. Zorg voor kleine plekken zonder vegetatie (zwarte grond, dan wel niet of half verharde landbouwpaden). Zorg voor in het broedseizoen verhoogd slootpeil gecombineerd met kruidenrijk en laat gemaaid grasland. Zorg voor in het broedseizoen verhoogd slootpeil gecombineerd met kruidenrijk en laat gemaaid grasland. Open grasland droog kwartelkoning Natte dooradering tureluur Grote modderkuiper Bittervoorn kamsalamander rugstreeppad Droge dooradering grote lijster kerkuil ransuil steenuil spotvogel zomertortel kneu kramsvogel patrijs geelgors Grootschalige open akkergebieden, graslandgebieden in uiterwaarden en ruigten. Vochtige kruidenrijke en bloemrijke graslanden met een structuurijke (hoge) vegetatie, in combinatie met kale, slikkige Kleine vegetatierijke wateren zoals poldersloten met goede waterkwaliteit, moerassen en meanders van Relatief brede poldersloten met goed ontwikkelde water- en oevervegetatie en aanwezigheid van zoetwatermosselen. Poelen, geisoleerde wateren met goed ontwikkelde water- en oevervegetatie binnen 100 meter van struweel, ruige Pioneerhabitats zoals los zand in combinatie met kleine ondiepe wateren, ook ondiepe sloten. Afwisseling van (oude) bomen, singels en (randen van) bosjes in landschap van graslanden en akkers. Half open landschap met voorkeur voor extensief gebruikt agrarisch gebied zoals kruidenrijke percelen en perceelranden en Relatief open landschap, broedt in kleine bosjes, houtwallen en bosranden voornamelijk in oude nesten van ekster en Kenmerkende vogel van het kleinschalig cultuurlandschap. Broedt vooral in nestkasten, maar ook in holten van bomen, Relatief open cultuurlandschap met bosjes, houtwallen, singels en/of boomgaarden. Halfopen, beboste terreinen met kruidenrijke akker- en graslanden. Broedt in het agrarisch gebied vooral in hagen met Sstruwelen, houtwallen, (meidoorn/ sleedoorn) heggen, bomenrijen met een struiklaag alsmede ruige vegetaties. Relatief open bosrijk landschap in bosranden, in bossen bij open plekken. Broedt voornamelijk in (oude) bomen. Akkerland en grasland. Broedt voornamelijk in ruige (kruidenrijke) randen of onder houtwallen en hagen. Minder in intensief Akkers en combinatie van akkers en grasland met overgangen naar heggen, houtwallen en grazige wegbermen. In de winter vooral verspreiding Maai en/of beweid pas na 1 augustus. verspreiding Zorg voor in het broedseizoen verhoogd slootpeil gecombineerd met kruidenrijk en laat gemaaid grasland. verspreiding Schoon wateren gefaseerd in ruimte en tijd. verspreiding verspreiding verspreiding Schoon wateren gefaseerd in ruimte en tijd en zorg voor migratiemogelijkheden binnen het gebied en naar buiten. Voorkom niet passeerbare barriëres. Zorg voor combinatie van stilstaand water (visvrij) met onderwatervegetatie en beplanting in de buurt, wateren max 300 m uit elkaar, verbindingen nodig, Zorg voor een combinatie van ondiepe (snel opwarmende) wateren met zandige grond in de buurt voor overwintering. verspreiding Zorg voor voldoende (oude) bomen met naast liggend ++ weiland. verspreiding verspreiding verspreiding verspreiding Plaats vooral ook nestkasten, maar niet in schuren met boerenzwaluwen. Zorg voor muizenruiters, leg takkenrillen aan en doe ditvooral binnen 800 meter Bevorderen muizenstand (muizenruiters, overhoekjes etc.) werkt positief op voorkomen ransuil. Hang waar mogelijk effectief een nestkast op, maar zorg ook voor voedsel: takenrillen, muizenruiters etc. Maak drinbkakken steenuil-proof. Zorg voor een relatief dichte vegetatie met een goed insectenaanbod, singels of bosjes rond boomgaarden hebben een positief effect op voorkomen van verspreiding Zorg voor aanwezigheid van oudere bomen. verspreiding verspreiding verspreiding Zorg voor een afwisseling van boom-, struik- en kruidlaag. Leg vooral ruigten aan want dat draagt bij aan draagkracht gebied voor patrijzen. Voer bij voorkeur alleen maatregelen uit indien het gebied met (deels Leg vooral akkerranden aan als wintervoedsel dicht bij of langs beplanting. keep Akkers langs bosranden veldleeuwerik Open akkergebieden met stoppels Leg vooral wintervoedselsituaties aan in randen van percelen. Zorg voor akkers met niet geoogste granen en graslanden met enigszins gevarieerde vegetatie. Type leefgebied waarin de soort voorkomt: De mate waarin het pakket bijdraagt aan de biotoop van de soort = (mede) in open grasland + = een beperkte bijdrage aan de biotoop van de soort = (mede) in open akkerland ++ = een grote bijdrage aan de biotoop van de soort = (mede) in droge dooradering ++ = het beheerpakket is essentieel voor het met succes voorkomen van de soort 11 maart

32 Deelgebied Doelsoorten Primaire beheerpakketten Secundaire beheerpakketten Zie bijlage A en B Zie bijlage A en B Npoe-RIJN-A kam, rug 10,19,24,27 5,11,14,17,18,29, 31,33 Npoe-OOIJ-B kam, (tur), (ros), rug 10,19,24,27 5,11,14,17,18,29, 31,33 Npoe-MAA-C kam, (gmk) 10,19,24,27 5,11,29,31,33 Npoe-MAA-D kam 10,19,24,27 5,11,29,31,33 Doev-TIE-a Ker,ste,spo 5,17,18,19,20,24, 26,29,30,31 Doev-Dakk-TIE-b Ker,ste,spo 5,17,18,19,20,24, 26,29,30,31 Doev-Dakk-BET-c Ste,kra.kne 14,15,17,18,19,20,22,24,25,26,27,2 8,29,30,33 Doev-Dakk-BET-d Kra,spo,gee,pat,vel,gr o,ste,kne 5,14,15,17,18,19, 20,22,23,24,25,26,27,28,29,30,31,3 3 Doev-BET-e Ste,kne,kra,spo,pat 5,14,15,17,18,19, 20,22,24,25,26,27,28,29,30,31,33 14,15,21,22,25,27,28,32,33 14,15,21,22,25,27,28,32,33 5,23,31,32 21,32 23,32 Doev-RIJN-f Ste,ker, 5,17,18,24,26,30 14,15,19,20,21,25,27,28,29,33 Doev-Dakk-RIJN-g Ste,ker,spo,kra,pat,vel,zom,gro 5,14,15,17,18,19, 20,21,24,25,26,28 22,27,32 Doev-Dakk-OOIJ-h Zom,gro,ker,ste,kee,k ne,kra,spo,gee,pat,29,30,31,33 5,14,15,17,18,19, 20,22,23,24,25,26,27,28,29,30,31,3 3 Doev-Dakk-RIJK-i Gee,kee,pat,vli,gro 5,14,15,17,18,19, 23,24,25,27,28,29,31,33 Doev-RIJK-j Ker,ste,kee,gro,zom,p at,kra 5,14,15,17,18,19, 24,25,26,28,29,30,31,33 Doev-MAA-k Pat,spo,gro,ste 5,14,15,17,18,19, 20,24,25,26,28,29,30,31,33 Doev-MAA-l Ste,ker,gro,kra 5,17,18,19,24,25, 26,28,29,30,31,33 Doev-Dakk-BOM-m Pat,zom.kne 5,14,15,17,18,19, 20,22,24,25,27,29,33 Doev-Dakk-BOM-n (?) 21,32 20,21,30 20,21,27,32 22,27,32 14,15,20,21,27 23,31,32 11 maart

33 Bijlage D Lopende contracten in de deelgebieden TIE 11 maart

34 BET-west BET-oost 11 maart

35 RIJN 11 maart

36 OOIJ en RIJK 11 maart

37 MAA BOM 11 maart

38 Bijlage E Beheerpakketten ANLb maart

39 Beheerstrategie 2016 voor agrarisch natuurbeheer in het rivierengebied 11 maart

40 Beheerstrategie 2016 voor agrarisch natuurbeheer in het rivierengebied 11 maart

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven.

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven. Opengestelde beheerpakketten Collectief Rivierenland per leefgebied (gebaseerd op adviestarieven landelijke beheerpakketten ANLB2016 dd. 09-03-2015) let op: tarieven gewijzigd tov. medio februari 2015

Nadere informatie

Algemene Ledenvergadering

Algemene Ledenvergadering ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Algemene Ledenvergadering Collectief ELAN Nijeholtpade, 28-06-2017 Opgericht in 2010 Vijf inliggende Agrarische natuurverenigingen (ANV s): Gagelvenne

Nadere informatie

Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming

Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming Agrarisch Basiscursus Natuurbeheer weidevogelbescherming vanaf 2016 Het collectief Noordwest-Overijssel Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming Per 2016 gaat het samenwerkingsverband van 4 agrarische

Nadere informatie

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016 STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016 Het nieuwe stelsel ANBL2016 biedt het collectief op meerdere manieren flexibiliteit in de uitvoering van

Nadere informatie

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb Uitleg flexibiliteit beheer ANLb Het stelsel ANLb biedt het collectief op meerdere manieren flexibiliteit in de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De gebiedsaanvraag, de toepassing

Nadere informatie

Beheerstrategie Collectief Rivierenland

Beheerstrategie Collectief Rivierenland Beheerstrategie Collectief Rivierenland voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer in de periode 2018 t/m 2021 Opgesteld in opdracht van de coöperatieve Agrarische Natuurvereniging Collectief Rivierenland

Nadere informatie

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming Concept criteria voor akkerbouw om de mate van Vogelvriendelijk boeren te bepalen De grondstoffenleverancier van het product is een agrarisch

Nadere informatie

Leefgebieden droge en natte dooradering

Leefgebieden droge en natte dooradering ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Nieuwe stelsel ANLB 2016 Leefgebieden droge en natte dooradering Wilco de Jong Voorzitter ELAN 12 februari 2015 Ooststellingwerf ELAN Agrarische Natuurcollectief

Nadere informatie

SNL Agrarisch natuurbeheer

SNL Agrarisch natuurbeheer SNL Agrarisch natuurbeheer DR code Index N&L Agrarisch Beheer A01 Agrarische faunagebieden A01.01 Weidevogelgebied A01.01.01 Weidevogelgrasland met rustperiode 8001 A01.01.01a Weidevogelgrasland met rustperiode

Nadere informatie

Agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Gelderland. Werkbezoek Provinciale Staten 21 juni 2017

Agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Gelderland. Werkbezoek Provinciale Staten 21 juni 2017 Agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Gelderland Werkbezoek Provinciale Staten 21 juni 2017 Programma Welkom door Dick Looman, voorzider colleceef VALA Gezamenlijke lunch, met 2 presentaees: Agrarische

Nadere informatie

Welkom. Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder

Welkom. Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder Welkom Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder Agenda Doel en opzet van de voorlichting Nieuw stelsel voor agrarisch natuurbeheer Wie is Collectief Midden Groningen en wat doet we? Natuurbeheerplan

Nadere informatie

Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk PD Deurningen.

Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk PD Deurningen. Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk 14 7562 PD Deurningen info@gebiedscollectiefnot.nl www.gebiedscollectiefnot.nl Programma ledenvergadering Programma ledenvergadering:

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel

Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel Openstellingsbesluit Agrarisch natuurbeheer van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel van 19 april 2016, nr. 2016/0114354 tot vaststelling van de subsidieplafonds, aanvraagperioden en de tarieven

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer

PROVINCIAAL BLAD. Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Overijssel Nr. 3151 1 mei 2018 Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer Besluit: Gedeputeerde

Nadere informatie

Concept Schouwkalender

Concept Schouwkalender Concept Schouwkalender Gebaseerd op overzicht beheerpakketten ANLB versie 1.3, 15 februari 2015 Toelichting: Op basis van deze (voorbeeld) schouwkalender kan het moment van de veldcontroles worden bepaald.

Nadere informatie

Rivierenland werkt voortvarend verder JAARBERICHT 2017

Rivierenland werkt voortvarend verder JAARBERICHT 2017 Rivierenland werkt voortvarend verder JAARBERICHT 2017 1 INHOUD WIE IS COLLECTIEF RIVIERENLAND? PAGINA 3 CIJFERS EN ACTIVITEITEN PAGINA 4 AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER PAGINA 6 VOORUITBLIK NAAR

Nadere informatie

Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1

Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1 Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1 nr BT Beheertype Tarief 2016 N01.01 Zee en wad 1,62 N01.02 Duin- en kwelderlandschap

Nadere informatie

Bijlage bij Statenbrief: Onderwerp: Ontwerp-Natuurbeheerplan Aanleiding (inleiding) / bestaand beleid c.q. kader

Bijlage bij Statenbrief: Onderwerp: Ontwerp-Natuurbeheerplan Aanleiding (inleiding) / bestaand beleid c.q. kader Bijlage bij Statenbrief: 02016545 Onderwerp: Ontwerp-Natuurbeheerplan 2016 1 Aanleiding (inleiding) / bestaand beleid c.q. kader Het ontwerp-natuurbeheerplan 2016 is het kader voor toekenning van subsidies

Nadere informatie

Bijlage 1 behorende bij artikel 2 van het Openstellingsbesluit SNL, onderdeel Agrarisch Natuurbeheer 2017

Bijlage 1 behorende bij artikel 2 van het Openstellingsbesluit SNL, onderdeel Agrarisch Natuurbeheer 2017 Bijlage 1 behorende bij artikel 2 van het Openstellingsbesluit SNL, onderdeel Agrarisch Natuurbeheer 2017 Bijlage 2 behorende bij artikel 1, onder d, van het Openstellingsbesluit SNL, onderdeel Agrarisch

Nadere informatie

Paragraaf 1 Collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer onder de SNL2013

Paragraaf 1 Collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer onder de SNL2013 Besluit van Gedeputeerde Staten van 22 augustus 2017, PZH-2017-606818800, tot vaststelling van het openstellingsbesluit voor de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2013 voor het onderdeel

Nadere informatie

in 2016 Algemene ledenvergadering Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

in 2016 Algemene ledenvergadering Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Nieuwe start ANLb in 2016 Algemene ledenvergadering Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Programma Cees de Jong Opening en terugblik (Cees de Jong, voorzitter) Jaarplan 2016 (Karel Rietveld, secretaris)

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR106004_1

CVDR. Nr. CVDR106004_1 CVDR Officiële uitgave van Utrecht. Nr. CVDR106004_1 24 januari 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 november 2009,kenmerk 2009INT251102 tot vaststelling van de subsidieplafonds, aanvraagperioden

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. ir. J.H. Maissan. Onderwerp Openstellingsbesluit agrarisch natuurbeheer

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. ir. J.H. Maissan. Onderwerp Openstellingsbesluit agrarisch natuurbeheer PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Openstellingsbesluit agrarisch natuurbeheer 2019-1 Kern mededeling: Gedeputeerde Staten hebben besloten de subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Nadere informatie

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Pagina Natuurbeheerplan 2017 Ontwerp Natuurbeheerplan 2018 Natuurbeheerplan

Nadere informatie

3.8 Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Rémon ter Harmsel Stichting RAVON

3.8 Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Rémon ter Harmsel Stichting RAVON 3.8 Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Rémon ter Harmsel Stichting RAVON Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Amfibieën & Vissen Rémon ter Harmsel Landelijke ANLb-dag,

Nadere informatie

Het agrarisch natuur- en landschapsbeheer vanaf 2016

Het agrarisch natuur- en landschapsbeheer vanaf 2016 Het agrarisch natuur- en landschapsbeheer vanaf 2016 Aanleiding nieuw stelsel Nieuw EU landbouwbeleid per 1-1-2016 Pijler 1: directe betalingen en vergroening Pijler 2: agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Nadere informatie

Het agrarisch natuur-en landschapsbeheer vanaf 2016

Het agrarisch natuur-en landschapsbeheer vanaf 2016 Het agrarisch natuur-en landschapsbeheer vanaf 2016 Voorstellen Jos van Maanen (Agrarisch) makelaar/taxateur Van Maanen Vastgoed Adviseur onteigening / pacht Buro Loevesteijn Tot 2008 melkveehouder Voorzitter

Nadere informatie

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Algemene informatie Vanuit de SNL regeling is weidevogelbeheer op gemengde agrarische gebied mogelijk mits het voldoet aan de leefgebieden criteria voor weidevogels

Nadere informatie

SCAN. Checklist Beheerstrategie

SCAN. Checklist Beheerstrategie STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN Checklist Beheerstrategie In de beheerstrategie legt het collectief uit welke keuzen het heeft gemaakt uit de overheidsdoelen, hoe deze doelen mede op basis

Nadere informatie

MEEST GESTELDE VRAGEN ANB 2016 Versie

MEEST GESTELDE VRAGEN ANB 2016 Versie MEEST GESTELDE VRAGEN ANB 2016 Versie Vanaf 2016 treedt het nieuwe stelsel Agrarisch Natuurbeheer 2016 (ANB 2016) in werking. U bent begin middels voorlichtingsavonden geïnformeerd over de mogelijkheden

Nadere informatie

Openstellingsbesluit 2016 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg (onderdeel agrarisch, beheerjaar 2017)

Openstellingsbesluit 2016 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg (onderdeel agrarisch, beheerjaar 2017) CVDR Officiële uitgave van Limburg. Nr. CVDR425268_1 29 november 2016 Openstellingsbesluit 2016 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg (onderdeel agrarisch, beheer 2017) Openstellingsbesluit

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie

Nadere informatie

Nieuwsbrief nr. 1 September 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer West-Brabant

Nieuwsbrief nr. 1 September 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer West-Brabant Voorwoord Nieuwsbrief nr. 1 September 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer West-Brabant Beste lezer, Na eerdere informatie in bijeenkomsten, brieven en e-mails ontvangt u hierbij de eerste nieuwsbrief

Nadere informatie

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Leefgebieden droge en natte dooradering

Leefgebieden droge en natte dooradering ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Nieuwe stelsel Leefgebieden droge en natte dooradering Wilco de Jong Voorzitter ELAN 10 maart 2015 Agenda vanavond Nieuwe stelsel Agrarisch natuur-

Nadere informatie

Voortgangsrapportage ANLb Collectief Eemland

Voortgangsrapportage ANLb Collectief Eemland Voortgangsrapportage ANLb 2017 Collectief Eemland 1. Hoe is het afgelopen beheerjaar verlopen (beschrijving per leefgebied en/of deelgebied)? Aandachtspunten per leefgebied Open Grasland, Droge Dooradering,

Nadere informatie

ANLb2016 voor categorie water. Marieke de Groot en Margot Kroot

ANLb2016 voor categorie water. Marieke de Groot en Margot Kroot ANLb2016 voor categorie water Marieke de Groot en Margot Kroot Leefgebiedenbenadering Creëren en in stand houden leefgebied voor soort of soortengroep met vergelijkbaar beheer. Leefgebieden ANLb2016 Open

Nadere informatie

Handleiding maatwerkpakketten

Handleiding maatwerkpakketten Handleiding maatwerkpakketten Datum 13 oktober 2014 Status Concept, versie 0.6 1. Inleiding Het natuurbeheerplan van de provincie biedt het beleidskader voor het nieuwe stelsel voor agrarisch natuur- en

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland VALA Definitieve versie Datum 06-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 3 Beltrumse

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 16 februari 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie met alle

Nadere informatie

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Inleiding Nederland heeft op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn de verplichting om voor alle van nature voorkomende

Nadere informatie

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen. Was-Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 (versie 17 jan18) Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 Pagina Natuurbeheerplan 2018 Ontwerp Natuurbeheerplan 2019

Nadere informatie

Agrarische Natuurvereniging Brabantse Wal. (Agrarisch) natuurbeheer in ons ANV gebied: activiteiten, resultaten en kansen

Agrarische Natuurvereniging Brabantse Wal. (Agrarisch) natuurbeheer in ons ANV gebied: activiteiten, resultaten en kansen Agrarische Natuurvereniging Brabantse Wal (Agrarisch) natuurbeheer in ons ANV gebied: activiteiten, resultaten en kansen ALV 14 april 2016 Ernst Verwer Gebiedscoördinator Inhoud van de presentatie 1) Missie

Nadere informatie

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer De breedte van het speelveld Betaald beheer (SNL): 179.000 ha, 64 mln. (excl. ganzen) 13.500 bedrijven = 27% van grondgebonden

Nadere informatie

Beheerpakketten ANLb

Beheerpakketten ANLb Beheerpakketten ANLb Binnen het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer is er een brede landelijke standaard op basis waarvan het agrarisch natuurbeheer, dat gericht is op instandhouding van internationale

Nadere informatie

HANDBOEK BEHEERPLAN COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL. Agrarisch Natuurbeheer CMO in de praktijk 2016

HANDBOEK BEHEERPLAN COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL. Agrarisch Natuurbeheer CMO in de praktijk 2016 HANDBOEK BEHEERPLAN COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL Agrarisch Natuurbeheer CMO in de praktijk 2016 2 Versie 1.1 Datum: augustus 2015 Dit rapport is opgesteld door Collectief Midden Overijssel. Binnen dit

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer

PROVINCIAAL BLAD. Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Overijssel Nr. 3304 4 mei 2018 Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer RECTIFICATIE VAN

Nadere informatie

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers.

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers. Van: Danny Eijsackers [mailto:d.eijsackers@milieufederatie.nl] Verzonden: woensdag 10 mei 2017 14:58 Aan: Statengriffie Onderwerp: Bijeenkomst boerenlandvogels Beste Randy, Hierbij stuur ik je 2 documenten

Nadere informatie

10 oktober Afsluiten beheercontracten 2017

10 oktober Afsluiten beheercontracten 2017 10 oktober 2016 Op 1 januari 2016 is Collectief Rivierenland officieel van start gegaan met de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Het weidevogelseizoen zit erop, voor landschapsbeheer

Nadere informatie

Criteria voor agrarische leefgebieden en beheertypen 1

Criteria voor agrarische leefgebieden en beheertypen 1 Criteria voor agrarische leefgebieden en beheertypen 1 Naar criteria voor agrarische leefgebieden 2 en beheertypen voor ecologische effectiviteit van beheeractiviteiten (maatregelen) in het kader van het

Nadere informatie

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan 2018 tekstdeel Algemeen: Overal waar 2017 stond is dit aangepast naar 2018 Natuurnetwerk Nederland is afgekort tot NNN. Specifiek per pagina:

Nadere informatie

De kern ligt bij plasdras

De kern ligt bij plasdras 7-3-2014 Inleiding presentatie Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Weidevogelaantallen 2009-2012 Plasdras voor meer weidevogels Netwerken voor vitale populaties De kern ligt bij plasdras

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2)

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit

Nadere informatie

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015 ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open grasland 2019 1 Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) [1]

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019 COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019 Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit niet

Nadere informatie

TOELICHTING TARIEVEN BEHEERPAKKETTEN LANDSCHAP ANLB 2016 (VERSIE 21 MEI 2015)

TOELICHTING TARIEVEN BEHEERPAKKETTEN LANDSCHAP ANLB 2016 (VERSIE 21 MEI 2015) CAN- GIS STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN TOELICHTING TARIEVEN BEHEERPAKKETTEN LANDSCHAP ANLB 2016 (VERSIE 21 MEI 2015) Introductie Het nieuwe agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLB)

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Overijssel Openstelling Regeling Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Overijssel Openstelling Regeling Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Overijssel. Nr. 2157 15 april 2016 Provincie Overijssel Openstelling Regeling Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap Besluit:

Nadere informatie

DE KRACHT VAN VALA IN 2017 BASIS VOOR MEER BIODIVERSITEIT IN DE ACHTERHOEK

DE KRACHT VAN VALA IN 2017 BASIS VOOR MEER BIODIVERSITEIT IN DE ACHTERHOEK DE KRACHT VAN VALA IN 2017 BASIS VOOR MEER BIODIVERSITEIT IN DE ACHTERHOEK JAARBERICHT 2017 INHOUD WIE IS DE VALA? PAGINA 3 CIJFERS EN ACTIVITEITEN VAN 2017 PAGINA 4 AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER

Nadere informatie

Openstelling SNL 2013 tarieven.

Openstelling SNL 2013 tarieven. Openstelling SNL 2013 tarieven. Bijlage 1: jaarvergoeding voor het begrotingsjaar 2013, behorende bij de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht (onderdeel natuurbeheer) Indexcode

Nadere informatie

In het ANLb is het uitgangspunt dat het collectief bij landschapsbeheer alleen betaald krijgt voor daadwerkelijk uitgevoerde activiteiten.

In het ANLb is het uitgangspunt dat het collectief bij landschapsbeheer alleen betaald krijgt voor daadwerkelijk uitgevoerde activiteiten. Het nieuwe agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) heeft tot doel efficiënter en effectiever te worden. Het landschap en de verschillende daarin voorkomende landschapselementen dragen bij aan de biodiversiteit.

Nadere informatie

Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer.

Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer. Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer. Bijgevoegd zijn de beheerpakketten, inclusief alle beheereisen en aanvullende beheervoorschriften,

Nadere informatie

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland Pakket 1 Grasland met rustperiode Het in acht nemen van een rustperiode op grasland is vooral voor weidevogels van belang. Ze biedt rust aan broedende vogels door de kans op verstoring van de legsels te

Nadere informatie

Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer.

Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer. Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer. Bijgevoegd zijn de beheerpakketten, inclusief alle beheereisen en aanvullende beheervoorschriften,

Nadere informatie

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Inleiding In deze leeswijzer vindt u een uitgebreidere uitleg over de het gebruik en interpretatie

Nadere informatie

Perceelregistratie bijwerken voor 1 mei 2018

Perceelregistratie bijwerken voor 1 mei 2018 Perceelregistratie bijwerken voor 1 mei 2018 Onder al uw beheer, inclusief landschap, moet een perceel in uw perceelregistratie bij mijn.rvo.nl liggen. Uw perceelregistratie moet exact overeenstemmen met

Nadere informatie

Onderdeel B. Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer. Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen:

Onderdeel B. Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer. Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen: Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen: Agrarisch natuurtype Agrarisch beheertype A01 Agrarische Faunagebieden A01.03 Ganzenfourageergebied

Nadere informatie

Beheerstrategie Collectief Midden Overijssel

Beheerstrategie Collectief Midden Overijssel Beheerstrategie 2017 Collectief Midden Overijssel Status: Definitief Versie: 5.4 Datum: 24 mei 2016 Auteurs: G. Meutstege, K. van de Put, R. Wijnberg, Met dank aan: A. Bovendeert en L. Dik Inhoud 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Verslag kwartelkoning beheer 2017 in provincie Gelderland

Verslag kwartelkoning beheer 2017 in provincie Gelderland Verslag kwartelkoning beheer 2017 in provincie Gelderland Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Noodzaak voor aanvullend kwartelkoningbeheer in Gelderland... 3 3. Financiering lastminute beheer... 3 4. Werkwijze

Nadere informatie

CONCEPT DOELENKADER AGRARISCH NATUURBEHEER

CONCEPT DOELENKADER AGRARISCH NATUURBEHEER CONCEPT DOELENKADER AGRARISCH NATUURBEHEER Versie 2.1 2 april 2014 Jeanet Bok 1 1 Inleiding Wat is het doelenkader agrarisch natuurbeheer? Het doelenkader agrarisch natuurbeheer geeft richting aan het

Nadere informatie

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering Pakket NFW Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken. Andere al dan niet gegraven kleine wateren met een historische

Nadere informatie

Provinciaal blad nr

Provinciaal blad nr Provinciaal blad nr. 2009-64 Rubriek Uitgegeven op Inlichtingen bij V 17 november 2009 dhr. W. Maalderink, telefoon 038 499 86 44 Openstelling en subsidieplafonds agrarisch en particulier natuurbeheer

Nadere informatie

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Collectief Veluwe Beeld: Shutterstock Datum: 15-11-2017 In opdracht van De agrarische collectieven Gelderland 1 Polder Oosterwolde Delen van de polder Oosterwolde

Nadere informatie

Opzet eerste deel middag

Opzet eerste deel middag Watermiddag Opzet eerste deel middag 13.00 Opening van de middag door Lyda Dik Wat wordt gevraagd in het Natuurbeheerplan2016 13.15 Wat zijn blauwe diensten? Toelichting op de Catalogus Blauwe diensten,

Nadere informatie

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster Adviseur: Bedrijfsnaam: UBN: Datum: BLk Format Bedrijfsnatuurplan versie 1.0, dd. 10.04.2019 Pagina 1 van 7 1. Meting ALGEMENE INFORMATIE Bedrijf gelegen

Nadere informatie

4 november Afsluiten beheercontracten 2017

4 november Afsluiten beheercontracten 2017 4 november 2016 Op 1 januari 2016 is collectief Noord West Overijssel officieel van start gegaan met de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Het weidevogelseizoen zit erop, voor landschapsbeheer

Nadere informatie

JAARBERICHT 2018 COLLECTIEF RIVIERENLAND

JAARBERICHT 2018 COLLECTIEF RIVIERENLAND JAARBERICHT 2018 COLLECTIEF RIVIERENLAND 1 INHOUD WIE IS COLLECTIEF RIVIERENLAND? PAGINA 3 CIJFERS EN ACTIVITEITEN PAGINA 4 AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER PAGINA 6 VOORUITBLIK NAAR 2019 PAGINA 11

Nadere informatie

Provinciaal blad 2009, 50

Provinciaal blad 2009, 50 Provinciaal blad 2009, 50 ISSN 0920-105X Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 november 2009, kenmerk 2009INT251102 tot vaststelling van de subsidieplafonds, aanvraagperioden en de tarieven

Nadere informatie

Nieuwsbrief nr. 2 November 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer Midden-Brabant

Nieuwsbrief nr. 2 November 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer Midden-Brabant Nieuwsbrief nr. 2 November 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer Midden-Brabant Voorwoord Beste lezer, Na eerdere informatie in bijeenkomsten, brieven en e-mails ontvangt u hierbij de eerste nieuwsbrief

Nadere informatie

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld Landbouwkundige situatie vroeger en nu Weidevogelnieuws Het Zoelense en Rijswijkse Veld vind je in het meest westelijke deel van het werkgebied van onze VANL. De bodem bestaat er overwegend uit laaggelegen

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam

WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam Programma 20.00 uur Opening door Johan van Nieuwenhuyzen, bestuurslid 20.10 uur Toelichting op ANV Hollands Noorden door Ellen

Nadere informatie

Het Agrarisch Natuurbeheer in vogelvlucht

Het Agrarisch Natuurbeheer in vogelvlucht Het Agrarisch Natuurbeheer in vogelvlucht Unit Natuurinformatie en Natuurbeheer BIJ12 Unit Natuurinformatie en Natuurbeheer BIJ12 Karin Cox 1 Aanleiding NATUURPACT 2013 -> Natuur- en biodiversiteitsbeleid

Nadere informatie

Groene diensten Leveren van biodiversiteit. Jetze Genee, 11 april 2019

Groene diensten Leveren van biodiversiteit. Jetze Genee, 11 april 2019 Leveren van biodiversiteit Jetze Genee, 11 april 2019 (ANLb pakketten) WAT zijn dat? 6-jarige pakketten natuur en landschapsbeheer Conform via de landelijke catalogus Groen Blauwe diensten vastgesteld.

Nadere informatie

Subbijlage 11. NIEUW na notificatie Vergoedingen voor agromilieuverbintenissen en EU-bijdragen op basis van de PSNL.

Subbijlage 11. NIEUW na notificatie Vergoedingen voor agromilieuverbintenissen en EU-bijdragen op basis van de PSNL. Subbijlage 11. NIEUW na notificatie 2011-2 Vergoedingen voor agromilieuverbintenissen en EU-bijdragen op basis van de PSNL. 1 2 Vergoedingen 2012 voor verbintenissen aangegaan volgens PSNL-systematiek

Nadere informatie

Onderstaand de belangrijkste onderlinge relaties en geformuleerde uitgangspunten bij verdere uitwerking:

Onderstaand de belangrijkste onderlinge relaties en geformuleerde uitgangspunten bij verdere uitwerking: Notitie Samenhang instrumenten in het ANLb2016 Uitgangspunten bij de uitwerking van de POP3+ fiche, de subsidieverordening, het format Natuurbeheerplan, de Index Natuur en Landschap, de Catalogus Groen

Nadere informatie

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Versie 1.5d. 1 december 2015

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Versie 1.5d. 1 december 2015 Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5d 1 december 2015 Overzicht beheerpakketten ANLb 2016 Pakketnaam Pakketvariant 1 Grasland met rustperiode a rust van 1 april

Nadere informatie

U ontvangt op dit moment subsidie voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer van de Provincie Zeeland.

U ontvangt op dit moment subsidie voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer van de Provincie Zeeland. bericht op brief van: - Zie adreslijst uw kenmerk: - ons kenmerk: afdeling: Water, Bodem en Natuur bijlage(n): behandeld door: W. Maljaars doorkiesnummer: 17 26 onderwerp: Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland Collectief Veluwe Definitief Datum 11-12-2018 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Polder Oosterwolde... 5 2.1 Gegevens

Nadere informatie

Er is een aangepaste kaart 2016 met begrenzing leefgebieden beschikbaar (nieuwe IMNA-laag).

Er is een aangepaste kaart 2016 met begrenzing leefgebieden beschikbaar (nieuwe IMNA-laag). Te volgen Beheerstrategie VALA 2016 Leefgebieden: 1. Open grasland 2. Natte dooradering 3. Droge dooradering 4. Agrarisch waterbeheer Er is een aangepaste kaart 2016 met begrenzing leefgebieden beschikbaar

Nadere informatie

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden 1. Ik heb in 2007 subsidie aangevraagd, moet ik nu opnieuw aanvragen? Antwoord: U kan overstappen per 1 januari, maar dat hoeft niet. 2. Mijn contracten

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Verantwoording Jaarlijks beheer

Verantwoording Jaarlijks beheer Verantwoording Jaarlijks beheer Voorlichting collectieven ANLb16 14,15,17 en 18 maart Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Welkom Huidig vs nieuwe stelsel

Nadere informatie

Hoe kunt u meedoen? Help

Hoe kunt u meedoen? Help Agrariërs Weidevogelwerkgroepen snest Gemeenten Weidevogelwerkgroep Binnenveld-Oost, Weidevogelwerkgroep Binnenveld-West, de initiatiefnemers van het Weidevogelplan WERV-gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen

Nadere informatie

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard Projectvoorstel Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard J. Sloothaak Januari 2013 Projectvoorstel Project: Maatregelen voor de Patrijs Periode: 1 januari 2013 1 november 2014 Inleiding

Nadere informatie

Door op Wijzigen te klikken, kunt u de budgetten kwijt voor de beheerpakketten Ruige mest en Kuikenvelden.

Door op Wijzigen te klikken, kunt u de budgetten kwijt voor de beheerpakketten Ruige mest en Kuikenvelden. April 2016 SCAN-GIS nieuwe functies! Afgelopen weken zijn we druk bezig geweest om meldingen beter in het systeem kwijt te kunnen. In deze nieuwsbrief beschrijven we hoe dit verwerkt is met nog een aantal

Nadere informatie

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2018-2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele

Nadere informatie

1. Grasland met rustperiode

1. Grasland met rustperiode 1. Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats Pakket

Nadere informatie

Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer AGRARISCHE AGRARISCHE AGRARISCHE LIMBURGS AANDEEL in NATUURTYPEN en LANDSCHAPSELEMENTTYPEN DEELGEBIEDEN CLUSTERS VAN BEHEERACTIVITEITEN volgens catalogus

Nadere informatie