Slide 1. BRIDGE snijden en ontwikkelen van slagen

Transcriptie

1 Slide 1 BRIDGE snijden en ontwikkelen van slagen

2 Slide 2 Bridge Beter Magazine - BIC - Jack - Stepbridge - BridgeBase - Het Bridgeblad - Beter bridgen leer je alleen door het veel te doen en er veel over te lezen. Concentreer je vooral op het afspelen, als je dat beter gaat beheersen leer je, en passant, hoe je beter kunt tegenspelen en wat je eventueel tekort komt in je bieden.

3 Slide 3

4 Slide 4

5 Slide 5

6 Slide 6 A V x Simpele snit x x x Essentie van elke snit is hoop: hoop dat een bepaalde kaart op een bepaalde plaats zit. Bij een simpele snit speel b.v. je kleintje naar een A V toe in de hoop dat de H er voor zit.

7 Slide 7 A B 10 x x x Dubbele snit Bij een dubbele snit hoop je op honneurs verdeeld bij de tegenpartij

8 Slide 8 A B 9 Dubbele snit x x x Bij x x x tegenover A B 9 in de dummy hoop je erop dat 2 van de 3 honneurs die je mist (H V 10) voor de A B 9 zitten. onder verdere aanwijzingen over het zitsel bij de tegenpartij snijd je over de 10.

9 Slide 9 H V B x x x x Let op je hoge kaarten Probeer zoveel mogelijk naar hoge kaarten toe te spelen. Offer ze niet zo maar op. Als je b.v. hebt: H V B 2 tegenover speel dan zovaak als nodig is naar de honneurs toe; dus eerst 3 naar de B, dan de 4 naar V en, als de A nog steeds niet gevallen is de 5 naar de H. Levert 3 slagen op als de A ervoor zit.

10 Slide 10 H V x x B x x Let op je hoge kaarten Iets ingewikkelder is deze: H V 3 2 tegenover B 5 4 Speel twee keer naar de H V toe. Als de speler die ervoor zit A x heeft levert dat een slag op.

11 Slide 11 H x x x V x x x Let op je hoge kaarten og moeilijker is: H tegenover V Het maken van 3 slagen lukt alleen als er ergens A x zit. Probeer eerst te bedenken waar die A zit (het bieden en kaarten die je al gezien hebt helpen hierbij); speel dan een kleintje naar de honneur achter de A, en vervolgens een kleintje uit beide handen.

12 Slide 12 A V x x B x x Waar zit de Heer? Hoop en giswerk heb je nodig voor de volgende combinatie: A V 4 2 tegenover B 5 3 it de kleur 3-3 dan kun je het niet fout doen; je maakt dan altijd 3 slagen. Maar bij de meer waarschijnlijke 4-2 fit lukt dat alleen als je H x kunt vinden bij de tegenpartij. Taxeer waar de H zit en speel als je denkt dat die voor de B zit een kleintje naar de B en vervolgens een kleintje uit beide handen; denk je dat hij voor AV zit dan speel je een kleintje naar de V en sla je vervolgens de A.

13 Slide 13 Juiste volgorde van snijden A 10 x x V B x x elfde idee voor: A tegenover V B 3 2 begin met een kleintje naar A 10 en dus niet met de B of V. Als de H er sec voor zit levert dat een slag op.

14 Slide 14 Juiste volgorde van snijden A V En ook voor: A V 10 3 tegenover begin met een kleintje naar A V 10 en dus niet met de 9. Als de H B kaal zitten voor de AV 10 levert dit 4 slagen op.

15 Slide 15 Laat werk over aan de tegenpartij A 10 x V 7 2 H 9 x of Soms lukt de snit alleen als je de tegenpartij het werk laat doen: Als je hebt: A 10 x tegenover H 9 x kun je zelf niet snijden maar als de tegenpartij de kleur aanspeelt, kun je, mits de honneurs verdeeld zitten, wel drie slagen maken. Ook in deze combinatie is kun je zelf geen slag ontwikkelen: V 7 2 tegenover Als de 7 de 8 was zou je over de B kunnen snijden, maar nu lukt dat aleen als de tegenpartij dekleur aanspeelt.

16 Slide 16 A V B 10 V 9 x x x x x A x x A H B 10 x H x x x x x x Troefsnit Contract is 4, West start met kleine troef W start met troef tegen 4H. o gauw O harten bekent ben je zeker van je contract: 5 harten; 3 schoppen; 1 klaver en een afgetroefde klaver. Maar O mag niet door je ruitenheer heen kunnen spelen. Dus na troeftrekken speel je een schoppenaas en laat dan een schoppen doorlopen naar W.

17 Slide 17 Contract is 4, West start met kleine troef A V B 10 V 9 x x H x x A x - A H B 10 x x x x x x x x x In het vorige voorbeeld kon je zowel over W als over O snijden, maar met een renonce kun je alleen maar de troefsnit nemen: Hoe graag je, in dit geval, W van slag wilt houden het lukt niet als hij de schoppenheer heeft, dus je moet maar hopen dat O die kaart heeft of dat W ook ruitenaas heeft. Een eigenschap van de troefsnit is dat de leider de normale snitprocedure omdraait: in plaats van te hopen dat een bepaalde kaart voor jouw hogere kaart, hoop je nu dat hij achter die kaart zit. In plaats van hem te vangen met jouw hoge kaart vang je hem met een troef.

18 Slide 18 Soms kun je twee kanten op snijden A H B 10 V 9 x x x x A H B 10 x Soms kun je duidelijk twee kanten op snijden: Hier kun je de V vangen zowel door gewoon te snijden, als via een troefsnit. Welke snit je neemt hangt af van welke tegenstander je liever niet aan slag hebt.

19 Slide 19 Samenvatting Als je twee honneurs mist en je hebt verder geen indicatie waar ze zitten speel je erop dat beide verdedigers er elk een hebben. Probeer zoveel mogelijk het voorspelen van hoge kaarten te vermijden. Speel naar honneurs toe en ook naar honneurcombinaties (V B 10 x of H V B 9). Anders gezegd probeer zoveel mogelijk jouw kleine kaarten aan de honneurs van de tegenpartij te verliezen, en niet jouw honneurs of tussenkaarten (9 s en 10-en). Hoe meer gaten er in jouw kleur zitten des te belangrijker is het om zuinig te zijn op jouw hoge- en tussenkaarten. Probeer de tegenpartij die kleur te laten aanspelen.

20 Slide 20 Samenvatting Soms heb je helemaal geen snitpositie, maar onstaat die alleen als de tegenpartij de kleur aanspeelt. Karakteristiek van een troefsnit is dat je erop speelt dat de ontbrekende hoge kaart achter jouw hogere kaart zit en niet ervoor. Essentieel is dat je in de andere hand kort bent in die kleur. Een singleton (of als de V ontbreekt) een doubleton, stelt de leider instaat om te kiezen tussen een gewone snit of een troefsnit. In geval van een renonce is alleen de troefsnit mogelijk.

21 Slide 21 V x x Promoveren van slagen H 10 9 Verdediging tegen de snit is proberen eigen kaarten hoog te maken (te laten promoveren). Je zit achter dummy s V x x met H Als de leider de V speelt dek je uiteraard want uiteindelijk maak je je 10 hoog. Leider zal wel A B hebben (anders speelt hij de V niet).

22 Slide 22 V x x Promoveren van slagen H 3 2 En als je H 3 2 hebt en geen 9 of 10 ook dan leg je de H in de hoop een B of 10 van je partner te laten promoveren. Je vangt in elk geval een hoge kaart van de tegenpartij met je H en waarschijnlijk dwing je er wel 2 hoge kaarten uit. Het principe is dus, dek een honneur met een honneur, maar pas op dat je geen slaaf wordt van dit principe. Blijf nadenken!

23 Slide 23 Promoveren van slagen V x x x x x H x contract is 6 de V wordt voorgespeeld Stel de leider zit in 6. Je zit achter V x x x x x van de dummy met H x. De V wordt voorgespeeld. Dek je, of dek je niet? Je dekt natuurlijk niet. Partner heeft nagenoeg zeker de B niet en als hij hem heeft is het een singleton. De leider is begonnen met bieden (anders was hij geen leider), dus jouw partner heeft er heel weinig. Misschien heeft de leider wel 11 troeven en weet hij niet of hij moet snijden of slaan. De V voorspelen kost hem niets, maar als je automatisch de H speelt hoeft hij niet meer te raden.

24 Slide 24 Promoveren van slagen V B 10 9 H partner start met 8 Partner start met de 8 tegen een contract van 4 of 3, of zo iets (doet er niet toe). Je hebt H en ziet in de dummy V B Dek je nu als de leider de V speelt? atuurlijk niet, je kunt hierdoor geen kaart laten promoveren. Je partner zal wel een doubleton hebben, dus de leider heeft A x x of A x. Als je de H zet maakt de leider 4 slagen in. Anders hoogstens 3.

25 Slide 25 Promoveren van slagen V A opent met 1 oord verhoogt tot 3 Eindcontract is 4 uid komt aan slag en speelt B voor Volgende geval: uid opent 1. oord verhoogt tot 3 en het eindcontract is 4. In de dummy komt A en jij hebt als West V 7 6. Leider komt aan slag een speelt de B voor. Speel je honneur op honneur? Je moet zonder aarzelen de 6 of de 7 spelen. Wederom kan er geen kaart bij jou of je partner promoveren. heeft 4 of 5. Je partner heeft er dus één of twee. Er kan bij hem dus niets promoveren. De leider heeft mogelijk B x en dan maakt partners H de slag mits je niet dekt, ofwel hij heeft H B 10 9 (x) en hoopt door het voorspelen te ontdekken wie van de tegenstanders de V heeft. Aarzel je als W, dan snijdt hij over jou, gooi je à tempo een kleintje dan zal hij overnemen met de A en naar jou toe snijden. De regel is hier: dek als je een kaart kunt laten promoveren en dek niet als het vanzelfsprekend is dat dat niet lukt. Heb je een V bedenk dan van tevoren wat je gaat doen als de B wordt voorgespeeld. Dan alleen kun je à tempo duiken, als dat nodig is.

26 Slide 26 V B x Dek je of dek je niet? H x x Volgende geval: Je hebt H 7 6 achter V B 2 van de dummy. Moet je dekken of niet? Je moet hier dekken, maar pas de 2 e keer. Als je V dekt met de H kan er niets direct promoveren bij je partner, want hij heeft de B niet, maar als hij de 10 heeft promoveert die wel als je de 2 e slag dekt. De eerste slag dekken is niet alleen zinloos, maar kan zelfs een slag kosten. Stel de kleur zit zo: Partner heeft en de leider A Als je de eerste keer dekt maakt de leider de slag met de A en snijdt daarna de 10 eruit.

27 Slide 27 V B x x Dek je of dek je niet? H x Meestal is het goed de eerste keer te duiken als er van twee aansluitende honneurs wordt voorgespeeld, maar niet altijd.

28 Slide 28 Dek je of dek je niet? V B x x 10 9 x H x A x x x Stel je partner heeft hier 10 9 x en de leider A x x x. u moet je de eerste keer dekken. De leider zou de tweede keer een kleintje naar zijn A kunnen spelen en zo 4 slagen maken i.p.v. de 3 waarop hij recht heeft. Blijf nadenken! Als V B x x in de dummy komt en de leider heeft geopend met 3 in die kleur dan heeft het geen zin om de eerste keer te dekken van H x. Je partner heeft waarschijnlijk een renonce en de leider moet beslissen of hij snijdt of slaat. Probleem van de verdediger is dat hij niet exact weet hoe de kleuren verdeeld zijn. Hij kan daar alleen maar naar raden. Hij moet dus uit het bieden en spelen de conclusie trekken of het mogelijk is door een honneur de dekken dat er een kaart bij hem of zijn partner kan promoveren. Dek niet uit gewoonte maar blijf nadenken, raden en rekenen!

29 Slide 29 Promoveren van slagen A 4 3 H Bieden ging 1SA 3SA uid speelt V voor Het bieden ging 1SA 3SA. De V wordt voorgespeeld uit. Wat doe je? Je hebt geen duidelijke aanwijzing over hoe solide de kleur van de leider is, maar jou H is altijd goed om een slag voor de leider tegen te houden. Stel de leider heeft V B 10 9 of V B 8 7 of V B 9 8 7, dan geef je hem door te dekken 4 resp. 5 slagen, terwijl je zelf een slag maakt als je niet dekt.

30 Slide 30 Laat de leider raden A B 9 H V 6... We hebben gezien hoe de leider 2 slagen kan maken als hij x x x heeft tegenover A B 9. De leider speelt een kleintje. Als hij twee slagen nodig heeft in die kleur zal hij de 9 leggen in de dummy. Speel dus je kleintje en geef je partner de kans om zijn 10 te maken. Blijf echter nadenken. Het kan best zo zijn dat het belangrijker is om zelf een slag te maken dan te verhinderen dat de leider er twee maakt (hij kan ook zelf de 10 hebben). Misschien is het de downslag, of heb je een directe entree nodig. In dat geval speel je wel de V. Maar bedenk altijd dat de leider ook niet weet hoe het zit, dus laat hem raden mits dat verantwoord is.

31 Slide 31 Laat de leider raden A H V A B 10 A B 10 H V 10 x x x x 9 x x x x x x A x x Contract is 6SA Je start met x a 4 keer speelt kleine Het mooie van het raden is dat de leider dat soms fout doet. Stel je verdedigt tegen een contract van 6SA. Je start met x en je ziet op tafel de volgende kaarten verschijnen: De 10 van de dummy houdt de slag. Daarna speelt de leider 4 keer. Op de laatste gooit hij een kleine van tafel en partner een. u speel hij een kleine, jij duikt en de leider gaat met een naar zijn hand (hij neemt de B over) en speelt weer een kleine. Wat doe je nu? Je duikt weer en hoopt dat de leider verkeerd raadt. Als je de A speelt heeft de leider zeker zijn 12 slagen. Misschien snijdt hij wel op de B, die je partner mogelijk heeft.

32 Slide 32 A H V A B 10 A B 10 H V 10 x Laat de leider raden x x x 9 x x x x x x A x x Contract is 6SA Er wordt gestart met x a 4 keer speelt kleine elfde contract, zelfde speelwijze. Ook dan duik je de eerst gespeelde. Het is dezelfde situatie als hierboven. Je kunt het contract alleen maar down spelen als de leider verkeerd raadt. Dus geeft hem wat te raden. De meest natuurlijke speelwijze is een H te vangen met een A. Maar soms, zoals hierboven is het duidelijk dat je die A toch wel maakt en dan kan het beter zijn om het moment van het zetten van de A wat uit te stellen om de leider de kans te geven het zitsel verkeerd te raden.

33 Slide 33 Samenvatting Verdediging tegen een snit is gebaseerd op het principe van kaartpromotie. Je moet een honneur dekken met een honneur (of zelfs een 9 of een 8) om daarmee een kaart in jouw of je partners hand te laten promoveren, maar... Dek niet als er niets kan promoveren. Dek pas de tweede keer als de leider van twee aansluitende honneurs voorspeelt, tenzij je zelf honneur tweede hebt. Dek de eerste keer met honneur tweede, in het bijzonder met H 10, maar...

34 Slide 34 Samenvatting Als je weet dat je partner hoogstens een singleton of zelfs een renonce heeft in die kleur, dek je niet. De biedingen en de kaarten van de dummy geven je de aanwijzingen hoe het zit. Dek niet als jouw honneur niet gevangen kan worden. Dit komt voor als je meer kleintjes naast jouw honneur hebt dan de hand achter jou met de hogere honneur (b.v. H x x x voor A x x). Speel geen honneur van twee aansluitende als je denkt dat de leider mogelijk een diepe snit gaat nemen (b.v. H V x voor A B 9). De leider weet niet wat je hebt en je moet hem daar niet bij helpen.

35 Slide 35 Oefening 1 A x x V B x x Hoe speel je de schoppen voor 3 slagen Aas en daarna kleintje naar de dummy. Houdt de vrouw dan ga je terug naar je hand en speelt opnieuw een kleintje naar de dummy

36 Slide 36 Oefening 2 A x x V B x x Hoe speel je de schoppen voor 3 slagen zonder entrees in je hand Eerst een kleintje naar de dummy. Daarna is de aas de entree om opnieuw een kleintje naar de dummy te spelen.

37 Slide 37 Oefening 3 A V Hoe speel je de schoppen voor 3 slagen Speel er op dat de H en de B bij de tegenstanders verdeeld zitten. Twee keer snijden vanuit de dummy.

38 Slide 38 Oefening 4 A V Hoe speel je de schoppen voor 3 slagen Eeerst A en dan twee keer naar V 10. Als er geen honneur verschijnt leg je de 10.

39 Slide 39 Oefening 5 H x x - H B 9 x A H V 10 x x A x x H V B 10 x x B 9 x x Hoe maak je 5 na een schoppenstart? eem in je hand. Trek de troeven en laat de hartenheer doorlopen. Gooi daarop een ruiten weg.

40 Slide 40 Oefening 6 H V B 2 A V A H V B A B Hoe maak je 6 na een hartenstart? Speel ruitenboer voor om te snijden. Als de boer houdt kun je de snit herhalen

41 Slide 41 Oefening 7 H V B 2 A V A H V B A B Hoe maak je 6 na een hartenstart? Speel een kleine ruiten naar de V. Wapent je tegen heer sec bij zuid.

42 Slide 42 Oefening 8 V B 9 8 H 10 Dek je als noord de V voorspeelt? Ja. je hoopt dat zuid hierna op de 10 snijdt.

43 Slide 43 Oefening 9 V B 9 8 H 10 x Dek je als noord de V voorspeelt? een. Dek pas de volgende kaart die noord voorspeelt.

44 Slide 44 Oefening 10 V B 3 2 H 5 Dek je als noord de V voorspeelt? Ja. Hoop dat je partner 10 9 x of 10 8 x heeft.

45 Slide 45 Oefening 11 A B 6 H Dek je als zuid de V voorspeelt? Ja. Anders heeft de leider 3 slagen. u maar twee.

46 Slide 46 Oefening 12 A H V B 5 2 Wat doe je als zuid de 4 voorspeelt? Duiken. Je kunt niets winnen daar de B of de V te leggen.

47 Slide 47 Oefening 13 V B x x B x x A x x x x x V 9 8 Bieden ging: 1, 1, 4. Partner start met H genomen met de A. Dek je als noord de B voorspeelt? een. Je kunt niets ontwikkelen in harten. Speel à tempo de 8.