Voor lucht geldt dat de ideale gaswet onder atmosferische condities goede overeenstemming geeft met de realiteit: p v

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "32.000 28.016 39.944 44.010. Voor lucht geldt dat de ideale gaswet onder atmosferische condities goede overeenstemming geeft met de realiteit: p v"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 16 Binnenluchtkwaliteit en vochtige lucht Inleiding Luchtvochtigheid is een belangrijke parameter naast temperatuur om comfort in gebouwen te garanderen. Relatieve luchtvochtigheid en temperatuur zijn sterk met elkaar verbonden. Het is daarom van groot belang dat een HVAC-ingenieur hun onderlinge samenhang begrijpt. Dit stelt hem/haar in staat niet alleen comfort te controleren in gebouwen maar eveneens de nodige apparatuur tot dit doel te ontwerpen. In 1911 werden door Willis H. Carrier de eerste psychometrische curven gepubliceerd. In Technische thermodynamica werd reeds de basis van psychrometrie besproken. In deze cursus zal dit eerst kort worden herhaald en worden ingegaan op de technische realisaties van luchtvochtigheidcontrole Vochtige lucht onder atmosferische condities Vochtige lucht op atmosferische condities is een mengsel van verschillende gassen, van waterdamp en verschillende vervuilende stoffen. Meestal varieert waterdampgehalte en vervuilende dampgehalte zeer sterk, maar is de samenstelling van de gassen nagenoeg constant en meestal enkel afhankelijk van hoogte, tijd en locatie. In 1949 werd een vaste samenstelling voor deze gassen overeengekomen in het International Joint Committee on Psychrometric Data, zoals getoond in tabel gas moleculaire massa Volumefractie zuurstof O 2 stikstof N 2 argon Ar koolstofdioxide CO Tabel 16.1 : Samenstelling van zuivere lucht Voor lucht geldt dat de ideale gaswet onder atmosferische condities goede overeenstemming geeft met de realiteit: p v waarbij de gasconstante voor lucht gegeven is door: p = = R at (16.1) ρ R a = 287 J/Kg K XVI/1

2 Voor de meeste situaties wordt lucht gezien als een mengel van gassen met enkel waterdamp. Voor waterdamp mag onder de condities die optreden in vochtige lucht (lage partieeldruk) aangenomen worden dat deze eveneens een ideaal gas is, met als gasconstante: R v = 462 J/kg K De totale druk van het mengsel kan worden geschreven als: p= pn2 + po2 + pco2 + par + pv (16.2) ook wel geschreven als de som van de partieeldruk van alle gassen en deze van waterdamp, omdat de gassen als niet variabel worden beschouwd: p= pa + pv (16.3) Het vochtgehalte of de absolute luchtvochtigheid wordt gedefinieerd als de verhouding van de massa damp in de vochtige lucht, in verhouding tot de massa droge lucht: m ω= v (16.4) ma Weer wordt hier als referentie de massa droge lucht gebruikt, omdat die meestal niet varieert. De relatieve luchtvochtigheid is de verhouding van de partieeldruk van de waterdamp tot de partieeldruk bij verzadiging: φ= p v /p pv p s /p = p (16.5) s Verzadiging treedt op als de partieeldruk (p v ) van waterdamp gelijk wordt aan de verzadigingsdruk van waterdamp bij de temperatuur van de lucht. De relatieve luchtvochtigheid bereikt dan de waarde 1 of 100 %. Gebruik makend van de ideale gaswet kan een verband worden afgeleid tussen absolute en relatieve luchtvochtigheid: pvv pvvm m v v = RvT = RT (16.6) ma = pv a pvm a a RaT = RT (16.7) Dit geeft voor een lucht-waterdamp mengsel: M v v ω = (16.8) p M a p p a v v ω = = (16.9) p a p p a XVI/2

3 zodat ωp a φ = (16.10) p s Het dauwpunt is dan de temperatuur waarbij de saturatiedruk gelijk is aan de partieeldruk van de waterdamp bij dezelfde totale druk en vochtgehalte. Als lucht op constante druk wordt afgekoeld, is het dauwpunt de temperatuur waarbij condensatie optreedt. De enthalpie van vochtige lucht is gedefinieerd ten opzichte van de massa droge lucht (wegens de niet wijzigende hoeveelheid hiervan) zodat: h = ha +ω hv (16.11) Als droge lucht en waterdamp onder atmosferische toestand worden beschouwd als perfecte gassen, is enthalpie enkel functie van temperatuur en zal de warmtecapaciteit constant zijn zodat, mits keuze van 0 C als referentietoestand : h ha = cpat (16.12) = h c t (16.13) v fg + hierbij is h fg de verdampingsenthalpie bij 0 C: kj/kg. De enthalpie van vochtige lucht is dan gegeven door: waarbij c pa = 1.0 kj/kg C en c pv = 1.86 kj/k C. pv h = 1.0t +ω ( t) kj / kga (16.14) Met een psychrometer kan de natte bol temperatuur worden bepaald die vrij dicht overeenstemt met de adiabatische saturatietemperatuur (zie thermodynamica). Met een extra meting van de droge bol temperatuur, komen we tot een verband waaruit de luchtvochtigheid kan worden afgeleid. Richard Mollier was de eerste die een grafische voorstelling produceerde (Mollierdiagram) waarin enthalpie op een as werd geplaatst als functie van de luchtvochtigheid en droge temperatuur. Dit was de eerste psychrometrische kaart. Moderne versies worden door ASHRAE (American Society of Heating, Refrigeration and Air-Conditioning Engineers, op gelijkaardige principes gerealiseerd. Deze zijn heden ten dage ook beschikbaar in elektronische versie. De droge bol temperatuur (E: dry bulb temperature) staat op de abscis. De lijnen van constante natte bol temperatuur (E: wet bulb temperature) liggen parallel met een lichte helling. Het vochtgehalte (E: humidity ratio) staat op de ordinaat. De saturatielijn is een gekromde lijn aan de bovenzijde van het diagram. Op deze lijn komen droge, natte bol temperatuur en dauwpunttemperatuur samen. Lijnen van constante relatieve luchtvochtigheid hebben een gelijkaardige vorm als de saturatielijn en liggen in het diagram onder deze lijn. Lijnen van constante enthalpie vertrekken aan de linkerzijde van het diagram en eindigen onderaan rechts, via een schuin gehelde rechte. De natte bol temperatuur lijnen lijken ermee parallel te zijn en samen te vallen, maar ze divergeren naar de saturatielijn toe. Tenslotte zijn er lijnen van constant specifiek volume (betrokken opnieuw op de massa droge lucht) getekend, die een sterke helling hebben. XVI/3

4 Bovenaan links op het diagram staat nog een zogenaamde protractor. Deze geeft op een schaal de verhouding van de voelbare enthalpieinhoud tot de totale enthalpie en op de andere de verhouding van enthalpie tot vochtgehalte Klassieke luchtbehandelingsprocessen Alle operaties in technieken voor luchtbehandelingen steunen op twee principes: behoud van massa en behoud van energie. In veel gevallen zijn de eigenschappen niet uniform over de stromingssecties, zeker niet in de uitlaten en een aanzienlijke lengte kan nodig zijn om voldoende menging te bekomen. In wat volgt zullen de belangrijkste operaties worden bekeken Verwarming of afkoeling van vochtige lucht Als lucht wordt verwarmd, dan wordt het proces in een psychrometrisch diagram voorgesteld door een horizontale lijn, als er geen vochttoevoer of afname is. Het vochtgehalte is dan namelijk constant. Deze processen komen voor als vochtige lucht doorheen een warmtewisselaar stroomt. Als de wand van het warmtewisselende oppervlak op een temperatuur lager dan het dauwpunt staat bij koeling, zal er condensatie optreden. Dan moet met de nodige omzichtigheid worden tewerk gegaan. Figuur 16.1 geeft een schema van een verwarmings- of koelproces. h 1 ω1 h 2 ω2=ω1 Figuur Verwarming of koeling, controlevolume Onder stationaire stromingscondities geldt als energiebalans (enthalpiebalans): mh & a 2 + q& = mh & a 1 (16.15) De enthalpie van de vochtige lucht in sectie 1 en 2 is respectievelijk gegeven door: h1 = ha1+ω 1hv1 (16.16) en h2 = ha2 +ω 2hv2 (16.17) Deze kunnen ook direct worden afgelezen van het psychrometrisch diagram. Figuur 16.2 toont verwarming of koeling. XVI/4

5 h h 1 h 2 ω 1= ω 2 ω Figuur Verwarming of koeling in psychrometrisch diagram Vergelijking (16.15) kan herschreven worden als: q& s = m& ac p(t1 t 2) (verwarming) (16.18) q& s = m& ac p(t2 t 1) (koeling) (16.19) met cp = cpa +ω cpv (16.20) Verwarming reduceert de relatieve luchtvochtigheid, terwijl koeling deze verhoogt. Als koeling voldoende ver doorgaat, zodat de saturatielijn wordt bereikt, zal condensatie en dus ontvochtiging optreden Koeling en ontvochtiging Als vochtige lucht over een oppervlak stroomt dat zich op een temperatuur bevindt die lager is dan het dauwpunt, zal een deel van de waterdamp condenseren en de luchtstroom verlaten. Figuur 16.3 toont een schema van een koel- en ontvochtigingstoestel, terwijl figuur 16.4 het proces in een psychrometrisch diagram toont. Hoewel het eigenlijke procesverloop wordt bepaald door het verloop van de wandtemperatuur, stromingssnelheid en massa- en warmteoverdracht, kan de netto warmte- en massaoverdracht als functie van begin- en eindtoestand worden bepaald, welke geen van beiden op de saturatielijn hoeven te liggen. De energiebalans (figuur 16.3) geeft mh & a 1 = q& + mh & a 2 + m& whw (16.21) XVI/5

6 en de massabalans voor water in de lucht is: m& aω 1 = m& w + m& aω2 (16.22) Dit geeft door vergelijkingen (16.21) en (16.22) te combineren: q& = m & a(h1 h 2) m & a( ω1 ω2)hw (16.23) h 1 ω 1 h 2 ω 2 h w Figuur Koeling met ontvochtiging, controlevolume h 3 h 1 h 2 ω 1 h ω 3 ω Figuur Koeling met ontvochtiging, psychrometrisch Vergelijking geeft de totale warmte afgegeven door de lucht. De tweede term is normaliter klein ten opzichte van de eerste term van het rechterlid, en wordt dan ook vaak verwaarloosd. Het koel- en ontvochtigingsproces omvat zowel voelbare als latente warmteoverdracht. De voelbare warmte wordt geassocieerd met een daling van de droge bol temperatuur; de latente warmteoverdracht met de daling in vochtgehalte. Beide delen kunnen worden uitgedrukt als: q& s = m& ac p(t1 t 2) (16.24) XVI/6

7 en q& l = m & a( ω1 ω2)hfg (16.25) Als we kijken naar figuur 16.4 kunnen we latente warmte ook uitdrukken als: q& l = m & a(h1 h 3) (16.26) en de voelbare warmte q& s = m & a(h3 h 2) (16.27) De energie van het condensaat is dan verwaarloosd. De voelbare warmte factor (E: sensible heat factor SHF) is dan gedefinieerd als q & s /q&. Deze parameter wordt getoond op de schaal van de halve cirkel in het diagram. Merk op dat de SHF negatief kan zijn. We nemen aan dat warmte die wordt toegevoerd aan een systeem een positief teken draagt. In het koel- en ontvochtigingsproces zijn dan q s en q l beide negatief, zodat de SHF positief is. In het geval dat er een grote vochtopname is met een daling van de luchttemperatuur tot gevolg, zal de SHF negatief zijn Verwarmen en bevochtigen Een toestel dat vochtige lucht verwarmd en bevochtigd is te zien in figuur Dit proces is meestal nodig om comfort gedurende de wintermaanden te realiseren. h 1 ω 1 h 2 ω 2 h w Figuur Verwarmen en bevochtigen, controlevolume Een energiebalans geeft: mh & a 1+ q& + m& whw = mh & a 2 (16.28) en de massabalans voor het water m& aω 1+ m& w = m& aω2 (16.29) Vergelijkingen (16.28) en (16.29) kunnen worden gecombineerd tot h2 h1 q& = + hw ω2 ω1 m & a( ω2 ω1) (16.30) XVI/7

8 of h2 h1 q& = + hw ω2 ω1 m& w (16.31) Deze vergelijking beschrijft een rechte lijn in het psychrometrisch diagram (figuur 16.6) die de begin- en eindtoestand verbindt. h 2 h h χ h 1 ω 2 ω 1 Figuur Verwarmen en bevochtigen, psychrometrisch Er kan een grafische procedure worden gebruikt om het verloop van 1 naar 2 te bepalen, die volgt uit het circulair diagram bovenaan links. De verhouding van de enthalpieverandering tot de verandering van het vochtgehalte is gegeven door: h h2 h1 q& = = + hw ω ω2 ω1 m& w (16.32) Dit komt overeen met een lijn parallel aan de protractor lijn met de juiste warmte-input en vochtinput. Alhoewel het proces door één lijn kan worden voorgesteld, is dit in praktijk vaak gerealiseerd door twee processen: verwarming en bevochtiging. Dit kan worden voorgesteld door de combinatie van de twee processen in volle lijn in figuur 16.6 met χ het eindpunt van het verwarmingsproces bij constante luchtvochtigheid. Van χ naar 2 wordt bevochtigd met stoom, zodat de temperatuur licht stijgt Adiabatische bevochtiging Als enkel vocht wordt toegevoegd aan de lucht, wordt vergelijking (16.30): h2 h1 h = hw = ω2 ω1 ω (16.33) XVI/8

9 De protractor toont een schaal van plus oneindig tot min oneindig, omdat de verhouding van de enthalpieverandering tot de verandering in vochtgehalte alle waarden kan aannemen. In theorie betekent dit dat het adiabaat bevochtigingsproces langs vele banen kan plaatsgrijpen, afhankelijk van de enthalpie van het toegevoegde water. In praktijk wordt water gebruikt op 10 C tot waterdamp op 120 C, zodat een praktisch gebied kan worden bepaald zoals getoond op figuur h/ ω h ω Figuur Adiabatische bevochtiging Adiabate menging van twee luchtstromen Mengen van twee luchtstromen komt vaak voor in airconditioningsystemen. Menging gebeurt meestal onder stationaire adiabatische condities. Figuur 16.8 illustreert zo een proces. De energiebalans geeft m& a1h1 + m& a2h2 = m& a3h3 (16.34) h 1 ω 1 h 3 ω 3 Figuur Adiabate menging, controle volume h 2 ω 2 De massabalans voor de droge lucht geeft: m& a1 + m& a2 = m& a3 (16.35) XVI/9

10 De massabalans voor de waterdamp is: m& a1ω 1 + m& a2ω 2 = m& a3ω3 (16.36) Combineren van vergelijkingen (16.34), (16.35) en (16.36) en eliminatie van m a3 geeft h2 h3 ω2 ω3 m& = = a1 h3 h1 ω3 ω1 m& a2 (16.37) De toestand van de gemengde stroom (3) ligt op een rechte lijn tussen de ingangstoestand (2) en (3). Volgens vergelijking (16.37) is de lengte van de lijnstukken op vochtgehalte as en de enthalpieas evenredig met de verhouding van de massadebieten droge lucht: m & a1 32 ma1 32 ma2 32 =, & =, & = m& a2 13 m& a3 12 m& a3 12 (16.38) Dit kan makkelijk worden aangetoond door vergelijking (16.37) op te lossen naar h 3 en ω 3 : h3 = m& a1 h1 + h2 m& a2 m& 1+ a1 m & a2 (16.39) en ω 3 = m& a1 ω 1+ω2 m& a2 m& 1+ a1 m & a2 (16.40) Het is duidelijk dat deze vergelijkingen een rechte lijn voorstellen door 1 en 2 als de massaverhouding constant is. Het is ook duidelijk dat de locatie van 3 bepaald wordt uit de verhouding van m a1 /m a3. Dit geeft een zeer eenvoudige grafische procedure om dit probleem aan te pakken Ruimte airconditioning: ontwerpvoorwaarden Een volledig airconditioningproces zal een aantal van de hoger besproken processen bevatten. In de zomer moet gekoelde lucht met een voldoende lage luchtvochtigheid worden toegevoerd aan een gebouw. Dit houdt koeling en ontvochtiging in van de toevoer lucht. In de ruimte wordt dan warmte opgenomen en vocht opgenomen. In een gesloten systeem wordt deze lucht dan weer behandeld. Buitenlucht wordt gemengd met terugkerende lucht, enz Voelbare warmte factor SHF werd reeds gedefinieerd als SHF q& s q& = = s q & s + q & l q & (16.41) XVI/10

11 Deze SHF is gerelateerd met de parameter h/ ω. Een aantal voorbeelden zullen het nut van deze definitie weergeven. Voorbeeld 1 Lucht op 15 C droge bol en 14 C natte bol wordt aan een ruimte toegevoerd met een debiet van 0.5 m³/s. De voelbare warmtefactor van de ruimte is 0.7 en de ruimte moet op 24 C droge bol worden gehouden. Bepaal de voelbare en latente warmtelast van de ruimte. h 1 h 2 ω Figuur Voorbeeld 1, psychrometrisch Met figuur 16.9 kan dit eenvoudig worden opgelost. Neem de lijn met waarde 0.7 op de protractor. Een parallelle lijn wordt dan getekend vanuit de beginsituatie (15 C db, 14 C nb) en het snijpunt met de 24 C db lijn wordt bepaald, wat de finale toestand is. De volledige warmtetoevoer aan het proces is: q& = m & a(h2 h 1) en de voelbare warmte is dan: q & s = (SHF)q& en Q& 0.5 m& a = = = kg / s v h 1 en h 2 kunnen worden afgelezen van het diagram, zodat q& = 0.605( ) = 8.04 kj / s = 8.04 kw q& s = q(shf) & = 8.04(0.7) = 5.63 kw en q& l = q& q& s = 2.4kW Lijn 1-2 met de verlenging naar links wordt de conditielijn (E: condition line) voor de ruimte genoemd. Als de toestand 2 van de ruimte als vast mag worden beschouwd, zal lucht die wordt ingeblazen met een toestand op deze lijn voldoen aan de belastingsvoorwaarden. XVI/11

12 Echter, naargelang de inblaastoestand wordt gewijzigd, zal een verschillend luchtdebiet nodig zijn. Dit zal toenemen als de toestand 1 opschuift naar 2. Voorbeeld 2 Een geven ruimte moet worden geconditioneerd op 25 C db en 18 C nb. De totale warmtewinst van de ruimte werd bepaald op 17.6 kw, waarvan voelbare warmte 12.3 kw is. De verse lucht vereist voor de gebruikers is 850 m³/h. De buitenlucht heeft een relatieve luchtvochtigheid van 55 % en een temperatuur van 32 C. Bepaal de hoeveelheid en toestand van de lucht die moet worden toegevoerd en de capaciteit van de koel- en ontvochtigingsinstallatie. Een vereenvoudigd schema is gegeven door figuur De SHF is gegeven door SHF = = C 850 m³/h 25 C 18 C 17.6 kw 12.3 kw Figuur Voorbeeld 2, schema De toestand van de binnenkomende lucht (toestand 2) ligt op de lijn d3 op het psychrometrisch diagram in figuur en kan hierop ieder punt zijn, bepaald door de uitrusting, de gewenste binnenluchtkwaliteit, en de comforteisen van de gebruikers. Dit wordt later behandeld. Stel nu dat de eis is dat de temperatuur van de ingeblazen lucht (t 2 ) 35 C lager is dan de ruimtelucht t 3. Hierdoor ligt toestand 2 vast. De vereiste luchthoeveelheid volgt dan uit de energiebalans: m & h + q& = m& of q& = m & a2(h3 h 2) a2 2 a3 h 3 en q& m& a2 = h3 h2 XVI/12

13 Met h 3 en h 2 volgt dat m& 2 = m& a = a = 1.08 kga s zodat met het specifiek volume hieruit het luchtdebiet volgt: Q& = m& v 2 a 2 2 = m 0.89 s 3 h 0 h 1 ω 0 h 3 ω 1 h 2 ω 2 ω 3 h ω Figuur Voorbeeld 2, psychrometrisch Alvorens het koel en ontvochtigingsproces kan worden bekeken, moet toestand 1 worden bepaald. De massabalans voor menging geeft: m& a0 + m& a4 = m& a1 = m& a2 Q& m& a0 = v kg m& a 0 = s 0 0 De recirculatielucht is dan m& 4 = m& a 2 m& a0 a = kg s XVI/13

14 Uit de grafische techniek volgt: 31 ma = & m& = a = 31 = 0.246(30) zodat toestand 1 dan is: 27,2 C db en 20 C nb. De lijn die 1 en 2 verbindt, stelt dan het proces voor dat in de airconditioningeenheid plaatsgrijpt. De energiebalans geeft m& a1h1 = q& c + m& a2h2 De koeling die moet worden gerealiseerd in de koelbatterij is dan q& c = m & a1(h1 h 2) zodat: q& c = 1.08( ) = kw De SHF voor de koeleenheid is dan 0.6 waaruit volgt dat: q& c = 0.6 (23.65 kw) = kw en q& cl = kw kw = 9.46 kw De som van q cs en q cl is gekend als de koelbatterij belasting. Omwille van de aanzuiging van de buitenlucht is deze verschillend van de ruimte koelbelasting. In een werkelijk systeem is energie nodig om de lucht voort te bewegen en deze wordt gedissipeerd en toegevoerd aan de lucht. De pulsieventilator bevindt zich net stroomafwaarts van de koelbatterij en de extractieventilator juist stroomopwaarts van de mengkamer. De ventilatorenergie leidt tot een stijging van de voelbare temperatuur. Warmte kan ook worden toegevoerd door de wanden van de leidingen. Deze toenames in temperatuur zijn voorgesteld op figuur als proces 1-1. Alle ventilatorenergie wordt overgebracht van 1 naar 2. Op dezelfde manier wordt warmte toegevoerd van 3 naar 4 en de afvoerventilator zit van 4 naar 4. Toestandsverandering van 2-3 is dezelfde als voorheen. Proces 1-1 toont aan dat de capaciteit van de koelbatterij groter moet zijn om extra warmtetoevoer te compenseren. In voorbeeld 2 was de buitenluchttemperatuur warm en vochtig. Dit is niet altijd zo. In zuiderse streken is de lucht vaak warm, maar droog. Hier kan dan eenvoudig een evaporatieve koeling worden gebruikt. Figuur toont het werkingsprincipe. De verse lucht stroomt doorheen een adiabate sproeier en wordt tegelijk gekoeld en bevochtigd. De energiebalans toont aan dat h 0 =h 1. Het proces is getoond in figuur In het ideale geval stopt het koelproces in 1 op de ruimte conditioneringslijn. De lucht stroomt dan doorheen de ruimte en wordt eruit verwijderd. Er zijn grote luchtdebieten nodig en het systeem werkt niet als de luchtvochtigheid hoog is. Als de luchtvochtigheid te hoog is, kan de lijn 01 niet snijden met de conditioneringslijn. XVI/14

15 ω h Figuur Koelen met opwarming door verliezen Figuur Evaporatieve koeler h 1 =h 0 ω h ω 0 Figuur Evaporatieve koeler, psychrometrisch XVI/15

16 Evaporatieve koeling kan ook worden gecombineerd met klassieke koeling. Er zijn een aantal mogelijkheden. Ten eerste, als de buitenlucht wordt gemengd met de retourlucht zonder evaporatieve koeling zal de ideale mengvoorwaarde vóór de koeling, de toestand 1 zijn op het diagram in figuur De lucht zal dan enkel nog voelbare warmte moeten afvoeren bij koeling tot 2 op de conditioneringslijn. Ten tweede kan de buitenlucht ook worden gekoeld met evaporatieve koeling tot 0, en dan worden gemengd met retourlucht tot toestand 1. De voelbare warmte afgevoerd bij koeling is dan slechts 1 2. Ten derde kan idealiter worden evaporatief gekoeld tot 1. Dit zal het minste energie vragen om dan voelbare warmte weg te koelen van 1-2. Er is dan enkel verse luchttoevoer naar het lokaal. h ω Figuur Adiabate menging, psychrometrisch Verwarming en bevochtiging Voorbeeld 3 Een ruimte moet worden geconditioneerd op 23,9 C en 50 % relatieve luchtvochtigheid. Warmteverliezen zijn 65,9 kw voelbare en latente 16,5 kw warmte. De latente verliezen ontstaan door infiltratie. De buitenlucht staat op 1,7 C en 80 % RLV. Verse lucht behoefte is 0,472 m 3 /s. Bepaal de hoeveelheid lucht die moet worden toegeleverd aan 49 C en de afmeting van de ketel en karakteristiek van de bevochtiger. Het schema van deze opstelling is gegeven in figuur Eerst en vooral geldt dat: 65.9 SHF = = De toestand van de toevoerlucht ligt op de rechte doorheen 3, de toestand van de ruimte parallel met deze SHF, zoals getoond in figuur ligt dan op het snijpunt van deze lijn en de temperatuur C. XVI/16

17 De energiebalans geeft dan m& a2h2 = q& + m& a3h3 of q& = m & a2(h2 h 3) waaruit, uit het psychrometrisch diagram, volgt h 2 = 97,7 kj/kg en h 3 = 65,6 kj/kg, zodat q 82.4 ma0 = & & 2.6kg/s h2 h = = of dus 3 Q& 2 = = 2.4 m / s ω h Figuur Voorbeeld 3, schema h 2 ω h 3 ω 2 h h 0 h 1 ω 3 ω 1 ω 0 Figuur Voorbeeld 3, psychrometrisch XVI/17

18 Om de toestand van 1 te vinden moet een menging worden uitgevoerd van 0 en 4. De massabalans geeft: m& a0 + m& a4 = m& a1 = m& a2 of m& a4 = m& a2 m& a0 De grafische methode levert dan Q& 0 3 m& a0 = en v0 = m / kg v m& a0 = = kg / s m& a4 = = 2 kg / s ma = & m& = a1 2.6 = Toestand 1 bevindt zich dan op 18.9 C db en 13.9 C nb. De lijn 12 op figuur stelt het gecombineerde verwarmings- en bevochtigingsproces nodig voor de installatie. In praktijk moet dit proces in twee delen worden uitgevoerd. Als nu stoom op saturatie wordt gebruikt voor de bevochtiging, h w = 2665 kj/kg, dan is de voelbare warmte nodig: q& 1a = q& s = m& ac pa (tχ t 1) q& s = 2.6 1( ) = 76 kw De hoeveelheid waterdamp in de bevochtiger is dan: m& v = m & a( ω2 ω1) waar ω 2 = kgv / kga en ω 1 = kgv / kga zodat m& v = 2.6( ) = 0.01 kg / s Het is normaliter nodig de lucht voor te verwarmen boven het dauwpunt, door middel van een voorverwarmer, zodat geen condensatie zou optreden. Figuur toont dan de opstelling. Figuur toont het psychrometrisch diagram. De lucht wordt eerst opgewarmd tot 0, waarna het wordt gemengd met retourlucht tot toestand 1. Hierna volgt bevochtiging tot toestand 2. XVI/18

19 Figuur Voorverwarmer, schema ω h Figuur Voorverwarmer, psychrometrisch 16.4 Airconditioning, off-design condities In de vorige paragrafen werd er van uit gegaan dat het systeem onder stationaire condities functioneert. In de praktijk zal het systeem echter zelden werken bij volle capaciteit. Een regelsysteem zal instaan voor de instellingen van het systeem afhankelijk van de behoefte van de ruimte. Zo kan in een VAV systeem het luchtdebiet doorheen de verwarmings- en koelbatterijen worden gevarieerd. Een andere werkwijze is een vaste hoeveelheid lucht toe te voeren naar de ruimte, maar een deel van de retourlucht niet over de batterijen te sturen, en deze te mengen met de luchtstroom langs de batterijen, om zo de gewenste toevoertemperatuur te bekomen. Nog een andere methode is de oppervlaktetemperatuur van de warmtewisselaars wijzigen door de warmte-input of koude-input te variëren. Figuur 16.20a illustreert wat kan gebeuren als de belasting bij een VAV systeem vermindert. De volle lijn toont de vollastcondities, de streeplijn de deellast waarbij het luchtvolumedebiet is gedaald, maar het debiet aan koud water dat door de batterij gaat is gelijk gebleven. Merk op dat de toestand van de buitenlucht naar 0 is gewijzigd. Door het lager luchtdebiet wordt de lucht gekoeld tot een lagere temperatuur en luchtvochtigheid. De thermostaat zorgt ervoor dat de temperatuur constant blijft, maar dat de luchtvochtigheid daalt. XVI/19

20 ω h ω h ω h Figuur Deellastgedrag van HVAC XVI/20

21 De ruimte SHF kan ook verhogen, waardoor de luchtvochtigheid zelfs meer daalt. Dit toont aan dat de regeling van de watertemperatuur of -debiet wenselijk is. Het waterdebiet doen dalen, zal punt 2 naar boven en naar rechts verplaatsen, waardoor de ruimtebehandelingscurve dichter bij 3 zal eindigen. Het gedrag van een bypasssysteem wordt getoond in figuur 16.20b. Het ontwerpdebiet komt voor in punten 2, 3 en 3, maar een lager debiet komt voor in punt 2 bij het verlaten van de koelbatterij. Lucht op toestanden 2 en 1 worden gemengd na de warmtewisselaar om toestand 4 te bekomen. Het volledige ontwerpdebiet en de enthalpieverandering h 3 -h 4 komen dan overeen met de ruimtebelasting. Merk op dat de vochtigheid van toestand 4 lager is dan nodig, wat er voor zorgt dat 3 onder de ontwerpconditie 3 ligt. Opnieuw, als de SHF van de ruimte kan toenemen, zal verdere daling van de luchtvochtigheid optreden. Bij zeer kleine ruimtebelastingen kan 4 zeer dicht bij 1 komen te liggen. In dit geval kan de luchtvochtigheid in de ruimte hoog worden. Dit is een nadeel van het bypasssysteem. Regeling van het koud waterdebiet kan dit oplossen. Een constant luchtdebietsysteem met watertemperatuur of -debietcontrole is voorgesteld in figuur 16.20c. In dit geval zullen zowel temperatuur als vochtigheid van de lucht, die de koelbatterij verlaat, toenemen, en de ruimtebehandelingscurve 2-3 zal niet op 3 eindigen. Het kan zelfs voorkomen dat 3 boven 3 ligt, wat tot discomfort leidt. Vandaar dat waterregeling nooit alleen voorkomt, maar steeds in combinatie met een bypass of VAV systeem. Tenslotte is er het voorbeeld van herverhitting, om deellastregeling te voorzien. Nadat de lucht de koelbatterij in toestand 2 verlaten heeft, wordt hij verwarmd tot toestand 2 en komt binnen op een hogere temperatuur om aan deellast te voldoen. Een economiser cyclus kan ook worden gebruikt, al moet men zich bewust zijn van diens beperkingen. Bekijken we figuur 16.21, waar een vollastwerking getoond wordt in volle lijn. Bij verschuiven van de buitencondities naar 0, zal de mengtoestand 1 gelegen zijn ergens tussen 0-3. De lucht moet worden gekoeld en ontvochtigd tot 2. De wandtemperatuur (op dauwpunt) van de koelbatterij mag niet te laag liggen, om nog economisch te kunnen werken. Als toestand 1 dichter bij 0 komt te liggen, zal de wandtemperatuur van de koelbatterij snel verlagen, en zal snel een situatie bereiken waarbij de proceslijn de natte bol temperatuurlijn niet meer snijdt, wat een onmogelijke situatie is. Het is duidelijk dat er minder energie nodig is om de lucht te koelen van 1 naar 2, dan van 1 naar 2. h 1 h 1 h 2 h ω Figuur Herverhitting in deellast XVI/21

22 16.5 Comfort en gezondheid Inleiding Comfort is de belangrijkste zorg in de HVAC-industrie. Ervaring leert echter dat niet iedereen ten volle kan worden tevreden gesteld door een enkele instelling van een groep van parameters. Methodieken worden ontwikkeld om te bepalen welke voorwaarden moeten worden voldaan om zo veel mogelijk mensen tevreden te stellen. Comfort houdt controle in van de temperatuur, luchtvochtigheid, luchtbeweging, en stralingsbronnen die interageren met de gebruikers. Geuren, stof, geluid en trillingen zijn bijkomende factoren die discomfort kunnen veroorzaken. Goed ontworpen HVAC-systemen slagen erin deze parameters binnen grenzen te houden die worden opgelegd door de gebruiker, gebouwenstandaarden en goed ingenieursaanvoelen. Zaken als kledij van de gebruikers en activiteit moeten worden in aanmerking genomen. De klant is zich meer en meer bewust van comfort van de gebruikers van het gebouw en de ingenieur wordt gevraagd om zo veel mogelijk gebruik te maken van de informatie en methodes ter zijner beschikking om deze eisen te realiseren. In het begin van het HVAC ontwerp was een redelijk comfort tegen een redelijke prijs de enige eis. Een comfortabele omgeving werd gelijkgesteld aan een gezonde omgeving. In de jaren 1970 leidde de oliecrisis tot meer luchtdichte gebouwen, met minder ventilatie van buitenlucht. Het belang van vochtigheidscontrole werd genegeerd, en nieuwe materialen en technieken werden geïnstalleerd in gebouwen. De activiteiten in een gebouw veranderden sterk en installaties werden vaak slecht onderhouden. Al deze factoren droegen bij tot incidenten waarbij de gezondheid van de gebruikers in gevaar kwam. Rechtszaken, publieke bewustwording, economische factoren en regelgeving droegen er toe bij dat iedereen betrokken raakte bij de nood aan binnenluchtkwaliteit (E: indoor air quality IAQ) en het meer veralgemeende begrip binnenomgevingkwaliteit (E: indoor environmental quality IEQ). Gezondheid van de gebruikers is even belangrijk geworden als comfort Psychologische factoren De hoeveelheid warmte die het menselijk lichaam afgeeft, hangt in sterke mate af van de uitgeoefende activiteit, leeftijd, alsook afmetingen en geslacht. Het menselijk lichaam beschikt over een complex systeem om de lichaamstemperatuur op ongeveer 36.9 C te houden, wat ook de omgevingsvoorwaarden of activiteiten zijn. De meeste volwassen gezonde personen voelen zich comfortabel als ze er eenvoudig in slagen de thermische balans met de omgeving te bewaren. De factoren die de thermische balans van mensen, en dus het thermisch comfort beïnvloeden zijn: de droge luchttemperatuur van de omgevende lucht de luchtvochtigheid van de omgevende lucht de relatieve snelheid van de omgevende lucht de temperatuur van alle oppervlakken die in de directe gezichthoek van een deel van het lichaam staan, zodat ze straling kunnen uitwisselen. De bijkomende persoonlijke variabelen zin: kledij en activiteit. De belangrijkste mechanismen die het lichaam gebruikt om lichaamstemperatuur te controleren zijn metabolisme, bloedcirculatie dicht bij de huid, ademhaling en zweten. Metabolisme bepaald de mate waarin energie wordt omgezet van de chemische vorm naar de thermische vorm in het lichaam. Mannen hebben bijvoorbeeld een sneller metabolisme dan vrouwen. De bloedcirculatie bepaalt de snelheid waarmee deze warmte wordt getransporteerd naar de huid. Ademhaling brengt lucht op kamertemperatuur in het lichaam, die dan het lichaam weer verlaat bij bijna saturatievoorwaarden en lichaamstemperatuur. XVI/22

23 Zweten heeft een grote invloed op de energieflux die kan worden afgevoerd van de huid door warmte- en massaoverdracht. De energie die wordt geproduceerd door het metabolisme hangt sterk af van de activiteit van een persoon. Een eenheid om de metabolische productie is de met, gedefinieerd als de metabolische productie van een zittende persoon: 1 met = 58.2 W/m². Voor verschillende activiteiten is de warmteproductie gegeven in tabel Tabel Metabolisme van de mens bij verschillende activiteiten XVI/23

24 De gemiddelde volwassene heeft een effectieve warmtewisselende oppervlakte van 1.82 m² en zal dus gemiddeld 106 W produceren als hij/zij neerzit op een rustige manier. Ten tweede is er dus de hoeveelheid en het type kledij die een persoon draagt. De isolatie van kledij is meestal beschreven als één enkele equivalente laag die het hele lichaam bedekt. De isolatiewaarde is uitgedrukt in clo: 1 clo = m² C/W. Een typisch tweedelig maatpak heeft een waarde van 1 clo, terwijl een short typisch overeenstemt met 0.05 clo. De werkingstemperatuur en clo waarden die overeenstemmen met optimaal comfort bij 80 % aanvaardbaarheid zijn gegeven in figuur Figuur Invloed van kledij op comfort Indicatoren van omgevingscomfort De vier omgevingsfactoren die comfort beïnvloeden werden in vorige paragraaf aangehaald. De eerste is de droge luchttemperatuur die eenvoudig kan worden gemeten met een thermometer. De tweede factor is de luchtvochtigheid die, zoals hoger besproken, gemeten kan worden via droge en natte bol temperatuur en berekend worden hieruit. De derde factor is de luchtsnelheid, die kan worden gemeten, zij het niet op eenvoudige wijze. Ze kan ook worden afgeleid uit de wetten van de stromingsmechanica. De vierde factor is de hoeveelheid straling tussen een mens en zijn omgeving. Koude muren of ramen kunnen een persoon een koud gevoel geven, ook al staat de omgevende temperatuur op een aanvaardbaar comfortniveau. Zo ook kan zonnestraling of straling van een direct vuur, zoals in een haard of houtvuur, een persoon een gevoel van warmte bezorgen. Normaliter omgeven deze oppervlakken niet volledig een persoon, maar zijn ze aan 1 kant geplaatst. Exacte beschrijving van de voorwaarde is moeilijk en er moet ook geweten zijn hoe goed een oppervlak zichtbaar is voor het lichaam. Berekening moet gebeuren via hoekfactoren zoals bij stralingswarmteoverdracht. XVI/24

25 De belangrijkste indicator die wordt gebruikt om de stralingscondities in een ruimte te beschrijven is de gemiddelde stralingstemperatuur: de gemiddelde temperatuur van de individuele blootgestelde oppervlakken van de omgeving. De meest gebruikte meter voor de bepaling van de gemiddelde stralingstemperatuur is de Vernon bolthermometer, die bestaat uit een holle zwarte bol waarin in het middelpunt een thermometer is geplaatst. De evenwichtstemperatuur in de bol (de boltemperatuur) ontstaat uit het evenwicht tussen de convectieve en stralingswarmteoverdracht tussen de bol en zijn omgeving. Meting van de boltemperatuur, de luchttemperatuur en de luchtsnelheid leiden tot een praktische manier om de gemiddelde stralingstemperatuur te bepalen: met T mrt = gemiddelde stralingstemperatuur T g = de boltemperatuur T a = de luchttemperatuur V = de luchtsnelheid C = /2 Tmrt = Tg + CV (Tg T a ) (16.42) Andere indicatoren werden ontwikkeld die eenvoudige beschrijving toelaten en twee of meerder comfortparameters in acht nemen. Deze indicatoren vallen uiteen in twee groepen: rationele indicatoren die bepaald zijn op theoretische inzichten en empirische indicatoren die steunen op experimentele ervaring. Een veel voorkomende parameter is de effectieve temperatuur ET. Dit is de temperatuur waarbij bij 50 % luchtvochtigheid dezelfde totale warmteafvoer van het lichaam kan worden gerealiseerd als bij de werkelijke ruimtetemperatuur. Deze indicator combineert temperatuur en luchtvochtigheid, zodat twee ruimten met dezelfde effectieve temperatuur hetzelfde comfort geven hoewel ze niet op dezelfde temperatuur en vochtigheid staan. Omdat kledij deze indicator ook beïnvloed, is deze niet eenduidig te berekenen. Er werden daarom standaardcondities gedefinieerd voor de berekening. De werkingstemperatuur is de gemiddelde stralings- en luchttemperatuur gewogen door de respectievelijke warmteoverdrachtscoëfficiënten. Hier worden dus ook twee comfortparameters gecombineerd. De vochtigheidswerkingstemperatuur is de temperatuur waarbij een persoon bij 100 % luchtvochtigheid evenveel warmte afvoert als in de werkelijke condities. Deze indicator gebruikt drie comfortparameters. Een gelijkaardige indicator is de adiabate equivalente temperatuur, die de temperatuur is waarbij een persoon bij 0 % luchtvochtigheid evenveel warmte afvoert als in de werkelijke condities. De warmte stress factor (E: Heat stress factor, HSF) is de verhouding van de totale evaporatieve warmteafvoer nodig voor thermisch evenwicht tot de maximale evaporatieve warmteafvoer die mogelijk is in de omgeving, vermenigvuldigd met 100, bij een constante huidtemperatuur van 35 C. Tabel 16.3 geeft een aantal waarden. De wind koude factor (E: wind chill factor WCF) voor het combineren van het effect van koude temperatuur en windsnelheid. Voor snelheden lager dan 80 km/h is deze index een goede maat voor subjectief discomfort door koude. XVI/25

26 Tabel Waarden van de warmtestressindex Comfortvoorwaarden ASHRAE geeft als richtlijn voor de indicatie van comfort een schaal die de thermische gewaarwording in verband brengt met een quotering, de thermische gewaarwordingschaal (E: thermal sensation scale). Deze is: +3 hot +2 warm +1 slightly warm 0 neutral -1 slightly cool -2 cool -3 cold XVI/26

27 ISO norm 7730 bevat computer berekeningsmethodes om de Predicted Mean Vote (PMV) index te bepalen op basis van energiebalansen. De PMV voorspelt het gemiddelde antwoord van een grote groep mensen op de gewaarwordingschaal van ASHRAE. De PMV kan gebruikt worden om de Predicted Percent Dissatisfied (PPD) te bepalen. In figuur worden aanvaardbare gebieden gegeven voor bedrijfstemperatuur en luchtvochtigheid in typische zomer- en winterkledij gedurende lichte en zittende activiteit (<1.2 met). De waarden werden bepaald op een 10 % dissatisfactie criterium. De comfortzones zijn gegeven door: WINTER bedrijfstemperatuur tussen 20 C en 23.5 C bij 18 C natte bol bedrijfstemperatuur, en t tussen 20.5 C en 24.5 C bij dauwpunt op 2 C. De zijwaartse grenzen liggen tussen 20 C en 23.5 C effectieve temperatuur en zijn lijnen die de meetkundige plaats zijn voor constant comfort. ZOMER bedrijfstemperatuur tussen 22.5 C en 26 C bij natte bol temperatuur 20 C en bedrijfstemperatuur tussen 23.5 en 27 C bij 2 C dauwpunt. De zijwaartse grenzen liggen tussen 23 C en 26 C effectieve temperatuur. Figuur Comfortvoorwaarden In figuur zijn de grenzen voor luchtvochtigheid gebaseerd op overweging van droge huid, oogirritatie, vlotte ademhaling, bacteriegroei en andere vochtgerelateerde fenomenen. Er moet over gewaakt worden dat condensatie op gebouwenoppervlakken en materialen zou optreden, door deze wand op voldoende hoge temperatuur te houden. Het is duidelijk dat zomer- en winterzones overlappen. In deze zone hebben mensen in zomerkledij een licht koud gevoel, terwijl mensen in winterkledij een lichte warm gevoel XVI/27

28 zullen hebben. In realiteit mogen deze grenzen niet als scherp afgelijnd worden gezien, omdat mensen onderling verschillen in comfortgewaarwordingen. Tabel 16.4 geeft de bedrijfstemperatuur voor zittende personen in minimale kledij zoals ondergoed. De waarden in de tabel voor luchtsnelheid liggen lager dan 0.15 m/s en de luchtvochtigheid is 50 %. Tabel Werkingstemperatuur voor zittende personen bij 50 % RV Voor zittende personen moet tocht ten allen tijde vermeden worden, maar actieve personen zijn minder gevoelig. Figuur toont het gecombineerde effect van luchtsnelheid en temperatuur op de comfort zone van figuur Het is duidelijk dat luchttemperaturen hoger kunnen zijn in de zomer als luchtsnelheden toenemen. Figuur Luchtsnelheid nodig om temperatuurstoename te compenseren XVI/28

29 Acceptabele bedrijfstemperaturen kunnen ook worden berekend (voor 1.2 < met < 3) met: to,active = to,sedentary 3.0(1 + clo)(met 1.2)C (16.43) in graden Celcius. De minimale bedrijfstemperatuur voor deze vergelijkingen is 15 C. Met niveaus volgen uit tabel Het gecombineerde effect van bedrijfstemperatuur, activiteit en kledij is getoond in figuur Men mag verwachten dat mensen een deel van hun kledij uitdoen als ze zware activiteiten beoefenen. Figuur Optimale bedrijfstemperaturen voor mensen in lage luchtsnelheidsomgeving In figuur wordt de toelaatbare luchtsnelheid als functie van de droge luchttemperatuur en de turbulente intensiteit van de luchtstroom getoond. Turbulente intensiteit kan variëren tussen 30 en 60 % in conventionele geventileerde lokalen. In kamers met displacement ventilatie of zonder ventilatie kan deze lager zijn. Deze figuur is gebaseerd op een 15 % aanvaardingsniveau en het gevoel op hoofd- en voetniveau, waar mensen het meest gevoelig zijn. Hogere luchtsnelheden kunnen aanvaardbaar zijn als de gebruikers zelf controle hebben over de luchtsnelheid. Mensen met een hogere activiteit kunnen een grotere mate van temperatuur niet uniformiteit aanvaarden, dan mensen die zitten. Figuur Luchtsnelheid als functie van luchttemperatuur en turbulente intensiteit XVI/29

30 De belangrijkste bezorgdheden van IAQ ASHRAE definieert aanvaardbare binnenluchtkwaliteit als lucht waarin er geen bekende verontreinigingen aanwezig zijn met concentraties hoger dan toegelaten door de bevoegde autoriteiten en waarin een grote meerderheid van de mensen (80 % of meer) die zich erin bevinden hun ongenoegen uiten. In omgevingen met aanvaardbare IAQ, zijn de gebruikers niet alleen comfortabel maar hun omgeving is ook vrij van hinderlijke geuren en schadelijke concentraties van verontreinigende stoffen. Thermisch comfort verzorgen is niet alleen wenselijk om productieve werkomgeving te creëren, maar in vele gevallen heeft dit ook een directe invloed op de gezondheid van de gebruikers. Andere factoren die door een HVACinstallatie moeten worden verzorgd zijn ook zuiver, gezond en geurvrij binnenklimaat. Deze factoren worden vaak als IAQ aangeduid. Goede IAQ bewaken betekent gasvormige en deeltjes bevuiling beneden aanvaardbare niveaus te houden. Deze stoffen bevatten onder andere: koolstofdioxide, koolstofmonoxide, andere gassen en dampen, radioactieve materialen, micro-organismen, virussen allergenen en gesuspendeerde deeltjes (stof). Luchtvervuiling is in de meeste gevallen veroorzaakt door mensen en dieren, door vrijstelling van contaminanten in de ruimte door meubels en processen in de ruimtes, en door het binnenbrengen ervan door buitenlucht. Contaminanten kunnen zeer duidelijk waarneembaar zijn zoals bij grote deeltjes en geuren of ze kunnen enkel detecteerbaar zijn met meetapparatuur of door het effect dat ze hebben op personen. Symptomen zoals hoofdpijn, misselijkheid en irritaties van ogen en neus kunnen aantonen dat er iets mis is met de IAQ. Gebouwen die een ongewoon hoog aantal gebruikers hebben die fysieke problemen of gezondheidsproblemen vertonen, worden aangeduid als gebouwen met het Sick Building Syndrom (SBS). De nadruk op goed comfort en gezondheid op het werk en de toegenomen regelgeving en gerechtszaken leggen een grote verantwoordelijkheid bij bouwheren, architecten, aannemers werknemers en HVAC-ingenieurs. Deze moeten goed ingelicht en opgeleid, technisch competent en ethisch verantwoordelijk zijn. Goede IAQ kost namelijk meestal veel geld en soms komen economische belangen op de eerste plaats. Dergelijke besluiten leiden dan vaak tot menselijk lijden en veel grotere kosten achteraf Veel voorkomende verontreinigende stoffen Koolstofdioxide en andere gassen Koolstofdioxide is een nevenproduct van het metabolisme van de mens (en alle zoogdieren) en daardoor zijn CO 2 -concentraties hoger in gebruikte binnenruimte dan in de buitenlucht. In dichtbevolkte ruimtes (zoals auditoria) is CO 2 -concentratie een belangrijke zorg. Dit is niet omdat er een direct gezondheidsrisico is, maar omdat CO 2 een eenvoudig te meten indicator van de effectiviteit van de ventilatie is. Hierdoor geeft dit op zijn minst een indicatie van de concentratie van ander gassen; het Environmental Protection Agency (EPA) raadt een maximaal niveau van 1000 ppm voor continue CO 2 blootstelling aan, voor scholen en residentiële lokalen en ook als richtlijn voor ander gebouwen. CO 2 draagt in belangrijke mate bij aan de concentratie van mensen. Onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen en tabaksrook zijn twee belangrijke bronnen van CO. Gebouwen met parkeergarages hebben bijvoorbeeld een hoger CO aanwezigheid. HVAC-installaties die verse lucht op grondniveau aanzuigen in starten met grote verkeersdrukte kunnen onaanvaardbare CO concentraties veroorzaken. Slecht geventileerde fornuizen, ketels, warmwaterboilers zijn vaak de oorzaak van CO productie. CO is een giftig gas en concentraties hoger dan 15 ppm kunnen de lichaamschemie sterk beïnvloeden. Reacties van mensen op CO zijn zeer verschillend en effecten kunnen vaak cumulatief zijn. Hoofdpijn en misselijkheid zijn veel voorkomende symptomen. XVI/30

31 Zwaveloxides zijn het gevolg van de verbranding van brandstoffen die zwavel bevatten en kunnen in het gebouw binnentreden door luchtaanzuiging en lekken in verbrandingssystemen in het gebouw. Als ze gemengd worden met water, vormen ze zwavelig zuur dat voor de meeste slijmvliezen irriterend is, en ademhalingsmoeilijkheden en astmatische aanvallen kan veroorzaken. Stikstofoxides worden geproduceerd door verbranding met lucht op hoge temperatuur. Ze komen meestal het gebouw binnen via luchtverversing, waarbij ze buiten werden geproduceerd in verbrandingsmotoren en industriële processen. Maar ook interne verbranding kan tot de productie ervan in een gebouw leiden. Er bestaan verschillende opvattingen over de schadelijkheid ervan, maar zolang er geen duidelijke uitspraak is, gebiedt het voorzichtigheidsbeginsel dat hoge concentraties moeten vermeden worden. Radon is een natuurlijk voorkomend radioactief element, dat voorkomt van het verval van radium en het heeft de laatste tijd veel aandacht gekregen. Het grote gevaar van Radon is dat het longkanker kan veroorzaken. Radon kan een gebouw binnendringen vanuit de grond via barsten in de vloer en keldermuren, via het grondwater of leidingwater of via bouwmaterialen die uranium of thorium bevatten. Het indringdebiet hangt af van de drukverschillen, waardoor het bewaren van een overdruk in een ruimte een methode is om toevoer te vermijden. Andere maatregelen zijn de ventilatie kruipkelder en het dichten van barsten in ondergrondse ruimtes. Voor de veiligheid van personen zal de concentratie laag genoeg moeten worden gehouden om de blootstelling aan mensen tot beneden 4 picocurries per liter lucht te beperken Vluchtige Organische Componenten (E; Volatile Organic Compounds) VOCs Een veelheid aan organische chemische componenten komen voor in een modern gebouw komende van verbrandingsbronnen, pesticiden, bouwmaterialen, afwerkingslagen, reinigingsproducten, solventen en planten en dieren. Gelukkig komen ze meestel voor in concentraties die lager liggen dan aanvaarde normen. Sommige gebruikers zijn echter overgevoelig voor bepaalde chemische elementen en dus is een binnenruimte voor hen soms een probleem. Formaldehyde gas, een veel voorkomend product als gevolg van allerlei lijmen en verven, is irriterend voor ogen en slijmvliezen. Het is verantwoordelijk voor een aantal astmatische en immunoneurologische reacties en wordt beschouwd als kankerverwekkend. Formaldehyde, gebruikt in tapijten, vezelplaat, isolatie, textiel, papierproducten, cosmetica, shampoo s en phenolhoudende plastics komt vooral via deze producten een gebouw binnen. Deze producten ademen gedurende lange tijd formaldehyde uit, doch vooral gedurende het eerste jaar van gebruik. Aanvaardbare concentraties liggen op 1 ppm als een tijdsgewogen acht uur gemiddeld, en voor woningen lijkt 0.1 ppm een voorzichtige bovenlimiet Deeltjes Een typisch staal van buitenlucht bevat roet, rook, zand, klei, vergane deeltjes van planten en dieren, pluizen en plantenvezels, schimmelsporen, bacteriën, planten pollen en andere levende organismen. De afmetingen van deze deeltjes kunnen sterk variëren van minder dan 0.01 µm tot de afmetingen van bladeren en insecten. Figuur toont een breed spectrum van deeltjes en mogelijke gasreinigingstechnieken die er effectief voor kunnen zijn. Als de deeltjes gesuspendeerd zijn in de lucht, spreekt men van airosollen. Als buitenlucht wordt binnengebracht, zal deze bijkomend worden bevuild door menselijke bronnen en activiteiten, meubels en toestellen en huisdieren. Microben en besmettelijke organismen kunnen zelfs overleven en vermenigvuldigen in gunstige binnencondities. XVI/31

32 Figuur Eigenschappen van deeltjes Tabaksrook is een van de grootste problemen om goede luchtkwaliteit te bewaren en de bezorgdheid hieromtrent is toegenomen nu vaststaat dat dit een grote invloed heeft op longziektes en kanker in het bijzonder. Allergieën komen veelvuldig voor in onze moderne maatschappij. Binnenlucht kan veel deeltjes bevatten waarvoor mensen allergieën zijn, zowel komende uit de buitenlucht en deze veroorzaakt binnen zoals vezels, schimmel en stof komende van tapijten en bedlinnen. XVI/32

33 Methodes ter controle van verontreinigingen Er zijn 4 methodes om een goede IAQ te bekomen in een gebouw: 1 eliminatie van bronnen of wijziging ervan 2 gebruik van buitenlucht 3 verdeling van lucht over de ruimte 4 lucht reinigen Bron eliminatie en wijziging Deze methode is vaak de meest effectieve voor de verwijdering van verontreinigingen die niet direct door menselijke activiteit worden veroorzaakt. Voor nieuwe gebouwen wordt exact gedefinieerd welke soort materialen voor vloerbekleding mag worden gebruikt, welk type meubels,. In een bestaand gebouw betekent dit bij verbouwingen de bouwdelen nagaan die VOC s uitstoten en als deze niet essentieel zijn voor de functies van het gebouw, deze verwijderen. Een rookverbod is intussen een algemeen aanvaarde maatregel in openbare gebouwen. In sommige gebouwen wordt aan rokers vaak een aparte ruimte ter beschikking gesteld, die dan afzonderlijk wordt geventileerd. Opslag van verven, solventen, reinigingsproducten, en andere vluchtige componenten in een gebouw of dicht bij een gebouw, kan vaak een sterke invloed hebben op de VOC concentraties in het gebouw. Vaak worden deze materialen dan ook opgeslagen in apart geventileerde kasten of containers Gebruik van buitenlucht In figuur worden de verschillende luchtstromen die in een gebouw voorkomen weergegeven. Pulsielucht (E: supply air) is de lucht die wordt toegevoerd aan de geconditioneerde ruimte, en wordt gebruikt voor ventilatie, verwarming, koeling, bevochtiging of ontvochtiging. Ventilatielucht (E: ventilation air) is dat deel van de pulsielucht dat bestaat uit buitenlucht gemengd met recirculatielucht die werd behandeld om te voorzien in voldoende binnenluchtkwaliteit (hygiënische ventilatiedebiet). Ruimtes die gedurende enige tijd in gebruik zijn, moeten worden voorzien van een zekere hoeveelheid buitenlucht om de luchtkwaliteit te bewaren. Aangezien buitenlucht normaliter moet worden behandeld voordat die wordt ingeblazen in de ruimte, leggen economische beschouwingen op dat een minimum aan verse lucht wordt gebruikt. Enkel bij gunstige buitenluchtcondities zal meer buitenlucht worden gebruikt als deel van de koeling. In vele gevallen zal het pulsiedebiet groter zijn dan het ventilatiedebiet, omdat ook comfort moet worden verzekerd (thermisch en vochtigheid). Soms legt echter het hygiënisch ventilatiedebiet een minimum op aan dit pulsiedebiet. Buitenlucht (E: outdoor air) is lucht onttrokken aan de omgeving en werd dus nog niet gecirculeerd door het gebouw. Een deel van de buitenlucht komt binnen door infiltratie (E: infiltration) doorheen barsten en openingen tussen bouwdelen, zoals vloeren, muren en plafonds. Het grootste deel van buitenlucht is in geconditioneerde gebouwen echter afkomstig van de HVAC installatie. Er wordt normaliter aangenomen dat buitenlucht geen contaminanten bevat, maar dit is niet steeds zo. Er bestaan richtlijnen voor aanvaarde concentraties in de buitenlucht. Tabel 16.5 geeft waarden die door de United States Environmental Protection Agency (EPA) worden gegeven. Recirculatielucht (E: recirculation air) is lucht die wordt afgezogen uit de geconditioneerde ruimte en bedoeld is voor hergebruik als pulsielucht. Deze verschilt enkel van de extractielucht (E: return air) met een fractie die wordt afgevoerd naar de omgeving (afblaaslucht, E: exhaust of relief air). De compensatie of suppletielucht (E: make-up air) is de lucht die wordt toegeleverd om de afblaaslucht en de exfiltratie te compenseren. XVI/33

Richard Mollier (1863-1935)

Richard Mollier (1863-1935) Gaswet & Mollier College 2: h-x diagram voor vochtige lucht Richard Mollier (1863-1935) Hoogleraar TU-Dresden Thermodynamica, onderzoek naar eigenschappen van water stoom Diagrammen: H-S diagram Stoomtabellen

Nadere informatie

Hoofdstuk 18. Luchtverdeling in gebouwen. Inleiding Gedrag van jets XVIII/1

Hoofdstuk 18. Luchtverdeling in gebouwen. Inleiding Gedrag van jets XVIII/1 Hoofdstuk 18 Luchtverdeling in gebouwen Inleiding Het belangrijkste doel van een HVAC-installatie is comfort en geschikte IAQ te brengen in de gebruikte zones van een gebouw. Een belangrijke stap in dit

Nadere informatie

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid.

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid. 8. Luchtvochtigheid relatieve vochtigheid p e 100 % p absolute vochtigheid = dichtheid van waterdamp dauwpuntstemperatuur T d = de temperatuur waarbij de heersende waterdampdruk de maximale dampdruk is.

Nadere informatie

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt. Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4 Vraag : Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en bara,,5 kg/m bedraagt. Bereken: (0) a. De specifieke gasconstante R s. (0) b. De druk die

Nadere informatie

Het Mollierdiagram in theorie en praktijk

Het Mollierdiagram in theorie en praktijk Deel 1. Het Mollierdiagram Het Mollierdiagram in theorie en praktijk Samenstelling: P. G. H. Uges Inleiding Door het gebruik van natuurlijke koudemiddelen staat nu ook water (R718) als koudemiddel in de

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (1)

Klimaatbeheersing (1) Klimaatbeheersing (1) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Introductie klimaatbeheersing Verwarming en koeling als klimaatbeheersing zijn zaken die te maken hebben met het behaaglijkeidsgevoel

Nadere informatie

Condensatie op mijn ramen

Condensatie op mijn ramen 1-5 De vorming van condensatie op je ramen is niet altijd te wijten aan een fout aan je ramen, het kan het gevolg zijn van een natuurlijk fenomeen. Hoe ontstaat condensatie? Lucht kan, volgens zijn temperatuur,

Nadere informatie

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV) Luchtvochtigheid Luchtvochtigheid is belangrijk voor de groei. Een te hoge luchtvochtigheid betekent geringe verdampingsmogelijkheden voor de plant. De plant neemt dan niet zoveel water op en dus ook minder

Nadere informatie

Ventilatie in openbare gebouwen Paul De Schepper Katholieke Hogeschool Kempen Kenniscentrum energie

Ventilatie in openbare gebouwen  Paul De Schepper Katholieke Hogeschool Kempen Kenniscentrum energie Ventilatie in openbare gebouwen www.khk.be Paul De Schepper Katholieke Hogeschool Kempen Kenniscentrum energie Samenstelling van buitenlucht Droge lucht bevat ongeveer 78% stikstof en 21% zuurstof; Rest

Nadere informatie

TEASER KLIMAATTECHNIEK ONLINE. Jos Bijman Coördinator Opleidingen TVVL

TEASER KLIMAATTECHNIEK ONLINE. Jos Bijman Coördinator Opleidingen TVVL TEASER KLIMAATTECHNIEK ONLINE Jos Bijman Coördinator Opleidingen TVVL GEBRUIK MOLLIER H/X-DIAGRAM Wie gebruikt Mollier? Waarvoor? Teaser Klimaattechniek Online BELANG MOLLIER H/X-DIAGRAM Ook begrijp ik

Nadere informatie

oefenopgaven wb oktober 2003

oefenopgaven wb oktober 2003 oefenopgaven wb1224 2 oktober 2003 Opgave 1 Stoom met een druk van 38 bar en een temperatuur van 470 C wordt geëxpandeerd in een stoom-turbine tot een druk van 0,05 bar. De warmteuitwisseling van de turbine

Nadere informatie

Luchtvochtigheid en temperatuur

Luchtvochtigheid en temperatuur Luchtvochtigheid en temperatuur Een plant moet groeien. Voor die groei heeft de plant onder meer voedingszouten en water nodig uit de bodem of het substraat. De opname van voedingszouten en water gebeurt

Nadere informatie

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties! Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de

Nadere informatie

Binnenluchtkwaliteit. Infoavond 18 november 2010 - Mortsel

Binnenluchtkwaliteit. Infoavond 18 november 2010 - Mortsel Binnenluchtkwaliteit Infoavond 18 november 2010 - Mortsel Logo Antwerpen vzw Borstkanker Roken Vaccinaties Ongevallen Geestelijke gezondheid Voeding & beweging Milieu & Gezondheid Goed of fout? Binnen

Nadere informatie

Wanneer is het te warm om te werken?

Wanneer is het te warm om te werken? Bewaakt permanent het binnenklimaat van gebouwen Evalueert van op afstand de werking van de installaties Optimaliseert samen met u het energieverbruik Wanneer is het te warm om te werken? METIZ T. +32

Nadere informatie

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................

Nadere informatie

Ruimteverwarming. 1 Inleiding... 1. 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2. 3 Centrale verwarming... 3. 4 Decentralisatie... 4

Ruimteverwarming. 1 Inleiding... 1. 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2. 3 Centrale verwarming... 3. 4 Decentralisatie... 4 1 Inleiding... 1 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2 3 Centrale verwarming... 3 4 Decentralisatie... 4 5 Convectieverwarming... 5 6 Stralingsverwarming... 9 7 Keuzecriteria... 11 1 Inleiding Voor de

Nadere informatie

Condensatie op dubbele beglazingen

Condensatie op dubbele beglazingen Algemeen Het verschijnsel oppervlaktecondensatie op dubbele komt voor in drie vormen, te weten: op de buitenzijde of positie 1; op de spouwzijdes 2 en 3 van de dubbele beglazing; op de binnenzijde of positie

Nadere informatie

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn PT-1 tentamen, 26-06-2013, 9:00-12:00 Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag goed door voordat je begint Schrijf op elk blad in ieder geval je naam

Nadere informatie

Residentiële ventilatie

Residentiële ventilatie Residentiële ventilatie Michaël Peeters Kenniscentrum Energie KHK K.H.Kempen 1 Inhoud Waarom ventileren? Ventilatie en energie Stroming van lucht Koudebruggen en ventilatie 2 1 Waarom ventileren Toevoer

Nadere informatie

Niet residentiële ventilatie

Niet residentiële ventilatie Niet residentiële ventilatie Gebouw Type ruimte Typische waarde Standaardwaarde Kinderopvang Scholen 30 tot 45 db(a) 40 db(a) Scholen Klaslokaal 30 tot 40 db(a) 35 db(a) Gangen 35 tot 50 db(a) 40 db(a)

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) dinsdag 21 januari 2003 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is een formulier

Nadere informatie

Wij maken uw gebouw beter Een beter comfort en binnenklimaat Een lager energieverbruik en CO2 uitstoot. Waarom passiefscholen soms te warm worden

Wij maken uw gebouw beter Een beter comfort en binnenklimaat Een lager energieverbruik en CO2 uitstoot. Waarom passiefscholen soms te warm worden Wij maken uw gebouw beter Een beter comfort en binnenklimaat Een lager energieverbruik en CO2 uitstoot Waarom passiefscholen soms te warm worden Een passiefschool, comfortabel toch? De Tijd 14/9/2016 Nog

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 7 april 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee.

Nadere informatie

Wat is comfort? Thermisch comfort. Binnenluchtkwaliteit. Akoestisch comfort

Wat is comfort? Thermisch comfort. Binnenluchtkwaliteit. Akoestisch comfort 1 Wat is comfort? Thermisch comfort Binnenluchtkwaliteit Akoestisch comfort Visueel comfort 2 Thermisch comfort hangt af van vele factoren Thermisch comfort is een relatief begrip, Het is o.m. afhankelijk

Nadere informatie

Titel. Tekst. Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior

Titel. Tekst. Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior Titel Tekst Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior Slechte luchtkwaliteit in gebouwen maakt ziek Om gezond te blijven heeft de mens dagelijks behoefte aan voedsel (vrouw 2.000 kcal / man 2.500

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

REWIC-A: Thermodynamica A : : : Opleiding Module Examenset. REWIC-A Thermodynamica A 03. Uw naam :... Begintijd :... Eindtijd :...

REWIC-A: Thermodynamica A : : : Opleiding Module Examenset. REWIC-A Thermodynamica A 03. Uw naam :... Begintijd :... Eindtijd :... Opleiding Module Examenset : : : REWIC-A Thermodynamica A 03 Uw naam :... Begintijd :... Eindtijd :... Lees onderstaande instructies zorgvuldig door: 1. Beschikbare tijd : 100 minuten 2. Aantal vragen

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN VENTILATIE: ONTWERP EN AFSTELLING LENTE 2019 Klimaatregeling via het ventilatiesysteem Paulo SEIXAS Op basis van de presentatie van CENERGIE 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE

Nadere informatie

Wat kun je meten én verbeteren bij klimaatklachten in gebouwen?

Wat kun je meten én verbeteren bij klimaatklachten in gebouwen? Wat kun je meten én verbeteren bij klimaatklachten in gebouwen? Pagina 1 van 6 Inhoud Inhoud... 2 Klimaatklachten... 3 Welke klachten zijn het meestal?... 3 Klimaatonderzoek kan klimaatklachten verbeteren...

Nadere informatie

-- zie vervolg volgende pagina --

-- zie vervolg volgende pagina -- PT-1 hertentamen, 13-08-2013, 9:00-12:00 Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag goed door voordat je begint Schrijf op elk blad in ieder geval je naam

Nadere informatie

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn PT-1 tentamen, 26-06-2013, 9:00-12:00 Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag goed door voordat je begint Schrijf op elk blad in ieder geval je naam

Nadere informatie

Comfortklachten. Hoe objectief meten en hoe de oorzaak vaststellen?

Comfortklachten. Hoe objectief meten en hoe de oorzaak vaststellen? Comfortklachten Hoe objectief meten en hoe de oorzaak vaststellen? Wie is Testo? Opgericht in 1957 Wereldwijd marktleider in de productie en verkoop van draagbare meetapparatuur 2.300 medewerkers wereldwijd

Nadere informatie

Systemen voor buitenluchttoevoer

Systemen voor buitenluchttoevoer Systemen voor buitenluchttoevoer Voor elk gewas en elke kas een oplossing Peter van Weel Wat willen we bereiken? 20-50% energiebesparing op warmte door het meer isoleren met schermdoeken Geen vochtafvoer

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 21 juni 2010 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW : PASSIEF EN (ZEER) LAGE ENERGIE

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW : PASSIEF EN (ZEER) LAGE ENERGIE OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW : PASSIEF EN (ZEER) LAGE ENERGIE Dag 1.4 Comfortcriteria LENTE 2013 Stéphan Truong Beheerder van de opleiding voor rekening van Leefmilieu Brussel TRAINING.IBGEBIM@ecorce.be 2

Nadere informatie

Bewonersinformatie Rosmalen. Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning

Bewonersinformatie Rosmalen. Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning Bewonersinformatie Rosmalen Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning 2 Voorwoord Afgelopen periode heeft BAM Woningbouw in opdracht van de eigenaar van uw woning, a.s.r., uw woning verbeterd. Bij de woningverbetering

Nadere informatie

Druk is de stuwende kracht per oppervlakte eenheid die de lucht nodig heeft om te circuleren. Er zijn 3 soorten druk

Druk is de stuwende kracht per oppervlakte eenheid die de lucht nodig heeft om te circuleren. Er zijn 3 soorten druk Wat is lucht? Lucht is een gas wat hier op aarde essentieel is voor alle leven. Het is een mix van verschillende gassen, meestal in dezelfde samenstelling en verhouding, en waarin N stikstof en O2 zuurstof

Nadere informatie

Addicool. Leo Suiker directeur

Addicool. Leo Suiker directeur Addicool. Leo Suiker directeur Voorwoord. Addicool heeft zich door haar jarenlange ervaring en expertise ontwikkeld tot marktleider op het gebied van custom made luchtbehandelings kasten. En omdat we veel

Nadere informatie

IntelVent Ventilation Control

IntelVent Ventilation Control Vierhouterweg 54 Rabobank. 8075 BJ Elspeet Nr. 1230.75.475 Tel : 0577 49 27 62 K.v.k. De Veluwe en Twente Fax : 0577 49 27 63 Nr. 32072151 IntelVent Ventilation Control De vraaggestuurde dampkap by 1 Een

Nadere informatie

VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01

VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01 VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01 Thermodynamica - A - PROEFTOETS- set 01 - E_2016 1/8 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare tijd: 100 minuten Uw naam:... Klas:...

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van BINAS en een (grafische) rekenmachine. Let op eenheden en significante cijfers. 1.

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) donderdag 27 januari 2005 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee of drie open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is

Nadere informatie

Meten is weten als je weet wat je meet

Meten is weten als je weet wat je meet Instrumenten om klimaatparameters te meten Meten is weten als je weet wat je meet Om te begrijpen wat gemeten wordt is het belangrijk een idee te hebben over het meetprincipe waarop het instrument gebaseerd

Nadere informatie

Brink Renovent. www.atc-ventilation.be

Brink Renovent. www.atc-ventilation.be Brink Renovent www.atc-ventilation.be Renovent A B Brink Renovent Excellent 180 pagina 3 A+ A Brink Renovent Excellent 300/400/450 pagina 7 A+ A pagina 11 Brink Renovent Sky Brink Renovent Excellent 180

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN 4.1.1 SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT Wanneer we een zuivere vaste stof (figuur 4.1) verwarmen zal de temperatuur ervan stijgen. Na enige tijd wordt de vaste stof

Nadere informatie

Koelen én ventileren met de FreeCooler

Koelen én ventileren met de FreeCooler Koelen én ventileren met de technische specificaties Airned BV, Ambachtsweg 17, 6581 AX Malden, postadres: Postbus 86, 65 AB Malden, Toepassing Gekoeld ventileren met de is een zeer efficiente oplossing

Nadere informatie

Hoe is het gesteld met de kennis bij het bevoegd gezag over innovatieve ontwikkelingen?

Hoe is het gesteld met de kennis bij het bevoegd gezag over innovatieve ontwikkelingen? P.G.H. Uges 5 november 2015 1 Het Airco-Kenniscentrum.nl is ideëel, werkt samen met ISSO en geeft net als in een encyclopedie, opdrachtgevers, gebruikers architecten en overheden, informatie over ventilatie,

Nadere informatie

Condensatie, condensdruppels

Condensatie, condensdruppels Anti-condensvlies Condensatie, condensdruppels Lucht kan afhankelijk van de ruimtetemperatuur maar een bepaalde hoeveelheid waterdamp opnemen. Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger het maximale watergehalte

Nadere informatie

ALLES WAT U WILDE WETEN

ALLES WAT U WILDE WETEN ALLES WAT U WILDE WETEN (EN NIET WIST) OVER In slechts Er zijn 3 manieren om warmte over te brengen : Convectie = verwarmen van lucht Conductie = verwarmen via vaste materies STRALING = rechtstreeks verwarmen

Nadere informatie

Bereken het thermische rendement van een Rankine cyclus met keteldruk 180 bar en een condensatiedruk 0,05 bar.

Bereken het thermische rendement van een Rankine cyclus met keteldruk 180 bar en een condensatiedruk 0,05 bar. OPDRACHTEN* OPDRACHT 1 Bereken het thermische rendement van een Rankine cyclus met keteldruk 180 bar en een condensatiedruk 0,05 bar. OPDRACHT 2 Bereken het thermische rendement van een stoomturbinecyclus

Nadere informatie

Omdat techniek een ander klimaat nodig heeft dan de mens. EC Tower - effectieve klimaatregeling voor de technische ruimte met een hoge warmtelast

Omdat techniek een ander klimaat nodig heeft dan de mens. EC Tower - effectieve klimaatregeling voor de technische ruimte met een hoge warmtelast Omdat techniek een ander klimaat nodig heeft dan de mens EC Tower - effectieve klimaatregeling voor de technische ruimte met een hoge warmtelast Het juiste koelsysteem voor uw technische ruimte In technische

Nadere informatie

In 10 stappen een Active House

In 10 stappen een Active House In 10 stappen een Active House Wat is een Active House? Een Active House is een woning waar de mens centraal staat en elementen als energie, milieu en comfort in balans zijn. Dit resulteert in een gezonde,

Nadere informatie

Isolatie plaatsen en de kiertjes niet afdichten? Een jas die niet dicht kan, heeft toch ook geen zin...

Isolatie plaatsen en de kiertjes niet afdichten? Een jas die niet dicht kan, heeft toch ook geen zin... Isolatie plaatsen en de kiertjes niet afdichten? Een jas die niet dicht kan, heeft toch ook geen zin... Woonvocht en oppervlaktecondensatie De mens zelf produceert steeds een hoeveelheid waterdamp door

Nadere informatie

. Nummer de bladzijden; schrijf duidelijk en leesbaar. ~~

. Nummer de bladzijden; schrijf duidelijk en leesbaar. ~~ TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Examen/tentamen: Faculteit Bouwkunde Vakgroep FAGO FAGO/HS - - - - Bouwfysica: Codenummer: Datum: Tijd: Warmte en Vocht 78270 26juni2002 14:00-17:00 uur. Zet op elk blad

Nadere informatie

BREEAM-NL Goedgekeurde Innovatiecredit Ionisatie. mei 2017

BREEAM-NL Goedgekeurde Innovatiecredit Ionisatie. mei 2017 - BREEAM-NL Goedgekeurde Innovatiecredit mei 2017 Omschrijving innovatiecredit Doel van de innovatie Het bevorderen vaan een gezonde en goede kwaliteit van de binnenlucht en het reduceren van het energieverbruik

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) donderdag 2 februari 2006 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee of drie open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is

Nadere informatie

C.V.I. 5.3 Het meten van relatieve vochtigheid 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID

C.V.I. 5.3 Het meten van relatieve vochtigheid 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID 5 METHODEN VAN ONDERZOEK 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID Auteur: T. van Daal 1987 Bij de conversie naar een elektronisch beschikbaar document zijn er kleine tekstuele en inhoudelijke wijzigingen

Nadere informatie

Inleiding tot de thermografie

Inleiding tot de thermografie Gericht op de toekomst Cap sur le futur Inleiding tot de thermografie Wie is testo Opgericht in 1957 Wereldwijd marktleider in de productie en verkoop van draagbare meetapparatuur 1.700 medewerkers wereldwijd

Nadere informatie

NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise

NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise SOBANE methode: Thermische omgevingsfactoren NIVEAU 3: ANALYSE INLEIDING Expertise PREVENTION Doelstellingen Het risico van thermische belasting of ongemak evalueren onder de omstandigheden die tijdens

Nadere informatie

Het hoofd in de wolken

Het hoofd in de wolken Het hoofd in de wolken Evert Hasselaar Trees Wouda, 1947 Fijn stof binnenshuis transport Van vervuilingsbron naar effect Bron vervuiling of hinder emissies Concentratie blootstelling opname gezondheids

Nadere informatie

Luchtbeweging. Door : Rene Poldervaart, Tim Stolker, Jan en Pieter Reijm

Luchtbeweging. Door : Rene Poldervaart, Tim Stolker, Jan en Pieter Reijm Luchtbeweging Door : Rene Poldervaart, Tim Stolker, Jan en Pieter Reijm Het verloop van de Presentatie Luchtbeweging Wat weten we van luchtbeweging in de kas Luchtbeweging door winddruk en windsnelheid

Nadere informatie

Energie en Energiebalans. Dictaat hoofdstuk 5

Energie en Energiebalans. Dictaat hoofdstuk 5 Energie en Energiebalans Dictaat hoofdstuk 5 Inleiding Energiebalansen = boekhouden met energie elementaire warmteleer; energieberekeningen rond eenvoudige systemen en chemische reacties Overzicht college

Nadere informatie

Energie Regeneratie Ventilatie. Op EPBD lijst. Energie efficiënte balansventilatie met warmte- én vochtuitwisseling ERV

Energie Regeneratie Ventilatie. Op EPBD lijst. Energie efficiënte balansventilatie met warmte- én vochtuitwisseling ERV Energie Regeneratie Ventilatie Op EPBD lijst Energie efficiënte balansventilatie met - én uitwisseling ERV ERV: Energie efficiënte ventilatie voor gezonde binnenlucht Samsung ventilatiesysteem D is erkend

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (3)

Klimaatbeheersing (3) Klimaatbeheersing (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Het airco-koelproces als kringloopproces 1.1 Het ph-diagram Het koelproces zoals in de auto-airco plaatsvindt maakt gebruik van de toestandsverandering

Nadere informatie

Ventilatie van kantoorgebouwen

Ventilatie van kantoorgebouwen Ventilatie van kantoorgebouwen Geert Bellens Projectleider Duurzaam bouwen Cenergie Opleiding Energieverantwoordelijke - BIM Een beetje geschiedenis Kwaliteit binnenlucht: ++ Energie: 0 Gedwongen ventilatie

Nadere informatie

+31 (0)900 1200 003 E:

+31 (0)900 1200 003 E: Klimaat anemometer AVM-40 (Kestrel 4000) mobiele klimaat anemometer om de volgende milieu-gegevens te bepalen: windsnelheid, temperatuur, relatieve vochtigheid, dauwpunt, wind chill, opwarmsnelheid, luchtdruk,

Nadere informatie

Wat je moet weten over klimaatinstallaties

Wat je moet weten over klimaatinstallaties Wat je moet weten over klimaatinstallaties Het hoe en waarom van klimaatinstallaties in een notendop Philomena M. Bluyssen COLOFON Tekst Deze gids is geschreven door Philomena M. Bluyssen van de Technische

Nadere informatie

I Ventilatiesystemen principes :

I Ventilatiesystemen principes : I Ventilatiesystemen principes : Types A, B, C van ventilatie technieken: Ventilatiesysteem A : Het natuurlijke ventilatieconcept, genaamd ventilatiesysteem A, gebruikt het schoorsteenprincipe om de luchtstroming

Nadere informatie

INFORMATIE GIDS VOOR DOE HET ZELFVERS

INFORMATIE GIDS VOOR DOE HET ZELFVERS Ventileren Wat? Ventileren is verse lucht aanvoeren en vervuilde lucht, die schadelijke stoffen en geuren bevat, afvoeren. Ventileren is meer dan de kamer luchten door ramen en deuren even wijd open te

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming H01N2a: Energieconversiemachines- en systemen Academiejaar 2010-2011 Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming Professor: Martine Baelmans Assistent: Clara

Nadere informatie

Anemometer PCE-007 precisie anemometer met dockconnector, geheugen en software voor het meten van de luchtsnelheid, de temperatuur en de volume stroom

Anemometer PCE-007 precisie anemometer met dockconnector, geheugen en software voor het meten van de luchtsnelheid, de temperatuur en de volume stroom Anemometer PCE-007 precisie anemometer met dockconnector, geheugen en software voor het meten van de luchtsnelheid, de temperatuur en de volume stroom De luchtdebietmeter is heel economisch en heeft een

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw : Ventilatie: ontwerp en afstelling

Opleiding Duurzaam Gebouw : Ventilatie: ontwerp en afstelling Opleiding Duurzaam Gebouw : Ventilatie: ontwerp en afstelling Leefmilieu Brussel Relatie tussen de luchtkwaliteit en het ventilatiesysteem Samuel CAILLOU WTCB/CSTC Doelstelling(en) van de presentatie Overzicht:

Nadere informatie

Bruto momenteel koelvermogen van een gekoelde ruimte

Bruto momenteel koelvermogen van een gekoelde ruimte C - BRUTO MOMENTEEL KOELVERMOGEN VAN EEN GEKOELDE RUIMTE Bruto momenteel koelvermogen van een gekoelde ruimte De norm NEN 1876 definieert diverse koelvermogens. Tabel 1 somt 7 definities op waarbij gelet

Nadere informatie

www.hth-hth.nl Energie kosten besparen met Gesloten Hybride Medium-koeler (GHM)

www.hth-hth.nl Energie kosten besparen met Gesloten Hybride Medium-koeler (GHM) RBO bank 37 62 72 732 BN NL 39 RBO 0376 272 732 K o n t r ak t v o o r wa a r d e n nternet..www.hth-hth.nl Handelsr.K.v.K.04054189 BTW. NL0370 4494 1B01 Ten rlo 6 7921 V Zuidwolde Tel. 0528 371010 Fax

Nadere informatie

en tot hetzelfde resultaat komen, na sommatie: (9.29)

en tot hetzelfde resultaat komen, na sommatie: (9.29) 9.11 KRINGPROCESSEN In deze paragraaf wordt nagegaan wat de invloed is van wrijving op een kringproces, i.h.b. wat is de invloed van wrijving op het thermisch rendement en koelfactor. Beschouw een kringproces

Nadere informatie

Niet residentiële ventilatie

Niet residentiële ventilatie Voorbeeld berekening minimum ontwerpdebiet: Leslokaal 50m² Bezetting volgens bouwteam (op plan): 10 personen 10 pers x 22m³/h/pers = 220m³/h Bezetting volgens tabel: 50m² : 4m²/pers = 12,5 pers 13 personen

Nadere informatie

Motorvermogen,verliezen en rendementen

Motorvermogen,verliezen en rendementen Hoofdstuk 3 Motorvermogen,verliezen en rendementen 1) Het indicatordiagram In het vorige hoofdstuk werd een pv diagram opgesteld van de cyclus die doorlopen werd. Dit diagram beschrijft eigenlijk het arbeidsproces

Nadere informatie

Duurzame energie. uitgestoten in vergelijking met een conventioneel verwarmingssysteem, bijvoorbeeld een CV ketel.

Duurzame energie. uitgestoten in vergelijking met een conventioneel verwarmingssysteem, bijvoorbeeld een CV ketel. Duurzame energie Er wordt tegenwoordig steeds meer gebruik gemaakt van duurzame energiesystemen in gebouwen. Hiermee wordt op een natuurlijke wijze duurzame energie gewonnen om de woningen te verwarmen

Nadere informatie

Ventilatie voorontwerp

Ventilatie voorontwerp Tessenderlo, donderdag 23 februari 2017 Ventilatie voorontwerp Bouwheer: Martine Tempels F. Rigasquare 16 1030 Brussel (Schaarbeek) Ontwerper: Steto bvba Vismarkt 29 Dossiernummer: 2017-0043_DW_CM Bouwplaats:

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam Naam:. Studentnummer Leiden:... En/of Studentnummer Delft:... Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

D2Recool. Duurzaam klimaatsysteem voor een comfortabel binnenklimaat. Product informatie

D2Recool. Duurzaam klimaatsysteem voor een comfortabel binnenklimaat. Product informatie D2Recool Duurzaam klimaatsysteem voor een comfortabel binnenklimaat Product informatie D2Recool: Duurzame en effectieve klimaatbeheersing De D2Recool productlijn is één van de klimaatsystemen van Dutch

Nadere informatie

Passiefhuis-Platform vzw De REFLEX voor energiebewust bouwen

Passiefhuis-Platform vzw De REFLEX voor energiebewust bouwen PHP-leden die meewerkten aan dit project: Architectuur: A2M architecten Zetel CIT Blaton Zicht van de straatgevel; bron: A2M architecten 1. Context en doelstelling van het gebouw Het doel was een renovatie

Nadere informatie

Ventielventilatie. Beschrijving

Ventielventilatie. Beschrijving Ventielventilatie Beschrijving Ventielventilatie is enigszins te vergelijken met klepventilatie maar het biedt t.o.v. klepventilatie enkele voordelen: de inkomende lucht wordt door de turbulentie beter

Nadere informatie

Energie Label C behalen met duurzaam klimatiseren voor Kantoren. Door Willem van Dijk

Energie Label C behalen met duurzaam klimatiseren voor Kantoren. Door Willem van Dijk Energie Label C behalen met duurzaam klimatiseren voor Kantoren Door Willem van Dijk Even Voorstellen Willem van Dijk Technisch Commercieel Adviseur 30 jaar praktijk ervaring op het gebied van: Koeltechniek

Nadere informatie

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING INLEIDING Vanwege de oprakende fossiele brandstoffen worden we met zijn alle gedwongen op zoek te gaan naar verbeterde of alternatieve energieopwekkers. Van hout naar kolen naar olie naar gas en nu naar

Nadere informatie

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen. DUCO at HOME De standaard voor woningventilatie Bij Duco Ventilation & Sun Control staat de gezondheid van de bewoners op de eerste plaats. Het Duco Comfort System en het DucoTronic System bieden de garantie

Nadere informatie

Nano Green World AirQuality Interior SelfClean

Nano Green World AirQuality Interior SelfClean Nano Green World AirQuality Interior SelfClean Op basis van Nanotechnologie Luchtreiniging met licht Hygiëne Actieve luchtverfrissing Easy to Clean eigenschappen Inhoud Introductie Nano Green World...

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 13 april 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

VAN CO 2 NAAR H 2 O AGENDA

VAN CO 2 NAAR H 2 O AGENDA AGENDA PRODUCT OVERZICHT INDIRECTE & DIRECTE VRIJE KOELING MOLLIER DIAGRAM ASHREA CONDITIES BASIS VORMEN ENERGIEVERBRUIK & CO 2 UITSTOOT KANTTEKENINGEN CONCLUSIES Bert Leffers STULZ Groep B.V. PRODUCT

Nadere informatie

ECO V. lg Electronics Ventilatie - warmteterugwinning. Speciefieke kenmerken van de Eco V-unit:

ECO V. lg Electronics Ventilatie - warmteterugwinning. Speciefieke kenmerken van de Eco V-unit: lg Electronics Ventilatie - warmteterugwinning ECO V In het kader van het huidige bouwbesluit, waarin een eis is opgenomen dat uw werk of verblijfsruimte een juiste luchtverversing behaald, heeft LG Electronics

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 24 juni 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

Traditioneel parket op vloerkoeling.

Traditioneel parket op vloerkoeling. Traditioneel parket op vloerkoeling. Traditioneel parket op vloerkoeling. De consument wordt steeds meer op zijn wenken bediend als het gaat om meer comfort in en rondom het huis. Veel nieuwbouw wordt

Nadere informatie

De juiste dampkap op de juiste plaats

De juiste dampkap op de juiste plaats De juiste dampkap op de juiste plaats De juiste dampkap op de juiste plaats De meest toegepaste dampkappen zijn conventionele dampkappen, luchtinductie dampkappen en impulslucht dampkappen. Deze kappen

Nadere informatie

SAMSUNG ERV. Ventilation is our business. Energie - Regeneratie - Ventilatie WTW unit met vochtrecuperatie. Clima Construct

SAMSUNG ERV. Ventilation is our business. Energie - Regeneratie - Ventilatie WTW unit met vochtrecuperatie. Clima Construct luchttechniek groothandel - fabrikant Ventilation is our business SAMSUNG ERV Energie - Regeneratie - Ventilatie WTW unit met vochtrecuperatie Samsung ERV 800 Bij het goed ventileren van een verblijfsruimte

Nadere informatie

Integrated Management System

Integrated Management System Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Doel... 1 2. Toepassingsgebied... 1 3. Referentie... 1 4. Definities... 1 5. Werkinstructie... 2 5.1 Blootstelling aan extreme koude belasting... 2 5.2 Blootstelling

Nadere informatie

Rapport nr. H.0611.S.393. EMCP-productiehallen

Rapport nr. H.0611.S.393. EMCP-productiehallen Verwarming van industriehallen: vergelijking van plafond stralingspanelen en industriële vloerverwarming pagina 1/11 Rapport nr. H.0611.S.393. EMCP-productiehallen Verwarming van industriehallen Gecomputeriseerde

Nadere informatie