3-kanaals radiografisch weerstation 7059

Transcriptie

1 G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: kanaals radiografisch weerstation 7059 Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet:

2 Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Inhoudsopgave Introductie 3 Kenmerken 4 Basisinstelling 5 Functietoetsen 13 Plaatsing van het weerstation 20 Onderhoud en reparaties 22 Technische gegevens 22 Uitsluiting aansprakelijkheid 23 Pagina Introductie Van harte gefeliciteerd met de aankoop van dit modern weerstation. Met dit radiografisch weerstation haalt u de actuele weersvoorspelling eenvoudig in huis. Het overzichtelijke display laat de DCF-tijd, temperatuur- en luchtvochtigheidmeetwaarden zien, verder is het weerstation uitgerust met een elektronische barometer. Het apparaat is eenvoudig en makkelijk te bedienen. Lees eerst deze handleiding volledig en zorgvuldig door voordat u het weerstation in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Dienst, Nederland: Ma. - vr uur Het weerstation V Ophangoog Batterijvak Demonteerbare tafelstandaard 2 3

3 Functietoetsen: Kenmerken weestation: * Zendergestuurde DCF-77-klok met handmatige insteloptie * 12- of 24-uurs aanduiding en tijdzone-instelling * Aanduiding van de actuele kamertemperatuur en relatieve kamerluchtvochtigheid met opslag van de minimum- en maximumwaarden als ook tijd en datum van de opslag. * Drie weersymbolen voor de weersvoorspelling * Weertendensaanduiding * Stormwaarschuwing * Grafische weergave van het luchtdrukverloop van de afgelopen 72 uur * Aanduiding van de absolute luchtdruk in hpa/inhg * Aanduiding van de relatieve luchtdruk in hpa/inhg met ijkmogelijkheid * Aanduiding van de actuele buitentemperatuur en relatieve buitenluchtvochtigheid met opslag van de minimum- en maximumwaarden als ook tijd en datum van de opslag (als optie buitenzender apart verkrijgbaar). * Ontvangstmogelijkheid voor tot 3 buitenzenders (als optie) * Temperatuurweergave in C of F kiesbaar * LCD-contrast in 8 stappen instelbaar * Aanduiding batterij leeg. * Demonteerbare tafelstandaard of wandmontage. 4 CH Ingebruikname Basisinstelling: 1. Plaats de drie 1,5V-batterijen van het type AA, IEC LR6 in het batterijvak van het weerstation (zie hoofdstuk Plaatsen en vervangen van de batterijen). Zodra de batterijen geplaatst zijn, zullen alle aanduidingsegmenten op de LCD kort oplichten en daarna de kamertemperatuur en de relatieve binnenluchtvochtigheid, de tijd, datum en de weersymbolen zon en wolken weergeven. Wanneer de binnentemperatuur en -luchtvochtigheid binnen enkele seconden worden weergegeven moeten de batterijen voor minimaal 10 seconden verwijderd worden en daarna weer ingezet. Zodra de binnenmeetwaarden weergegeven worden kunt u met punt 2. verder gaan (de stappen 2 tot 6 gelden alleen voor het gebruik van buitenzenders (als optie), gebuikt u geen buitensensoren kunt u direct met stap 7 verdergaan). 2. Na het activeren van het weerstation moeten binnen 3 minuten de batterijen in de buitenzender(s) (als optie) geplaatst worden. 3. Na het plaatsen van de batterijen in de buitenzender ontvangt het weerstation binnen enkele seconden de data van de buitenzender. De buitentemperatuur en de relatieve buitenluchtvochtigheid moeten nu op het weerstation verschijnen (aanduiding relatieve buitenluchtvochtigheid alleen bij gebruik van een thermo-hygro-buitenzender). Verschijnt binnen 15 minuten geen aanduiding moeten de batterijen verwijderd worden en nog een keer vanaf punt 1. de handelingen doorgevoerd worden. 4. Het kunnen tot drie buitenzenders (als optie) via het weerstation werken. Heeft u extra buitenzenders aangeschaft moet u voor deze de handelingen vanaf punt 2. uitvoeren. U moet hierbij opletten dat er tussen de ontvangst van de data van de laatst in gebruik genomen buitenzender een tijd van 10 seconden moet liggen voordat de volgende buitenzender in gebruik genomen kan worden. Het weerstation nummert de buitenzenders op volgorde, d.w.z. de volgorde die voor de basisinstelling aangehouden is b.v. de eerste temperatuurzender krijgt het nummer 1 enz. 5

4 5. Nadat alle buitenzenders in gebruik zijn genomen wordt eerst een controlefase uitgevoerd, tijdens deze laat het display de ontvangst van alle buitenzender in willekeurige volgorde zien. Door het drukken op een willekeurige toets kan deze procedure afgebroken worden en op het display wordt de temperatuur en luchtvochtigheid van de eerste zender weergegeven. De procedure stopt automatisch als binnen enkele minuten geen toets aangeraakt wordt. 6. Zodra de meetwaarden van de temperatuurzenders op het weerstation ontvangen en weergegeven worden start automatisch de ontvangst van de DCF-77-tijdinformatie. Plaatsen en vervangen van batterijen in het weerstation Voor het weerstation zijn drie 1,5V-batterijen van het type AA IEC LR6 nodig. Als op het display het batterijsymbool verschijnt, moeten de batterijen vervangen worden. Voor het nieuw inleggen of vervangen van de batterijen handelt u als volgt: 7. Dit kan onder gunstige omstandigheden ca. 3-5 minuten duren. Tijdens deze tijdruimte moeten de buitenzenders op geschikte plekken geplaatst worden. Voor een voldoende overdracht van het 433-MHzsignaal mogen deze niet verder geplaatst worden dan maximaal m vanaf de plaats waar u het weerstation later wilt opstellen. (Let hierbij op de opmerkingen Plaatsing en 433 MHz-ontvangsttest ). 8. Wordt binnen 10 minuten de DCF-77-tijd niet weergegeven, dient u de tijd handmatig in te stellen (zier hiervoor handmatige tijdinstelling ). De zendergestuurde klok zal daarna automatisch op ieder uur een nieuwe poging ondernemen de DCF-tijdinformatie te ontvangen. Als dit succes heeft, wordt de daarvoor handmatig ingestelde tijd overschreven met de correcte DCF-tijd. Tegelijkertijd zal door de DCF-77-tijdinformatie de juiste datum ingesteld worden. 9. Uw weerstation en de eventuele buitenzender zijn hiermede bedrijfsklaar. Bij een basis of een nieuwe instelling moeten eerst de batterijen in het weerstation geplaatst worden, omdat deze de ontvangstmodus voor de te activeren buitenzenders voorbereid. Gebruik voor het vervangen van de batterijen alleen batterijen van hetzelfde type Til met de vinger of een geschikt stuk gereedschap vanuit de uitsparing in het midden van het batterijvak het batterijvakdeksel omhoog en verwijder het deksel. 2. Leg de nieuwe batterijen er in; let op de juiste polariteit (zie markering). 3. Sluit het batterijvak weer af met het deksel. Als u de batterijen in een van de eenheden vervangt, moeten alle eenheden opnieuw ingesteld worden (zie opnieuw instellen ). Dit is noodzakelijk, omdat de zender bij de eerste start van het weerstation een speciale veiligheidscode overbrengt, die door het weerstation in de eerste 3 minuten na het starten ontvangen en opgeslagen moet worden. 7

5 Vervangen batterij: Er wordt aanbevolen de batterijen direct te vervangen als het batterijsymbool op het display (naast de zendmast) verschijnt, in ieder geval de batterijen 1x per jaar vervangen om zeker te zijn van een optimale functie. Lever uw bijdrage aan het milieu en deponeer lege batterijen in de inzamelbakken in winkels e.d. LC-display Het LC-display van het weerstation is voor een beter overzicht onderverdeeld in vijf kleine beeldschermen. Ze dienen voor de weergave van tijd en datum, numerieke en grafische luchtdrukaanduiding, weersvoorspelling als ook de kamer- en buitentemperatuur en -luchtvochtigheid. Datum Opnieuw instellen 1. Verwijder de batterijen uit het weerstation en de eventuele buitenzenders. 2. Wacht minimaal 30 seconden voordat u de stappen, onder basisinstelling beschreven, herhaald. Belangrijke opmerking: Voor die gebruikers, die zich verder willen verdiepen in de manier waarop het weerstation werkt, bevindt zich aan het eind van deze handleiding in alfabetische volgorde een trefwoordenregister met een reeks van technische en functionele verklaringen. Voor het gebruik en de bediening van het apparaat is een studie van dit hoofdstuk niet noodzakelijk. De in het trefwoordenregister voorkomende thema s worden op de betreffende plaatsen in de handleiding kenbaar gemaakt door het teken S x). zendergestuurde DCF-tijd Luchtdrukverloop van de afgelopen 72 uur kamer-/ buitentemperatuur aanduiding in ºC of ºF DCF-ontvangstsymbool luchtdruk in weersymbolen weertendensaanduiding buitenbereikontvangstsymbool kamer-/buitenbereikluchtvochtigheid in% buitenzender-identificatienummer LCD 1 - Zendergestuurde klok S 3) In de normale mode aanduiding van de zendergestuurde tijd, met atoomprecisie Bij drukken op de toets weergave van de actuele datum. Bij drukken op de toets weergave van het ontvangen en opslaan S 3) van de betreffende minimum- en maximumwaarden van de kamer- en buitenluchtvochtigheid. Een zendmastsymbool in de bovenste rechter hoek van LCD 1 laat 8 9

6 zien, dat een DCF-77-tijdsignaal gezocht (knipperende aanduiding) resp. ontvangen wordt (continue brandend). In de programmeermode weergave van verschillende opmerkingen en instelwaarden. Zoals met elke weersvoorspelling kan ook hier geen absolute nauwkeurigheid gegarandeerd worden. Op grond van de verschillende klimaatzones, waarvoor het apparaat ontwikkeld is, heeft het weerstation een gemiddelde precisie van 75%. LCD 2 - Luchtdruk Weergave van de actuele absolute of relatieve luchtdruk S 4) in hpa (hecto-pascal) of inhg (inch kwikkolom). Een batterijsymbool op de bovenste kant laat het noodzakelijke vervangen van de batterijen zien. LCD 3 - Weersvoorspelling Aanduiding van het te verwachten weergebeueren in de vorm van drie weersymbolen en een weertendensaanduiding in pijlvorm, die in afhankelijkheid van de luchtdrukontwikkeling verandert. Zakt de luchtdruk vlugger dan normaal wordt het symbool van een regenwolk en een naar onder wijzende, knipperende pijl zo lang getoond, als teken voor een mogelijk opkomende storm, tot de luchtdruk stabiel blijft of weer aanstijgt. Weersymbolen S 5) De drie weersymbolen leveren bij plotselinge veranderingen van de luchtdruk in de volgende combinaties een weersvoorspelling: Zonnig Bewolkt met zonnige perioden Regenachtig Weertendensaanduiding S 6) De weertendenspijlen bevinden zich aan beide kanten van de weersymbolen. Ze geven de bewegingen van de luchtdruk weer en geven daardoor wederom een voorspelling van het te verwachten weer. De tendenspijlen kunnen als volgt weergegeven worden: Tendenspijl wijst naar boven: dit betekent, dat de luchtdruk stijgt en dat er beter weer verwacht kan worden. Tendenspijl wijst naar beneden: dit betekent, dat de luchtdruk daalt en dat er een weersverslechtering verwacht kan worden. LCD 4 - Luchtdrukstatistiek S 7) Volgens geprogrammeerde aanduiding is het verloop van de luchtdruk van de voorgaande tijd in de vorm van een verticale staafdiagram te zien. Luchtdrukverloop Het staafdiagram laat in hecto-pascal (hpa) het luchtdrukverloop zien van de afgelopen 72 uur in 11 stappen. Hierbij representeert de horizontale as, de opgeslagen luchtdrukwaarden van rechts steeds op het tijdstip, 0, -1, -3, -6, -9, -12, -18, -24, -36, -48 en -72 uur. De verticale as representeert de luchtdrukveranderingen in hpa (+8, +6, +4, +2, 0, -2, -4, -6, -8, hierbij is de punt 0 de actuele luchtdruk)

7 LCD 5 - Ruimtetemperatuur en luchtvochtigheid In de normale mode staat aan de linkerkant de actuele kamertemperatuur. In de normale mode staat aan de rechterkant de actuele relatieve kamerluchtvochtigheid. Door een druk op de toets links de weergave van de opgeslagen minimale en maximale kamertemperaturen en tegelijkertijd de aanduiding van een MIN- of MAX-symbool in het midden boven. Door een druk op de toets rechts de weergave van de opgeslagen minimale en maximale kamerluchtvochtigheid en tegelijkertijd de aanduiding van een MIN- of MAX-symbool in het midden boven. Buitentemperatuur en -luchtvochtigheid (als optie, alleen met buitenzender(s) In de normale mode staat aan de linkerkant de actuele buitentemperatuur. In de normale mode staat aan de rechterkant de actuele relatieve luchtvochtigheid voor het buitenbereik. Door een druk op de toets links de weergave van de opgeslagen minimale en maximale buitentemperaturen en tegelijkertijd de aanduiding van een MIN- of MAX-symbool in het midden boven. Door een druk op de toets rechts de weergave van de opgeslagen minimale en maximale buitenbereik-luchtvochtigheid en tegelijkertijd de aanduiding van een MIN- of MAX-symbool in het midden boven. Omdat al deze aanduidingen - afhankelijk van programmering en omvang van het systeem - via het drukken op een toets van tot drie buitensensoren opgevraagd kunnen worden, geeft de zenderherkenning in de hoek linksonder van LCD 5 informatie, van welke sensor de op dat moment weergegeven waarden afkomstig zijn. Verder laat een antennesymbool in het midden boven zien wanneer een signaal overgedragen wordt via een buitensensor. Functietoetsen MODE-SET-toets (instelling) Dient voor het omschakelen tussen de drie volgende aanduidingsoorten; uur, minuten en seconden uur, dagdatum en maand uur, weekdag en dagdatum. Dient in de normale mode - als deze ingedrukt en tenminste 2 seconden vastgehouden wordt - voor de toegang tot de programmeermode en daar voor de keuze van de verschillende instelmodes en ook voor het bevestigen van de ingestelde waarden. MIN/MAX/RESET-toets Dient in de normale mode voor het kiezen van de opgeslagen minimum- en maximum binnen- en buitentemperaturen en - luchtvochtigheid en ook de tijd en datum van de opslag.. Dient - als u deze toets minimaal 2 sec lang indrukt - voor het verwijderen van alle opgeslagen kamer- en buitenbereik-minimaal en maximawaarden, in plaats daarvan verschijnt de actueel gemeten kameren buitentemperatuur, de actuele relatieve kamer- en buitenluchtvochtigheid en ook de tijd en datum. Dient voor het verlaten van de programmeermode. CH/+-toets Dient voor het omschakelen tussen de diversen buitenzenders (als optie, alleen met buitenzender(s)). Dient in de programmeermode voor het veranderen resp. kiezen van alle te veranderende en programmeerbare numerieke waarden en aanduidingen. IN/OUT-toets) Dient voor het omschakelen van de weergave voor de actuele kamertemperatuur en -luchtvochtigheid en de actuele buitenbereiktemperatuur en -luchtvochtigheid (worden geen buitenzenders gebruikt is er ook geen weergave voor het buitenbereik).. Dient voor het verlaten van de programmeermode

8 Programmering vanuit de normale displaymode Door drukken op de MODE/SET -toets voor ca. 2 seconden kunt u direct in de programmeermode komen. Bij iedere programmering kan door herhaald op de toets MODE/SET te drukken navolgende mode opgeroepen worden (in de navolgende volgorde) en van de gebruiker gekozen of veranderd worden. 1. Instelmode voor LCD-contrast 2. Keuzemode 12- of 24-uur-aanduiding 3. Tijdinstelling (uren en minuten) 4. Tijdzone-instelling 5. Kalenderinstelling (jaar, maand, dag, weekdag) 6. Temperatuurweergave in C (graad Celsius) of F (graad Fahrenheit) 7. Gevoeligheidsinstelling voor de weersvoorspelling (veranderingen in hpa) 8. Keuzemode van de aanduiding relatieve hpa of inhg en absolute hpa en inhg 9. Instelling relatieve hpa of inhg. Instellen van het LCD-contrast 1. Nadat u voor de eerste keer op de toets MODE/SET gedrukt heeft zal in de functiegroep 1 het woord LCD 5 beginnen met knipperen (basisinstelling LCD 5) 1. Kies met de CH/+ -toets het voor de locatie van het weerstation beste displaycontrast (0-7 contraststappen). 2. Druk op de MODE/SET -toets om door te schakelen naar de Keuzemode 12- of 24-uurs aanduiding. Keuzemode 12- of 24-uurs aanduiding 1. De 12 of 24 zal op de LC-display beginnen te knipperen (basisinstelling 24). Kies met de CH/+ -toets de gewenste manier van weergeven. 2. Druk op de MODE/SET-toets om door te schakelen naar de tijdinstelmode 14 Tijdinstel-mode 1. De urencijfers beginnen op LCD 1 te knipperen. Stel met de CH/+ - toets de gewenste uren in en druk dan op de MODE/SET -toets. 2. Nu zullen de minutencijfers knipperen. Stel weer met de CH/+ -toets de gewenste minuten in en druk dan op de MODE/SET -toets om door te schakelen naar de mode tijdzone-instelling. Tijdzone-instelling 1. De aanduiding 0 op LCD 1 begint te knipperen (basisinstelling 0). Als u de aanduiding van een andere tijdzone wilt (b.v. Britse zomer- of wintertijd), kiest u met de CH/+ -toets de betreffende gewenste afwijking van de MEZ-(Midden-Europese tijd) tijdsaanduiding van het DCF 77-signaal. 2. Druk op de MODE/SET -toets om door te schakelen naar de mode kalenderinstelling. Kalenderinstelling 1. Het jaartal begint op LCD 1 te knipperen. Kies met de CH/+ -toets het gewenste jaar (2000 tot 2030 mogelijk) 2. Druk op de MODE/SET -toets. Nu knippert de maand. 3. Stel weer met de CH/+ -toets de gewenste maand in. 4. Druk dan op de MODE/SET -toets. Nu knippert de dag. 5. Stel weer met de CH/+ -toets de gewenste dag in. 6. Druk dan op de MODE/SET -toets. Nu knippert de weekdag. 7. Stel weer met de CH/+ -toets de gewenste weekdag in. 8. Druk op de SET -toets om door te schakelen naar de temperatuuraanduiding in C (graden Celsius) of F (graden Fahrenheit). Als het weerstation het DCF-77-zendsignaal correct ontvangen heeft en de juiste datum weergeeft is een kalenderinstelling niet nodig. Temperatuuraanduiding in C (graden Celsius) of F (graden Fahrenheit) 1. Op LCD 1 begint de letter C of F te knipperen (basisinstelling C).. Kies met de CH/+ -toets de C voor het weergeven van de temperatuur in C resp. op F voor weergave in F. 2. Druk op de MODE/SET -toets om door te schakelen naar de mode 15

9 Gevoeligheidsinstelling van de weersvoorspelling (veranderingen in hpa). Gevoeligheidsinstelling S 8) van de weersvoorspelling (veranderingen in hpa). 1. De hpa-gevoeligheid in de luchtdruksectie van LCD-2 begint te knipperen (basisinstelling 3). Kies met de CH/+ -toets de gevoeligheid (2, 3 of 4 hpa), waarbij het weersymbool voor de weersvoorspelling met een verandering moet reageren. 2. Druk op de MODE/SET -toets om door te schakelen naar de Keuzemode relatieve hpa/inhg of absolute hpa/inhg. Keuzemode relatieve hpa of inhg en absolute hpa of inhg S 4) 1. De aanduiding relatieve hpa/inhg of absolute hpa/inhg begint in de luchtdruksectie op LCD 2 te knipperen (basisinstelling rel. hpa). Kies met de CH/+ -toets de gewenste luchtdruk-weergavemode. U kunt kiezen in de volgorde van rel. hpa, abs. hpa, rel. inhg, abs. inhg, enz. De weergave van de absolute luchtdruk kan door de gebruiker niet veranderd worden. Als u de aanduiding van de relatieve luchtdruk wilt ijken op uw hoogte boven de zeespiegel, moet u dus de keuzemode relatieve hpa/inhg kiezen. 1. Druk op de SET -toets om door te schakelen naar de IJkmode relatieve hpa/inhg. Heeft u de weergavemode absolute hpa/inhg gekozen, komt u niet in de ijkmode relatieve hpa/inhg, deze mode kan alleen bij de instelling van het de relatieve luchtdruk gebruikt worden. IJkmode relatieve hpa/inhg S 4) 1. De cijfers van de aanduiding relatieve hpa of inhg (afhankelijk van de voorkeuze van de weergave relatieve hpa of relatieve inhg) begint op LCD 2 te knipperen. Kies met de CH/+ -toets de gewenste instelling in hpa (van 970 hpa tot 1030 hpa) of in inhg (van inhg tot inhg). 2. Druk op de MODE/SET -toets om de programmeermode te verlaten. De ijkmogelijkheid van de luchtdrukweergave in relatieve hpa of inhg is alleen voor die gebruikers belangrijk welke op verschillende hoogtes boven de zeespiegel leven, en de weergave echter gebaseerd op de zeespiegel wensen. Verlaten van de programmeermode Om terug te keren naar de normale weergavemode kunt u ten alle tijde in de programmeermode op de IN/OUT -toets drukken. Of voor het verlaten van de programmeermode de MIN/MAX/RESET -toets drukken. Als er in de programmeermode minstens 18 seconden geen toets ingedrukt wordt, schakelt het weerstation automatisch terug naar de normale weergavemode. Wisselen van de weergave tussen de opgeslagen kamer- en buitenbereiksgegevens (buitentemperatuur als optie, buitenbereik-luchtvochtigheid alleen met een thermo-hygro-buitenzender) Deze functie werkt alleen bij gebruik van een buitenzender. Door meerdere keren te drukken op de IN/OUT -toets is het mogelijk na elkaar de opgeslagen minimum- en maximum kamertemperatuur- en luchtvochtigheidswaarden resp. buitentemperatuur- en buitenbereikluchtvochtigheidswaarden met het desbetreffende tijdstip en datum van opslaan op te roepen. Dit gebeurt na elkaar op de volgende manier: Druk op de IN/OUT -toets voor het wisselen van de weergaven van kamer- en buitenbereiksgegevens. Volgens de aanduiding wordt nu het woord INDOOR of OUTDOOR boven links in de hoek op LCD 5 weergegeven. 17

10 Wisselen van de weergave tussen meerdere buitenzenders (optionele functie, alleen te gebruiken met meer dan een buitenzender). Op LCD-5 wordt ook de buitentemperatuur en -luchtvochtigheid en ook een zendsignaal getoond. Naast de buitentemperatuur wordt een kengetal voor een zender weergegeven. Druk voor een wisselende weergave van de verschillende buitenzenders de toets CH/+ : een keer voor de weergave van buitenzender 2 twee keer voor de weergave van buitenzender 3 drie keer om terug te keren naar de weergave van buitenzender 1. De zenderherkenning wordt alleen getoond, wanneer meer dan een buitenzender in gebruik zijn. Terugzetten van alle minimum/maximum-waarden Door de MIN/MAX/RESET -toets min. 2 sec lang in te drukken worden alle opgeslagen minimum- en maximumwaarden voor kamer- en buitentemperatuur en -luchtvochtigheid en ook tijd en datum van opslaan teruggezet naar de op dat moment actuele waarden. Ontvangstcriteria De software van het weerstation leidt voor de ontvangst en ter berekening van de aanduidingswaarde tot een reeks omvangrijke operaties S 9), die voor de gebruiker op zich niet belangrijk zijn. De gebruiker hoeft op dit punt slechts op 2 criteria te letten: 1. Als de tijd op LCD 1 niet juist weergegeven wordt, dient u te handelen volgens punt DCF-77-ontvangsttest. 2. Als u kunt zien, dat de ontvangst van een van de buitensignalen gestoord is, dient u te handelen volgens punt 433 MHz-ontvangsttest. (alleen voor buitenzender(s)). DCF-77-ontvangsttest Nadat u de batterijen er ingelegd heeft, zal het weerstation automatisch proberen, het DCF-77-frequentiesignaal (tijdsignaal-overdracht) te ontvangen. In een normale omgeving (d.w.z. op veilige afstand van storingsbronnen zoals b.v. Tv) duurt het tot aan de ontvangst van de radiosignalen ca.3-5 minuten. Als er binnen 10 minuten na het inleggen van de batterijen geen correcte ontvangst van het DCF-77-signaal ontvangen wordt, dient u de volgende punten te controleren. Als dit niet tot een bevredigend resultaat leidt, dient u de tijd handmatig in te stellen (zie handmatige tijdinstelling). 1. De afstand van het weerstation tot storingsbronnen zoals b.v. computermonitors of Tv-toestellen dient minstens 1,5-2 m te bedragen. 2. Plaats het weerstation niet direct naast of in de nabijheid metalen kozijnen. 3. In ruimtes met gewapend beton (kelders, flats enz.) is het DCF-77-signaal automatisch zwakker. In extreme gevallen kunt u het weerstation het beste vlak bij een raam plaatsen en/of het zo richten, dat de voorof achterkant in de richting van Frankfurt wijst. Vermijd daarbij een opstelling vlak bij metalen ramen of -constructies. Veel gebruikers wonen in een omgeving, waar atmosferische storingen de juiste ontvangst van het DCF-77-signaal zwaar hinderen. s Nachts zijn de atmosferische storingen ook daar aanzienlijk minder, zodat de ontvangst van het signaal dan praktisch altijd mogelijk is. Een enkele signaalontvangst per dag is voldoende, om de afwijking van uw weerstation in 24 uur binnen 0,5 sec te houden. Als de ontvangst gelukt is, zal het DCF-77-zendmastsymbool op het LC-display beginnen te knipperen als teken, dat het signaal herkend is en ontvangen zal worden. Als het signaal ten slotte vast gelokaliseerd is, blijft de aanduiding van het zendmastsymbool permanent op het display. Het ontvangen signaal zal nu de handmatig ingestelde tijd automatisch overschrijven. 433MHz-ontvangsttest Net als bij het DCF-77-signaal zal het weerstation automatisch proberen, het 433MHz-signaal van de buitenzender(s) te ontvangen, nadat de batterijen er ingelegd zijn. Als er binnen 15 minuten na het inleggen van de batterijen in 18 19

11 het weerstation geen correcte aanduiding van de buitentemperatuur, de luchtvochtigheid buiten en de neerslagaflezing plaatsvindt, ga dan naar punt nieuwe instelling. 1. De afstand van het weerstation tot storingsbronnen zoals b.v. computermonitoren of Tv-toestellen moet minstens 1,5-2 m bedragen. 2. Plaats het weerstation niet direct naast of in de nabijheid metalen kozijnen. 3. Het gebruik van andere, op dezelfde frequentie (433 MHz) werkende apparaten, zoals b.v. hoofdtelefoon of luidsprekers kan de correcte signaaloverdracht belemmeren. 4. Storingen in de ontvangst kunnen ook veroorzaakt worden door buren, die op dezelfde frequentie werkende apparaten in gebruik hebben. Als het 433MHz-signaal voor de buitentemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid buiten correct ontvangen wordt, vermijd dan het opnieuw openen van het batterijvak op weerstation of buitenzender(s), omdat daardoor de batterijen er uit zouden kunnen springen, wat een verkeerde weergave van alle waarden zou kunnen veroorzaken. Als dit desondanks toch per ongeluk gebeurt, dient u alle onderdelen opnieuw in te stellen (zie Nieuwe instelling). Het overdrachtbereik van de buitenzender naar weerstation (433MHz) bedraagt in de openlucht maximaal ca. 20 meter, maar is afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en mogelijke storingsbronnen. Als er, hoewel u al deze factoren in acht neemt, geen ontvangst mogelijk is, moet u alle onderdelen opnieuw instellen (zie Nieuwe instelling). Het overdrachtbereik van de buitenzender naar het weerstation kan ook nadelig beïnvloed worden, als deze langere tijd aan extreme koude (-25 C) blootgesteld worden. In een dergelijk geval wordt het 433MHz-signaal zo afgezwakt, dat het de zendafstand van 20 meter niet bereikt. De invloed van dergelijke lage temperaturen kan verder de capaciteit van de batterijen sterk reduceren. Plaatsen van het weerstation Het weerstation wordt compleet met een demonteerbare tafelstandaard geleverd, hierdoor is het mogelijk het weerstation op een tafel te plaatsen of op te hangen aan een muur. Voor de wandmontage handelt u als volgt: Draai een passende schroef (niet bij de levering inbegrepen) in de gewenste muur en laat de kop ervan ca. 5 mm van de muur afstaan. 2. Met het zich aan de achterkant van het weerstation bevindende ophangoog wordt het weerstation aan deze schroef gehangen. Let er bij het ophangen op, dat het station goed in de ophanging klikt, voor dat u het loslaat. Wij raden u aan om, voordat u de schroef in de muur bevestigt en het weerstation ophangt, te controleren of er een probleemloze ontvangst van het DCF-77- en het 433MHz-signaal plaatsvindt. Als de ontvangst van de signalen op de gewenste plek niet mogelijk is, is in de meeste gevallen een geringe verplaatsing voldoende. Als beide signalen correct ontvangen worden, kan de montageschroef bevestigd worden. Belangrijke aanwijzingen Omdat het weerstation voor gebruik binnenshuis ontworpen is, dient u een opstelling te vermijden op plaatsen, waar het station blootgesteld zou kunnen worden aan plotselinge temperatuurveranderingen zoals b.v. direct zonlicht, maar ook extreme koude en vochtige en zelfs natte omgevingscondities, omdat dit kan leiden tot verminderde precisie en beschadiging. Als het weerstation blootgesteld wordt aan plotselinge en extreme temperatuurveranderingen, dan leidt dit tot snelle veranderingen op de weergave van de voorspelling en daarmee tot verminderde precisie. Als het weerstation naar een plaats gebracht wordt, die duidelijk hoger of lager ligt dan de oorspronkelijke standplaats (b.v. van kelder naar bovenste verdieping van een woning), dan dient u of een volledig nieuwe instelling uit te voeren of de aflezing in de volgende 24 uur achterwege laten. Deze maatregel geeft het apparaat voldoende tijd 21

12 om bij constante zeehoogte te werken en een juiste voorspelling te doen. Schoonmaak en onderhoud Luchtdruk absolute hpa relatieve hpa (instelbaar) relatieve inhg (instelbaar) instelgevoeligheid hpa 700 hpa tot 1099 hpa 970 hpa tot 1030 hpa 28,60 inhg tot 30,45 inhg 2,3 hpa en 4 hpa Om schades uit te sluiten dient de plaatsing van de apparaten op plaatsen met risico van extreme temperaturen, trillingen en schokken vermeden te worden. Schoonmaken van display en behuizing van het weerstation alleen met een zachte, enigszins vochtige doek. Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen. Behuizing niet in water dompelen. Lege batterijen direct uit alle apparaten verwijderen, om uitlopen en daaropvolgende beschadiging van de apparaten te vermijden. Gebruik alleen batterijen van het voorgeschreven type. Probeer niet zelf het apparaat te repareren. Er wordt aanbevolen, reparaties alleen door de Technische dienst van Conrad Electronic Nederland uit te laten voeren. Bij het openen van het apparaat of onjuiste behandeling ervan vervalt het recht op garantie. Technische gegevens Zendergestuurd tijdsignaal : DCF-77 Aanbevolen werktemperatuur Weerstation : 0 C tot +50 C LCD-contrast : 8 stappen Temperatuurmeetbereik binnen : 0 C tot +50 C met 0,1 C resolutie (overflowaanduiding OFL buiten dit bereik) Relatieve kamerluchtvochtigheid 19% tot 94% met 1% resolutie bij kamertemperatuur buiten het meetbereik (aanduiding OFL ) : Bij kamerluchtvochtigheid buiten dit bereik 19% tot 94% aanduiding - 22 Luchtdrukverloop : Voor de afgelopen 72 uur (-72, , , -12, -9, -6, en 0 uren) Gegevenscontrole intervals kamertemperatuur kamerluchtvochtigheid : elke 10 seconden : elke 20 seconden Stroomvoorziening: (aanbevolen Alkaline-batterijen) weerstation : 3 x 1,5-batterij type AA IEC LR6 Afmetingen (l x b x d) weerstation Uitsluiting aansprakelijkheid : 115 x 179 x 30 mm * De fabrikant resp. de leverancier is niet verantwoordelijk voor het niet juist lezen resp. voor alle consequenties die veroorzaakt worden door het niet juist lezen. * Dit product mag niet gebruikt worden voor medische doeleinden of als informatiebron voor de openbaarheid. * Dit product is ontwikkeld als indicator van komende weersomstandigheden voor strikt privé-gebruik en is niet 100% precies. De door dit product geleverde weersvoorspellingen en barometrische aanduidingen kunnen daarom alleen als indicatie en niet als exacte aanduiding gezien worden. * De technische gegevens van dit product kunnen zonder verdere aankondiging veranderd worden. * Dit product is geen speelgoed en hoort daarom niet thuis in kinderhanden. * Deze gebruiksaanwijzing mag zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant niet, ook niet gedeeltelijk, gereproduceerd worden. 23

13 Trefwoordenregister Voor de geïnteresseerde gebruiker staat hier een reeks informatie betreffende de functies van het weerstation ter beschikking; voor het feilloos functioneren van het systeem is deze kennis niet persé noodzakelijk. S 1) Overdrachtscode Bij de eerste ingebruikname van het weerstation vindt een automatische programmering plaats, die door de gebruiker niet kan worden beïnvloed. Het betreft hier de overname van de verschillende zendcodes van de buitenzenders door het weerstation. Door deze procedure volgt er een duidelijke toewijzing van alle onderdelen ten opzichte van elkaar, die bedoeld is voor de zekerheid van de signaaloverdracht; de leerprocedure voor de overdrachtscode vindt gelijktijdig met de ontvangst van de eerste geldige data en het overschrijven van de eerste LC-displaywaarden plaats. Dit kan herkend worden, doordat sommige aanduidingen na elkaar korte tijd oplichten, omdat ze apart getest worden. Gelijktijdig begint ook de DCF-77-zendergestuurde klok met de ontvangstpogingen. Als de verschillende testmodes doorlopen zijn, kunt u dat zien doordat alle gegevens van het binnen- en buitenbereik getoond worden. Nu kan de overdrachtscode-leermode beëindigd worden door op een willekeurige toets te drukken en het weerstation is klaar voor gebruik. S 2) Zendergestuurde klok De tijdbasis voor de zendergestuurde tijdsaanduiding is een door de Physikalisch Technischen Bundesanstalt Braunschweig gebruikte cesiumatoomklok met een berekende afwijking van 1 seconde in 1 miljoen jaar. Dit tijdsignaal wordt gecodeerd (DCF-77) en door een lange golfzender in Maiflingen bij Frankfurt uitgezonden met een zendbereik van ca km. Als uw weerstation binnen dit zendbereik ligt, dan ontvangt het dit signaal, rekent het om en geeft, onafhankelijk van zomer- of wintertijd, steeds de exacte tijd. S 3) Opslaan, minimum-/maximumwaarde Het weerstation slaat de minimum- en maximumwaarden van de kamer- en buitentemperatuur met tijd en datum van opslag op. Dit kenmerk is bijzonder nuttig voor het weergeven van de opgeslagen temperaturen van dat gebied, waarin de sensoren en het weerstation geplaatst zijn. Als er nieuwe maxi- 24 mum- of minimumtemperaturen bereikt worden, dan worden deze automatisch in het weerstation opgeslagen en op de LCD weergegeven. S4) Luchtdruk, absoluut/relatief De weergave van de actuele luchtdruk op de elektronische barometer van het weerstation gebeurt in absolute hpa of inhg (inch/kwikkolom) en relatieve hpa of inhg. De instelling van de absolute hpa of inhg levert de aanduiding van de ware luchtdruk op het actuele tijdstip op de actuele plaats en kan niet gekalibreerd worden, terwijl de aanduiding van de relatieve hpa of inhg gebaseerd is op een handmatig ijkbare instelbereik. Bij de relatieve luchtdruk gaat het om die waarde, die van de plaatselijke absolute luchtdruk op zeehoogte teruggerekend wordt en daardoor als referentie voor de weerstoestand en weersontwikkeling voor het hele land geldig is (zo komt een absolute luchtdruk van 961 hpa in München overeen met een relatieve luchtdruk van ca hpa op zeehoogte). De relatieve luchtdruk is ook die waarde, die door de verschillende Tv- en radio-omroepen in hun dagelijkse weerberichten voor hun zendgebied bekendgemaakt wordt. Het verdient daarom aanbeveling de op dit moment geldende relatieve luchtdruk voor de ijking van het weerstation op te vragen bij de omroep of bij een lokale meteorologische dienst op te vragen (b.v. bij een vliegveld). Voor de juiste weergave van de barometrische waarden moet het weerstation op constante hoogte boven de zeespiegel gehouden worden. Het mag daarom niet willekeurig van de kelder naar de zolder van een gebouw gebracht worden. Na de basis- of nieuwe instelling moet u in de daaropvolgende uur alle aflezingen achterwege laten. Deze maatregel geeft het apparaat voldoende tijd bij constante hoogte boven de zeespiegel te werken en een juiste voorspelling te leveren. De weergegeven waarde op het weerstation is gebaseerd op de berekening van het gemiddelde van de laatste 11 luchtdrukmetingen. Deze berekening vindt plaats na iedere meting. Als de nieuw berekende waarde een verschil van 1.0 hpa of meer vertoont ten opzichte van de oude gemiddelde waarde, dan wordt deze overschreven door de nieuwe waarde. S 5) Weersymbolen Bij iedere plotselinge of duidelijke luchtdrukverandering zullen de weersymbolen hun uiterlijk aanpassen aan deze verandering. Dit betekent, dat de symbolen niet veranderen, zo lang er geen herkenbare weersverandering plaatsvindt. Als de symbolen niet veranderen, betekent dat simpelweg dat 25

14 1) het weer niet veranderd is of 2) de verandering van het weer zich zo langzaam voltrokken heeft, dat het eigenlijke tijdstip van de verandering niet onderkend is. De gevoeligheid ten opzichte van luchtdrukveranderingen, waarbij de weergave van de weersymbolen verandert, is programmeerbaar (2, 3 of 4 hpa). Voor gebieden, waar de weersymbolen nauwelijks veranderen vanwege praktisch constante luchtdrukomstandigheden, verdient het derhalve aanbeveling een lagere hpa-waarde in te stellen, om daardoor beter gebruik te kunnen maken van de luchtdrukgegevens. Ook als de getoonde symbolen b.v. de zon of regenwolken weergeven, moet u ze niet direct zien als voorspelling van zonnig of regenachtig weer, maar veel meer dan voorspelling van beter of slechter wordend weer. Als b.v. het actuele weer bewolkt en het weersymbool duidt regen aan, betekent dat niet dat het apparaat verkeert aangeeft. Het betekent alleen, dat de luchtdruk is gedaald en dat er slechter weer, maar niet persé regen, te verwachten is. S 6) Weertendens Op grond van de samenwerking van weersymbolen en tendenspijlen kan het apparaat ook laten zien, hoe het weer veranderd is of hoe het zou kunnen veranderen. Als er b.v. een naar beneden gerichte pijl getoond wordt gelijktijdig met de symbolen van een bewolkte zon, dan vond de laatste herkenbare weersverandering plaats tijdens een zonnige periode (d.w.z. er werd alleen het zonnesymbool getoond). Omdat de tendenspijl naar beneden wijst, wil dat verder zeggen dat de volgende weersverandering het regensymbool op het scherm zal brengen. De weertendenspijl blijft onafhankelijk van de actuele weerssituatie op de LCD zichtbaar. Als de pijl tijdens een regenperiode naar beneden wijst, betekent dat, dat het weer slecht zal blijven. Als de pijl bij zonnig weer naar boven wijst, kunt u er van uitgaan dat het weer mooi zal blijven. Als de luchtdruk daalt met de extreme hoeveelheid van 4 hpa of meer in zes uur, dan zal het regenwolkensymbool op LCD-3 zo lang in de richting van de stormwaarschuwing knipperen, tot de luchtdruk stabiel blijft of weer omhoog gaat. S 7) Statistiek, luchtdruk/regenhoeveelheid Hierbij worden steeds de waarden van de luchtdruk van de afgelopen uren en de regenhoeveelheden van de afgelopen dagen, weken en maanden als verticale balken van verschillende lengte weergegeven. Luchtdrukverloop Het staafdiagram geeft het luchtdrukverloop weer van de afgelopen 72 uur in 11 stappen, steeds op het tijdstip 0, -1, -3, -6, -9, -12, -18, -24, -48 en - 72 uur. De staafwaarde wordt bij elk der 11 stappen opgeslagen en als diagram weergegeven, dat de trend over de opgeslagen periode weergeeft. Een schaalverdeling aan de rechterkant vergelijkt de resultaten. De 0 in het midden van de schaalverdeling kenmerkt de actuele luchtdruk. Iedere verandering (+ 2, + 4, + 6 en + 8) geeft in hpa aan, hoe hoog of laag de luchtdruk in het verleden was in vergelijking met de actuele luchtdruk. Als de staven langer worden, dan betekent dit dat er vanwege een stijgende luchtdruk beter weer te verwachten is. Als de staven korter worden, dan betekent dit een daling van de luchtdruk, zodat, gerekend van het actuele tijdstip 0 rekening gehouden moet worden met een weersverslechtering. Op elk hele uur wordt de actuele luchtdruk als basis voor de weergave van een nieuwe grafiekbalk gebruikt. De bestaande grafiek wordt daarbij een balk naar links verschoven. S 8) Gevoeligheid (hpa) Dit kenmerk maakt een meer exacte toepassing van het weerstation met betrekking tot de op de weersymbolen aangeduide veranderingen mogelijk, omdat de hpa-(hecto-pascal) instelling zo gekozen kan worden, dat deze beter overeenkomt met de verschillende luchtdrukomstandigheden in de directe omgeving van de afzonderlijke gebruiker (b.v. op zeehoogte of op geografisch grote hoogte). De instelling van het hpa-bereik is bijzonder geschikt voor omgevingen met constante, relatief kleine luchtdrukveranderingen, die niet noodzakelijkerwijs een weersverandering betekenen. Hier hebt u de mogelijkheid het hpa-bereik hoger in te stellen dan in gebieden met vergelijkenderwijs constante luchtdrukomstandigheden. Als b.v. de hpa-gevoeligheid ingesteld op een waarde van 3 hpa, dan wordt op de weersymbolen pas een komende weersverandering getoond, als de luchtdruk minstens 3 hpa veranderd is. In omgevingen met stabiele luchtdrukverhoudingen kan het hpa-bereik lager gekozen worden

15 S 9) Operaties, software DCF-77-tijdsignaal De software van het weerstation begint op elk vol uur na een basis- of nieuwe instelling en elke keer nadat u de programmeermode verlaten heeft met een ontvangstpoging van het DCF-77-tijdsignaal. Kamertemperatuur een -luchtvochtigheid/luchtdruk De software van het weerstation meet elke 10 seconden de actuele kamertemperatuur en de actuele luchtvochtigheid binnen en elke minuut de actuele luchtdruk. Tijdens de ontvangst van een DCF-77-tijdsignaal, de ontvangst van signalen van de buitenzender, in de programmeermode en tijdens het drukken op een toets vindt geen ontvangst plaats. Buitentemperatuur en -luchtvochtigheid (als optie) De software van het weerstation start elke 5 minuten een poging de actuele waarden van één tot drie buitenzenders te ontvangen. Tijdens de ontvangst van een DCF-77-signaal, in de programmeermode en tijdens het drukken op een toets vindt geen ontvangst plaats. Als de temperatuur en de luchtvochtigheid buiten drie keer achter elkaar niet ontvangen kan worden, dan wordt op het LC-display voor deze waarde - weergegeven. Batterij De software van het weerstation start na iedere basis- of nieuwe instelling en ook bij iedere poging tot ontvangst van de sensorsignalen een batterijtest. Als de batterijen zwak worden, dan wordt dit d.m.v. een aanduiding op het display (batterijsymbool) kenbaar gemaakt